Nieuwe Kijk op Wegen in het Landschap Ontwerponderzoek december 2011
14 1.
Inleiding 15
16
1.1 AANLEIDING Infrastructuur is de ruggengraat van het landschap. De komende jaren wordt er veel geïnvesteerd in het wegenstelsel. Bij het wegontwerp wordt de rol van de weg in het landschap als belevings- en levensader onvoldoende gewaardeerd in het ontwerpproces. In dit ontwerponderzoek wordt de beleving van de weggebruiker (de automobilist) in verband gebracht met de historische identiteit en ontwikkeling van het landschap, de dorpen en de steden. Dit wordt vertaald naar ontwerpthema s voor de aanleg van nieuwe tracés en voor de kwaliteitsverbetering van bestaande tracés. Daarbij wordt onder andere gedacht aan: de integrale gebiedsontwikkeling rondom wegen op het schaalniveau van de rijkswegen, de provinciale wegen en de gemeentelijke weg de oriëntatie en herkenningspunten (ontwerpen van kunstwerken en knooppunten) Met de huidige ontwikkeling ontstaat een groot verschil tussen het landschap van de snelheid en dynamiek en het landschap van de rust en de ruimte. Het landschap van de snelheid en dynamiek richt zich op economische belangen, waardoor een ingrijpende transformatie van het landschap ontstaat. Het is vaak uniform ingericht en het schaalniveau en de gebiedskenmerken van het oorspronkelijke landschap worden genegeerd. Het landschap van de rust en ruimte is gericht op de historische identiteit: het gebieds-dna, gericht op de herkenbaarheid van de karakteristieken van het landschap. Dit ontwerponderzoek richt zich op de provincie Friesland en gaat uit van een balans tussen economische belangen, ecologische kernkwaliteiten, de sociaal-culturele identiteit van het landschap en de wensen van de weggebruiker. De maatschappelijke trends zijn duidelijk: meer mobiliteit, meer behoefte aan (duurzaam) vervoer van deur tot deur, meer afstemming tussen landschap, leefmilieu en vervoerssystemen. Dit betekent een nieuwe kijk op de wegenstructuur, een efficiënter gebruik van de infrastructuur en een subtielere omgang met de natuur. Een uitdaging om infrastructuur als kwaliteitsdrager voor ontwikkelingen op het gebied van ecologie,economie en sociaal economische potenties te doen gelden. 1.2 DOEL Het doel van het ontwerponderzoek is (afb. 1): 1. ontwerpthema s / methodiek opstellen op basis van de ruimtelijke kwaliteit en samenhang voor de route, het gebied (landschap) en de plek (markante/ herkenningspunten) 2. ontwerpthema s opstellen voor een duurzame wegenstructuur op basis van de historische identiteit van het landschap (integrale gebiedsopgave) 3. kansen creëren voor innovatieve ontwikkelingen (impuls vanuit de marktpartijen) 4. kennisuitwisseling tussen overheden en onderwijs 5. samenwerking van overheden (opdrachtgevers), ontwerpers en marktpartijen (planproces) De schaalniveaus van snelheid zijn het uitgangspunt voor het onderzoek. Deze zijn gekoppeld aan de drie overheden: het Rijk, de provincies en de gemeenten: 120 km/ u (nationale stroomwegen, autosnelwegen) 100 km/ u (regionale stroomwegen, autowegen) 80 km/ u (gebiedsontsluitingswegen) 60 km/ u (erftoegangswegen) 17
FASE A oriëntatiefase FASE B ontwerpfase FASE C uitwerkingsfase doel: * zichtbaar maken urgentie infrastructurele knelpunten in relatie ot de identiteit en kwaliteit van de omgeving * vastleggen belevingsaspecten * benoemen actuele thema s * formuleren opgave met onderzoeksvragen doel: * uitdiepen van de thema s (kennis vergaren) * formuleren van de opgaven per thema (onderzoek beleving en identiteit koppelen aan ontwerpopgaven) doel: * formuleren opgaven vijf pilots * koppelen pilots aan gebieden (landschapstype) * opstellen oplossingen per pilot (ontwerpen) * opstellen stappenplan ontwerpproces per pilot oriëntatieatelier: * benoemen actuele thema s vanuit landschaps-, belevingsen literatuuronderzoek drie ontwerpateliers: * ontwerpmethodiek 1. oriëntatiepunten (kunstwerken en knooppunten) 2. innovatieve ontwikkelingen 3. routes en beleving vijf ontwerpateliers: * oplossingsrichtingen pilots 1. pilot 01 2. pilot 02 3. pilot 03 4. pilot 04 5. pilot 05 door wie: * projectteam PRODUCT beeldboek met thema s door wie: * projectteam * kennisteam * marktpartijen PRODUCT gebiedsgerichte opgaven door wie: * projectteam * kennisteam * marktpartijen * belangenorganisaties PRODUCT planproces ontwerpilots 1. Projectplan 18
1.3 LEESWIJZER Het ontwerponderzoek berust op diverse onderzoeksmethoden. In dit rapport worden de uitkomsten van de verschillende onderzoeken getoond en geïllustreerd aan de hand van kaartmateriaal, afbeeldingen of citaten. Het ontwerponderzoek bestaat uit literatuurhistorisch onderzoek, cultuurhistorisch onderzoek en belevingsonderzoek. Het literatuur - en het cultuurhistorisch onderzoek worden in hoofdstuk 2 behandeld. Hoofdstuk 3 omvat een aantal belangrijke uitkomsten uit het belevingsonderzoek. Het literatuurhistorisch onderzoek beschrijft de ontwikkeling van wegen in Nederland in hoofdzakelijk de negentiende en twintigste eeuw. Het geeft een beeld van de betekenis van de weg vanaf de negentiende eeuw en de wijze waarop over wegontwerp en de weg in relatie tot het landschap werd gedacht. De basis van literatuurhistorisch onderzoek vormt een analyse van 19e en 20e eeuwse wegen en het verband met mobiliteit in Nederland. (Bachelorscriptie Wegen en Mobiliteit, Wybren Jorritsma 2009). Het cultuurhistorisch onderzoek zoomt in op de ontwikkeling van wegen in Friesland vanaf 1600. Om deze ontwikkeling te kunnen plaatsen staan hierin ook de landschappelijke condities en ontwikkelingen, en de economische activiteiten centraal. Met behulp van kaartmateriaal wordt de ontwikkeling van de weg in het Friese landschap duidelijk gemaakt. Het belevingsonderzoek bestaat uit het afnemen van een 18-tal diepte-interviews. Deze interviews hebben een enorme hoeveelheid informatie opgeleverd over de beleving van het landschap vanaf de weg, de beleving van verschillende wegtypen (gerelateerd aan de verschillende snelheden), herkenningspunten en diverse kunstwerken in het wegontwerp. Het belevings- historisch onderzoek heeft geresulteerd in onderzoeksresultaten; de belangrijkste zijn gebundeld in vijf ontwerpthema s: 1. Versnellen en vertragen 2. Opheffen en herwaarderen 3. Informatie langs de weg 4. Ontmoetingsplekken 5. Innovatie In hoofdstuk 3 worden bovenstaande thema s toegelicht. Om de resultaten van het belevingsonderzoek verder te kunnen uitdiepen zijn de thema s gekoppeld aan drie concrete actuele opgaven: 1. Taal van de wegen; vertragen en versnellen 2. DNA van Friese wegen; functie en beleving 3. Knooppunten, informatie en symbolen langs de snelweg Tijdens drie gelijknamige ontwerpateliers zijn de mogelijkheden verkend om infrastructuur als kwaliteitsdrager voor ontwikkelingen op het gebied van ecologie, economie en sociaal culturele potenties te doen gelden. Voor de drie opgaven resulteert dit in nieuwe richtlijnen en kwaliteitskaders voor de wegen. Kennisuitwisseling en interactieve inspiratie zijn omgezet in scenario s die op de verschillende landschappen van toepassing zijn. Het eindresultaat daarvan zijn gebiedsgerichte scenario s. Deze worden in de hoofdstukken 4,5 en 6 uitgelicht. Hoofdstuk 7 tot slot gaat in op kansrijke initiatieven en het vervolg. De resultaten van het ontwerponderzoek vormen de opmaat voor het formuleren van pilots met een actuele infrastructurele opgave in de regio. De pilots vormen de basis voor uitwerking tot ideeën en oplossingen voor toekomstige ontwerpprocessen. 19