gemeente Haarlemmermeer Nota van B&W Onderwerp Voortgangsrapportage Luchthavenzaken november 2005 - november 2006 Portefeuillehouder drs. 1M.J. Bezuijen Collegevergadenng 9 januari 2007 Inlichtingen E.R. van Rijn (023-567 60 67) Registratienummer / k23 Samenvatting Wat willen we bereiken? De raad informeren over de voortgang van het dossier luchthavenzaken en de gemeentelijke sturing daarbij. Wat gaan we daarvoor doen? In de voortgangsrapportage Luchthavenzaken staan de acties, maatregelen en initiatieven van het afgelopen jaar beschreven. Daarnaast is een agenda voor de toekomst opgenomen met daarin de bestuurlijke inzet van de gemeente Haarlemmermeer, de regionale partijen en regio en Rijk in de komende periode. Wat mag het kosten? De kosten komen ten laste van het budget luchthavenactiviteiten/accountmanagement van de Groep Strategie. Wanneer is het klaar? De ontwikkelingen rondom Schiphol staan nooit stil. Dit vraagt om een continue inzet en betrokkenheid van de gemeente Haarlemmermeer bij het luchthavendossier. In de voortgangsrapportage staat de agenda van de toekomst beschreven, met waar mogelijk een planning van de activiteiten voor de komende periode. Wie is daarvoor verantwoordelijk? Het College van B&W is verantwoordelijk voor de sturing van het gemeentelijke beleid t.a.v. luchthavenzaken. Wethouder M. Bezuijen is de eerst verantwoordelijke portefeuillehouder. Wanneer en hoe zal de raad over de voortgang worden geïnformeerd? Bij de bespreking van deze nota in de eerstvolgende raadsessie.
Onderwerp Voortgangsrapportage Luchthavenzaken november 2005 - november 2006 Volgvei 2 Inleiding Afgelopen jaar hebben we stappen voorwaarts gemaakt in het Schipholdossier. De eendrachtige inzet van de Gemeente Haarlemmermeer en haar regionale partners heeft tot resultaten geleid die de komende twee jaar geoogst moeten worden. De hier voorliggende voortgangsrapportage (zie bijlage) geeft een overzicht van hetgeen we gedaan en bereikt hebben in het afgelopen jaar en met welke inzet het College het komende jaar ingaat. Context Sinds 2003 wordt ieder jaar een voortgangsrapportage luchthavenzaken door ons College aan de Raad toegezonden met daarin de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van luchthavenzaken. Raadsleden worden in de tussenliggende periode bij belangrijke ontwikkelingen direct op de hoogte gebracht. Aan deze voortgangsrapportages worden raadsessies gekoppeld waarbij actuele zaken verder uitgediept en bediscussieerd kunnen worden. Deze nota heeft betrekking op de tweede voortgangsrapportage die in dit verband is opgesteld. Luchthavenzaken november 2005 - november 2006 In het afgelopen jaar zijn er diverse ontwikkelingen rond het dossier luchthavenzaken geweest. Met name de evaluatie van het Schipholbeleid en het kabinetsstandpunt hebben voor een belangrijk deel de Haarlemmermeerse agenda van het afgelopen jaar bepaald. In ons handelen trachten wij de balans tussen verdere ontwikkeling van de Mainport en de kwaliteit van de leefomgeving zo goed mogelijk te waarborgen. Op initiatief van de Gemeente Haarlemmermeer is een start gemaakt met een complete aanpak van de leefbaarheid van de omgeving van Schiphol middels het als IMPULS bekend geworden leefbaarheidsprogramma en op het gebied van grondgeluid worden in samenwerking met Schiphol, CROS en de bewonersvereniging Hoofddorp-Noord oplossingen uitgewerkt. Het College zet de laatste jaren met name in op die onderdelen waar de gemeente invloed uit kan oefenen en op die onderwerpen die haar bewoners aangaan. Sinds de opening van de Polderbaan is daarom sterk ingezet op de verbetering van de leefomgeving rond Schiphol. Daardoor hebben wij als Haarlemmermeer het afgelopen jaar met name op het gebied van leefbaarheid een flink aantal zaken bereikt en in gang gezet. Agenda komende jaren De komende twee jaar worden cruciaal in de ontwikkeling van de gemeente Haarlemmermeer en Schiphol. In deze periode zal bepaald worden op welke manier de groei van Schiphol vorm zal krijgen. Wij komen in deze jaren voor fundamentele keuzes te staan tussen de lusten en de lasten van Schiphol. De dubbeldoelstelling is niet langer haalbaar waardoor de balans tussen lusten en lasten des te belangrijker geworden is. Ook in onze brief aan de kabinetsinformateur hebben wij aandacht gevraagd voor de balans tussen de groei van de luchthaven, woningbouw, leefklimaat en bereikbaarheid van de gemeente en regio.
Onderwerp Voortgangsrapportage Luchthavenzaken november 2005 - november 2006 Volgvel 3 Besluit Op grond van het voorgaande hebben wij besloten om: De voortgangsrapportage Luchthavenzaken november 2005- november 2006 vast te stellen; Kennis te nemen van de acties, maatregelen en initiatieven die het afgelopen jaar hebben plaatsgevonden, zoals beschreven in de paragrafen 1 tlm 6; Kennis te nemen van de agenda van de toekomst (g 7) met de daarin onderscheiden bestuurlijke inzet: van de gemeente Haarlemmermeer, van de regionale partijen, van regio en Rijk; Vanwege het feit dat de informatievoorziening aan uw raad van groot belang is in het vervolg niet 1 keer maar 2 keer per jaar een voortgangsrapportage Luchthavenzaken op te stellen; Het presidium voor te stellen deze nota en rapportage te agenderen ter bespreking in de raad. Burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer, namens deze, Voortgangsrapportage Luchthavenzaken november 2005 - november 2006
Voortgangsrapportage Luchthavenzaken Gemeente Haarlemmermeer November 2005- november 2006
Voorwoord Afgelopen jaar hebben we stappen voorwaarts gemaakt in het Schipholdossier. De resultaten van de eendrachtige inzet van de Gemeente Haarlemmermeer en haar regionale partners zullen de komende twee jaar geoogst moeten worden. Op initiatief van de Gemeente Haarlemmermeer is een start gemaakt met een complete aanpak van de leefbaarheid van de omgeviqg van Schiphol middels het als IMPULS bekend geworden leetbaarheidsprogramma. In het kader hiervan hebben de provincie Noord-Holland en Schiphol beide 10 miljoen euro ter beschikking gesteld om de schrijnende gevallen op te lossen. De benadering van de omgeving middels het leetbaarheidsprogramma is inmiddels ook overgenomen door het kabinet en zal een belangrijke plek krijgen in de verdere ontwikkeling van Schiphol. Daarnaast zijn concrete oplossingen ontwikkeld om het probleem van het grondgeluid in Hoofddop noord op te lossen. Deze oplossingen zijn inmiddels in de testfasen beland. De eerste resultaten van proeven wijzen uit dat er mogelijkheden zijn de overlast van het grondgeluid te verminderen. In 2007 komen ook plannen klaar over de wijze waarop de inrichting van het gebied kan bijdragen aan de vermindering van het grondgeluid. In dit traject hebben we goed samengewerkt met de bewoners in Hoofddorp-Noord en Schiphol. Aan de hand van ons initiatief is er een gezamenlijk reactie gekomen op het kabinetsstandpunt waarbij lokale en regionale overheden en de sector de wens hebben uitgesproken om gezamenlijk de uitwerking van het kabinetsstandpunt ter hand te nemen en daarbij meer nadruk op de omgevingskant te leggen. Dit heeft er in geresulteerd dat er de komende twee jaar middels een convenant en een MER procedure meer duidelijk zal komen over de relatie tussen Schiphol en de omgeving. Wij zullen het te starten traject van een MER en het afsluiten van een convenant met sector en rijk conform onze inzet van de afgelopen jaren ingaan. Onze inzet is om in dit traject de balans van lusten en lasten van Schiphol weer recht te trekken. Tot slot hopen wij ook meer duidelijkheid te krijgen over de ontwikkeling van Schiphol op korte en middellange termijn. Voor de korte termijn wordt momenteel gewerkt aan het 'Ruimtelijk structuurplan Schiphol". Met dit plan ontstaat eindelijk door ons al lang gewenste helderheid en duidelijkheid voor de ontwikkeling van nieuwe bestemmingsplannen rond Schiphol. Tevens komt de sector in 2007 (en later het rijk) met concrete voorstellen over de uitbreiding van de luchthaven en de herconfiguratie van het banenstelsel. De komende twee jqar worden cruciaal in de ontwikkeling van de gemeente Haarlemmermeer en Schiphol. In deze periode zal bepaald worden op welke manier de groei van Schiphol vorm zal krijgen. Wij komen in deze jaren voor fundamentele keuzes te staan tussen de lusten en de lasten van Schiphol. Deze dubbele doelstelling is niet langer haalbaar waardoor de balans tussen lusten en lasten des te belangrijker geworden is. Onze inzet in dat proces is helder; eerst een herstel van de balans tussen lusten en lasten door onder andere het uitvoeren van de door ons ingediende verbetervoorstellen (zie ook bijlage 1 en 2) pas daarna kunnen we praten over de verdere groei van de luchthaven. In de hier voorliggende voortgangsrapportage geef ik een overzicht van hetgeen we gedaan en bereikt hebben in het afgelopen jaar en met welke inzet het college het komende jaar ingaat. Michel Bezuijen Wethouder luchthavenzaken
Voortgangsrapportage Luchthavenzaken, Gemeente Haarlemmermeer, November 2005- november 2006 1. Inleiding De ontwikkelingen rond het dossier luchthavenzaken zijn divers en complex. Informatievoorziening is daarom van groot belang. Sinds 2003 wordt ieder jaar een voortgangsrapportage luchthavenzaken door ons college aan de Raad toegezonden met daarin de belarlgrijkste ontwikkelingen op het gebied van luchthavenzaken. Raadsleden worden in de tussenliggende periode bij belangrijke ontwikkelingen direct op de hoogte gebracht. Het voorstel is om voortaan 2 keer per jaar een voortgangsrapportage op te stellen, met daarin de belangrijkste ontwikkelingen met betrekking tot Schiphol. We zullen de Raad adviseren aan deze voortgangsrapportages raadsessies te koppelen waarbij actuele zaken verder uitgediept en bediscussieerd kunnen worden. Voor u ligt de tweede voortgangsrapportage die in dit verband is opgesteld. In het afgelopen jaar zijn er diverse ontwikkelingen rond het dossier luchthavenzaken geweest. Met name de evaluatie van het Schipholbeleid en het kabinetsstandpunt hebben voor een belangrijk deel de Haarlemmermeerse agenda van het afgelopen jaar bepaald. Eind februari 2006 is de evaluatie van het Schipholbeleid uit 2003 afgerond. Het Eindrapport Evaluatie Schipholbeleid is aangeboden aan de Tweede Kamer en in het Kabinetsstandpunt Schiphol van 21 april 2006 heeft het Kabinet haar standpunt geformuleerd over de ontwikkeling van Schiphol. De Gemeente Haarlemmermeer heeft in het Kabinetsstandpunt een onbalans geconstateerd. Het kabinet kiest voor het laten doorgroeien van de luchthaven, maar heeft te weinig aandacht voor de grote behoefte aan herstel van vertrouwen en aan de verbetering van de leefomgeving rond Schiphol. In ons handelen trachten wij de balans tussen verdere ontwikkeling van de Mainport en de kwaliteit van de leefomgeving zo goed mogelijk te waarborgen. In dat kader werken de gemeente Haarlemmermeer, Schiphol, Amsterdam en Provincie NH aan een leefbaarheidsprogramma Schipholregio en op het gebied van grondgeluid worden in samenwerking met Schiphol, CROS en de BVHN oplossingen uitgewerkt. Tot slot werd er ook in 2006 o.m. aandacht gegeven aan de streekplan herziening van de Provincie Noord-Holland en hebben wij bij het Ministerie aandacht gevraagd voor de zogenoemde schrijnende gevallen, bewoners voor wie de woonsituatie onleefbaar is, maar die niet onder de diverse regelingen vallen. Het College zet de laatste jaren met name in op die onderdelen waar de gemeente invloed uit kan oefenen en die onderwerpen die haar bewoners aangaan. Sinds de opening van de Polderbaan is daarom sterk ingezet op de verbetering van de leefomgeving rond Schiphol. Daardoor hebben wij als Haarlemmermeer het afgelopen jaar met name op het gebied van leefbaarheid een aantal zaken bereikt en in gang gezet. Wij hebben op 13 februari 2006 samen met Schiphol Group, CROS en de Bewonersvereniging Hoofddorp-Noord, een proclamatie ondertekend over Grondgeluid, waarmee we hebben aangegeven ons gezamenlijk in te zetten voor een snelle uitvoering van praktische oplossingen om de overlast van het grondgeluid voor omwonenden zo snel en zoveel mogelijk te reduceren. In 2006 is door de verschillende partijen hard gewerkt aan de uitwerking van mogelijke oplossingsrichtingen. Tevens hebben wij ons ook in 2006 actief ingezet voor bewoners die problemen ondervinden bij de isolatie van hun woning. Ook succesvol is ons het initiatief om samen met Schiphol, Amsterdam en Provincie NH te komen tot een leefbaarheidsprogramma Schipholregio: IMPULS. Dit programma bestaat uit concrete
maatregelen waarbij zichtbaar wordt geïnvesteerd in de leefomgeving en waarin bepaalde keuzemogelijkheden worden geboden aan individuele gehinderden. Het zal een belangrijke bijdrage leveren aan het verbeteren van het woon-, werk- en leefklimaat in de regio en het vergroten van draagvlak. Op basis van deze inzet is op dit moment een stichting in oprichting waarin de provincie Noord-Holland en Schiphol beide 10 miljoen euro investeren om zodoende een aanzet te maken voor het verbeteren van de leefbaarheid in de omgeving; als eerste worden de schrijnende gevallen aangepakt. Ook Haarlemmermeer heeft een verzoek gekregen om bij te dragen in de stichting. Kabinetsstandpunt Schiphol a. Kabinetsstandpunt Schiphol en de evaluatie van het luchtvaartbeleid Op 21 april 2006 hebben de Staatssecretarissen van Verkeer en Waterstaat en VROM het Kabinetsstandpunt Schiphol gepresenteerd. Op 20 februari 2003 zijn de Schipholwet en luchthavenbesluiten van kracht geworden en is het vijfbanenstelsel in gebruik genomen. Destijds is afgesproken dat het nieuwe Schipholbeleid binnen 3 jaar geëvalueerd zou moeten worden. In 2004 is gestart met deze evaluatie, welke eind februari 2006 is afgerond. Het Eindrapport Evaluatie Schipholbeleid is aangeboden aan de Tweede Kamer. In het Kabinetsstandpunt Schiphol van 21 april jl. heeft het kabinet aangegeven welke maatregelen zij de komende tijd wil treffen en hoe het met de verbetervoorstellen van de evaluatie om wil gaan. Het kabinet heeft naar aanleiding van de verschillende onderzoeken die in het kader van de evaluatie zijn uitgevoerd, geconcludeerd dat het Schipholbeleid over het algemeen goed werkt, maar dat er verbeteringen mogelijk zijn waar het gaat om de bescherming van de omgeving tegen de negatieve effecten van de luchtvaart en om de groeimogelijkheden van de luchthaven. Het kabinet hanteert in het Kabinetsstandpunt twee uitgangspunten bij de voorgestelde aanpassingen van het beleid. Door middel van saldering van handhavingspunten wil het kabinet bewerkstelligen dat binnen de randvoorwaarden van de gelijkwaardigheid de beschikbare groeiruimte kan worden benut. Daarnaast geeft het kabinet aan dat de hinder van vliegverkeer zo veel mogelijk moet worden teruggedrongen. Het kabinet wil in overleg met de luchtvaartsector een convenant opstellen waarin maatregelen worden vastgelegd om de hinder terug te dringen. b. Gemeentelijke reactie op het kabinetsstandpunt In onze gemeentelijke reactie aan de Staatssecretaris op 1 juni 2006 hebben wij aangegeven dat wij is bijzonder teleurgesteld zijn over het Kabinetsstandpunt Schiphol. Het kabinetsstandpunt kenmerkt zich door onbalans. Aan de ene kant is het overduidelijk dat het kabinet kiest voor het laten doorgroeien van de luchthaven. Aan de andere kant is er grote behoefte aan herstel van vertrouwen en aan verbetering van de leefomgeving rond Schiphol. Met betrekking tot dit laatste ziet het Rijk voor zichzelf nauwelijks een rol, maar draagt de luchtvaartsector op om met voorstellen te komen.
Zoals wij ook in een gezamenlijke brief met Provincie Noord-Holland, Amsterdam, CROS, Schiphol Group en KLM hebben gemeld, hebben wij in onze reactie aangegeven het belang van Schiphol als mainport voor de economische positie van Nederland te delen. We hebben echter een oproep gedaan aan het Kabinet om in het Kabinetsstandpunt meer evenwicht aan te brengen in de verhoudingen tussen Rijk, de regio en de sector. Tevens hebben wij het Rijk gevraagd mede verantwoording te nemen voor hinderbeperking en de compensatie van de niet te vermijden hinder. Naast de reactie op het Kabinetsstandpunt zijn,wij ook ingegaan op de door ons ingediende verbetervoorstellen. Van de tien door Haarlemmermeer ingediende verbetervoorstellen is er één helemaal overgenomen (Woningbouw binnen het beperkingengebied), zijn er vier gedeeltelijk overgenomen (Isolatie van woningen, Erkenning en oplossing grondgeluidproblematiek, Vergroting capaciteit Schiphol d.m.v. verdere optimalisatie (concentratie vliegroutes, uitplaatsen vliegverkeer naar bijv. Lelystad) en Informatievoorziening en communicatie: transparant en uitlegbaar). De overige verbetervoorstellen zijn verworpen of er is aangegeven dat nader onderzoek noodzakelijk is. Wij vinden het een gemiste kans dat over de door velen irlgediende verbetervoorstellen nog nauwelijks concrete beslissingen zijn genomen door het kabinet. Tot slot hebben wij na overleg met de Raad nog een aantal specifieke punten onder de aandacht gebracht. - Saldering alleen op een beperkt aantal punten en gerelateerd aan hinderbeperking en een helder inzicht in de gevolgen. - Wij verwachten directe betrokkenheid van het Rijk bij de aanpak van grondgeluid - De rol van de CROS bij de hinderbeperkende maatregelen en de positie van de bewonersvertegenwoordigers. - De noodzaak voor een structurele gezondheidsmonitoring en transparante informatievoorziening over gezondheidseffecten. - De noodzaak om in Europees verband afspraken te maken over hinderbeperking. c. Stand van zaken MER en convenant De aanpak van het kabinet om te komen tot een betere benutting van de milieuruimte voor Schiphol voor de ontwikkeling van de mainport en daarmee samenhangende maatregelen die de hinder kunnen beperken, is beschreven in de brief van de minister van Verkeer en waterstaat aan de tweede kamer van 25 oktober 2006 toegelicht. In deze aanpak is voorgesteld om in gezamenlijk overleg tussen Schiphol, KLM, LVNL, het Rijk, de Bestuurlijke Regie Schiphol en de CROS te komen tot oplossingen voor de ontstane problemen. Het overleg zal geleid worden door Hans Alders, Commissaris van de Koningin in Groningen. Het is evident dat deze besluitvorming en het proces voor de verdere uitwerking van kabinetsstandpunt Schiphol impact heeft voor de gemeente Haarlemmermeer. Temeer in de aanpak van het rijk de focus op de ruimere omgeving (het buitengebied) is gericht en minder op het zwaarst belaste gebied (binnengebied). Dit kan voor het al zwaar belaste (binnen)gebied, waaronder grote delen van Haarlemmermeer extra negatieve gevolgen hebben.
Er worden momenteel drie trajecten opgestart: M.e.r procedure voor het beter benutten van de milieuruimte rond Schiphol: de maatregelen die in het MER worden onderzocht hebben betrekking op zowel de korte, als de middellange termijn. Het betreft in ieder geval de volgende maatregelen: actualiseren van de grenswaarden van de handhavingpunten; salderen tussen de handhavingpunten; het volledig doorvoeren van 2+2 baangebruik; en een alternatief dat aansluit bij de benadering van het MNP. Complicatie is dat er in 2007 en 2008 (en waarschijnlijk ook al in het afgelopen gebruikjaar) een overschrijding van een aantal grenswaarden van handhavingpunten wordt verwacht. Deze overschrijdingen zijn wat ons betreft niet acceptabel. Convenant terugdringen hinder: een convenant tussen Rijk, luchtvaartpartijen, Luchtverkeersleiding en mogelijk ook de BRS, waarbij de CROS een adviserende rol heeft. Het betreft hier maatregelen die met name in het buitengebied de hinder beperken zoals verbeteren van aan- en uitvliegprocedures en aanpassiqgen van vliegroutes. Convenant compensatie en leefbaarheid: een convenant tussen de luchtvaartpartijen en de BRS over compenserende maatregelen en leefbaarheid. Hierbij zal het Rijk (op verzoek van de regio) worden betrokken en heeft ook de CROS een adviserende rol. Definitieve besluitvorming wordt pas in 2008 verwacht. Daarom wordt voorgesteld om in mei 2007 voor beide trajecten (hinderbeperking en compensatie) al een korte termijn afspraak te maken middels een korte termijn convenant. Ons college is aan de convenanttafel vertegenwoordigd door de portefeuillehouder luchthavenzaken. Met de beschreven aanpak hebben wij samen met onze regionale partners bereikt dat er niet alleen een convenant komt over hinderbeperkende maatregelen maar ook over compensatie en leefbaarheid. Tevens is de convenanttafel verbreed en hebben de regionale overheidspartijen een belangrijke rol gekregen. 3. Omgeving Schiphol a. Uitwerking IMPULS (integraal Maatregelenpakket en uitvoeringsprogramma Leefomgeving Schipholregio) In 2006 heeft de gemeente Haarlemmermeer het initiatief genomen om samen met Schiphol, Amsterdam en Provincie Noord-Holland te komen tot een leefbaarheidsprogramma Schipholregio. De verbetering van de leefbaarheid is een essentiële voorwaarde, aanvullend op de milieu-en veiligheidsuitgangspunten die verbonden zijn aan de ontwikkeling van de mainport Schiphol. Concrete maatregelen waarbij zichtbaar wordt geïnvesteerd in de leefomgeving en waarin bepaalde keuzemogelijkheden worden geboden, kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het verbeteren van het woon-, werk- en leefklimaat in de regio en het vergroten van draagvlak. Juist daarom zijn Haarlemmermeer, Amsterdam en Provincie Noord-Holland samen met Schiphol Group en KLM gestart met de inrichting van een samenhangend programma (IMPULS) voor de bewoners en andere omgevingspartijen die in de Schipholregio wonen, werken en recreëren (zie bijlage voor een toelichting op het leefbaarheidsprogramma). Met inhoudelijke steun vanuit deze partijen voor de inrichting van een leefbaarheidprogramma
onderstrepen de regiopartijen hun verantwoordelijkheid voor de inwoners van de mainportregio. Het IMPULS-programma bestaat uit drie pijlers: Het intensiveren van hinderbeperkende maatregelen aan de bron (W.O. de pilots die in CROS-ver band worden uitgevoerd. Een aanzienlijke verbetering van de verplichte compensatie van de hinder met een wettelijke basis; Het maken van een kwaliteitsslag in gebieden waar de ruimtelijke enlof sociaal maatschappelijke impact onevenredig groot is. In de uitwerking van IMPULS is de Haarlemmermeerse reactie op het kabinetsstandpunt Schiphol nog steeds leidend. IMPULS en de daaruit voortvloeiende afspraken spelen een essentiële rol in de onderhandelingen over het convenant compenserende maatregelen zoals bovenstaand besproken. In eerste kwartaal van 2007 zal een conceptprogramma zijn opgesteld, waarin investeringen gericht op de kwaliteit van de leefomgeving zijn opgenomen. Dit document zal de basis vormen voor interne en externe consultatie binnen onder meer de Bestuurlijke Regie Schiphol, CROS en Rijkspartlen. De uitwerking van het leefbaarheidsprogramma richt zich in eerste instantie op de zwaarbelaste woongebieden waar een investeringsaanpak noodzakelijk is, juist ook vanwege de luchtzijdige effecten (die in het MER in beeld worden gebracht). Gekoppeld aan de convenantsbesprekingen zal onderscheid worden gemaakt in korte en middellange termijn. b. Grondgeluid Sinds de ingebruikname van de Polderbaan in februari 2003 is het aantal klachten over grondgeluid sterk toegenomen. In het Bestuurlijk Overleg tussen de gemeente Haarlemmermeer en Schiphol Group is in december 2003 de wens uitgesproken om de effecten van start- en grondgeluid gezamenlijk te onderzoeken. Schiphol is begin 2004 een onderzoek gestart naar de oorzaak van hinder van grondgeluid in Hoofddorp-Noord. Vervolgens heeft onderzoek plaatsgevonden naar mogelijke maatregelen om de overlast in woningen daadwerkelijk te verminderen en te bekijken hoe groot de effecten per maatregel zijn. Dit onderzoek is in december 2005 afgerond en op 13 februari 2006 zijn de uitkomsten aan inwoners en overige belangstellenden gepresenteerd. Daarbij hebben de betrokken partijen - gemeente Haarlemmermeer, Schiphol Group, CROS en de Bewonersvereniging Hoofddorp-Noord - middels het ondertekenen van een proclamatie aangegeven in een vervolgtraject gezamenlijk de mogelijke oplossingsrichtingen verder uit te werken. De verschillende betrokken partijen, Schiphol, CROS, Gemeente Haarlemmermeer zijn allen verantwoordelijk voor een onderdeel van het vervolgtraject: 1. Groene Carré Zuid en het Stadsontwikkelingsplan (Gemeente Haarlemmermeer) 2. Innovatieve oplossingen in het tussengebied (Schiphol Group ) 3. Innovatieve oplossingen aan enlof nabij de baanlbron (Schiphol Group). 4. Pilot met starten en landen op de Polderbaan (CROS) 5. Informatie voorziening aan omwonenden (Schiphol Group)
De Gemeente Haarlemmermeer zal zorgen voor uitwerking van maatregelen op het gebied van landschapsinrichting enlof bebouwing van het tussengebied en deze in te passen in de bestaande projecten van Groene Carré Zuid (11) en het Stadsontwikkelingsplan Hoofddorp. Dit traject is in oktober 2006 gestart. Naar verwachting zullen in februari 2007 de resultaten bekend zijn. c. Parallel starten-problematiek Door de LVNL is nog geen structurele oplossing gevonden voor de parallel startenproblematiek. De destijds voorziene tijdelijke situatie heeft inmiddels een structureel karakter gekregen. Inmiddels heeft de gemeente een aantal malen overleg geïnitieerd met de LVNL en de dorpsraad Badhoevedorp. In oktober 2006 heeft de gemeente in een brief aan de minister van Verkeer en Waterstaat gepleit voor een evaluatie van het parallel starten-vraagstuk en de tot nu toe doorgevoerde beheersmaatregelen van de Luchtverkeersleiding. Inmiddels wordt er met het ministerie gesproken over deze evaluatie en mogelijke oplossingen. d. Project Geluidsisolatie Schiphol Al sinds het begin van de jaren tachtig worden "geluidgevoelige objecten", i.c. woningen, scholen en zorgcentra, in de omgeving van Schiphol geïsoleerd. Tijdens de uitvoering van de tweede fase van het geluidsisolatieproject (GIS-2), dat op basis van de geluidscontouren van 1997 is gestart, zijn de geluidscontouren verschillende keren gewijzigd. Inmiddels zijn ruim 7000 woningen geïsoleerd. In 2006 en 2007 zullen nog woningen en scholen vanuit GIS 2 worden geïsoleerd. In een aantal specifiek gevallen hebben in het afgelopen jaar bewoners de gemeente benaderd voor informatie over de start van isolatiewerkzaamheden aan hun woningen c.q. voor bemiddeling. Daarnaast heeft de gemeente een aantal keer een bestuurlijk overleg geïnitieerd om onder meer de voortgang van het isolatieproject te bespreken. Inmiddels wordt door PROGIS de derde fase van GIS voorbereid. Binnen het isolatiegebied liggen ca. 12.000 woningen, waarvan een groot deel reeds voldoende geïsoleerd is. De verwachting is dat ongeveer 5.000 woningen in aanmerking komen voor isolatie (daarvan liggen ongeveer 1400 woningen in Haarlemmermeer). In overleg met PROGIS heeft de gemeente gepleit voor meer overleg tussen PROGIS en betrokken bewoners over de mogelijkheden van isolatiemaatregelen (maatwerk). Ook zijn afspraken gemaakt over informatievoorziening op het moment dat nieuwe isolatiewerkzaamheden worden uitgevoerd. e. Schrijnende gevallen In en rond Schiphol heeft vanaf eind jaren '90 een groot aantal bewoners en bedrijven te maken gekregen met de gevolgen van de uitbreiding van Schiphol met de Polderbaan, en daarmee samenhangende werken. Voor de meeste "schipholgedupeerden" is voor een passende oplossing gezorgd, bijvoorbeeld door middel van isolatie of aankoop van de woning. In de praktijk blijkt nu dat een aantal bewoners, in de omgeving van de luchthaven, tussen wal en schip vallen. Zij ervaren dagelijks ernstige overlast, maar vallen buiten alle contouren en komen daardoor niet in aanmerking voor een financiële regeling of een andere oplossing. Zij hebben bij de gemeente of Schiphol om hulp gevraagd. Het gaat om een aantal woningen die zich in de geluids- of veiligheidssloopzone van het LIB bevinden. De gemeente is in de Schipholwet verantwoordelijk gemaakt voor de aankoop van deze woningen. De problemen die zich nu voordoen betreffen de eigenaren van een woning
met een bedrijf aan huis. De woningen van deze eigenaren kunnen in het kader van het LIB aangekocht worden, de bedrijven echter niet. De dossiers zijn in mei 2006 middels een brief voorgelegd aan de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat met het verzoek naast aankoop van de woningen ook de aankoop van de betreffende bedrijven-aan-huis te laten vallen onder de regeling die is vastgesteld in het kader van het LIB. De beoordeling van deze gevallen vindt momenteel plaats. Hiernaast gaat het om een aantal woningen gelegen aan de Hoofdweg-westzijde ten zuiden van de Vijfhuizerweg die min of meer in het verlengde van de Polderbaan liggen. De bewoners ervaren dagelijks ernstige overlast, maar vallen buiten alle contouren en komen daardoor niet in aanmerking voor een financiële regeling of een andere oplossing. Los hiervan is door de Provincie Noord-Holland en Schiphol afgesproken om een inventarisatie te maken van schrijnende gevallen in de regio. Dit initiatief is door Provinciale Staten van Noord-Holland ondersteund met een motie. In het kader van het leefbaarheidsprogramma IMPULS is afgesproken om een pilot "schrijnende gevallen" uit te voeren, waarbij een aantal schrijnende gevallen kunnen worden gecompenseerd. Naar verwachting zal in de komende maanden meer duidelijkheid komen over de uitwerking hiervan. Inmiddels is bekend dat de provincie Noord-Holland 10 miljoen euro ter beschikking stelt om de schrijnende gevallen op te lossen; ook Schiphol heeft 10 miljoen euro ter beschikking gesteld. Op dit moment wordt een stichting opgericht waarin de provincie Noord- Holland en Schiphol beide 10 miljoen euro investeren om zodoende een aanzet te maken voor het verbeteren van de leefbaarheid in de omgeving; als eerste worden de schrijnende gevallen aangepakt. In de BRS en in het bestuurlijk overleg met Schiphol is Haarlemmermeer gevraagd om in dit kader ook een financiële bijdrage te doen. f. NOMOS en Geluidsnet Het vliegtuiggeluid rond Schiphol wordt al geruime tijd gemeten. Schiphol beschikt over het NOMOS meetsysteem. De gegevens hiervan zijn beschikbaar op de website van NOMOS. Schiphol stelt haar meetgegevens ter beschikking aan CROS. CROS gebruikt de informatie uit het NOMOS-systeem bijvoorbeeld voor vergelijkend onderzoek naar vliegtuiggeluid. Ook gebruikt het Informatie en Klachtenbureau van CROS de metingen van NOMOS om vragen van omwonenden van de luchthaven te beantwoorden. Naast het systeem van NOMOS werd in 2003 de Stichting Geluidsnet opgericht om vliegtuiggeluid door middel van metingen in kaart te brengen. Inmiddels is een netwerk van ca. 30 meetpunten in de Schipholregio gerealiseerd. In Haarlemmermeer staan geluidsmeters in zeven woonkernen, te weten: Zwanenburg, Rijsenhout, Badhoevedorp, Lijnden, Vijfhuizen, Hoofddorp-Noord en Nieuw-Vennep. De kern Lijnden heeft het meetpunt zelf aangeschaft. In 2007 zal een evaluatie plaatsvinden over continuering van de rneetpunten en eventuele uitbreiding van rneetpunten in andere kernen. De rneetpunten leveren informatie over het aantal vliegtuigbewegingen gedurende verschillende perioden van de dag en gemeten geluidsniveau. Bij de evaluatie zal deze informatie, alsook de mogelijkheden om de informatievoorziening aan bewoners te verbeteren worden betrokken. In de evaluatie van het geluidsmeetnet zal een analyse worden opgenomen van de resultaten van de metingen in het afgelopen jaar. Waar mogelijk zullen daarbij ook trends worden aangegeven. De evaluatie zal in februari 2007 in College worden behandeld.
4. Ruimtelijke aspecten schiphol a. Streekplan herziening Op 2 januari 2006 is de Ontwerp partiële herziening voorzetting planologische reservering banenstelsel Schiphol door de Provincie Noord-Holland ter inzage gelegd. Middels deze herziening wil de Provincie Noord-Holland de planologische reservering van de 4e Noord- Zuidbaan en Parallelle Kaagbaan verlengen tot 1 april 2008. Binnen de inspraakperiode hebben wij na overleg met de Raad aan Provincie Staten laten weten dat wij van mening zijn dat het besluit voor verlenging van de reservering niet zonder meer genomen kan worden en niet los kan staan van een inhoudelijke discussie over een eventuele uitbreiding van het banenstelsel. Ons bezwaar tegen het verlengen van de ruimtelijke reservering bestond uit twee componenten: Optimalisatie banenstelsel In de gemeentelijke besluitvorming is het uitgangspunt van optimalisatie van het banenstelsel gehanteerd. Met optimalisatie bedoelen wij dat eerst alle maatregelen moeten worden benut binnen de kaders van de wet om tot een vergroting van de capaciteit te komen alvorens een eventueel nieuw banenstelsel kan worden overwogen. Indien een ander banenstelsel noodzakelijk is mag er alleen een baan bij als er ook een baan wordt gesloten, niet zijnde de Schiphol-Oostbaan. Inhoudelijke afweging Het besluit tot verlenging van de planologische reservering kan ons inziens alleen genomen worden indien daarvoor een voldoende inhoudelijke onderbouwing is. Het onderzoek naar de mogelijke configuraties, waar de reservering uit is voortgekomen, geeft echter geen visie op de totale ontwikkeling van Schiphol waarbij aspecten als leefbaarheid, bereikbaarheid en economie een rol spelen. Ook in de tussentijd is hierover niet meer duidelijkheid gekomen over. Zo is er geen zicht op de consequenties die een uitbreiding van het banenstelsel heeft en zijn de kosten en baten niet inzichtelijk. b. Ruimtelijk Structuurplan Schiphol 2075 Nadat wij eind 2005 hebben geconstateerd dat het proces van de Schipholbestemmingsplannen moest verbeteren hebben we in het bestuurlijk overleg van december 2005 met de directie van de Schiphol Group afgesproken dat de uitgangspunten met behulp waarvan de gemeente inhoud geeft aan de kaderstellende en voorwaardenscheppende rol voor de ontwikkeling van de luchthaven verduidelijkt zullen worden. Dit onder het besef dat zoiets een tweezijdig proces is heeft de luchthaven toegezegd een Masterplan, of - zoals Schiphol het heeft genoemd - een Ruimtelijk Ontwikkelingsplan op te stellen. Om Schiphol duidelijke uitgangspunten en randvoorwaarden mee te geven voor de ruimtelijke ontwikkeling van de luchthaven hebben we besloten dat daarvoor een kader en een procesvoorstel nodig is. Dit is samengevoegd in het Toetsingskader Masterplan Schiphol 2015. Op 3 oktober 2006 hebben wij besloten dit aan de raad voor te leggen. Op 2 november 2006 is het Toetsingskader in de Raad vastgesteld.
Op basis van het concept Toetsingskader is Schiphol aan de slag gegaan met het maken van het Ruimtelijk Ontwikkelingsplan. In het bestuurlijk overleg van 9 oktober 2006 heeft Schiphol haar eerste concept van het Ruimtelijk Ontwikkelingsplan gepresenteerd. Wij hebben de informatie ter kennisgeving aangenomen en verwachten van Schiphol een definitief exemplaar en presentatie in februari 2007. Zodra wij meer weten over de inhoud van het ruimtelijke ontwikkelingsplan Schiphol zullen wij u daarvan op de hoogte brengen. In het Ruimtelijke Ontwikkelingsplan zal Schiphol ook aangeven op welke wijze zij omgaan met de spottersplekken rond de luchthaven. In ieder geval zal de spottersplek langs de Aalsmeerbaan vanwege de verdere ontwikkeling van Schiphol Zuid-oost verdwijnen en zal er een tijdelijke en later definitieve spottersplek aan de polderbaan komen. 5. Commissie Regionaal Overleg luchthaven Schiphol (CROS) a. Informatie- en Klachtenbureau (IKB) Sinds de ingebruikname van de polderbaan in 2003 is het aantal klachten over geluidhinder, en met name over grondgeluid sterk toegenomen. Inwoners uit de regio kunnen met hun klachten terecht bij het Informatie- en Klachtenbureau (IKB) van CROS. In 2005 ontving het IKB 710.507 klachten over geluidshinder, gemeld door 8.610 personen uit 258 woonplaatsen. Dat betekent een daling van 0,5% ten opzichte van het aantal klachten dat in 2004 werd ingediend en een daling van het aantal klagers van bijna 20%. Maar net als in 2004 steeg het aantal klachten per persoon. In 2005 dienden 554 personen 11.l 03 klachten in over start- of grondgeluid, ten opzichte van respectievelijk 628 en 9.812 in 2004. Het merendeel van de klachten werd veroorzaakt door startend verkeer vanaf de Polderbaan en kwam uit Hoofddorp, Badhoevedorp en Amsterdam- West. b. Positionering van het Informatie en Klachtenbureau Schiphol De gemeente Haarlemmermeer heeft in het kader van de Evaluatie van het Schipholbeleid kritische kanttekeningen geplaatst bij het voornemen het Informatie- en Klachtenbureau Schiphol (IKB) naar de luchtvaartsector over te dragen. In 2004 heeft de gemeenteraad een motie aangenomen waarin de onafhankelijke positie van het IKB is bepleit. Dit pleidooi is bij de besprekingen in de Commissie Regionaal Overleg luchthaven Schiphol (CROS) voor het College vertrekpunt geweest. In de loop van 2005 hebben meerdere partijen, waaronder de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en de luchtvaartsector zelf hun voorkeur uitgesproken voor de overdracht van het IKB naar de Luchtverkeersleiding Nederland en Amsterdam Airport Schiphol. Het kabinet verzoekt CROS om over te gaan van een systeem van klachtenregistratie naar een systeem van klachtenbehandeling en deze taak op afzienbare termijn over te dragen aan Schiphol. Voor de overdracht dient de Wet luchtvaart een aanpassing te worden aangebracht (extra lid bij artikel 8.27). Vooruitlopend hierop vraagt het kabinet Schiphol de nodige stappen te ondernemen. Mede gezien het feit dat het kabinet CROS in het Kabinetsstandpunt verzoekt om van klachten-inventarisatie over te gaan naar klachtenafhandeling in het kabinetsstandpunt en de
daaraan gekoppelde positie van het IKB zijn er weinig andere mogelijkheden voor het onderbrengen van het IKB bij de sectorpartijen. De CROS heeft in oktober 2006 groen licht gegeven voor de overdracht naar de sector. Haarlemmermeer heeft daarbij als randvoorwaarde ingebracht dat nader invulling moet worden gegeven aan een ombudsmanfunctie en een jaarlijkse audit van de klachtenafhandeling. Toegezegd is dat deze randvoorwaarden bij de verdere uitwerking van een klachten en informatiecentrum bij de sector worden overgenomen. Belangrijk is dat de ombudsmanfunctie, die de gemeente Haarlemmermeer heeft ingebracht als voor waarde voor de overdracht van het IKB naar de sector, de komende periode daadwerkelijk wordt uitgewerkt. c. Uitvoering Pilots/experimenten Als een belangrijk knelpunt in het gebruik van de luchthaven Schiphol wordt beschouwd de door de omgeving ervaren geluidhinder. Dit hangt samen met het huidige voorgeschreven baangebruik. Dit gebruik wordt in belangrijke mate bepaald door het wettelijk systeem van handhavingspunten. Het handhavingsstelsel laat echter nauwelijks ruimte voor het testen van mogelijk hinderbeperkende maatregelen. De Tweede Kamer heeft op 31 oktober 2006 ingestemd met de wijziging van de Wet luchtvaart om de experimenten met baan- en routegebruik, de CROS pilots, mogelijk te maken. Het doel van de wetswijziging, i.c. de Experimentenwet is om het mogelijk te maken hinderbeperkende maatregelen in de praktijk te testen. Als uitvloeisel van de Evaluatie Schipholbeleid wordt door de werkgroep Hinderbeperking onder leiding van de bestuurlijk vertegenwoordiger van Haarlemmermeer in de CROS in de periode 200612007 een aantal pilots uitgevoerd. Deze pilots richten zich op: hindervermindering versterking van communicatie en samenwerking tussen bewoners, bestuurders en sectorpartijen. aftasten van de experimenteerruimte waarin op initiatief van de CROS maatregelen getoetst kunnen worden of aanpassingen in baan-en routegebruik leiden tot minder geluidoverlast. De CROS zal als eerste de volgende pilots oppakken: wisselen van noordelijke en zuidelijke preferentie (waarmee ook periodes van rust gecreëerd worden en daarmee de voorspelbaarheid bij hinderbeleving wordt vergroot nachtelijke nadering vanuit het noorden (waarbij de Polderbaan in de nacht hoger wordt aangevlogen) Met de Experimentenwet wordt ruimte gecreëerd om maatregelen ter vermindering van geluidsoverlast eerst in de praktijk te testen voordat deze in regelgeving worden vastgelegd. De essentie van de Experimentenwet is dat binnen de kaders van de wet tijdelijk kan worden afgeweken van voorschriften van het luchthavenverkeerbesluit (LVB). In overleg met het ministerie van Verkeer en Waterstaat zal aan de hand van deze pilot onderzocht worden hoe optimaal invulling gegeven kan worden aan de uitgangspunten van de Experimentenwet
Tot slot moet in dit kader nog vermeld worden dat in CROS de afgelopen periode discussie heeft plaatsgevonden over de positionering van CROS en daarmee samenhangende kernactiviteiten. Veel taken worden uitgevoerd die voortvloeien uit de Evaluatie Schipholbeleid, de werkgroep hinderbeperking en de inbreng die geleverd moet worden in het traject MERlconvenant Schiphol. De Begroting 2007, die nog niet is vastgesteld, zal deze activiteiten weerspiegelen. In dat kader zal ook moeten worden vastgesteld welke hoofdtaken CROS moet uitvoeren, welke richtlijnen voor de financiële situaties uit een te starten audit volgen en wat dit voor de bijdragen van de partijen betekent. 6. Haarlemmermeer en Europa: Airport Regions Conference Op Europees niveau wordt steeds meer aandacht besteed aan luchthavenbeleid, onder meer ten aanzien van geluid en slotallocatie'. De Airport Regions Conference (ARC), die in Brussel zetelt, wil vanuit haar overkoepelende positie ook de Europese Commissie voeden met gezamenlijke adviezen en onderzoeken. De ARC is een netwerk en kennisorganisatie van 30 regionale en lokale overheden binnen Europa, die een internationale luchthaven binnen hun grenzen hebben. De ARC is eind 1994 opgericht tijdens een conferentie op de Londense luchthaven Gatwick. Haarlemmermeer is sinds 2000 lid van de ARC. Behalve met kennisuitwisseling, gemeenschappelijk onderzoek en samenwerkingsprojecten zijn de leden van de ARC actief bezig inbreng te krijgen in het Europees Luchthavenbeleid. Door Haarlemmermeer is in september 2006 in samenwerking met ARC een voorstel ingediend om -analoog aan het leefbaarheidsprogramma Schipholregio - een ARC-project "Quality of Life, investments in liveable airportregions" te starten. Belangrijk M van het project is inzicht te hebben in "level playing field" ten aanzien van hoe luchthavenregio's in Europa (en vergelijkbaar met de Schipholregio) omgaan met de leefbaarheid in gebieden die overlast hebben van het vliegverkeer. Juist ook vanwege de voorbeeldfunctie die Haarlemmermeer en Schipholregio uitdragen binnen de Europese luchthavenregio's zal de gemeente participeren in dit Europees project. In overleg met de Provincie NH zal de uitwerking van het leefbaarheidsprogrammallmpuls Schipholregio worden ingebracht. In december heeft al een eerste oriënterend gesprek plaatsgevonden met DG-Regio in Brussel. Het voorstel (c.q. het onderwerp) voor een dergelijk INTERREG-project is positief ontvangen. De eerste fase richt zich op co-financiering (INTERREG) vanuit de Europese Commissie. In februari 2007 zal een definitieve aanvraag voor het INTERREG-project worden ingediend. Op dat moment is definitieve bevestiging van gemeentelijke participatie in het project aan de orde en zal een voorstel aan het College worden voorgelegd 1 Slotallocatie (ook wel slotcoördinatie genoemd) is een systeem waarmee de beschikbare capaciteit voor starts en landingen verdeeld kan worden. Een slot staat daarbij voor het recht om op een bepaald tijdstip te mogen starten of landen.
7. Agenda voor de toekomst (2007-2008) De komende periode zal de inzet en betrokkenheid van Haarlemmermeer gewenst zijn voor een groot aantal activiteiten in het luchthavendossier. Het merendeel van de eerder in dit document genoemde activiteiten blijven de komende periode actueel. De belangrijkste onderwerpen en projecten zullen hieronder behandeld worden. In het luchthaven dossier werken we veel samen met andere partijen om zodoende resultaten te behalen. De toekomst agenda is daarom opgebouwd uit: De agenda van de gemeente Haarlemmermeer; De agenda van de regionale partijen; De agenda van regio en rijk. a. Agenda gemeente Haarlemmermeer Op gemeentelijk niveau zal Haarlemmermeer zich in de komende vooral inzetten op de verbetering van de leefomgeving rond Schiphol. Grondgeluid Eind 2006, begin 2007 worden de resultaten verwacht uit de verschillende deelprojecten. Dan zal duidelijk worden welke maatregelen alleen of in combinatie de gewenste vermindering van hinder door het grondgeluid in Hoofddorp-Noord kunnen realiseren voor de korte-, middellange- en lange termijn. Er zullen dan tussen de verschillende partijen afspraken moeten worden gemaakt over de uitvoering van deze maatregelen en de financiering daarvan. Schrijnende gevallen Haarlemmermeer zal zich blijven inzetten voor zoeken naar een oplossing voor de bewoners met veel geluidsoverlast van Schiphol, die niet in aanmerking komen voor een bestaande financiële regeling of een andere oplossing. De Gemeente Haarlemmermeer staat op het standpunt dat het niet haar plicht is om in financiële zin bij te dragen aan de oplossing van het probleem van de schrijnende gevallen. Na afronding van de inventarisatie van de schrijnende gevallen door de Provincie wordt een pilot "schrijnende gevallen", opgestart waarbij een aantal schrijnende gevallen kunnen worden gecompenseerd. In het kader van IMPULS is het de bedoeling dat het mogelijk wordt om mensen ook buiten de bestaande wettelijke regelingen te compenseren. Daarbij kan aankoop dan een optie zijn. Vooruitlopend op de invoering van IMPULS wordt bekeken of ervaririg kan worden opgedaan met deze vorm van bovenwettelijke compensatie. Haarlemmermeer zal de Provincie Noord-Holland bij dit proces ondersteunen. Voor een aantal schrijnende gevallen waarbij het gaat om woningen in de sloopzone, waarvan wel het huis maar niet het bedrijf-aan-huis opgekocht kan worden in het kader van het LIB, hebben we in mei een brief aan de staatssecretaris gestuurd. Het Ministerie is momenteel aan het studeren op de betreffende dossiers. Diverse overlast situaties De komende periode zullen wij een vervolg geven aan de initiatieven om op lokale schaal tot oplossingen te komen voor diverse overlast situaties. Voorbeelden hiervan zijn het pilot project van LVNL voor Rijsenhout en de parallel starten-problematiek van voor Badhoevedorp en Lijnden.
Ruimtelijk Structuurplan Schiphol 201 5 Op basis van het concept Toetsingskader is Schiphol aan de slag gegaan met het maken van het Ruimtelijk Ontwikkelingsplan. De verwachting is dat het plan in februari 2007 aan het college wordt aangeboden. Wij zullen zo snel als mogelijk onze beoordeling van dit plan aan de hand van het toetsingskader aan u voorleggen. b. Agenda regio Samenwerking De komende periode is de samenwerking in regionaal verband van cruciaal belang. Willen wij in het proces van het MER en het convenant als regio successen boeken dan zullen wij goed moeten samenwerken. Daarom zetten wij ook in op een hechte en constructieve samenwerking om zodoende de geformuleerde in de middellange termijn visie van de BRS ook te behalen. Deze samenwerking uit zich met name in de verdere uitwerking van leefbaarheidsprogramma: IMPLILS en het gezamenlijke optrekken in het traject van MER en convenant. Binnen de Schipholregio zal in 2007 gewerkt gaan worden aan een hervorming van de samenwerkingsstructuur. Dit betreft de Bestuurlijke Regie Schiphol (BRS), het Bestuursforum Schiphol (BFS) en het SADC. Leefbaarheidprogramma: IMPULS Het intensiveren van hinderbeperkende maatregelen aan de bron in combinatie met een aanzienlijke verbetering van de verplichte compensatie en kwaliteitsslag door (een extra impuls aan) investeringen in de leefomgeving blijft de komende periode hoog op de gemeentelijke agenda staan. Onze inzet is deze investeringen te borgen in de komende convenantbesprekingen met betrokken partijen in de Schipholregio. CROS - pilots De pilots die in CROS-verband worden uitgevoerd vormen een essentieel onderdeel van de convenantbesprekingen. Daarnaast is het ook van belang voor de CROS zelf dat deze pilots, waaronder de voorspelbaarheid van baangebruik (en van daarmee samenhangende overlast) worden uitgevoerd. Juist ook vanwege het tasbare resultaat uit de dialoog die in CROS gevoerd wordt tussen overheden, bewoners en luchtvaartsector. Ontwikkelingsmogelijkheden Schiphol in de verre toekomst Het College heeft in 2006 kennis genomen van het besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie NH om voor de lange termijn ontwikkeling van Schiphol verkenningen uit te voeren naar verschillende luchthavensystemen. De provincie gaat de mogelijkheden voor verdere ontwikkeling van de luchtvaart in de verre toekomst verkennen. Een groot aantal scenario's worden nader uitgewerkt, variërend van verdere ontwikkeling op de huidige locatie tot een internationale superhub in zee.tussen deze uiterste scenario's zullen ook ontwikkelingsrichtingen worden verkend waarbij sprake is van sub-hub scenario waarbij sprake is van een regionaal luchthavensysteem en selectieve ontwikkeling op de huidige locatie.
c. Agenda regio en rijk Kabinetsstandpunt: MER en convenant Centraal in de agenda van het Rijk voor de komende jaren staat de uitwerking van de acties die zijn genoemd in het Kabinetsstandpunt. Zoals beschreven is de Gemeente Haarlemmermeer in het proces van MER en convenant betrokken. Onze inzet zal zijn conform de inzet zoals geformuleerd in onze reactie op het kabinetsstandpunt van 30 mei jl en behandeld in de raad van 15 juni jl. (zie bijlage voor het voorwaardenplan en aanvullende reactie college en raad). Tevens vormen de door ons irlgediende verbetervoorstellen voor de evaluatie van het Schipholbeleid een belangrijke basis voor het inbrengen van concrete mogelijkheden de overlast te beperken. Toekomstvisie Schiphol (verkennen vergroting capaciteit) Groei van de capaciteit door middel van een uitbreiding van het banenstelsel of uitplaatsing van vliegverkeer vergt veel tijd en voorbereiding. Vandaar dat het kabinet Schiphol heeft verzocht medio 2007 nut en noodzaak aan te tonen voor een uitbreiding van start- en landingsbanen of eventuele uitplaatsing van vliegverkeer naar andere luchthavens. Aan de luchthaven is gevraagd de bestuurlijke partijen in de regio hier intensief bij te betrekken. Op basis van de toekomstverkenning door de sector zal begin 2008 de verkenning van het kabinet hieromtrent gereed zijn.