VALIDATIE BESLISSINGSONDERSTEUNEND INSTRUMENT IN EEN VROEGE ZOMERTEELT Proefcode : GG13 SLBRZ1 Uitgevoerd in opdracht van: IWT-project 110789: Verfijning, validatie en multiplicatie van het beslissingsondersteunend instrument voor de bestrijding van valse meeldauw in de glasteelt (BREM2) Door: Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Karreweg 6 9770 Kruishoutem Tel ++ 32 (0)9 381 86 86 Fax ++ 32 (0)9 381 86 99 pcg@pcgroenteteelt.be Proefverantwoordelijke: Aaike Bogaert Studieverantwoordelijke: Saskia Buysens Directeur: Bruno Gobin Datum: 2/04/2014 Studieverantwoordelijke Dr. Ir. S. Buysens Directeur Dr. B. Gobin Provinciaal Proefcentrum voor de Groenteteelt Oost-Vlaanderen vzw Karreweg 6, B-9770 Kruishoutem T: +32 (0)9 381 86 86 F: +32 (0)9 381 86 99 BTW: 0416.682.702 RPR: 0416.682.702 pcg@pcgroenteteelt.be www.pcgroenteteelt.be Bank: LBK 103-2046532-94 IBAN: BE87 1032 0465 3294 BIC: NICABEBB FOR_013H
Abstract In deze proef werd het beslissingsondersteunend instrument uitgetest in een vroege zomerteelt. In serre 4 zijn veldjes (plotgrootte 3.28 m²) van het gevoelig ras Flandria (Rijk Zwaan, Bl: 1-17, 21, 23) geplant. Vorige proeven (uitgevoerd door verschillende partners in dit project) gaven aan dat de drempelwaarden van 2u hogere RV tijdens de eerste 6u na zon op (voor kieming) en 5u hogere RV tijdens de nacht (voor sporulatie) te hoog zouden zijn. Daarom was in deze proef de opzet als volgt: in 4 parallellen wordt een onbehandeld veldje vergeleken met een veldje dat behandeld wordt volgens de kalender, een veldje dat behandeld wordt volgens het beslissingsondersteunend instrument (90%- 85%) en een veldje dat behandeld wordt volgens het verstrengde beslissingsondersteunend instrument (84%-79%). Er werd gezaaid op 23/04/2013 in 4 cm perspot. De plantdatum was 15/05/2013. Er werd een natuurlijke infectie vastgesteld op 11/06/2013. De oogst vond plaats op 21/06/2013. De proefbehandelingen (= specifieke behandelingen met middelen tegen Bremia) werden uitgevoerd met rugsproeier onder druk met spuitboom, en op de specifieke veldjes. De algemene behandelingen met middelen die niet specifiek werken tegen Bremia werden met de spuitrobot over de ganse serre uitgevoerd. Door het telen met volgens het originele instrument werden geen behandelingen uitgevoerd, en zaten de planten onder de Bremia. Het originele beslissingsondersteunend instrument heeft in deze proef duidelijk gefaald. Het verstrengde instrument zorgde voor minder aantasting, maar door omstandigheden werden de planten de eerste keer niet tijdig behandeld, waardoor mogelijks de resultaten niet helemaal correct zijn. Uit deze proef komt ook de vraag naar voor of de vooropgestelde drempelwaarden wel juist zijn. Inhoudstabel 1 Inleiding... 3 2 Materiaal en methoden... 3 2.1 Objecten... 3 2.2 Proefdesign... 3 2.3 Draaiboek... 4 2.4 Proefveld / infrastructuur... 4 2.5 Infectiemethode... 5 2.6 Behandelingsmethode... 5 2.7 Beoordelingsmethode... 6 3 Resultaten en bespreking... 7 3.1 Resultaten... 7 3.2 Validiteit van de resultaten... 15 3.3 Bespreking... 15 4 Besluit... 16 5 Samenwerking... 16 Pagina 2 of 16
1 Inleiding In deze proef werd het beslissingsondersteunend instrument uitgetest in een vroege zomerteelt. In serre 4 zijn veldjes (plotgrootte 3.28 m²) van het gevoelig ras Flandria (Rijk Zwaan, Bl: 1-17, 21, 23). Vorige proeven (uitgevoerd door verschillende partners in dit project) gaven aan dat de drempelwaarden van 2u hogere RV tijdens de eerste 6u na zon op (voor kieming) en 5u hogere RV tijdens de nacht (voor sporulatie) te hoog zouden zijn. Daarom was in deze proef de opzet als volgt: in 4 parallellen wordt een onbehandeld veldje vergeleken met een veldje dat behandeld wordt volgens de kalender, een veldje dat behandeld wordt volgens het beslissingsondersteunend instrument (90%- 85%) en een veldje dat behandeld wordt volgens het verstrengde beslissingsondersteunend instrument (84%-79%). 2 Materiaal en methoden 2.1 Objecten Object nummer Variëteit Spuitschema Kunstmatige inoculatie 11 Flandria onbehandeld ja 12 Flandria onbehandeld nee 13 Flandria standaard spuitschema ja 14 Flandria instrument 2 (ochtend RV 84 %, nacht 79%) ja 15 Flandria instrument 1 (ochtend RV 90 %, nacht 85%) ja 2.2 Proefdesign Proefdesign Gerandomiseerde blokkenproef Aantal parallellen 4 Aantal objecten 5 Plotoppervlakte (m²) 3,28 Spuitoppervlakte (m²) 3,52 Aantal planten/plot 45 Lengte plot (m) 2,43 Breedte plot (m) 1,35 Spuitbreedte (m) 1,45 Referentie 11 (= onbehandeld) Pagina 3 of 16
2.3 Draaiboek Datum uitvoering Handeling Opmerking / Werkinstructie / Bemerkingen 23/04/2013 Zaai specificaties (ras, zaaihoeveelheid, # zaden/m², diepte, rijafstand, ) 13/05/2013 Staalname grond 0-30 PCG 14/05/2013 Analyse 14/05/2013 Bemesting 15/05/2013 Plant 27*27 cm 28/05/2013 proefbehandeling A: object 13 en object 14 met Previcur Energy 03/06/2013 proefbehandeling B: object 13 met Fenomenal 07/06/2013 proefbehandeling C: object 13 met Paraat 11/06/2013 Beoordeling Bremia 14/06/2013 proefbehandeling D: object 13 met Revus 18/06/2013 Beoordeling Bremia 21/06/2013 Beoordeling bij oogst: aantal oogstbare kroppen (smet, rand, droogrand, geel blad) + gewicht oogstbare kroppen 2.4 Proefveld / infrastructuur Proefveld / infrastructuur PCG GPS-coördinaten 50 56' 38" N; 3 31' 32" O Gemeente Kruishoutem Land België Locatie proef Serre 4 Voorgaande teelt Kropsla Ras (+zaadhuis) Flandria (Rijk Zwaan) Zaaispecificaties 4 cm perspot Plantspecificaties 27 * 27 cm Datum Tabel: Bodemanalyse PCG Staalname diepte NO3 - -N NH4 + -N EC phkcl (cm) kg/ha kg/ha ms/cm 13/05/2013 0-30 19 0,38 Datum Tabel: Bemesting Hoeveelheid Samenstelling meststof (%) Meststof kg/ha N P2O5 K2O MgO 14/05/2013 700 kalkammonsalpeter 27 0 0 0 14/05/2013 700 patentkali 0 0 30 10 14/05/2013 200 tripelsuperfosfaat 0 46 0 0 Pagina 4 of 16
Tabel: Algemene gewasbescherming Datum Product Dosis per hectare l of kg Actieve stof 15/05/2013 Contans WG 4 kg Coniothyrium minitans 15/05/2013 Mesurol Pro 25 kg methiocarb 28/05/2013 Rovral WG + 1 kg iprodione 28/05/2013 Plenum 0,4 kg pymetrozin 31/05/2013 Pomarsol WG + 2 kg thiram 31/05/2013 Rovral WG 1 kg iprodione 06/06/2013 Teldor 1,5 kg fenhexamid 10/06/2013 Movento 0,45 l spirotetramat 12/06/2013 Teldor 1,5 kg fenhexamid Klimaat (algemene grafiek) 2.5 Infectiemethode De oorspronkelijke planning was om in week 23 kunstmatig sporen in de serre op de specifieke veldjes te brengen, maar door omstandigheden werd dit niet uitgevoerd. Op 11 juni 2013 werden dan de eerste symptomen vastgesteld waardoor geen kunstmatige inoculatie meer werd uitgevoerd. De aantasting in deze proef was dus afkomstig van een natuurlijke infectie (wellicht overgewaaid uit serre 3 waar zeer veel Bremia aanwezig was). 2.6 Behandelingsmethode De proefbehandelingen (= specifieke behandelingen met middelen tegen Bremia) werden uitgevoerd met rugsproeier onder druk met spuitboom, en op de specifieke veldjes. De algemene behandelingen met middelen die niet specifiek werken tegen Bremia werden met de spuitrobot over de ganse serre uitgevoerd. Pagina 5 of 16
Algemeen A B C D Datum 28/05/2013 03/06/2013 07/06/2013 14/06/2013 Uur start bespuiting 09:02 08:58 09:29 11:32 Uur einde bespuiting 08:05 09:30 09:31 11:43 Gewas A B C D Gewastoestand gezond rand bleek Bremia Veldbedekking (%) 20 80 90 100 Plantstadium meerderheid (%; BBCH stadium) 19 (100%) 41 (100%) 42 (50%) 47 (100%) Plantstadium minimum (%; BBCH stadium) - - 41 (30%) - Plantstadium maximum (%; BBCH stadium) - - 43 (20%) - Gemiddelde plantdiameter (cm) 23,6 28,2 24,7 - Gemiddelde planthoogte (cm) 9,6 12,6 16,4 - Min en max planthoogte (cm) 9-11 11-15 15-17 - Klimaat A B C D Bodemvochtigheid nat droog matig matig Temperatuur ( C) 23,1 18,5 25,9 26,73 Bewolkingsgraad (%) 50 40 100 50 Relatieve vochtigheid (%) 50,9 54,3 49,8 38,43 Toestand van de plant nat droog droog droog Behandeling A B C D Behandeld opp/plot (m²) 3,52 3,52 3,52 3,52 Behandelingsmethode spuiten spuiten spuiten spuiten Toesteltype Aams 2 - sp9 Aams 1 -sp12 Aams 1 - sp1 Aams 1 - sp1 Hoeveelheid water (l / ha) 1000 1000 1000 1000 Toepassingsplaats blad blad blad blad Toepassingsdruk (bar) 3 3,5 3,5 3,6 2.7 Beoordelingsmethode Vanaf het zichtbaar zijn van de eerste symptomen zouden de kroppen voor de beoordeling van Bremia lactucae ingedeeld worden in 5 verschillende klassen: Klasse 0: geen symptomen (volledig gezonde kroppen) Klasse 1: zeer lichte aantasting (1 vlekje op 1 blad) Klasse 2: lichte aantasting (enkele vlekjes op 1 of meerdere bladeren) Klasse 3: matige aantasting (verschillende grote vlekken of meerdere bladeren) Klasse 4: zware aantasting (min 2 bladeren volledig aangetast, sla onverkoopbaar) Aan de hand van deze indeling in klassen wordt een ziekte-incidentie berekend = percentage aangetaste planten. Een ziekte-index wordt berekend aan de hand van de formule: index 100x 1x aantal planten kl1 2x aantal planten kl2... 4x aantal planten kl 4 4x totaal aantal beoordeelde planten Bij de oogst werd de opbrengst bepaald als gemiddeld kropgewicht alsook het percentage verkoopbare kroppen. Pagina 6 of 16
3 Resultaten en bespreking 3.1 Resultaten Op Figuur 1 is het klimaat gedurende de teelt te zien. De oranje verticale lijnen geven het moment weer van de kalenderbespuitingen (behandeling standaard), de groene verticale lijnen die van de behandelingen volgens het verstrengde instrument (instrument 2). De drempelwaarden voor behandeling volgens instrument 1 (met de originele drempelwaarden 90% - 85%) werden nooit overschreden zodat voor dit instrument geen behandelingen werden uitgevoerd. Figuur 1: PCG vroege zomer 2013: klimaat Figuur 2 tot Figuur 10 geven het aantal uur dat de relatieve vochtigheid of de temperatuur tussen bepaalde grenzen ligt weer. Pagina 7 of 16
Figuur 2: PCG vroege zomer 2013: aantal uur RV 6u na zon op voor het originele instrument (instrument 1) Figuur 3: PCG vroege zomer 2013: aantal uur RV 6u na zon op voor het verstrengde instrument (instrument 2) Pagina 8 of 16
Figuur 4: PCG vroege zomer 2013: aantal uur RV tijdens de nacht voor het originele instrument (instrument 1) Figuur 5: PCG vroege zomer 2013: aantal uur RV tijdens de nacht voor het verstrengde instrument (instrument 2) Pagina 9 of 16
Figuur 6: PCG vroege zomer 2013: aantal uur RV tijdens de dag voor het originele instrument (instrument 1) Figuur 7: PCG vroege zomer 2013: aantal uur RV tijdens de dag voor het verstrengde instrument (instrument 2) Pagina 10 of 16
Figuur 8: PCG vroege zomer 2013: aantal uur T tijdens de nacht Figuur 9: PCG vroege zomer 2013: aantal uur T 6u na zon op Pagina 11 of 16
Figuur 10: PCG vroege zomer 2013: aantal uur T tijdens de dag Beoordelingen: omdat de aantasting veroorzaakt werd door natuurlijke infectie, zijn object 11 en 12 (onbehandeld) identiek. Bij de resultaten werd een gemiddelde genomen van deze 2 objecten. Figuur 11: PCG vroege zomer 2013: ziekte-incidentie en index op 11/06/2013 Pagina 12 of 16
Figuur 12: PCG vroege zomer 2013: ziekte-incidentie en index op 18/06/2013 Tabel 1: PCG - vroege zomer 2013: gemiddeld kropgewicht bij oogst (21/06/2013) Object nr Behandeling Gemiddeld kropgewicht 11-12 Onbehandeld 496,2 13 Standaard spuitschema 515,6 14 instrument (ochtend RV 84 %, nacht 79%) 510,4 15 instrument (ochtend RV 90 %, nacht 85%) 516,9 Pagina 13 of 16
Object 18/06/2013 21/06/2013 11-12 13 14 15 Pagina 14 of 16
3.2 Validiteit van de resultaten De proef werd uitgevoerd volgens het protocol. Aangezien er al symptomen aanwezig waren op het moment van de kunstmatige inoculatie, werd deze niet meer uitgevoerd. De symptomen zijn afkomstig van een natuurlijke infectie, waarschijnlijk door sporen die overgewaaid zijn uit serre 3 (daar lag een proef aan die zwaar aangetast was door Bremia). De klimaatomstandigheden in de serre waren in ieder geval goed opdat de sporen zouden kunnen kiemen. 3.3 Bespreking Bremia aantasting en opbrengst: De aantasting werd veroorzaakt door een natuurlijke infectie. De klimaatomstandigheden in de serre waren dus goed op het moment dat de sporen in de serre kwamen en moesten kiemen om in de planten te geraken. Ook na de incubatieperiode was de RV goed voor de pathogeen om over te gaan tot sporulatie, al was deze in eerste instantie zeer beperkt. Op 11/06/2013 werden de eerste symptomen waargenomen, dit ging vooral om gele vlekken en slechts zeer weinig sporulatie. Van de onbehandelde objecten (11 en 12), alsook van het object 15 (op dat moment nog steeds onbehandeld) vertoonden 29% van de planten zieke bladeren. Ook bij de veldjes behandeld volgens het verstrengde instrument (1x behandeld) waren 1.2% van de planten aangetast. De veldjes die behandeld werden volgens de standaard kalendermethode (op dat moment al 3 behandelingen tegen Bremia gekregen) waren vrij van symptomen. Een week later, op 18/06/2013 vertoonden alle objecten symptomen van Bremia en was er al heel wat meer sporulatie te zien. De onbehandelde (11-12 en ook nog steeds 15) hadden een ziekte-incidentie van rond de 40%. Bij het verstrengde instrument waren symptomen zichtbaar op 12.4% van de planten, bij het standaard spuitschema volgens de kalender was deze ruim 8%. Tijdens de oogst werd het gemiddeld kropgewicht van de objecten bepaald. De kroppen werden opgekuist zoals voor de vermarkting. Het lijkt erop dat er geen verschillen waren tussen de kropgewichten (statistiek nog niet uitgevoerd). Het percentage verkoopbare kroppen is voor de onbehandelde objecten (11 en 12) en ook object 15 rond de 50-55%, terwijl dit voor de objecten behandeld volgens de kalendermethode en het verstrengde instrument rond de 71% lag. Behandelingen en klimaat: De kalenderbespuitingen (object 13) werden uitgevoerd op: 28/05/2013: Previcur Energy (2.5 l/ha) 3/06/2013: Fenomenal (2.5 kg/ha) 7/06/2013: Paraat (0.36 kg/ha) 14/06/2013: Revus (0.6 l/ha) Volgens het originele instrument (object 15) moesten tijdens de volledige teelt geen behandelingen worden uitgevoerd. Enkel op 19/06/2013 werd de grenswaarde van 2u hogere RV dan 90% tijdens de eerste 6 uur na zon op overschreden. Dit 2 dagen voor oogst. Er kon geen behandeling meer gebeuren, en het kwaad was ook al geschied. Symptomen waren al overduidelijk zichtbaar sinds 11/062013. Volgens het verstrengde instrument (object 14) was er een eerste overschrijding op 17/05/2013. In theorie moest dus behandeld worden op 18/05/2013 met Amistar, maar door omstandigheden is dit niet gebeurd. Op 28/05/2013 werd de eerste keer behandeld met Previcur Energy, dit is op hetzelfde tijdstip als de eerste behandeling volgens de kalendermethode. Er werden geen verdere behandelingen meer uitgevoerd. Na analyse van deze resultaten stellen we ons volgende vraag: is de grenswaarde van 90% tijdens de eerste 6 uur na zon op om kieming te veroorzaken niet te hoog? Doordat de aantasting veroorzaakt werd door een natuurlijke infectie weten we niet precies wanneer de sporen in de serre kwamen, en dus konden kiemen. Met een gemiddelde temperatuur van rond de Pagina 15 of 16
18 C concluderen we dat de incubatieperiode rond de 10-11 dagen schommelde. Rond 31/05/2013 is tijdens de eerste 6u na zon op de 90% grens overschreden voor 1.4 uur. De 84% grens werd op dat ogenblik overschreden gedurende 5.3 uur. Mogelijks ligt de correctere grenswaarde voor kieming ergens tussenin. Op het moment van eerste symptomen was er weinig sporulatie zichtbaar. De grenswaarde van 5u RV hoger dan 85% tijdens de nacht werd niet overschreden. 1 week later was er duidelijk meer sporulatie zichtbaar, maar nog steeds was de grens van 85% niet overschreden. Ligt ook deze waarde te hoog? 4 Besluit Door het telen met volgens het originele instrument werden geen behandelingen uitgevoerd, en zaten de planten onder de Bremia. Het originele beslissingsondersteunend instrument heeft in deze proef duidelijk gefaald. Het verstrengde instrument zorgde voor minder aantasting, maar door omstandigheden werden de planten de eerste keer niet tijdig behandeld, waardoor mogelijks de resultaten niet helemaal correct zijn. Uit deze proef komt ook de vraag naar voor of de vooropgestelde drempelwaarden wel juist zijn. 5 Samenwerking Deze proef lag aan in het kader van het IWT-project 110789 Verfijning, validatie en multiplicatie van het beslissingsondersteunend instrument voor de bestrijding van valse meeldauw in de glasteelt Pagina 16 of 16