Verslag tweede marktconsultatie 10 april 2017 Opening Anja Krijnberg, de projectleider inkoop jeugdhulp 2018, heet alle aanwezigen van harte welkom. Dit is de tweede marktconsultatie in een serie van drie marktconsultaties. Bij de eerste bijeenkomst hebben de gemeenten vooral de visie, de contouren van de opdracht en het proces verteld. Het verslag van die bijeenkomst en de presentatie die gegeven werd, staat op de website www.alphenaandenrijn.nl/jeugdhulp. Op deze bijeenkomst willen de gemeenten niet alleen informatie delen, maar vooral input ophalen en ideeën toetsen. Het gaat daarbij met name om de uitwerking van de integrale opdracht, en wel over de volgende onderdelen: - Eén oplossing /ondersteuning die werkt - Een dekkend jeugdhulpaanbod door één partij - Integrale samenwerking in het veld - Laagdrempelige toegang met behoud van de functionaliteit van het JGT/Kernteam De aanwezigen konden zelf ook onderwerpen inbrengen. Anja Krijnberg meldt dat het hier om een nieuwe aanbesteding gaat. Dit is onder andere terug te zien in de ruimte die professionals krijgen om het bovenstaande te realiseren. De gemeenten willen meer inhoud vrijlaten aan de aanbieders maar dit wil niet zeggen dat zij niets meer gaan voorschrijven. De positie van de cliënt in de integrale opdracht is voor de gemeenten een aandachtspunt. Dit komt later tijdens de bijeenkomst terug. Er worden geen vragen gesteld over het geheel van de integrale opdracht. Integrale samenwerking in het veld Het doel van integrale samenwerking is om samen met ketenpartners invulling te geven aan de gezamenlijke opgaven op de snijvlakken van de integrale jeugdhulpopdracht. Anja Krijnberg geeft aan dat informatie over deze ketenpartners op de website geplaatst zal worden. Dit betreft o.a. informatie die de gemeenten hebben opgehaald in gesprekken met deze ketenpartners. Daarnaast is er op 18 april as. in zowel Alphen aan den Rijn als in Kaag en Braassem een bijeenkomst voor ketenpartners. De jeugdhulpaanbieders zijn van harte welkom om daarbij aan te sluiten. Om verder in gesprek te gaan met ketenpartners wordt eind mei een bijeenkomst Ontmoet het veld georganiseerd. Dit zal naar verwachting aansluitend op de bijeenkomst zijn, waarin de uiteindelijke opdracht wordt gepresenteerd en de aanbestedingsprocedure en dergelijke nader wordt toegelicht. Er worden geen opmerkingen en/of vragen gesteld over dit onderwerp. Dekkend jeugdhulpaanbod Anja Krijnberg vertelt dat de gemeenten één partij willen contracteren die een dekkend jeugdhulpaanbod kan bieden om zo samenhang te bevorderen, nieuwe arrangementen mogelijk te maken en versnippering weg te nemen. Tegelijkertijd realiseren de gemeenten zich dat er vormen van jeugdhulp zijn die zo specialistisch zijn of zo weinig of variabel voorkomen, dat het organiseren van al deze vormen zou kunnen leiden tot een coalitie van te veel jeugdhulpaanbieders en te weinig ruimte zou geven voor flexibiliteit. Om te bespreken
hoe hier het beste invulling aan kan worden gegeven, wordt als voorbeeld een model voorgelegd om zowel de omvang van de eigen uitvoering als ruimte voor flexibiliteit (voor contracteren specialistisch aanbod of voor vernieuwing) te definiëren. Een alternatieve uitwerking behoort zeker ook tot de mogelijkheden. Het voorbeeld-model ziet er als volgt uit: A. Kernelementen dekkend aanbod Jeugdhulp aanbod voor minimaal x% door aanbieder uitgevoerd Jeugdhulpaanbod voor y% flexibel te contracteren Verantwoordelijkheid voor (x + y = 100%) bij jeugdhulpaanbieder Gevraagd wordt aan de aanwezigen wat de voor- en nadelen van dit model zijn en of zij alternatieve modellen zien. Hieronder is een overzicht opgenomen van de benoemde voordelen en nadelen, van de genoemde alternatieve modellen, van gestelde vragen en antwoorden en geopperde aandachtspunten. Voordelen en nadelen Voordelen Beperkt risico op makelaar Specifieke vragen kunnen binnen de schil worden opgevangen (zoals identiteitsgevoelige vragen) Nadelen Als het budget binnen de flexibele schil op is, kan dit consequenties hebben voor de beschikbaarheid van de jeugdhulp Alternatieve modellen Als alternatief model wordt geopperd om geen percentages voor te schrijven, maar aan de jeugdhulpaanbieders over te laten wat zij zelf kunnen bieden en waar zij anderen voor contracteren. Dit kan immers gedurende de jaren ontwikkelen (veranderen) en moet dan ook flexibel zijn. In de partnergesprekken kunnen gemeenten dan toetsen of kwalitatief goede jeugdhulp geboden wordt. Vragen Vraag Valt het pgb ook onder het flexibel aanbod? Wat is de verhouding tussen x en y? Gaat het percentage over het budget of over de cliënten? Waar baseren de gemeenten de veronderstelling op dat het contracteren van één aanbieder de kwaliteit van jeugdhulp verbetert? Antwoord Dit model gaat nu alleen over zorg in natura Dit is nog niet bepaald Dat is de vraag. De gemeenten staan open voor suggesties. Eén van de oorzaken van de huidige problemen in de jeugdhulp is de versnippering in de jeugdhulp. Door te werken met één aanbieder wordt deze versnippering opgelost en worden schotten neergehaald. Daarnaast willen de gemeenten samenwerken in partnership. Dit is beter te realiseren bij één aanbieder. Aandachtspunten/suggesties
- Indien gekozen wordt voor het voorschrijven van een percentage moet x groter zijn dan y - Laat de invulling van de percentages afhangen van de gekozen aanbieder - Bepaal per type zorg het percentage - Een goede onderbouwing van de wens van gemeenten om een dekkend aanbod zoveel mogelijk door één aanbieder te laten aanbieden is belangrijker dan het percentage - Een tussenvorm is ook mogelijk, denk aan minimaal 25% eigen aanbod. Dan is een makelaar ook niet mogelijk. - Integraliteit is belangrijk en is ook doel van de Jeugdwet. Het belang om als aanbieder een zo dekkend mogelijk aanbod te hebben, wordt onderschreven. Als gekozen wordt voor een percentage, ga dan niet uit van percentage geld maar van percentage kinderen. - Laat de aanbieder wel vooraf verantwoorden hoe het aanbod ingevuld wordt. - Schrijf het niet voor, uitgangspunt is de beste zorg voor de client. De gemeente toetst in de praktijk of het al dan niet gaat om een makelaar.(model B) - Schrijf de visie van de gemeente waarom geen makelaar op in de aanbestedingsstukken en laat het aan de aanbieder vrij dit te organiseren en aan de gemeente om vervolgens te beoordelen wat zij het beste aanbod vindt. Positie kleine jeugdhulpaanbieders Anja Krijnberg licht toe dat de inzet van kleine jeugdhulpaanbieders binnen de jeugdhulp van belang wordt geacht. Het aanbod van de kleine jeugdhulpaanbieders maakt onderdeel uit van de integrale opdracht. Verantwoordelijkheid voor dit aanbod ligt bij de gecontracteerde jeugdhulpaanbieder. Het aanbod kan op twee manieren binnen de integrale opdracht worden vormgegeven: - Model A: als onderdeel van het flexibel te contracteren aanbod - Model B: als onderdeel van het eigen aanbod - Model C: alternatieve suggesties Aan de aanwezige jeugdhulpaanbieders wordt gevraagd hoe de positie van de kleine jeugdhulpaanbieders het beste geborgd kan worden in de uitvoering van de jeugdhulp en in het aanbestedingsproces. Hieronder worden de gestelde vragen (en daarbij gegeven antwoorden) en de suggesties/aandachtspunten benoemd. Vragen Vraag/opmerking Als gesteld wordt dat kleine jeugdhulpaanbieders onderdeel moeten zijn van het eigen aanbod, betekent dat dan dat zij meeinschrijven als onderdeel van de combinatie? Door iets voor te schrijven over de inzet van kleine jeugdhulpaanbieders, beknot je de ruimte van aanbieders. Als er kleine aanbieders zijn, die goede hulp kunnen bieden/een specifieke expertise hebben, worden zij vanzelf wel gecontracteerd. Waarom zou je iets voorschrijven? Dat klopt De kleine jeugdhulpaanbieders hebben aangegeven dat een aanbestedingstraject voor hen niet mogelijk / zeer lastig is, terwijl het aanbod van kleine jeugdhulpaanbieders wel een toegevoegde waarde biedt voor onze inwoners. Door iets voor te schrijven wordt de positie van kleine aanbieders beschermd. Het belang hiervan blijkt ook uit
In andere gemeenten zijn de kleine jeugdhulpaanbieders buiten de aanbesteding gelaten. Kan dit niet via een aparte aanbesteding georganiseerd worden? Model B is niet mogelijk. Het gaat hier over vrijgevestigden. Zij willen niet aansluiten bij een consortium, maar juist vrij zijn. Schrijf daarom één en ander in hoofdlijnen voor in het aanbestedingsdocument en laat het verder aan de aanbieders. Kunnen de gemeenten vanuit hun regiefunctie - inzichtelijk maken welke kleine aanbieders er zijn én welke kleine aanbieders geïnteresseerd zijn in de nieuwe opdracht? Dan kunnen de aanbieders vervolgens met hen in gesprek. eerdere aanbestedingstrajecten. Dat is voor Alphen aan den Rijn en Kaag en Braassem geen optie. De gemeenten willen alle jeugdhulp in één integrale opdracht. Door niets voor te schrijven ontstaat onrust bij kleine aanbieders. De gemeenten willen hen rust en duidelijkheid bieden. De gemeenten kunnen een lijst met gecontracteerde kleine aanbieders geven. De gemeenten kunnen geen voorselectie doen op wie mogelijk geïnteresseerd is. Eén van de aanwezige aanbieders benadrukt dat het erg prettig is als de gemeente één en ander faciliteert. Aandachtspunten/suggesties - Het is beide duaal. Het gaat toch om het beste aanbod. Dan is de vrijgevestigde daar essentieel voor. De aanbieder kan niet zonder. - Kleine aanbieders willen pas kiezen na de gunning, zodat zij buiten de aanbestedingsperikelen worden gehouden. - Je kunt dit onderwerp ook meenemen bij de gunningscriteria - Het belang van kleine aanbieders wordt onderschreven. Zij zijn nodig om de opdracht uit te kunnen voeren. Maar leg je je met een lijstje aanbieders niet teveel vast? Er kunnen nieuwe kleine aanbieders komen en kleine aanbieders hebben misschien zelf voorkeur voor een bepaald consortium. Persoonsgebonden budget Anja Krijnberg licht toe dat het persoonsgebonden budget (pgb) deel uitmaakt van de integrale opdracht. Dit pgb is een gelijkwaardig alternatief voor jeugdhulp in natura. Judith van der Zwaan vertelt verder wat de wettelijke kaders zijn en hoe de toegang tot en besluitvorming over het pgb nu in de praktijk gaat. Zij geeft aan dat inwoners om in aanmerking te komen voor een pgb eerst een gesprek voeren met het JGT. Gekeken wordt wat de vraag van de ouder/jongere is en wat hiervoor een passende oplossing is. Als deze oplossing een individuele jeugdhulpvoorziening is, bestaat er een keuze tussen hulp in natura en een pgb. Om in aanmerking te komen voor een pgb, moet(en) de ouder(s) dan wel aan de volgende voorwaarden voldoen: - Geschiktheidseis: Men moet in staat zijn de eigen belangen vertegenwoordigen en alle verplichtingen rond het pgb kunnen vervullen (zelf, het netwerk, een voogd, )
- Motiveringsvoorwaarde: men moet kunnen aangeven waarom de hulp in natura niet passend is; - Kwaliteit: de in te kopen jeugdhulp moet van voldoende kwaliteit zijn. Aan de aanbieders wordt gevraagd wat de uitvoering van het pgb voor de aanbieders betekent en waar de gemeenten rekening moeten houden bij het opnemen van het pgb in de integrale opdracht. Hieronder worden de opmerkingen en vragen opgesomd: Vraag/opmerking Het pgb wordt ervaren als een open einde, vanwege het wettelijk recht op een pgb. De aanbieders hebben hier geen invloed op Uit jurisprudentie blijkt dat het afwijzen van een pgb lastig is. Gemeenten kunnen de verordening en de beleidsregels wijzigen, bijvoorbeeld de tarieven voor het pgb. Dit kan invloed hebben op het pgb. Aanbieders hebben hier geen invloed op. De ervaring leert dat veel mensen kiezen voor een pgb omdat er geen passend aanbod in natura aanwezig is. Hier hebben aanbieders wel invloed op. Aanbieders hebben ook invloed op de hoogte (uren, duur) van het pgb. Wij hebben wel ervaringscijfers van de aantallen PGB, deze zullen worden gedeeld. Dat klopt. Wanneer duidelijk is dat iemand niet geschikt is om een pgb te beheren of dat de in te kopen jeugdhulp niet van voldoende kwaliteit is, is afwijzen mogelijk. Op de motivering kan eigenlijk niet worden afgewezen. Het klopt dat gemeenten verordeningen en beleidsregels kunnen aanpassen. Het wijzigen van tarieven kan inderdaad consequenties hebben voor aanbieders. In de vormgeving van de opdracht zullen de gemeenten hiermee rekening mee houden. Risicoverdeling komt als onderwerp in de volgende marktconsultatie terug. Samenwerking in de uitvoering Na de pauze vertelt Rosanna Stokes dat de gemeenten het belangrijk vinden dat partijen rond inwoners van beide gemeenten samenwerken. Het gaat erom dat professionals vanuit de verschillende teams (zoals JGT/Kernteam, Serviceplein, Tom in de buurt) met elkaar samenwerken. Dit moet gefaciliteerd worden, bijvoorbeeld zodat zij een gezamenlijk 1gezin1plan dossier hebben. Een onderdeel van de samenwerking kan ook een ICT component hebben. Daarom wordt tijdens dit thema ook ICT besproken. Gevraagd wordt wat de aanwezigen hierin verwachten van de gemeenten en hoe zij hierin gefaciliteerd kunnen worden. Hieronder worden de opmerkingen en vragen opgesomd:
Vraag/opmerking Welk probleem moet worden opgelost? Hoe is de samenwerking nu? Hoe zit het met dyslexiezorg? Dit is namelijk enkelvoudig. Zou dit niet bij het onderwijs ondergebracht kunnen worden? Hoe zit het met de overeenkomst van Tom in de buurt? Deze loopt eind 2018 af. De samenwerking en het informatie delen tussen partijen is nog niet optimaal Dit is niet mogelijk. Dyslexiezorg valt onder de Jeugdwet en maakt daarmee ook onderdeel uit van deze opdracht Dit wordt meegenomen in de beschrijving van de samenwerkingspartners. In de vorige aanbesteding werd een ICT module voorgeschreven, is dat nu weer zo? Dit staat weer opnieuw open. De vraag is hoe u vindt dat wij dit als gemeente zouden moeten faciliteren. Wij zullen daar vervolgens onze afweging in maken. Aandachtspunten/suggesties - Deze samenwerking, het informatiedelen, zou na de gunning in partnership uitgewerkt moeten worden. - Het is niet helder hoe de samenwerking er nu uit ziet. De gemeentesite geeft een ander beeld over de verschillende onderwerpen. - Het is belangrijk dat partners elkaar gaandeweg beter leren kennen. Gemeenten zouden de ontmoeting moeten faciliteren en de verbinding moeten leggen. Die faciliteiten hoeven niet altijd in de vorm van fysieke faciliteiten te zijn. Jeugdhulpaanbieders, gemeente en samenwerkingspartners moeten hiervoor capaciteit beschikbaar stellen. - Samenwerking is belangrijk bij de overgang 18- naar 18+. Jongeren zouden niet van professional moeten wijzigen als de hulpverlening goed loopt. Hierover zouden goede afspraken moeten worden gemaakt, niet alleen met de jeugdhulpaanbieders maar ook met de Wmo-aanbieders. - Eerst moet bepaald worden vanuit welk kader en perspectief informatie verzameld en gedeeld moet worden, voordat afspraken kunnen worden gemaakt over ICT (vanuit client of de professional?). Inhoudelijke kaders zijn nodig om ICT oplossingen te bepalen. ICT volgt inhoud. - Het geheel kan niet dichtgeregeld worden voor een klein deel van de doelgroep. Schrijf in hoofdlijnen voor wat je als gemeente wilt bereiken en vraag aan aanbieders om een nadere uitwerking. Beoordeel vervolgens hierop. - Voor cliënten is het fijn dat hun dossier niet ophoudt bij de overgang van de ene wet naar de andere wet (18- - 18+). - Het is lastig om een groot aantal partijen digitaal met elkaar te laten praten. Eén systeem zou dan handig zijn voor informatie-uitwisseling. - De wenselijkheid van één systeem voor informatie-uitwisseling en 1G1P is afhankelijk van het aantal cliënten voor wie informatie-uitwisseling nodig is. Bij een beperkt aantal cliënten is dubbele registratie niet zo erg. De soort informatie en de omvang van het aantal cliënten bepaalt de benodigde investering. - Gemeenten moeten hun verantwoordelijkheid nemen daar waar het gaat om dossierbeheer en dossieroverdracht na afloop van het contract. Hiermee moeten zij bij ICT oplossingen rekening houden.
- Privacy aspecten moeten ook in de afweging worden meegenomen. Ook moet worden afgevraagd wie in de systemen zouden moeten kunnen werken of deze moeten kunnen raadplegen (mbt toegang én pgb) - Gemeenten en aanbieders hebben een gezamenlijk belang. Zij moeten aangeven waartoe partijen moeten samenwerken en welke outcome ze verwachten. - Functionaliteit en inrichting van een ict oplossing volgt uit het aanbod en werkwijze van de nieuwe aanbieder Positie van de cliënt Anja Krijnberg licht toe dat gemeenten de positie van de cliënt willen verstevigen. Wat te doen als de cliënt niet tevreden is. De gemeenten zien hiervoor een aantal waarborgen, zoals keuzevrijheid in aanbod en behandelaar, onafhankelijk cliëntonderzoek, onafhankelijk vertrouwenspersoon, klachtenregeling en bezwaarprocedure. Zij vraagt de aanbieders of hier iets aan ontbreekt. Hieronder worden gestelde vragen en antwoorden opgesomd. Vraag/opmerking Vroeger bood MEE onafhankelijke cliëntondersteuning. Dit zijn de punten die wettelijk verplicht zijn Onafhankelijk zou echt onafhankelijk moeten zijn. Deze onderdelen zijn gelieerd aan opdrachtgever / opdrachtnemer. Wordt de keuzevrijheid van cliënten wel voldoende geborgd? Die is abusievelijk niet in de opsomming meegenomen, maar hoort er inderdaad bij. Klopt. Wettelijk is voorgeschreven dat deze onderdelen verplicht zijn, niet is voorgeschreven hoe je er invulling aan geeft. Dit is een aandachtspunt Uit navraag bij cliënten blijkt dat het hen erom gaat dat zij kunnen kiezen tussen professionals. Dat zij met een professional een klik moeten hebben. Dat wanneer die klik er niet is, zij een andere behandelaar kunnen krijgen. En dat het hen gaat om een passend aanbod, en niet zozeer om keuzevrijheid. Er worden verder geen aanvullende suggesties gedaan over dit onderwerp. Informatievoorziening Anja Krijnberg licht toe dat er verschillende types informatievoorziening zijn: - Informatie-uitwisseling in de uitvoering - Informatie m.b.t. monitoring en verantwoording - Informatie m.b.t. de overgangsregeling - Informatie over de huidige situatie (omvang en transformatiemogelijkheden) De gemeenten willen de informatie over de huidige situatie ordenen vanuit de huidige productstructuur naar een ordening naar omvang en complexiteit, naar voorspelbaarheid en beïnvloedbaarheid (kwadrant). Dit kan ook gebruikt worden voor het maken van afspraken over risicoverdeling. Voor het maken van afspraken hierover is het relevant om te analyseren waar het risico zit, in hoeverre een aanbieder daar invloed op heeft en als dit niet zo is of beperkt is, of de gemeente daar dan misschien invloed op heeft. Dit onderwerp komt in de volgende bijeenkomst terug.
Hieronder volgen de vragen en antwoorden. Vraag/opmerking Waarom zou je voor deze ordening kiezen? De gemeenten zullen zeker invulling geven Gemeenten moeten vooral voldoen aan de aan deze informatieplicht. Deze andere informatieplicht. Dit blijkt ook uit het arrest. ordening is aanvullend en kan juist gebruikt worden voor het maken van afspraken over risicoverdeling. Hier komen we de volgende bijeenkomst op terug. Er worden verder geen aanvullende vragen/opmerkingen over dit onderwerp gesteld. Afsluiting Nadat Anja Krijnberg heeft aangegeven, dat de volgende marktconsultatie op 21 april is en dat het onderwerp dan de voorwaarden aan de opdracht is, sluit zij de bijeenkomst af.