Het 'mappen' van zorggegevens December 2015, Renate Kieft, programmaleider Nationale Kernset
Inhoudsopgave 1 Vooraf 3 2 Het mappen van zorggegevens 4 2.1 Waarom worden zorggegevens gemapt? 4 2.2 Het doel van mappen 6 2.3 De mate van detaillering 6 2.4 Verschillende vormen van mappen 6 3 Het mappingsproce s 8 3.1 Methode 8 3.2 Projectorganisatie 9 2
1 Vooraf Door de komst van het Elektronisch Patiënt/Cliënt Dossier (EPD/ECD) wordt standaardisatie van zorggegevens aangemoedigd, zodat zij uitwisselbaar en vergelijkbaar worden. Het standaardiseren van zorggegevens heeft als voordeel dat systemen, organisaties of individuen de mogelijkheid hebben om met elkaar samen te werken, te communiceren en informatie uit te wisselen. V&VN vindt dat het belangrijk dat de beroepsgroep haar verantwoordelijkheid neemt om te werken met de juiste zorggegevens. Daarom wordt de Nationale Kernset ontwikkeld. Het standaardiseren van zorggegevens is een proces wat gefaseerd tot stand komt. Een onderdeel is het 'mappen van zorggegevens'. Omdat in de verpleging en verzorging verschillende classificaties worden geïmplementeerd, zijn de zorggegevens niet uitwisselbaar en vergelijkbaar. Het mappen van zorggegevens is een proces waarbij de zorggegevens die door de beroepsgroep zijn vastgesteld worden gelinkt aan de zorggegevens van classificaties. Hiermee worden zorggegevens uitwisselbaar. Op deze manier kan worden toegegroeid naar een zorginformatiemodel, waarbij zorggegevens eenduidig en gestandaardiseerd worden vastgelegd. In dit document wordt een toelichting gegeven over het mappen van zorggegevens. 3
2 Het mappen van zorggegevens Een van de onderdelen bij het ontwikkelen van de Nationale Kernset is dat de vastgestelde zorggegevens worden gemapt met classificaties. 'Mappen' betekent dat termen en coderingen van het ene coderingsysteem geassocieerd worden met de termen en coderingen van een ander coderingsysteem 1. In de context van dit document betekent het, dat termen en coderingen van SNOMED CT 2 worden geassocieerd met de termen en coderingen van classificaties - zie figuur 1. Bij het mappen wordt gesproken van brontermen en doeltermen. Brontermen zijn de gegevens die zijn beschreven en gecodeerd van een coderingssysteem van waaruit wordt gemapt. Doeltermen zijn de zorggegevens van het coderingssysteem waar naar toe gemapt wordt. De doeltermen zijn de gegevens uit de classificaties NNN, Omaha System en ICF. De brontermen zijn de op SNOMED CT gebaseerde zorggegevens die in de Nationale Kernset zijn vastgesteld. Het uiteindelijke resultaat van het mappen van de zorggegevens wordt getoond in een mappingstabel. Figuur 1: het mappen van termen en coderingen 2.1 Waarom worden zorggegevens gemapt? Het mappen van zorggegevens van de Nationale Kernset naar classificaties (Omaha System, ICF en NNN), is nodig omdat de gegevens die via classificaties worden vastgelegd onderling niet uitwisselbaar of vergelijkbaar zijn (Visie eenheid in begrip, V&VN 2014). 1 SNOMED CT Starter Guide, IHTSDO, 2014 2 SNOMED CT is een internationaal, medisch terminologiestelsel en bevat een verzameling medische termen met hun synoniemen, welke worden gebruikt voor de vastlegging van klachten, symptomen, omstandigheden, ziekteprocessen, interventies, diagnosen, resultaten en besluitvorming (https://www.nictiz.nl/terminologiecentrum/snomed-ct). 4
Een veelgemaakte opmerking is dat het mappen met de gegevens uit de Nationale Kernset niet nodig is en dat classificaties onderling gemapt kunnen worden. Dit is een onterechte aanname, omdat verschillend wordt gedacht over het verpleegkundig en verzorgend domein. Er is geen consistente gegevensset dat het verpleegkundig vakgebied omschrijft, zodat niet helder is welke termen met elkaar moeten worden geassocieerd. Bovendien zijn er meerdere classificaties, waardoor de situatie kan ontstaan dat 'alles met alles' wordt gemapt, zoals in figuur 2 gevisualiseerd wordt. Wanneer dit proces niet gecoördineerd wordt, ontstaan willekeurige mappingssets (ongecoördineerd mappen). Daarmee wordt het proces onbeheersbaar en oncontroleerbaar. Figuur 2: het ongecoördineerd en gecoördineerd mappen De Nationale Kernset bevat zorggegevens die zijn vastgesteld door de beroepsgroep. Het zijn zorggegevens die verpleegkundigen en verzorgenden in hun dagelijkse praktijk nodig hebben om goede zorg te kunnen verlenen. De uitwerking van deze zorggegevens is gebaseerd op de structuur en hiërarchie van SNOMED CT. Daarmee vormen zij het uitgangspunt voor het mappingsproces naar classificaties, zie figuur 2. De zorggegevens in de Nationale Kernset vormen het kader van waaruit een gecoördineerd mappingsproces wordt opgezet. Met coördinatie wordt bedoeld dat een zorgvuldig proces wordt doorlopen onder de regie van V&VN en Nictiz. Nationale mapping De Nationale Kernset bevat een set met zorggegevens die voor de Nederlandse verpleegkundige en verzorgende zorgcontext geldend is. Deze zorggegevens zijn in een Nederlandse referentieset opgenomen in SNOMED CT. Deze zorggegevens worden gemapt naar classificaties; het is dan ook een nationale mapping. Nictiz, dat namens Nederland is aangesloten bij de IHTSDO, is verantwoordelijk voor en zal toezien op een juist gebruik van de gemapte zorggegevens door EPD/ECD leveranciers. Nictiz legt de nationale mappingstabel voor aan de IHTSDO. Indien beschikbaar, wordt een koppeling gemaakt met internationale mappingstabellen. Dit proces wordt zowel door Nictiz als V&VN gevolgd. 5
2.2 Het doel van mappen Er is een constante vraag naar zorggegevens, waarbij aggregatie voortdurend plaats vindt. Dat wil zeggen dat, afhankelijk van het doel, gegevens worden samengevoegd of moeten worden geherstructureerd. Voor het verbeteren van kwaliteit van zorg op een afdeling moeten de zorggegevens op een andere manier worden samengevoegd of geherstructureerd dan voor bijvoorbeeld gegevensuitwisseling. Het is ondoenlijk en onbeheersbaar om voor elk doel een aparte mappingsset te maken. Daarom zijn de zorggegevens die via de Nationale Kernset zijn vastgesteld leidend. Een van de uitgangspunten van de ontwikkeling van de Nationale Kernset is registratie aan de bron: eenmalige registratie, meervoudig gebruik. Deze gegevens zijn dan ook de informatiebron van waaruit verschillende doelen gediend kunnen worden, zoals: patiëntenzorg het uitwisselen van zorggegevens verpleegkundig wetenschappelijk onderzoek zorginkoop kwaliteitstoetsing, zoals landelijke kwaliteitsindicatoren benchmark Het is dan ook belangrijk dat de zorggegevens van een juiste kwaliteit zijn, zodat de gegevens voor de verschillende doeleinden kunnen worden gebruikt. De zorggegevens die binnen de Nationale Kernset zijn opgenomen, voldoen aan deze eisen. Het startpunt van het mappingsproces is dat de zorggegevens van de Nationale Kernset worden gemapt met de zorggegevens van classificaties. Het doel van mappen is dat de gegevens uitwisselbaar en vergelijkbaar zijn. 2.3 De mate van detaillering Zorggegevens worden meer of minder gedetailleerd uitgewerkt. Dit wordt de mate van granulariteit genoemd. Een lage granulariteit betekent dat zorggegevens ruimer, dus minder gedetailleerd zijn uitgewerkt. Een hoge granulariteit betekent dus dat zorggegevens gedetailleerd zijn beschreven; SNOMED CT voorziet hierin. De gegevens die nodig zijn voor het zorgproces kunnen dermate worden gespecificeerd, waardoor verpleegkundigen en verzorgenden veel beter kunnen vastleggen waar hun zorg op is gericht. 2.4 Verschillende vormen van mappen Het mappen is gericht op termen en de beschrijving van deze termen. Het betekent dat wordt gekeken of een term en bijbehorende definitie van de Nationale Kernset overeenkomt met een term en bijbehorende definitie van een classificatie. Er zijn vier vormen van mappen te onderscheiden, welke in figuur 3 zijn gevisualiseerd: 1. Een-op-een mapping. Bij een een-op-een map kunnen de zorggegevens omgekeerd worden gebruikt. Dat wil zeggen dat de bronterm dezelfde betekenis heeft als de doelterm. 2. Meerdere-op-een mapping. Bij deze vorm worden meerdere termen van een coderingsysteem gemapt naar een term van een ander coderingsysteem. 6
3. Een-op-meerdere mapping. Een term van een coderingsysteem wordt gemapt met meerdere termen van het andere coderingsysteem. 4. Een-op-geen mapping. Hierbij kan een term van een coderingsysteem niet gemapt worden aan een ander coderingsysteem. Figuur 3: Verschillende vormen van mapping 7
3 Het mappingsproces Het mappen richt zich altijd op termen en bijbehorende definities of beschrijvingen. Om zorggegevens uit te kunnen wisselen, is het nodig dat zorggegevens 'omkeerbaar' zijn ofwel elkaars synoniem zijn (één op één mappen is dan noodzakelijk). De granulariteit (het detailniveau) tussen de bron- en doeltermen kan verschillend zijn. Sommige zorggegevens kunnen één op één gemapt worden, terwijl bij andere zorggegevens meerdere op één mapping plaats zal moeten vinden. Het kan ook zijn dat er geen doeltermen beschikbaar zijn. Via de mappingstabel wordt inzichtelijk naar welk niveau de zorggegevens geaggregeerd zijn en wat dit voor de uitwisselbaarheid en vergelijkbaarheid van zorggegevens betekent. 3.1 Methode Er zijn verschillende manieren om het mappingsproces vorm te geven: 1. Lexicaal mappen. Via deze vorm wordt gekeken of een bronterm exact overeenkomt met een doelterm uit de classificatie. Woorden moeten dus met elkaar corresponderen. Dit wordt meestal via een computerprogramma uitgevoerd. 2. Automatisch mappen. Hierbij wordt via de computer een algoritme gebruikt om te bepalen of bron- en doeltermen overeenkomen. Lexicaal mappen is dus een vorm van automatisch mappen. 3. Handmatig of manueel mappen. Deze laatste vorm wordt het meest toegepast. Experts en deskundigen onderzoeken en bediscussiëren welke bronterm het meest overeenkomt met een doelterm. Van elke term wordt gekeken wat de definitie is en wordt bepaald of deze overeenkomt met de doelterm en definitie. V&VN heeft in overleg met Nictiz gekozen voor de laatste vorm, het handmatig mappen. De mapping vindt plaats op basis van de meest recent beschikbare schriftelijke documentatie van de betreffende classificaties. Bij deze vorm van mapping wordt gekeken naar het granulatieniveau en naar de hiërarchische structuur van de classificaties. Dat wil zeggen dat gekeken wordt of de SNOMED CT termen (de brontermen), de definities en codes aansluiten en passend zijn in de hiërarchie van de classificatie (doeltermen). Er is consensus als alle experts overeenstemming hebben over de bron- en bijbehorende doelterm. Als een classificatie geen doeltermen heeft, vindt geen mapping plaats. De experts zijn de deskundigen die kennis hebben van een classificatie, de nationale kernset, en een terminoloog. Het is een gezamenlijk proces. 8
3.2 Projectorganisatie Bij het mappen van de zorggegevens naar de classificaties zijn verschillende personen betrokken. In tabel 1 is een overzicht met de betrokkenen en worden de verschillende rollen beschreven. Tabel 1: Overzicht van betrokkenen en hun rol Betrokkenen Rol Programmaleider Coördinator National Release Centrum (Nictiz) Projectleider Terminoloog Experts classificaties NNN Omaha System en ICF (januari) RaiView (januari) Ondersteunt en begeleidt het proces Ondersteunt en begeleidt het mappingsproces en geeft advies, controleert of aan de eisen van het mappen wordt voldaan Voert het project uit, ontwikkelt een mappingstabel Is verantwoordelijk voor het inhoudelijke mappingsproces, ontwikkelt een mappingstabel en controleert of aan de eisen van het mappen wordt voldaan Hebben kennis van een specifieke classificatie Ondersteunen het mappingsproces Valideren het mappen (inhoud) 3.3 Beheerstructuur De gemapte termen worden in een mappingstabel opgenomen, om er voor te zorgen dat de samenhang blijft bestaan, als veranderingen worden aangebracht door ofwel de Nationale Kernset dan wel een classificatie. De expert van de classificaties en Nationale Kernset hebben een blijvende rol bij het beheer. Daarvoor worden beheerafspraken vastgelegd. 9