Wethouder van Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Economie Henk Kool Gemeente Den Haag Retouradres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag Aan de voorzitter van de Commissie Sociale zaken, Werkgelegenheid, Economie en Internationale zaken Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk BSW/2006.332 - RIS 139011 Doorkiesnummer 070-353 2651 E-mailadres Onderwerp Armoedebeleid Aantal bijlagen 1 Datum 11 juli 2006 Meedoen! Dat is het thema van het college programma 2007-2010. Meedoen geldt voor alle inwoners van Den Haag, ook voor diegene die langere tijd moet rondkomen van een laag inkomen. Belangrijke speerpunten van het collegeakkoord zijn de intensivering van het armoedebeleid en de uitbreiding van schuldhulpverlening. Met het armoedebeleid wil het college bereiken dat personen kunnen participeren in de samenleving en de zwakste groepen ondersteunen. Het armoedebeleid richt zich hierbij niet alleen op het reduceren van hoge bestaanskosten maar heeft tevens als doel het voorkomen van sociale uitsluiting en het bevorderen van de deelname aan de samenleving en zelfredzaamheid. Het belangrijkste middel om armoede te bestrijden is werk. Dit is de reden dat dit college sterk inzet om uitkeringsgerechtigden aan het werk te helpen. Vanuit het uitgangspunt Werk Voorop is de ambitie om uitkeringsgerechtigden zo snel mogelijk naar reguliere arbeid te leiden, of zolang dat niet mogelijk is in verband met de afstand tot de arbeidsmarkt, hen tijdelijk zinvolle arbeid te laten verrichten. Een van de instrumenten hiervoor is het inzetten van gesubsidieerde arbeid. Met het invoeren van werk Voorop worden personen die een uitkering willen aanvragen, worden zo nsle als mogelijk hun reïntegratie starten om op korte termijn uitstroom te kunnen realiseren. Er komen meer gesubsidieerde banen bij en de werkbeurzen worden versneld opgericht. Met het invoeren van Werk Voorop worden personen die een uitkering willen aanvragen, direct bemiddeld naar een werkplek zodat op korte termijn uitstroom kan worden gerealiseerd. Werk is niet voor iedereen weggelegd. Indien ondanks door omstandigheden iemand tijdelijk van een uitkering afhankelijk is, moet iedereen, ook personen met een minimuminkomen, kunnen meedoen in onze samenleving. Door het college zijn hierdoor extra middelen ter beschikking gesteld voor de komende collegeperiode voor een intensivering van het armoedebeleid. Inlichtingen bij Postadres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag Telefoon: 070-353 2651 Bezoekadres: Spui 70, Den Haag Fax: 070-353 2479 Internetadres: www.denhaag.nl
BSW/2006.326 2 Alhoewel de inkomenspolitiek tot het terrein van het Rijk behoort, heeft de gemeente een ondersteunende rol met het armoedebeleid. Onder de WWB is de mogelijkheid van gemeentelijk categoriaal minimabeleid vervallen met uitzondering van een regeling voor 65-plussers en voor chronisch zieken en gehandicapten. Na een herijking van het beleid kent Den Haag een samenhangend pakket aan regelingen waarbij maximaal gebruik gemaakt wordt van de mogelijkheid om ambtshalve bijzondere bijstand te verstrekken en anderzijds recht wordt gedaan aan de eigen verantwoordelijkheid van de burger. Gezien het belang van het armoedebeleid informeer ik u door middel van deze brief nog voor het zomerreces over de concrete beleidsvoornemens op het gebied van het armoedebeleid. Daarnaast betrek ik de uitkomsten van de gemeentelijke Armoedemonitor 2006 die recent is verschenen. Een exemplaar van de Armoedemonitor 2006 treft u bijgaand aan. Armoedemonitor De Armoedemonitor heeft een tweeledige doelstelling. Ten eerste het in kaart brengen van de omvang van de armoede in Den Haag en daarbij tevens ingaan om de kenmerken van de personen met een laag inkomen. Ten tweede is het doel van de Armoedemonitor het vaststellen van het bereik van de voorzieningen van het armoedebeleid. In welke mate maakt de doelgroep gebruik van gemeentelijke voorzieningen? Het beeld dat uit de Armoedemonitor naar voren komt is duidelijk. Grote groepen inwoners van Den Haag moeten rondkomen van een laag inkomen en de laagste inkomens concentreren zich in een beperkt aantal wijken. In 2005 wonen in Den Haag 39.287 huishoudens van een inkomen tot 105% van het minimum. Een totaal van 55.829 huishoudens hebben een inkomen tot 130% van het minimum. Meer dan de helft van de minima bestaat uit langdurig minima. Bijna een kwart van de kinderen groeit op in een gezin dat moet rondkomen van een minimuminkomen. Onder de minima is 61% van allochtone afkomst. In het algemeen kan worden gesteld dat het bereik van de voorzieningen onder minimahuishoudens goed is. In 2005 heeft 31% van de minimahuishoudens gebruik gemaakt van de bijzondere bijstand (ter vergelijking: in Amsterdam is het bereik van bijzondere bijstand 15%), 43% ontvangt een vergoeding voor de aanvullende verzekering en 40% maakt gebruik van de schoolkostenregeling. Bij de Ooievaarspas ligt het bereik zelfs op 70%. Het fonds voor ouderen blijft achter met 18%. Belangrijke conclusie uit de Armoedemonitor 2006 is de constatering dat een groot deel van de kinderen opgroeit in een huishouden met een minimum inkomen. Een kwart van alle kinderen groeit op in een minimahuishouden en onder de kinderen van Marokkaanse, Antillaans/Arubaanse en Afrikaanse herkomst is dit aandeel zelfs meer dan de helft. Dit is de reden dat ik de schoolkostenregeling zal verhogen. Met name omdat deze regeling goed bekend is onder deze doelgroepen. Daarnaast zal het bereik van een aantal gemeentelijke voorzieningen verbeterd moeten worden. Dit betekent dat er extra inspanning verricht zal gaan worden om het niet-gebruik tegen te gaan. Niet-gebruik van gemeentelijke voorzieningen is een probleem dat ook uit andere onderzoeken naar voren komt. Het tegengaan van niet-gebruik vergt dat er continu aandacht voor moet bestaan.
BSW/2006.326 3 Dit is de reden dat het tegengaan van niet-gebruik een van de beleidsvoornemens van het collegeprogramma is. Verder zijn wij in overleg met het Rijk om het mogelijk te maken aan bepaalde groepen categoriaal bijstand te verstrekken en door middel van bestandskoppelingen de doelgroepen eenvoudiger te bereiken. Hieronder zal worden ingegaan op de beleidsvoornemens van het collegeprogramma. Uitwerking collegeprogramma Belangrijke speerpunten van het college akkoord zijn het armoedebeleid en schuldhulpverlening. Om de bovenstaande doelstellingen te halen zijn er extra middelen ter beschikking gesteld. Het gaat hier om een bedrag van 4 miljoen structureel vanaf 2007. De definitieve dekking van deze middelen wordt bij de raadsbehandeling van de begroting 2007 vastgesteld. Hieronder staan, mede gezien de uitkomsten van de Armoedemonitor 2006, de concrete beleidsmaatregelen die het college gaat nemen: Tegengaan niet-gebruik en wegnemen van belemmeringen Uit de Armoedemonitor 2006 blijkt dat de gebruikers van de voorzieningen in het kader van het Haagse armoedebeleid grotendeels bijstandsgerechtigden zijn. Bijstandsgerechtigden zijn uiteraard eenvoudig te benaderen doordat de gegevens bij de Dienst SZW bekend zijn, zodat ze via het persoonlijk aanschrijven of door persoonlijk contact gewezen kunnen worden op de voorzieningen. Onder niet-bijstandsgerechtigden bestaat ook nog veel armoede. Personen met een WAO uitkering, ouderen met alleen een AOW pensioen maar ook personen met werk op het minimumniveau moeten allemaal van een laag inkomen rondkomen. Met name niet-bijstandsgerechtigden lijken minder op de hoogte te zijn van het bestaan van deze voorzieningen of minder makkelijk gebruik te maken van voorzieningen. Doelstelling is een extra inspanning te leveren om de bestaande voorzieningen nog beter onder de aandacht brengen van de doelgroep en de voorzieningen zo laagdrempelig mogelijk aanbieden. Om de doelgroep te bereiken worden de voglende acties ondernomen: Het uitbreiden van koppelingen van gegevensbestanden. Momenteel wordt een nieuwe folder ontwikkeld over het gemeentelijke armoedebeleid. Hiermee wordt beoogd de bestaande voorzieningen nog meer onder de aandacht te brengen van de doelgroep en bij de intermediairs. Om de doelgroep zoveel mogelijk te bereiken zal gebruik worden gemaakt van kleinschalige manieren van communiceren waarbij met de inzet van intermediairs de potentiële doelgroep persoonlijk kan worden aangesproken. Een voorbeeld hiervan is het gebruik van de voorlichtingspool en voorlichtingsbijeenkomsten bij de Voedselbank. Uitbreiding schoolkostenregeling De schoolkostenregeling is een tegemoetkoming voor ouders met schoolgaande kinderen in de kosten voor school. Het college heeft allereerst besloten de tegemoetkoming in de schoolkosten te verhogen. Door het verhogen van de bijdrage aan de schoolkosten wordt op simpele wijze en gericht bijgedragen aan het terugdringen van de schoolkosten voor ouders met een minimum inkomen met kinderen. Hiermee wordt direct een doelgroep tegemoetgekomen (ouders met schoolgaande kinderen) die met veel extra kosten worden geconfronteerd. Uit de Armoedemonitor naar voren is gekomen dat een kwart van de kinderen in Den Haag opgroeit in een gezin met een minimuminkomen, hetgeen het belang aangeeft van een dergelijke regeling.
BSW/2006.326 4 De schoolkostenregeling wordt aangepast met ingang van het schooljaar 2006-2007 waarbij de tegemoetkoming voor kinderen in het basisonderwijs wordt verhoogd naar 110,00 (nu 90,00) en voor kinderen in het voortgezet onderwijs naar 300,00 (nu 250,00). De eenmalige bijdrage voor kinderen die naar de brugklas gaan wordt aangepast naar 600,00 (nu 500,00). Fonds Chronisch zieken en gehandicapten en Fonds voor Ouderen Het Fonds voor ouderen en het Fonds voor gehandicapten en chronisch zieken verstrekt een tegemoetkoming van 150,00 voor personen in de doelgroep als bijdrage voor indirecte kosten. Ten aanzien van het Fonds voor gehandicapten en chronisch zieken zal worden bezien of de huidige doelgroep uitgebreid kan worden. Daarnaast is het voornemen een verhoging van de tegemoetkoming door te voeren in 2007 en door bestandskoppelingen op een eenvoudige wijze de doelgroep te bereiken. Invoeren collectieve verzekering voor bijstandsgerechtigden Ik ben voornemens om, mogelijk samen met Amsterdam, met ingang van 1 januari 2007 een collectieve ziektekostenverzekering in te voeren. Hierbij wordt beoogd dat personen met een minimum inkomen goed zijn verzekerd tegen een scherpe premie en dat er een laagdrempelige voorziening wordt getroffen voor medische kosten voor alle personen met een laag inkomen. Uit de Armoedemonitor 2006 komt naar voren dat het bereik van voorzieningen onder nietbijstandsgerechtigden verbeterd zou kunnen worden. Een aantrekkelijk aanbod voor een collectieve ziektekostenverzekering is een mogelijkheid om ook juist deze doelgroep te bereiken. In het najaar 2006 kom ik met een uitgewerkt voorstel aangaande een collectieve ziektekostenverzekering. Ooievaarspas Ten aanzien van de Ooievaarspas bestaan er meerdere plannen om pashouders te activeren. Op korte termijn zal het college sportbeoefening stimuleren, bij voorkeur in georganiseerd verband als lid van een sportvereniging, omdat deze vorm van sportbeoefening een belangrijke impuls geeft aan regelmatige en verantwoorde sportbeoefening. Daarnaast heeft sportlidmaatschap een positieve bijdrage aan sociale samenhang en gezondheid. Allereerst is nodig dat zoveel mogelijk sportverenigingen deelnemen aan de Ooievaarspas. De sportverenigingen verlenen nu meestal 50% korting op het lidmaatschap van pashouders. Die korting kan voor 80% worden gedeclareerd bij de Ooievaarspas, de rest betaalt de sportvereniging zelf. Om meer sportverenigingen over de streep te trekken verhoog ik dit declaratiepercentage van 80 naar 100% met ingang van het nieuwe sportseizoen. Het aanbod voor pashouders is dan wel grotendeels sluitend, maar daarmee is nog niet bereikt dat de pashouders ook daadwerkelijk gaan sporten. In overleg met de dienst OCW werk ik plannen uit om enerzijds meer verenigingen in de pas te betrekken en anderszijds pashouders te stimuleren om meer te gaan sporten. Deze plannen bestaan uit een grote manifestatie, de inzet van vrijwilligers, een advertentie in alle sportkrantjes van aangesloten verenigingen, een directe mailing aan pashouders, starterskorting, een bonus aan verenigingen verstrekken voor ieder nieuw lid met een Ooievaarspas en aansluiting bij de bestaande sportstimuleringsprojecten.
BSW/2006.326 5 Financiële hulpverlening Naast het armoedebeleid is schuldhulpverlening een tweede belangrijk speerpunt. Uit de Armoedemonitor blijkt dat in 2006 1700 personen schuldbemiddeling hebben aangevraagd. Naast de reguliere dienstverlening door de GKB op het terrein van schuldhulp- en kredietverlening, wil ik op drie punten de financiële hulpverlening van de Gemeentelijke Kredietbank (GKB) versterken. Vergroten bekendheid sociale kredieten Sociale kredietverlening is een preventie-instrument. Door meer burgers vroegtijdig een sociaal krediet te verstrekken, kan voorkomen worden dat zij later (doordat ze op zoek zijn gegaan naar andere minder verantwoorde oplossingen) in een duur schuldhulpverleningstraject terecht komen. Sociale kredietverlening is relatief onbekend onder de Haagse bevolking die tot de doelgroep behoort. De GKB streeft er naar om in een groeimodel het jaarlijkse aantal te verstrekken persoonlijke leningen te verhogen met 200. Stabilisatietrajecten In toenemende mate kunnen burgers niet geholpen worden met een minnelijke of wettelijke schuldregeling omdat o.a. deze vormen van schuldregeling onvoldoende aansluiten bij de feitelijke problemen van burgers en de schuldeisers zich steeds harder opstellen. Een stabilisatietraject is een nieuwe vorm van schuldhulpverlening met als doel het creëren van financiële rust en stabiliteit in (gezins)huishoudens. Bij een stabilisatietraject wordt budgetbeheer ingezet waarbij op de inkomsten en uitgaven gestuurd wordt. Voor de afloop van een stabilisatietraject wordt een eventueel vervolgtraject (bijvoorbeeld een minnelijke/wettelijke schuldregeling) bepaald. Een vorm van stabilisatie wordt op dit moment met succes toegepast in de pilot adreslozen en de pilot De derde weg. De ambitie van de GKB is om 500 burgers in 2007 (uitlopend tot 600 burgers in de daarop volgende jaren) een stabilisatietraject aan te bieden. Integrale diagnose Door een gedeconcentreerd aanbod van taken van de Gemeentelijke Kredietbank waarin wordt samengewerkt met organisaties in de wijken wordt de toegang tot de dienstverlening verder verbeterd. De laagdrempelige aanpak vanuit de (WMO) ondersteuningsloketten en werkbeurzen draagt bij aan het vroegtijdig signaleren van problemen. De GKB heeft de ambitie om jaarlijks 2000 burgers (met een uitloop tot 2500 burgers) direct (dus op het loket in de wijk) een oplossing aan te bieden voor hun financiële probleem of na een integrale diagnose (waarbij niet alleen gekeken wordt naar het financiële probleem maar ook bijvoorbeeld juridische of psycho-sociale problemen in beeld worden gebracht) door te geleiden naar trajecten die een bijdrage aan de oplossing van het financiële probleem leveren. Met het bovenstaande pakket aan maatregelen geef ik een extra impuls aan het Haagse armoedebeleid, waarmee mensen met een minimum inkomen extra financieel en gestimuleerd om deel uit maken van de samenleving. Met vriendelijke groet, de wethouder van Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Economie H.P.M. Kool