Bietplanter. planter

Vergelijkbare documenten
BLADZIEKTEN IN DE BIET IN EEN IPM PERSPECTIEF

BLADZIEKTEN IN DE BIET IN EEN IPM PERSPECTIEF

BELANG VAN EEN RASSENKEUZE GEBASEERD OP RESISTENTIES/TOLERANTIES EN CONFORM MET IPM, VOOR EEN OPTIMALE OPBRENGST

De nematodenbesmetting kennen : een prioriteit om zijn rassen te kiezen

bladschimmelherkenning

EFFECT VAN DE EVOLUTIE VAN HET KLIMAAT VAN DE LAATSTE JAREN OP ONZE SUIKERBIETENTEELT

Bietplanter MAANDBLAD CBB JAARGANG 50 NR 530 JULI-AUGUSTUS 2016 P n Top financieel in gezonde en nematode velden. n Zeer hoog suikergehalte

BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN WELKE KIEZEN?

EAG COVERMENGSELS TIJDELIJKE WEIDEMENGSELS

SEEDING THE FUTURE SINCE 1856 LEONELLA KWS

De suikerbiet en haar teelttechniek

CERCOSPORA: EEN ONGEKENDE INTENSITEIT IN 2016 ONKRUIDEN NIEUWIGHEDEN: ALS BIETEN

Geïntegreerde gewasbescherming (IPM)

De suikerbiet en haar teelttechniek

Suikerbieten. magazine

De bietenteelt heeft veel herbiciden nodig

Vanggewassen: waarom en keuze

De biologische biet. Ontwikkelingsmogelijkheden. Technische dagen KBIVB 2019 Antoons K., Vandergeten JP.

122 JUNI Retengo Plust in suikerbieten. Retengo Plust in suikerbieten

Groenbedekkers en bodemvruchtbaarheid. Bart Debussche Dept. Landbouw en Visserij dienst Voorlichting

PROEF CHEMISCH-MECHANISCHE ONKRUIDBESTRIJDING IN DE BIETENTEELT

landbouw en natuurlijke omgeving 2011 plantenteelt open teelten CSPE BB minitoets bij opdracht 17

Randvoorwaarden Erosie. Martien Swerts Dienst land en Bodembescherming Departement LNE

Groenbemester als vervanging vals zaaibed

Overvloedige neerslag tijdens het groeiseisoen

WAARNEMINGS- EN WAARSCHUWINGSSYSTEMEN

Teelt Voederbieten en eiwithoudende gewassen

SUIKERBIETEN. Wereld productie suiker? Wereldproductie van suiker. Productie: ton 20% uit Riet 80% uit Suikerbieten

Praktijkgids. Herkenning bladaantastingen in suikerbieten

Effectieve bladschimmelbeheersing Bram Hanse Pak alvast uw smartphone en ga naar: en vul de volgende code in:

bladrammenas Facelia Incarnaatklaver onkruid Structuur

vergadering C90 LAN5 zittingsjaar Handelingen Commissievergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid

VERGROENING ECOLOGISCH AANDACHTSGEBIED GROENBEDEKKING

Koolzaadbericht nr 03 mei 2013 Koolzaadsnuitkever -Sclerotinia

Karakterisatie van stammen van de aardappelziekte in Wallonië (2012)

Specifieke rassen: t Rhizomanie-rhizoctoniatolerant ras: Isabella kws t Rhizomanie-nematodenresistent ras: Bering. Foto: kbivb

Genetisch gewijzigde aardappelen ter bestrijding van de aardappelziekte. met de medewerking van

Vanggewas. na maïs. Informatie en productenoverzicht. Lid van :

Het begint met ons.

Workshop Voorjaarsproblemen

NIET-KERENDE BODEMBEWERKING BIJ SUIKERBIETEN

MECHANISATIE: BODEMVERDICHTING EN PRECISIELANDBOUW. Technische dagen 2019 Ronald Euben

Workshop Najaarsproblemen bieten en cichorei

PRAKTISCHE ASPECTEN BIJ NIET-KERENDE BODEMBEWERKING RONALD EUBEN - KBIVB

Is er nog eten over 20 jaar. Fred Klein Productschap Akkerbouw

Groenbemesters Een vruchtbare investering

Superieur in graanziektebestrijding. De juiste chemie voor de hoogste opbrengst

Workshop Najaarsproblemen bieten en cichorei. Hoe stel ik de juiste diagnose?

IPM IN DE BIETENTEELT T IS NIE MOEILIJK, T IS GEMAKKELIJK

Teelthandleiding. 3.1 vroeg of laat zaaien

CONFEDERATIE VAN DE BELGISCHE BIETENPLANTERS

Bietplanter MAANDBLAD CBB JAARGANG 51 NR 534 JANUARI 2017 P SEEDING THE FUTURE SINCE Financieel: klassiek vs besmet Financieel klassiek %

SECTORIËLE RONDZENDBRIEF CDS3IS1203 INDIENEN VAN HET BEWIJS VAN VERWERKING VAN DE INDUSTRIËLE GRONDSTOFFEN

ONKRUIDEN. Barbara Manderyck KBIVB-IRBAB. Onkruiden. Cuscuta Knolcyperus Fluweelblad Uitstaande melde 27/01/2017

DEMETERtool in de praktijk. Pilootstudie bij 50 Vlaamse landbouwers

Bietplanter LEONELLA KWS * XAVIERA KWS. Zeldzame parels

Vooruitzichten granen en weersomstandigheden. Verkopen uit interventie

VLAIO project: BYDV predictor. Jolien Bode Technisch onderzoeksmedewerker PIBO-Campus

van harte welkom Koolstof Kringlopen

Fungicideproef wintertarwe Morgan Carlens Technisch onderzoeksmedewerker Pibo-Campus vzw

BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 2009 nateelt groenbemesters

Groenbemesters Akkerbouw. Bodem verbeteren is resultaat oogsten

Het beste tijdstip om grasland te vernieuwen

Groeicurve Bintje en Fontane 2014

5.2.4 Rhizoctonia De ziekte. In deze paragraaf wordt verwezen naar foto s. Deze kunt u vinden op de website als bijlage bij

Teelthandleiding. 8.1 kwaliteit

Bert Purnot Luc Engelborghs. Probleemstelling

Kansen voor NKG op zand

TECHNISCH INTERREGIONALE WERKGROEP (TIW) VOOR DE SAMENSTELLING VAN DE NATIONALE RASSENCATALOGUS VOOR LANDBOUWGEWASSEN

TECHNISCH INTERREGIONALE WERKGROEP VOOR DE SAMENSTELLING VAN DE NATIONALE RASSENCATALOGUS VOOR LANDBOUWGEWASSEN VOEDERBIET

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

- 2 - VOORWOORD... 1 DEEL 1: SUIKERBIETEN... 4

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

OPTIMALE BEWARING: WELKE FACTOREN ZIJN BELANGRIJK?

- 2 - VOORWOORD... 1 DEEL 1: SUIKERBIETEN... 4

Randvoorwaarden erosie. Jan Vermang, Martien Swerts Departement LNE Dienst Land en Bodembescherming

Resultaten na 3 jaar. Suikermarktordening. Acties Cosun: Prijsdaling Volumedaling Geografische herverdeling. Forse reorganisatie suikersector in EU

duurzame onkruidbestrijding

HOE HELE BIET ROOIEN?

Bereken voor uw akker- en groentepercelen eenvoudig zelf: de organische koolstofevolutie de stikstof- en fosforbalans

Rendement van DOSSIER suikerbieten verhogen STIJGING IN PRODUCTIVITEIT STAGNEERT IN RASSENPROEVEN

Aardvlooien. Plagen in de tuin

STRIPTILL IN DE MAISTEELT, MEER ERVARINGEN

Een uniek duo. Informationen unter: Hotline:

KWS Suikerbieten Rassenoverzicht 2016 SEEDING THE FUTURE SINCE 1856

GROENBEMESTERS. iperen.com

Resultaten meerjarenproef: bewerking van de ploegzool bij nietkerende grondbewerking (NKG)

VOLSOG Fytodag

Tripsbestrijding - W&W prei

Marktnieuws : - ISO heeft in mei ll. haar schatting van de wereldsuikerbalans voor 2011/2012 herzien (in ruwe suiker):

LCBC CABC O. HERMANN. Koninklijk Belgisch Instituut tot Verbetering van de Biet (KBIVB/IRBAB) Tienen, België

Gezondheid & Voeding

LG-BROCHURE voor voederbieten

VOEDERBIETEN OPNIEUW IN BEELD TEELTTECHNISCHE TIPS EN KNELPUNTEN

Bladschimmelbestrijding. Bram Hanse. Uitgangspunten. kans op schade minimaliseren. ingrijpen bij risico op schade: eerste vlekjes!

Proefresultaten zoete aardappel 2016

Valse meeldauw in zonnebloemen. Marjan de Boer, Suzanne Breeuwsma, Jan van der Bent, Rik de Werd en Frank van der Helm

Een vloeibaar middel voor brede schimmelbestrijding in de vollegrondsgroenteteelt. Wat doet Amistar Top?

Nieuwe rassen van suikerbiet op de nationale rassenlijst

Waarschuwingsdienst aardappelziekte PCA

Transcriptie:

Bietplanter planter De MAANDBLAD CBB JAARGANG 51 NR 539 JULI-AUGUSTUS 2017 P 806265 Campagne 2017 in de fabrieken TS: levering van hele micro-ontkopte bieten 2 kort geoogst TERUGVAL WERELDMARKTPRIJZEN 4 De termijncontracten voor ruwe suiker daalden in juni na de aankondiging door UNICA (Brazilian Sugarcane Industry Association) dat Brazilië meer suiker gaat produceren dan verwacht. Bovendien wordt aangekondigd dat meer suikerriet zou worden verwerkt tot suiker in plaats van ethanol, wat mogelijk de suikeroverschotten in de wereld nog zal doen toenemen. Oekraïne heeft sedert begin van de campagne 2016/17 in totaal 732.000 ton uitgevoerd, volgens de nationale vereniging van suikerproducenten van Ukrtsukor. In 2017 werd 310 000 hectare suikerbieten gezaaid (6 procent meer dan vorig jaar). Ukrtsukor verwacht voor 2017/18 een suikerproductie van ongeveer 2 miljoen ton. Hiervan is 1,5 miljoen ton bestemd voor de interne markt en ongeveer 500.000 ton voor export volgend jaar. Portugal zal de taksen op gesuikerde dranken herdefiniëren, om producten die heel slecht zijn voor de gezondheid te benadelen. De regering overweegt ook voedingsmiddelen te belasten die veel zout of verzadigd vet bevatten, aldus The Portugal News. Met het oog op de groeiende export van suiker uit Europa bouwt het bedrijf Vlaeyenatie in Westdorpe een suikerterminal van 70 meter hoog. Vanaf het begin van het suikerseizoen in september kan hier ongeveer 80.000 ton suiker in worden gestockeerd, voornamelijk afkomstig uit het buitenland. Aan een tweede terminal wordt ook al gewerkt. Die is goed voor nog eens 50.000 ton suiker, die daarna verpakt wordt en via de haven van Terneuzen naar landen buiten Europa gaat. Eerlijk loon voor eerlijk werk 2 Welkom op Libramont CONFEDERATIE VAN DE BELGISCHE BIETENPLANTERS vzw ACTIVITEITENRAPPORT 2016-2017 Het activiteitenrapport CBB voor de campagne 2016/17 is net verschenen en kunt u nalezen via www.cbb.be 28-31 juli 2017 Maandblad van de Confederatie van de Belgische Bietenplanters vzw CBB Anspachlaan 111 Bus 10 1000 Brussel T. 02 513 68 98 F. 02 512 19 88 www.cbb.be lebetteravier@cbb.be COLOFON Verantwoordelijke uitgever Mathieu Vrancken, Voorzitter CBB Directeur van de publicatie Valerie Vercammen Uitgave en publiciteit Bernadette Bické - Martine Moyart Verantwoordelijke voor de suikerbiettechniek KBIVB Tienen Druk Corelio Printing Jaarabonnement 12,00 EU-land 22,00 niet EU-land 27,00 IBAN BE 70 1031 0384 3925 BTW BE 0445.069.157 W W W. S E S V A N D E R H A V E. B E

2 EDITO Eerlijk loon voor eerlijk werk Kurkdroog en bloedheet. Dit is de bondige samenvatting van de laatste drie maanden. Mensen, dieren en planten lijden onder dergelijke extreme weersomstandigheden. Alle gewassen werden gepland en gezaaid met de grootste zorgen en de start van het nieuwe groeiseizoen zag er veelbelovend uit. En dan begint het fout te lopen. De verhoopte en noodzakelijke regen blijft uit en alle gewassen gaan gebukt onder een enorm watertekort. Planten met een korte levenscyclus (erwten, vlas, spinazie, ) hebben de grootste problemen. Andere teelten (suikerbieten, graan,...) kunnen voorlopig iets beter om met deze extreme omstandigheden. Door middel van hun diepe beworteling kunnen onze suikerbieten hun vocht en voeding uit de diepere grondlagen halen. Tot nu toe kan de suikerbietoogst 2017-2018 nog bovengemiddeld worden, maar dan wordt het wel hoog tijd dat we de nodige neerslag krijgen en wel snel. Weinig zorgen zou men dus kunnen denken voor onze suikerbiettelers. Niets is minder waar. Je hoeft maar heel even naar de London 5 suikernotering te kijken om te begrijpen wat ik bedoel. Lage olieprijzen, gelukte oogsten en licht stagnerende suikerconsumptie maken dat er meer dan voldoende suiker zal zijn voor het seizoen 2017-2018. De voorlopig voorspelde overschotten op de wereldmarkt maken dat de suikerprijs vandaag onder de 400 dollar per ton zit. Omgezet in euro s is dit een getal van ca. 350 euro per ton. In welke mate dit de Europese suikerprijs gaat beïnvloeden kunnen we vandaag moeilijk exact inschatten. Het valt echter niet te ontkennen dat met een Europese areaalsuitbreiding van ca 17 procent ook de lokale suikerprijs serieus onder druk dreigt te komen. Het door ons voorspelde melkscenario komt nu wel heel dichtbij. Er is dus wel degelijk reden om als bietentelers bezorgd te zijn. Door het wegvallen van de suikerquotumreglementering zijn we als bietentelers niet meer beschermd door een minimumprijs voor onze suikerbieten. In de nieuwe Interprofessionele Akkoorden is de suikerbietprijs gelinkt aan de suikerprijs. Dat de onderhandelingen met onze fabrikanten niet eenvoudig zijn geweest, is voor iedereen wel voldoende bekend. Het ging van niet gemakkelijk tot zeer moeilijk. Als CBB hebben we gedaan wat we konden om de schade te beperken. We kunnen echter niet ontkennen dat het onderhandelde resultaat niet altijd was wat we gehoopt hadden. Belangrijkste reden hiervan was de ongelijke machtsverhouding aan de onderhandelingstafel. Ten gevolge van een partijtje armworstelen tussen DG-Agri en DG-Competition in verband met de interpretatie van de reglementering van de nieuwe GMO-suiker is het uiterst moeilijk om als bietenteler de echte rechten op te eisen. Als voorzitter van de CBB voel ik me serieus in de steek gelaten door DG-Agri die de nieuwe reglementering vorm gegeven heeft. Te veel is DG-Agri vertrokken van het idee van de perfecte vrije markt en dus ook het vanzelfsprekende evenwicht tussen de partijen. Te weinig is er rekening gehouden met de zwakke onderhandelingspositie van de suikerbiettelers. Het standpunt van de CBB kan in alle discussies die nu aan de gang zijn over de Omnibusreglementering en de oneerlijke handelspraktijken in één zin worden samengevat: Landbouwrecht moet primeren boven de concurrentiewetgeving! Maar we moeten verder. En daar zijn we ook mee bezig. Zowel bij Iscal als bij de Tiense zijn de onderhandelingen voor de campagne 2018-2019 reeds opgestart. Het is dan ook niet eenvoudig vermits we de totale implementatie van de laatste akkoorden nog niet volledig kunnen inschatten. Het moet ondertussen wel duidelijk zijn dat in de suikerketen de grootste risico s bij de telers liggen en we verwachten daar dan ook een correcte verloning voor. Elke suikerbietteler is tenslotte een ondernemer die een correcte compensatie moet krijgen. Een eerlijk loon voor eerlijk werk. Mathieu Vrancken, Voorzitter CBB 2 SUIKERMARKT Wereldmarktprijs met 30 procent gezakt sedert februari Sedert februari 2017 daalde de wereldsuikerprijs met 30 procent, van gemiddeld 515 euro per ton witsuiker in februari 2017 naar 360 euro per ton eind juni. De koersen anticiperen de ware suikerberg die wordt verwacht: naargelang de prognoses tussen 178 en 185 miljoen ton, een stijging van 9 miljoen ton t.o.v. vorig jaar. Dit overschot is vooral toe te schrijven aan India, Thailand en Zuid-Afrika die opnieuw hun normale hoeveelheid zullen produceren na het El Niño-fenomeen van vorig jaar. Ook in Europa wordt een hogere productie verwacht door een sterke toename van de bietenuitzaai. Terugkeer naar een overschot voor de campagne 2017/18 Behoudens Australië, waar de oogst ongeveer 7 procent minder zal bedragen als gevolg van de schade veroorzaakt door cycloon Debbie in maart jongstleden, verwachten alle grote suikerproducerende landen een productiestijging. In India, tweede wereldproducent, wordt de productie van de volgende campagne geraamd op 25,8 miljoen ton, bijna 4 miljoen ton meer dan dit jaar. Thailand verwacht een recordproductie door uitstekende oogstverwachtingen en een uitbreiding van het suikerrietareaal die de overheden hebben aangemoedigd tijdens de voorbije jaren. Brazilië, eerste wereldproducent, verwacht zelfs zonder groei van de suikerrietoogst, een grotere suikerproductie in het nadeel van de ethanolproductie. In Brazilië is het om allerlei redenen (monetair, fiscaal, ) rendabeler om suiker te produceren in plaats van ethanol. Tot slot, zou door een recordoogst dit jaar, Pakistan geen raad weten met een voorraad overschotsuiker van 1,8 miljoen ton en zou het land suiker exporteren tegen het einde van de ramadan. Maar ook Europa draagt ruim bij tot het verhoogde suikeraanbod in de wereld voor 2017/18. In Rusland en Oekraïne was het door het mooie lenteweer mogelijk om heel vroeg te zaaien en het bietenareaal uit te breiden. De suikerindustrie is in volle ontwikkeling in Oekraïne met een toename van de suikerproductie met 19 procent in 2017/18 en een verdubbeling van de export (ongeveer 780.000 ton) ten opzichte van de huidige campagne. Wat de Europese Unie betreft, wordt een stijging van de bietenuitzaai verwacht van ongeveer 17 procent na de afschaffing van de quota. De EU-productie zou kunnen oplopen tot 18,6 miljoen ton suiker, een stijging van 2 miljoen ton in vergelijking met de laatste quotumcampagne 2016/17. Volgens experten zou de Europese export vanaf nu meer dan 2,2 tot zelfs 3 miljoen ton kunnen bedragen in plaats van maximaal 1,4 miljoen Men verwacht voor de campagne 2017/2018 een sterke groei van de wereldsuikerproductie, ingevolge recordoogsten in Thailand en Pakistan en een forse stijging van de bietenuitzaai in Europa. ton suiker toegelaten voor de export door de Wereldhandelsorganisatie (WTO) tijdens het quotumregime van de voorbije tien jaar. Hierdoor zou Europa opnieuw netto-exporteur worden. Een afnemende consumptie Er is nog een andere factor die kan zorgen voor een overschotcampagne 2017/18: specialisten verwachten namelijk dat de groei van de suikerconsumptie wereldwijd zal vertragen. Dit is onder meer het gevolg van de anti-suikercampagnes die talrijke landen opzetten, het feit dat de voedingsindustrie de suikertoevoeging gaat beperken en dat talrijke landen taksen heffen op gesuikerde dranken. Volgens ISO zou er gezien de voorspelling van een wereldconsumptie van 174 miljoen ton in 2017/18, een overschot zijn van ongeveer 3 miljoen ton suiker op wereldschaal. Deze voorspellingen voor de campagne 2017/2018 doet de wereldsuikerprijs afnemen. Sedert februari 2017 daalde hij al met 30 procent, van gemiddeld 515 euro per ton witsuiker in februari 2017 naar 360 euro per ton eind juni. Evolutie van het overschot/tekort op de wereldmarkt voor suiker (ISO) van 2004 tot 2017 Europese markt: een grotere concurrentie voor Europese suiker Sedert januari 2017 blijven de verkoopprijzen meegedeeld door het prijzenobservatorium van de EU stabiel: 497 euro per ton in februari 2017 en 495 euro in maart 2017, terwijl de voorraad voedingssuiker (binnen quotum) van de Unie zelden zo laag is geweest. De Europese markt anticipeert de suikerbergen die worden verwacht vanaf het najaar. Evolutie van de witte suikerprijs in euro per ton op de Europese markt en de wereldmarkt tussen 2008 en 2017 800 700 600 500 400 300 200 Prijs witte suiker 2008-2017 404 /t 495 /t 360 /t 100 jun-09 jun-10 jun-11 jun-12 jun-13 jun-14 jun-15 jun-16 jun-17 Wereldmarktprijs Verkoopprijs EU Referentieprijs EU Voor de campagne 2017/18 hebben de Europese suikerproducenten hun ingezaaide oppervlakte sterk uitgebreid, gemiddeld met 17 procent. Dit is vooral het geval in het Verenigd-Koninkrijk (+33%), Duitsland (+27%) en Nederland (+21%). In België steeg het bietenareaal met 14 procent. Met een productie die 20 procent hoger zal liggen in de EU en een wereldwijd suikeroverschot bevindt de Europese suiker zich in een moeilijke context. Nu de exportbeperkingen zijn opgeheven kan de Europese Unie zoveel suiker exporteren als zij wil, maar tegen welke prijs? De concurrentie zal bikkelhard worden. Enerzijds moet Europa het hoofd bieden aan de suikerproductie in Rusland en Oekraïne en anderzijds moet zij opnieuw witte suiker kunnen exporteren naar de landen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten die sedert de voorbije tien jaar grote raffinaderijen hebben gebouwd waarmee ze de ruwe suiker die zij invoeren uit Brazilië of Azië kunnen raffineren. In België kon de uitzaai voor de campagne 2017/2018 door de gunstige weersomstandigheden vrij vroeg starten. 64.000 hectare bieten werden gezaaid (+ 14%): 16.400 hectare door het cliënteel van IS (14.924 ha in 2016) en 48.000 ha door het cliënteel van TS (41.959 ha in 2016). n

Neonicotinoïden Stand van zaken In onze vorige editie informeerden we u over het voorstel van de Europese Commissie om de 3 insecticiden van de familie van de neonictonioïden te verbieden: imidaclopride, clothianidine en thiamethoxam. Midden juni diende Europarlementslid Girling (lid van de ECR: Europese Conservatieven en Hervormers) een voorstel in om zich te verzetten tegen het algemeen verbod van de Commissie. Het voorstel werd in de Commissie Leefmilieu van het Europese Parlement van 22 juni 2017 met een grote meerderheid verworpen. Sinds de lancering op de Belgische markt in september 2016 kiezen steeds meer Belgen voor Coca-Cola zero sugar. Vandaag koopt 45 procent van de Belgische gezinnen regelmatig Coca-Cola zero sugar. België was een van de eerste markten die het nieuwe recept van Coca-Cola zero introduceerde samen met het Verenigd Koninkrijk, Nederland en Ierland. Coca-Cola zero sugar werd ook op de Australische en Nieuw-Zeelandse markt gebracht. Suikervrij en een smaak die zeer dicht aanleunt bij de authentieke smaak van de originele Coca-Cola, is het idee dat schuilgaat achter deze nieuwe frisdrank. Zero sugar werd verkoopsargument Coca-Cola heeft haar verkoop tijdens de vijf jaatste jaren met 25 procent zien dalen door de anti-suikercampagnes die zowat overal in de wereld op touw werden gezet. Dit verklaart waarom tussen 2012 en 2017, Coca-Cola in innovatie investeerde, voornamelijk om het suikergehalte in haar productgamma te verminderen. Momenteel vertegenwoordigen suikervrije dranken al 45 procent van het verkoopvolume. Daarmee ligt Coca-Cola op schema om tussen nu en 2020 het suikergehalte van haar drankengamma met minstens 10 procent te reduceren ten opzichte van 2012. De nieuwe Coca-Cola zero sugar zal geleidelijk Coca-Cola zero vervangen in België. Coca-Cola heeft bewust voor de benaming zero sugar gekozen om nog duidelijker aan te tonen dat de frisdrank Het is nu aan de lidstaten om zich in de Europese Raad over het voorstel van de Commissie uit te spreken. Zowel de Belgische als de Europese suiker-bietketen hebben een gelijklopend standpunt in dit dossier: zonder alternatief zal het verbod op neonicotinoïden in de bietenteelt de bietplanters dwingen om meer gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken die minder efficiënt zijn en veel schadelijker voor mens, dier, bijen en milieu. Coca-Cola zero sugar scoort goed in België Een meer expliciete marketingstrategie: de nieuwe benaming zero sugar legt duidelijk de nadruk op een suikervrije frisdrank. geen suiker bevat. Voor de consument is suiker het meest storende ingrediënt in Coca- Cola. In één liter Coca-Cola zitten 16 suikerklontjes, wat enorm veel is. Het drinken van 170 liter gewone Coca-Cola per jaar stemt overeen met het eten van 20 kilogram suiker. Hierbij de ingrediëntenlijst van Coca-Cola zero sugar: water, kleur (caramel E150d), fosforzuur, zoetstoffen (aspartaam, acesulfaam-k) en natuurlijke aroma s, met inbegrip van cafeïne en een zuurregulator (natriumcitraat). n Zoetstoffen ACTUALITEIT 3 Unavoo lanceert nieuwe zoetstof voor diabetici De website Food Navigator kondigt aan dat het bedrijf Unavoo een nieuwe zoetstof onder dezelfde naam zal lanceren, waardoor het niet meer nodig zal zijn om suiker of kunstmatige zoetstoffen toe te voegen aan voeding en drank. Deze nieuwe zoetstof is een prebioticum dat natuurlijke ingrediënten op basis van stevia en voedingsvezels gebruikt. De nieuwe zoetstof zou geschikt zijn voor diabetici, omdat zij het bloedsuikerspiegelgehalte niet verhoogt. Het bedrijf Unavoo heeft een partnerschap met de Britse groep ED&F Man om deze nieuwe zoetstof te produceren en te commercialiseren. Een brevet werd neergelegd en moet nog worden goedgekeurd. De eerste producten zonder toegevoegde suiker en gezoet met Unavoo zouden eind 2017 beschikbaar zijn. PureCircle ontwikkelt steviaplant die 20 keer zoeter is dan de standaardplant PurCircle heeft via klassieke selectie een steviavariëteit ontwikkeld die twintigmaal meer stevioglycosiden bevat dan de standaardplant. PureCircle teelde zijn nieuwe ras al op duizenden hectares. De eerste bladoogst is voor dit jaar gepland, waarna de voedingsfabrikanten de ggo-vrije (niet-genetisch gewijzigde) zoetstof, gewonnen uit het blad van dit nieuwe steviaras, zullen kunnen kopen. Kokosnootsuiker: een nieuwe trend Kokosnootsuiker gemaakt van het sap van de kokosnootbloem zit in de lift omdat hij beschouwd wordt als een gezonder alternatief voor suiker. De voedingsdeskundigen zijn niettemin sceptisch, omdat alternatieve suikers worden voorgesteld als gezonder terwijl zij 100 procent suiker bevatten. De producenten van kokosnootsuiker beweren dat het product meer vitaminen en mineralen bevat dan suiker. Naar nieuwe horizonten met www.distritech.be VOORWAARDEN GELDIG OP HET HELE GAMMA Monoshox NG Plus M NG Plus 4 NC Classic NC Technic Meca V4 Tel: 04 377 35 45

4 COCO HASPENGOUW Receptie TS 2017: Hele bieten en andere veranderingen Binnen drie maanden zullen de eerste quotumvrije bieten aan de suikerfabrieken geleverd worden. Zoals u ongetwijfeld al vernomen hebt, zullen deze bieten niet meer ontkopt worden. Er zal hiermee rekening moeten worden gehouden bij het rooien. Ook in de fabriek en meer bepaald in de receptie zullen aanpassingen doorgevoerd worden in functie van de nieuwe voorwaarden voor de levering van bieten. Vanaf de ondertekening van het Interprofessioneel Akkoord 2017 bespreken uw vertegenwoordigers met de suikerfabrikanten deze nieuwe receptie en herformuleren ze de ontvangstrichtlijnen. Wat houden de ontvangstrichtlijnen in? In Bijlage X, Afdeling 11.4 van Verordening (EU) nr. 1308/2013, staat dat het interprofessioneel akkoord voorschriften moet bevatten inzake de monsterneming en de methoden ter bepaling van het brutogewicht, de tarra en het suikergehalte. In België, worden deze voorschriften onderhandeld tussen de suikerfabrikanten en CBB en maken zij deel uit van de nationale akkoorden onder de benaming Ontvangstrichtlijnen. Hierin staan de verschillende verplichte stappen van de receptie, van de staalname tot de analyse van het suikergehalte met de polarimeter. Zij waren altijd gemeenschappelijk voor de Belgische suikergroepen. Met het einde van de quota, heeft TS deze voorwaarden voor levering van bieten gewijzigd wat gevolgen heeft voor de ontvangstrichtlijnen. Welke gevolgen voor de planters? Eerste grote verandering, er zal geen koptarra meer zijn. U zult dus hele en micro-ontkopte bieten leveren die niet meer zullen worden nagekopt in de fabriek, waardoor ook alle discussies over de kop verdwijnen. Er duikt wel een nieuw discussiepunt op, namelijk over het al dan niet «conform» zijn van de bieten. Want er zal u een boete worden opgelegd als u te veel bieten met bladeren levert. Om te weten of een biet met of zonder bladeren beschouwd wordt, zal men zich op een referentiesysteem moeten baseren. Wij kunnen u dit systeem nog niet toelichten, maar het zal waarschijnlijk overeenstemmen met het systeem dat de Franse planters al sinds vijf jaar gebruiken en dat zinvol is gebleken. U moet er dus op toezien dat u uw rooisystemen aanpast, zodat u hele en micro-ontkopte bieten kunt leveren. Dit is zeker belangrijk met de heterogene opkomsten op sommige velden dit jaar. Demonstraties hieromtrent zullen worden georganiseerd samen met het KBIVB en TS, bij de start en tijdens de campagne, om u zo goed mogelijk te informeren. Een tweede aanpassing is het verlagen van de spilkoers van 1 procent grondtarra. Wat betekent dat de boetes voor het aanvoeren van grond in de fabriek hoger worden. Extra waakzaamheid is dus geboden om te hoge boetes (6 euro per ton grond) te vermijden en ook om de kosten voor het transport van de grond die u voortaan zullen worden aangerekend te voorkomen. Wijziging van het receptielokaal: wat we u nu al kunnen melden... 1. Gezien de bieten niet meer ontkopt worden, is het niet meer nodig om onderstalen te nemen van 20 kilogram. Ieder staal, hetzij ongeveer 70 kilogram biet, zal dienen voor de bepaling van de grondtarra, de plantaardige tarra en het suikergehalte van uw lading. Het meten van het suikergehalte zal dus representatiever zijn ten opzichte van het vroegere systeem. Om dit te realiseren zullen grotere bakken gebruikt worden op de tarraband. 2. De grondtarra zal de som van twee metingen zijn: enerzijds, de hoeveelheid verwijderde grond gedurende het wassen, verkregen door het verschil te berekenen tussen het brutogewicht van het genomen staal in het voertuig en het gewicht na het wassen en, anderzijds, de vreemde elementen (stenen,...) die zullen worden gewogen. Tot nog toe werden deze elementen verwijderd vóór het wegen van de gewassen bieten en de grondtarra werd berekend door het verschil tussen brutogewicht en gewassen gewicht. 3. Andere nieuwigheid: de plantaardige tarra (zoals bijvoorbeeld rotte delen) zal ook worden gewogen. Tot nog toe werd de plantaardige tarra opgenomen in de koptarra. 4. De sorteerder zal zoals vroeger de externe kwaliteit van het staal beoordelen (bijvoorbeeld aanwezigheid van stenen,...) en een kwaliteitscode toekennen. Hij zal ook een nieuwe taak hebben, namelijk het tellen van het aantal niet-conforme bieten, met andere woorden het aantal bieten met bladeren en bladstelen. De bladeren en bladstelen bevatten geen suiker en kunnen het water vasthouden wat het suikergehalte van uw levering nadelig zal beïnvloeden. U moet bij het rooien erop toezien dat de aanwezigheid van Het staal van ongeveer 70 kg wordt genomen door de rupro, gewogen (gewicht B1) en gewassen in de parmentières. Het wordt daarnog nogmaals gewogen (gewicht N1) en op de sorteerband wordt de plantaardige tarra en de grondtarra verwijderd en de niet-conforme bieten worden geteld. Vervolgens gaat het staal naar de rasp en het raspsel via de Venema-keten waar het suikergehalte wordt gemeten. bladeren en bladstelen beperkt is. Om te bepalen wat een «niet-conforme» biet is, zal een referentiesysteem met foto s van bieten die aanvaard of geweigerd worden ter beschikking worden gesteld van de sorteerder. 5. Om de kwaliteit van het staal te beoordelen zullen twee foto s worden genomen. Eén foto vóór en één foto na het wegnemen van de grondtarra en de plantaardige tarra. Deze foto s kunnen in geval van klacht gebruikt worden om het geleverde staal en het werk van de sorteerder te controleren. 6. De balans juist vóór de rasp verdwijnt. Het nettogewicht van de bieten zal berekend worden door het verschil te berekenen tussen het gewassen gewicht en het gewicht van de grond- en plantaardige tarra. 7. Het bepalen van het suikergehalte zal nog altijd gebeuren op de automatische Venema-Keten. Alleen zal een grotere hoeveelheid raspsel gebruikt worden, waardoor de meting representatiever wordt. Het werk van onze controleurs zal dus ietwat veranderen. Zij zullen niet meer moeten toezien op de ontkopping, maar wel op het werk van de sorteerder. Wat hij bepaalt als grondtarra, als plantaardige tarra en het aantal niet-conforme bieten zijn belangrijke te controleren zaken, naast het andere werk dat moet gebeuren. Er blijven nog enkele punten onopgelost. Zij zullen heel binnenkort worden besproken met de TS, onder meer de componenten van de grondtarra en De planters zullen hele bieten leveren aan de TS-fabrieken. De bieten zullen niet meer ontkopt worden in de fabriek, wel zal de plantaardige tarra (zoals rotte delen) worden gewogen. de plantaardige tarra en het referentiesysteem voor de «niet-conforme bieten. Zodra dit systeem beschikbaar is, zullen we het op onze website plaatsen en het ook publiceren in onze krant. Het is belangrijk te vermelden dat deze richtlijnen maar gelden voor één jaar en dat afhankelijk van het verloop van de campagne 2017-18, zij nog aangepast kunnen worden. n Judith Braconnier (Fédé RT) en Pascale Tychon (CBB) Vacature Vacature HET COÖRDINATIECOMITÉ VAN DE BIETPLANTERS VAN ISCAL zoekt 4 «controleurs» (m/v) voor de bietenreceptie in de suikerfabriek van Fontenoy WIE ZIJN WIJ? Het Coördinatiecomité ISCAL vertegenwoordigt de suikerbietplanters die hun suikerbieten leveren aan ISCAL. De belangrijkste activiteit is de organisatie van de controle op de correcte ontvangst van de bieten in de suikerfabriek in Fontenoy, alsook de verdediging van de belangen van de suikerbietplanters t.o.v. de suikerindustrie. Fontenoy ligt dicht bij Doornik, op 45 km van Kortrijk, 30 km van Ronse en 50 km van Geraardsbergen. Meer info over onze werking is te vinden op www.suikerbiet.be en www.cbb.be. WIJ ZOEKEN CONTROLEURS U maakt deel uit van een ploeg controleurs met als taak de opvolging van de correcte ontvangst en analyse van de suikerbieten die geleverd worden in de fabriek in Fontenoy. U doet zowel labo- als bureelwerk en dit in een variabel uurrooster (3 shiften tussen 3 en middernacht) dat in overleg met uw collega s wordt opgesteld. GEZOCHT PROFIEL U hebt bij voorkeur een bachelor landbouw of gelijkwaardig (m/v). U kent (of komt uit) het landbouwmilieu en schrikt niet terug voor een combinatie van administratief en praktisch werk. U kunt vlot overweg met Word en Excel. U werkt graag in ploegverband. U kunt zich goed behelpen in de Franse taal (gesproken kennis). AANBOD Wij bieden u een contract aan voor de suikerbietcampagne 2017-2018 (start ± 20 september tot ± begin januari) tegen een aantrekkelijk loon. Er is een tussenkomst in de verplaatsingskosten en we voorzien een gepaste theoretische en praktische opleiding. GEÏNTERESSEERD OF MEER INFO? Stuur vóór 16 augustus per e-mail uw CV en motivatiebrief of uw vraag naar Eric Van Dijck, secretaris Coördinatiecomité Iscal - van.dijck.eric@gmail.com. HET COÖRDINATIECOMITÉ VAN DE BIETPLANTERS VAN HASPENGOUW zoekt een «controleur» (m/v) voor de bietencampagne in de suikerfabriek van Tienen WIE ZIJN WIJ? Een medewerker met verantwoordelijksgevoel en vlot in de omgang (m/v), met labo-ervaring en/of bachelor in de landbouw of in de wetenschappen, voor het opvolgen van de bietenreceptie in de fabriek van Tienen. Kennis van het Frans is een pluspunt. IN DE PRAKTIJK We bieden een voltijdse functie voor bepaalde duur in een drieploegensysteem (voor-middag/ namiddag/nacht), mogelijk verlengbaar voor de volgende campagnes. Het uurrooster wordt in overleg met de andere controleurs opgesteld. U werkt ook af en toe op zonen feestdagen. Periode: van half september tot half januari. FUNCTIE Controle van de verschillende fasen van de bietenreceptie. Controle en opvolging van het meetproces voor de suikergehaltebepaling van de bieten, via het uitvoeren van parallelle analyses. Bepaling van het drogestofgehalte van de pulp. Samenwerken met de andere controleurs en met het fabriekspersoneel. Meer info over ons vindt u op www.suikerbiet.be en www.cbb.be. Bent u geïnteresseerd in deze functie, mail dan uw curriculum vitae evenals uw motivatiebrief naar Judith Braconnier, secretaris van het Coördinatiecomité van Haspengouw: judith.braconnier@cbb.be. De uiterste datum om uw kandidatuur in te sturen is 16 augustus 2017.

KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT TOT VERBETERING VAN DE BIET VZW Molenstraat 45, B-3300 Tienen - info@kbivb.be - www.irbab-kbivb.be 5 De suikerbiet en haar teelttechniek PVBC - PROGRAMMA VOORLICHTING BIET CICHOREI, IN HET KADER VAN DE PRAKTIJKCENTRA Rubriek opgesteld en medegedeeld onder de verantwoordelijkheid van het KBIVB, J.-P. Vandergeten Directeur KBIVB, met de financiële steun van de Vlaamse overheid. FUNGI MEMO 2017 We overlopen met u de belangrijkste punten van de bladschimmelbestrijding in de biet. Na 2016, een jaar met een heel hoge ziektedruk voor Cercospora zullen we opnieuw zeer alert moeten zijn indien de goede weersomstandigheden voor het ontwikkelen van deze ziekte zich voordoen. Laat ons niet vergeten dat er niet alleen Cercospora is maar het is wel de ziekte die we het meeste vrezen aangezien de opbrengstverliezen ernstig zijn indien men de controle over deze ziekte verliest. Daarbij komt dat we recent konden vaststellen dat Cercospora resistent geworden is aan sommige van onze fungiciden. Risico s op perceel niveau inschatten, waarnemen, op het juiste moment (is bij drempel ) behandelen, opnieuw waarnemen 2 à 3 weken later in functie van de ziektedruk (hierbij helpt onze waarnemingsdienst) en indien de spuitdrempel opnieuw bereikt is behandelen met een ander product met andere actieve stoffen de boodschap. Er zijn vier te behandelen bladschimmelziekten! Barbara Manderyck en André Wauters, KBIVB Hoeveel risico op een vroege/sterke ziekteontwikkeling hebt u op uw percelen? Ziektedruk van vorig jaar: een infectiebron voor dit jaar. 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 wk 28 wk 29 wk 30 wk 31 wk 32 wk 33 wk 34 wk 35 2009 - T1 2010 - T1 2011 - T1 2012 - T1 2012 - T2 2013 - T1 2014 - T1 2014 - T2 2015 - T1 2015 - T2 2016 - T1 2016 - T2 Grafiek die de evolutie van de bladschimmelziekten, het bereiken van de spuitdrempel toont in de waarschuwingsvelden, voor de laatste jaren. Let op de sterke en snelle ontwikkeling in 2016. Dit was te wijten aan een vroege en langdurige ontwikkeling van Cercospora. We zijn dus zeker dat er veel sporen zijn in onze omgeving dit jaar! In sommige percelen werd de spuitdrempel tussen week 28 en 29 bereikt. In andere pas in week 30-31. Bron IRS Witziekte (foto links boven) Vroeg stadium: kleine stervormige, witte, vlekken zichtbaar door het blad onder een bepaalde lichtinvalshoek te plaatsen. Kan bij vroeg verschijnen een opbrengst vermindering van 5 à 10% geven. Weinig invloed op het suikergehalte en de extraheerbaarheid. Roest (foto rechts boven) Vroeg stadium: rood-oranje-bruine oneffenheden, die roodoranje poeder met sporen kan bevatten, vaak omgeven door gele ring. Bij zware aantasting is een verlies van 5 à 10% mogelijk. Weinig effect op het suikergehalte en de extraheerbaarheid. Cercospora (foto onder links) Vroeg stadium: kleine ronde grijsachtige vlekken met een donkere bruin-rode rand. In het midden (met de loep) zwarte puntjes zichtbaar (sporendragers) met daarop soms witte sporen. Bij vroeg verschijnen, mogelijke suikeropbrengst vermindering van 5 à 10%, bij zeer zware aantasting tot 20%. Belangrijke invloed op het suikergehalte en de extraheerbaarheid. Ramularia (foto onder rechts) Vroeg stadium: kleine lichtbruine vaak onregelmatige vlekken, met een onregelmatige licht tot donkerbruine rand en met in het midden (loep) witte puntjes die de sporendragers zijn. Mogelijke opbrengstvermindering zeer gelijkaardig aan Cercospora indien de ziekte zich ontwikkeld. Het is belangrijk dat u de verschillende bladziekten kan herkennen want er zijn ook ziekten waarvoor we niet kunnen of moeten behandelen zoals pseudomonas, alternaria of phoma. Weersomstandigheden De droogte kan niet blijven duren! Een hoge relatieve vochtigheid in het gewas speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van de ziekten. Temperatuur speelt ook een belangrijke rol. Bij hoge temperaturen zal men eerder Cercospora (optimum 25-30 C) verwachten, bij eerder koele zomertemperaturen is de kans groter dat Ramularia (optimum 17 C) zich ontwikkeld. Witziekte houdt dan weer van de afwisseling van warme en droge dagen en koele en vochtige nachten. Roest ontwikkeld gemakkelijker in lange vochtige perioden bij frissere temperaturen (optimum 15-22 C). Rotatie, veldlocatie en bodembewerking Wat betreft de aantasting door Cercospora, ramularia en roest is er zeker een invloed van de rotatielengte op het voorkomen van deze ziektes. Voor witziekte is dit in mindere mate het geval. Een rotatie van 1 op 3 jaar is het absolute minimum om de risico s binnen de perken te houden, een langere rotatie is steeds beter. Zowel voor Cercospora, als voor Ramularia is er een hoger risico op ernstige aantasting en een snelle uitbreiding indien er zich op buurtpercelen haarden van deze ziekten bevinden. Zoals beschreven brengt een buurtperceel waar in het voorgaande jaar bieten niet-kerend werden geteeld en waar er een sterke aantasting van Cercospora was ook meer risico met zich mee voor uw perceel dit jaar. Dit omdat de schimmelsporen van Cercospora minstens drie jaar nodig hebben om af te sterven. Indien ze dus in dit naburig perceel aan de oppervlakte blijven, dan kunnen ze een besmettingsbron vormen voor uw perceel. De veldlocatie is ook een parameter waar we rekening mee dienen te houden. Indien een perceel meer beschut lig in een vallei of er een lokaal microklimaat is of het perceel omzoomd is door bomen dan zal de teelt langer nat blijven. Langere perioden met bladnat verhogen het risico op een vroege en snellere ontwikkeling van de ziektes zoals Cercospora en Ramularia. De rasgevoeligheid : een minder gevoelig ras biedt meer flexibiliteit en zekerheid bij late rooi! Op onze website kan u een presentatie vinden met daarin meer informatie rond het herkennen van de bladziekten, ook het herkennen van niet-schadelijke bladziekten of bladziekten waar een fungicidebehandeling geen nut heeft is belangrijk. U kan de presentatie vinden op: http:// www.irbab-kbivb.be/bieten/plantenbescherming/bladziekten. Voor witziekte en roest hebben onze fungiciden een echt genezende werking. Voor Ramularia en vooral Cercospora hebben onze fungiciden eerder een pauzerende werking. Opvolging en tijdig maar niet te vroeg behandelen is hier belangrijk om een maximaal effect te hebben op het afremmen van de ontwikkeling van de ziekte doorheen de zomer. Het ras dat u gekozen hebt speelt een rol wat betreft de aanwezigheid van de éérste symptomen van de bladziekten. Het speelt een belangrijke rol in de mate en de snelheid waarmee een ziekte zich kan ontwikkelen. Een minder gevoelig ras kan later de eerste symptomen vertonen en de ziekte zal zeker minder snel evolueren in het gewas. Dit kan een zeer groot voordeel zijn om het gewas gezond te houden in het najaar. Dit vooral voor het beperken van de schade door een late ontwikkeling van Cercospora en Ramularia in september-oktober, in de periode nadat de werking van het fungicide is afgelopen.

6 Bij een minder gevoelig ras, bestaat de kans dat de fungicidebehandeling later in de zomer moet uitgevoerd worden omdat pas dan de schadedrempel bereikt wordt. Rekening houdende met een werkingsduur van ongeveer (2) à 3 weken voor de fungiciden kan het dan volstaan één fungicidebehandeling uit te voeren. In een jaar met een lage ziektedruk en afhankelijk van de soort aanwezige bladschimmelziekte(n) bestaat de kans dat het zelfs niet rendabel is (en dus niet noodzakelijk) om een fungicidebehandeling uit te voeren op een weinig gevoelig ras. Foto 2016 rassenproeven KBIVB: links een gevoelig ras ten aanzien van Cercospora, rechts het minst Cercospora gevoelige ras op de markt. Zeker in het kader van een verminderde werkzaamheid van onze fungiciden ten aanzien van Cercospora zal de rassenkeuze steeds belangrijker worden als beschermingsmethode tegen een ontwikkeling van de ze ziekte! In de figuur hieronder kan u voor de rassen die u uitzaaide nakijken wat de gevoeligheid voor de bladschimmelziekten is. Dit om u te helpen bij het inschatten van het risico van vroege verschijning van bladschimmelziekten en/of de snelle evolutie ervan op uw percelen. Resistente Cercospora : een recent evolutie Anders dan in andere teelten beschikken we in de bietenteelt slechts over een beperkt aantal werkingswijzen qua fungiciden. Op pagina 3 kan u een tabel vinden met daarin alle in biet erkende fungiciden voor dit seizoen. Wat betreft Cercospora zal u zien dat er slechts twee werkingswijzen zijn die een werkzaamheid hebben. De eerste groep dat zijn de triazolen en de amines (dat is de fenpropidin en de fenpropimorf), deze zijn in het groen aangegeven in de tabel met actieve stoffen. Deze groep werkt in op de membraansynthese van de Cercospora. De tweede groep met een werking op de ademhaling van de Cercospora zijn de strobilurines. Deze groep is in het oranje aangegeven in de tabel van actieve stoffen. Sedert 2014 laat het KBIVB al Cercospora stalen testen op resistentie ten aanzien van de strobilurines. Waar er in 2014 nog geen probleem was bleek dat we in 2016 geëvolueerd waren naar een situatie waar er wel resistentie is van de Cercospora ten aanzien van de strobilurines. Deze snelle evolutie is ook vastgesteld in andere landen in Europa zoals Oostenrijk waar ze al verschillende jaren met hetzelfde probleem kampen. Door een genetische mutatie in de Cercospora populatie gaat de werkzaamheid van de strobilurines verloren. Het testen op de aanwezigheid van deze mutatie gebeurde op een aantal velden eind september 2016. Dit is dus na de fungicidebehandelingen. De resultaten zijn weergegeven in de figuur hieronder. % gemuteerde allelen (A) 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 G143A [%], percentage gemuteerde allelen in Cercospora isolaten die stobilurine resistentie veroorzaken (IRBAB KBIVB monitoring 2016) gevoeligheid bladziekten : hoe langer de balk, hoe gevoeliger het ras voor de ziekte Figuur : resultaten van een monitoring uitgevoerd eind september 2016, na de fungicidebehandelingen, door het KBIVB. In alle geteste stalen komt strobilurine resistente Cercospora voor. Slechts 1 staal had minder dan 50% van de Cercospora die resistent waren. rhizoctonia nematoden rhizomanie XavieraKws GondolaKws Carma AnnelauraKws BTS110 Tisserin Clairamax GeorgettaKws Amarok BTS520 TimotheaKws BTS3955* LisannaKws BTS990 SympaticaKws LeonellaKws Bambou Puramax Baribal Loriquet Acacia Bonsai Lumiere Eucalyptus Gauss Callas GaëllaKws Bazin* BTS4860N* Eglantier* EvamariaKws* Jinx* BTS605 IsabellaKws Curtis Iguane BTS180 Tolemax UrselinaKws* * 2 jaar observatie classering volgens type & gevoeligheid cercospora cercospora ramularia witziekte roest De Cercospora stalen werden niet alleen getest op strobilurine resistentie, ze werden ook getest voor hun gevoeligheid ten aanzien van de door ons gebruikte triazolen. Ook hier werd een verlaagde gevoeligheid vastgesteld voor de vaakst gebruikte triazolen. Deze resultaten zijn reden tot bezorgdheid maar geen reden tot paniek. Reden tot bezorgdheid want het gaat de verkeerde kant uit wat betreft de gevoeligheid van onze fungiciden ten aanzien van Cercospora. Daarbij komt dat we niet snel nieuwe fungiciden moeten verwachten. Geen reden tot paniek aangezien de foto s hieronder duidelijk weergeven dat niet alleen de aanwezigheid of afwezigheid van resistente Cercospora een rol speelt in het welslagen van de bestrijding. Er is ook een zeer belangrijke rol voor nog een hele resem andere factoren zoals: rotatie, rassenkeuze, ligging van perceel, tijdstip van behandeling en de productkeuze. De mate waarin deze laatste meespeelt zal ook afgetoetst worden in proeven van het KBIVB van 2017. Wat betreft onze adviezen wijzigt er niets momenteel. Wel zeggen we nog duidelijker dan vroeger dat indien u twee behandelingen dient uit te voeren u moet wisselen van product. Niet alleen van productnaam maar ook van actieve stoffen. Zo hopen we zo lang mogelijk de werkzaamheid van onze fungiciden te behouden. Oleye-Waremme: zaai 21/3/16 var Gauss 25/7: 1L Spyrale 22/8 : 1L Retengo Plus 3/10 : foto en staalname 79 % stobilurine resistentie Kanne: zaai 22/3/16 var Gaëlla 16/7: 0,35 L Agora 2/9 : 1L Retengo Plus 3/10 : foto en staalname 89 % stobilurine resistentie Haasrode: zaai 24/3/16 var Annelaura 20/7: 0,7 L Armure 15/8 : 0,35 L Agora 3/9: 0,7 L Armure 3/10 : foto en staalname 68 % stobilurine resistentie Foto s : van boven naar onder, van minst aangetast naar meest aangetaste perceel opgenomen in de Cercopsora strobilurine resistentie monitoring. Op alle percelen komt resistentie voor. Desondanks is de bestrijding op het bovenste perceel beter, het heeft een ruime rotatie, heeft geen beschutte veldlocatie en werd zeer gedetailleerd opgevolgd met waarnemingen en er werd op een voor dat perceel goed moment behandeld.

7 Ga waarnemen en maak gebruik van onze waarschuwingsdienst! Volg onze berichten en consulteer onze website. Zo kan u zien of in u buurt reeds symptomen zijn waargenomen. Maar eveneens kan u via de berichten, u toegestuurd via mail, lezen wat de evolutie in de waarnemingsvelden is en of er dus een erge ziektedruk is of niet. Deze diensten dienen om u te alerteren. Ze vervangen zeker niet de waarnemingen die u zelf dient uit te voeren op uw eigen percelen. Want zoals aangegeven geen twee velden zijn gelijk. Start begin juli met de waarnemingen in uw eigen percelen! gewas komen op het moment dat het eerder toegepaste fungicide bijna uitgewerkt is. Een tweede behandeling is dan noodzakelijk en komt dan soms te laat (zeker als Cercopora sterk kon ontwikkelen in tussentijd) in andere gevallen had ze soms vermeden kunnen worden. Indien men te laat gaat observeren of wacht tot er meer symptomen zijn dan zal er een economisch verlies optreden. Hou er rekening mee dat zeker voor Cercospora en in mindere mate voor Ramularia onze fungicidebehandelingen weinig curatieve werking hebben. Men gaat bij behandeling vooral de verdere ontwikkeling stoppen. Voor witziekte en roest is er wel een curatieve werking van de fungiciden. Hou er rekening mee dat je dan +/- 3 weken later opnieuw moet gaan waarnemen om te zien of de ziekten zich opnieuw ontwikkelen. Indien de schadedrempel opnieuw overschreden is op de (nu nieuwere) bladeren van de middelste kroon dan kan een tweede behandeling noodzakelijk zijn. Hou er rekening mee dat de schadedrempel verhoogt na 20 augustus omdat de rendabiliteit van een fungicidebehandeling daalt naar mate we het einde van de zomer naderen. Hoe moet men behandelen: keuze van product, dosis Kies een goed product Voor een geslaagde fungicidebehandeling moet men een product kiezen dat werkt tegen de bladschimmelziekten aanwezig in het perceel. In België komen naarmate de tijd na het bereiken van de schadedrempel verstrijkt vaak meerdere bladschimmelziekten voor op éénzelfde perceel. Vaak is dat al het geval bij het bereiken van de schadedrempel. Daarom adviseren wij om een fungicide te kiezen dat een werking heeft tegen de vier bladschimmelziekten. In de tabel onderaan kan u zien welke fungiciden dat zijn en wat hun sterke punten zijn. Figuur:. Cartografische illustratie van de evolutie van de bladziekten in de waarnemingsvelden. Legende van de iconen : zie www.irbab-kbivb.be > via snel naar : Cartografie waarnemingsvelden - naar: juli-augustus: gezondheidsproblemen gesignaleerd in het gewas. Behandel bij het bereiken van de schadedrempel Een vaak gehoord misverstand is dat er bij het gebruik van de schadedrempels dient gewacht te worden om te behandelen tot de ziekte duidelijk aanwezig is in het gewas. Dit is zeker niet het geval. Om waar te nemen loop in een diagonaal door uw percelen en neem verspreid over het veld 100 bladeren uit de middelste bladkroon van de biet. Indien u op dat moment 5 op 100 bladeren in het perceel hebt die één vlekje Cercospora of Ramularia vertonen moet men behandelen. Op dat moment ziet het gewas er nog helemaal niet ziek uit als men geen zeer gedetailleerde waarnemingen doet. Schadedrempel Vóór 20 augustus Na 20 augustus Cercospora, Ramularia 5 op 100 bladeren met één vlekje 20 op 100 bladeren met één vlekje Witziekte, roest 15 op 100 bladeren met één vlekje 30 op 100 bladeren met één vlekje Waarom is het belangrijk om wel te wachten tot deze eerste symptomen zichtbaar zijn? Indien men voor het verschijnen van de symptomen behandeld het is ook zo dat een te vroeg uitgevoerde behandeling nutteloos kan zijn. Dit omdat het dan mogelijk is dat de ziektes pas in het Pas het toe aan de volle dosis en wissel van producten indien een herhalingsbehandeling noodzakelijk is Het is belangrijk om de fungiciden toe te passen aan de erkende dosis. Indien de schadedrempel een tweede keer overschreden wordt dan moet men kiezen voor een product met een andere actieve stoffen dan het eerst toegepaste product. Zowel het respecteren van de dosis als het alterneren van producten in geval van meerdere toepassingen zijn zéér belangrijk om de resistentievorming van schimmels ten aanzien van onze fungiciden tegen te gaan. Een product dat toegepast is aan een lagere dosis dan de erkende dosis zal een korte nawerking hebben., zeker bij sterke Cercospora druk. Hou rekening met de wachttijd: respecteer de veiligheidstermijn Hou bij de keuze van fungicide ook rekening met de veiligheidstermijn. Deze is voor elk product verschillend. Deze veiligheidstermijn moet gerespecteerd worden en de keuze van product kan dus ook afhangen van de voorziene rooidatum. Voer de behandeling uit in goede omstandigheden De toepassing moet in goede omstandigheden gebeuren. Behandel daarom niet op warme momenten van de dag of op verwelkte bieten, gebruik minstens 150 à 200 l/ha water om de behandeling uit te voeren. Ook behandelen op nat bietenblad is afgeraden. Een behandeling na 10 september is nooit rendabel BLADFUNGICIDEN BIET Handelsnaam Update van Fytoweb.be: 28/05/2017 Bufferzone Erkenningsnummer Actieve stoffen (g/l), stoffen met dezelfde kleur hebben dezelfde werkingswijze Erkend tegen difenoconazool epoxiconazool propiconazool tetraconazool prochloraz fenpropidin fenpropimorf cyproconazool pyraclostrobin trifloxystrobine quinoxyfen Witziekte Cercospora Ramularia Roest Dosis (L/ha) Max. aantal toepassingen Veiligheidstermijn (dagen) AGORA RETENGO PLUS SPYRALE ARMURE DIFURE PRO, RANCH OPUS TEAM POKSIE 125, RUBRIC, TIFEX CAZOL, DIFCOR 250 EC, DIFEBEL, DIFENOBEL, DIFENOCONABEL, DIFFERENCE, EUROCONAZOOL, GEYSER, INTER DIFENOCONAZOLE 250, PLOVER, TAPIER, TAPIER 250 EC CORBEL EMINENT, BELROSE BUMPER P, PROPIRAZ EC 20 m met klassieke techniek 20 m met 50% driftreducerende techniek 20 m met 90% driftreducerende techniek Minimale bufferzone van 1 m met klassieke techniek Minimale bufferzone van 1 m met klassieke techniek Bufferzone van 5 m met klassieke techniek 10m met klassieke techniek Minimale bufferzone van 1 m met klassieke techniek- Minimale bufferzone van 1 m met klassieke techniek Minimale bufferzone van 1 m met klassieke techniek Minimale bufferzone van 1 m met klassieke techniek 10470P/B 160 375 0,35 1 21 9290P/B 50 133 0,8-1,0 2 28 8860P/B 100 375 1,00 1 28 8648P/B 150 150 0,70 1 21 10356P/B, 10487P/B 150 150 0,60 2 21 8473P/B - 1058P/P 84 250 0,70 2 28 1097P/P, 9738P/B, 10348P/B 1152P/P, 9454P/B en 1077P/P, 1148P/P, 1091P/P, 1154P/P, 1078P/P, 1082P/P, 8256P/B, 988P/P, 970P/P, 9477P/B, 10496P/B 125 0,75 2 28 250 0,50 3 21 7313P/B 750 0,75 1 45 9566P/B, 9897P/B 125 0,80 2 42 9013P/B, 1101P/P 90 400 1,00 1 30 FORTRESS 5 m met klassieke techniek 9063P/B 500 0.3 /0.2 1/2 28

8 Groenbedekker : Welk mengsel kiezen? Ronald Euben & Françoise Vancutsem, KBIVB Er bestaat geen ideale groenbedekker. De groenbedekkerkeuze moet afgestemd worden op ieder perceel afzonderlijk, afhankelijk van de geschiedenis van het perceel, specifieke situatie (helling ), beschikbare machines voor vernietiging, kenmerken van het bedrijf (teeltrotatie, aanwezigheid van dieren ) Groenbedekkers hebben een belangrijke rol in het goed functioneren van de bodem. Ze dragen bij aan de verbetering van de fysische, chemische en biologische kwaliteit van de bodem. Wettelijke verplichtingen Ten eerste zijn groenbedekkers opgenomen als keuzemogelijkheid om te voldoen aan de vergroeningseis van het GLB. Concreet wil dat zeggen dat er gekozen moet worden voor een groenbedekkermengsel waarvan minstens 2 onderdelen van het mengsel op de lijst met toegestane groenbedekkers staan en ook voldoen aan de minimale zaaidichtheden. Daarnaast moet deze maatregel ook gedurende een bepaalde periode aangehouden worden. De lengte van deze periode hangt af van de landbouwstreek waar het betreffende perceel gelegen is. Tot slot is het belangrijk om te weten dat gewasbeschermingsmiddelen niet gebruikt mogen worden in deze EAGgroenbedekkers. Echter is er een uitzondering voorzien wanneer het mengsel een grasachtige bevat (ook aan de minimale zaaidichtheid). In dit geval mag er na de aanhoudingsperiode wel gebruik gemaakt worden van bijvoorbeeld een totaalherbicide. Daarnaast kennen we natuurlijk allemaal de MAP-wetgeving welke bepaalde voorwaarden oplegt. Belangrijkste aandachtspunt met betrekking tot de groenbedekkerkeuze zijn de uiterlijke inzaaidata van de groenbedekker. Tot slot kennen we ook een nieuwe erosiewetgeving. Gezien niet-kerende bodembewerking een effectieve keuzemaatregel is, dient ook hier weer goed nagedacht te worden over de groenbedekkerkeuze. Want deze keuze zal belangrijk zijn voor de zaaibedbereiding in het voorjaar. Verder in het artikel komen we daar nog op terug. Meer informatie via volgende linken : http://lv.vlaanderen.be/nl/subsidies/perceelsgebonden/vergroeningspremie/ecologischaandachtsgebied (vergroening) https://www.vlm.be/nl/themas/mestbank/paginas/default.aspx (MAP5) http://lv.vlaanderen.be/nl/bedrijfsvoering/verzamelaanvraag-randvoorwaarden/ randvoorwaarden (erosie) Welke landbouwkundige aspecten moeten we onthouden? Verder in het artikel proberen we enkele vragen te beantwoorden die een rol spelen in de keuze van een geschikte groenbedekker als voorteelt voor suikerbieten. De teeltrotatie Rotaties met een verhoogd risico op de ontwikkeling van het bietencysteaaltje (Heterodera schachtii): Opslagplanten van koolzaad zijn waardplanten voor het bietencysteaaltje. Deze opslagplantjes moeten binnen een termijn van 3 weken na de kieming vernietigd worden. Het is belangrijk om in deze periode in te grijpen om de levenscyclus van het bietencysteaaltje te doorbreken alvorens cysten gevormd worden. De cysten zijn niet meer te vernietigen en blijven in de bodem aanwezig tot de volgende waardplant (bijvoorbeeld suikerbiet) geteeld wordt. Een vals zaaibed om opslagplanten te vernietigen tussen de koolzaadoogst en de inzaai van de groenbedekker is dan ook zeker aangewezen. Bij aanwezigheid van het bietencysteaaltje, kies dan zeker voor een kruisbloemige groenbedekker welke resistent is. Daarnaast moet de voorkeur ook uitgaan naar late rassen. Dit omdat vanaf de bloei, de wortelontwikkeling sterk vertraagt wordt en zo ook de mogelijkheid van de plant om aaltjes te verminderen. U kan een niet limitatieve lijst van de tolerante/resistente variëteiten gele mosterd en bladrammenas terugvinden op onze website: http://www.irbab-kbivb.be/bieten/ bodem/groenbedekkers/. Bij aanwezigheid van het stengelaaltje (Ditylenchus dipsaci), mag er niet voor gele mosterd gekozen worden. Er bestaat geen gele mosterd met resistenties/toleranties voor dit stengelaaltje. Ook haver is een waardplant voor het stengelaaltje en dient dus vermeden te worden bij aanwezigheid van deze parasiet. Rotaties gevoelig voor ontwikkeling van Rhizoctonia bruinwortelrot (rotaties met maïs, aardappel, biet, raaigras). Kruisbloemige groenbedekkers welke rijk zijn aan glucosinolaten (mosterd, rammenas) hebben een gunstig effect. Groenbedekkers met klaver, rogge, of haver hebben een positief effect op de ontwikkeling van een antagonistische flora tegen Rhizoctonia bruinwortelrot. Zij verbeteren de ontwikkeling van schimmels en bacteriën welke in concurrentie gaan met Rhizoctonia bruinwortelrot. Daarnaast hebben deze groenbedekkers ook een gunstig effect op de bodemstructuur, wat ook weer gunstig is in de bestrijding van Rhizoctonia bruinwortelrot. De schimmel gedijt goed op vochtige, slecht gedraineerde percelen met een lage ph. Een betere bodemstructuur (en dus afwatering) en optimale ph is dus de eerste stap in de bestrijding van Rhizoctonia bruinwortelrot. Bewerk de bodem daarom steeds in goede omstandigheden en werk teeltresten van de voorteelt goed onder. Probeer raaigras te vermijden omdat raaigras een waardplant is van de schimmel. Parasieten en andere plagen De link tussen teeltbelagers en groenbedekkers is niet altijd makkelijk te leggen voor suikerbieten. Emelten kunnen bevoordeeld worden bij een onregelmatige en/of dunne stand van de groenbedekker. Ook slakken kunnen voorkomen, maar dan vooral in teeltsystemen zonder ploegen. Een vernietiging en oppervlakkige inwerking van de groenbedekker zal vaak al een gunstige invloed hebben op het voorkomen van deze plaaginsecten. Emelten Welke soorten kiezen : enkelvoudige groenbedekker of mengsels van meerdere soorten Kant en klare mengsel, al dan niet in het kader van de vergroening, zijn beschikbaar in de handel. Let wel op dat in geval van mengsels, alle soorten in het mengsel zich correct kunnen ontwikkelen zonder dat de ene de andere overwoekerd. Verschillende soorten in één mengsel laten toe om verschillende voordelen te combineren (zie tabel hieronder). Zo kan u bijvoorbeeld kiezen voor een combinatie van een diep wortelende en oppervlakkig wortelende groenbedekker om zo een goede doorworteling van het volledige profiel te bekomen. Kruisbloemigen: mosterd, rammenas, koolzaad grasachtigen: haver, rogge, raaigras Vlinderbloemigen Wikke, klaver, paardenboon, erwt Zaaidatum : Facelia en vlinderbloemigen zijn het minst geschikt om laat (tweede helft augustus) uit te zaaien. Gele mosterd en bladrammenas mogen dan weer niet te vroeg (juli) gezaaid worden omwille van risico op zaadvorming. Na bloei heeft gele mosterd de neiging om te lignificeren. Dan worden de stengels harder en taai en zijn deze moeilijker te vernietigen. Ook de dynamiek van stikstofvrijstelling zal op dat moment wijzigen omdat de C/N verhouding van de plant gaat stijgen. Zaai : De doelstellingen van een groenbedekker zijn: aanbrengen van organische stof, vangen van de reststikstof en een bodembedekking tijdens de winter. Daarnaast zal een correcte uitzaai ook de zaaibedbereiding in het voorjaar beïnvloeden, zeker bij niet-kerende bodembewerking. In de periode van uitzaai van de groenbedekker, zijn de omstandigheden vaak zeer gunstig voor een diepe bodembewerking. Om een vlotte opkomst van de groenbedekker te garanderen, moet de bodem terug aangedrukt worden na de zaai. Nadeel echter is dat een aangedrukte, compacte bodem ook minder snel opdroogt in het voorjaar. Vernietiging van groenbedekkers Chemische vernietiging Enkel wanneer de wetgeving dit toelaat Mechanische vernietiging: Ploegen, ontstoppelen, hakselen, rollen Enkel wanneer de bodem voldoende draagkrachig is Vernietiging door vorst Kenmerken van de verschillende families Snelle groei en bedekking, goede stikstofopnemer, mosterd en koolzaad hebben neiging om de andere soorten te onderdrukken. Goede bron van koolstof => let wel op dat bij afbraak van veel koolstof stikstof uit de bodem verbruikt wordt (dus tijdens groeifase van volgende teelt), nuttig voor groenvoerwinning (bijvoorbeeld in mengsel met vlinderbloemigen) Fixeert stikstof uit de lucht (bij tijdige zaai!!), trage beginontwikkeling, lage C/N verhouding (vergemakkelijkt afbraak van groenbedekker omdat deze geen stikstof uit bodem gaan gebruiken tijdens volgteelt) Deze manier heeft de minste impact op de bodemstructuur aangezien de werkbreedte groot is en dus het aantal doorgangen beperkt. We zijn ook zeker van de vernietiging. Echter moeten we steeds de strengste wetgeving volgen. Zo is het chemisch vernietigen van een EAG-groenbedekkermengsel enkel mogelijk wanneer er een grasachtige (bijvoorbeeld japanse haver) in het mengsel zit (aan minimale zaaidichtheid). Volledige vernietiging en onderwerken van de groenbedekker indien de zaaimachine iet is uitgerust om te zaaien in restanten van groenbedekkers (snijschijven voor kouter) Ontstoppelen: Weinig ontwikkelde groenbedekker. Schijveneg is altijd effectiever, zelfs in erg ontwikkelde groenbedekkers. Hakselen : eenvoudig, vraagt relatief veel energie, let op sporen en een goede verdeling van de residu s Rollen : werkt enkel wanneer groenbedekker bevroren is Ploegen : plaats geen te hoge concentraties residu s onderaan de ploegvoor. Deze worden slecht afgebroken in afwezigheid van zuurstof. Enkel bij strenge winter. Let op groenbedekkerkeuze Wanneer er geen chemische vernietiging Opkomstpercentage suikerbieten zonder glyfosaat 100% met glyfosaat kan uitgevoerd 95% 90% 85% 80% worden, kun- nen sommige groenbedekkers een negatieve impact hebben op de opkomst van de suikerbieten. 75% De grafiek 70% toont aan dat alle vernietigingsmethodes in 65% het voorjaar onvoldoende bleken voor de 60% KLEPELEN LENTE NIETS SCHIJFEG LENTE SCHIJFEG WINTER GELE MOSTERD + BLADRAMMENAS + JAPANSE HAVER WINTERPLOEG vernietiging van de op dat moment nog levende bladrammenas. Bladrammenas is niet gevoelig voor vorst. Enkel een tijdige vernietiging in de winter (december) met een schijveneg, gaf gelijkaardige resultaten als de geploegde referentie. Dit wijst nog eens op het belang van een goede groenbedekkerkeuze. Om zekerder te zijn van een goede vernietiging, raden we zeker aan om steeds een vorstgevoelige groenbedekker te kiezen.

ALLERLEI SUIKER 9 Al Khaleej wil investeren in een suikerfabriek in Groot-Britannië Volgens de Engelse pers ligt een project ter studie voor de bouw van een suikerfabriek op de site van Knottingley op initiatief van de groep Al Khaleej, gebaseerd in Dubai (Verenigde Arabische Emiraten). De fabriek zou tussen 200 en 300 mensen kunnen tewerkstellen en zich bevoorraden bij ongeveer 3.500 Britse landbouwers in het noordoosten van Engeland. Het project omvat de installatie van een fabriek voor de verwerking van bieten, vier opslagsilo s en bijgebouwen. De fabriek zou dagelijks tussen 24.000 en 36.000 ton suikerbieten verwerken tijdens de campagne (van september tot maart) met een productiecapaciteit van De raffinaderij Al Khaleej Sugar, gevestigd in Dubai, zou grote financiële verliezen kunnen lijden nu het geen witte suiker meer exporteert naar de Staat Qatar die wordt beschuldigd van het verlenen van actieve steun aan islamitische militanten. 5.000 tot 6.000 ton suiker per dag. De bouw zou starten in 2018 en de commerciële activiteiten in september 2020. Al Khaleej Sugar, gevestigd in Dubai, exploiteert s werelds grootste suikerfabriek met een raffinagecapaciteit van 2 miljoen ton suiker per jaar. Het is de enige suikerraffinaderij van de Verenigde Arabische Emiraten. Sinds Qatar door Saoedi-Arabië, Bahrein, de Verenigde Arabische Emiraten en Egypte werd beschuldigd van het steunen van islamitische militanten, zijn Saoedi-Arabië en de Emiraten gestopt met het exporteren van suiker naar Qatar. India en Europa zouden hiervan kunnen profiteren en voldoen aan de suikerbehoefte van Qatar. Maar Al Khaleej Sugar zou evenwel tegen grote financiële verliezen aanlopen. Wereldpremière in Brazilië: genetisch gemodificeerd suikerriet toegelaten Brazilië plant ongeveer 10 miljoen hectare suikerriet aan. Verwacht wordt dat hiervan slechts 15 procent zal bestaan uit genetisch gemodificeerd suikerriet. Brazilië exporteert namelijk naar 150 landen en slechts 60 procent van deze landen stelt geen wettelijke eisen aan de import van suiker geproduceerd uit GGO s. De nieuwe GGO-variëteit beschikt over een afweermechanisme tegen de suikerrietboorder (Diatraea saccharalis), een schadelijk insect in de Braziliaanse suikerrietvelden. Retengo Plus Relax! Nigeria: Dangote Sugar tekent een akkoord voor een nieuwe raffinaderij Nigeria zou zelfvoorzienend kunnen worden voor suiker. Een project voor de bouw van een suikerfabriek en de uitbreiding van suikerrietplantages kan zich concretiseren, na de ondertekening van een partnerschapsovereenkomst tussen het Nigeriaanse Dangote Sugar en de regering van de staat Nassarawa. Dit partnerschap zou ten goede komen aan ongeveer 10.000 landbouwers. De Afrikaanse miljardair Aliko Dangote verklaarde dat het suikercomplex de grootste groep van Nigeria zal worden met 60.000 hectare suikerrietplantages en twee suikerfabrieken met een jaarlijkse productiecapaciteit van 430.000 ton witte suiker. Het project zou ook 30.000 banen opleveren. Brazilië: papier en zand als bijproducten van de suikerrietverwerking FibraResist, een nieuwe fabriek gevestigd in de Braziliaanse deelstaat São Paulo gaat het stro van suikerriet verwerken tot papierpulp. Hiervoor was een investering nodig van 8 miljoen dollar. De nieuwe fabriek zal jaarlijks tot 72.000 ton papierpulp kunnen produceren. De onderneming zal bij de start 25 procent van haar totale productiecapaciteit gebruiken om grondstof te leveren aan bedrijven die verpakkingen, toiletpapier of papieren servetten produceren. Een hectare suikerriet levert ongeveer 16 ton stro op. Onderzoekers van de Federal University of São Carlos ontwikkelden nog een andere afzetmogelijkheid. Zij verwerkten de bagasse (vezelstofafval) uit suikerriet tot zand voor de bouwindustrie. Het zand uit bagasseriet wordt in feite geproduceerd uit het residu dat gegenereerd wordt na de verbranding van de bagasse voor warmtekrachtkoppeling in de fabrieken. Dit residu wordt meestal uitgestrooid op het veld, hoewel het weinig of geen voedingsstoffen bevat. Wetenschappers testen nog of het materiaal betrouwbaar is voor gewapende betonstructuren. Volgens de onderzoekers heeft het bagassezand minder impact op het milieu dan natuurlijk zand, waarvan de extractie kan leiden tot het dichtslibben van waterlopen en verlies aan vegetatie. Zuid-Afrika: drankensector keurt verlaging suikertaksen goed Zuid-Afrika heeft zijn wetsvoorstel inzake de taxatie van suikerhoudende dranken aangepast. De belangrijkste wijzigingen zijn de verlaging van de suikerbelasting van 2.4c per 100 ml naar 2,1c per 100 ml en de heffing van de belasting op suikerhoudende dranken boven de drempel van 4 gram suiker per 100 ml. De suikerindustrie en de industrie van suikerhoudende dranken keurt de verlaging van de taksen goed. Dit zal enige ademruimte geven aan de suikerindustrie die een moeilijke periode beleeft als gevolg van de droogte van de afgelopen jaren. Anderen vinden dat de suikertaks niet hoog genoeg is om de consumptie van suikerhoudende dranken te ontmoedigen en de toename van zwaarlijvigheid in Zuid-Afrika, de hoogste in Afrika, af te remmen. De Zuid-Afrikaanse regering heeft laten weten dat een deel van de opbrengst van de suikerbelasting zal worden gebruikt om acties te ondersteunen die worden opgezet om de gezondheid te bevorderen en aandoeningen ten gevolge van verkeerde voeding te bestrijden. Gezond gewas, zonder stress Meer suiker www.agro.basf.be Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie.

10 INTERNATIONAAL Suikerakkoord tussen Verenigde Staten en Mexico Mexico en de Verenigde Staten zijn tot een principeakkoord gekomen over de suikerhandel. Een opluchting voor beide partijen nu de heronderhandeling van het NAFTA-akkoord in augustus eraan komt. Mexico had in het kader van NAFTA, het handelsakkoord tussen de Verenigde Staten, Mexico en Canada, vanaf 2008 vrije toegang tot de suikermarkt van de Verenigde Staten. Amerikaanse suikerproducenten en -raffinadeurs beschuldigden Mexico evenwel van suikerdumping. De Verenigde Staten besloten daarom hoge importtaksen te heffen op Mexicaanse suiker. In 2014 werd na overleg een nieuw akkoord gesloten tussen de twee landen, waarmee de importtaksen werden opgeschort en een quotumsysteem voor ruwe en geraffineerde suiker en minimumprijzen voor Mexicaanse suiker werden vastgelegd. Ondanks dit akkoord escaleerde het suikerconflict tussen Mexico en de Verenigde Staten. De Amerikaanse suikerproducenten en -raffinadeurs beschuldigen Mexico ervan het vastgelegde quotumsysteem niet na te leven en te veel (geraffineerde) suiker naar de Verenigde Staten uit te voeren. De Verenigde Staten dreigden ermee zeer hoge importtaksen te heffen voor suiker uit Mexico. Het antwoord van Mexico liet niet op zich wachten. Het zou de import van sommige producten uit de Verenigde Staten beperken, zoals onder meer van isoglucose (maïsstroop met hoog fructosegehalte) waarvan het grote hoeveelheden importeert. Mexico opperde ook de mogelijkheid om zich voor zijn import meer op Brazilië te richten. Uiteindelijk hebben de Verenigde Staten na het sluiten van het akkoord in juni, beslist hun dreiging inzake douanerechten en antidumpingtaksen op Mexicaanse suiker niet uit te voeren. Mexicaanse suiker zal dus nog altijd taksvrije toegang hebben tot de Amerikaanse markt. Als tegenprestatie aanvaardde Mexico om het volume geraffineerde suiker dat het aan de Verenigde Staten levert te verminderen.vanaf nu zal het Mexicaanse exportaandeel van geraffineerde suiker zakken van 53 procent (overeengekomen in 2014) naar 30 procent, de rest is ruwe suiker. Vorig jaar exporteerde Mexico 1,1 miljoen ton suiker naar de Verenigde Staten, waarvan 40 procent geraffineerde suiker. Mexico is de eerste suikerleverancier van de Verenigde Staten Volgens het rapport van het Amerikaanse Departement van Landbouw (USDA) plannen de Verenigde Staten dit jaar een productie van 7,9 miljoen ton en een import van 3,5 miljoen ton. De Mexicaanse productie wordt op 6,6 miljoen ton geraamd, waarvan 2,1 miljoen ton wordt uitgevoerd naar de Verenigde Staten, hetzij 60 procent van de totale import van de Verenigde Staten. Nog volgens het rapport telen de Verenigde Staten suikerriet China wil suikerimport beperken door hogere taksen Het akkoord tussen Mexico en de Verenigde Staten past in het kader van het protectionistisch beleid van President Trump. De Amerikaanse suikermarkt is bijzonder goed beschermd met gegarandeerde prijzen en gecontroleerde import. Zo bedraagt de op de interne markt van de Verenigde Staten genoteerde ruwe suikerprijs momenteel het dubbele van de ruwe suikerprijs op de wereldmarkt. (Florida, Louisiana, Texas) en suikerbieten (Minnesota, Noord- Dakota, Michigan, Wyoming, Montana, Colorado, Nebraska, Idaho, Washington State, Oregon, Californië). Suikerriet is goed voor ongeveer 45 procent van de suikerproductie en suikerbieten voor 55 procent. n De prijs van de in China geproduceerde suiker is heel wat hoger dan de suikerprijs op de wereldmarkt. De productiekosten in China zijn namelijk hoger, omdat de productie veel minder gemechaniseerd is in vergelijking met andere landen. Deze situatie zet kopers ertoe aan om zich te bevoorraden met goedkopere importsuiker. Om de import te beperken en de suikerprijs op haar interne markt te ondersteunen, besliste de Chinese regering onlangs om de importaksen te verhogen. De Chinese suikersector wordt beschouwd als de landbouwsector die politiek het gevoeligst ligt. De sector stelt dan ook meer dan 40 miljoen personen tewerk, vooral kleine telers. De Centrale Regering vreest dat toenemende concurrentie zal leiden tot werkloosheid en sociale onrust. Bijgevolg wordt de suikerprijs artificieel hoog gehouden om de sociale vrede te bewaren. China heeft recent de taksen op importsuiker spectaculair verhoogd ter ondersteuning van de interne markt. Op het reeds vastgelegde importquotum van 1,95 miljoen ton blijft het douanetarief van China is de grootste suikerimporteur ter wereld. Voor de campagne 2016/17 wordt de productie geraamd op 9,5 miljoen ton voor een consumptie van 15,6 miljoen ton. 15 procent van toepassing. Boven dit quotum wordt de heffing van 50 procent op de productwaarde die tot nu toe werd geheven, opgetrokken naar 95 procent. Deze verhoogde belasting geldt alleen voor dit jaar. Volgend jaar wordt zij verlaagd naar 90 procent en het jaar erop naar 85 procent. Momenteel zijn de suikerprijzen op de interne markt bijna tweemaal hoger dan de wereldprijs. Daardoor was de taks van 50 procent op importsuiker niet afdoende om de import tegen te gaan. China is de grootste suikerimporteur ter wereld. Volgens een schatting van het Amerikaans departement van Landbouw (USDA), steeg de Chinese import met 60 procent tijdens de laatste drie jaar rekening gehouden met de demografische druk en met de progressiemarge van het suikerconsumptieniveau per inwoner. Gemiddeld, consumeert een Chinees maar 12 kilogram suiker per jaar, terwijl in Europa of in Zuid-Amerika, de gemiddelde consumptie 35 tot 50 kilogram per jaar en per inwoner bedraagt. In China worden ook grote hoeveelheden suiker illegaal het land binnengesmokkeld via onder meer Myanmar, waarmee het een gemeenschappelijke grens heeft en Viëtnam. Naar schatting komt in China elk jaar tot 2 miljoen ton suiker illegaal het land binnen. Deze geïmporteerde suikervolumes tegen lage prijs verstoren de werking van de Chinese suikerketen. De lokale producenten beklagen zich erover dat de illegale import en ook de officiële minder dure import, hun verkopen de afgelopen jaren schade heeft toegebracht. China treedt dan ook op tegen illegale suikeraanvoer. De douaneadministratie heeft haar controles verscherpt en het vergaren van inlichtingen verbeterd. Volgens een mededeling, werden verschillende suikerhandelaren gearresteerd tussen februari en eind mei en werd 6.526 ton gesmokkelde suiker in beslag genomen. n Suikercrisis in Pakistan door uitzonderlijke oogst De Pakistaanse regering zal in de komende maanden kampen met een suikercrisis als gevolg van een recordsuikerproductie van 7,1 miljoen ton voor de campagne 2016/17, aldus de Pakistaanse krant Daily Times. Waarom stelt deze uitzonderlijke productie een probleem? Met een jaarlijkse suikerconsumptie van 5 miljoen ton en het toevoegen van zowat 0,3 miljoen ton aan de suikervoorraad, eindigde de campagne met een exporteerbaar overschot van 1,8 miljoen ton. Al verscheidene maanden vraagt de suikerindustrie de overheid om hiervan ongeveer 1 miljoen ton te mogen exporteren zonder subsidies. Tot nu toe, botste dat op de weigering van het ministerie van Handel, ondanks gunstige suikerprijzen op de wereldmarkt. Waarom weigert de regering de uitvoer? De suikerindustrie denkt dat dit een bewuste keuze is om te vermijden dat de suikerprijzen op de interne markt zouden stijgen. Bij een te omvangrijke export is het aanbod op de interne markt kleiner, wat kan leiden tot een stijging van de detailprijzen. Maar als het suikeroverschot niet geëxporteerd wordt, is het aanbod overvloedig en dreigen de prijzen op de interne markt te zakken, waardoor planters en suikerfabrikanten belangrijke verliezen gaan lijden. In Pakistan bepaalt de regering de suikerrietprijs op basis van 85 procent van de suikerprijs. Tegen de huidige suikerprijs bedraagt het aandeel van het suikerriet in de suikerpijs 55 PKR (Pakistaanse roepie), waarbij 8 PKR komt voor de suikerproductiekost, wat in totaal een evenwichtige prijs van 63 PKR per kilogram oplevert. In november zal een nieuwe campagne starten. Rekening houdend met het huidige overschot en het vooruitzicht van alweer een recordproductie, zouden de prijzen op de interne markt kunnen zakken naar 49 PKR per kilogram. Dit dreigt financieel een ramp te worden voor de suikerindustrie en zal een aanzienlijke betalingsachterstand inhouden voor de landbouwers. Verkiezingen en suikerprijzen De vertegenwoordigers van de suikerketen vinden het bijzonder jammer, dat ondanks de aanbevelingen van het raadgevend suikercomité om 1,2 miljoen metrieke ton suiker te exporteren, er geen vergunning werd verleend voor de export van het suikeroverschot van 1,8 miljoen ton. Intussen zijn de suikerprijzen op de wereldmarkt gedaald. De suikerindustrie vraagt een enquête over het niet-verlenen van deze vergunning omdat, volgens de sector, het land hierdoor een verlies heeft geleden van 140 miljoen US-dollar. Gezien de wereldprijzen op dit ogenblik laag zijn, zal het niet meer mogelijk zijn om het suikeroverschot te exporteren, tenzij een subsidie van 15 PKR per kilogram wordt toegekend, wat de Staat 27 miljard PKR zal kosten. Volgens de suikerfabrikanten zal het land onmogelijk 1,2 miljoen ton suiker kunnen exporteren tijdens de volgende maanden. Het komende seizoen zal beginnen met enorm veel onbetaalde bedragen zowel aan banken als aan landbouwers. De fabrikanten beschuldigen de overheid ervan dat zij de export heeft geweigerd. Het was een louter politieke beslissing. Mocht er toelating gegeven zijn om te exporteren, dan zouden de suikerpijzen op de interne markt gestegen zijn naar 70 PKR per kilogram, het niveau van de detailhandel. Met de ramadan en de aanstaande verkiezingen in zicht, was export voor de regering evenwel onaanvaardbaar. Pakistan, buur van India, is de zesde wereldproducent van suikerriet in termen van oppervlakte cultuurgrond. Riet en suiker zijn een belangrijke sector van de economie. Met 86 suikerfabrieken is de suikerindustrie de tweede agro-industriële sector van het land, na de textielsector. De rietprijzen worden door de provinciale regeringen vastgelegd in In Pakistan, wordt suikerriet op ongeveer 1,1 miljoen hectare geteeld, voornamelijk in de zuidelijke provincies (Pendjab en Sindh). overleg met de vertegenwoordigers van de suikerindustrie en van de landbouworganisaties op basis van de aanbevelingen van het ministerie van Landbouw en van Voedselveiligheid. Bij een recordoogst zijn de rietprijzen lager en lopen de betalingen aan de landbouwers vertraging op. De suikerfabrieken betalen de producenten later uit en wachten met de opstart van de campagne. Zij willen hiermee druk uitoefenen op de regering om de export van suiker aan te moedigen, of de door de publieke sector beheerde strategische voorraad te verhogen. De Pakistaanse overheid kent exportvergunningen toe aan de fabrikanten om de suikeroverschotten af te zetten en verleent hiervoor subsidies. Maar momenteel is de situatie uiterst verward. De wereldprijs is namelijk zodanig gezakt, dat de fabrikanten al heel veel subsidies zouden moeten krijgen om hen tot export te bewegen. Het ziet ernaar uit dat hierdoor de besprekingen tussen de vertegenwoordigers van de keten en de overheid moeizaam zullen verlopen. n Bronnen: USDA, F.O. Licht

DUURZAAMHEID 11 VEGAPLAN haalt score goud voor het platform SAI dat duurzame landbouw bevordert VEGAPLAN heeft zijn resultaat van vorig jaar kunnen verbeteren en de score goud behaald bij SAI, het internationale platform voor een duurzame landbouw. De erkenning van de Belgische VEGAPLAN standaard op internationale schaal is heel belangrijk voor de export van Belgische landbouw- en voedingsproducten. Het platform SAI (Sustainable Agriculture Initiative) werd opgericht in 2002 door grote ondernemingen in de landbouw- en voedingsmiddelenindustrie (Danone, Nestlé, Unilever, ) die hun duurzaamheidseisen hebben gebundeld. Op die basis heeft SAI een lijst met een honderdtal criteria opgemaakt die het mogelijk maken de duurzaamheid van de landbouwbedrijven te evalueren. VEGAPLAN beantwoordt aan de meeste eisen, waardoor het de maximumscore kon behalen en dat voor akkerbouwgewassen zoals bieten, aardappelen, cichorei, granen en industriegroenten. SAI telt inmiddels 80 leden uit de voedings- en drankenindustrie, waaronder de groep Südzucker, die zich aansloot in 2015. Een ander element om de zichtbaarheid van de Belgische landbouwen voedingsmiddelenindustrie voor internationale kopers te verhogen is de VEGAPLAN standaard die werd opgenomen in de Standards Map (www.standardsmap.org), een platform van het International Trade Center (Gemeenschappelijk agentschap van de Wereldhandelsorganisatie en de Verenigde Naties). Ook op Belgisch vlak geniet VEGAPLAN een sterke erkenning. Op federaal niveau wordt de VEGAPLAN standaard erkend door het FAVV voor wat betreft voedselveiligheid, aangezien alle eisen van de sectorgids G-040 van het FAVV voor landbouwondernemingen er in zijn opgenomen. Op regionaal vlak heeft dit in 2014 geleid tot integratie van de beginselen van geïntegreerd beheer (IPM - Integrated Pest Management) zoals gevraagd door het Vlaamse en Waalse Gewest. VEGAPLAN en de biet-suikerketen In 2015 besliste Südzucker zijn leveranciers van bieten te vragen om de duurzaamheidscriteria vastgelegd door het platform SAI na te leven. In België heeft dit zich voor de planters van de Tiense Suikerraffinaderij vertaald in de verplichting zich te certificeren voor de VEGAPLAN standaard. In de andere landen (Duitsland, Frankrijk, Polen) is het de certificering voor de REDCert standaard, ook erkend door SAI, die wordt gevraagd door Südzucker. Er is een verschil tussen beide standaarden. VEGAPLAN is een certificering op het niveau van het landbouwbedrijf, terwijl REDCert een certificering is op het niveau van de fabriek, wat betekent dat een audit moet gebeuren op een beperkte steekproef van landbouwbedrijven die bieten leveren aan de fabriek. In België zijn meer dan 70 procent van de TS-planters gecertificeerd na een audit (1 keer om de 3 jaar). In andere fabrieken van de groep, zijn slechts 1,5 procent van de landbouwbedrijven extern gecontroleerd. Ook de planters van Iscal Sugar zijn onderworpen aan de certificeringsverplichting voor VEGAPLAN. n Bron: Presentatie van het Seminarie Duurzaamheid juni 2017 en verslag Duurzaamheid beschikbaar op de website van Vegaplan (http://www.vegaplan.be/nl/landbouwondernemers/standaard/ duurzaamheid) De meest vastgestelde niet-conformiteiten tijdens de audits voor VEGAPLAN Dankzij de resultaten van de controleaudits die worden overgemaakt door de certificeringsorganismen, heeft VEGAPLAN de punten van de checklist die problemen stellen tijdens de audits kunnen analyseren. Onder de eisen opgenomen in de checklist, moet duidelijk een onderscheid gemaakt worden tussen de eisen die essentieel zijn voor de certificering. Dit zijn de eisen op niveau 1, waaraan verplicht moet worden voldaan. Vervolgens zijn er de eisen op niveau 2, waaraan voor 70 procent moet worden voldaan. En dan zijn er nog de aanbevelingen op niveau 3. De frequentie van de eisen waaraan niet wordt voldaan, de zogenaamde niet-conformiteiten werd geanalyseerd. De analyse laat zien dat de meeste niet-conformiteiten gerelateerd zijn aan het fytolokaal, de spuitmachine, de registratie van de fytobehandelingen, evenals de registratie van bepaalde gegevens. Hier een samenvatting voor de landbouwbedrijven met suikerbiet- en cichoreiteelt. Controle fytolokaal Problemen met de beschermende kledij worden vastgesteld in 7 procent van de gevallen, de niet-bruikbare gewasbeschermingsmiddelen in 2 procent terwijl dit toch eisen van niveau 1 en dus verplicht zijn. Er is ook de inrichting van het lokaal met problemen in 6 tot 10 procent van de gevallen, wat een eis van niveau 2 is (verplicht tot 70 procent). De persoon die de gewasbeschermingsmiddelen en biociden gebruikt moet kunnen beschikken over de juiste beschermende kledij in overeenstemming met de instructies op het etiket van de gebruikte producten en met de risico s voor gezondheid en veiligheid: - Spuitkledij (overall en laarzen): bv. een katoenen overall, regenkledij - Handschoenen bv. uit neopreen of nitril (chemisch resistent) - Ademhalingsbescherming bv. minstens een halfgelaatmasker, met combinatie gas- en dampfilter (bruine band) en stoffilter. De beschermende kledij wordt uitsluitend gebruikt voor het toepassen van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. De landbouwer kan bijvoorbeeld opteren voor een afzonderlijke kleur van overall die hij enkel gebruikt voor gewasbescherming. Deze kledij wordt niet bewaard in het fytolokaal en afzonderlijk van andere kledij. Niet Bruikbare Gewasbeschermingsmiddelen (NBGM) worden gegroepeerd opgeslagen met de vermelding NBGM/vervallen. De bestrijdingsmiddelen voor privé gebruik worden gegroepeerd opgeslagen met de vermelding privé. NBGM zijn gewasbeschermingsmiddelen die niet meer mogen gebruikt worden. De redenen daarvoor zijn : - De erkenning werd ingetrokken en de opgebruiktermijn is verstreken (zie www.fytoweb.fgov.be) - Er bestaat onzekerheid over het product (het etiket is onleesbaar, verdwenen) - De fysisch-chemische toestand is aangetast (door vorst, neerslag, ) of de vervaldatum is overschreden. NBGM waarvan het gebruik op 1 januari van het jaar x-2 nog toegelaten was, worden bewaard onder de categorie «BGM /vervallen». NBGM tussen x-4 en x-2 jaar, worden bewaard onder de categorie «NBGM /vervallen» en moeten geregistreerd worden (naam, schatting overblijvende hoeveelheid, datum registratie). Zij geven aanleiding tot een niveau B non-conformiteit. Opgelet: het is niet toegestaan NBGM te bewaren die voor 1 januari van het jaar x 4 vervallen waren. De opslagruimte (fytolokaal of kast) bestaat uit brandveilige materialen. Er is brandremmend materiaal, brandveilige isolatie, etc. aanwezig. Eventueel kan brandwerende verf gebruikt worden. De elektrische leidingen zijn in goede staat. Belangrijke vermeldingen De planken bestaan uit niet absorberend materiaal. Bij morsen moet men meteen kunnen opruimen. Daartoe wordt in het lokaal een emmer met absorberend materiaal (zand, zaagsel), een borstel, een handborsteltje en een vuilblik geplaatst. De absorberende stof wordt over de gemorste vloeistof gestrooid, absorbeert en kan vervolgens gemakkelijk worden opgeruimd. Het opgeruimde materiaal wordt op een droge, veilige plaats bewaard tot de ophaling door AgriRecover van NBGM. Controle spuittoestel Zelden (3%), maar desalniettemin onontbeerlijk, de controle van de spuitmachine (essentieel) door een controle-organisme. Vervolgens is er het niveau 2 dat een probleem stelt voor 40 procent van de landbouwbedrijven: de controle ieder jaar door de landbouwer zelf en vervolg op pagina 12 Frequentie niet-conformiteiten 6 % 100% verplicht Identificatie van producent en bedrijf (BTW-nummer, identificatienummer bij het FAVV,...) 3 % 100% verplicht De landbouwer voert minstens één keer per jaar, aan de hand van de checklist (zie bijlage 12), zelf een controle uit van zijn productgroepen. Deze ingevulde checklists moeten aan de auditor voorgelegd worden bij een bedrijfscontrole. 2 % 100% verplicht De oogstdatum of oogstperiode wordt genoteerd. De landbouwer registreert tevens variëteit/ras. Wanneer zaaien of planten in onderaanneming gebeuren, wordt de naam van de loonwerker genoteerd. Aanbeveling voor suikerbieten, GOEG, cichorei, ruwvoeder en ogbp. 38 % 70% verplicht De landbouwer doet voor de uitbestede activiteiten, inclusief het secundair transport, beroep op een loonwerker die gecertificeerd is voor de IKKB Standaard voor de Aannemers van Land- en Tuinbouwwerken of op een Nederlandse loonwerker die gecertificeerd is voor het Nederlandse systeem VKL. De landbouwer kan via de website www.vegaplan.be de status van de loonwerker nagaan. 22 % 70% verplicht De landbouwer voorziet volgende pictogrammen: - Verboden te roken - Verboden te eten en drinken (met uitzondering van water) - Verboden voor huisdieren. Enkel het pictogram verboden te roken is van toepassing op ruwvoeder. 11 % 70% verplicht Bemesting moet zich baseren op een bodem-, voedingswater- of gewasanalyse of op een standaardanalyse (N, P, K, ph, C-gehalte, calcium en magnesium, humus) van de bouwvoor minstens 4 à 5 jaar. De resultaten moeten worden bewaard. De meest vastgestelde niet-conformiteit: de contrôle van het fytolokaal en de vervallen producten. Het spuittoestel moet gecontroleerd worden door een organisme (sticker verplicht). Het moet ook jaarlijks gecontroleerd worden door de eigenaar met registratie. Het gebruik van anti-drupsystemen, een eis van niveau 2.

12 DUURZAAMHEID De meest vastgestelde niet-conformiteiten tijdens de audits voor VEGAPLAN vervolg van pagina 11 registratie van de resultaten. Aan een andere eis van niveau 2: het gebruik van anti-drupsystemen of middelen om het overwaaien bij spuiten te verminderen wordt niet voldaan in 13 procent van de gevallen. Alle spuittoestellen die geschikt zijn om gewasbeschermingsmiddelen toe te passen, moeten gecontroleerd zijn volgens de wettelijke bepalingen. Elke eigenaar van een spuittoestel dient om de drie jaar een verplichte keuring van ieder aan keuring onderworpen spuittoestel uit te laten voeren en dit op de datum, tijd en plaats van de oproeping, zelfs als het materieel pas verworven werd (nieuw of tweedehands). Indien hij niet opgeroepen wordt, dient hij dit binnen de vijftien werkdagen vóór de vervaldatum van de vorige controle te melden aan de keuringsdienst. De eigenaar die zich niet ter keuring kan aanbieden op de plaats en de datum die zijn vermeld in de oproeping van de keuringsoverheid stelt de keuringsoverheid daarvan niet later dan vijf kalenderdagen voor de geplande keuringsdatum in kennis. Alle spuittoestellen moeten goedgekeurd worden. Alleen met gunstig gevolg gekeurde spuittoestellen mogen worden gebruikt in de periode die vermeld is op de door de keuringsdienst aangebrachte zelfklever evenals op het bezoekrapport. Het verlies, de beschadiging of de verdwijning van het zelfklevende vignet moet onmiddellijk aan de keuringsoverheid gemeld worden. De verkoper en de koper van een spuittoestel stellen samen binnen de dertig dagen de keuringsoverheid in kennis van de verkoop van het spuittoestel. Wanneer een spuittoestel niet meer gebruikt wordt, moet de eigenaar binnen de dertig dagen de keuringsoverheid ervan informeren, door middel van het voorziene formulier. De controle van de registratie: bedrijfgegevens en fytobehandelingen De registratie van het gebruik van alle fytoproducten en biociden is verplicht. Toch wordt in 3 procent van de gevallen tekortkomingen vastgesteld. 70% verplicht: geconcentreerde vloeibare kunstmest wordt opgeslagen in een afgesloten en lekvrije tank, voorzien van een opvangbak. Het gebruik gewasbeschermingsmiddelen en biociden moet ten laatste 7 dagen na de uitvoering geregistreerd worden. De landbouwer kan gebruik maken van bestaande documenten (bv. spuitdagboek, veldboek, ), een perceels/teeltfiche invullen of een ander soort document gebruiken. De behandeling van opgeslagen producten dient tevens geregistreerd te worden. Voor gewasbeschermingsmiddelen, moeten de volgende gegevens geregistreerd worden : - Commerciële benaming van het gebruikte product - Datum toediening - Behandelde teelt - Locatie van de behandelde teelt (partij nummer of perceelnummer of opslageenheidnummer) - Gebruikte dosis per ha of per ton (in geval van behandeling na de oogst) Opmerking: de mogelijkheid om pootgoed als consumptieaardappelen in de handel te brengen hangt af van het respecteren van onder andere de eis van het bijhouden van een spuitregister. Voor biociden, moeten de volgende gegevens geregistreerd worden : - Type behandelde uitrusting (machines, palletkisten, andere recipiënten, opslageenheid, voertuigen, infrastructuur) - Datum behandeling - Aangewend biocide (volledige handelsbenaming) - Concentratie en gebruikte hoeveelheid. Deze vereiste geldt ook wanneer behandelingen door derden worden uitgevoerd. n Biopesticiden Phytophar vraagt naar snellere toelating biopesticiden Phytofar is ingenomen met de resolutie waarmee het Europees Parlement een snellere markttoegang bepleit voor biologische gewasbeschermingsmiddelen. Al jaren dringt Phytofar er bij de Belgische overheid op aan om biopesticiden sneller op de markt toe te laten. Phytophar verdedigt de belangen van zowel de chemische als de biologische gewasbeschermingsmiddelenindustrie. Deze industrie investeert voortdurend in onderzoek naar nieuwe biologische of andere oplossingen om de risico s van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen te beperken. Momenteel zijn op de Belgische markt een 100-tal biopesticiden, op basis van een 30-tal werkzame stoffen, toegelaten. In 2013-2014 was de verkoop ervan goed voor 18 procent van het marktaandeel. In februari heeft het Europees Parlement een resolutie goedgekeurd waarin de Europese Commissie om een snellere markttoelating wordt gevraagd voor bepaalde biologische pesticiden met laag risico. Phytofar is blij en zou ook willen dat die principes worden gehanteerd voor de vergunning van alle gewasbeschermingsmiddelen. De Europese regelgeving omtrent het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen voorziet reeds in een snellere vergunningsprocedure en een homologatie van langere duur voor de stoffen met een laag risicoprofiel. Hoewel de natuurlijke oorsprong van de producten op zich geen grond is om dat statuut toe te kennen, beantwoorden toch veel biopesticiden aan die criteria. Ook chemische stoffen met een laag risicoprofiel komen in aanmerking voor de soepelere toelatingsprocedure. In de praktijk zijn er amper zeven werkzame stoffen, waarvan zes biologische actieve stoffen, ingedeeld als stoffen met een laag risico en goedgekeurd in de EU. Vergelijk dat kleine aantal met de circa dertig werkzame stoffen van in ons land toegelaten biopesticiden en je komt tot de vaststelling dat de meeste biologische gewasbeschermingsmiddelen de omslachtige procedure voor markttoegang moeten volgen. Een gewasbeschermingsmiddel doet er in het totaal meer dan tien jaar over om op de Europese markt te raken. Meer rekening houden met het risicoprofiel van de werkzame stoffen zou een stimulans betekenen voor onderzoek en ontwikkeling in deze sector met hoge toegevoegde waarde, voorspelt Phytofar. Haar leden vertegenwoordigen bijna 90 procent van de binnenlandse markt voor biopesticiden. n Bron: Vilt Nieuws uit de industrie Herbiciden-tolerante suikerbieten: KWS, Bayer en SESVander- Have ontwikkelen nieuw teeltsysteem voor suikerbieten KWS, Bayer en SesVanderHave hebben een nieuw teeltsysteem voor suikerbieten ontwikkeld, die een meer flexibele en milieuvriendelijke teelt mogelijk maakt: de CONVISO SMART-technologie. Deze technologie zal vanaf volgend jaar beschikbaar komen voor de Belgische landbouwers. KWS SAAT SE en Bayer AG hebben aan de Belgische producent van suikerbietenzaad SESVanderHave een langlopende licentie verleend voor hun nieuwe teeltsysteem voor suikerbieten: CONVISO SMART. De technologie is gebaseerd op de teelt van variëteiten die tolerant zijn tegen herbiciden uit de categorie ALS-remmers met een breed werkingsspectrum. CONVISO SMART is een innovatie voor onkruidbestrijding in de suikerbietenteelt, want hierdoor zullen minder vaak en kleinere hoeveelheden herbiciden nodig zijn. Doel is om tussen alle concurrerende zoetmiddelen de suikerbiet aan de top te houden. Een goed beleid op het gebied van onkruidresistentie is essentieel om ook op de lange termijn van het systeem te blijven profiteren. Alle belangrijke belanghebbenden, zoals onderzoeksinstituten en adviesdiensten, zullen bij het project betrokken worden. De technologie is gebaseerd op de veredeling van suikerbietvariëteiten die tolerant zijn tegen herbiciden uit de categorie ALS-remmers met een breed werkingsspectrum. Het nieuwe suikerbietenras bevat een natuurlijke variant van een bepaald enzym dat betrokken is bij de biosynthese van essentiële aminozuren. Tijdens de ontwikkeling werden de suikerbieten met dit spontaan aangepaste enzym speciaal geselecteerd en gebruikt om mee verder te telen. De CONVISO SMART-technologie zal volgend jaar beschikbaar komen, aanvankelijk vooral voor boeren in Oost- en Noord-Europa, en zal vervolgens vanaf 2019/2020 ook gelanceerd worden op andere belangrijke markten zoals Duitsland, Frankrijk en Polen. De overeenkomst met SESVanderHave is de eerste licentie voor het nieuwe teeltsysteem die KWS en Bayer hebben verleend. Meer licenties voor CONVISO SMART zullen spoedig volgen. Volgens Rob van Tetering, CEO bij SESVanderHave, zal deze nieuwe technologie bij suikerbietentelers en de suikerindustrie zorgen voor meer efficiëntie en een betere concurrentiepositie ten opzichte van suikerriet en andere gewassen. Syngenta verkoopt haar bietenzaaddivisie aan DLF Seeds. De groep Syngenta kondigde begin juni aan een overeenkomst te hebben getekend met DLF Seeds waarbij dit zaadbedrijf de volledige bietenzaaddivisie verwerft. Deze transactie, die moet worden goedgekeurd door de mededingingssautoriteiten, zou eind van het derde kwaartaal 2018 definitief zijn, volgens een gezamenlijk persbericht van beide groepen. De financiële details van de transactie werden niet bekendgemaakt. DLF Seeds, gevestigd in Roskilde in Denemarken is een zaadbedrijf dat zich voornamelijk bezighoudt met foerage- en turfzaad, maar ook andere gewassen komen aan bod. Het bedrijf dat 800 medewerkers telt, maakt deel uit van een Deense landbouwcoöperatieve. Syngenta zou in handen vallen van de Chinese chemiegroep ChemChina. Nordzucker: winststijging en kostenvermindering Nordzucker heeft het boekjaar 2016/17 afgesloten met een nettowinst van 99 miljoen euro, een stijging ten opzichte van de 15 miljoen euro van het jaar ervoor. De omzet bedraagt 1.708 miljoen euro of 6 procent meer dan het jaar ervoor. De toename van de winst is te verklaren door de stijging van de suikerverkopen en de hogere prijzen zowel op de Europese als op de wereldmarkt, alsmede door een bezuinigingsprogramma. Vorige maand heeft Nordzucker een nieuwe software getest voor het optimaliseren van de bietenbevoorrading. Er wordt rekening gehouden met de dagcapaciteit, productie, bevoorrading en transport in de verschillende fabrieken. Vóór de campagne baseert de software zich op de oogstverwachtingen in de bietenvelden om de meest rendabele bietencontracten te selecteren en de logistiek van de bietenleveringen tijdens de campagne te organiseren. opco@skynet.be Cichoreiteelt Oreye De campagne ging niet onder het beste gesternte van start dit jaar. Het weer zit niet mee voor de teelt (eerst koud, vervolgens te weinig regen, daardoor moeilijke en heterogene opkomsten...). Hierdoor verliep ook de onkruidbestrijding niet van een leien dakje. Zelfs al kunnen de zomermaanden nog wat soelaas brengen, dan nog verwachten vele planters zich aan zeer gemiddelde resultaten dit jaar. De besprekingen over het contract 2018, konden, ondanks ons verzoek om ermee te beginnen aan het einde van de winter, maar opgestart worden in de tweede helft van de maand mei. Een tweede vergadering vond pas plaats eind juni, zodat er nog geen antwoord is op de vraag die momenteel gesteld wordt voor de toekomst: zullen de cichoreiprijzen en areaal terug op een acceptabel niveau liggen? Mogelijk worden de voorwaarden van het nieuwe contract voorgesteld begin van de maand juli. We benadrukken nogmaals dat vanaf dit jaar een belangrijk punt wordt toegevoegd: de verplichting om Vegaplan-gecertificeerd te zijn in 2017 om de Premie voor logistieke efficiëntie te kunnen ontvangen (bovenop al de andere voorwaarden). Blijkbaar heeft 10 procent van de planters zich nog niet laten certificeren. We moeten dus alles in het werk stellen om hieraan te verhelpen. Zou u zich nog niet hebben laten certificeren, neem dan gerust contact op met uw landbouwkundige dienst, die u zal helpen met de te volgen certificatieprocedure. n