de Rechtspraak Rechtbank Overijssel bezoekadres 5600 AW Eindhoven Schuurmanstraat 2

Vergelijkbare documenten
Rechtspraak.nl - Print uitspraak

de Rechtspraak 9 AP!~ ~O1~

de Rechtspraak Rechtbank Overijssel Reg.nr. PS/2XJIU lao<sa 04 DEC 2014 Dat. ontv.:

ECLI:NL:RBOBR:2017:3477

de Rechtspraak Rechtbank Noord-Holland het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland Postbus BA Monnickendam

de Rechtspraak Rechtbank Gelderland gemeente Tiel

de Rechtspraak Rechtbank Den Haag PER FAX Over het beroep met zaaknummer SGR 13/9215 BESLU V258 deel ik u het volgende mee.

ECLI:NL:RBNNE:2017:2675

2 1FEB datum onderdeel contactpersoon doorkiesnummer ons kenmerk uw kenmerk

ECLI:NL:RBOVE:2013:3359

de Rechtspraak I I PER FAX

ECLI:NL:RBNHO:2014:3840

de Rechtspraak Rechtbank Oost-Brabant

uitspraak van de meervoudige kamer van 27 juli 2016 in de zaak tussen

ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345

de Rechtspraak Rechtbank Zeeland-West-Brabant (076) het beroep van Maatschap C. en C. Bouwmeester te Zevenbergen

ECLI:NL:RBOVE:2016:4491

ECLI:NL:RBLIM:2017:544

ECLI:NL:RBMNE:2014:5220

ECLI:NL:RBOBR:2014:7213

ECLI:NL:RBGEL:2017:4108

ECLI:NL:RBNHO:2015:7536

ECLI:NL:RBZLY:2012:BX0557

ECLI:NL:RBNNE:2015:4387

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855

de Rechtspraa Rechtbank Overijssel Over het beroep met zaaknummer ZWO 13/1774 BESLU WBIJ deel ik u het volgende mee.

' s Sftg. de Rechtspraak. Over het beroep met procedurenummer 11 / 685 WOB JAN 1 deel ik u het volgende mee.

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

de Rechtspraak Rechtbank Breda Hierbij zend ik u een kopie van de uitspraak waarbij op het beroep is beslist.

LJN: BD4051, Rechtbank Almelo, 08 / 520 AQ1 V

ECLI:NL:RBMNE:2017:3973

de Rechtspraak Postbus: Rechtbank Noord-Holland ZAAKNUMMER: Afdeling Publiekrecht Sectie Bestuursrecht Locatie Alkmaar

ECLI:NL:RBNHO:2014:185

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorst te Twello, verweerder.

uitspraak van de meervoudige kamer van 12 juli 2017 in de zaak tussen

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550

ECLI:NL:RBOVE:2016:4119

de Rechtspraak

Afdeling bestuursrechtspraak P^na 1 van 1. Uw kenmerk

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558

Uitspraak. RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD Sector Bestuursrecht Registratienummer: Awb 10/895. uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

ECLI:NL:RBNHO:2017:6739

ECLI:NL:RBGEL:2017:4332

uitspraak RECHTBANK LIMBURG

ECLI:NL:RBAMS:2017:2972

ECLI:NL:RBAMS:2011:BV7178

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, verweerder, gemachtigden: mrs. C.J. Telting en B.A. Veenendaal.


ECLI:NL:RBMNE:2016:707

de Rechtspraak Rechtbank Rotterdam Hierbij zend ik u een kopie van de uitspraak van de rechtbank waarbij op bovenvermeld beroep is beslist.

2E. AUG. 2G15 12:53 ~R. 986P. 2. uitspraak van de meervoudige kamer van 25 augustus 2015 in de zaak tussen

ECLI:NL:RVS:2001:AB2287

ECLI:NL:RBLIM:2014:3621

LJN: BO7059, Rechtbank Amsterdam, AWB 09/3604 AOW. Datum uitspraak: Datum publicatie:

ECLI:NL:OGEAM:2016:86

ECLI:NL:RBGEL:2014:4543

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN4493

de Rechtspraak Rechtbank Overijssel (088) /69 het beroep van Erfgoedvereniging Bond Heemschut te Zwolle

EelI: Nl: RBOVE:2016: 2665

ECLI:NL:RBSGR:2012:BV8097

de Rechtspraak Rechtbank Gelderland PER EAX Over het beroep met zaaknummer ZUT 12 / 249 WRO 219 deel ik u het volgende mee.

ECLI:NL:RBGEL:2014:6996

uitspraak van de voorzieningenrechter van 13 September 2016 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

ECLI:NL:RBMNE:2014:107

ECLI:NL:RVS:2014:2812

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

\êr i. de Rechtspraak. Rechtbank Noord-Holland. AANTEKENEN 1 PER POST [ PER FAX (023) Afdeling Publiekrecht Sectie Bestuursrecht

ECLI:NL:RBGEL:2015:5301

ECLI:NL:RVS:2010:BO4829

ECLI:NL:RBDHA:2015:16050

ECLI:NL:RBMAA:2012:BW2003

ECLI:NL:RBNNE:2016:4039

ECLI:NL:RBAMS:2013:8696

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven; Dienst Werk, Zorg en Inkomen (Dienst WZI), te Eindhoven, verweerder.

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988

ECLI:NL:RBNHO:2017:3051

uitspraak rechtbank gedeeltelijke intrekking bouwvergunning geluidsscherm A59

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant,

lllll\lil\lllllll\1\1~1\llllll 18 jul 2018 /

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

ECLI:NL:RBAMS:2017:2366

ECLI:NL:RBOBR:2013:2706

de Rechtspraak Rechtbank Oost-Brabant ] AANTEKENEN [ ] PER POST [ ] PER FAX

LJN: BO2154,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/2913 en 10/3065

ECLI:NL:RBDHA:2016:4544

vanstate /1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

ECLI:NL:RBGEL:2016:6801

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Voorgenomen besluit. Zaaknummer: HHVOL10. Parkeerverbodzone Mondriaanpark in Vlijmen

ECLI:NL:RBNNE:2017:214

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar. I.P». Feis

ECLI:NL:RBZLY:2007:BA5102

Naar aanleiding van deze uitspraak van de rechtbank is geen nadere afweging nodig.

ECLI:NL:RBMNE:2016:7377

ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890

ECLI:NL:RBDHA:2017:6306

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Actualiteiten rechtspraak bestuursprocesrecht. 2 september :00 uur - 17:00 uur Online

ECLI:NL:RBALK:2012:BV7977

S QÉMEEKT 1 ING. r j in hh. i i l. Uw kenmerk

Transcriptie:

lngekomcn Ho:~b~ ~ 7an Dijck de Rechtspraak Rechtbank Overijssel 1 1 AANTEKENEN 11 PER POST 11 PER FAX 040-2431749 Bestuursrecht Houben & Van Dijck Advocaten tav de heer rnr. M.C.J. Houben Postbus 885 bezoekadres 5600 AW Eindhoven Schuurmanstraat 2 correspondentieadres Postbus 10067 8000 GB Zwolle datum 30 maart 2016 onderdeel Overige bestuursgeschillen t (088) 361 5555 contactpersoon mevr E.W. Kisteman v.d. Wetering f (088) 361 0067 www.rechtspraak.nl doorkiesnummer 088 - i61 1037 ons kenmerk zaaknummer ZWO 15 / 1964 WET HLU uw kenmerk Bij beantwoording de datum en b la ge~n, ( ons slechts kenmerk één zaak vermelden. in uw brief Wilt u faxnummer afdeling (088) 361 0068/69 behandelen. onderwerp het beroep van Vereniging SlijtersUnie te Eindhoven Geachte heer, Over het beroep met zaaknummer ZWO 15 / 1964 WET HLU deel ik u het volgende mee. De rechtbank heeft uitspraak gedaan. Ik stuur u een kopie van de uitspraak. Indien in deze uitspraak wordt verwezen naar een uitspraak met een ECLI-nummer, is de tekst van de betreffende uitspraak onder dat nummer gepubliceerd op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat voor een belanghebbende en het bestuursorgaan hoger beroep open. Dit dient te worden ingesteld binnen zes weken na de datum van verzending van deze uitspraak door een beroepschrift en een kopie van deze uitspraak te zenden aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. In uw beroepschrift moet u vermelden waarom u het niet eens bent met de uitspraak. U kunt ook digitaal hoger beroep instellen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Kijk op www.raadvanstate.nl voor meer informatie over het indienen van digitaal beroep. Als u naar aanleiding van deze brief vragen hebt, kunt u contact opnemen met de administratie van de rechtbank op het hierboven vermelde doorkiesnummer. Als u de rechtbank belt of schrijft, verzoek ik u het zaaknummer te vermelden. toachtend~ BEO21

uitspraak RECHTBANK OVERLJSSEL Zittingsplaats Zwolle Bestuursrecht zaaknummer: AWB 15/1964 uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen Vereniging SlijtersUnie, te Eindhoven, eiseres, gernachtigde: rnr. M.C.J. Houben, en de burgemeester van Zwolle, verweerder, gernachtigde: F1. Vervuurt. Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: Boekhandel Waanders B.V., te Zwolle. Procesverloop Bij besluit van 24 april 2015 (het primaire besluit) heeft verweerder besloten om niet handhavend op te treden tegen de activiteiten van de derde-partij. Bij besluit van 9 september 2015 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard. Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft een venveerschrift ingediend. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 december 2015. Eiseres en verweerder hebben zich laten vertegenwoordigen door hun voornoemde gemachtigden. De derde-partij heeft zich laten vertegenwoordigen door W.J.G.M. Waanders. Ovenvegingen 1. De rechtbank dient eerst te beoordelen of eiseres als belanghebbende in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is aan te merken en of verweerder haar bezwaar terecht ontvankelijk heeft geacht. Ingevolge artikel 1:2, eerste lid van de Awb wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Ten aanzien van rechtspersonen worden ingevolge het derde lid van dit artikel als hun belangen mede beschouwd de algemene en collectieve belangen die zij krachtens hun doelstellingen en blijkens hun feitelijke werkzaamheden in het bijzonder behartigen.

zaaknummer: AWB 15/1964 blad 2 Eiseres is een vereniging waarvan de leden ingevolge artikel 5, tweede lid van de statuten natuurlijke of rechtspersonen zijn die het slijtersbedrijf uitoefenen als bedoeld in artikel 1 van de Drank- en Horecawet (DHW). Artikel 3, eerste lid van de statuten omschrijft als doel van de SlijtersUnie: het behartigen van de sociale en economische belangen van haar leden, voor zover die betrekking hebben op het slijtersbedrijf en het bestrijden van al hetgeen deze belangen zou kunnen schaden. Ingevolge artikel 3, tweede lid, aanhef en onder a tot en metj van de statuten tracht zij dit doel te bereiken langs wettige weg dooi : - het bevorderen van een gezonde geest in de door haar leden uitgeoefende ondernemingen, - het uitgeven van geschriften ten behoeve van voorlichting, propaganda, vakkennis en reclame in het belang van de bedrijfstak, - het plegen van overleg en sarnenwei king met andere verenigingen, lichamen en instanties, welke een gelijk of gelijksoortig doel beogen of mede beogen, - zich te doen vertegenwoordigen in bedrijf- en productschappen en andere daarvoor in aanmerking komende organen en commissies. het bedrijfsleven, overheidslicharnen of representatieve instanties, - het uitvaardigen van voor leden bindende voorschriften, - het sluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten, bindende loonregelingen (bijvoorbeeld V.U.T.) en andere afspraken. alsmede het verlenen van medewerking aan de wijziging daarvan, - het houden van vergaderingen, voordrachten en lezii~gen, alsmede het organiseren van tentoonstellingen en wedstrijden die op de bedrijfstak betrekking hebben, het verstrekken van hulp en vooi lichting aan haar leden terzake van de uitvoering en het in acht nemen van wettelijke voorschriften clie op de bedrijfstak betrekking hebben, - het voeren van procedures ten behoeve van de branche in het algemeen en de leden in het bijzonder, en - alle andere wettige middelen, die voor het doel van de SlijtersUnie bevorderlijk zijn. Zoals de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (verder: de Afdeling) heeft overwogen (ECLI:NL:RVS:2006:AY6762), komt een belangenorganisatie die opkomt voor het belang van haar leden daarmee op voor een collectief belang, tenzij het tegendeel blijkt. Niet is gebleken dat eiseres in dit geval slechts voor een van haar leden opkomt. De belangen van (de leden van) eiseres omvatten, zoals volgt uit de statuten, sociale en economische belangen. Naar het oordeel van de rechtbank valt daaronder ook het belang dat de DHW correct wordt nageleefd omdat de sljters, zoals kan worden afgeleid uit de wetsgeschiedenis (Karnerstukken II, 196 1-1962, 681 1, nr. 3, MvT, p. 13 en nr. 5, MvA, p. 2-3), een belangrijke taak hebben bij de uitvoering van de wet, niet-naleving van de regels concurrentievervalsend kan werken en bovendien zou kunnen leiden tot een aanscherping van de wettelijke regels. Daarmee staat vast dat de belangen van eiseres rechtstreeks zijn betrokken bij het primaire besluit. Verweerder heeft het bezwaar van eiseres terecht ontvankelijk geacht. 2. De rechtbank komt dan ook toe aan een inhoudelijke beoordeling van het geschil. Daarvoor neemt de rechtbank de volgende, door partijen niet bettviste, feiten als vaststaand aan.

zaaknummer: AWB 15/1964 blad 3 De derde-partij exploiteert op het adres Achter de Broeren 1 te Zwolle een winkel (verder: Waanders in de Broeren), waarin zij kranten, tijdschriften, boeken, kantoorbenodigdheden en aanverwante artikelen verkoopt. Op 25 februari 2015 heeft eiseres verweerder verzocht tegen de derde-partij handhavend op te treden wegens strijd met het bepaalde in artikel 18 van de DHW. Medewerkers van verweerders gemeente hebben naar aanleiding daarvan geconstateerd dat de derde-partij in Waanders in de Broeren tussen de culinaire boeken in beperkte mate zwakalcoholhoudende drank aan particulieren voor gebruik elders dan ter plaatse aanbiedt. Bij het primaire besluit heeft verweerder vastgesteld, dat die situatie niet in overeenstemming is met artikel 18, tweede lid, van de DHW. Niettemin heeft verweerder het verzoek tot handhaving afgewezen, omdat verweerder handhavend optreden in de onderhavige concrete situatie zodanig onevenredig acht in verhouding tot de daarmee te dienen belangen, dat van het opleggen van een last onder bestuursdwang dan wel een last onder dwangsom dient te worden afgezien. Bij het bestreden besluit heeft verweerder het primaire besluit gehandhaafd. 3. Ingevolge artikel 125 van de Gemeentewet is verweerder bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang. Artikel 5:32, eerste lid, van de Awb bepaalt dat een bestuursorgaan dat bevoegd is bestuursdwang toe te passen. in plaats daarvan aan de overtreder een last onder dwangsom kan opleggen. Ingevolge artikel 18, eerste lid van de DHW is het verboden in de uitoefening van een ander bedrijf dan het slijtersbedrjf zwak-alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse aan particulieren te verstrekken. Op grond van het tweede lid van dit artikel geldt dit verbod niet ten aanzien van het verstrekken in: a. een winkel waarin in overwegende mate levensmiddelen of tabak en aanverwante artikelen of uitsluitend zwak-alcoholhoudende dranken al dan niet tezamen met alcoholvrije dranken worden verkocht; b. een warenhuis met een levensmiddelenafdeling met een vloeroppervlakte van ten minste 15 m2 waarop een gevarieerd assortiment aan verpakte en onverpakte eetwaren wordt verkocht; c. een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin hoofdzakelijk gerede eetwaren voor gebruik ter plaatse en elders dan ter plaatse plegen te worden verkocht, niet zijnde een horecalokaliteit. 4. Tussen partijen is niet in geschil, dat de derde-partij door in Waanders in de Broeren tussen de culinaire boeken in beperkte mate zwak-alcoholhoudende drank aan particulieren voor gebruik elders dan ter plaatse aan te bieden artikel 18 van de DHW heeft overtreden. Verweerder is dan ook bevoegd om daartegen handhavend op te treden. Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met een last onder bestuursdwang of dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken.

zaaknummer: AWB 15/1964 blad 4 Slechts onder bijzondere omstandigheden mag van het bestuursorgaan worden gevergd, dat niet te doen. Dit kan zich voordoen indien concreet zicht op legalisatie bestaat. Voorts kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien. Verweerder acht handhavend optreden zodanig onevenredig in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat daarvan in het onderhavige geval moet worden afgezien. Verweerder overweegt daartoe dat de gemeente Zwolle voorop loopt in een landelijke trend, waarin bezoekers van winkels en horecagelegenheden op zoek gaan naar een zogenaamde totaalbeleving waarbij de grenzen vervagen tussen: - logistiek, detailhandel en horeca, - gevestigde detailhandel en ambulante handel, online en offline, en - food Retail en non-food Retail. Volgens verweerder is dit een verschijnsel dat ook wel blurring wordt genoemd. Verweerder wijst daartoe op zijn Plan van Aanpak van de Binnenstad en Broerenkwartier van 9 april 2015 (verder: Plan van Aanpak), binnen welk afzetgebied de derde-partij haar winkel exploiteert, en de Pilot verlichte regels winkelgebieden waaraan verweerder in navolging van de Retailagenda van het Ministerie van Economische Zaken deelneemt. Deze pilot heeft tot doel om ondeinemeischap innovatie en samen~\.eiking van retailers horecaondernemers en vastgoedeigenaren te versterken door het inventariseren, veranderen of (tijdelijk) opschorten van belemmerende regels voor ondernemers, waarbij maximale experimenteerruimte wordt gezocht in zowel landelijke als lokale regelgeving. Gelet op het doel en de strekking van die pilot acht verweerder het ongewenst om tegelijkertijd de bestaande landelijke of lokale regels te handhaven. Dat verweerder niet handhaaft is niet zozeer gelegen in het belang van de derde-partij, maar in het belang van de Pilot verlichte regels ~vinkelgebieden en het kunnen uitvoeren van verweerders beleid om voorloper te zijn bij de geschetste landelijke trends. Handhaving zou het belang van de pilot en het draagvlak van de deelnemers schaden. Daarnaast heeft de gemeente Zwolle zich aangemeld om deel te nemen aan de dôor de VNG voorgenomen start van de Pilot gemengde horecabestemming. Deze (toekomstige) pilot moet (meer) mengvormen tussen horeca en detailhandel toelaten. Daar waar nu landelijke regelgeving in de weg staat aan bepaalde mengvormen, worden deze met de voorgenomen pilot gedoogd. Gelet op het doel en strekking van voornoemde pilots acht verweerder het niet wenselijk handhavend op te treden tegen de verkoop van wijn vanuit Waanders in de Broeren, temeer niet omdat daarmee geen aantasting zou plaats vinden op het gebied van gezondheid dan wel openbare orde. De rechtbank acht de door verweerder genoemde omstandigheden, ook bezien in hun onderlinge samenhang, niet zodanig bijzonder te zijn dat hij daarin aanleiding had mogen vinden om te weigeren van zijn bevoegdheid tot handhavend optreden gebruik te maken. Daartoe laat de rechtbank wegen, dat de DHW geen wettelijke bepaling kent, waarin de mogelijkheid in het leven wordt geroepen om te experimenteren met lokale dan wel landelijke regelgeving in die zin dat overtreding daarvan kan worden toegestaan en van handhavend optreden kan worden afgezien. Voorts blijkt uit de genoemde pilots niet, dat deze verweerder geen ruimte (meer) bieden om tegen overtredingen van de DHW op te treden. Die conclusie kan eveneens niet worden gevonden in het Plan van Aanpak. De rechtbank is dan ook van oordeel, dat verwêerder op onjuiste gronden heeft besloten om van handhaving af te zien. Het bestreden besluit komt in aanmerking voor vernietiging

zaaknummer: AWB 15/1964 blad 5 wegens strijd met de artikelen 3:2 en 7:12, eerste lid, van de Awb. 5. Ingevolge artikel 8:69a van de Awb vernietigt de bestuursrechter een besluit niet op de grond dat het in strijd is met een geschreven of een ongeschreven rechtsregel of een algemeen rechtsbeginsel, indien deze regel of dit beginsel kennelijk niet strekt tot bescherming van de belangen van degene die zich daarop beroept. In zijn verweerschrift beroept verweerder zich er op, dat het in voomoemde artikel gegeven relativiteitsbeginsel zich verzet tegen vernietiging van het bestreden besluit op de gronden zoals die door eiseres zijn aangevoerd. De rechtbank verwerpt dit standpunt. De DHW heeft niet alleen tot doel om de volksgezondheid te beschermen, maar strekt er tevens toe om het inzicht van de ondernemers te versterken en beoogt een bedrijfsvoering die bijdraagt aan een verantwoorde drankverstrekking. De rechtbank verwijst daarvoor naar hetgeen is overwogen in de memorie van toelichting en de memorie van antwoord (Kamerstukken II, 1961-1962, 6811, nr. 3, MvT, p. 13 en nr. 5 MvA, p.2-3.). Daarom kan niet worden gezegd dat artikel 1 8 van de DHW kennelijk niet strekt tot bescherming van de belangen van eiseres. Artikel 8:69a van de Awb staat derhalve niet aan vernietiging van het bestreden besluit in de weg. 6. De rechtbank zal het beroep gegrond verklaren en het bestreden besluit vernietigen. Verweerder moet een nieuw besluit te nemen met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen. 7. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiseres gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsrnatig verleende rechtsbijstand vast op 992 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting, tegen een waarde per punt van 496 en de wegingsfactor 1).

zaaknummer: AWB 15/1964 blad 6 Beslissing De rechtbank: - verklaart het beroep gegrond; - vernietigt het bestreden besluit; - draagt verweerder op met inachtneming van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiseres; - bepaalt dat verweerder aan eiseres het door haar gestorte griffierecht dient te vergoeden ten bedrage van 33 1; - veroordeelt verweerder in de door eiseres gemaakte proceskosten, als vastgesteld op 992. Deze uitspraak is gedaan dooi mr. W.R.H. Lutjes, voorzitter, en mr. W.J.B. Cornelissen en mr. W.F. Bij loo, leden, in aanwezigheid van R.K. Witteveen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 30 MRT ~oi~ voorzitter Afschrift verzonden aan partijen op: 30 MRT 2016 Rechtsmiddel Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.