1 Aanduiding van focusgebieden en focusbedrijven



Vergelijkbare documenten
MAP5 Het oog op een betere waterkwaliteit met respect voor de bodem

Focusbedrijven en nitraatresidu. Gebieds- én bedrijfsspecifieke

Actieprogramma Nitraatrichtlijn MAP 5

TOELICHTING BIJ HET RAPPORT P-KLASSEN 2016

MAP V en de sierteelt wat zit erin voor u? Studieavond bemesting in de vollegrondssierteelt - Destelbergen 28 mei 2015

MAP 6 OP DE VALREEP GOEDGEKEURD

Uitrijden effluent binnen MAP 5

Actieprogramma ter uitvoering van de Nitraatrichtlijn ONTWERP

VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ Beheerovereenkomst water: bemestingsnormen en drempelwaarden

VOORWAARDEN AANVRAAG DEROGATIE 2019

Actua Bemesting. Dominique Van Haecke. PCS Studiedag Boomkwekerij 2016, 4 februari 2016, Destelbergen 1

DEROGATIEVOORWAARDEN 2015

Uitrijden effluent binnen MAP 5

MAP 5 in de tuinbouw. Wase Tuinders 28/01/2016 Micheline Verhaeghe

DEROGATIEVOORWAARDEN 2016

NITRAATRESIDURAPPORT 2014

NITRAATRESIDURAPPORT 2015

MAP V en de sierteelt wat zit erin voor u?

NITRAATRESIDU- RAPPORT 2017

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN

NITRAATRESIDU- RAPPORT 2016

Uitrijden effluent binnen MAP 5

Zand Niet Zand Zand Niet Zand. Zand Niet Zand Zand Niet Zand. Zand Niet Zand Zand Niet Zand. Niet Zand. Niet Zand. Niet Zand. Niet Zand.

Terugblik op MAP5 24/01/2019

Derogatievoorwaarden 2011

Derogatievoorwaarden 2012

1 Wat houdt de vanggewasregeling in?... 2

Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB

1 Wat houdt de vanggewasregeling in?... 2

VLM - acties rond de Heulebeek. Charline Vanneste Celhoofd Bedrijfsdoorlichting Mestbank Regio West

Analyse waterkwaliteit. Infosessie intermediairs Hasselt 2/12/2013

DEMETERtool in de praktijk. Pilootstudie bij 50 Vlaamse landbouwers

Veelgestelde vragen bij het nieuwe actieprogramma

Toelichting MAP 6 Land- en tuinbouwers. 9 juli: PIBO, Tongeren

Vanggewas na maïs. Verplichting Aandachtspunten. VAB Maarsbergen, 4 april Bert Knegtering

Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB

Bemestingsstrategie voor de teeltcombinatie gras-maïs

Weetjes over het nieuwe MAP IV

Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB

Actieprogramma ter uitvoering van de Nitraatrichtlijn

Derogatie / BKM /

MAP6 Ho e benaderen? Bart Debussche

Bijlage 4. Vak 1.- Personalia van de ondergetekende derde op wier terreinen dierlijke meststoffen worden verspreid

Analyse waterkwaliteit. Infosessie intermediairs Brugge 28/11/2013

Normen en richtwaarden

Het mestactieprogramma Met verfijnde bemesting naar een goede waterkwaliteit

DEMOPROJECT MAÏS BEMESTEN: OUDE PRINCIPES, NIEUWE TECHNIEKEN

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor de Begroting, gegeven op 16 juni 2011;

Deze fiche legt uit wat een nitraatresidu is, waarom het bepaald wordt, en hoe het beoordeeld wordt.

NORMEN EN RICHTWAARDEN 2015

TOELICHTING BIJ HET OVERZICHT AFKEURINGEN EN SANCTIES DEROGATIE 2016

Derogatie / BKM Campagne 2017

Wat brengt MAP 6 ons?

De gegevens zijn gebaseerd op het nieuwe mestdecreet en zijn geldig voor 2007.

Op weg naar een efficiëntere bemesting

Impact van de bemesting op de waterkwaliteit: de Horstgaterbeek-case

Evaluatie van de metingen. van het nitraatresidu. Mestbank

Wat brengt MAP 6 voor de Vlaamse landbouwer?

Opties voor duurzaam stikstof- en koolstofbeheer in intensieve teelten

Coördinatiecentrum voorlichting en begeleiding duurzame bemesting - CVBB

Rode MAP-meetpunten met duidelijke invloed van land- en tuinbouw : CVBB pakt ze aan!

Uitscheiding in kg/dier, jaar Diersoort

Impact van landbouwpraktijken op de oppervlaktewaterkwaliteit: een succesvolle aanpak in het probleemgebied van de Horstgaterbeek in Noord-Limburg

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;

MAP 5 en fosfor in de bodem. Jan Bries

Vlaanderen is open ruimte. overzicht wijzigingen VLAAMSE LAND MAATSCHAPPIJ. vlm.be

Wat moet de landbouwer doen? - Vlaamse Landmaatschappij

Normen en richtwaarden 2014

BEGELEIDENDE MAATREGELEN 2013 BIJ EEN TE HOOG NITRAATRESIDU. staalnamecampagne 2012 / maatregelenpakketten 2013

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie

Werkzame stikstof v.s. Totale stikstof

Normen en richtwaarden 2011

N-index: wat zeggen de cijfers?

Opzet veldproeven. Greet Ghekiere, Inagro Céline Vaneeckhaute, Ugent

Bereken voor uw akker- en groentepercelen eenvoudig zelf: de organische koolstofevolutie de stikstof- en fosforbalans

Zeven decennia bodemvruchtbaarheid voor de praktijk

Ontwerp actieprogramma nitraatrichtlijn van Vlaanderen 16 februari 2011 voor openbare raadpleging

Uitrijregeling. De uitrijperiode is afhankelijk van de volgende parameters:

Het mestdecreet Waar staan we er (voor)?

Mestbank - Krachtlijnen MAP5 ( )

NORMEN EN RICHTWAARDEN 2018

1) Nitraatresidu ) Bladmeststoffen in de aardappelteelt 3) SNAPP

NITRAATRESIDURAPPORT 2011

Beheerovereenkomsten water 2012 Met verfijnde bemesting naar een goede waterkwaliteit

Impact van de bemesting op de waterkwaliteit: de Horstgaterbeek-case

Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers

Milieukundig en economisch verantwoord fosforgebruik

NORMEN EN RICHTWAARDEN 2016

Normen en richtwaarden 2012

Vanggewas na mais ook goed voor de boer

NITRAATRESIDURAPPORT 2013

Begeleidende maatregelen bij een te hoog nitraatresidu. staalnamecampagne 2011/ maatregelenpakketten 2012

Fosfaatbemesting in MAP V : hoe aan de nieuwe normen voldoen in de akkerbouw?

NORMEN EN RICHTWAARDEN 2019

Teelthandleiding wettelijke regels

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

NORMEN EN RICHTWAARDEN 2019

Gebruikershandleiding BDB-Net mei 2008

Mestrapport over de mestproblematiek in Vlaanderen

Transcriptie:

MAP V Aanduiding van focusgebieden en focusbedrijven Normen voor stikstofbemesting Normen voor fosforbemesting 1 Aanduiding van focusgebieden en focusbedrijven Gebieden waar de nitraatconcentraties in het oppervlaktewater worden overschreden of waar de evolutie van de nitraatconcentratie in het grondwater onvoldoende vooruitgang toont, worden jaarlijks als focusgebieden aangeduid. Een bedrijf waarvan 50% van de oppervlakte in een focusgebied ligt, wordt aangeduid als een focusbedrijf. Op alle percelen van het bedrijf, ook als ze niet in het aangeduide focusgebied liggen, zijn de 'bijkomende maatregelen voor focusbedrijven van toepassing 1.1 Bijkomende maatregelen voor focusbedrijven - Strengere drempelwaarde voor nitraatresidu - De verbodsperiode voor het toedienen van meststoffen zal voor focusbedrijven worden uitgebreid o Verbod tot 1 maart behalve wanneer op de betrokken percelen een teelt aanwezig is, is het gebruik van meststoffen toegelaten vanaf 16 februari o De uitzondering voor het gebruik van een beperkte hoeveelheid van 60 kg N/ha vloeibare dierlijke mest of 30 kg N/ha uit effluenten of kunstmest na de oogst tot 31 augustus, op voorwaarde dat voor 1 september een vanggewas wordt gezaaid, zal voor focusbedrijven niet langer toegelaten zijn - Verplichte inzaai van vanggewassen o Focusbedrijven zullen verplicht een vanggewas moeten zaaien op elk perceel waar de hoofdteelt het toelaat. 1.2 Vrijstelling van bijkomende maatregelen voor focusbedrijven Om een vrijstelling te verkrijgen, moeten de landbouwers het nitraatresidu op verschillende percelen van hun landbouwbedrijf laten bepalen (auto-controle op bedrijfsniveau). De Mestbank zal de percelen aanduiden die moeten worden bemonsterd. Focusbedrijven zullen vrijgesteld worden van de bijkomende maatregelen indien de gemeten nitraatresidu's voldoen aan de evaluatiecriteria voor het toekennen van een vrijstelling

1.3 Overschrijding van het nitraatresidu - Focusbedrijven: Indien de eerste drempelwaarde wordt overschreden op het gemeten controleperceel in het jaar X, moet de landbouwer een auto-controle op bedrijfsniveau uitvoeren in het jaar X+1. - Niet-focusbedrijven: Indien de eerste drempelwaarde wordt overschreden op het gemeten controleperceel in het jaar X, moet de landbouwer een auto-controle uitvoeren op dat perceel in het jaar X+1. Indien de autocontrole op het perceel opnieuw een overschrijding aantoont, moet het bedrijf een auto-controle op bedrijfsniveau uitvoeren (overschrijding boven de eerste drempelwaarde) of wordt het een focusbedrijf (overschrijding boven de tweede drempelwaarde) in het jaar X+2.

2 Normen voor stikstofbemesting De N-bemestingsnormen van het 4de actieprogramma zullen niet veranderen voor grasland, maïs en akkerbouwteelten in het 5de actieprogramma

3 Fosforbemestingsnormen In het voorstel van nieuwe MAP V (ontwerpversie van 9 februari 2015) wordt veel aandacht besteed aan de P-bemestingsnormen. In het nieuwe MAP definieert men 4 verschillende klassen van P-bemestingsnormen: - I: bodems met lage P-beschikbaarheid - II: bodems in de streefzone - III: bodems met een matige P-beschikbaarheid - IV: bodems met een hoge P-beschikbaarheid. De normen die in MAP V zullen gelden voor elk van deze vier klassen staan in onderstaande tabel. De bemestingsnormen verstrengen van klasse I naar klasse IV. Zo zijn de bemestingsnormen in klasse IV lager dan deze die geldig zijn in klasse I. Daarnaast blijft de P-bemestingsnorm van 40 kg P 2O 5/ha behouden voor de fosfaatverzadigde percelen. In 2015 worden alle bodems beschouwd als klasse III bodems, ttz in 2015 zullen voor alle percelen (behalve fosfaatverzadigde) de bemestingsnormen van klasse III geldig zijn. De landbouwers kunnen door middel van een bodemanalyse (ammoniumlactaatextractiemethode) bewijzen dat de P-beschikbaarheid van een perceel overeenstemt met deze van II of I (tabel 2) om de bemestingsnormen van een lagere klasse (=hogere norm) toegewezen te krijgen. Daarnaast zal de Mestbank ook zelf bodemanalyses laten nemen om bodems van IV op te sporen. Vanaf 2017 worden alle percelen waarvoor geen P-analyse beschikbaar is als IV beschouwd.

Tabel 1 Maximale fosfaatbemestingsnormen tijdens het Actieprogramma 2015-2018 per P- beschikbaarheidsklasse (in kg P2O5/ha) I II III IV Grasland maaien 115 95 90 70 Grasland maaien + begrazen 115 95 90 70 1 maaibeurt gras + maïs 115 95 90 70 Silomaïs 100 80 70 55 Korrelmaïs 100 80 70 55 Wintertarwe (Triticale) 95 75 70 55 Wintergerst + andere graangewassen 95 75 70 55 Aardappelen 95 75 70 55 Voederbieten 85 65 55 45 Suikerbieten 85 65 55 45 Groenten, teelten met lage N-behoefte, leguminosen en overige teelten 85 65 55 45 Tabel 2 P-beschikbaarheidsklassen Akkers (mg P/100 g droge bodem) Grasland (mg P/100 g droge bodem) I (lage P-beschikbaarheid) < 12 < 19 II (P streefzone) 12-18 19-25 III (matige P-beschikbaarheid) 19-40 26-50 IV (hoge P-beschikbaarheid) > 41 > 51