ZORGPLAN Februari

Vergelijkbare documenten
ZORGPLAN 5 NIVEAUS VAN ZORG

Notitie voor leerkrachten

Presentatie Zorgplan Aanpassingen volgen in 2014 met de invoering van passend onderwijs en de nieuwe indeling van WSNS.

ZORG OP MAAT OMDAT IEDER KIND TELT

Zorgplan. Professor Casimirschool Van Deventerlaan TX Voorburg

INTERNE ZORGSTRUCTUUR

1. Inleiding m.b.t. Passend onderwijs. 2. Samenwerkingsverband Amstelronde. 3. Ondersteuning op de Zwaluw

Inrichting van de zorgstructuur op basisschool De Toermalijn. Informatieboekje voor ouders.

Interne zorgstructuur

Ondersteuningsstructuur. Kbs Petrus en Paulus

Ondersteuningsstructuur. Kbs Petrus en Paulus

zorgplan Jenaplanbasisschool Elckerlyc

Agenda. 1. Externen 2. Taken IB-er 3. Zorgstructuur nu 4. Zorgstructuur toekomst 5. Vragen 6. Zorgmarkt

C:\Users\admin\AppData\Local\Microsoft\Windows\Temporary Internet Files\Content.Outlook\DY4SI3QT\Zorgstructuur de Reuzepas.doc

Zorgstructuur de Hasselbraam

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel. 23 Dr. Theun De Vriesskoalle

ZORGGids CBS TOERMALIJN FRANEKER

5 oktober 2010 ZORGTRAJECT DE POELJEUGD

Schoolondersteuningsprofiel CBS de ster Harkstede

Groep 1 t/m 8 Prins Mauritsschool Delft

Binnen deze driehoek geldt een aantal randvoorwaarden:

Ondersteuning van leerlingen op. CBS De Rank

Samenvatting Ondersteuningsplan SWV Passend Onderwijs PO Midden-Limburg

Zorgstructuur de Hasselbraam

Schoolondersteuningsprofiel. 23 Dr. Theun De Vriesskoalle

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Ontwikkelingsperspectief in het basisonderwijs. Maart 2014

Locatie Sprang-Capelle Rembrandtlaan ES Sprang-Capelle T Locatie Landgoed Driessen Burgemeester van Casterenstraat GA

Schoolondersteuningsprofiel

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR

Schoolondersteuningsprofiel. 05KK00 n Boaken

Inhoud. 1. Inleiding m.b.t. Passend onderwijs

analyse van de opbrengsten.

Samenvatting. Totalen

September Ondersteuningsplan Afspraken en protocollen R.K. Basisschool Willibrordus

Inhoudsopgave. Visie 3. Kernwaarden. 4. Zorgstructuur. 5. Zorgniveau 1 6. Zorgniveau Zorgniveau 3 9. Zorgniveau Zorgniveau 5.

Schoolondersteuningsprofiel. 00CV00 School Matthijsje

Verantwoording 3. Hoofdstuk 1 Gegevens school Hoofdstuk 2 Interne procedure: Handelingsgericht werken 7

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR Anne Frankschool Ellecom

7 Passend onderwijs. 7.1 Algemeen. 7.2 Interne begeleiding. Schoolgids

Masterclass Handelingsgericht Werken voor IB ers en rekenspecialisten

Leerling-zorg op onze school

Schoolondersteuningsprofiel. 26 Ibs 'T Pompebled

Jaarplan o.b.s. De Boomhut

Schoolondersteuningsprofiel. 09AY00 Rooms Katholieke Basisschool De Brembocht

Inhoudsopgave. Wijzigingenoverzicht

Protocol Ontwikkelingsperspectief. 1. Inleiding. 2. Wet en regelgeving. 3. Huidig toezicht- en waarderingskader inspectie

Zorgverbreding. Rekenen/wiskunde. Basisschool Jahesuja Jantine, Heleen, Suzanna, Jacobine

U kunt hieronder zien in welke periode welke toets wordt afgenomen.

Richtlijnen voor de overgang naar de volgende groep. Doubleren of Versnellen; te nemen stappen

Schoolonder- steuningsprofiel

Organisatie van de leerlingen zorg CBS De Akker

Schoolondersteuningsprofiel. 11RU00 Obs De Lijster

Ondersteuningsplan Januari 2017

Schoolondersteuningsprofiel. 15QG00 Horizon

Handelingsgerichte ontwikkelingsperspectieven in het basisonderwijs. 24 maart 2010

Protocol Terugplaatsingsbeleid S(B)O

Schoolondersteuningsprofiel. 10XU00 CBS Het Baken

Schoolondersteuningsprofiel. 11KM00 Basissch Insp J. Cryns

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR Basisschool Pius X

Schoolondersteuningsprofiel. 10GE00 Bs De Vier Heemskinderen

De zorgstructuur van het Samenwerkingsverband in beeld Basis is het beleidstuk Het zorgsysteem in het basisonderwijs SWV H-M-S

Functiebeschrijving schoolcoördinator BO

Schoolondersteuningsprofiel. 07MG00 Chr Basissch Eben Haezer

INDICATOREN BASISONDERSTEUNING

Basisondersteuning in het samenwerkingsverband Primair Onderwijs Duin- en Bollenstreek

SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL SCHOOLJAAR Basisschool De Arnhorst. Velp

Ondersteuningsstructuur voor passend onderwijs in de Viviani scholen.

Procesbeschrijving ondersteuning op niveau 1,2,3 en 4. I : Algemeen

PROTOCOLLEN. leerlingenzorg

Schoolondersteuningsprofiel. 11BF00 De Mienskip

De inrichting van de organisatie, een overzicht van de betrokkenen en een overzicht van de zorgniveaus. De cyclus handelings gericht werken

Ondersteuning van uw kind Ouderversie school-ondersteuningsplan

School Ondersteunings Profiel (SOP)

VERSLAG VOORTGANGSGESPREK. 8e Montessorischool Zeeburg

Schoolondersteuningsprofiel. 11WU00 Mariaschool

Toelichting ontwikkelingsperspectief

Schoolondersteuningsprofiel. 11LK00 'n Esch

Schoolondersteuningsprofiel

KWALITEITSKAART. 1-Zorgroute. Opbrengstgericht werken

Schoolspecifiek ondersteuningsplan basisschool de Beiaard

Schets van de Procesgang Handelingsgericht Arrangeren

Schoolondersteuningsprofiel: is onze school de passende plek voor uw kind?

Ondersteuningsprofiel o.b.s. De Bonte Stegge

4. De zorg. 4.1 De gewone zorg en het leerlingvolgsysteem

Toezicht op scholen en voorzieningen voor nieuwkomers

Stroomdiagram zorg. Versie september 2008

Schoolondersteuningsprofiel. 12ZQ00 De Bongerd

Zorgplan. o.b.s. Spiegelhof Herwijnen

Schoolondersteuningsprofiel. 16DK00 De Weide

Schoolondersteuningsprofiel. 17IQ00 School voor Speciaal Basisonderwijs De Verrekijker

Team passend onderwijs wat is het, hoe werkt het?

Schoolondersteuningsprofiel. 06NI00 De Adelaar

Schoolondersteuningsprofiel. 21NI00 GBS De Fontein

Zorgplan

Schoolondersteuningsprofiel. 15MH00 De Poolster

Arjan Clijsen, Noëlle Pameijer & Ad Kappen

Schoolondersteuningsprofiel. 13KR00 De Wendakker

Transcriptie:

ZORGPLAN Februari 2017 1

1 Inhoud 2 Inleiding... 3 3 Uitgangspunten... 6 4 Zorgstructuur... 7 5 Continuüm van zorg... 8 6 Schoolondersteuningsprofiel... 15 7 Inzet van de ondersteuning... 15 7.1 Interne ondersteuning... 15 7.1.1 In de klas... 15 7.1.2 Interne Begeleiding... 16 7.1.3 Onderwijs Assistent... 16 7.2 Externe ondersteuning... 16 7.2.1 Het Ondersteuningsteam... 16 7.2.2 Ambulante Begeleiding... 16 8 Registratie en dossieropbouw... 17 8.1 Registratie binnen de groep... 17 8.2 Registratie ESIS... 17 9 Praktische invulling en afspraken... 18 9.1 Schoolverslagen... 18 9.2 Groepsplannen/ Handelingsplannen (HGPD)... 20 9.3 Consultatie / leerling bespreking... 21 9.4 Dossier en overdracht... 22 9.5 Overgangsprotocollen... 22 9.6 Didactische en pedagogische zorg... 23 9.6.1. Stappenplan t.a.v. lezen en spelling (zie dyslexieprotocol)... 23 9.6.2. Stappenplan t.a.v. rekenen... 24 9.6.3. Stappenplan t.a.v. sociaal-emotionele ontwikkeling... 25 9.6.4. Hoe wordt er op schoolniveau omgegaan met probleemgedrag?... 25 9.7 OPP of eigen leerlijn... 26 9.7.1 Het einddoel... 26 9.7.2 De tussendoelen... 27 9.7.3 Een eigen leerlijn... 27 9.7.4 De inhoud van een OPP... 28 9.7.5 Oordeel inspectie... 28 2

9.7.6 Ontwikkeling BS De Bolleberg... 28 10 Procedures.... 28 10.1 Procedure advisering V.O. (voortgezet onderwijs)... 28 10.2 Onderzoek door de GGD... 29 10.3 Onderzoek door GGZ... 29 10.4 Knelpunten... 29 11 Tot slot... 29 12 Bibliografie... 30 2 Inleiding In dit zorgplan kunt u zien hoe wij in BS De Bolleberg te werk gaan met betrekking tot de leerlingenzorg. Om dit plan te kunnen maken hebben we gebruik gemaakt van het zorgplan van het samenwerkingsverband PO 31-02 Midden Limburg. De missie van ons samenwerkingsverband is: Samen verantwoordelijk kwalitatief goed en waar mogelijk thuisnabij onderwijs voor alle leerlingen. Zo wordt gezorgd dat elk kind passend onderwijs krijgt Hierbij brengen wij de extra zorg zoveel mogelijk naar de leerling. Daar waar dat niet mogelijk is, brengen wij de leerlingen naar de extra zorg. Hiertoe werken we kansrijk samen. Daarnaast werken we samen met aanbieders van specialistische zorgarrangementen. Met deze missie wil men bereiken: - Iedere jeugdige en jong volwassene moet de kans krijgen gezond en veilig op te groeien en zijn of haar talenten te ontwikkelen, afgestemd op de behoeften en mogelijkheden; - - Kinderen en jeugdigen moeten de kans krijgen zich goed/ optimaal voor te bereiden op hun toekomst, waarbij van de jeugdige of jong volwassene een positieve participatie aan de maatschappij wordt verwacht en zo volwaardig mogelijk burgerschap kan worden ingevuld; - Kwaliteit van onderwijs is een voorwaarde en de belangrijkste pijler onder passend onderwijs. Kwalitatief sterke scholen en een goed functionerend systeem van jeugdhulp vormen de belangrijkste pijlers van passend onderwijs; - Goed onderwijs is voor alle leerlingen noodzakelijk maar in het bijzonder geldt dit voor leerlingen met extra / specifieke ondersteuningsbehoeften. Er worden hogere eisen gesteld aan het onderwijs voor deze groep leerlingen. - Met extra inzet en deskundigheid moeten we proberen de doelstelling van passend onderwijs waar te maken. - Dit betekent investeren in pedagogische en didactische kwaliteiten van leerkrachten, een pedagogisch klimaat van hoge verwachtingen en in een opbrengstgerichte schoolcultuur. Bovenstaande zes punten vormen samen de visie van het samenwerkingsverband PO 31-02 Midden Limburg. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten van belang: Bestuurlijke uitgangspunten: In de hoofdlijnennotitie hebben de aangesloten schoolbesturen een aantal uitgangspunten geformuleerd t.a.v. de bestuurlijke samenwerking en inrichting van het SWV. - Het SWV dient gericht te zijn op duurzaamheid van voorzieningen (continuümprincipe) 3

- Er is een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor het in stand houden van onderwijskundige diversiteit. - Zij achten zich gemeenschappelijk verantwoordelijk voor alle leerlingen in hun regio. - Zij beschouwen de rol van ouders als cruciaal bij het realiseren van de opdracht van het SWV. - Zij zien het als hun opdracht voor leerlingen optimale onderwijskansen te creëren en streven er naar risicomijdend gedrag te voorkomen door het gezamenlijk delen van de verantwoordelijkheid daarvoor. - Betrokken besturen achten het van wezenlijk belang de school te plaatsen in een brede pedagogische context, waarvan ook partijen buiten de school deel uitmaken en waarbij beschikbare niet-schoolgebonden expertise integraal wordt ingezet. - Daar waar de ondersteuningsbehoeften van de leerling door de complexiteit van problematiek en/of door een combinatie van problemen op school en thuisproblemen een specifieke en/of onevenredige inzet vergen, wordt gebruik gemaakt van extra, specifieke ondersteuning. - De basisscholen kopen deze ondersteuning zelf in vanuit het ondersteuningsbudget. - Het SWV speelt alleen een rol in het bekend maken van deze mogelijkheden en het coördineren van de inzet van deze expertise voor de basisscholen. - Het SWV organiseert tevens de inzet van jeugdzorg binnen deze ondersteuningsteams. ( CJG, maatschappelijke werk, JGZ etc.) - Het ondersteuningsteam begeleidt en ondersteunt de school om het vastgestelde en gewenste niveau van basisondersteuning te realiseren en zet daarbij vooral in op begeleiding inzake de leerlingenzorg, op de niveaus 1 t/m 4. Hier ligt de belangrijkste taak voor het ondersteuningsteam, omdat er een directe relatie is tussen het niveau van de basisondersteuning en het uitvallen van leerlingen. De ondersteuning van het team is zowel curatief als preventief van aard. - De ondersteuner begeleidt de IB-ers en leerkrachten vooral t.b.v. het versterken van de kwaliteit van het onderwijs en de leerlingenzorg in het bijzonder - De AB-er/SBO-SO teamlid ondersteunt de school bij de uitvoering van individuele specifieke ondersteuningsbehoeften - De orthopedagoog / psycholoog komt in actie bij verzoeken om de ondersteuningsbehoeften van leerlingen in kaart te brengen en hij/zij geeft adviezen m.b.t. de gewenste arrangementen. - De jeugd- en gezinswerker wordt ingezet in consultaties en op afroep wanneer sprake is van problemen van leerlingen waar gezins- en systeemaspecten een rol spelen. Basisondersteuning op alle scholen Ten behoeve van het realiseren van haar missie heeft het SWV een kwaliteitsstandaard afgesproken. Deze standaard is geoperationaliseerd in 13 ijkpunten. Elk ijkpunt is verder uitgewerkt in een aantal indicatoren. Alle zijn zo krachtige scholen, die voor al hun leerlingen op de niveaus 1 t/m 4 van ondersteuning adequaat tegemoet kunnen komen aan de onderwijsbehoeften. Dit betekent dat het hele spectrum van ondersteuning van de niveaus 1 t/m 4 wordt gerekend tot de basisondersteuning van elke school. Alle leerlingen naar school De wetswijziging verplicht het SWV om per 1 augustus 2014 voor alle leerlingen een passende onderwijsplek te organiseren. Deze plicht is verankerd in de wet, waarin staat dat het bevoegd gezag van de school verantwoordelijk is voor de uitvoering van de zorgplicht. Zorgplicht betekent dat een school de aangemelde leerling zelf een passend onderwijsaanbod biedt of een onderwijsaanbod organiseert op een andere school. De school heeft de zorgplicht voor alle leerlingen die zich aanmelden. Dit betekent dat de zorgplicht al in werking treedt voor de inschrijving op de school. Door een hoog niveau van basisondersteuning te realiseren en een dekkend netwerk van speciaal (basis)onderwijs blijft geen enkele leerling verstoken van passend onderwijs 4

Binnen het samenwerkingsverband zijn scholen verantwoordelijk voor: - het afstemmen van hun plannen op het beleid van het samenwerkingsverband; - het op de hoogte blijven van elkaars onderscheidend schoolprofiel (arrangement, specialisme en zorggrenzen) met sterke kanten van het onderwijs; - het bezoeken van scholen, die een antwoord hebben op de hulpvraag van de betreffende school; - het invullen van een warme overdracht naar het VO; - het hanteren van zorgvuldige procedures, waarbij ervoor wordt gezorgd, dat hulp en advies direct en snel bij de leerkracht (de klas) terecht komen; - samenwerking op sociaal-emotioneel gebied en men werkt samen met partners op het gebied van jeugdzorg; - het volgen van de kinderen op sociaal-emotioneel gebied; - het openstaan voor ouders en hen zien als partners in de zorg. Personeel en formatie Het personeel van de deelnemende scholen kent de algemene doelstelling van het samenwerkingsverband en is zich bewust van: - de noodzaak tot samenwerking tussen scholen onderling; - de rol van IB-er en haar eigen rol; - het belang van scholing van de intern begeleider en het schoolteam. Deze scholing sluit aan op de vraag (en/of de behoefte) vanuit het veld; - het belang van pedagogisch en didactisch optimisme en aandacht voor hulp in de klas, waarbij eveneens aandacht is voor de grenzen aan deze hulp; - de spilfunctie van IB in het zorgarrangement. Financiën Passend indiceren is een verdeelmodel voor de ondersteuningsmiddelen van SWV-en. Het passend indiceren ondersteunt de inhoudelijke wens van ons SWV om scholen te stimuleren leerlingen thuisnabij een passend onderwijsaanbod te doen. Passend indiceren gaat er vanuit dat het totale beschikbare ondersteuningsbudget van het SWV wordt verdeeld onder de besturen. Deze verdelen de middelen vervolgens over hun basisscholen. De basisscholen krijgen daarmee zeggenschap over alle ondersteuningsmiddelen. Parallel aan het landelijk beleid krijgt iedere basisschool een ondersteuningsbedrag per leerling. De basisschool moet vervolgens alle extra ondersteuning ( w.o. de hulp vanuit de ondersteuningsteams) vanuit het eigen budget organiseren. De basisschool is vrij in de besteding van haar budget en legt na ieder schooljaar verantwoording af aan haar bestuur volgens het principe past toe en legt uit. De school kan de extra ondersteuning binnen de school zelf mogelijk maken of ondersteuning inkopen. De extra ondersteuningskosten van een onderwijsplaats in het SO of het SBO koopt de basisschool ook in vanuit het eigen ondersteuningsbudget. Het legt de prikkel voor het creëren van een breder onderwijsaanbod bij de school zelf. De basisschool die passend onderwijs kan creëren voor al hun leerlingen hoeft minder externe ondersteuning in te kopen. 5

3 Uitgangspunten De zorgstructuur in het Samenwerkingsverband PO 31-02 is opgezet volgens de 1-zorgroute. De 1- zorgroute van WSNS bestrijkt de interne zorg op groeps- en schoolniveau en de externe zorg. De 1- zorgroute heeft zes stappen: Stap 1: cyclus handelingsgericht werken door de leraar Stap 2: groepsbespreking Stap 3: leerlingbespreking Stap 4: Individueel Handelingsplan Stap 5: Extern handelen: HGD, consultatie en/ of begeleiding Stap 6: externe zorg: verwijzing naar PCL (Pameijer & Beukering, van, 2008) 1. De zorg voor de leerlingen in de groep is ten allen tijde een verantwoordelijkheid van de groepsleerkracht 2. De intern begeleider heeft de rol van begeleider van de leerkracht in het omgaan van de leerkracht met de zorgleerlingen en is de coördinator van alle maatregelen rondom de zorg van die leerlingen. Daar ligt haar verantwoordelijkheid. 3. Vanuit de genoemde verantwoordelijkheid van de intern begeleider vloeien al haar werkzaamheden voort en is zij voor die werkzaamheden voldoende toegerust (zowel in tijd als in deskundigheid). 4. Vanuit punt 1 volgt de conclusie dat de groepsleerkracht altijd de eindverantwoordelijke is voor de (uitvoering van) verleende zorg aan een (groep) leerling(en). 5. De leerkracht is ook degene die de ouders informeert (of op de hoogte houdt). De intern begeleider kan een ondersteunende rol spelen. 6. De beschreven zorgniveaus spelen een functionele rol binnen het zorgsysteem van de school. 7. De school ontwikkelt zich steeds verder naar afstemming van onderwijs aan het individuele kind. 8. De school zal voldoende materiële voorzieningen moeten hebben om adequate zorg aan leerlingen te kunnen geven. 9. Binnen de interne begeleiding staat het kind centraal. 6

4 Zorgstructuur Z Inhoud o r g - n i v e a u 1 Algemene zorg in de groep: het onderwijs aangepast aan het niveau van de leerling. 2 Extra zorg voor één of meer vakken, begeleiding bij gedrag of combinaties van aandachtsge bieden. 3 Speciale zorg na intern onderzoek / consultatie intern begeleider. Wie neemt actie? De leerkracht. Hij/zij is verantwoordelijk voor een zorgvuldig proces van afstemming De leerkracht. Hiervoor kan hij/zij gebruik maken van een vorm van collegiale consultatie binnen de leerlingbesprekin g Leerkracht is eindverantwoord elijk voor signalering en uitvoering. De leerkracht vraagt hulp / advies IB-er. Hieruit volgt een onderzoek of observatie. Leerkracht blijft eindverantwoord elijk voor de uitvoering. IB-er is eindverantwoord Wat is de actie? Handelingsplan Dossiervorming Rol ouders Afstemming van onderwijs: methodegericht werken. Aanbod is afgestemd op de vraag van de individuele leerling. Ouders worden geïnformeerd. Gesprek leerkracht / IB. Besluit tot intern onderzoek en / of observatie. Beslissingen over voortgang worden altijd genomen in samenspraak met leerkracht en IB-er. Ouders worden geïnformeerd Er is een groepsplan. Hierin heeft de leerkracht de klas in drie groepen verdeeld. De leerlingen van zorgniveau 1 zitten voornamelijk in aanpak 2 en 3. Er is een groepsplan. Hierin heeft de leerkracht de klas in drie niveaugroepen verdeeld. De leerlingen van zorgniveau 2 zitten voornamelijk in aanpak 1 voor de vakken die ze moeilijk vinden. N.a.v. de onderzoekresultaten / observaties wordt het eerder gemaakte groepsplan opgesteld of aangepast. 7 De leerkracht registreert toets resultaten in het CITO LOVS en op de registratieformuliere n van de methode. Andere (relevante) zaken over kinderen wordt in ESIS gezet. De leerkracht registreert toetsresultaten in het CITO LOVS en op de registratieformuliere n van de methode. Andere relevante zaken over kinderen wordt in ESIS gezet. Hiervan wordt een verslaglegging opgesteld. Deze komt in de verslaglegging van ESIS. Het groepsplan wordt aangepast. * Ouders geven de nodige informatie aan school. * Ouders worden geïnformeerd over de ontwikkeling van hun kind via de periodieke verslaglegging. * Ouders geven de nodige informatie aan school. * Ouders worden geïnformeerd over deze extra zorg via de periodieke verslaglegging of via een extra oudergesprek. * Ouders geven de nodige informatie aan school. * Ouders worden geïnformeerd over deze extra zorg/ extra stappen via de

elijk voor aansturing / bijstelling / corrigeren. periodieke verslaglegging of via een extra oudergesprek. 4 Speciale zorg na extern onderzoek / externe consultatie. 5 De zorg in de speciale school voor basisonderwi js of een andere vorm van speciaal onderwijs. Leerkracht en IBer nemen samen initiatief tot het inroepen van externe hulp. Leerkracht blijft eindverantwoord elijk voor de uitvoering. IB-er is verantwoordelijk voor het geven van de nodige informatie, de aansturing van het proces, de contacten met de externe instantie, bijstelling en corrigeren van het proces. Intern begeleider in samenwerking met de leerkracht. IB-er levert de nodige papieren aan en de leerkracht vult ze in. Er wordt een nauwkeurig omschreven onderzoeks- of hulpvraag opgesteld d.m.v. de daarvoor ontwikkelde formulieren die aanwezig zijn. Gedocumenteerd met relevante gegevens uit het dossier. Voor het SBO: het invullen van het onderwijskundig rapport. Voor andere vormen van S.O. dossier overdracht. Op grond van de resultaten van het extern onderzoek wordt er een individueel handelingsplan opgesteld voor deze leerling (HGPD). Wanneer er sprake is van een individuele leerlijn, wordt er een Ontwikkelingsperspe ctief (OPP) opgesteld. Verslaglegging wordt opgeslagen in de dossiermap. In ESIS wordt het individuele handelingsplan gemaakt. Het handelingsplan komt ook in de dossiermap. Aanvullend op onderwijskundig rapport relevante dossiergegevens toevoegen. Ouders geven de nodige informatie aan de school. Zorgniveau 4 kan alleen uitgevoerd worden na informatie vooraf en schriftelijke toestemming van de ouders. De ouders worden zeer consequent geïnformeerd over de ontwikkelinge n. We vragen ouders het individuele handelingsplan te ondertekenen voor gezien. Ouders melden aan bij PCL voor beschikking SBO, of rechtstreeks bij een andere vorm van S.O. 5 Continuüm van zorg Bij de 5 niveaus van zorg wordt een beschrijving gegeven van taken, verantwoordelijkheden, bevoegdheden, competenties en de te volgen procedures omtrent de zorg. Zodoende kan eenieder die betrokken is bij de (extra) zorg voor leerlingen de nodige informatie tot zich nemen. Ook zijn de diverse stappen in een begeleidingstraject toetsbaar en kunnen verwachtingen afgestemd worden op de juiste status van zorg in een groep c.q. individueel kind. Niveau 1: 8

Algemene preventieve zorg in de groep De leerkracht geeft kwalitatief goed passend onderwijs aan een groep leerlingen en realiseert een positief werkklimaat. De algemene zorg heeft een preventieve functie. Verantwoordelijkheden en competenties van de leerkracht: De leerkracht heeft inzicht in de na te streven minimumdoelen; De leerkracht past het continuüm van zorg toe(signaleren, analyseren, handelen, evalueren,) De leerkracht past structureel observatie/signaleringsmomenten in met instrumenten die op schoolniveau zijn bepaald.(cito, methodegebonden toetsen, observaties met betrekking tot gedrag- en werkhouding; De leerkracht zorgt voor een optimale taakgerichte leertijd en voor optimale gedifferentieerde instructie; De leerkracht gaat uit van verschillen op sociaal emotioneel en cognitief gebied; De leerkracht beslist op basis van observatie en signalering of een leerling doorgaat naar niveau 2; De leerkracht houdt eigen deskundigheid en vaardigheden op peil. Dossiervorming: De leerkracht is verantwoordelijk voor dossiervorming; Acties, resultaten afspraken worden genoteerd; De leerkracht houdt de interne begeleider op de hoogte van de algemene preventieve zorg in de groep. Contacten: De leerkracht onderhoudt het contact met ouder(s),verzorger(s); De leerkracht informeert de ouder(s),verzorger(s) over ondernomen acties en de daarbij behorende resultaten Verantwoordelijkheden en competenties van de intern begeleider: De intern begeleider draagt zorg voor de juiste signalering- en observatie instrumenten; De intern begeleider ziet toe op een heldere opbouw van het dossier. Verantwoordelijkheden en competenties van de leidinggevende: De leidinggevende creëert randvoorwaarden voor professionaliseren van de leerkracht door o.a. goed omschreven taakbeleid, budgetteren van nascholing/bijscholing, coaching; De leidinggevende draagt zorg voor een toegankelijke orthotheek. Een leerling gaat naar zorgniveau 2 als de algemene zorg die op zorgniveau 1 geboden wordt voor deze leerling, op een specifiek gebied, ontoereikend is. 9

Niveau 2: Extra zorg in de groep De leerkracht besteedt extra zorg aan één of meerdere leerlingen die op grond van observatie-/ signaleringsgegevens de leerstof nog niet in voldoende mate beheersen of beduidend hoger scoren, of die gedragsmatig opvallen. De extra zorg heeft als functie de leerling(en) d.m.v. efficiënt klassenmanagement en planmatig handelen terug te brengen naar zorgniveau 1. Verantwoordelijkheden en competenties van de leerkracht: De leerkracht past het continuüm van zorg toe (signaleren, analyseren, handelen, evalueren) De leerkracht analyseert en interpreteert toets- en observatiegegevens; De leerkracht maakt een groepsplan van handelen. Het plan van handelen kan gericht zijn of van toepassing zijn op de gebieden van: Inhoud Leerstrategieën Instructie Werkhouding Sociaal emotionele problematiek De leerkracht is zelf verantwoordelijk voor het vinden van de juiste middelen en materialen om invulling te geven aan het plan van handelen; De leerkracht draagt er zorg voor dat leerlingen maximaal twee handelingsperioden extra zorg krijgen zoals vernoemd onder niveau 2 van zorg; De leerkracht beslist n.a.v. de evaluatie of een leerling teruggaat naar zorgniveau 1 of doorgaat naar zorgniveau 3. Dossiervorming: De leerkracht is verantwoordelijk voor dossiervorming; Acties, resultaten afspraken worden door de leerkracht beschreven in het plan groepsplan; De plannen van handelen worden bewaard en opgeslagen in ESIS; De leerkracht houdt de interne begeleider op de hoogte volgens de gemaakte afspraken; Structurele aanpassingen worden genoteerd. Contacten: De leerkracht bespreekt met de ouder(s),verzorger(s) het plan van handelen; De leerkracht informeert de ouder(s),verzorger(s) over gedane acties en de daarbij behorende resultaten; De leerkracht informeert de ouder(s),verzorger(s) en de intern begeleider over de uitkomst van de evaluatie; De leerkracht kan bij bovenstaande gesprekken de intern begeleider consulteren; Tijdens de leerlingbespreking worden leerlingen met structurele aanpassingen geëvalueerd. Verantwoordelijkheden en competenties van de intern begeleider: De intern begeleider draagt zorg voor de juiste signalering- en observatie instrumenten; De intern begeleider zorgt dat procedures worden beschreven en worden overgedragen aan de leerkracht; 10

De intern begeleider houdt overzicht op het evaluatiemoment en de daarbij behorende resultaten; De intern begeleider zorgt voor de juiste middelen voor gebruik in de klas m.b.v. achtergrondinformatie en vakliteratuur. Verantwoordelijkheden en competenties van de leidinggevende: De leidinggevende creëert randvoorwaarden voor professionaliseren van de leerkracht door o.a. goed omschreven taakbeleid, budgetteren van nascholing/bijscholing, coaching; De leidinggevende draagt zorg voor een toegankelijke orthotheek om op de juiste wijze invulling te kunnen geven aan het plan van handelen. Als de geboden hulp ontoereikend is, vraagt de leerkracht een gesprek aan met de intern begeleider. De leerkracht kan de leerling inbrengen in de leerlingbespreking. Als de leerkracht weer vooruit kan blijft het kind in niveau 2 of kan terug naar niveau1. Als alle interne vormen van hulp ontoereikend zijn, gaat de leerling naar niveau 3. Niveau 3: Speciale zorg in overleg met interne deskundigen en/ of eventueel gebruik makend van consultatie van externe deskundigen De leerkracht bespreekt de leerling met de intern begeleider en andere interne en/of externe deskundigen op consultatieve basis. Op basis van een analyse en een voorlopige diagnose van de systematisch verzamelde informatie stellen de betrokkenen samen een plan van handelen op. De speciale zorg heeft als doel de leerlingen d.m.v. specifieke begeleiding terug te brengen naar zorgniveau 2 of 1. Verantwoordelijkheden en competenties van de leerkracht: De leerkracht past het continuüm van zorg toe (signaleren, analyseren, handelen, evalueren) De leerkracht analyseert en interpreteert toets- en observatiegegevens; De leerkracht maakt een groepsplan en voor de leerling in niveau drie een individueel handelingsplan, het zogenaamde HGPD (Handelingsgerichte Procesdiagnostiek). Het plan van handelen kan gericht zijn of van toepassing zijn op de gebieden van: Inhoud Leerstrategieën Instructie Werkhouding Sociaal emotionele problematiek De leerkracht is zelf verantwoordelijk voor het vinden van de juiste middelen en materialen om invulling te geven aan het plan van handelen; De leerkracht draagt er zorg voor dat leerlingen maximaal één behandelperiode van 6-8 weken per hulpvraag op dit niveau doorlopen. De leerkracht beslist n.a.v. de evaluatie of een leerling teruggaat naar zorgniveau 2 of doorgaat naar zorgniveau 4. 11

Dossiervorming: De leerkracht is verantwoordelijk voor dossiervorming; De intern begeleider is mede verantwoordelijk voor de dossiervorming; Acties, resultaten afspraken worden door de leerkracht beschreven in het plan van handelen; De plannen van handelen worden bewaard volgens afspraken die op schoolniveau zijn gemaakt; De leerkracht houdt de interne begeleider op de hoogte volgens de gemaakte schoolafspraken; Structurele aanpassingen worden genoteerd. Contacten: De leerkracht bespreekt met de ouder(s),verzorger(s) het plan van handelen; De leerkracht informeert de ouder(s),verzorger(s) over gedane acties en de daarbij behorende resultaten; De leerkracht informeert de ouder(s),verzorger(s) en de intern begeleider over de uitkomst van de evaluatie; De leerkracht kan bij bovenstaande gesprekken de intern begeleider vragen om aanwezig te zijn; Tijdens de leerlingbespreking worden leerlingen met structurele aanpassingen geëvalueerd. Verantwoordelijkheden en competenties van de intern begeleider: De intern begeleider nodigt de leerkracht uit voor een gesprek waarin vervolgafspraken worden besproken; Mogelijk vervolgactiviteiten gemaakt in overleg met de intern begeleider waarbij de leerkracht eindverantwoordelijke blijft voor het plan van handelen zijn: afname pedagogisch-didactisch onderzoek door de intern begeleider; observatie in de groep; consultatie van ambulante begeleider; consultatie met orthopedagoog gericht op een handelingsverlegenheid van de leerkracht. De intern begeleider heeft een ondersteunende/ coachende functie t.a.v. het toepassen van het continuüm van zorg; De intern begeleider heeft voldoende inhoudelijke kennis van de diverse problematieken; De intern begeleider ziet erop toe dat de evaluatie wordt uitgevoerd; De intern begeleider overlegt met de leerkracht, n.a.v. de evaluatie of een leerling terug gaat naar niveau 2, doorstroomt naar niveau 4 en/of dat er structurele aanpassingen volgen; De intern begeleider is bij voorkeur aanwezig bij de oudergesprekken aanwezig, maar altijd bij die gesprekken waarbij een handelingsplan wordt ondertekend en er evaluatiegesprekken plaatsvinden. Verantwoordelijkheden en competenties van de leidinggevende: De leidinggevende creëert randvoorwaarden voor professionaliseren van de leerkracht door o.a. goed omschreven taakbeleid, budgetteren van nascholing/bijscholing, coaching; De leidinggevende draagt zorg voor een toegankelijke orthotheek om op de juiste wijze invulling te kunnen geven aan het plan van handelen. 12

Als de geboden hulp ontoereikend is, overlegt de leerkracht met de intern begeleider, of de leerling naar niveau 4 gaat of teruggaat naar niveau 2. Leerkracht en intern begeleider maken een voorstel te aanzien van het vervolgniveau en bespreken dit met de leidinggevende. Op niveau 3 is er sprake van een individueel handelingsplan ondertekend door ouders. Niveau 4: Speciale zorg in overleg met interne deskundigen en gebruik makend van deskundigheid van externe deskundigen in de vorm van een begeleidingstraject De leerkracht bespreekt de leerling met de intern begeleider en andere interne en/of externe deskundigen en er wordt een coaching traject gestart, in de meeste gevallen met de ambulant begeleider van het speciaal basisonderwijs. Op basis van een analyse en een voorlopige diagnose van de systematisch verzamelde informatie stellen de betrokkenen samen een plan van handelen op. De speciale zorg heeft als doel de leerlingen d.m.v. specifieke begeleiding terug te brengen naar zorgniveau 3. Verantwoordelijkheden en competenties van de leerkracht: De leerkracht heeft de niveaus van zorg doorlopen en alle benodigde informatie verzameld van de betreffende zorgleerling; De leerkracht maakt een plan van handelen voor de individuele leerling welk door ouder(s), verzorger(s) en Ib-er is ondertekend. Het plan van handelen kan gericht zijn of van toepassing zijn op de gebieden van: Inhoud Leerstrategieën Instructie Werkhouding Sociaal emotionele problematiek De leerkracht is zelf verantwoordelijk voor het vinden van de juiste middelen en materialen om invulling te geven aan het plan van handelen; De leerkracht draagt samen met IB-er en professional in de vorm van een coaching traject zorg voor de leerling; De leerkracht beslist n.a.v. de evaluatie of een leerling teruggaat naar zorgniveau 3 of doorgaat naar zorgniveau 5 in overleg met de intern begeleider. Dossiervorming: De leerkracht is verantwoordelijk voor dossiervorming; De intern begeleider is mede verantwoordelijk voor de dossiervorming; Acties, resultaten en afspraken worden door de leerkracht beschreven in het plan van handelen; De plannen van handelen worden bewaard volgens afspraken die op schoolniveau zijn gemaakt; De leerkracht houdt de interne begeleider op de hoogte volgens de gemaakte schoolafspraken; Structurele aanpassingen worden genoteerd; De ambulant begeleider van het sbo beschrijft de eigen acties en de daarbij behorende resultaten, welke worden toegevoegd aan het dossier. 13

Contacten: De leerkracht bespreekt samen met de IB-er en ambulant begeleider het plan van handelen; De leerkracht informeert samen met de IB-er en ambulant begeleider de ouder(s),verzorger(s) over gedane acties en de daarbij behorende bevindingen en resultaten; De leerkracht informeert samen met de IB-er en ambulant begeleider de ouder(s),verzorger(s) en de intern begeleider over de uitkomst van de evaluatie; Tijdens de leerlingbespreking worden leerlingen met structurele aanpassingen geëvalueerd en wordt de leidinggevende geïnformeerd indien de leerling doorgaat naar niveau 5; Gezamenlijk informeren de leerkracht, interne begeleider en leidinggevende de ouder(s),verzorger(s) over de uitkomst van de evaluatie indien de leerling doorgaat naar niveau 5. Verantwoordelijkheden en competenties van de intern begeleider: De intern begeleider nodigt de leerkracht en de ambulant begeleider uit voor een gesprek waarin vervolgafspraken worden besproken; Mogelijke vervolgactiviteiten gemaakt in overleg met de intern begeleider waarbij de leerkracht eindverantwoordelijke blijft voor het plan van handelen zijn: observatie in de groep afname pedagogisch-didactisch onderzoek door ambulant begeleider; coaching met hulp van ambulante begeleider SBO gericht op de handelingsverlegenheid van de leerkracht. De intern begeleider heeft een ondersteunende/ coachende functie t.a.v. het toepassen van het continuüm van zorg; De intern begeleider heeft voldoende inhoudelijke kennis van de diverse problematieken; De intern begeleider ziet erop toe dat de evaluatie wordt uitgevoerd; De intern begeleider is verantwoordelijk voor het vastleggen en monitoren van de afspraken; De intern begeleider overlegt met de leerkracht, n.a.v. de evaluatie of een leerling terug gaat naar niveau 3 of doorstroomt naar niveau 5 en/of dat er andere structurele aanpassingen volgen; De intern begeleider( is gespreksleider) en de ambulant begeleider sbo is bij de oudergesprekken aanwezig op dit niveau; Verantwoordelijkheden en competenties van de leidinggevende: De leidinggevende creëert randvoorwaarden voor professionaliseren van de leerkracht door o.a. goed omschreven taakbeleid, budgetteren van nascholing/bijscholing, coaching; De leidinggevende draagt zorg voor een toegankelijke orthotheek om op de juiste wijze invulling te kunnen geven aan het plan van handelen. Verantwoordelijkheden en competenties van de ambulant begeleider: De ambulant begeleider heeft inbreng vanuit zijn eigen professionaliteit; De ambulant begeleider start een coaching traject; Deze verspreidt de onderzoeksverslagen en legt de gemaakte afspraken en handelingsadviezen vast. Als de geboden hulp ontoereikend is, overlegt de leerkracht met de intern begeleider, of de leerling naar niveau 5 gaat of teruggaat naar niveau 3. Leerkracht en intern begeleider maken een voorstel te aanzien van het vervolgniveau en bespreken dit met de leidinggevende. 14

Op niveau 4 is er sprake van een individueel handelingsplan ondertekend door ouders. Niveau 5: Externe ondersteuning of verwijzing Vanuit niveau 4 kan een leerling: worden aangemeld bij de PCL op niveau 5 voor een plaatsing in het speciaal basisonderwijs, als aan de vulling van voorafgaande niveaus van zorg is voldaan; worden aangemeld voor speciaal onderwijs. 6 Schoolondersteuningsprofiel Het schoolondersteuningsprofiel van een school geeft weer welke mogelijkheden een school heeft voor de ondersteuning van leerlingen met uiteenlopende onderwijsbehoeften. Het profiel wordt opgesteld door leraren, schoolleiding en bestuur. In het profiel wordt aangegeven welke ondersteuning de school kan bieden en welke ambities de school heeft voor de toekomst. Op basis van het profiel inventariseert de school welke expertise eventueel moet worden ontwikkeld en wat dat betekent voor de (scholing van) leraren. Leraren en ouders hebben adviesrecht op het schoolondersteuningsprofiel via de medezeggenschapsraad van de school. De school plaatst het profiel in de schoolgids, zodat voor iedereen (ouders, leerlingen en andere partijen) inzichtelijk is wat de mogelijkheden van de school zijn voor extra ondersteuning. Het samenwerkingsverband legt alle profielen bij elkaar om te beoordelen of het daarmee een dekkend aanbod kan realiseren. Doel is immers dat alle leerlingen een passende plek krijgen. De afgelopen jaren zijn veel scholen, schoolbesturen en samenwerkingsverbanden al gewend geraakt aan het idee dat zij een schoolondersteuningsprofiel moeten opstellen, in verband met de invoering van passend onderwijs. Voor inhoudelijke informatie over het schoolondersteuningsprofiel van de Bolleberg verwijzen we naar dit document. 7 Inzet van de ondersteuning 7.1 Interne ondersteuning Onder interne ondersteuning verstaan wij op de Bolleberg: alle mogelijke hulp die wij aan een leerling bieden binnen onze school. Uitgangspunt is dat de zorg voor de kinderen die extra hulp nodig hebben ligt bij de leerkracht(en) in de klas. De inhoud van deze begeleiding wordt bepaald door de leerkracht. 7.1.1 In de klas De ondersteuning van de leerlingen wordt voornamelijk in de klas gerealiseerd, op momenten die daarvoor ingepland zijn. De leerkracht geeft in haar groepsplan de doelen, onderwijsbehoeften en organisatie weer voor de vakgebieden rekenen, technisch lezen, spelling en Begrijpend Lezen. In het groepsplan is de groep ingedeeld in drie instructieniveaus. De leerkracht onderbouwt de keuze voor de indeling door analyse van toetsen en het rekening houden met onderwijsbehoeften. 15

7.1.2 Interne Begeleiding De intern begeleider coördineert de zorg op school. Door middel van zorgblokgesprekken, die vijf keer per jaar plaatsvinden tussen leerkracht en IB, blijft de IB op de hoogte van wat er speelt in de groep en bij de individuele leerlingen. De IB onderhoudt contact met het ondersteuningsteam. Samen met de ondersteuner kijkt zij naar behoeften van leerkrachten en leerlingen waaraan intern niet voldoende tegemoet kan worden gekomen. Ook met andere externen rondom de leerlingenzorg heeft de IB geregeld contact (CJG, logopedie e.d.). De IB draagt zorg voor de doorgaande lijn in groepsplannen. 7.1.3 Onderwijs Assistent Op de Bolleberg is op drie ochtenden per week een onderwijsassistente aanwezig. Haar activiteiten aangaande de zorg bestaan uit: Het inoefenen van aangeboden leeronderdelen (tempolezen, tafeltjes) Begeleiden van groepjes kinderen bij de verwerking van de leerstof Het begeleiden van een grotere groep leerlingen die zelfstandig werken, terwijl de eigen leerkracht in kleine groepjes extra instructie geeft, diagnostische gesprekjes voert of individuele toetsen afneemt. 7.2 Externe ondersteuning 7.2.1 Het Ondersteuningsteam De inzet van het ondersteuningsteam vanuit het samenwerkingsverband wordt aangestuurd en begeleid door de Intern begeleider. Procedure: Leerkracht en intern begeleider nemen in overleg en overeenstemming de beslissing deze ondersteuning aan te vragen Binnen het zorgteam van WSNS wordt bepaald wie, wanneer de begeleiding komt geven. Er wordt direct door WSNS een afspraak gepland met IB-er en leerkracht over de casus. Bij alle besprekingen rond de begeleiding van de zorg voor het betreffende kind zijn zowel de leerkracht als de IB-er aanwezig. In overleg met de drie betrokkenen wordt bepaald welk traject er opgezet gaat worden en wanneer de begeleiding stopt. De ouders van het kind worden op gezette tijden op de hoogte gehouden van de inhoud van de begeleiding. 7.2.2 Ambulante Begeleiding Het betreft hier de ambulante begeleiding vanuit een regionaal expertise centrum (.REC) voor kinderen met specifieke zorgbehoeften. Cluster 1: voor kinderen met visuele handicaps Cluster 2: voor kinderen met communicatieve handicaps (gehoor, spraakproblemen) Cluster 3: voor kinderen met een verstandelijke en/of lichamelijke handicap. Cluster 4: voor kinderen met psychiatrische of gedragsstoornissen. Procedure: In overleg met ouders, intern begeleider, leerkracht en ondersteuningsteam wordt besloten een aanvraag voor deze vorm van begeleiding De begeleiding krijgt vervolgens vorm in overleg met de ambulante begeleider vanuit het r.e.c., de ouders, de Intern begeleider, de leerkracht en het ondersteuningsteam. De directeur coördineert deze vorm van ondersteuning. 16

8 Registratie en dossieropbouw We dienen hierbij onderscheid te maken tussen de registratie binnen de groep en de dossieropbouw van ieder kind. 8.1 Registratie binnen de groep Dit deel heeft met name te maken met de ontwikkeling van een leerling in de zorgniveaus 1 en 2 en is sterk gerelateerd aan de rapportage naar de ouders. Afstemming tussen klassenregistratie en verslaglegging is effectief. Binnen de groep wordt de ontwikkeling van het kind geregistreerd m.b.t. zijn cognitieve ontwikkeling en m.b.t. zijn sociaal emotionele ontwikkeling. Er wordt gebruik gemaakt van het computerprogramma ESIS. Verder wordt SCOL gebruikt. Voor de registratie van de leerontwikkeling van de leerling wordt gebruik gemaakt van de methodetoetsen en de LOVS gegevens. De methodetoetsen worden geregistreerd op de registratieformulieren van de methoden. Hieruit volgt dan het rapport dat we op de Bolleberg hanteren. De leerkracht zorgt dat de groepsplannen worden gemaakt en opgeslagen. De CITOuitslagen, absenties, de verslaglegging en eventuele aantekeningen worden in ESIS ingevoerd. De uitslagen van CITO worden twee keer per jaar meegegeven in het portfolio. Voor de sociaal emotionele ontwikkeling wordt door de leerkracht twee keer in het jaar SCOL ingevuld. Vanaf groep 6 vullen ook de leerlingen dit instrument in. 8.2 Registratie ESIS Esis is een volledig geïntegreerd leerling volg- en schooladministratie programma. Met ESIS kan de schoolleiding, de leerkracht, de IB-er en de administratie volledig webbased werken binnen de school en vanuit huis. De Cito-toetsen worden door iedere leerkracht ingevoerd. Het programma geeft de uitslag weer in 5 verschillende niveaus. Met de LOVS-toetsen hebben we betrouwbare informatie in handen over de vorderingen van leerlingen en de groep als geheel. Bovendien krijgen we inzicht in de kwaliteit van het onderwijs op school. De toetsen zijn landelijk genormeerd. Deze zijn op basis van behaalde scores in vijf niveaus ingedeeld. Deze niveaus betekenen het volgende: Niveau I: Goed tot zeer goed (De kinderen horen voor dit vak bij de ± 20% hoogst scorende leerlingen.) Niveau II: Ruim voldoende tot goed (De kinderen horen bij dit vak bij de ± 20% net boven het landelijk gemiddelde scorende leerlingen.) Niveau III: Matig tot ruim voldoende (De kinderen horen bij dit vak bij de ± 20% net op of onder het landelijk gemiddelde scorende leerlingen.) Niveau IV: Zwak tot matig (De kinderen horen bij dit vak bij de ±20% ruim onder het landelijk gemiddelde scorende leerlingen.) Niveau V: Zeer zwak tot zwak (De kinderen horen bij dit vak bij de ± 20% laagst scorende leerlingen.) Met deze gegevens maken leerkrachten een groepsanalyse, en zo nodig een individuele analyse. Op deze manier houdt de leerkracht de leervorderingen van de leerlingen nauwkeurig in de gaten. De Intern Begeleider maakt na de M-afname (halverwege het schooljaar) een trendanalyse en bespreekt deze met de directeur en het team. Samen worden conclusies getrokken en vervolgacties afgesproken. 17

9 Praktische invulling en afspraken 9.1 Schoolverslagen In de groepen 1 tot en met 8 maakt de leerkracht twee portfolio's per jaar voor elke leerling. Dit portfolio bevat een weergave van de scores in de methodegebonden toetsen en het leerlingvolgsysteem. De leerkracht geeft in het portfolio de sociaal-emotionele ontwikkeling weer door de diverse ontwikkelgebieden te waarderen met onvoldoende- voldoende of goed. Tevens geeft de leerkracht feedback op deze ontwikkeling. Ook de leerling vult een deel van het portfolio door het maken van 'trots op.. werkjes' en het presenteren van zichzelf. 1. Bij leerlingen met extra zorg worden er regelmatig oudergesprekken gevoerd om te voortgang en ontwikkeling te bespreken. Deze gesprekken worden door ouders en leerkracht gepland en indien nodig schuift de intern begeleider bij deze gesprekken aan. 2. De methodische toetsen worden door de leerkracht afgenomen en op de registratieformulieren van de methode genoteerd. 3. De toetsen van CITO LOVS worden afgenomen door de leerkrachten volgens de toets kalender. De toetsen van het CITO LOVS worden bij voorkeur door de groepsleerkrachten afgenomen. 4. De AVI-toetsen en DMT toetsen worden twee keer per jaar afgenomen. Als blijkt dat een kleuter kan lezen, wordt de AVI toets incidenteel bij een kleuter afgenomen eind groep 2. 5. De resultaten van de CITO LOVS-toetsen worden ingevoerd door de leerkrachten in Esis. Bij leerlingen met een IV en V score wordt een foutenanalyse uitgevoerd door de leerkracht. In groep 1-2 vanaf een III score. 6. Alle resultaten worden geanalyseerd in het groepsplan in februari en juni. Tussentijds vindt er een evaluatie plaats. Bij rekenen plant de leerkracht voorafgaand aan elk blok een prétoets. Aan de hand van de resultaten worden acties bijgesteld. De instructie afhankelijke groep wordt per individuele leerling geëvalueerd. 7. Ten aanzien van de AVI-toetsen: in het rapport wordt het hoogste instructieniveau genoteerd. 8. De resultaten van de toetsen zijn volgens planning ingevoerd in de computer door de leerkracht. 9. Vijf maal per jaar vinden er leerling besprekingen -de zogenaamde zorgblokgesprekkenplaats tussen leerkracht en IB-er. Hierin worden de methode toetsen, CITO toetsen en SCOL scores besproken. In deze gesprekken wordt besproken wat de leerkracht bezig houdt in de klas, de ontwikkeling van leerlingen op sociaal-emotioneel en cognitief gebied en de mogelijke acties die daaruit volgen. In de groepen 1-2 idem. Hierin worden de observatielijsten vanuit Kleuterplein, CITO scores en het dyslexieprotocol besproken. 18

10. De Groepsplannen en eventueel individuele plannen worden door de leerkracht twee maal per jaar gemaakt. Halverwege de groepsplanperiode wordt het groepsplan geëvalueerd en bijgesteld op grond van de resultaten in de methodegebonden toetsen. aangepast. In het schooljaar 2016-2017 hebben we naast de groepsplannen ook plannen van aanpak gemaakt voor de vakgebieden waarvan de resultaten bij de M-afname onvoldoende waren. 11. Naast het bespreken van toets resultaten en sociaal-emotionele ontwikkelingen kan ook het bespreken van een eventuele hulpvraag van de leerkracht centraal staan. Dit kan een hulpvraag zijn op gebied van didactiek, pedagogisch klimaat en/ of klassenmanagement, op zowel groeps- als individueel niveau. De leerkrachten vullen vooral het formulier voor de leerlingbespreking in. 12. Vanuit de leerlingbespreking kan de inzet van interne of externe hulp gewenst zijn. 13. De ondersteuner vanuit het ondersteuningsteam van het samenwerkingsverband is meerde malen per jaar op school aanwezig en kan indien gewenst de eerste externe schakel zijn voor bespreking en/of observatie van een zorgleerling 14. De generalist procesbegeleider van domein onderwijs van de stichting Kindante is maandelijks op school aanwezig voor overleg met directeur en IB. Zij kan indien gewenst de eerste externe schakel zijn voor bespreking van groepsopbrengsten en schoolopbrengsten. 15. De IB controleert 3x per jaar de resultaten vanuit de methode gebonden toetsen, observatielijst Kleuterplein en overige gegevens tijdens de interne controle. Indien er bijzonderheden zijn dan neemt de IB contact op met de leerkracht en bespreekt de bijzonderheden. Deze momenten zijn gekoppeld aan de momenten van de leerling besprekingen. 16. Twee maal per jaar plant de directeur e/o de IB klasbezoeken. Aan de hand van de Kijkwijzer wordt het klasbezoek geëvalueerd met de leerkracht. Naast de structurele klasbezoeken vinden er flitsbezoeken plaats. Deze kunnen aangekondigd of onaangekondigd zijn. 17. Tijdens het oudergesprek wordt de ontwikkeling op zowel didactisch- als sociaal-emotioneel gebied besproken. In ongeveer de derde schoolweek is er voor groep 1 t/m 8 een gouden weken gesprek. In dit gesprek vertelt de ouder over het kind. De ouder geeft aan wat het kind nodig heeft om goed te kunnen functioneren op school. De leerkracht doet kort verslag over haar bevindingen en relatie met de leerling in de eerste weken. Na de afname van de Citotoetsen en het meegeven van het portfolio in februari is het tweede gesprek voor groep 1 t/m 8. Leerkracht en ouders kijken samen naar de resultaten en wat ze betekenen voor de voortgang. Vanaf eind groep 6 wordt het uitstroomprofiel van de leerling besproken aan de hand van de grafiek van het leerlingvolgsysteem. In maart en in juni gebeurt dit onder andere aan de hand van de grafiekjes van de CITO. Aan de hand van de rapportage wordt de schoolloopbaan van de leerling toegevoegd en met de ouders besproken. In november en maart wordt tevens de uitkomst van de leerlingenlijst van SCOL besproken. Aan het einde van het schooljaar, rondom de uitreiking van het tweede portfolio zijn de ouderrapportgesprekken op verzoek van leerkracht en/ of ouder. In september en februari voor iedereen. Van elk rapportgesprek en elk oudergesprek staat een notitie bij registraties in een verslag in ESIS. 18. Aan het einde van groep 7 is er voor elke leerling een voorlopig advies gesprek. Ouders, leerling en leerkracht kijken naar het uitstroomprofiel en de leerling kenmerken. Aan de hand daarvan brengt de leerkracht een voorlopig advies uit voor het vervolgonderwijs. 19

Wanneer deze leerlingen in groep 8 zitten wordt in het februarigesprek een definitief advies uitgebracht. 19. Vanaf schooljaar 2017-2018 worden leerling gesprekken structureel gepland door de leerkracht. Elke week zijn dat er 5, waardoor elke leerling een keer per 5 a 6 weken aan de beurt komt. De leerkracht legt het gesprekje vast in het leerlingdossier. 9.2 Groepsplannen/ Handelingsplannen (HGPD) 1. Wanneer een groepsplan a. Er wordt gewerkt met groepsplannen waarbij leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften worden geclusterd. Deze behoeften staan beschreven in het groepsoverzicht en worden indien nodig bijgesteld. In een groepsplan wordt de hulp beschreven die extra binnen en/ of buiten de klassensituatie wordt geboden binnen de drie niveaus. De groepsplannen worden gemaakt voor de volgende vakgebieden: rekenen, spelling en begrijpend lezen en indien noodzakelijk op sociaal emotioneel gebied. b. Het groepsplan wordt twee maal per schooljaar gemaakt, in augustus en in februari.. Aan het einde van het schooljaar maakt de leerkracht een analyse van de Cito-LOVS toetsen. Het groepsplan wordt gemaakt door de nieuwe leerkracht. De nieuwe leerkracht gebruikt de eerste 6 weken van het schooljaar om te observeren en analyseren en stelt in deze periode het groepsoverzicht eventueel bij zodat het passend is voor de nieuwe groepssituatie. 2. Wanneer een individueel handelingsplan; HGPD-formulier a. Als de leerkracht dit in overleg met IB nodig acht (bijv. bij leerlingen die een speciale en/of andere aanpak nodig hebben bij een didactisch of pedagogisch probleem) die niet valt onder de reguliere aanpak en zorg zoals beschreven in het groepsplan. M.a.w. als er wordt afgeweken van het reguliere aanbod en aanpak. b. Als er sprake is van externe hulp door het ondersteuningsteam wordt er een HGPD ingevuld 3. Wanneer een OPP (ontwikkelingsperspectief) of BP (begeleidingsplan): a. Als er sprake is van een achterstand van meer dan 10 maanden wordt er een OPP opgesteld. Dit kan op een of meerdere vakgebieden. Een OPP wordt op zijn vroegst in groep 6 opgesteld en wordt twee keer per jaar met ouders geëvalueerd en waar nodig aangepast. De exacte voorwaarden voor het kunnen opstellen van een OPP staan beschreven in paragraaf 9.7. b. Als er sprake is van een onderwijsarrangement wordt er een begeleidingsplan opgesteld in overleg met interne begeleider (IB) en ambulante begeleider (AB). Dit plan wordt minimaal twee keer per jaar met ouders besproken en waar nodig aangepast. 4. In het verslag van de leerlingbespreking staan gemaakte zorgafspraken voor de groep en individuele leerlingen genoteerd. 5. Op een groepsplan hoeft geen handtekening te staan, wel moeten ouders op de hoogte zijn van aanpakken waarin het kind zit. Dit wordt besproken tijdens de oudergesprekken. 6. Een individueel handelingsplan (HGPD), begeleidingsplan of OPP dient door ouders te worden ondertekend, zowel na opmaak als na evaluatie. Eventuele opmerkingen van ouders hieraan toevoegen. 20

7. De leerkracht of de leerkracht met de IB-er maakt het handelingsplan (HGPD). Individuele plannen worden digitaal onder data opgeslagen en een papieren versie met handtekeningen wordt opgeslagen in de klapper in de klas en aan het einde van het schooljaar in het digitale dossier van de leerling in ESIS toegevoegd. 8. Zorg wordt zoveel mogelijk binnen de groep geboden. De evaluatie van de HGPD s tussen leerkracht en IB-er vindt plaats tijdens de leerlingbespreking. De leerkrachten geven hun evaluatie door aan IB. Het verslag wordt dan (indien noodzakelijk) gecompleteerd door IB. Bevindingen van de Ambulant Begeleider van het Ondersteuningsteam van het SWV worden toegevoegd. 9.3 Consultatie / leerling bespreking 1. De verslagen van de consultatie bespreking worden door IB gemaakt. De verslagen worden door IB verspreid naar leerkracht en eventueel naar de ondersteuner van het ondersteuningsteam als deze betrokken is. Op verzoek van ouders/ met toestemming van ouders kunnen deze verslagen ook aan derden worden verstrekt. Dit kan via ouders zelf of via school. (dat deel dat betrekking heeft op de betreffende leerling) De verslagen van de consultatie besprekingen worden door de IB-er digitaal opgeslagen in ESIS bij registraties. 2. Wanneer komen leerlingen individueel aan bod tijdens een leerlingbespreking? a. Wanneer er sprake is van een OPP. b. Wanneer de leerkracht vanuit een hulpvraag behoefte heeft aan tips/ adviezen/ coaching c. Wanneer een leerkracht een hulpvraag heeft waar hij/ zij alleen niet meer uitkomt. d. Wanneer de IB-er dit noodzakelijk acht om de specifieke hulpvraag van de leerkracht helder te krijgen. e. Wanneer de persoonlijke ontwikkeling van een leerling onvoldoende is. f. Sociaal emotionele problematiek. 3. Wanneer komen kinderen in de externe leerlingbespreking? a. Wanneer er sprake is van een hulpvraag waarbij instrumenten gebruikt kunnen worden die alleen door de consultant ingezet c.q. geïnterpreteerd kunnen worden. b. Wanneer een zorgtraject niet de gewenste resultaten oplevert/ heeft opgeleverd en externe expertise noodzakelijk wordt geacht. 4. Indien in de leerlingbespreking wordt besloten dat de IB-er contact opneemt met externen, wordt hiervan een aantekening gemaakt in het verslag van de bespreking. Als een leerkracht contact opneemt met een externe, dient deze dit vooraf kenbaar te maken aan de IB-er en daarna de info ook weer naar IB-er door te spelen. De leerkracht maakt een aantekening bij registraties in het leerlingdossier in ESIS. 5. Verslagen naar externen worden door de leerkracht ingevuld en eventueel gecompleteerd door de IB-er. 21