Wetenschap en techniek op de pabo in 2010

Vergelijkbare documenten
Doorkijkjes W&T in de Pabo

het Ontdek Kasteel: SPRINGLEVEND

Tabellenboek Peiling Wetenschap en Technologie 2015

Wetenschap en Technologie, Science, óók voor hoogbegaafde leerlingen op PO en onderbouw VO.

Enquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid

Rapportage Enquête StudieKeuze 2015

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs. februari 2010

Rapportage Onderzoek buitenles

Excellentieprogramma s in het HBO in Nederland

TUSSENRAPPORTAGE INTENSIVERINGSTRAJECT REKENONDERWIJS VO. mei 2015

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

céáíéå=éå=åáàñéêë= HBO-Monitor 2012: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juni 2013

Factsheet. Totale hbo-instroom, inschrijvingen en diploma s

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2014: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. April 2015

Nieuwe schooltijden in het basisonderwijs

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs. februari 2009

TUNE TECHNIEK WETEN WAT WERKT. Over de testcase De Uitvinders en het Verborgen Oog

1,4% ten opzichte van studiejaar

Waarom Wetenschap en Techniek W&T2015

30234 Toekomstig sportbeleid Primair Onderwijs. Brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Vink bij iedere vraag de situatie aan die het meest van toepassing is op uw school.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2008: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. november 2009

Gemeente Nederweert. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 30 juni 2017

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2010: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juli 2011

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE

Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs Projectgroep Combifuncties Onderwijs

Ruimte voor Talent in Gelderland Professionaliseringstrajecten Excellentie, Wetenschap en Techniek

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2013: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juni 2014

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Verbreding Techniek Basisonderwijs Achtergrondinformatie voor basisscholen

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Factsheet. Instroom hbo toegenomen, lichte groei aantal inschrijvingen en aantal gediplomeerden neemt gestaag toe.

Algemene voorwaarden cultuurcoördinator

Ontwikkeling van wetenschap en technologie in de pabo

Excerpt Gemeenteraad Rotterdam VITALE VERENIGINGEN 2017

Regionale arbeidsmarktanalyse primair onderwijs 2013

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden

Cultuureducatie in het basisonderwijs

Onderwijs en vluchtelingenkinderen

3D-PROJECT HOOGEVEEN !!! Talentontwikkeling door wetenschap en techniek. Kansen zien is. De aanpak

Uitgevoerd door Dimensus Huishoudelijke Hulp gemeente Oosterhout 2016

Benchmark Axisopleidingen

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden

Student & Lector. Een steekproef

Bindend Studieadvies. Rapportage kwantitatieve resultaten

VU PRE UNIVERSITY COLLEGE VOOR DE SCHOLIER DIE VERDER KIJKT

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein

Herdenken en vieren in Nederland Onderzoek onder organisatoren van herdenkingen en vieringen November Herdenken en vieren in Nederland

M De winstpotentie van personeelsbeleid in het MKB

landelijk overleg lerarenopleiding basisonderwijs

Gedragscode Defensie. Draagvlakmeting. Ministerie van Defensie. Defensie Personele Diensten Gedragswetenschappen

Verslag van het Symposium 'Nut en Nadeel van Geschiedenisonderwijs: aanzetten voor een nieuw curriculum' 8 juni 2018 in Amsterdam

FUNCTIEPROFIEL OPLEIDINGSMANAGER MARNIX ACADEMIE

Stichting Empowerment centre EVC

Nederlandse samenvatting

Monitor naleving rookvrije werkplek 2006

Onderzoek Passend Onderwijs

Jaarplan schooljaar

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs

Van: Werkgroep Beroepsprofiel Bachelor of Engineering. Betreft: Evaluatie Bachelorprofiel Engineering met de techniekhogescholen

Detailplanning aansluiting ontkoppelpunt 2018 v10.0

Van Kennisbrug naar KennisDC

Onderzoek Passend Onderwijs

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2011: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juli 2012

Studenten aan lerarenopleidingen

Enquête over beleid en praktijk van instructies in Informatievaardigheden in Nederlandse universiteiten

Ieder zijn talent, samen het resultaat

TREND RAPPORTAGE KWALITEITSVRAGENLIJST RAPPORTAGE 2E MONTESSORISCHOOL HET WINTERKONINKJE,

SAMENVATTING ONDERZOEK "Van kwalificatiedossier naar aantrekkelijk onderwijs"

KWALITEITSNETWERKEN: leren van elkaar. Een methode om de kwaliteit van forensische zorg te verhogen.

Toptalenten in het onderwijs

Overzicht. Onderzoekstaal. TOHBO Inholland. Taalbeleid Inholland

Feitenkaart Maakonderwijs

Rapportage inventarisatie contractuele afspraken

INTERSECTORALE MOBILITEIT IN HET HOGER ONDERWIJS ROB GRÜNDEMANN (HOGESCHOOL UTRECHT)

Aantal ingeschreven studenten per universiteit naar onderwijstaal, studiejaar

Werkend leren in de jeugdhulpverlening

The Daily Mile. Jorien Slot-Heijs Amika Singh. Februari Mulier Instituut. The Daily Mile

SAMENVATTING onderzoek. Playing for Success 2013/2014

Doet schoolidentiteit er nog toe? Cocky Fortuin-van der Spek (CPS Onderwijsontwikkeling en Advies) en Mirjam Stroetinga (Marnix Academie)

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten

Samenvatting en conclusies

Functie Unitleider Salarisschaal Werkterrein Activiteiten Context

Cursus Coördinator Cultuureducatie Onderbouw V.O

Voor onze opleiding geldt: samenwerken met informele zorg hoort erbij

Docenten hebben veel vrijheid in ict-gebruik

Schoolzwemmen in Rotterdam Visie vanuit het onderwijs. Zoë van Ginneken. Harold van der Werff

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2015: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. Juni 2016

Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld

Datum 1 april 2019 Betreft Kamervragen over kindermishandeling (ingezonden 5 februari 2019)

Voortgang implementatie Masterplan Dyscalculie. Rapportage. Mei, s-hertogenbosch

REGIONAAL TABELLENBOEK arbeidsmarkt primair onderwijs ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers

RESULTATEN. Rapportage OBS t Reigerbos

Transcriptie:

Wetenschap en techniek op de pabo in 2010 Vervolg op het onderzoek Techniek op de pabo uit 2005 Tilburg, augustus 2010 Drs. M.P. Kat Drs. A.C. van der Neut met medewerking van: K.H.P. Liebregts S. Hijkoop Drs. M.M. van Vijfeijken IVA beleidsonderzoek en advies

ii Wetenschap en techniek op de pabo in 2010 Uitgever: IVA Warandelaan 2 Postbus 90153 5000 LE Tilburg Telefoonnummer: 013-4668466 Telefax: 013-4668477 IVA is gelieerd aan de UvT 2010 IVA Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of worden openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het IVA. Het gebruik van cijfers en/of tekst als toelichting of ondersteuning bij artikelen, boeken en scripties is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.

IVA beleidsonderzoek en advies iii Inhoudsopgave 1 Samenvatting... 1 2 Inleiding... 3 2.1 Aanleiding... 3 2.2 Onderzoeksvragen... 3 2.3 Leeswijzer... 4 3 Werkwijze... 5 3.1 Ontwikkeling van de instrumenten... 5 3.2 Telefonische interviews met opleidingsmanagers... 5 3.3 Telefonische enquêtes met techniekcoördinatoren... 6 3.4 Techniek vs. wetenschap en techniek... 8 4 Visie op wetenschap en techniek... 9 4.1 Perceptie wetenschap en techniek... 9 4.1.1 Ontwikkelingen ten opzichte van 2005...10 4.2 Visie op wetenschap en techniek op de basisschool...10 4.2.1 Stand van zaken 2010...10 4.2.2 Ontwikkelingen ten opzichte van 2005...10 4.3 Visie op wetenschap en techniek op de pabo...11 4.3.1 Stand van zaken in 2010...11 4.3.2 Ontwikkelingen ten opzichte van 2005...14 4.4 Veranderingen in de visie t.o.v. vijf jaar geleden (perceptie)...15 4.5 Knelpunten bij het realiseren van de visie...15 4.5.1 Ontwikkelingen ten opzichte van 2005...17 5 Wetenschap- en techniekonderwijs op de pabo...19 5.1 Taken van de techniekcoördinator...19 5.1.1 Stand van zaken in 2010...19 5.1.2 Ontwikkelingen ten opzichte van 2005...20 5.2 Curriculum...21 5.2.1 Stand van zaken in 2010...21 5.2.2 Ontwikkelingen ten opzichte van 2005...27

iv Wetenschap en techniek op de pabo in 2010 5.3 Expertise...28 5.3.1 Stand van zaken in 2010...28 5.3.2 Ontwikkelingen ten opzichte van 2005...29 6 Samenwerking...31 6.1.1 Stand van zaken in 2010...31 6.1.2 Ontwikkelingen ten opzichte van 2005...34 7 Ambities...37 7.1 Ambities voor wetenschap en techniek in 2014...37 7.1.1 Verdere integratie van wetenschap en techniek in curriculum...37 7.1.2 Ontwikkeling van netwerk...38 7.1.3 Nadere ambities...38 7.2 Vergelijking met ambities uit 2005...39 8 Beschouwing...41 8.1 Een visie op wetenschap en techniek: vooruitgang in ontwikkeling...41 8.2 Het verwerkelijken van de visie: geen simpele taak...42 8.3 Wetenschap en techniek in het curriculum: tevreden over meer aanbod...43 8.4 Samenwerking met derden: de blik naar buiten...43 8.5 Ambities van de pabo s: integratie en concretisering...44 Bijlagen...45 A. Interviewleidraad opleidingsmanagers...45 B. Interviewprotocol techniekcoördinatoren...48 C. Volledig overzicht van de tabellen...62

IVA beleidsonderzoek en advies 1 1 Samenvatting In de afgelopen vijf jaar is er veel aandacht besteed aan wetenschap en techniek in het onderwijs van de pabo s. Het programma VTB-Pro (Verbreding Techniek Basisonderwijs Professional) is daarvan een belangrijke aanjager: via een subsidietraject worden negentien pabo s gestimuleerd om techniek èn wetenschap een structurele plaats te geven in hun curricula en nascholingsprogramma s. In 2005 heeft het Platform Bèta Techniek een onderzoek laten uitvoeren naar de plaats van (destijds alleen nog) techniek op de pabo. In 2010 heeft het Platform Wetenschap en Techniek opnieuw een onderzoek laten doen, ditmaal naar de plaats van wetenschap èn techniek op de pabo. Het onderzoek richt zich op de visies van pabo s op wetenschap en techniek in het basisonderwijs en op de pabo, de ontwikkeling daarin en de knelpunten daarbij. Daarnaast is er aandacht voor de plaats van wetenschap en techniek in het curriculum van de pabo s en de rol die pabo s vervullen in hun relatie met andere stakeholders. Tot slot is er aandacht besteed aan de ambities van de pabo s tot 2014. Visie op wetenschap en techniek Vrijwel alle pabo s hebben een integrale visie op wetenschap en techniek in het basisonderwijs en op de pabo, die meestal afgeleid is van hun onderwijskundige visie. Wetenschap en techniek als doel (het ontwikkelen van technische kennis en vaardigheden) en als leermiddel (leren onderzoeken en ontdekken) krijgen daarbij net als in 2005 de nadruk. In vergelijking met 2005 is er minder aandacht voor talentontwikkeling. Terwijl het realiseren van condities voor de optimale talentontwikkeling in het Masterplan 1 2011-2106 juist een belangrijk aandachtspunt is. Pabo s zien in 2010 ook een belangrijke rol voor zichzelf weggelegd bij het toerusten van (toekomstige) leerkrachten om wetenschap en techniek een plaats te geven in hun onderwijs. Ze vinden het belangrijk dat wetenschap en techniek geïntegreerd worden in andere vakken, zowel in het basisonderwijs als op de pabo. De belangrijkste veranderingen ten opzichte van 2005 zijn een verdubbeling van het aantal pabo s met een visie op wetenschap en techniek op de pabo en een versterking, aanscherping of uitbreiding van de visie. Het kan dan onder meer gaan om integratie van wetenschap en techniek, meer aandacht voor onderzoekend leren of voor het opleiden van toekomstige leerkrachten. De pabo s gebruiken hun profilering op het gebied van wetenschap en techniek niet of nauwelijks bij de werving van nieuwe (mannelijke) studenten. 1 Denktank Wetenschap en Techniek, Platform Bèta Techniek (2009), Masterplan. Ruimte voor Talent, Ruimte voor Wetenschap en Techniek 2011 2016. Talentontwikkeling tussen 2-14 jaar. Den Haag: Platform Bèta Techniek.

2 Wetenschap en techniek op de pabo in 2010 Pabo s hebben in de afgelopen vijf jaar ook ontwikkeling geboekt bij het realiseren van hun visie. Wetenschap en techniek zijn vaker een vast onderdeel in het curriculum. De pabo s ondervinden hierbij nog wel een aantal knelpunten. De belangrijkste zijn de affiniteit van studenten en docenten met wetenschap en techniek en de vaardigheid van pabodocenten op dit punt. Oplossingsrichtingen zijn verplichte modules voor studenten zodat ze kennis kunnen maken met het onderwerp en scholing van docenten. Wetenschap en techniek in het curriculum Zoals gezegd zijn wetenschap en techniek vaker dan in 2005 een vast onderdeel in het curriculum. Vooral in het eerste en tweede jaar van de pabo zijn wetenschap en techniek een verplicht onderdeel van het onderwijs, later volgen keuzemodules, minuren en afstudeermogelijkheden. Het aantal pabo s met een minor is verveelvoudigd ten opzichte van 2005 (een groei van 7%naar 71%!), zo ook het aantal pabo s dat wetenschap en techniek in het eerste jaar verplicht stelt. Wel is het lastig om studenten enthousiast te krijgen voor een minor wetenschap en techniek, omdat er veel concurrentie is met andere thema s. Er zijn in 2010 minder mogelijkheden voor studenten om met eigen vragen of vragen uit het veld aan de slag te gaan. Mogelijk heeft dit een plaats gekregen in de minoren. In 2010 is de tevredenheid van techniekcoördinatoren over de plaats van wetenschap en techniek in het curriculum op de pabo sterk toegenomen (van 22% naar 71%). Eveneens zijn meer techniekcoördinatoren tevreden over het niveau en de expertise die aanwezig zijn om dit aanbod te realiseren. Dat staat tegenover dat ze niet tevreden zijn over de mate van implementatie van wetenschap en techniek in vakken die niet aan techniek of natuuronderwijs zijn verbonden. Samenwerking met derden De samenwerking en betrokkenheid van pabo s bij VTB-steunpunten lijkt grotendeels gelijk met 2005. Voor de pabo s die deelnemen aan VTB-Pro is er wel iets veranderd. Zij zijn betrokken bij een Kenniscentrum Wetenschap en Techniek en opereren daarbij in een netwerk van verschillende pabo s. Pabo s zijn in 2010 actiever betrokken bij de scholing van leerkrachten in het basisonderwijs in wetenschap en techniek. Dit lijkt een duidelijk aanwijsbaar gevolg van deelname aan VTB-Pro. Ook wordt er meer vraaggestuurd ondersteund op het gebied van wetenschap en techniek. Ambities voor 2014 De pabo s willen verder gaan met de integratie van wetenschap en techniek in hun curriculum door het nog meer te verbinden met andere vakken (zaakvakken, taal en rekenen). Hoe deze vakkenintegratie tot stand moet komen wordt minder duidelijk, en het lijkt alsof men nog niet concreet voor ogen heeft hoe dit moet worden aangepakt.

IVA beleidsonderzoek en advies 3 2 Inleiding 2.1 Aanleiding In 2005 heeft het Platform Bèta Techniek door IVA beleidsonderzoek en advies een onderzoek laten uitvoeren naar de mate waarin en de wijze waarop techniek verankerd was in de curricula van pabo s. De uitkomsten waren interessant: hoewel veel pabo s een visie hadden op de rol van techniek in het basisonderwijs, hadden zij minder vaak een beeld bij de plaats die techniek in het eigen onderwijsprogramma in zou moeten nemen. En hoewel techniekcoördinatoren in deze pabo s tevreden waren over de wijze waarop techniek aandacht kreeg, bleek dat structurele inbedding minder vaak het geval was. Op slechts een kwart van de pabo s bleek techniek breed verankerd in het programma, hoewel veel pabo s wel aangaven in verplichte en/of keuzemodules aandacht te geven aan techniek. Nu, vijf jaar later, is er veel gebeurd op het gebied van techniek in het onderwijs op de pabo s. Het programma VTB-Pro (Verbreding Techniek Basisonderwijs- Professional) is daarvan een belangrijke aanjager: via een subsidietraject wordt een twintigtal (inmiddels negentien) pabo s gestimuleerd om techniek èn wetenschap een structurele plaats te geven in hun curricula en nascholingsprogramma s. Het doel is om meer leerkrachten vaardig en zelfverzekerd te maken op het gebied van wetenschap- en techniekonderwijs, waarbij zowel aandacht is voor leerkrachten die al aan het werk zijn als leerkrachten in opleiding. Bovendien is het de bedoeling dat een aantal pabo s zich ook actief gaat profileren als pabo waar wetenschap en techniek hoog in het vaandel staan. Tijd voor een nieuwe stand van zaken. Wat is er in de afgelopen vijf jaar veranderd bij pabo s als het aankomt op onderwijs in wetenschap en techniek? Hebben pabo s meer visie over de plaats van wetenschap en techniek in hun curriculum? Geven ze er meer onderwijs over? Welke knelpunten ervaart men en zijn de knelpunten van vijf jaar geleden opgelost? Om op dergelijke vragen een antwoord te vinden, heeft IVA in het voorjaar van 2010 wederom een onderzoek uitgevoerd naar wetenschap en techniek op de pabo. Het voorliggende rapport is hiervan een verslag. 2.2 Onderzoeksvragen Het Platform Bèta Techniek wil weten hoe de pabo-sector zich in vijf jaar tijd heeft ontwikkeld wanneer het aankomt op de plaats van wetenschap en techniek. Het onderzoek naar de stand van zaken in 2005 is hiervoor het vertrekpunt. In 2010 is vergelijkbare informatie verzameld over de plaats van techniek op de pabo s. Aanvullend is aandacht besteed aan de plaats van wetenschap in de visie en het curriculum van de pabo. Concreet zijn daarbij de volgende onderzoeksvragen geformuleerd:

4 Wetenschap en techniek op de pabo in 2010 Welke visie hebben pabo s met betrekking tot de plaats die techniek en wetenschap moeten innemen en de wijze waarop techniek- en wetenschapsonderwijs vorm moet krijgen in de eigen opleiding én in het basisonderwijs? Welke ontwikkelingen hebben zich voorgedaan op de pabo s de afgelopen 4 jaren met betrekking tot techniek en wetenschap? Welke ambities hebben pabo s met betrekking tot techniek en wetenschap in het eigen curriculum? Wat willen zij in 2014 hebben bereikt op dit punt? Hoe zijn techniek en wetenschap thans verankerd in het curriculum van de pabo s (verankering in competentieprofiel, inhouden, werkvormen en toetsing/assessments)? Hoe ervaren de docenten van de pabo s de rol van techniek en wetenschap in het curriculum en hoe werken de docenten er daadwerkelijk mee (implemented curriculum)? Welke rol zien pabo s voor zichzelf weggelegd en welke rol vervullen zij in hun relatie met andere stakeholders (andere pabo s, scholen voor basisonderwijs, regionale steunpunten, Kenniscentra Wetenschap en Techniek, bedrijfsleven) ten einde techniek en wetenschap te verankeren in het basisonderwijs? 2.3 Leeswijzer Dit onderzoek is een herhaling van een onderzoek in 2005. Om ervoor te zorgen dat de resultaten zoveel mogelijk te vergelijken zijn, is ook voor de rapportage gekozen voor een vergelijkbare opzet als in 2005. In hoofdstuk 3 wordt de werkwijze zoals die is gehanteerd beschreven, met daarbij een overzicht van aantallen respondenten en hun functies. De hoofdstukken 4 t/m 7 beschrijven de bevindingen van de onderzoekers over respectievelijk de thema s visie, het onderwijs op de pabo, samenwerking en ambities. Waar mogelijk worden de resultaten vergeleken met die uit 2005 en waar relevant worden tabellen weergegeven. Hoofdstuk 8 bevat een beschouwing op de resultaten, daarna treft u bijlagen met daarin o.a. een volledig overzicht van alle tabellen aan.

IVA beleidsonderzoek en advies 5 3 Werkwijze Voor dit onderzoek is gekozen voor een opzet die vergelijkbaar is met die van het onderzoek in 2005 2. Nieuw is het vragen naar wetenschap en vanzelfsprekend zijn ook de ontwikkelingen tussen 2005 en 2010 nog niet eerder bevraagd. De onderzoekers hebben gekozen voor verschillende informatiebronnen die enerzijds zijn gebruikt om goede instrumenten te ontwikkelen en anderzijds om met deze instrumenten op grotere schaal informatie te verzamelen. 3.1 Ontwikkeling van de instrumenten Om te komen tot goede onderzoeksinstrumenten, is allereerst een gesprek gevoerd met het programmabureau van VTB-Pro. In dat gesprek is aan de orde geweest welke ontwikkelingen zich tussen 2005 en 2010 hebben afgespeeld met betrekking tot wetenschap en techniek op de pabo. Tevens is getracht een actueel beeld te krijgen van de sector waar het aankomt op wetenschap en techniek. Ten derde zijn de wensen van de opdrachtgever ten aanzien van het actualiseren van de vragenlijst en enquête besproken. Op basis van de uitkomsten van dit gesprek, de vragenlijsten uit 2005 en aanvullende literatuur is een eerste versie van de nieuwe instrumenten ontwikkeld. Tevens zijn de rapporten van de auditcommissie VTB-Pro uit 2009 van alle aan het programma VTB-Pro deelnemende pabo s geanalyseerd, daarbij zijn bovenstaande instrumenten als analysekader ingezet. Om te voorkomen dat de instrumenten alleen geschikt zouden zijn voor het interviewen van betrokkenen die deelnemen aan VTB-Pro (bijvoorbeeld door gebruik van een specifieke terminologie, of het ontbreken van relevante antwoordopties), zijn twee interviews gehouden met betrokkenen van pabo s die niet deelnemen aan VTB- Pro. Eén interview daarvan was met een opleidingsmanager van Domstad Pabo, de andere met een techniekcoördinator van pabo Windesheim. Met de uitkomsten van deze interviews zijn de definitieve vragenlijst en enquête vastgesteld. 3.2 Telefonische interviews met opleidingsmanagers Net als tijdens het onderzoek in 2005 zijn interviews gehouden met de opleidingsmanagers van pabo s. Alle opleidingsmanagers van 31 pabo s (soms behorende tot dezelfde pabo of hogeschool) in Nederland zijn per brief geïnformeerd over dit onderzoek, waarbij is aangekondigd dat mogelijk contact opgenomen zou worden door on- 2 Vermaas, Juliette et al. (2005), Techniek op de pabo, de kracht van de verbeelding. Den Haag: Verbreding Techniek Basisonderwijs

6 Wetenschap en techniek op de pabo in 2010 derzoekers van IVA. Uiteindelijk hebben 17 opleidingsmanagers daadwerkelijk deelgenomen aan een interview. Met 16 opleidingsmanagers zijn de interviews telefonisch afgenomen en duurde gemiddeld tussen de 30-45 minuten. Bij één opleidingsmanager is het interview face-to-face afgenomen (onderdeel van de voorbereidende interviews). Van de 16 opleidingsmanagers die telefonisch zijn bevraagd werkten er 12 op pabo s die deelnemen aan VTB-pro, drie op pabo s die niet aan VTB-Pro deelnemen en één opleidingsmanager is in deze functie werkzaam op zowel een pabo de deelneemt aan VTB-pro als op een pabo die niet deelneemt. In Tabel 3.1 is een overzicht van de respondenten opgenomen. In deze interviews is in 12 open vragen vooral gevraagd naar thema s die te maken hebben met de visie van de pabo op de rol van wetenschap en techniek in het curriculum en de ambitie op dit vlak. Concreet zijn vragen gesteld over: Visie op techniek Ontwikkelingen in de afgelopen vijf jaar Ambitie voor techniek over vijf jaar Relatie met andere beleidsthema s Relatie met anderen Wanneer tijd over was is gevraagd naar de plaats van techniek in het curriculum, dit is echter maar één keer voorgekomen. Het volledige interviewleidraad is opgenomen in de bijlagen. 3.3 Telefonische enquêtes met techniekcoördinatoren In dezelfde aankondigingsbrief aan de opleidingsmanagers is aangekondigd dat contact gezocht zou worden met de (wetenschap- en) techniekcoördinator van de pabo. In februari en maart (enige uitloop in april) 2010 zijn uiteindelijk 21 mensen bereid gevonden deel te nemen aan een telefonisch interview voor techniekcoördinatoren. Van hen werkten er 16 op pabo s die deelnemen aan VTB-pro en 5 op pabo s die niet aan VTB-Pro deelnemen. Daarnaast is er nog 1 face-to-face interview geweest met een techniekcoördinator die werkzaam is op een pabo die niet deelneemt aan VTB-Pro (onderdeel van de voorbereidende interviews). Hoewel bij het contact opnemen met de pabo expliciet gevraagd is naar de techniekcoördinator, kenden de respondenten zich nog wel eens meer of andere functies toe. Van de 21 telefonisch geïnterviewde respondenten noemden 14 zich direct coördinator wetenschap en techniek. Vrijwel alle respondenten werkten echter minstens als docent wetenschap en techniek, als coördinator wetenschap en techniek of als lid van de werkgroep wetenschap en techniek. Slechts één persoon gaf aan docent natuuronderwijs, natuur- en milieueducatie en wereldoriëntatie te zijn en daarnaast geen functie te bekleden op het gebied van coördinatie in wetenschap en techniek. In Tabel 3.1 is een overzicht van de respondenten opgenomen.

IVA beleidsonderzoek en advies 7 De enquête bestond uit 42 vragen die in een telefonisch interview zijn gesteld. De vragen zijn zowel open als gesloten en hebben betrekking op de visie van de pabo op wetenschap en techniek en de wijze waarop dit verankerd is in het curriculum. Verder was aandacht voor de taken van de contactpersonen op het gebied van de coördinatie van wetenschap en techniek, recente ontwikkelingen, contacten met derden, stimulerende maatregelen en knelpunten. De volledige vragenlijst is opgenomen in de bijlagen. Tabel 3.1 Overzicht van respondenten Pabo Opleidingsmanager Techniekcoördinator Deelnemer aan VTB-Pro Avans Hogeschool Pabo Breda x x Centrum Theo Thijssen / Hs Utrecht x x x Christelijke Hogeschool Ede x x x Christelijke Hogeschool Windesheim vb 3 Driestar Educatief x x x Educatieve Hogeschool Amsterdam x x x Fontys Hogeschool Eindhoven x x x Fontys Hogeschool Sittard = Venlo x x Gereformeerde Hogeschool Zwolle x x x Haagse Hogeschool x x x HAN Arnhem Pabo x x Hanzehogeschool Groningen x x x Hogeschool de Kempel x x Hogeschool INHOLLAND Alkmaar x x x Hogeschool INHOLLAND Hoofddorp/Haarlem x 4 x Hogeschool Iselinge x x Hogeschool Rotterdam x x Hogeschool Zeeland x x HS Domstad vb 3 Katholieke Pabo Zwolle x x 3 De respondenten die zijn aangeduid met vb zijn in een voorbereidend interview gesproken. Hun antwoorden zijn gebruikt voor de aanscherping van de interviewinstrumenten. 4 De opleidingsmanager van de pabo van Hogeschool Inholland Alkmaar is tevens opleidingsmanager van de pabo Hoofddorp/Haarlem. Deze wordt in het totaal maar één keer meegeteld.

8 Wetenschap en techniek op de pabo in 2010 Noordelijke Hogeschool Leeuwarden x Pabo Almere x x x Saxion Hogeschool IJsselland x x x Stenden Hogeschool x x x Totaal 17 22 17 3.4 Techniek vs. wetenschap en techniek Een verschil in dit onderzoek ten opzichte van het in 2005 uitgevoerde onderzoek is dat gesproken wordt over wetenschap en techniek in plaats van alleen over techniek. Hiervoor is bewust gekozen, onder meer omdat het Platform Bèta Techniek zelf inmiddels alweer enige tijd ook de term wetenschap en techniek hanteert. Zoals in het voorgaande hoofdstuk beschreven, is er voor pabo s niet veel veranderd binnen dit thema, het heeft hooguit een bredere naam gekregen. Toch hebben we aan de techniekcoördinatoren voorafgaand aan de vragenlijst gevraagd of op hun pabo aandacht werd besteed aan wetenschap, aan techniek, aan beide apart of aan beide geïntegreerd. 85% van de techniekcoördinatoren gaf daarop aan dat op hun pabo wetenschap en techniek geïntegreerd worden aangeboden, 5% (1 techniekcoördinator) dat apart aandacht wordt besteed aan wetenschap en apart aan techniek, en twee techniekcoördinatoren (10%) dat er op hun pabo alleen aandacht wordt besteed aan techniek. Beide techniekcoördinatoren werken niet op pabo s die deelnemen aan VTB-Pro. In dit hoofdstuk spreken we gemakshalve over wetenschap en techniek. Waar relevant wordt een uitsplitsing gemaakt tussen de hierboven genoemde groepen.

IVA beleidsonderzoek en advies 9 4 Visie op wetenschap en techniek De visie op wetenschap en techniek vormt het startpunt voor de ambities voor het curriculum, voor de daadwerkelijke uitwerking in het curriculum en voor het vormgeven van de samenwerking met anderen. In het onderzoek dat IVA in 2005 uitvoerde, viel op dat de helft van de pabo s weliswaar een visie had op techniek in het basisonderwijs, maar in veel minder gevallen een visie op de rol die techniek vervolgens in de pabo moest innemen. Bijna de helft gaf aan dat die visie in ontwikkeling was. Hoe zit dat nu? En wat is volgens de respondenten wetenschap en techniek precies? 4.1 Perceptie wetenschap en techniek De techniekcoördinatoren hebben in 2010 een brede opvatting over techniek. De meeste techniekcoördinatoren vinden dat techniek het gebruik van een onderzoekende of probleemoplossende methode inhoudt en eveneens het toepassen van een ontwerpcyclus. Daarnaast vindt een ruime meerderheid dat techniek ook het maken van dingen met gereedschap en materialen betekent. Er is een overlap tussen techniek en wetenschap. Wetenschap omvat volgens de meeste techniekcoördinatoren, net als techniek, het gebruiken van een onderzoekende of probleemoplossende methode. Circa de helft van de techniekcoördinatoren vindt dat wetenschap ook het toepassen van een ontwerpcyclus inhoudt. Tabel 4.1 Perceptie van techniekcoördinatoren over wetenschap en techniek 5 (N 2010 = 21) In welke mate bent u het eens met de volgende stellingen over (wetenschap en techniek? Mee oneens Mee eens Weet niet Techniek: dingen maken met gereedschap en materialen 15% 85% 0% Techniek: gebruiken van onderzoekende of probleemoplossende methode 10% 91% 0% Techniek: toepassen van ontwerpcyclus 5% 95% 0% Wetenschap: gebruiken van onderzoekende of probleemoplossende methode 10% 90% 0% Wetenschap: toepassen van ontwerpcyclus 48% 48% 5% Door afronding tellen de percentages niet altijd op tot 100% 5 Deze vraag is alleen gesteld in 2010

10 Wetenschap en techniek op de pabo in 2010 4.1.1 Ontwikkelingen ten opzichte van 2005 In 2005 konden techniekcoördinatoren de twee belangrijkste opvattingen op techniek noemen. Ze vonden vooral dat techniek het gebruik van een onderzoekende of probleemoplossende methode (67%) of het toepassen van een ontwerpcyclus (59%) is. Het maken van dingen met gereedschap en materialen werd door circa één op de vijf techniekcoördinatoren als een van de twee belangrijkste opvattingen genoemd. In 2010 is ten aanzien van alle aspecten van techniek een toename zichtbaar. Het merendeel van de techniekcoördinatoren vindt dat techniek het gebruik van een onderzoekende of probleemoplossende methode inhoudt, het toepassen van een ontwerpcyclus én het maken van dingen met gereedschap. Daarnaast hebben de techniekcoördinatoren nu ook een perceptie op wetenschap. 4.2 Visie op wetenschap en techniek op de basisschool 4.2.1 Stand van zaken 2010 In de gesprekken met zestien opleidingsmanagers is nagegaan welke visie de pabo heeft op wetenschap en techniek in de basisschool. Daaruit blijkt dat alle opleidingsmanagers het belangrijk vinden dat wetenschap en techniek een plek krijgen in het basisonderwijs. Zes opleidingsmanagers vinden dat wetenschap en techniek geïntegreerd moeten worden in het curriculum van het basisonderwijs, bij voorkeur via koppeling aan andere vakken zoals natuur, geschiedenis, aardrijkskunde, maar ook rekenen en taal. Acht opleidingsmanagers benadrukken dat de pabo de taak heeft zittende en toekomstige leerkrachten zó toe te rusten, dat zij wetenschap en techniek een plek kunnen geven in het basisonderwijs. In de visie op wetenschap en techniek in het basisonderwijs krijgen twee aspecten de nadruk: Wetenschap en techniek als doel. Kinderen maken kennis met techniek en worden er vertrouwd mee gemaakt. Ze maken gebruik van technische vaardigheden om dingen te maken (zeven opleidingsmanagers). Wetenschap en techniek als leermiddel. Dit houdt vooral het stimuleren van een ontdekkende en onderzoekende houding bij kinderen in, aansluitend bij hun gebruikelijke nieuwsgierigheid en hun eigen leefwereld (tien opleidingsmanagers). Dit ontdekkend en onderzoekend leren kan overal in het onderwijs ingepast worden. 4.2.2 Ontwikkelingen ten opzichte van 2005 Net als in 2005 vinden alle opleidingsmanagers het belangrijk dat wetenschap en techniek geïntegreerd worden in het basisonderwijs. Kinderen moeten vertrouwd zijn met techniek en gebruik maken van techniek om dingen te maken, en ze moeten een onderzoekende houding aanleren. In vergelijking met 2005 wordt het belang van techniek als ontwikkelinstrument (talentontwikkeling van kinderen) minder benadrukt.

IVA beleidsonderzoek en advies 11 In het Masterplan 6 worden wetenschap en techniek gezien als context voor talentontwikkeling. Het gaat dan in eerste instantie om het ontwikkelen van de talenten van kinderen op het vlak van onderzoeken, redeneren en problemen oplossen en in tweede instantie om het realiseren van condities voor optimale talentontwikkeling van het kind. Dit laatste punt komt niet terug in de visies van de ondervraagde pabo s. 4.3 Visie op wetenschap en techniek op de pabo 4.3.1 Stand van zaken in 2010 De meeste techniekcoördinatoren (90%) zeggen in 2010 dat hun pabo een geïntegreerde visie heeft op wetenschap en techniek. Op één pabo is er alleen een visie op techniek en op één pabo is er een aparte visie op techniek en op wetenschap. Er is vaak een samenhang tussen de onderwijskundige visie en de visie op techniek en wetenschap. Circa driekwart van de techniekcoördinatoren geeft aan dat op hun pabo de visie op wetenschap en techniek grotendeels tot volledig is afgeleid van de onderwijskundige visie. Vijftien opleidingsmanagers geven aan een visie op wetenschap en techniek te hebben; één opleidingsmanager zegt dat er geen expliciete visie is, maar dat het belang ervan wel helder is. In de visies op wetenschap en techniek zien we enerzijds de rol en functie van wetenschap en techniek terug en anderzijds de plek die het krijgt in het curriculum. In de visies op wetenschap en techniek op de pabo kunnen we drie aspecten onderscheiden: Wetenschap en techniek als doel op zich. Dit aspect wordt vooral genoemd in relatie tot techniek en wordt door zeven opleidingsmanagers genoemd. Ze vinden het belangrijk dat kinderen zich bewust zijn van de plaats van techniek in hun leven. Techniek kan bijvoorbeeld verbonden worden met verschillende thema s uit de leefwereld van kinderen (wonen & technologie, voeding & technologie, etc.) of kinderen kunnen zelf standaard dingen maken. Kinderen kunnen bewust gemaakt worden van de positieve en negatieve effecten van techniek op hun leven en van bepaalde inzichten van wetenschap en techniek. Een ander doel is dat studenten en leerlingen een positieve houding krijgen ten aanzien van techniek. Wetenschap en techniek als ontwikkelingsinstrument. In deze visie moeten wetenschap en techniek een bijdrage leveren aan het leren van kinderen en aan het ontwikkelen van brede talenten van kinderen. Eén opleidingsmanager heeft dit expliciet genoemd. Wetenschap en techniek als leermiddel om op een andere manier te leren wordt door negen opleidingsmanagers benoemd als onderdeel van de visie. Hierbij gaat het onder meer om het aanleren van een wetenschappelijke en onderzoe- 6 Denktank Wetenschap en Techniek, Platform Bèta Techniek (2009), Masterplan. Ruimte voor Talent, Ruimte voor Wetenschap en Techniek 2011 2016. Talentontwikkeling tussen 2-14 jaar. Den Haag: Platform Bèta Techniek.

12 Wetenschap en techniek op de pabo in 2010 kende houding bij kinderen (ontdekkend en onderzoekend leren), een methodiek van samen vragen stellen en samen op zoek gaan naar antwoorden. Er wordt aangesloten bij de natuurlijke nieuwsgierigheid van het kind naar zijn eigen leefwereld. Het gaat ook om een onderzoekende houding bij studenten. In dit verband zeggen vijf opleidingsmanagers dat hun pabo een onderzoekscomponent of zelfs een onderzoekslijn in hun opleiding hebben c.q. gaan krijgen. Alle bevraagde opleidingsmanagers onderschrijven het belang van techniek in het basisonderwijs en op de pabo. Acht opleidingsmanagers geven expliciet aan dat de pabo in dit verband een belangrijke rol heeft in het opleiden van studenten en/of in het scholen van zittende leerkrachten, zodat techniek en wetenschap uiteindelijk de gewenste plek in het basisonderwijs kunnen krijgen. Ten aanzien van de plek die wetenschap en techniek krijgen in het curriculum bestaan verschillende visies. De tendens daarin is dat wetenschap en techniek steeds meer geïntegreerd wordt in andere vakken. De volgende typen visies zijn gevonden: (Motor) voor vakkenintegratie. Wetenschap en techniek worden volgens twee opleidingsmanagers gebruikt als motor voor vakkenintegratie en thematisch onderwijs of wordt verbonden aan thematisch onderwijs. Integratie binnen de vakken. Volgens twaalf opleidingsmanagers is het belangrijk dat wetenschap en techniek zijn geïntegreerd in de vakken. Dit kan gaan om integratie binnen een specifiek domein (bijvoorbeeld mens en wereld ), koppeling aan specifieke vakken (bijvoorbeeld natuur) of integratie binnen zoveel mogelijk vakken (o.a. rekenen, taal, cultuurvakken, etc.). Apart vak. Op vier pabo s is wetenschap en techniek een apart vak. Twee van deze pabo s hebben de ambitie wetenschap en techniek meer te gaan integreren in de andere vakken. De twee andere pabo s doen dit al. De verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van een visie en beleid op het gebied van wetenschap en techniek berust volgens de techniekcoördinatoren overwegend bij de coördinator of werkgroep techniek (95%) de curriculumontwikkelaar (85%) en de directie (76%). Iets meer dan de helft van de techniekcoördinatoren zegt dat ook docententeams een belangrijke verantwoordelijkheid hebben en 38% van de techniekcoördinatoren maakt melding van een belangrijke verantwoordelijkheid voor individuele docenten.

IVA beleidsonderzoek en advies 13 Tabel 4.2 Verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van de visie en beleid ten aanzien van techniek op de pabo (N 2010 = 21 ; N 2005 = 27) Wie is in welke mate verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de visie en het beleid ten aanzien van (wetenschap en) techniek op uw pabo? 2010 2005 Niet of nauwelijks In beperk-ite mate rijke belang- Volledig mate Niet of nauwelijks In beperk-ite mate rijke belang- Volledig mate Directie 10% 14% 62% 14% 12% 27% 46% 15% Curriculum ontwikkelaar 5% 5% 71% 14% 8% 15% 58% 19% Coördinator/werkgroep techniek 5% 0% 71% 24% 4% 12% 50% 35% Docententeams per vak 10% 38% 52% 0% 19% 39% 35% 8% Individuele docenten 10% 38% 38% 14% 27% 39% 35% - Door afronding tellen de percentages niet altijd op tot 100% Er zijn op de meeste pabo s dus meerdere personen/partijen betrokken bij visieontwikkeling. Dit blijkt ook uit de gesprekken met de opleidingsmanagers. Acht opleidingsmanagers zeggen dat het MT samen met docenten (uit een bepaald domein) een visie ontwikkelt. Vier opleidingsmanagers geven aan dat het voornamelijk docenten zijn die de visie ontwikkelen. Het kan daarbij gaan om een groep docenten van een domein of vakgroep (3 maal) of om één docent met specifieke expertise. Twee opleidingsmanagers zeggen dat docenten en anderen (techniekcoördinator, curriculumcommissie, studenten) de visie ontwikkelen en volgens twee opleidingsmanagers berust de visieontwikkeling bij het MT en andere partijen (lector, techniekcoördinator). De antwoorden van techniekcoördinatoren en opleidingsmanagers lopen uiteen. Opleidingsmanagers geven vooral vaker aan dat docenten betrokken zijn bij visieontwikkeling. Tabel 4.3 Verantwoordelijkheid voor het vertalen van de visie en het beleid in concrete modules en/of activiteiten (N 2010 = 21 ; N 2005 = 27) Wie is in welke mate verantwoordelijk voor het vertalen van de visie/het beleid in concrete modules en/of activiteiten? 2010 2005 Niet of nauwelijks In beperk-ite mate rijke belang- Volledig mate Niet of nauwelijks In beperk-ite mate rijke belang- Volledig mate Directie 38% 29% 19% 14% 35% 31% 27% 8% Curriculum ontwikkelaar 10% 38% 33% 14% 15% 23% 54% 8% Coördinator/werkgroep 5% 5% 71% 19% 4% 8% 62% 27%

14 Wetenschap en techniek op de pabo in 2010 2010 2005 techniek Docententeams per vak 10% 14% 67% 10% 19% 27% 35% 19% Individuele docenten 10% 19% 52% 19% 27% 23% 39% 12% Door afronding tellen de percentages niet altijd op tot 100% De visie wordt in 2010 volgens de techniekcoördinatoren vooral door de techniekcoördinator of werkgroep techniek (90%), docententeams (77%) en individuele docenten (71%) vertaald in concrete modules en activiteiten. 4.3.2 Ontwikkelingen ten opzichte van 2005 Ten opzichte van 2005 is het aantal pabo s met een visie bijna verdubbeld en heeft niet alleen techniek, maar ook wetenschap een plek in de visie gekregen. In 2005 had iets meer dan de helft van de pabo s een visie op techniek; andere pabo s waren bezig die te ontwikkelen. In 2010 hebben vrijwel alle pabo s een visie op techniek, die veelal geïntegreerd is met een visie op wetenschap. Dit wijst op een breed besef voor het belang van onderwijs in wetenschap en techniek op de pabo. Acht pabo s geven daarbij expliciet aan dat zij een rol voor zichzelf weggelegd zien om toekomstige en zittende docenten zodanig toe te rusten dat zij wetenschap en techniek in het basisonderwijs kunnen inbedden. De samenhang tussen de visie op techniek en de onderwijskundige visie is in 2010 vergelijkbaar met 2005. Ook ten aanzien van de totstandkoming van de visie is er weinig veranderd. Iets meer techniekcoördinatoren (+10%) geven in 2010 aan dat coördinatoren en docententeams een belangrijke verantwoordelijkheid hebben bij de totstandkoming van beleid. De meerderheid van de opleidingsmanagers geeft aan dat docenten betrokken zijn bij de totstandkoming van de visie. Ten aanzien van de vertaling van de visie in concrete modules en activiteiten zien we wel een verandering. In 2010 zeggen veel meer techniekcoördinatoren dat op hun pabo docententeams (77% in 2010 versus 54% in 2005) en individuele docenten (71% versus 51%) hierin een belangrijke verantwoordelijkheid hebben. De betrokkenheid van docenten bij wetenschap en techniek op de pabo is duidelijk toegenomen. Net als in 2005 vinden de opleidingsmanagers overwegend dat wetenschap en techniek geïntegreerd moeten worden in het curriculum van de pabo en dat het geen apart vak moet zijn. En wijzen zij op het belang van wetenschap en techniek voor het onderzoekend en ontdekkend leren. In 2010 wordt minder dan in 2005 het accent gelegd op wetenschap en techniek als ontwikkelinstrument om andere talenten van kinderen tot ontplooiing te laten komen. In het licht van het Masterplan, dat door middel van wetenschap en techniek een cultuuromslag richting talentontwikkeling wil bereiken, is dit opvallend te noemen.

IVA beleidsonderzoek en advies 15 4.4 Veranderingen in de visie t.o.v. vijf jaar geleden (perceptie) Aan de zestien opleidingsmanagers is gevraagd of de visie op wetenschap en techniek de afgelopen vijf jaar is veranderd. Twaalf opleidingsmanagers zeggen dat dit inderdaad het geval is. De veranderingen hebben betrekking op het versterken, aanscherpen of uitbreiden van de visie en het realiseren van de visie in de dagelijkse praktijk van de pabo. Twee opleidingsmanagers geven aan dat de pabo meer belang hecht aan wetenschap en techniek. Volgens drie opleidingsmanagers is de visie aangescherpt, versterkt en/of verdiept. Verschillende opleidingsmanagers geven aan dat de visie is uitgebreid: met wetenschap (twee maal), met meer aandacht voor onderzoek c.q. onderzoekend leren (twee maal) en met een visie op het opleiden van (toekomstige) leerkrachten (één maal) en met een visie op wetenschap en techniek in het basisonderwijs (één maal). Tot slot zijn er opleidingsmanagers die vooral een ontwikkeling schetsen ten aanzien van de realisatie van de visie. Er zijn meer mensen bij betrokken (twee maal) en wetenschap en techniek hebben een plaats gekregen in het curriculum (zes maal). Vier opleidingsmanagers zeggen dat de visie niet is veranderd, maar dat er wel ontwikkelingen zijn te melden. Op één pabo is er meer samenhang in de visie gekomen en ook samenhang tussen de opleiding aan studenten en de nascholing van zittende leerkrachten op het gebied van wetenschap en techniek. Twee opleidingsmanagers geven aan dat de visie steeds meer tot uitdrukking komt in het curriculum en in andere activiteiten, zoals duostages, academische pabo, een onderzoekslijn, een lectoraat. De vierde opleidingsmanager zegt dat de visie versterkt en verdiept is en dat de pabo stimuleert dat studenten voor techniek kiezen. 4.5 Knelpunten bij het realiseren van de visie Zowel techniekcoördinatoren als opleidingsmanagers is gevraagd welke knelpunten zich hebben voorgedaan bij de realisatie van de visie. Tabel 4.4. geeft de antwoorden van de techniekcoördinatoren weer. Belangrijke knelpunten die genoemd worden zijn: Gebrek aan interesse Ruim de helft van de techniekcoördinatoren ziet het gebrek aan interesse voor (wetenschap en) techniek bij studenten als een knelpunt. Ditzelfde knelpunt wordt ook genoemd door veertien opleidingsmanagers en is volgens sommigen ook een verklaring voor het feit dat dat weinig studenten kiezen voor de minor. Het gebrek aan interesse heeft volgens techniekcoördinatoren en opleidingsmanagers te maken met de doelgroep. Het zijn studenten die bewust voor deze opleidingsrichting gekozen hebben en dus weinig affiniteit met techniek hebben. Het zijn voornamelijk vrouwen die wetenschap en techniek beschouwen als iets wat ze niet (goed) kunnen. Als mogelijke oplossingsrichting wordt genoemd: deze studenten met techniek vertrouwd maken in verplichte modules, zodat zij er meer affiniteit mee krijgen en er ook in het derde

16 Wetenschap en techniek op de pabo in 2010 jaar voor kiezen. Een andere oplossing is om wetenschap en techniek te verbinden met thema s waar studenten toch al mee bezig zijn en/of de praktijk van de basisschool. Negen opleidingsmanagers maken niet alleen melding van geringe affiniteit met wetenschap en techniek bij studenten, maar ook bij docenten van de pabo en/of leerkrachten in het basisonderwijs. Ruim een derde van de techniekcoördinatoren vindt de houding van docenten ook een knelpunt en ruim een kwart zegt dit over de interesse voor wetenschap en techniek op de basisscholen. Scholing van docenten op de pabo en leerkrachten in het basisonderwijs is de oplossingsrichting die in dit verband genoemd wordt. Eén opleidingsmanager vreest zelfs dat de belangstelling voor nascholing op het gebied van wetenschap en techniek zal wegebben als de middelen vanuit VTB-Pro hiervoor wegvallen. Vaardigheden van docenten Een ander belangrijk knelpunt (genoemd door 43% van de techniekcoördinatoren) is de vaardigheid van docenten op het gebied van wetenschap en techniek. Eén opleidingsmanager bestempelt dit ook als knelpunt. Het gaan dan vooral om de gebrekkige onderzoekende houding van docenten. Beschikbaarheid van tijd en middelen Een derde van de techniekcoördinatoren noemt daarnaast beschikbaarheid van tijd of mankracht voor de coördinatie als knelpunt en circa een op de vijf de beschikbaarheid van middelen. Zes opleidingsmanagers noemen (toekomstige) financiën als knelpunt. Zij vragen zich vooral af wat het wegvallen van de subsidie zal betekenen voor de ontwikkelingen met betrekking tot wetenschap en techniek op de pabo en in het basisonderwijs. Een van de zorgen is het voortbestaan van de nascholing als de middelen rechtstreeks naar het basisonderwijs gaan. Tijd wordt door twee opleidingsmanagers als knelpunt genoemd. Bij één opleidingsmanager betreft het de tijd die gemoeid is met de invoering van de visie, bij de andere opleidingsmanager betreft het de tijd die gemoeid is met onderzoek en audits in relatie tot VTB-Pro. Concurrentie binnen het curriculum Zeven opleidingsmanagers geven aan dat het lastig is gebleken studiepunten toe te kennen aan curriculumonderdelen op het terrein van wetenschap en techniek. Dit impliceert immers dat deze studiepunten bij andere vakken weggehaald worden, wat niet altijd op prijs gesteld wordt.

IVA beleidsonderzoek en advies 17 Tabel 4.4 Knelpunten bij het realiseren van (wetenschap en) techniek in het onderwijs volgens techniekcoördinatoren (N 2010 = 21 ; N 2005 = 27) Ervaart u de volgende onderwerpen als knelpunt bij het realiseren van (wetenschap en) techniek in het onderwijs? 2010 2005 Visie op (wetenschap en) techniek 10% 33% Relatie tussen de onderwijskundige visie en de visie op (wetenschap en) techniek 10% 30% Beschikbaarheid middelen 19% 48% Beschikbaarheid goede didactische methoden 10% 30% Houding van docenten 38% 44% Vaardigheden van docenten 43% 48% beschikbaarheid tijd/mankracht voor coördinatie 33% 59% Prioriteit van (wetenschap en) techniek vanuit de directie 10% 37% Interesse voor (wetenschap en) techniek vanuit de basisscholen 29% 37% Samenwerking met partijen in het VTB-steunpunt 0% 11% Interesse voor (wetenschap en) techniek vanuit de studenten 57% 41% Door afronding tellen de percentages niet altijd op tot 100% Vijf opleidingsmanagers wijzen op een andere vorm van (toekomstige) concurrentie in het basisonderwijs. Taal en rekenen krijgen daar steeds meer accent, en dat zou ten koste kunnen gaan van de aandacht voor wetenschap en techniek. Het verbinden van wetenschap en techniek met vakken als taal en rekenen kan hiervoor mogelijk een oplossing zijn. Een ander punt dat in dit verband genoemd wordt is de invoering van de kennisbasis voor verschillende vakken, onder andere taal en rekenen. Hierover bestaat op het moment van het onderzoek onzekerheid. De opleidingsmanagers weten niet hoeveel ruimte de kennisbases zullen laten voor integratie van wetenschap en techniek in de vakken. 4.5.1 Ontwikkelingen ten opzichte van 2005 Ten opzichte van 2005 zien we dat bepaalde knelpunten in 2010 vrijwel verdwenen zijn. Er zijn in 2010 vrijwel geen knelpunten meer in relatie tot de visie op techniek. Dit is niet verwonderlijk gezien het feit dat vrijwel alle pabo s nu een visie op wetenschap en techniek hebben in zowel het basisonderwijs als op de pabo. Ook beschikbare middelen worden in 2010 vrijwel niet meer genoemd als knelpunt. Aandachtspunt is wel dat een aantal pabo s vreest dat zij problemen zullen krijgen om hun visie op wetenschap en techniek te realiseren als de aanvullende middelen daarvoor wegvallen. Een punt van zorg is bijvoorbeeld dat er vanuit de basisscholen minder behoefte zal zijn aan nascholing op het gebied van wetenschap en techniek als de middelen daarvoor niet meer naar de pabo s gaan.

18 Wetenschap en techniek op de pabo in 2010 De houding en vaardigheden van docenten vormen in in 2010 nog steeds in gelijke mate een knelpunt en het gebrek aan interesse van studenten wordt zelfs vaker als knelpunt genoemd. Hier ligt nog een belangrijke uitdaging voor de pabo. Oplossingsrichtingen die in dit verband genoemd worden zijn: studenten vertrouwd maken met wetenschap en techniek in verplichte modules en docenten scholen. Tot slot ziet een aantal opleidingsmanagers de invoering van de kennisbasis voor verschillende vakken in het basisonderwijs als mogelijke belemmering voor wetenschap en techniek op de pabo. De oplossing daarvoor zou kunnen zijn om wetenschap en techniek te integreren in deze vakken. Anderzijds kan een kennisbasis wetenschap en techniek de aandacht voor wetenschap en techniek in het curriculum van de pabo waarborgen.

IVA beleidsonderzoek en advies 19 5 Wetenschap- en techniekonderwijs op de pabo 5.1 Taken van de techniekcoördinator 5.1.1 Stand van zaken in 2010 Net als in 2005 is techniekcoördinatoren gevraagd naar hun taken met betrekking tot het (geven en organiseren van) onderwijs in wetenschap en techniek. In 2010 geeft 86% van de techniekcoördinatoren aan dat zij uren beschikbaar hebben voor de coördinatie van techniek. Twee techniekcoördinatoren (10%) geven aan dat zij geen uren beschikbaar hebben voor de coördinatie van wetenschap en techniek, beide zijn niet werkzaam op een pabo die deelneemt aan VTB-Pro. Gemiddeld voert men gedurende 4,4 jaar taken uit op het gebied van coördinatie van wetenschap en techniek, het aantal jaren varieert daarbij van 1 tot 20. Van de 21 techniekcoördinatoren is 33% de enige die belast is met deze taak, al heeft iets minder dan de helft wel een vervanger. Volgens 29% van de techniekcoördinatoren is er sprake van een werk- of taakgroep. Met betrekking tot de activiteiten die men als taak beschouwt van de techniekcoördinator zijn visiegerelateerde activiteiten zoals het (mede) bepalen van de visie op wetenschap en techniek (door 95% van de techniekcoördinatoren aangegeven) en het vertalen van de visie naar het curriculum (ook door 95% aangegeven) in belangrijke mate of volledig de taak van de techniekcoördinator. Dit geldt ook voor het initiëren en/of coördineren van techniekprojecten en activiteiten op de pabo (door 100% van de techniekcoördinatoren aangegeven). Tabel 5.1 Taken van techniekcoördinatoren (N 2010 = 21 ; N 2005 = 27) In welke mate rekent u de onderstaande activiteiten tot uw taak als contactpersoon, coördinator of werkgroep/sectie (wetenschap en) techniek? 2010 2005 Niet In In belangrijke mate beperkte mate Volledig Niet In In belangrijke mate beperkte mate Volledig a. (Mee) bepalen van de visie op (wetenschap en) techniek b. Ontwikkelen van beleidsplan (wetenschap en) techniek c. Vertaling van het beleid naar concrete activiteiten d. Verbinden van (wetenschap en) techniek aan andere vakken 0% 5% 57% 38% - 7% 44% 48% 0% 24% 52% 24% 4% 22% 37% 37% 0% 10% 52% 38% - 7% 52% 41% 0% 14% 57% 29% - - - - e. Vertalen van visie op (weten- 0% 5% 71% 24% - - - -

20 Wetenschap en techniek op de pabo in 2010 2010 2005 schap en) techniek naar het curriculum f. Inkoop van materialen en lesmethodes g. Opzetten van module(s) (wetenschap en) techniek h. Adviseren van docenten bij de keuze van didactische methoden of materialen i. (Mee) ontwikkelen van lesmateriaal voor technieklessen j. Collega s ondersteunen bij hun technieklessen k. Stimuleren van deelname van docenten aan techniekactiviteiten l. Coördineren van de (na)scholing van pabodocenten M Initiëren en/of coördineren van techniekprojecten en activiteiten op de pabo n. Contactpersoon vanuit de pabo voor regionale VTB-steunpunt (wetenschap en) techniek o. Deelname aan netwerkbijeenkomsten van het VTB-steunpunt p. Contactpersoon voor basisscholen q. (Mee) ontwikkelen van lesmateriaal voor basisscholen r. Coördineren van de nascholing voor basisscholen s. Initiëren en/of coördineren van techniekprojecten en activiteiten voor basisscholen 0% 14% 52% 33% 7% 11% 37% 44% 5% 10% 48% 38% - 15% 30% 56% 10% 29% 38% 19% 22% 26% 33% 19% 10% 10% 33% 48% 4% 11% 44% 37% 14% 19% 29% 29% 22% 19% 30% 19% 5% 14% 52% 19% 15% 7% 48% 30% 24% 10% 38% 29% 48% 19% 11% 22% 0% 0% 62% 38% 4% 11% 30% 56% 29% 14% 33% 24% 11% 7% 22% 59% 24% 19% 38% 19% - 15% 33% 52% 10% 24% 38% 24% 19% - 44% 37% 24% 19% 38% 19% 30% 15% 37% 19% 19% 29% 24% 29% 37% 22% 22% 19% 5% 33% 43% 19% 19% 37% 30% 15% Door afronding tellen de percentages niet altijd op tot 100% 5.1.2 Ontwikkelingen ten opzichte van 2005 Ten opzichte van 2005 is de rol van techniekcoördinatoren ten aanzien van de nascholing, projecten en activiteiten voor basisscholen en voor pabo s duidelijk toegenomen. Het aantal techniekcoördinatoren dat de nascholing voor basisscholen coördineert is gestegen van 41% naar 63% en een vergelijkbare stijging zien we ten aanzien van het initiëren en/of coördineren van techniekprojecten en activiteiten voor basisscholen (van 45% naar 62%). Een vergelijkbare ontwikkeling zien we ten aanzien

IVA beleidsonderzoek en advies 21 van het coördineren van de (na)scholing voor pabo-docenten. Hier is zelfs sprake van een verdubbeling. Het aantal techniekcoördinatoren dat projecten op de pabo initieert of coördineert is eveneens gestegen, van 86% tot 100%. Dit wijst er op dat meer pabo s een rol spelen in het stimuleren van de integratie van wetenschap en techniek in het basisonderwijs en dat meer pabo s actief zijn in het realiseren van de visie op wetenschap en techniek op hun eigen pabo. Minder vaak dan in 2005 (59%) geven techniekcoördinatoren in 2010 aan dat zij de contactpersoon zijn voor het regionale VTB-steunpunt (24%) en dat zij deelnemen aan netwerkbijeenkomsten van het VTB-steunpunt (dit is gedaald van 85% naar 57%) 5.2 Curriculum 5.2.1 Stand van zaken in 2010 Plaats van techniek in het curriculum Wetenschap en techniek zijn volgens de techniekcoördinatoren voor 33% geïntegreerd in vakoverstijgend domein en voor 33% breed verankerd in het curriculum. Op de pabo die heeft aangegeven apart aandacht te besteden aan wetenschap, wordt wetenschap geïntegreerd in een vakoverstijgend domein. Ook de opleidingsmanagers geven aan dat wetenschap en techniek vaak verankerd zijn in het basiscurriculum van de pabo. Dat kan zijn in verplichte modules, maar ook in de vorm van een taakweek of geïntegreerd in andere vakken of modules. Tabel 5.2 Plaats van (wetenschap en) techniek in het curriculum (N 2010 = 21) Hoe zou u de plaats van (wetenschap en) techniek in het curriculum willen omschrijven 7? 2010 Vooral vakgebonden (alleen in bepaalde vakken) 19% Vooral docentgebonden (alleen bepaalde docenten besteden aandacht aan (wetenschap en) techniek) 14% Geïntegreerd in een vakoverstijgend domein (bv. wereldoriëntatie) 33% Breed verankerd in het curriculum 33% Anders, nl 0% Door afronding tellen de percentages niet altijd op tot 100% De techniekcoördinatoren is gevraagd naar de thema s waaraan bij techniek aandacht wordt besteed. 90% geeft aan dat aan de ontwerpcyclus in belangrijke mate of 7 In de tabel zijn de antwoorden van 2005 niet meegenomen, omdat de vraag destijds op een andere manier is gesteld.