CO 2 -Prestatieladder niveau 4
Inzicht in energieverbruik Scope 3 emissiebronnen Op grond van normeis 4.A.1. van het Handboek zijn de meest materiële scope 3 emissies over het jaar 2013 in kaart gebracht. Voor de indeling van de emissies per scope wordt aangesloten bij de indeling aangegeven in het figuur reachts. Dit betreft alle overige indirecte CO 2-emissies als gevolg van de activiteiten van het bedrijf, zoals: de uitstoot van transporten, woon-werk verkeer, uitbesteed werk en afvalverwerking. Niet alle scope 3 emissies zijn in kaart gebracht, omdat dit een disproportionele inspanning zou vergen. Het streven is om op termijn meer scope 3 emissies in kaart te kunnen brengen. Om dit te realiseren zal gekeken worden naar de mogelijkheden om over meer gegevens te beschikken. CO 2 -emissie: Upstream en Downstream De waardeketen (zie Rapportage CO 2-Prestatieladderniveau 4) wordt gevormd door twee stromen: de upstream en de downstream. De upstream is het geheel aan schakels dat tezamen het realisatieproces van de onderneming uitmaakt. Het gaat hier om alle activiteiten die plaats vinden voordat een product of dienst wordt opgeleverd. Voor Verheij Integrale groenzorg betekent dat globaal: de inzet van personeel, transportmiddelen en machines, het gebruik van materialen en de verwerking van afvalstromen. In de downstream gaat het om de schakels die gebruik maken van het opgeleverde product: de opdrachtgevers en gebruikers van de groenvoorzieningen. Bij Verheij Integrale groenzorg gaat het echter uitsluitend om de oplevering van aangelegde groenvoorzieningen of gerealiseerde onderhoudscontracten. Een vervolgtraject met betrekking tot distributieen verwerkingsprocessen, end-of-life behandelingen, franchises e.d. is verder niet aan de orde. 2
DOWNSTREAM UPSTREAM Rangorde scope 3 emissies Als startpunt voor het in kaart brengen van de scope 3 emissies is gekozen voor het analyseren van CO 2-genererende activiteiten, op basis van de waardeketen, die relevant zijn voor het bedrijf en de projecten en waarover betrouwbare informatie beschikbaar is of gemaakt kan worden. Tabel 1: Waardeketen analyse scope 3 emissie 1. Ingekochte goederen en diensten [purchased goods & services] 2. Kapitaalgoederen [capital goods] 3. Uitbestede emissie [fuel and energy related activities] 4. Transport en distributie [transportation and distribution] 5. Gegenereerd afval [waste generated in operations] 6. Zakentransport [business travel] 7. Woon-werkverkeer [employee commuting] 8. Geleasede producten [leased assets] 9. Transport en distributie [transportation and distribution] 10. Verwerken van verkochte producten [processing of sold products] 11. Gebruik van verkochte producten [use of sold products] 12. End-of-life behandeling van verkochte producten [end-of-life treatment of sold products] 13. Geleaste assets [leased assets] 14. Franchises [franchises] 15. Investeringen [investments] Ingekochte goederen en diensten die direct gerelateerd zijn aan de productie van het bedrijf, zijn: bouwmaterialen (zand, grond, hout, stenen), beplantingsmateriaal, tuinmaterialen (divers van aard), bestrijdingsmiddelen, personeel (inleenkrachten) en kantoorartikelen. Brandstoffen en elektriciteit worden ook ingekocht, maar deze emissies vallen onder respectievelijk scope 1 en 2 en worden daarom niet meegenomen in deze analyse. Onder kapitaalgoederen wordt verstaan de bedrijfswagens, machines, werktuigen, gereedschappen, apparatuur en kantoorvoorzieningen (milieuvriendelijk inkoopbeleid). Betreft brandstofgebruik door ingehuurde organisaties, bij het realiseren van werkzaamheden op projectlocaties. Ingekochte goederen worden door de leveranciers op de bedrijfsvestiging te Sliedrecht of op diverse projectlocaties afgeleverd. Transport van ingekochte goederen van de bedrijfsvestiging naar de projectlocaties vindt plaats met inzet van eigen transportmiddelen, o.a. vrachtwagens en BE-combinaties. Het brandstofverbruik is onderdeel van scope 1. Distributie van geproduceerde goederen is niet aan de orde. Aard en omvang van de afvalstromen zijn divers. Ze worden door het bedrijf gescheiden bewaard en afgevoerd naar erkende verwerkers. Groen- en puinafval vormen de aanzienlijkste stromen. Het groenafval wordt grotendeels afgeleverd voor de verwerking van biomassa. Betreft transport van goederen en personen van en naar de verschillende projectlocaties. Dit gebeurt met de bedrijfswagens. Het brandstofverbruik is onderdeel van scope 1. Dit onderdeel is daarom niet van toepassing. Betreft de verkeersbewegingen van het personeel vanuit huis naar het bedrijf en weer terug. Het bedrijf is niet met openbaar vervoer bereikbaar. Het bedrijf maakt geen gebruik van geleasede producten. Dit onderdeel is daarom niet van toepassing. 3
Meest materiële scope 3 emissies De analyse van de waardeketen met betrekking tot de onderwerpen en activiteiten die voor Verheij Integrale groenzorg van toepassing zijn, hebben geleid tot het in kaart brengen van een aantal scope 3 emissies. Tabel 2: Meest materiële scope 3 emissies Scope 3 emissies Upstream CO 2-emissie per ton Rangorde op emissiegroep Elektra bij klanten 0 6 Zakelijk OV 0 6 Afvalverwerking Afvalwater Olieslib Groenafval Overig afval Puin/sloopafval Uitbestede emissie Gladheidbestrijding Loonwerk Groenwerk Kolken zuigen Transport groenafval Gegenereerd afval 577,42 0,12 1,94 312,2 14,8 248,4 Uitbestede emissies 289,57 24,6 66,5 153,8 1,2 43,47 1 2 Overig gebruik Drinkwater Ingekochte goederen en diensten 0,09 5 Papiergebruik Ingekochte goederen 0,66 4 en diensten Transport en distributie Woon-werkverkeer Woon-werkverkeer 64,0 3 Totaal 931,74 Om een idee te hebben wat het aandeel van de scope 3 emissies is in het bedrijf, zijn in tabel 3 alle CO 2-emissies per scope weergegeven. Hieruit blijkt dat brandstof (scope 1 emissie) het allergrootste aandeel heeft. Tabel 3: Overzicht CO 2-emissies per scope Scope CO 2-emissie (ton) Percentage 1 2.002,96 68% 2 2,02 0,0007% 3 931,74 32% Totaal 2.936,72 100% Vervolgens zijn de 6 meest materiële emissies gekwantificeerd met behulp van de criteria uit het GHG protocol Corporate Value Chain (Scope 3) Accounting and Reporting Standard. Tabel 4: Toelichting gebruikte criteria Criteria Omschrijving 1. Omvang Ze vormen een aanzienlijk deel van de scope 3 emissies 2. Invloed Er is reductie of beïnvloeding van de emissie mogelijk 3. Risico Ze vormen een risico m.b.t. klimaat, financieel belang, compliance 4. Stakeholders Ze zijn van kritisch belang voor belanghebbenden 5. Outsourcing Het betreft uitbesteed werk 4
Omvang Invloed Risico Stakeholders Outsourcing Eind score Rangorde Rangorde scope 3 emissies Tabel 5: Kwantificering waardeketen emissies UPSTREAM 1. Ingekochte goederen en diensten 1 3 4 4 2 14 4 2. Kapitaalgoederen 1 3 5 5 1 15 3 3. Uitbestede emissies (brandstof gerelateerd) 5 3 5 5 5 23 1 4. Transport en distributie 3 2 4 2 2 13 5 5. Gegenereerd afval 5 3 4 3 5 20 2 6. Zakentransport 0 0 7. Woon-werkverkeer 3 1 2 2 1 9 6 8. Geleaste assets 0 0 DOWNSTREAM 9. Transport en distributie - - 10. Verwerken van verkochte producten - - 11. Gebruik van verkochte producten - - 12. End-of-life behandeling verkochte producten - - 13. Geleaste assets - - 14. Franchises - - 15. Investeringen - - De scope 3 emissies zijn geïdentificeerd en op grove wijze gekwantificeerd, door bepaling van de materialiteit met behulp van de criteria uit de Corporate Value Chain (Scope 3) Accounting and Reporting Standard. In tabel 6 zijn de twee tussenrangordes aangegeven op basis van enerzijds de bepaling van materialiteit emissie (zie ook tabel 2) en anderzijds de bepaling naar aanleiding van de waardeketen (zie ook tabel 5). Uit deze twee tussenrangordes volgt de eindrangorde. Deze rangorde geeft aan voor welke emissies in scope 3 het voor de hand ligt om een reductieaanpak te ontwikkelen. Tabel 6: Rangorde scope 3 emissies Tussenrangorde Bepaling materialiteit emissie Tussenrangorde Bepaling waardeketen Eindrangorde Keuze ketenanalyse 1. Afvalverwerking Uitbesteding emissie Uitbestede emissie 2. Uitbestede emissie Gegenereerd afval Afvalverwerking 3. Woon-werkverkeer Kapitaalgoederen Kapitaalgoederen 5