Ontwerp omgevingsvergunning UV 20150044 Aanvraag Op 13 april 2015 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het veranderen van een rundveehouderij op het adres Stokershorst 5 te Nederweert-Eind. De aanvraag is geregistreerd onder nummer UV 20150044. We hebben aanvullende gegevens ontvangen op 10 december 2015 en 10 augustus 2016. De volgende stukken maken onderdeel uit van de aanvraag: Aanvraagformulier, ingekomen op 13 april 2015; Milieutekening, projectnummer 150068-001-002 (aangevraagde situatie), laatst gewijzigd 31-5-2016, ingekomen op 10 augustus 2016; Milieutekening, projectnummer 120170-003-001 (bestaande situatie), laatst gewijzigd 31-5- 2016, ingekomen op 10 augustus 2016; Benodigde gegevens bij vvgb Provincie Noord-Brabant, ingekomen op 13 april 2015; Aanvullende gegevens vvgb, diertabellen, ingekomen op 10 augustus 2016; Aanvullende gegevens, Benodigde gegevens bij vvgb Provincie Limburg, ingekomen op 10 december 2015. Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd is als volgt te omschrijven: Het intern verplaatsen van jongvee; Aanpassen locaties sleufsilo s. Gelet op bovenstaande omschrijving wordt vergunning gevraagd voor de volgende in de Wabo omschreven omgevingsaspecten: Het oprichten, veranderen of veranderen van de werking of het in werking hebben van een inrichting of mijnbouwwerk (milieuneutraal). Bevoegd gezag Gelet op bovenstaande projectbeschrijving, alsmede op het bepaalde in hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de daarbij horende bijlage zijn wij het bevoegd gezag om de integrale omgevingsvergunning te verlenen. Daarbij zijn wij er procedureel en inhoudelijk voor verantwoordelijk dat in ons besluit alle relevante aspecten aan de orde komen met betrekking tot de fysieke leefomgeving, zoals ruimte, milieu, natuur en aspecten met betrekking tot bouwen, monumenten en brandveiligheid. Verder dienen wij ervoor zorg te dragen dat de aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften op elkaar zijn afgestemd. Ontvankelijkheid Na ontvangst van de aanvraag hebben wij deze aan de hand van de Mor (Ministeriële regeling omgevingsrecht) getoetst op ontvankelijkheid. Daarbij is gebleken dat een aantal gegevens ontbrak. De aanvrager is hierop in de gelegenheid gesteld om aanvullende gegevens te leveren. We hebben de aanvullende gegevens ontvangen. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag alsmede de latere aanvulling daarop voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook ontvankelijk en in behandeling genomen. Procedure De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (uitgebreide procedure). Verklaring van geen bedenkingen 1
Op grond van artikel 2.27 Wabo wijst het Bor of een bijzondere wet categorieën van gevallen aan waarvoor geldt dat een omgevingsvergunning niet wordt verleend dan nadat een daarbij aangewezen bestuursorgaan heeft verklaard dat het daartegen geen bedenkingen heeft. Op 24 augustus 2016 hebben wij van provincie Limburg een ontwerp verklaring ontvangen waaruit blijkt dat er geen bedenkingen zijn tegen het verlenen van de gevraagde vergunning. De voorschriften van deze verklaring zijn verbonden aan deze vergunning. Overwegingen De aanvraag is beoordeeld aan de artikelen van de Wabo. Voorts is de aanvraag getoetst aan het Besluit omgevingsrecht en de Ministeriële regeling omgevingsrecht. Gebleken is dat de aanvraag voldoet en daarom verlenen wij de gevraagde omgevingsvergunning. In de bijlage zijn de nadere inhoudelijke overwegingen opgenomen. Ontwerp besluit Burgemeester en wethouders zijn voornemens, gelet op artikel 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en bovenstaande overwegingen de omgevingsvergunning te verlenen. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de aanvraag en gewaarmerkte stukken deel uitmaken van de vergunning en onder de in bijlage opgenomen voorschriften. De omgevingsvergunning wordt verleend voor de volgende activiteit: Het oprichten, veranderen of veranderen van de werking of het in werking hebben van een inrichting of mijnbouwwerk (milieuneutraal). Zienswijzen en adviezen De aanvraag en de ontwerpbeschikking met bijbehorende stukken worden op grond van de Algemene wet bestuursrecht met ingang van 9 september 2016 ter inzage gelegd. Iedereen kan binnen zes weken na start van de ter inzage termijn eventueel zienswijzen tegen of adviezen over de ontwerpbeschikking indienen bij het college van burgemeester en wethouders van Nederweert, postbus 2728, 6030 AA Nederweert. Nederweert, 5 september 2016 Burgemeester en wethouders van Nederweert, Namens dezen, Afdeling Dienstverlening, T. Kierkels Bijlagen: Overwegingen en voorschriften 2
Inhoudsopgave 1 Overwegingen... 2 2 Voorschriften... 6 2.1 Het oprichten, veranderen of veranderen van de werking of het in werking hebben van een inrichting.... 6 2.1.1 ALGEMEEN... 6 2.2 Verklaring van geen bedenkingen.... 6 2.2.1 ALGEMEEN... 6 1
1 Overwegingen Aan het besluit liggen de volgende inhoudelijke overwegingen ten grondslag: Algemeen De aanvraag heeft betrekking op het milieuneutraal veranderen of milieuneutraal veranderen van de werking van een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 aanhef en onder e van de Wabo juncto artikel 3.10, derde lid van de Wabo. De Wabo bepaalt in artikel 2.14, lid 5 juncto artikel 3.10, lid 3 dat een omgevingsvergunning voor een milieuneutrale verandering kan worden verleend als de met deze aanvraag beoogde verandering van de inrichting of verandering van de werkwijze binnen de inrichting: - niet zal leiden tot het ontstaan van een andere inrichting dan waarvoor vergunning is verleend; - niet zal leiden tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende vergunning(en) zijn toegestaan; - niet MER-plichtig is op grond van hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer. In het onderstaande wordt daaraan getoetst. Huidige vergunningsituatie Ten behoeve van onderhavige inrichting is op 4 maart 2015 een omgevingsvergunning verleend. Deze vergunning moet krachtens overgangsrecht aangemerkt worden als een omgevingsvergunning. In tabel 1 is het aantal dieren, de ammoniak-, geur- en fijn stof weergegeven waarvoor vergunning is verleend en wat rechtsgeldig is. Het maximale aantal te houden dieren is gelijk aan het aantal dierplaatsen. Tabel: Vergunde situatie Stal Diercategorie / huisvestingssysteem Aantal dieren Ammoniak Geur Fijn stof factor factor (OU E /s) (OU E /s) factor (gr/jr) 3 Jongvee (A3.100) 1 25 4,4 110,0 - - 38 1,0 4 Jongvee (A3.100) 1 22 4,4 96,8 - - 38 0,8 4 Melk- en kalfkoeien 66 13,0 858,0 - - 118 7,8 5 Melk- en kalfkoeien 77 13,0 1.001,0 - - 118 9,1 6 Melk- en kalfkoeien 95 13,0 1.235,0 - - 118 11,2 Totaal 3.300,8 29,9 1. Diercategorie vrouwelijk jongvee tot 2 jaar overige huisvestingssystemen; 2. Diercategorie melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar overige huisvestingssystemen. 2
Aangevraagde situatie Het aantal dieren waarvoor vergunning wordt gevraagd, de ammoniak-, geur- en fijn stof zijn in de tabel Aangevraagde situatie weergegeven. Het maximale aantal te houden dieren is gelijk aan het aantal dierplaatsen. Tabel: Aangevraagde situatie Stal Diercategorie / Aantal huisvestingssysteem dieren Ammoniak Geur Fijn stof factor factor (OU E /s) (OU E /s) factor (gr/jr) 3 Jongvee (A3.100) 1 23 4,4 101,2 - - 38 0,9 4 Jongvee (A3.100) 1 24 4,4 105,6 - - 38 0,9 4 Melk- en kalfkoeien 66 13,0 858,0 - - 118 7,8 5 Melk- en kalfkoeien 77 13,0 1.001,0 - - 118 9,1 6 Melk- en kalfkoeien 95 13,0 1.235,0 - - 118 11,2 Totaal 3.300,8 29,9 1. Diercategorie vrouwelijk jongvee tot 2 jaar overige huisvestingssystemen; 2. Diercategorie melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar overige huisvestingssystemen. Overwegingen met betrekking tot het al dan niet ontstaan van een andere inrichting Op grond van de ingediende aanvraag en de daarbij overlegde gegevens, concluderen wij dat er sprake blijft van een inrichting, zoals aangegeven in categorie 8 van het Bor, waarvoor reeds eerder een vergunning is verleend. De verandering leidt niet tot een andere inrichting. De inrichting blijft in werking als veehouderij. Overwegingen ten aanzien van milieugevolgen Of de aangevraagde veranderingen zullen leiden tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende vergunning is toegestaan, wordt hierna per relevant milieuaspect beoordeeld. Geur De aanvraag heeft betrekking op dezelfde diercategorieën als vergund. De aangevraagde veranderingen hebben geen betrekking op het huisvestingsysteem en het aantal dieren. Ammoniak De aangevraagde veranderingen hebben geen betrekking op de diercategorie, het aantal dieren zoals vergund of het huisvestingsysteem. Lucht / Fijn stof (PM 10 ) De aanvraag heeft betrekking op dezelfde diercategorieën als vergund. De aangevraagde veranderingen hebben geen betrekking op het aantal te houden dieren, of huisvestingsysteem. Bodem Met de aangevraagde veranderingen zullen de gevolgen voor de belasting van de bodem niet veranderen of groter worden. De voorzieningen en maatregelen die zijn voorgeschreven op grond van het Activiteitenbesluit blijven onverkort van kracht. Geluid / trillingen De aangevraagde veranderingen hebben geen invloed op de geluidsbelasting van de inrichting naar de omgeving. Er komen geen andere of nieuwe geluidbronnen bij en de plaats en intensiteit van bestaande geluid producerende bedrijfsactiviteiten, zoals laad en los activiteiten en verkeersbewegingen, blijven ongewijzigd. Ook potentiële trillingsbronnen veranderen niet van aard en locatie. De vergunningvoorschriften met betrekking tot geluid blijven onverkort van kracht. lndirecte hinder 3
Het aantal vergunde transportbewegingen van en naar de inrichting wijzigt niet, waardoor dit aspect ook niet aan veranderingen onderhevig is. Water De aangevraagde veranderingen hebben geen invloed op de hoeveelheid en aard van het afvalwater. Het verbruik van water blijft eveneens ongewijzigd. Ingevolge het Activiteitenbesluit blijven de voorschriften gelden ten behoeve van het lozen en verbruik van water. Afvalstoffen Er ontstaan als gevolg van de aangevraagde veranderingen geen andere of meer afvalstoffen binnen de inrichting dan al vergund. In de vergunning zijn voorschriften opgenomen ten behoeve van de opslag, het gescheiden inzamelen en het afvoeren van voor recycling of hergebruik in aanmerking komende afvalstoffen Energie De aangevraagde verandering heeft geen invloed op een verhoging van het energieverbruik in relatie tot het al vergunde verbruiksniveau. Externe veiligheid Uit de vergunningaanvraag blijkt dat de opslag en het gebruik van hoeveelheden gevaarlijke stoffen gelijk blijft. De aangevraagde veranderingen hebben daarmee geen invloed op de externe veiligheid en brandveiligheid. Ten behoeve van de opslag en het gebruik van gevaarlijke stoffen blijven de voorschriften gelden uit de vergunning. Volksgezondheid Uit het bovenstaande blijkt dat noch de geurbelasting, noch de immissie van fijn stof toeneemt. Uit de aanvraag blijkt niet dat de voorzieningen en maatregelen, die verspreiding van endotoxinen, veegerelateerde MRSA-bacteriën en zoönosen tegen moeten gaan, wijzigen. Er is naar ons oordeel dan ook geen/ geen grotere risico's voor de volksgezondheid aanwezig. Overwegingen MER-plicht Een milieuneutrale verandering kan niet worden verleend indien het bevoegde gezag heeft beslist dat bij de voorbereiding van de omgevingsvergunning een milieueffectrapport (MER) dient te worden gemaakt. Aan de hand van de selectiecriteria uit bijlage III van de Europese m.e.r.-richtlijn is beoordeeld of de aangevraagde activiteiten nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben die aanleiding geven tot het opstellen va een milieueffectrapport. De selectiecriteria betreffen: 1. de kenmerken van het project, 2. de plaats van het project en 3. de kenmerken van de potentiële gevolgen. De plaats van het project en de kenmerken van het project zijn niet gewijzigd. Voor zover het gaat om de potentiele gevolgen van het project stellen wij vast dat het bij de veehouderijsector dan in het bijzonder gaat om de gevolgen van de uitstoot van ammoniak, geur en fijn stof. De aangevraagde situatie heeft geen toename van de ammoniakdepositie tot gevolg. De geurbelasting blijft gelijk waardoor de cumulatieve geurbelasting niet zal toenemen. De totale hoeveelheid fijn stof blijft gelijk. Ook ten aanzien van geluid, indirecte hinder, water, afvalstoffen, energie, externe veiligheid en volksgezondheid vindt geen verslechtering plaats. Op grond van het bovenstaande zijn wij van mening dat er geen redenen zijn om (voorafgaande aan deze Wabo-procedure) een milieueffectrapportage te verlangen. Conclusie De aangevraagde veranderingen leiden niet tot een ander inrichting en andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de vigerende omgevingsvergunning milieu is toegestaan. Daarnaast zijn wij van mening dat er geen redenen zijn om een milieueffectrapportage te verlangen. Ten aanzien van de aangevraagde (veranderde) activiteit, achten wij het niet noodzakelijk om voorschriften aan deze omgevingsvergunning te verbinden. Voor zover de bepalingen van het 4
Activiteitenbesluit op onderdelen op de aangevraagde verandering van toepassing zijn, gelden de voorschriften van dit Besluit. Voor zover dat niet het geval is, gelden de voorschriften uit de vigerende omgevingsvergunning. Deze blijven ook voor de nu aangevraagde verandering onverkort gelden. 5
2 Voorschriften Aan de omgevingsvergunning zijn de volgende voorschriften verbonden: 2.1 Het oprichten, veranderen of veranderen van de werking of het in werking hebben van een inrichting. 2.1.1 ALGEMEEN 2.1.1.1 De voorschriften behorende bij de vigerende vergunning verleend d.d. 4 maart 2015 met kenmerk U1 20120203 zijn van toepassing op de veranderingen verleend in onderhavige vergunning, tenzij in de voorschriften anders is bepaald. 2.1.1.2 De inrichting moet in werking zijn volgens de bij de vergunning gewaarmerkte stukken en de daarin gehanteerde uitgangspunten, behalve als daarvan blijkens de hierna volgende voorschriften mag of moet worden afgeweken. 2.2 Verklaring van geen bedenkingen. 2.2.1 ALGEMEEN 2.2.1.1 De vvgb heeft betrekking op het houden van de dieraantallen op de stalsystemen aan de Stokershorst 5 te Nederweert-Eind zoals weergegeven in onderstaande tabel: De in bovenstaande tabel vermelde 'Code Stal' alsmede de ammoniakfactoren die zijn gehanteerd bij het berekenen van de (totale), zijn ontleend aan de bijlage behorende bij de Regeling ammoniak en veehouderij, Staatscourant 2015, nr. 16866 (in werking getreden op 1 augustus 2015) en de wijziging van de Regeling ammoniak en veehouderij, Staatscourant 2016, nr. 15585 (in werking getreden op 31 maart 2016). 2.2.1.2 De vvgb heeft betrekking op de van 3.300,8 kg NH3 /jaar. 2.2.1.3 Voornoemde voorschriften dienen aan de omgevingsvergunning te worden verbonden. Daarbij dient tevens te worden bepaald dat deze voorschriften bij de inwerkingtreding van de omgevingsvergunning de voorschriften vervangen die zijn verbonden aan de bij het besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg van 29juni 2015 (kenmerk 2015/38976) krachtens artikel 16/19d van de Nbw 1998 verleende vergunning voor het wijzigen, uitbreiden en exploiteren van een melkveehouderij aan de Stokershorst 5 te Nederweert-Eind en laatstbedoelde voorschriften vervallen op het tijdstip waarop de overeenkomstig artikel 2.27 van de Wabo aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften onherroepelijk worden. Concreet zijn bij ons besluit van 29 juni 2015 (kenmerk 201 5/38976) de volgende voorschriften verbonden aan de krachtens artikel 16/19d van de Nbw 1998 verleende vergunning: 6
De vergunning heeft betrekking op het houden van de dieraantallen op de stalsystemen aan de Stokershorst 5 te Nederweert zoals weergegeven in onderstaande tabel: De 'Code Stal' in bovenstaande tabel betreft de code zoals opgenomen in de bijlage behorende bij de Regeling ammoniak en veehouderij, Staatscourant 2013, nr. 35932 (31 december 2013) en de wijziging van de Regeling ammoniak en veehouderij, Staatscourant 2014, nr. 25403 (10 september 2014). De vergunning heeft betrekking op de van 2.444,3 kg NH3 / jaar, resulterend in een stikstofdepositie op de beschermde natuurgebieden zoals weergegeven in onderstaande tabel: 7