8 BIJLAGE I. Funderingsonderzoek (ter info)

Vergelijkbare documenten
AANVULLENDE FUNDERINGSINSPECTIES ENERGIEHUIS AAN DE NOORDENDIJK 148 TE DORDRECHT

Rapport betreffende funderingsonderzoek pand De Holland aan de Burgemeester de Raadtsingel 97 te Dordrecht. Datum rapport 14 mei 2012

RAPPORT FUNDERINGSINSPECTIE PAALFUNDERING GEBOUW F & G.

Professionalisering en kwaliteitsborging van funderingsonderzoeken

FUNDERINGSONDERZOEK VAN SPEIJKSTRAAT AMSTERDAM

SCHEEFSTANDMETING Objectnummer Adres

AANVULLEND FUNDERINGSONDERZOEK COMPLEX B Drievriendendwarsstraat 12 te Rotterdam

RAPPORT FUNDERINGSINSPECTIE HOUTEN PAALFUNDERING. PROJECT: ZOETERWOUDSESINGEL 34 TE LEIDEN.

Onderzoeksbureau. Funderingsonderzoek. xxxxxxxxxxx. Projectcode xxx. Datum 30 september Versie concept. Opdrachtgever xxxxx. xxx.

F 3 O richtlijn. Onderzoek en beoordeling van houten paalfunderingen onder gebouwen

F3O richtlijn. Bedreigingen (voor de toekomst) te lage grondwaterstand nee geotechnische draagkracht bacteriële aantasting grenen palen ja

WARECO AMSTERDAM BV. ", atb~ Funderingsonderzoek Padlaan 12 te Krommenie. Uitgebracht aan:

F 3 O richtlijn. Onderzoek en beoordeling van houten paalfunderingen onder gebouwen

FASE 2 GRONDWATERONDERLAST EN FUNDERINGSITUATIE SCHILDERSKWARTIER WOERDEN

F3O richtlijn. Bureaustudie (bijlage 5) bouweenheid Exercitiestraat bouwkundig bouwjaar: 1924

22/01/2013. Heipalen. René Klaassen. 17 januari ste Nationale Houten Heipalendag SHR

Herontwikkeling Zoeterwoudsesingel 34, Leiden Notitie fundering herstel

Geotechniek bv. Funderingsonderzoek

FUNDERING VAN TEYLERS MUSEUM. Jasper Vosdingh Bessem Fundering Teylers Museum Historie. Ovale zaal.

F3O richtlijn. Bureaustudie (bijlage 5) bouweenheid Exercitiestraat 4-6 bouwkundig bouwjaar: 1925

Samenvatting. onderzoeksresultaten. constructie huurwoningen Zeeheldenbuurt

F3O richtlijn. Bedreigingen (voor de toekomst) te lage grondwaterstand nee geotechnische draagkracht bacteriële aantasting grenen palen nee

Protocol voor het uitvoeren van een inspectie aan houten paalfunderingen versie 2003

Samenvatting onderzoeksresultaten constructie huurwoningen Zeeheldenbuurt

Houtaantasting onder water -stopt het ooit-

Piet Heinstraat 16 t/m 34 te Wormerveer

Titel : Kromme Nieuwegracht Renovatie Deel A - Particuliere zijde INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING GEGEVENS VAN DE CONSTRUCTIE...

4 funderingsinspecties v. Heemskerckstraat e.o. te Wormerveer

Protocol voor het uitvoeren van een inspectie aan houten paalfunderingen versie Datum 23 juni 2003

Funderingsonderzoek IJsclubstraat 37 Rotterdam.

Beproevingsrapport: Onderzoek aan hijsvoorzieningen volgens SKH-publicatie bepalingsmethode beproeving

Samenvatting onderzoeksresultaten constructie huurwoningen Zeeheldenbuurt

Houtaantasting onder water

F3O richtlijn. Bureaustudie (bijlagen 4 en 6) bouweenheid Rakstraat 9-23 bouwkundig bouwjaar: 1910

Richtlijn Houten Paalfunderingen onder gebouwen

Voor wie. Probleemschets. Hoe herkent u funderingsproblemen?

3.2 Visuele inspectie Inpandige inspectie Gevelinspectie 6

Beproevingsrapport: Rapportcode: Datum: 18 april 2013

Titel: Bepaling sterkte en doorbuiging Envirodeck bij verschillende opleglengten- onderzoek WPC materiaal. Rapportcode: B Datum: 22 maart 2011

Beproevingsrapport: Bepalen van de duurzaamheid van kozijnverbindingen uitgevoerd in thermisch gemodificeerd merpauh

Beproevingsrapport: Rapportcode: Datum: 18 april 2013

F 3 O richtlijn. Onderzoek en beoordeling van houten paalfunderingen onder gebouwen

1A - case houten paalfundering - geen schade - verbouw / hergebruik 1B - case scheefstand, scheuren - beoordeling

Funderingsadvies Kaasmaakschuur Avonturenboerderij Molenwaard te Groot-Ammers

Beproevingsrapport: Controle overspanning WPC-vlonderdelen volgens BRL Rapportcode: Datum: 26 oktober 2016

F 3 O richtlijn. Onderzoek en beoordeling van houten paalfunderingen onder gebouwen

Beproevingsrapport: Rapportcode: Datum: 18 april 2013

REC Harlingen LUCO. Pieters Bouwtechniek Almere B.V. Flevostraat CC Almere. REC Harlingen projectleider : ing. M.D Hulter

Funderingsherstel achter de plint met een minimum aan overlast. Varianten funderingsherstel: - Plaat- en balkfundaties - Kelderbouw - Schuimbeton

Rapportcode: Datum: 9 april 2018

Constructieve analyse bestaande vloeren laag 1/2/3 (inclusief globale indicatie van benodigde voorzieningen)

Schets van het probleem en hypothesen waarom er geen schade is vastgesteld. Fase 1: Verkennen t.p.v. de voormalige school

Het Scheepvaartmuseum

Onderzoek betonkwaliteit silo s Zeeburgereiland

Hout. Houteigenschappen 2013/12

Rapportcode: Datum: 9 april 2018

Nieuwbouw Bio-massa Opslag Schagen, Constructieve uitgangspunten

Rapportage code: Datum: 29 april Project Restaurant langs Singelgracht bij Casino Amsterdam Berekening aanpassing vloer 1 e verdieping

FASE 1 - FUNDERINGSONDERZOEK SAFTLEVENSTRAAT 40 EN 46 ROTTERDAM

Tweede Nationale heipalendag

FUGRO Archiefonderzoek Parkeergarage Willibrordus te Amsterdam

UITBREIDING ZANDWINNING BEMMELSE WAARD

Station Waterlooplein

Funderingsherstel achter de plint met een minimum aan overlast

Rapportage Code: V Trapsparingen Atrium Procore Berekening deel A: Sterkteberekening verdieping 8 t.b.v. trapsparing

Titel: Luchtdoorlatendheid, waterdichtheid en sterkte van een enkele naar binnen draaiende deur. Rapportcode: w Datum: 4 oktober 2007

Titel: Toetsing van Herman Miller kantoorstoel Sayl aan de eisen t.a.v. afmetingen zoals gesteld in de NPR 1813: 2009

H.E. Lüning hc C.H.R.

URGENTIE : NORMAAL Fax bericht nr. : 2 : SPOED Datum : 19 augustus 2011 Aantal pagina's : 10

Informatiebijeenkomst funderingsproblematiek

Ontwerp Berekening. Landhuis met bijgebouw fam. Mensink aan de Schaarsdijk 2 te Aalten. Varsseveld,

Titel: Luchtdoorlatendheid, waterdichtheid, sterkte en stijfheid van een naar binnen draaiende deur in stolpuitvoering

Museum De Lakenhal te Leiden

Rapportage en beschouwing aangetroffen scheurvorming gevel onderstraat Herberg de Gouden Leeuw te Bronkhorst.

Gemeente Papendrecht Constructief advies Gemeente Papendrecht Urgentierapport verkeersbrug Jan Steenlaan (KW-nr. 1056)

"VINGERLASHOEKVERBINDINGEN VOOR HOUTEN GEVELELEMENTEN"

Titel: Luchtdoorlatendheid, waterdichtheid en sterkte van een naar buitendraaiende stolpdeur. Rapportcode: Datum: 18 juli 2008

Betonoplangers Eerste uitgave Aanvulling Aanvulling KCAF

Solico. Dakkapel Max overspanning tot 4075 mm. Solutions in composites. Verificatie. : Van den Borne Kunststoffen B.V. Versie : 1.

Roetersstraat 18-A / Nieuwe Achtergracht 117. Amsterdam _ RAPPORT _ 01. Funderingsonderzoek. 16 juli 2015

Variantenstudie versterking Scheffersplein

Rapportcode: Drentea Datum: 20 juli 2009

Titel: Beoordeling van het lijmsysteem Adheseal Projectlijm voor het verlijmen van Rockpanel Colours gevelplaten

Resultaten grondonderzoek Woning aan de Lekdijk 42 te Nieuw-Lekkerland

Nieuwbouw paardenstal dhr. M. Wouters Wissengrachtweg 25 te Hulsberg Gewichts-, sterkte- en stabiliteitsberekening. 13 mei 2014

Rapport. Verslag onderzoek en herstelplan. 1 t/m 20. Tekeningen stempelconstructie Rapporten van Nebest Briefrapport 19 september 2014

Bemalen en monumenten voorkomen van schade

Titel: Onderzoek aan hijsvoorzieningen. Rapportcode: 6.294w Datum: 19 oktober 2006

Kennisdag Funderingen. Congres Aanpak Funderingsproblematiek. Techniek en funderingsherstel. Frits van Tol TU-Delft Deltares.

Bos en Lommerweg / Kijkduinstraat

Rapportcode: Datum: 16 december 2013

KOMO productcertificaat

Bouwkundig buro. INSI Teken & Bouwkundig adviesburo. Morra KH Drachten. Projectnr Onderdeel : Constructie berekening

Toetsing van Axia Vision aan de eisen t.a.v. afmetingen volgens NPR 1813: Rapportcode: Datum: 12 februari 2018

Omgevingsvergunning: OV Berekening constructie:

FASE 3 GRONDWATERONDERLAST EN FUNDERINGSITUATIE SCHILDERSKWARTIER WOERDEN

Beoordelingsrichtlijn Voor het KOMO PROCESCERTIFICAAT voor Beoordeling en herstel van bestaande funderingen van gebouwen

DOORLATENDHEID BARTOK TE ARNHEM

Rapportcode: w Datum: 3 november 2010

Uit de gesprekken met de aannemers is het volgende naar voren gekomen ten aanzien van de constructie.

Transcriptie:

8 BIJLAGE I Funderingsonderzoek (ter info) Rijksvastgoedbedrijf Min. Van BZK Projectbureau HEMbrug Revisie 0 dd. 24-04-2017

Rapportage Code: 14633 9 februari 2017 Constructieve kwaliteit van de fundering gebouw 8 HEMbrug Zaandam

Projectgegevens Project Onderdeel HEMbrug gebouw 8 te Zaandam Fundering Code 14633 Datum 9 februari 2017 Samengesteld door Projectleider Adviseur Opdrachtgever ir. Michiel IJskes ing. Willem Klaverveld RC ir. F. Hofmans Rijksvastgoedbedrijf (RVB) Eindverantwoording Geautoriseerd door ABT bv Delftechpark 12 Postbus 458 2600 AL Delft ing. Willem Klaverveld RC Paraaf

Datum: 9 februari 2017 Referentie: ysk Code: 14633 Blad: 4/15 Inhoudsopgave 1. Inleiding 5 1.1. Algemeen 5 1.2. Locatie 5 2. Funderingsonderzoek 2.1. Algemeen 6 6 2.2. Uitgevoerde inspecties en onderzoeken 2.3. Archief- en bureauonderzoek 6 6 2.4. Visuele inspectie 2.5. Lintvoegwaterpassing 7 8 2.6. Funderingsopbouw en kwaliteit. 9 3. Beoordeling van de houten paalfundering 10 3.1. Algemeen 10 3.2. Conclusie 10 Bijlage 1. Bijlage 2. Bijlage 3. Bijlage 4. Rapport Fugro- lintvoegwaterpassing, d.d. 28 november 2016 11 Rapport Fugro- funderingsinspectie, d.d. 18 januari 2017 12 SHR- Houtanalyses, d.d. 25 januari 2017 13 ABT, globale paal draagvermogen met sondering 14

Datum: 9 februari 2017 Referentie: ysk Code: 14633 Blad: 5/15 1. Inleiding 1.1. Algemeen Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) is eigenaar van gebouw 8 op het HEMbrug terrein te Zaandam. Het RVB en ABT onderzoeken de verschillende ontwikkelscenario s voor gebouw 8. Een belangrijk onderdeel van dit onderzoek betreft de bestaande kwaliteit van de fundering. In deze rapportage wordt een beoordeling gegeven over de kwaliteit van de fundering. Voor de beoordeling is gebruik gemaakt van het F3O- rapport Richtlijn onderzoek en beoordeling van houten paalfunderingen onder gebouwen. Deze richtlijn is in Nederland een gebruikelijke methode, opgesteld door F3O en uitgegeven door CURNET/SBR. F3O is de brancheorganisatie van onafhankelijke funderingsonderzoekers.. Vanuit de F30 richtlijn zijn onder ander de paragrafen visuele inspectie en Lintvoegwaterpassing gebruikt. 1.2. Locatie In onderstaand overzicht is het gebouw 8 op het HEMbrug terrein te Zaandam weergegeven. Gebouw 8 Figuur 1, Situatie HEMbrug terrein Gebouw Bouwjaar Status Oorspronkelijke functie 8 Circa 1899 Rijksmonument Wapendepot/ kantoor

Datum: 9 februari 2017 Referentie: ysk Code: 14633 Blad: 6/15 2. Funderingsonderzoek 2.1. Algemeen Om de kwaliteit van een fundering te bepalen zijn er een aantal zaken onderzocht. Allereest is de oorspronkelijk gehanteerde bouwmethode aan de hand van archieftekeningen bestudeerd. Vervolgens is op basis van visuele inspecties het metselwerk van voor- en achtergevel en bouwmuren beoordeeld. Scheuren kunnen hierbij een indicatie geven dat het draagvermogen van de fundering te beperkt is. 2.2. Uitgevoerde inspecties en onderzoeken Om inzicht te krijgen in de technische en constructieve kwaliteit van het gebouw zijn de volgende werkzaamheden uitgevoerd: 1. Visuele inspectie, uitgevoerd door ABT op 6 december 2016. 2. Lintvoegwaterpassing, uitgevoerd door Fugro Geoservices BV op 29 december 2016. 3. Funderingsinspectie, uitgevoerd door Fugro Geoservices BV, op 18 januari 2017. 4. Houtanalyses fundering, uitgevoerd door SHR, op 25 januari 2017. Aan de hand van bovenstaande gegevens is de constructieve staat van de fundering geanalyseerd. 2.3. Archief- en bureauonderzoek Er is één archiefstuk uit 1899 voor gebouw 8 beschikbaar. Figuur 2, plattegrond gebouw 8 14 april 1899 De opbouw van de bouweenheid bestaat uit een houtenpaalfundering, metselwerkdraagmuren met stalen kolommen, stalen liggers en houten vloeren.

Datum: 9 februari 2017 Referentie: ysk Code: 14633 Blad: 7/15 2.4. Visuele inspectie Op 6 december 2016 heeft ABT een visuele opname uitgevoerd. Tijdens deze opname zijn voornamelijk de buitengevels opgenomen. Figuur 3, stutconstructie zuidgevel Figuur 4, verticaal doorgaande scheurvorming (aan westgevel) Figuur 5, momentopname aan westgevel en oostgevel

Datum: 9 februari 2017 Referentie: ysk Code: 14633 Blad: 8/15 2.5. Lintvoegwaterpassing Door Fugro is een lintvoegwaterpassing uitgevoerd rondom het gebouw. De lintvoegwaterpassing geeft vervormingen van de westgevel tot 1:200. Deze rotatie wordt volgens de F3O richtlijn als architectonisch klein gekwalificeerd en impliceert geen constructieve schade aan de fundering. Voor een verklarende woordenlijst zie de richtlijn van F3O: Richtlijn onderzoek en beoordeling van houten paalfunderingen onder gebouwen. Circa 95% van de gevel valt in de categorie geen schade. Figuur 6, lintvoegwaterpassing (Fugro) In bovenstaande figuur zijn de gemeten scheefstanden aangegeven. In de bijlage is tevens het volledige rapport opgenomen. Rotatie Schade typering Benaming < 1:300 Geen Nihil 1:300 tot 1:200 Architectonisch Klein 1:200 tot 1:100 Architectonisch Matig 1:100 tot 1: 75 Constructief Groot > 1:75 Constructief Zeer groot Tabel 1, typering schadeklasse a.g.v. rotatie

Datum: 9 februari 2017 Referentie: ysk Code: 14633 Blad: 9/15 2.6. Funderingsopbouw en kwaliteit. Door Fugro zijn 2 inspectieputten gemaakt (zie funderingsonderzoek rapport dd 16-01- 2017). Bij het bepalen van de plaats van de funderingsinspectie is gekeken naar de plaatsen met de grootste lintvoegvervorming en op verzoek van de opdrachtgever is er gegraven bij de stutconstructie. Put 2 Put 1 Stut constructie Figuur 7, locaties funderingsputten; put 1 en 2 Bij de funderingsinspecties is onder andere gebleken dat de palen licht zijn ingedrongen in de kesp. De kwaliteit van de houten palen is in het algemeen goed, de gemeten indringdiepte is beperkt. Uitbreiding van de zachte schil, bacteriële aantasting van het hout onder water, is te verwachten.

Datum: 9 februari 2017 Referentie: ysk Code: 14633 Blad: 10/15 Figuur 8, foto s Fugro- put 1 Figuur 9, foto s Fugro- put 2 Door SHR is de kwaliteit van het hout in het laboratorium nader onderzocht. Er is door SHR geconcludeerd dat de verwachting is, dat de aantasting voor de komende 25 jaar zo n 32 en 36 mm zal bedragen. ABT heeft op basis van een sondering een indicatie van de paalcapaciteit bepaald. De paalcapaciteit is berekend op 75 a 80 kn per paal, zie bijlage 4. 3. Beoordeling van de houten paalfundering 3.1. Algemeen Tijdens de funderingsinspectie is gebleken dat het funderingshout geen vervormde of bezweken delen heeft en goed blijkt te functioneren. De palen hebben een bacteriële inwerking, waarbij een afname van de paaldoorsnede te verwachten is. 3.2. Conclusie Ondanks dat het casco er slecht bij staat, blijkt de fundering in staat de gebouwbelastingen goed op te kunnen nemen zonder veel te vervormen. In de verdere plan uitwerking zal hiermee rekening gehouden moeten worden. Bij deze planuitwerking wordt tevens geadviseerd een aantal sonderingen te maken zodat het paaldraagvermogen nauwkeuriger berekend kan worden.

Datum: 9 februari 2017 Referentie: ysk Code: 14633 Blad: 11/15 Bijlage 1. Rapport Fugro- lintvoegwaterpassing, d.d. 28 november 2016

FUGRO GEOSERVICES B.V. Geo-Consultancy RAPPORTAGE RESULTATEN LINTVOEG- WATERPASSING betreffende HEMBRUGTERREIN GEBOUW 8 TE ZAANDAM Opdrachtnummer: 1016-0704-000 Bijlagen : Omschrijving lintvoeg- en vloerwaterpassing Resultaat lintvoegwaterpassing VERSIE DATUM OMSCHRIJVING WIJZIGING PARAAF PROJECTLEIDER 1 29 november 2016 eerste versie 2 3 FILE: 1016-0704-000.R01 Kantoor: Dillenburgsingel 69, 2263 HW Leidschendam, Tel.: 070 31 11414, www.fugro.nl Onderdeel van de Fugro Groep met vestigingen over de hele wereld.

FUGRO GEOSERVICES B.V. Geo-Consultancy RAPPORTAGE RESULTATEN LINTVOEG- WATERPASSING betreffende HEMBRUGTERREIN GEBOUW 8 TE ZAANDAM Opdrachtnummer: 1016-0704-000 Opdrachtgever : ABT bv Adviseurs in Bouwtechniek Postbus 82 6800 AB Arnhem Bijlagen : Omschrijving lintvoeg- en vloerwaterpassing Resultaat lintvoegwaterpassing VERSIE DATUM OMSCHRIJVING WIJZIGING PARAAF PROJECTLEIDER 1 29 november 2016 eerste versie 2 3 FILE: 1016-0704-000.R01 Kantoor: Dillenburgsingel 69, 2263 HW Leidschendam, Tel.: 070 31 11414, www.fugro.nl Onderdeel van de Fugro Groep met vestigingen over de hele wereld.

LINTVOEG- EN VLOERWATERPASSING Algemeen Lintvoeg- en vloerwaterpassingen zijn metingen, waarbij op een eenvoudige en relatief goedkope wijze informatie verkregen over de vervormingen die een pand heeft ondergaan. De metingen worden vaak in de beginfase van een funderingsonderzoek uitgevoerd. In combinatie met andere onderdelen van het funderingsonderzoek wordt een totaalbeeld verkregen van de kwaliteit van de funderingen van een pand of woningblok. Methode Lintvoegwaterpassing Met behulp van een waterpasinstrument, een baak en een meetlint wordt een aantal punten van de buitengevels van het pand ingemeten. De landmeter kiest hiervoor punten, waarvan mag worden aangenomen dat deze tijdens de bouw vrijwel in een horizontaal vlak hebben gelegen. Dit is meestal een lintvoeg in het metselwerk rondom het gebouw. Er kan ook worden gekozen voor het meten van een rollaag, de bovenzijde van het trasraam of de bovenzijden van raamopeningen. Door de hoogten van de gemeten punten te tekenen in lengteprofielen ten opzichte van één horizontaal vlak, wordt een beeld verkregen van de vervormingen die het pand sinds de bouw heeft ondergaan. De nauwkeurigheid van de meting is zeker niet groter dan plus of min 5 mm. Dit is een gevolg van maatafwijkingen in (handvorm)stenen en het metselproces. De meting is niet geschikt om te herhalen na bijvoorbeeld enkele jaren en daarmee zakkingssnelheden vast te stellen. Nauwkeurigheidswaterpassingen zijn daarvoor wel geschikt. Methode Vloerwaterpassing Als het pand deel uit maakt van een woningblok, dan kan alleen de voorgevel en mogelijk de achtergevel worden gemeten met een lintvoegmeting. In zo n situatie wordt de hoogteligging van een oorspronkelijke, sinds de bouw aanwezige, vloer gemeten. Over het algemeen gebeurt dit op de 4 hoekpunten en halverwege tussen de voor- en achtergevel. Op deze wijze wordt een globale indruk verkregen van het zakkingsverschil dat tussen de voor- en achtergevel is opgetreden. Absolute zakking Op de bestektekening is vaak de hoogte ten opzichte van NAP gegeven van de begane grondvloer, het maaiveld of een ander object. Door de hoogte hiervan opnieuw vast te stellen ten opzichte van NAP wordt een indruk verkregen van de absolute zakking van dat punt in de constructie sinds de bouw. De nauwkeurigheid van dit gegeven is niet bijzonder hoog als gevolg van afwijkingen van de bestektekening en opgetreden zakkingen tijdens de bouwfase. 21-11-2011

LINTVOEG- EN VLOERWATERPASSING Beoordeling meetresultaten De meetresultaten van de lintvoegwaterpassing en de vloerwaterpassing worden in één tekening weergegeven en geven een compleet beeld van de zakkingsverschillen die sinds de bouw in de gevels zijn opgetreden. Uit de zakkingsverschillen en de afstanden tussen de meetpunten kan worden herleid op welke wijze het metselwerk van de gevels vervormd is. Deze vervormingen of rotaties kunnen scheurvorming veroorzaken. Bij welke rotaties scheurvorming begint op te treden, is afhankelijk van de stijfheid van de constructie en de gebruikte bouwmaterialen. Gelijkmatige zakking of scheefstand van een pand hoeft dus niet tot schade te leiden. Grote zakkingsverschillen op korte afstand zullen wel schade veroorzaken. Beide situaties kunnen op gebreken in de fundering duiden. De beoordeling hiervan dient echter in combinatie met andere onderdelen van het funderingsonderzoek plaats te vinden. Fugro GeoServices B.V. hanteert de volgende beoordelingswaarden conform de F 3 O richtlijn Onderzoek en beoordeling van houten paalfunderingen onder gebouwen van september 2012: Rotatie Schade typering Benaming < 1:300 Geen Nihil 1:300 tot 1:200 Architectonisch Klein 1:200 tot 1:100 Architectonisch Matig 1:100 tot 1:75 Constructief Groot > 1:75 Constructief Zeer groot Indien noodzakelijk wordt op basis van met name de resultaten van de lintvoegwaterpassing één of meerdere locaties voor het graven van inspectieputten vastgesteld. Bij het beheer van onroerend goed wordt vaak hoofdzakelijk op basis van de resultaten van de lintvoeg- en de nauwkeurigheidswaterpassing het moment bepaald, waarop eventueel tot funderingsherstel moet worden overgegaan. 21-11-2011

Datum: 9 februari 2017 Referentie: ysk Code: 14633 Blad: 12/15 Bijlage 2. Rapport Fugro- funderingsinspectie, d.d. 18 januari 2017

FUGRO GEOSERVICES B.V. Geo-Consultancy RAPPORTAGE FUNDERINGSINSPECTIE betreffende HEMBRUGTERREIN, GEBOUW 8, PUT 2 TE ZAANDAM Opdrachtnummer: 1016-0704-000 Situatietekening put 2 1016-0704-000-1 Resultaat funderingsinspectie put 2 1016-0704-000-2 Beoordeling houtkwaliteit put 2 1016-0704-000-3 Foto's put 2 1 t/m 12 VERSIE DATUM OMSCHRIJVING WIJZIGING PARAAF PROJECTLEIDER 1 18 januari 2017 eerste versie 2 3 FILE: 1016-0704-000.R03 Kantoor: Veurse Achterweg 10, 2264 SG Leidschendam, Tel.: 070 31 11414, www.fugro.nl Onderdeel van de Fugro Groep met vestigingen over de hele wereld.

FUGRO GEOSERVICES B.V. Geo-Consultancy RAPPORTAGE FUNDERINGSINSPECTIE betreffende HEMBRUGTERREIN, GEBOUW 8, PUT 1 TE ZAANDAM Opdrachtnummer: 1016-0704-000 1016-0704-000-2 1016-0704-000-3 1 t/m 10 VERSIE DATUM OMSCHRIJVING WIJZIGING PARAAF PROJECTLEIDER 1 18 januari 2017 eerste versie 2 3 FILE: 1016-0704-000.R02 Kantoor: Veurse Achterweg 10, 2264 SG Leidschendam, Tel.: 070 31 11414, www.fugro.nl Onderdeel van de Fugro Groep met vestigingen over de hele wereld.

FUGRO GEOSERVICES B.V. Geo-Consultancy RAPPORTAGE FUNDERINGSINSPECTIE betreffende HEMBRUGTERREIN, GEBOUW 8, PUT 1 TE ZAANDAM Opdrachtnummer: 1016-0704-000 Opdrachtgever : Rijksvastgoedbedrijf Directie T en P: Afdeling verkoop Postbus 16700 2500 BS Den Haag Constructeur : ABT bv Adviseurs in Bouwtechniek Postbus 82 6800 AB Arnhem Bijlagen : Informatieblad funderingsinspectie en houtonderzoek Situatietekening put 1 1016-0704-000-1 Resultaat funderingsinspectie put 1 1016-0704-000-2 Beoordeling houtkwaliteit put 1 1016-0704-000-3 Foto's put 1 1 t/m 10 VERSIE DATUM OMSCHRIJVING WIJZIGING PARAAF PROJECTLEIDER 1 18 januari 2017 eerste versie 2 3 FILE: 1016-0704-000.R02 Kantoor: Veurse Achterweg 10, 2264 SG Leidschendam, Tel.: 070 31 11414, www.fugro.nl Onderdeel van de Fugro Groep met vestigingen over de hele wereld.

FUNDERINGSINSPECTIE EN HOUTONDERZOEK Algemeen Met deze vorm van onderzoek wordt door het graven van een inspectieput een visuele controle mogelijk van de funderingsconstructie en de houten palen. Tevens wordt de houtkwaliteit van alle funderingsonderdelen vastgesteld door middel van een mechanisch onderzoek. Zo nodig kan ook laboratoriumonderzoek worden uitgevoerd op houtmonsters uit de palen en eventueel uit de kespen en het langshout om de houtsoort en het type en de mate van aantasting vast te stellen. De werkzaamheden worden uitgevoerd conform de F 3 O/CURNET/SBR richtlijn Onderzoek en beoordeling van houten paalfunderingen onder gebouwen van september 2012 Inspectie Een funderingsinspectie kan in de volgende situaties worden uitgevoerd: Indien de eerder uitgevoerde onderdelen van het funderingsonderzoek geen duidelijk inzicht heeft opgeleverd over ontstane zakkingsverschillen. Vastgesteld kan bijvoorbeeld worden of dit veroorzaakt is door gebreken aan de funderingsconstructie of door een te geringe draagkracht van de palen. Indien snel een duidelijk beeld moet worden verkregen van de kwaliteit van de fundering. De volgende informatie wordt standaard bij een funderingsinspectie verzameld en in tekening gebracht: De afmetingen van het langshout en eventuele kespen. Met name wordt gelet op eventuele schade in de vorm van breuken, inknijpingen en andere vervormingen. De kopdiameters van de houten palen, eventuele scheefstand of gebreken hieraan. Tevens wordt gemeten of de palen goed onder het metselwerk staan. De afmetingen en kwaliteit van het metselwerk direct boven de houten funderingsconstructie. De bodemopbouw zoals deze is aangetroffen tussen het maaiveld en de bodem van de inspectieput. Het maaiveldniveau en de grondwaterstand. De hoogteligging van de genoemde onderwerpen wordt vastgesteld ten opzichte van NAP. De rapportage van de funderingsinspectie omvat, naast de in tekening gebrachte meetresultaten, tevens foto s van de funderingsconstructie. Aangezien een funderingsinspectie relatief kostbaar is, dient de locatie van de inspectieput zorgvuldig te worden gekozen op basis van de resultaten van de eerder uitgevoerde onderdelen van het funderingsonderzoek.

FUNDERINGSINSPECTIE EN HOUTONDERZOEK Houtonderzoek Het houtonderzoek omvat in elk geval een mechanisch onderzoek met behulp van een slaghamer van het type Specht. Deze slaghamer heeft een pen met een diameter van 5 mm en een maatverdeling. Bij een slagkracht van 6 Joule wordt de indrukking van de pen in het hout gemeten. Bij de beoordeling van de meetresultaten wordt ervan uitgegaan dat de indringing in niet aangetast hout maximaal 5 mm bedraagt. Op basis van de resultaten van het mechanisch onderzoek kan worden vastgesteld welke zone van het hout in de huidige situatie nog bijdraagt aan de sterkte van de palen, kespen en langshout. Zo nodig kunnen houtmonsters met een diameter van 10 mm worden genomen uit de palen, en eventueel uit kespen of langshout. Gestreefd wordt naar een bemonstering tot in het hart van de palen, kespen of langshout. De houtmonsters worden geanalyseerd in een daarvoor gespecialiseerd laboratorium. Daarbij wordt de houtsoort vastgesteld, de mate en het type van de eventuele aantasting door bacteriën en/of schimmels. Uit de combinatie van het laboratoriumonderzoek en het mechanisch onderzoek kan worden vastgesteld welke zone van het hout in de toekomst nog bijdraagt aan de sterkte van de palen, kespen en langshout. Op basis van de verzamelde informatie van het gehele funderingsonderzoek en onze ervaring op dit gebied, kan een beoordelingsrapport worden opgesteld. Hierin wordt de kwaliteit van de fundering beschreven en wordt de handhavingstermijn vastgesteld afhankelijk van de bestemming van het pand.

1

2

VERSLAG FUNDERINGSINSPECTIE Ja: Nee: Fugro had coördinatie graaf- en pompwerkzaamheden X Inspectieput is op de juiste plaats gegraven X Inspectieput conform F3O/SBRCURnet, Delft van oktober 2016 uitgevoerd X Datum onderzoek : 13-1-2017 Houtmonster(s) paal : 3 MEETWAARDEN FUNDERINGSINSPECTIE Indringing gemeten met De Specht (diameter pen 5 mm) Palen: Paalnr. Diameter Indringing Specht Gem. Indringing in kesp Opmerkingen 1 270 15 20 30 22 2 290 20 20 25 22 3 240 30 30 30 30 4 260 15 20 30 22 5 - - - - - 6 - - - - - Ja, niet meetbaar Ja, niet meetbaar Ja, niet meetbaar Ja, niet meetbaar Ja, niet meetbaar Ja, niet meetbaar Kespen: Kesp Breedte Dikte Indringing Specht Gem. 7 260 200 10 10 10 10 8 255 200 10 10 10 10 9 250 200 5 10 10 8 Opmerkingen Iets ingeknepen Iets ingeknepen Iets ingeknepen Platen: Plaat Breedte Dikte Indringing Specht Gem. 10 130 160 10 10 10 10 11 250 60 5 10 10 8 12 190 60 10 10 10 10 13 260 60 10 10 10 10 14 130 160 5 10 10 8 Opmerkingen Balk ingekeept t.h.v. kespen FUNDERINGSINSPECTIE PUT 1 HEMBRUGTERREIN GEBOUW 8 TE ZAANDAM Opdracht: 1016-0704-000 Bijl.: 3

60 50 40 30 20 10 0 Beslissingsdiagram monstername IV III Paal 3 Paal 1 Paal 4 Paal 2 II II I I 100 120 140 160 180 200 220 240 260 280 300 320 Paaldiameters (mm) Indringdiepte (mm) Gebied I Bij deze combinatie van diameter en indringing wordt gesteld dat geen aantasting van constructieve betekenis aanwezig is. Het nemen van houtmonsters is hier niet noodzakelijk. Gebied II Dit betreft aangetaste palen. De aantasting is beperkt waardoor geen nadelige invloed op de sterkte van de paalschacht wordt verwacht. Het nemen van houtmonsters is alleen noodzakelijk om een uitspraak te kunnen doen over de oorzaak van de aantasting en de ontwikkeling van de aantasting in de tijd. Gebied III Voor onderzoek naar de sterkte van de paalschacht in de toekomst is bij deze combinatie van diameter en indringingswaarde monstername noodzakelijk. Gebied IV Dit is het gebied van relatief grote aantasting ten opzichte van de diameter danwel een te kleine paaldiameter ten opzichte van het boorgat. De sterkte van de paalschacht is hier onvoldoende. Het nemen van een houtmonster is alleen noodzakelijk indien de oorzaak van de aantasting moet worden vastgesteld. BESLISSINGSDIAGRAM MONSTERNAME - PUT 1 HEMBRUGTERREIN GEBOUW 8 TE ZAANDAM Opdracht: 1016-0704-000 Bijl.: 3

Foto nummer 1 Foto nummer 2 FUNDERINGSINSPECTIE PUT 1 HEMBRUGTERREIN GEBOUW 8 TE ZAANDAM Werknummer:1016-0704-000 Fotobijlage

Foto nummer 3 Foto nummer 4 FUNDERINGSINSPECTIE PUT 1 HEMBRUGTERREIN GEBOUW 8 TE ZAANDAM Werknummer:1016-0704-000 Fotobijlage

Foto nummer 5 Foto nummer 6 FUNDERINGSINSPECTIE PUT 1 HEMBRUGTERREIN GEBOUW 8 TE ZAANDAM Werknummer:1016-0704-000 Fotobijlage

Foto nummer 7 Foto nummer 8 FUNDERINGSINSPECTIE PUT 1 HEMBRUGTERREIN GEBOUW 8 TE ZAANDAM Werknummer:1016-0704-000 Fotobijlage

Foto nummer 9 Foto nummer 10 FUNDERINGSINSPECTIE PUT 1 HEMBRUGTERREIN GEBOUW 8 TE ZAANDAM Werknummer:1016-0704-000 Fotobijlage

FUGRO GEOSERVICES B.V. Geo-Consultancy RAPPORTAGE FUNDERINGSINSPECTIE betreffende HEMBRUGTERREIN, GEBOUW 8, PUT 2 TE ZAANDAM Opdrachtnummer: 1016-0704-000 Situatietekening put 2 1016-0704-000-1 Resultaat funderingsinspectie put 2 1016-0704-000-2 Beoordeling houtkwaliteit put 2 1016-0704-000-3 Foto's put 2 1 t/m 12 VERSIE DATUM OMSCHRIJVING WIJZIGING PARAAF PROJECTLEIDER 1 18 januari 2017 eerste versie 2 3 FILE: 1016-0704-000.R03 Kantoor: Veurse Achterweg 10, 2264 SG Leidschendam, Tel.: 070 31 11414, www.fugro.nl Onderdeel van de Fugro Groep met vestigingen over de hele wereld.

FUGRO GEOSERVICES B.V. Geo-Consultancy RAPPORTAGE FUNDERINGSINSPECTIE betreffende HEMBRUGTERREIN, GEBOUW 8, PUT 2 TE ZAANDAM Opdrachtnummer: 1016-0704-000 Opdrachtgever : Rijksvastgoedbedrijf Directie T en P: Afdeling verkoop Postbus 16700 2500 BS Den Haag Constructeur : ABT bv Adviseurs in Bouwtechniek Postbus 82 6800 AB Arnhem Bijlagen : Informatieblad funderingsinspectie en houtonderzoek Situatietekening put 2 1016-0704-000-1 Resultaat funderingsinspectie put 2 1016-0704-000-2 Beoordeling houtkwaliteit put 2 1016-0704-000-3 Foto's put 2 1 t/m 12 VERSIE DATUM OMSCHRIJVING WIJZIGING PARAAF PROJECTLEIDER 1 18 januari 2017 eerste versie 2 3 FILE: 1016-0704-000.R03 Kantoor: Veurse Achterweg 10, 2264 SG Leidschendam, Tel.: 070 31 11414, www.fugro.nl Onderdeel van de Fugro Groep met vestigingen over de hele wereld.

FUNDERINGSINSPECTIE EN HOUTONDERZOEK Algemeen Met deze vorm van onderzoek wordt door het graven van een inspectieput een visuele controle mogelijk van de funderingsconstructie en de houten palen. Tevens wordt de houtkwaliteit van alle funderingsonderdelen vastgesteld door middel van een mechanisch onderzoek. Zo nodig kan ook laboratoriumonderzoek worden uitgevoerd op houtmonsters uit de palen en eventueel uit de kespen en het langshout om de houtsoort en het type en de mate van aantasting vast te stellen. De werkzaamheden worden uitgevoerd conform de F 3 O/CURNET/SBR richtlijn Onderzoek en beoordeling van houten paalfunderingen onder gebouwen van september 2012 Inspectie Een funderingsinspectie kan in de volgende situaties worden uitgevoerd: Indien de eerder uitgevoerde onderdelen van het funderingsonderzoek geen duidelijk inzicht heeft opgeleverd over ontstane zakkingsverschillen. Vastgesteld kan bijvoorbeeld worden of dit veroorzaakt is door gebreken aan de funderingsconstructie of door een te geringe draagkracht van de palen. Indien snel een duidelijk beeld moet worden verkregen van de kwaliteit van de fundering. De volgende informatie wordt standaard bij een funderingsinspectie verzameld en in tekening gebracht: De afmetingen van het langshout en eventuele kespen. Met name wordt gelet op eventuele schade in de vorm van breuken, inknijpingen en andere vervormingen. De kopdiameters van de houten palen, eventuele scheefstand of gebreken hieraan. Tevens wordt gemeten of de palen goed onder het metselwerk staan. De afmetingen en kwaliteit van het metselwerk direct boven de houten funderingsconstructie. De bodemopbouw zoals deze is aangetroffen tussen het maaiveld en de bodem van de inspectieput. Het maaiveldniveau en de grondwaterstand. De hoogteligging van de genoemde onderwerpen wordt vastgesteld ten opzichte van NAP. De rapportage van de funderingsinspectie omvat, naast de in tekening gebrachte meetresultaten, tevens foto s van de funderingsconstructie. Aangezien een funderingsinspectie relatief kostbaar is, dient de locatie van de inspectieput zorgvuldig te worden gekozen op basis van de resultaten van de eerder uitgevoerde onderdelen van het funderingsonderzoek.

FUNDERINGSINSPECTIE EN HOUTONDERZOEK Houtonderzoek Het houtonderzoek omvat in elk geval een mechanisch onderzoek met behulp van een slaghamer van het type Specht. Deze slaghamer heeft een pen met een diameter van 5 mm en een maatverdeling. Bij een slagkracht van 6 Joule wordt de indrukking van de pen in het hout gemeten. Bij de beoordeling van de meetresultaten wordt ervan uitgegaan dat de indringing in niet aangetast hout maximaal 5 mm bedraagt. Op basis van de resultaten van het mechanisch onderzoek kan worden vastgesteld welke zone van het hout in de huidige situatie nog bijdraagt aan de sterkte van de palen, kespen en langshout. Zo nodig kunnen houtmonsters met een diameter van 10 mm worden genomen uit de palen, en eventueel uit kespen of langshout. Gestreefd wordt naar een bemonstering tot in het hart van de palen, kespen of langshout. De houtmonsters worden geanalyseerd in een daarvoor gespecialiseerd laboratorium. Daarbij wordt de houtsoort vastgesteld, de mate en het type van de eventuele aantasting door bacteriën en/of schimmels. Uit de combinatie van het laboratoriumonderzoek en het mechanisch onderzoek kan worden vastgesteld welke zone van het hout in de toekomst nog bijdraagt aan de sterkte van de palen, kespen en langshout. Op basis van de verzamelde informatie van het gehele funderingsonderzoek en onze ervaring op dit gebied, kan een beoordelingsrapport worden opgesteld. Hierin wordt de kwaliteit van de fundering beschreven en wordt de handhavingstermijn vastgesteld afhankelijk van de bestemming van het pand.

VERSLAG FUNDERINGSINSPECTIE Ja: Nee: Fugro had coördinatie graaf- en pompwerkzaamheden X Inspectieput is op de juiste plaats gegraven X Inspectieput conform F3O/SBRCURnet, Delft van oktober 2016 uitgevoerd X Datum onderzoek : 13-1-2017 Houtmonster(s) paal : 1 MEETWAARDEN FUNDERINGSINSPECTIE Indringing gemeten met De Specht (diameter pen 5 mm) Palen: Paalnr. Diameter Indringing Specht Gem. Indringing in kesp Opmerkingen 1 250 25 25 30 27 2 280 20 20 20 20 3 240 15 15 20 17 4 270 30 30 30 30 5 270 20 20 25 22 6 - - - - - Ja, niet meetbaar Ja, niet meetbaar Ja, niet meetbaar Ja, niet meetbaar Ja, niet meetbaar Ja, niet meetbaar Kespen: Kesp Breedte Dikte Indringing Specht Gem. 7 250 200 10 15 15 13 8 250 200 10 15 15 13 9 250 200 10 15 15 13 Opmerkingen Iets ingeknepen Iets ingeknepen Iets ingeknepen Platen: Plaat Breedte Dikte Indringing Specht Gem. 10 120 160 10 10 15 12 11 235 65 - - - - 12 230 65 - - - - 13 230 65 - - - - Opmerkingen Balk ingekeept t.h.v. kespen FUNDERINGSINSPECTIE PUT 2 HEMBRUGTERREIN GEBOUW 8 TE ZAANDAM Opdracht: 1016-0704-000 Bijl.:

60 50 40 30 20 10 0 Beslissingsdiagram monstername IV III Paal 4 Paal 1 Paal 5 Paal 3 Paal 2 II II I I 100 120 140 160 180 200 220 240 260 280 300 320 Paaldiameters (mm) Indringdiepte (mm) Gebied I Bij deze combinatie van diameter en indringing wordt gesteld dat geen aantasting van constructieve betekenis aanwezig is. Het nemen van houtmonsters is hier niet noodzakelijk. Gebied II Dit betreft aangetaste palen. De aantasting is beperkt waardoor geen nadelige invloed op de sterkte van de paalschacht wordt verwacht. Het nemen van houtmonsters is alleen noodzakelijk om een uitspraak te kunnen doen over de oorzaak van de aantasting en de ontwikkeling van de aantasting in de tijd. Gebied III Voor onderzoek naar de sterkte van de paalschacht in de toekomst is bij deze combinatie van diameter en indringingswaarde monstername noodzakelijk. Gebied IV Dit is het gebied van relatief grote aantasting ten opzichte van de diameter danwel een te kleine paaldiameter ten opzichte van het boorgat. De sterkte van de paalschacht is hier onvoldoende. Het nemen van een houtmonster is alleen noodzakelijk indien de oorzaak van de aantasting moet worden vastgesteld. BESLISSINGSDIAGRAM MONSTERNAME - PUT 2 HEMBRUGTERREIN GEBOUW 8 TE ZAANDAM Opdracht: 1016-0704-000 Bijl.:

Foto nummer 1 Foto nummer 2 FUNDERINGSINSPECTIE PUT 2 HEMBRUGTERREIN GEBOUW 8 TE ZAANDAM Werknummer:1016-0704-000 Fotobijlage

Foto nummer 3 Foto nummer 4 FUNDERINGSINSPECTIE PUT 2 HEMBRUGTERREIN GEBOUW 8 TE ZAANDAM Werknummer:1016-0704-000 Fotobijlage

Foto nummer 5 Foto nummer 6 FUNDERINGSINSPECTIE PUT 2 HEMBRUGTERREIN GEBOUW 8 TE ZAANDAM Werknummer:1016-0704-000 Fotobijlage

Foto nummer 7 Foto nummer 8 FUNDERINGSINSPECTIE PUT 2 HEMBRUGTERREIN GEBOUW 8 TE ZAANDAM Werknummer:1016-0704-000 Fotobijlage

Foto nummer 9 Foto nummer 10 FUNDERINGSINSPECTIE PUT 2 HEMBRUGTERREIN GEBOUW 8 TE ZAANDAM Werknummer:1016-0704-000 Fotobijlage

Foto nummer 11 Foto nummer 12 FUNDERINGSINSPECTIE PUT 2 HEMBRUGTERREIN GEBOUW 8 TE ZAANDAM Werknummer:1016-0704-000 Fotobijlage

Datum: 9 februari 2017 Referentie: ysk Code: 14633 Blad: 13/15 Bijlage 3. SHR- Houtanalyses, d.d. 25 januari 2017

Onderzoeksrapport: Houtanalyses fundering Hembrugterrein, gebouw 8 te Zaandam Rapportcode: 17.0001.003 Datum: 25 januari 2017

Houtanalyses fundering Hembrugterrein, gebouw 8 te Zaandam Rapportcode: 17.0001.003 Datum: 25 januari 2017 Pagina: 2/13 SHR Het Cambium Nieuwe Kanaal 9b Postbus 497 6700 AL Wageningen Dit rapport heeft 13 bladen. Het is eigendom van de opdrachtgever, die gerechtigd is dit rapport integraal te publiceren. Gedeeltelijke publicatie, ook door de eigenaar, is slechts toegestaan na schriftelijke toestemming van SHR. Tel: 0317 467366 Fax: 0317 467399 E-mail: m.remie@shr.nl Opdrachtgever: Fugro GeoServices BV Zekeringstraat 41A 1014 BV AMSTERDAM Bijlage: 6 Projectnummer: 17.0001.003 Auteurs: M. Remie Projectleider Dr. R.K.W.M. Klaassen 2 e auteur Trefwoorden: lichtmicroscoop, heipalen, vuren, grenen, bacteriële aantasting, erosietype, druksterkte, reststerkte, levensverwachting SHR werkt volgens NEN-EN-ISO/IEC 17025:2005 Algemene eisen voor de competentie van beproevings- en kalibratielaboratoria. SHR is gecertificeerd voor de uitvoering van BGS-007.` Rapportnummer SHR: 17.0001.003 rapportdatum: 25 januari 2017 Het SKH-kwaliteitsverklaringsnummer is SKH-023.

Houtanalyses fundering Hembrugterrein, gebouw 8 te Zaandam Rapportcode: 17.0001.003 Datum: 25 januari 2017 Pagina: 3/13 1 Inleiding Datum opdracht: 17 januari 2017. Vraagstelling: Wat is de aard en oorzaak van de aantasting, wat is het verlies aan gezond / dragend hout, wat is de te verwachten aantastingsuitbreiding in de komende 25 jaar, onderzoek uitgevoerd volgens BGS-007 Bepaling van microbiologische houtaantasting (zie voor document: www.skh.org). Herkomst monsters: Uit het funderingshout van gebouw 8, op het Hembrugterrein te Zaandam. Put 1, paal 3 en put 2 paal 1. Projectcode opdrachtgever: 1016-0704-000 2 Materiaal Leeftijd fundering: Bouwjaar 1899 (volgens opdrachtgever) dus 118 jaar oud. Datum monstername: 13 januari 2017 (volgens opdrachtgever). Datum monsterontvangst: 17 januari 2017. Aantal, lengte, afmeting monster: Zie tabel 4.1. Wijze van aanleveren: Boorkernen Ø 10 mm in buisjes met water. Wijze opslag: Bij temperatuur van ±4 C. Datum analyse: 17 januari 2017. 3 Methode Monstervoorbereiding / dataverzameling: zie BGS-007 en Bijlage 1. 4 Resultaten 4.1 Monsterbeoordeling Tabel 4.1 Codering, monsterkwaliteit, visuele beoordeling en jaarringen van de monsters Monster Algemeen Jaarringen Code Lengte Samenhang Kleur* Wan / Breedte gem. [mm] Aantal Gegeven SHR [mm] buitenkant juveniel volwassen totaal aangetast Put 1, 1.3 108 Goed 46 mm lichtgrijs, Ja - 1,2 97 51 paal 3 rest geen Put 2, paal 1 2.1 107 Goed Grijs Ja - 0,8 141 51 *typische kleurafwijkingen worden beschreven.

Houtanalyses fundering Hembrugterrein, gebouw 8 te Zaandam Rapportcode: 17.0001.003 Datum: 25 januari 2017 Pagina: 4/13 4.2 Houtsoort, spintaandeel, aantasting Houtsoortbeschrijving: zie Bijlage 2. Monster 1.3 (grenen, totale lengte van het monster 108 mm) In de buitenste 26 mm werd ernstige bacteriële aantasting van het erosietype (EB) waargenomen. Hierna werd in 10 mm matige EB-aantasting gevonden, gevolgd door 10 mm weinig EB-aantasting. De rest van het monster was vrij van aantasting. In het aangetaste hout werden schimmeldraden waargenomen. De buitenste 46 mm was spint, de rest was kernhout. Monster 2.1 (vuren, lengte tot aan het hart 107 mm) In de buitenste 14 mm werd totale verwoesting van de houtstructuur waargenomen. Hierna werd in 17 mm ernstige EB-aantasting gevonden, gevolgd door 4 mm matige EB-aantasting. De rest van het monster was vrij van aantasting. In het aangetaste hout werden schimmeldraden waargenomen. 4.3 Gradiënt in vocht, volumieke massa en druksterkte Voor toelichting op tabel 4.2 zie Bijlage 3. Tabel 4.2. Gradiënt van dichtheid (volumieke massa (VM) bij 0% vochtgehalte; ratio tussen droge massa en nat volume (SG)), vochtgehalte (bij aanlevering (VG); theoretisch maximale vochtgehalte (TMV)) en druksterkte (DS). Monster Afmeting Dichtheid [kg/m 3 ] Vochtgehalte (%) DS segment [mm] SG VM VG TMV [N/mm 2 ] 1.3a 20 161 223 524 555 1,0 1.3b* 10 233 270 325 364 4,0 1.3c 16 365 418 167 209 12,1 1.3d 19 391 453 118 191 16,9 1.3e 20 382 441 132 197 15,4 1.3f 23 376 438 116 201 17,2 2.1a 14 145 196 620 625 0,5 2.1b* 12 158 214 522 568 1,0 2.1c 16 323 376 168 244 12,0 2.1d 18 388 449 102 193 19,0 2.1e 19 381 424 102 198 19,0 2.1f 28 425 484 74 171 23,1 De druksterktes uit tabel 4.2 zijn hieronder visueel weergegeven. Een toelichting over het gebruik van druksterkte bij constructieberekeningen is weergegeven in Bijlage 4.

Houtanalyses fundering Hembrugterrein, gebouw 8 te Zaandam Rapportcode: 17.0001.003 Datum: 25 januari 2017 Pagina: 5/13 Monster 1.3 (grenen) Monster 2.1 (vuren) Paaldiameters (opgave opdrachtgever) Monster 1.3: 240 mm Monster 2.1: 250 mm Legenda < 2,5 N /m m² 2,5-6,2 5 N /m m² 6,2 5-1 0 N /m m² 1 0-1 5 N /m m² > 1 5 N /m m² n ie t b e p a a ld n ie t b e s c h ik b a a r 4.4 Beoordeling datakwaliteit Op basis van de afwegingen uit bijlage 5 en op basis van de referentiedatabase (relatie mate van aantasting volumieke massa / vochtgehalte) wordt het gevonden anatomische aantastingspatroon bevestigd. 5 Discussie en Interpretatie Oorzaak: In beide monsters: bacteriële aantasting ontstaan onder water. Omvang: Diepte ernstige aantasting monsters 1.3 en 2.1: respectievelijk 26 en 31 mm. Activiteit: Aantasting actief in beide monsters. Uitbreiding: Sterk aangetaste schil tot maximaal respectievelijk 32 en 36 mm. In Bijlage 6 staat de achtergrond van de uitbreiding van de aantasting omschreven. 6 Conclusie Paal 1.3 is grenen en paal 2.1 is vuren en de monsters zijn in een buitenste schil van respectievelijk 26 en 31 mm sterk aangetast door bacteriën. Deze aantasting is onder het grondwaterniveau tot stand gekomen. Uitgaande van niet wezenlijk veranderende omstandigheden rondom het funderingshout, is de verwachting dat in de komende 25 jaar de sterk aangetaste schil zich in beide monsters kan uitbreiden tot respectievelijk 32 en 36 mm.

Houtanalyses fundering Hembrugterrein, gebouw 8 te Zaandam Rapportcode: 17.0001.003 Datum: 25 januari 2017 Pagina: 6/13 7 Literatuur Beoordelingsgrondslag BGS-007 Bepaling van microbiologische houtaantasting. Uitgave SKH. Inclusief alle daarin aangeduide literatuur. Eurocode 5 - Ontwerp en berekening van houtconstructies: EN 1995-1-1 Algemeen - Gemeenschappelijke regels en regels voor gebouwen; EN 1995-1-2 Algemeen - Ontwerp en berekening van constructies bij brand; EN 1995-2 Bruggen. Heinz, I. 2004. Systematische Erfassung und Dokumentation der mikroanatomischen Merkmale der Nadelhölzes aus der Klasse Pinatae. Dissertation Technische Universität München. Jorissen, A.J.M. 1995. Modificatiefactor vochtgehalte en duurbelasting. Technische Houtdocumentatie A 4/2 010210, Centrum Hout, Almere. Laming, P.B., Rijsdijk, J.F. & J.C. Verwijs, 1978. Houtsoorten, informatie voor de praktijk. Houtinstituut TNO, Delft. WVS_065 Microscopisch onderzoek aan funderingshout (intern SHR-document). Zobel, B.J. & J.R. Sprague. 1998. Juvenile wood in forest trees. Springer Verlag Berlin, Heidelberg, New York.

Houtanalyses fundering Hembrugterrein, gebouw 8 te Zaandam Rapportcode: 17.0001.003 Datum: 25 januari 2017 Pagina: 7/13 Bijlage 1: Microscopisch onderzoek Voorafgaand aan het microscopische onderzoek zijn de monsters visueel beoordeeld. Daarna zijn met behulp van het microtoom radiale en kopse coupes gesneden met een dikte van 20-30 µm en een oppervlakte van circa 0,5-1 cm 2. De coupes zijn aangekleurd om mogelijke aantasting beter zichtbaar te maken. Onder de lichtmicroscoop (met en zonder gepolariseerd licht) zijn de coupes vervolgens onderzocht op de aanwezigheid van houtaantasters en is het houtanatomische patroon bekeken. Vijf patronen van aantasting kunnen worden onderscheiden. Deze patronen worden veroorzaakt door de volgende micro-organismen: erosiebacteriën (EB); tunnelvormende bacteriën (TB); softrotschimmels; witrotschimmels; bruinrotschimmels. In aanvulling op het patroon van aantasting wordt het hout gecontroleerd op de aanwezigheid van aantasters en andere houtkoloniserende micro-organismen: dikke bruine hyfe van blauwschimmel; dunne transparante hyfe van houtaantastende schimmel (wit-, bruin- en softrot veroorzakers); sporen van diverse micro-organismen; algen; andere insluitsels van organische herkomst. Bij de classificering van de mate van aantasting wordt de indeling gehanteerd volgens Klaassen (2008) waarbij de volgende klassen worden gebruikt: totale verwoesting, ernstige aantasting, matige aantasting, weinig aantasting en gezond hout. In de discussie worden de begrippen totale verwoesting en ernstige aantasting samengevat onder het begrip sterke aantasting.

Houtanalyses fundering Hembrugterrein, gebouw 8 te Zaandam Rapportcode: 17.0001.003 Datum: 25 januari 2017 Pagina: 8/13 Bijlage 2: Houtsoortbeschrijving en spintbepaling Herkenning van de houtsoort is gedaan op basis van de anatomische structuur In monster 1.3 is de houtstructuur zoals die van grenen waargenomen: Naaldhout met heterogene stralen met vensterstippels (kruisvlak), radiale en axiale harskanalen, tracheïden met eenrijige hofstippels. Bij grenen is het spint op basis van aankleuring onderscheiden van het kernhout. In monster 2.1 is de houtstructuur zoals die van vuren waargenomen: Naaldhout met heterogene stralen met picioide kruisvlakstippels, radiale en axiale harskanalen, tracheïden met eenrijige hofstippels en hofstippels in de straaltracheïden met name van het Picea-1 type. Bij vuren kan het spint niet op basis van aankleuring onderscheiden worden van het kernhout.

Houtanalyses fundering Hembrugterrein, gebouw 8 te Zaandam Rapportcode: 17.0001.003 Datum: 25 januari 2017 Pagina: 9/13 Bijlage 3: Gradiënt vocht, volumieke massa, druksterkte Tabel 4.2 bevat de waardes van de submonsters beginnend met de buitenzijde (bastzijde) en eindigend met de binnenzijde (kernkant), indien van toepassing is spint of kernhout aangegeven met een s of k. Wanneer aangegeven met een * zijn de submonsters te klein (< 1 cm 3 ) waardoor de waarden slechts indicatief zijn. Is het verschil in vochtgehalte tussen de gemeten waarde en het theoretisch maximum negatief, dan wijst dit op een meetonnauwkeurigheid. De weinig betrouwbare waarden zijn vet weergegeven in de tabel.

Houtanalyses fundering Hembrugterrein, gebouw 8 te Zaandam Rapportcode: 17.0001.003 Datum: 25 januari 2017 Pagina: 10/13 Bijlage 4: Toelichting op het gebruik van druksterkte zoals hier bepaald Klaassen (2008) heeft aangetoond dat op basis van het houtvochtgehalte een redelijke schatting kan worden gemaakt van de druksterkte parallel aan de vezelrichting voor gezond of door bacteriën aangetast grenen en eiken en op dit model zijn de druksterktes uit tabel 4.2 gebaseerd. Het gaat hierbij dan om de zogenaamde korte duursterkte. Het grenen model wordt ook voor andere naaldhoutsoorten gebruikt bij gebrek aan specifieke modellen voor vuren en dennen. De ingeschatte druksterktes voor zowel vuren als dennen moeten om die reden met enige voorzichtigheid worden beschouwd. Ter referentie van de waarden in tabel 4.2 kan gesteld worden dat gezond grenen hout, dat vers beproefd wordt (vochtgehalte 50 120%), een korte duursterkte van circa 22 N/mm 2 heeft. Bij vers vuren hout is dat circa 20 N/mm 2. Het eerst gevormde, zogenaamde juveniele, hout dat in de kern van de stam zit kan een wat lagere druksterkte hebben (Laming et al. 1978 en Zobel & Sprague, 1998), waardoor een lagere druksterkte in de kern van de paal als natuurlijk moet worden beschouwd. De karakteristieke waarden (5% laagste waarden uit een verzameling) voor de korte-duur-sterkte staan opgesomd in de EN 338 (sterkteklassen). Binnen een constructieberekening wordt met verschillende belastingduur rekening gehouden (permanent, lang, gemiddeld en kort). Rekening houdend met belastingduur en vochtgehalte wordt de karakteristieke waarde met de zogenaamde modificatiefactor omgezet naar een rekenwaarde. Hierbij wordt ook een materiaalfactor toegepast welke een veiligheidsborging is in verband met de variabiliteit: hout (vergelijk het homogene beton met een factor van 1): f d f k m k mod (waar f d = rekenwaarde, f k = karakteristieke waarde, m = materiaalfactor (= 1,3) en k mod = modificatiefactor (afhankelijk van belastingstijd en vochtgehalte = 0,5). De bepalende belastingcombinatie voor funderingspalen is meestal lang en de lange-duur-sterkte zoals weergegeven in figuur 4.1 mag niet worden overschreden. Verder zijn funderingspalen altijd waterverzadigd en de rekenwaarde voor deze situatie kan bepaald worden volgens de Nederlandse bijlage uit de EUROCODE 5 (EN 1995): f c,0,d = 9,9 N/mm 2 waarin : f c,0,d = rekenwaarde druksterkte parallel aan de vezelrichting.

Houtanalyses fundering Hembrugterrein, gebouw 8 te Zaandam Rapportcode: 17.0001.003 Datum: 25 januari 2017 Pagina: 11/13 belastin g 'v e rs c h o v e n ' b e z w ijk lijn belastin gnive au in de com binatie b e z w ijk e n lan ge-du ur-sterk te perm anente b elastin gen t1 t2 t3 belastin gsduur Figuur 4.1 Relatie tussen belasting en de belastingsduur op hout (vrij naar Jorissen 1995). Een permanente belasting die lager is dan de lange-duur-sterkte leidt niet tot bezwijken. Wanneer een belastingscombinatie (permanent en veranderlijk) kortstondig (t1 t2) wordt verhoogd tot boven de lange-duur-sterkte maar onder de korte-duur-sterkte (maximale belasting) zal geen bezwijking of houtschade optreden. Is de belasting langdurig boven de lange-duur-sterkte dan zal op t3 schade en bezwijking optreden.

specific gravity [kg/m 3 ] Houtanalyses fundering Hembrugterrein, gebouw 8 te Zaandam Rapportcode: 17.0001.003 Datum: 25 januari 2017 Pagina: 12/13 Bijlage 5: Referentiewaarden Omdat aan kleine monsters wordt gewerkt, kunnen alleen absolute uitspraken gedaan worden over de aantasting wanneer alle gemeten waarden in één lijn liggen. Voor tabel 4.2 zijn al controleaspecten opgenomen (zie Bijlage 3). Alle waarden uit tabel 4.2 worden ook als punten opgenomen in grafiek B5.1. De lijn in deze grafiek geeft bij volledig waterverzadigd hout de verhouding weer tussen het vochtgehalte en de dichtheid. Waterverzadigd hout ligt op de lijn en niet-waterverzadigd hout ligt onder de lijn in deze grafiek. Hout dat niet-waterverzadigd is duidt op gezond of weinig aangetast hout waarbij de gezonde houtstructuur lucht kan insluiten. (Beginnende) aantasting komt als eerste bij de membranen waardoor deze ingesloten lucht niet meer kunnen vasthouden. Punten die boven de lijn liggen wijzen op meetfouten en zijn verwijderd uit de grafiek en tabel 4.2. 1000 800 600 400 200 0 0 100 200 300 400 500 600 700 800 900 1000 vochtgehalte [ω] Grafiek B5.1 Relatie dichtheid (in deze grafiek specific gravity = droog gewicht / nat volume) en vochtgehalte. Bij waterverzadigd hout liggen de waarden op de lijn bij niet water verzadigd hout liggen de punten onder de lijn (Klaassen 2008). De volumieke massa kan binnen een houtsoort sterk variëren en een schatting van gewichtsafname door aantasting kan alleen bepaald worden wanneer de oorspronkelijke volumieke massa van een monster bekend is. Omdat dit van de hier onderzochte monsters niet meer te achterhalen is, is de onderstaande vergelijking van de volumieke massa s slechts indicatief. Tabel B5.2 geeft de bekende waarden van de gevonden houtsoorten. Tabel B5.2 Volumieke massa volgens Laming et al. (1978) Houtsoort Volumieke massa (0% vochtgehalte) Noord-Europees grenen 435 (390-482) kg/m3 NL grenen spint 483 (421-554) kg/m3 NL grenen kern 532 (510-560) kg/m3 Midden-Europees vuren 428 (363 539) kg/m3 Europees vuren 407 (332 490) kg/m3

Houtanalyses fundering Hembrugterrein, gebouw 8 te Zaandam Rapportcode: 17.0001.003 Datum: 25 januari 2017 Pagina: 13/13 Bijlage 6: Achtergrond uitbreiding aantasting Uitgangspunt is dat de omstandigheden rondom het funderingshout in de te beschouwen periode niet wezenlijk anders zullen zijn dan de afgelopen decennia. Voor het bepalen van de oorzaak en de uitbreiding van de aantasting worden de basisprincipes zoals genoemd in de BGS 007 gevolgd. Hierop zijn voor dit rapport verder geen aanvullingen.

Datum: 9 februari 2017 Referentie: ysk Code: 14633 Blad: 14/15 Bijlage 4. ABT, globale paal draagvermogen met sondering

Op basis van een sondering uit de directe omgeving is naar het draagvermogen van de houten palen gekeken. Archiefgegevens (oude boeken Zaandam) geven paallengten van 6 tot 11 m; in het eerste zandpakket aan. Bij een paalpuntniveau van NAP 10 m en een kopdiameter van gemiddeld 250 mm is de puntdiameter ca. 175 mm. Daarbij een rekenwaarde van de draagkracht van maximaal 75 à 80 kn. Uiteraard zal e.e.a. dienen te worden geverifieerd a.d.h.v. uit te voeren grondonderzoek. Aangezien het gebouw nagenoeg geen funderingsschade heeft, hebben de palen hun sterkte bewezen; zoals onderstaand is aangegeven. Maar zoals wordt vermeld: als de paalbelasting toeneemt zullen de bestaande palen aan de lagere a p moeten worden getoetst.