Systeemanalyse Volther-Agelerbroek
Systeemanalyse Volther-Agelerbroek
Systeemanalyse Volther-Agelerbroek 1783 AD 1848 AD
>1876 AD
Systeemanalyse Volther-Agelerbroek 1899 AD 1935 AD
Systeemanalyse Volther-Agelerbroek
Systeemanalyse Volther-Agelerbroek
Systeemanalyse Volther-Agelerbroek
Systeemanalyse Volther-Agelerbroek Tilligterbeek Het Vree Westelijke landbouwsloot Peijinksbeek
0 40 80 120 160 40 80 120 160 200 0 40 80 120 160 40 80 120 160 200
Huidige methode Profieldocument GVG GLG GVG GLG Eiken-Haagbeukenbos >-40 >-70-20/-40 - Elzenzegge-Elzenbroek; typische subassociatie -15 tot +10 >-50 +20/+5-30/-60 Vogelkers-Essenbos -15 tot -10 >-60-25/-40 - Blauwgrasland -25 tot 0-71 tot -50-10/-25 - Zwakgebufferde vennen +35 tot +5-35 tot -10 +50/+5 - Kalkmoerassen +10/-5 >-50 +5/-10-40/-60 Vochtige heide, typische -35 tot -8-145 tot -86-10/-40 - Vochtige heide, veenmosrijke -15 tot +5 >-30 +5/-25-20/-50
Samenvatting Ageler- en Voltherbroek: veen, klei en zand; Het Voltherbroek: dik pakket klei en leem; Sterke daling GLG en GVG na uitvoering ruilverkaveling en A2- werkzaamheden; Einde overstromingsdynamiek vanuit het Dinkelsysteem na ruilverkaveling; Zeldzame vegetaties verdwenen tussen 1946 en 1958 o.a. trilveen (Alkalisch laagveen); Verdroging wordt versterkt door toename verdamping door bosontwikkeling; Niet alle maatregelen uit nieuwe ruilverkaveling 2002 zijn uitgevoerd oa. westelijke grenssloot Voltherbroek (Sloot bij Wonderboer); Stagnatie en periodieke overstroming vanuit Roelinksbeek kan resulteren in interne eutrofiering; Grootste knelpunt ontwateringen vanaf de markedeling 1870, ze liggen laag in het landschap; Detailontwatering voor 1870 geen groot probleem, gezien kwaliteiten 1946; Groot GLG-doelgat: Agelerbroek (gem. 75cm), Voltherbroek (gem. 35cm);
Systeemanalyse Achter de Voort
Systeemanalyse Achter de Voort
Systeemanalyse Achter de Voort
Systeemanalyse Achter de Voort
Systeemanalyse Achter de Voort
Systeemanalyse Achter de Voort Achter de Voort: dik keileem pakket. Niet te beïnvloeden GLG; Vegetatie vertoont kenmerken van vermesting, verdroging en verzuring verbraming; Verzuring door de sterke wisselvochtigheid in combinatie met zuurstrooisel producerende boomsoorten. Het GLG-doelgat is gemiddeld 30 cm. Van een veel groter GVG, maar is op orde. Geen hydrologische maatregelen nodig
PAS Maatregelen versie 2016
Achter de Voort Knelpunt verdroging: Voorjaarsgrondwaterstand op orde, zomergrondwaterstand laag maar gebiedseigen Intern en extern geen maatregelen, wel borging Knelpunt verzuring: Eikenstrooisel is dominant aanplant rijk strooiselsoorten, selectief verwijderen eiken Knelpunt vermesting: verhoogde concentraties in de slenk en aan noordzijde gebied Bufferzone Leemwal/greppeltje
Agelerbroek Knelpunt verdroging: zomergrondwaterstand veel te laag voor habitattypen. Weinig kwel in de blauwgraslanden. Voorjaarsgrondwaterstanden niet op orde Intern en extern maatregelen: verondiepen van diepe sloten en beken in het gebied. Verleggen sloot in landbouwgebied aan westzijde. Afvoer in noorden afstellen op bereikte grondwaterstanden (afvoer garanderen, geen stagnatie) Hydrologische bufferzone oostzijde: geen additionele ontwatering Onderzoek effecten Voltherbeek Knelpunt verzuring: Verzuring door verdroging zie maatregelen verdroging Knelpunt vermesting: verhoogde concentraties aan westzijde gebied Bufferzone Scheiden van water uit Tilligterbeek en natuur Kleinschalig plaggen rondom blauwgrasland
Voltherbroek Knelpunt verdroging: zomergrondwaterstand veel te laag voor habitattypen. Weinig kwel in de blauwgraslanden. Voorjaarsgrondwaterstanden niet op orde Intern en extern maatregelen: verondiepen van diepe sloten en beken in het gebied. Roelinksbeek in kleilaag leggen Voorkomen stagnatie door doorstroming (op meerdere punten) naar Agelerbroek te onderzoeken Hydrologische bufferzone op hogere delen in zuiden: geen additionele ontwatering Knelpunt verzuring: Verzuring door verdroging zie maatregelen verdroging Knelpunt vermesting: verhoogde concentraties nauwelijks aanwezig Bufferzone alleen daar waar stroombanen van belang zijn en daar alleen ter borging van huidige situatie Scheiden van water uit Roelinksbeek en Peiingsbeek en natuur Kleinschalig plaggen in en rond blauwgrasland
PAS Maatregelen versie 2017
Werkwijze hydrologische modellering Achter de Voort, Agelerbroek en Voltherbroek
Doel Hydrologische berekeningen zijn noodzakelijk: Opstellen optimaal maatregelenpakket waarmee natuurdoelen gehaald worden en omgevingseffecten geminimaliseerd worden In beeld brengen effecten PAS-maatregelen op de omgeving en natuur Om aan bovenstaande doelen te voldoen is een grondwatermodel gebouwd
Grondwatermodel Een grondwatermodel simuleert de grondwaterstanden die optreden in het gebied. Er wordt een bestaand grondwatermodel aangepast op basis van de volgende gegevens: Boringen (diep en ondiep) Bodemkaarten Nederland Peilbuismetingen om het model te toetsen en te verbeteren Diepte en grootte van de waterlopen
Diepe boringen gebruikt voor verbetering model
Diepe sloten en beken (door kleilagen)
Iteratief proces bepaalt hydrologisch maatregelenpakket Het doel is om gezamenlijk, via een zorgvuldig proces, te komen tot een duurzaam maatregelenpakket. Het iteratief proces bestaat uit de volgende stappen: Stap 1. Werksessie 1: Startsessie om eerste scenario s te bepalen Stap 2. Eerste doorrekenslag van 2 scenario s: bepalen effecten van maatregelenpakket, incl. memo toelichting uitkomsten Stap 3. Werksessie 2: bespreken eerste doorrekening en bepalen aangepaste scenario s en mitigerende maatregelen
Iteratief proces bepaalt hydrologisch maatregelenpakket Stap 4. Tweede doorrekenslag van 2 scenario s : bepalen effecten van het aangepaste maatregelenpakket Stap 5. Werksessie eindscenario: bespreken tweede doorrekening en bepalen laatste bijstelling Stap 6. Doorrekening eindscenario: bepalen effecten van het maatregelenpakket (eindscenario) en eventuele mitigerende maatregelen