N E R E D N A A L V N A L P S ID E L E DEBAT 29/11/2011 B N Synthese O O W

Vergelijkbare documenten
Inleiding tot het debat

Beleidsaanbevelingen. Wat leert ons het Grote Woononderzoek?

KRIJTLIJNEN VOOR EEN DUURZAAM WOONBELEID. Publieksmoment Woonbeleidsplan Vlaanderen 29 november 2011

Infovergadering adviesraden WOONBELEIDSPLAN WOONPLUS LWW. Wetteren 16 mei 2017

Reflecties woning / gebouwenpas. Toelichting studiemoment 18 maart 2019

WOONBELEIDSPLAN VLAANDEREN RONDETAFELS MEI 2012 SYNTHESE

Wonen in Vlaanderen. Mercedes Van Volcem Vlaams Parlementslid

WORKSHOP PRIVATE HUURMARKT. Toelichting Kenniscentrum Vlaamse Steden 23 maart 2009 Tinne op de Beeck Kabinet Karin Temmerman

Steunpunt Wonen : van onderzoeksvragen naar resultaten en beleidsimpact

WOONTAFEL WOONKWALITEIT STELLING VASTSTELLINGEN VOORSTELLEN BEMERKINGEN Instrumenten zijn niet

Lokaal woonbeleid binnenmilieubesluit

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)

Eindverslag enquête. 1. Antwoorden per stelling + quote s 2. Rangschikking van de prioriteiten 3. De respondenten 4. Conclusie

ADVIES OVER HET FONDS TER STIMULERING VAN STEDELIJKE EN PLATTELANDSINVESTERINGEN

Woonbeleid Vlaams-Brabant

Vier geslaagde praktijkvoorbeelden lokaal woonbeleid. Regionaal woonoverleg 19 maart Leiedal

Commissie Openbare Werken, Mobiliteit en Stedenbouw

Vlaamse Woonraad Werkprogramma VLAAMSE WOONRAAD. Vlaanderen is wonen. Goedgekeurd door de Vlaamse Woonraad op 20 december 2018

Maartje Baede (BeBright) Tom Hutting (Finance Ideas) 30 mei 2013

Raadsvoorstel Vaststellen 'Woonvisie Eindhoven

(Energetische) renovaties en financiering

Werkprogramma 2015 Goedgekeurd door de Vlaamse Woonraad op 29/01/2015

Provinciaal beleid woningdelen

De private huurmarkt in Vlaanderen Probleemschets en verkenning van de mogelijkheden voor een huursubsidie

Taskforce Wonen bundelt krachten voor woonnoden van kwetsbare groepen

2. Kwaliteit en veiligheid

Discussiedagen Sociale Huisvesting 2018 Synthese en reflecties. Tom Vandromme Sien Winters

Infomoment 1/3 de is de max Een ander beleid is mogelijk. Vlaams Huurdersplatform 18 februari 2014 Spreker: Geert Inslegers

MENSWAARDIG WONEN AAN DE ONDERKANT Pistes voor een toekomstig Vlaams woonbeleid

Transitie circulaire economie en stad in een ruimtelijke/stedenbouwkundige context

Staten-Generaal Opvang en Vrije tijd van schoolkinderen. Docentendag Pedagogie Jonge Kind 12 september 2014

Wonen is meer dan een huis MICHEL DEBRUYNE STUDIEDIENST BEWEGING.NET

Profielschets van de omvang en samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn leden.

Woningmarkt in kaart brengen

Profielschets van de omvang en samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn leden

Dames en heren. Dat lees ik ook in de conclusies van het boek, waarvan ik er enkele graag met u overloop:

Weg met de wachtlijst. Anouk Corèl-Platform31 Sanne van der Lelij-Gemeente Amsterdam André Ouwehand-OTB Pieter Schipper-Ymere

Het bindend sociaal objectief halen na de arresten van het Grondwettelijk Hof kansen en knelpunten. Jeroen Schreurs Tom Nulens Jeroen Van Pottelberge

Sociale huur in kleine kernen Westhoek Leader Westhoek - 18/11/ en dus geen sociale koopwoningen of doelgroepwoningen van het OCMW/gemeente.

ADVIES OVER DE BELEIDSBRIEF WONEN

ADVIES CONCEPTNOTA S RENOVATIEPREMIE VERHUURDERS, GEWAARBORGD HUREN EN GEÏNTEGREERDE PREMIES

Naar een aanbodbeleid voor de private huurmarkt

Advies. over het ontwerp van kaderdecreet Vlaamse ontwikkelingssamenwerking

Een coöperatief woonmodel

VR DOC.0775/3


Community Land Trust Gent

Maison BILOBA Huis. Basisideeën

Advies. REG stimuleren in woningen. Brussel, 19 oktober 2015

ADVIES WIJZIGING BVR SUBSIDIËRING TERREINEN WOONWAGENBEWONERS

Beleidsnota Sociale Economie 08/01/2015

Een geïntegreerd vrijetijdsbeleid: Focus op participatie van mensen in armoede CULTUURFORUM, 23 APRIL 2014

Waarom geen woningen bouwen. zoals Ecopower stroom verkoopt?

Website Tijdelijk Gebruiken Frederik Serroen 23 februari 2016

VLAAMS VRIJWILLIGERSBELEID

Naar meer dakisolatie voor sociale huurwoningen

Inspiratiedag Toegankelijke zorginfrastructuur. Inleiding van de dag. Mieke Broeders, directeur. Enter vzw, Vlaams Expertisecentrum Toegankelijkheid

Op 10 april 2015 hechtte de Vlaamse Regering haar principiële goedkeuring aan bovenvermeld programmadecreet.

SOCIALE KOOP. Dé manier om een betaalbare & kwalitatieve woning te kopen. Vereniging van Vlaamse VVH Huisvestingsmaatschappijen

Wonen in Vlaanderen Anno 2018

Schimmel en vochtproblemen bij kwetsbare groepen. Voorbeelden over hoe je bewoners kan ondersteunen en motiveren.

Politiek, burgerschap en bestuur in de stad

wonen STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN BELEIDSUITDAGING UIT HET GROTEPRIORITEITENDEBAT

ADVIES ONTWERPBESLUIT AANPASSINGSPREMIE VOOR WONINGEN

Graadnaam Medewerker woonkwaliteit Afdeling Wonen tussen zoet & zout Functienaam Medewerker woonkwaliteit Dienst - Intergemeentelijk

Bouwblokrenovatie (Dampoort)

Nummer 34. Op zoek naar betaalbare woonvormen

Kinderen en huisvesting. Kindvriendelijke woonomgevingen Kortrijk, 2 maart 2018

Visie sociaal wonen. 25 juni 2019

KoersWijzer. Woningstichting Leusden

Verordening Wonen herziening gr 9 februari 2015

Studiedag Onderzoek Ruimte Vlaanderen AUDITORIUM HADEWYCH, CONSCIENCEGEBOUW, BRUSSEL, 28/11/2013

De stad in de wijk. Wijkmanagement als instrument van lokale besturen: buitenbeentje of aanjager? Luc Dirkx en Dirk Habils

Kwalitatief en duurzaam wonen voor iedereen

Meeuwen- Gruitrode. 5 kerkdorpen inwoners aantal jongeren 0-18j: 2599 Oppervlakte: 9126 ha. oppervlakte (km2)

Waardenkader voor het lokaal bestuur Kontich

Situering en aanleiding (1)

d. Bo-Ex zal senioren niet uitsluiten van een huurverhoging

Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad, 27 september Didier Reynaert Lector sociaal werk, HoGent Gastlector kinderrechten, Odisee

ADVIES OVER HET FONDS TER STIMULERING VAN STEDELIJKE EN PLATTELANDSINVESTERINGEN

Advies 2013/10 datum 16 juli 2013 bestemmeling Mevrouw Freya Van den Bossche, Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie

Overzicht verloop. - Beleidsmatig. Voorstelling krotspot-methodiek Werkgroep Private Huurmarkt. Uitdagingen voor het beleid Woonpatrimonium Antwerpen

Uithuisplaatsing jonge kinderen in Vlaanderen

De discrepantie tussen woonwetgeving en de werking ervan

Tweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

Collectieve Renovatie - het model werkt

ALTERNATIEVENONDERZOEKSNOTA KLUISBOS

Hefbomen en instrumenten om het lokaal sociaal woonbeleid te. Studiedag 'Urgentie vraagt innovatie' - 8 mei SumResearch Urban Consultancy

STERKE STEDEN - STERKE REGIO S - STERK NEDERLAND

Meer woonkansen voor ouderen

GEMEENTE WAASMUNSTER TOEWIJZINGSREGLEMENT VOOR SOCIALE HUURWONINGEN

Collegebesluit Collegevergadering: 11 december 2018

ADVIES VOORKEURSBESLUIT KLEIN RUSLAND

Sociaal Wonen vandaag

HET GROTE WOONONDERZOEK Katrien Partyka Vlaams volksvertegenwoordiger CD&V

Duurzame ontwikkelingsdoelstellingen voor iedereen in de stad

BIJLAGE WOONLASTENAKKOORD: WOONLASTENAGENDA

Transcriptie:

DEBAT 29/11/2011 Synthese WOONBELEIDSPLAN VLAANDEREN

1 Inleiding Het tweede deel van het publieksmoment Woonbeleidsplan Vlaanderen op 29 november 2011 bestond uit een debat met het middenveld, onder de vorm van parallelle, thematische workshops. Volgende onderwerpen werden behandeld, telkens ingeleid door een expert terzake 1 : 1. Hoe omgaan met een wereld van immigratie? 2. Past het woningenbestand bij de demografische behoefte? Focus op onderbezetting 3. Hoe energiezuinig wonen bevorderen? 4. Nood aan bestuurlijke vernieuwing binnen het woonbeleid? 5. Het recht op wonen boven alles? 6. En de prijzen zullen ze verder stijgen? 7. Hoe kunnen de uitdagingen inzake wonen ruimtelijk worden opgevangen? Na de uiteenzetting van de inleider werd in de meeste groepen de deelnemers gelegenheid geboden om vragen te stellen. Dit bepaalde dan ook deels het verdere verloop van de workshop. Soms waren de vragen erg talrijk, waardoor minder tijd overbleef voor de vertaling naar het toekomstige woonbeleid of het debat ten gronde; soms werd het debat gevoerd aan de hand van de gestelde vragen. Voor de synthese van dit debat wordt teruggekoppeld naar de debatnota 2, die een overzicht maakte van de belangrijke vragen voor het toekomstig woonbeleid in Vlaanderen en dus een leidraad vormt voor de debatfase. Natuurlijk werden tijdens deze namiddag niet alle vragen behandeld. De workshops werden immers thematisch opgevat en niet zozeer vanuit de debatnota. Evenmin werd een sluitend antwoord gevonden op de aan bod gekomen vragen, maar werden vaak wel een aantal inzichten en denkpistes duidelijk. Het debat met het middenveld wordt nog verdergezet in de volgende maanden. Hieronder wordt per dimensie van duurzaam woonbeleid, zoals de debatnota is opgebouwd, een overzicht gemaakt van aan bod gekomen onderwerpen / grote lijnen / conclusies. 1 Alle presentaties en voorbereidingen zijn te consulteren op www.bouwenenwonen.be 2 Afdeling Woonbeleid (2011), Debatnota Woonbeleidsplan Vlaanderen, te consulteren op www.bouwenenwonen.be

2 Sociaal Recht op wonen Het afdwingbaar recht op wonen, zoals in de buitenlandse voorbeelden, wordt door de deelnemers niet negatief onthaald. De discussie werd voornamelijk gevoerd over de randvoorwaarden. Een essentiële keuze, die politiek is, betreft de doelgroep van het recht op wonen. Op wie wil men zich richten met dergelijk afdwingbaar recht: beperkt men zich tot de dak- en thuislozen, of wordt dit ruimer ingevuld? Er wordt gewaarschuwd voor een mogelijk conflict tussen het recht op wonen en de woningkwaliteitsbewaking. Bij gebrek aan herhuisvestingsmogelijkheden kunnen bewoners na een onbewoonbaarverklaring in een erg precaire situatie terechtkomen. Daarnaast kunnen de kwaliteitsnormen verhinderen dat woningen op de (huur)markt komen, ook in geval van kleine inbreuken. Er wordt hierbij gewezen op de belangrijke rol die de gemeente kan opnemen inzake preventie en bemiddeling tussen huurder en verhuurder. Via welk aanbod willen we recht op wonen realiseren? Vanuit de sociale huisvestingssector werd erop gewezen dat de druk op de sociale huisvesting nu reeds groot is en dat de beschikbare budgetten weinig marge toelaten voor het opvangen van nieuwe doelgroepen. Bovendien wordt de vraag gesteld of de huidige normering de sociale huisvesting wel toelaat om het juiste aanbod te voorzien voor deze doelgroep. Anderzijds werd gerepliceerd dat de sociale sector net gemobiliseerd zou kunnen worden om een rol te spelen in dit recht op wonen en zo extra budgetten en marge zou kunnen verkrijgen. Het afdwingbaar recht op wonen zou kunnen zorgen voor druk om de nodige dynamiek in de sociale huisvesting te creëren. Het is duidelijk dat hoe dan ook gezocht zal moeten worden naar nieuwe normen en creatieve vormen om deze doelgroep te benaderen. Een kritische succesfactor voor dit afdwingbaar recht op wonen is alleszins een sterke koppeling met welzijn. De ervaring van de SVK s, waar woonbehoeftigheid de toegang bepaalt, leert dat begeleiding van de precaire doelgroep al bij al beperkt blijft. Er blijven lacunes bij begeleiding van huurders, ondanks samenwerkingen tussen organisaties. Sociaal wonen Er bestaat eensgezindheid dat het aanbod aan sociale woningen niet volstaat. Vooral in de steden kan de grote en groeiende vraag niet beantwoord worden. Het is bovendien net in de steden dat het aanbod slechts beperkt wordt uitgebreid. Dit is een beleidskeuze, die ook is bevestigd door het sociaal objectief van het decreet Grond en Panden. Meerdere deelnemers stellen dat het huidige sociaal woonbeleid de verkeerde focus legt. Taal en inburgering worden als voorwaarde gesteld, en zo boven het recht op wonen geplaatst. Bovendien blijkt dat dit de echte problemen niet heeft kunnen oplossen, de kwaliteit van het samenleven en de sociale cohesie zijn er niet mee verbeterd. Er wordt dan ook gepleit voor een andere aanpak, en meer begeleiding en ondersteuning van zittende huurders. Dit kan worden gerealiseerd door meer samenwerking tussen wonen en integratie. De steden worden specifiek geconfronteerd met een grote instroom door migratie. Om de juiste antwoorden te formuleren op de vele uitdagingen inzake stedelijk wonen, beschikken we over onvoldoende inzicht in de woonsituatie en woonbehoeften van migranten. 3 Economisch In meerdere groepen werd gewezen op de ongelijke verdeling van middelen over de sectoren van de woningmarkt. De problematiek op de private huurmarkt is mede het gevolg van de sterke verankering en institutionalisering van eigendomsverwerving. Een belangrijke vraag is hoe we kunnen ingrijpen op de private huurmarkt. Meerdere opties zijn mogelijk, zoals een aanbodbeleid, grotere rol van lokale besturen als verhuurder, meer fiscale stimuli,, maar dit is in de eerste plaats een politieke keuze.

De overheid kan ingrijpen op de woningmarkt door middel van vraag- of aanbodondersteuning. Het ondersteunen van de vraag heeft vaak een prijsopdrijvend effect op korte termijn, maar niet noodzakelijk op langere termijn. Afstemming van vraag (demografie) en aanbod Er wordt op gewezen dat de overheid op dit moment in feite een dubbel beleid voert: tegelijkertijd wil men residentiële mobiliteit, in het bijzonder bij ouderen, aanmoedigen én levenslang wonen ondersteunen. De ervaring van sommige deelnemers leert dat de verhuisbereidheid groter is bij de jongere senioren (50-65- jarigen, de zgn. medioren) dan bij 65-plussers. Men merkt dan ook twee tendenzen tegelijkertijd: medioren zoeken naar kleinere appartementen, als alternatief voor de grote gezinswoning, en senioren willen de huidige woning niet meer verlaten. Het is duidelijk dat, om een efficiëntere afstemming tussen vraag en aanbod, en dus meer woonmobiliteit, te bekomen, een mentaliteitswijziging nodig is. En dit niet enkel bij de burgers, maar evenzeer, en wellicht eerst nog bij lokale overheden, architecten, ontwerpers, etc. Daartoe wordt gepleit voor experimenteerruimte, discussiefora, delen van kennis en ervaring, modelwoningen, woonwandelingen, etc. De deelnemers kaarten het probleem aan dat momenteel nieuwe, creatieve ideeën vaak botsen met de regelgeving. Daarop wordt gerepliceerd dat men het induceren van een mentaliteitswijziging niet bij voorbaat mag afblokken omdat er geen aangepaste regelgeving is. Als er een draagvlak ontstaat, is het ook makkelijker om het beleid te overtuigen om de wetgeving te versoepelen. 4 Ecologisch Algemeen Dat de sociale woningen een voorbeeldfunctie dienen te vervullen, wordt door de deelnemers onderschreven, maar de vraag is wel hoe ver deze moet reiken? Hierover bestaat geen eensgezindheid. Er wordt een pleidooi gehouden voor meer structurele samenwerking tussen actoren en overheden, meer afstemming en feedback, communicatie van goede voorbeelden, afstemming van initiatieven, etc. Een belangrijke rol inzake communicatie wordt toegedicht aan Wonen-Vlaanderen en aan de provincies. Ook is er vraag naar meer investering in vorming en advies. Een slooppremie wordt opgeworpen als interessant instrument om nieuwe projecten en nieuwe woningen te stimuleren. Premies Het huidige premiestelsel is niet doelmatig. Er bestaat onder de deelnemers een draagvlak voor een meer sociale en doelmatige inzet van premies en fiscale instrumenten. Er wordt gepleit voor een doelgroepenbenadering om de zwakste doelgroep te bereiken (via de afbakening van soort werken en inkomensgrenzen), een sectorenbenadering en trajectbegeleiding voor kansengroepen. Ook de klantgerichtheid van het premiestelsel kan beter, vereenvoudiging en meer transparantie is meer dan welkom. Private huur De uitdagingen inzake energie-efficiëntie zijn groot in de private huursector. Er moet worden nagedacht over een strategie om eigenaar-verhuurders te motiveren om te investeren in de (energie-efficiëntie van de) woning. Andere genoemde pistes voor de private huurmarkt: het vergroten van de slagkracht van de SVK s, het conformiteitsattest als kwaliteitslabel (maar opletten voor mogelijke perverse effecten). Lokalisatie en woningtypologie Er bestaat weinig enthousiasme van een diversificatie van overheidssteun naargelang de locatie van de woning. Dit is moeilijk uit te werken in de praktijk, welke criteria zal men bijvoorbeeld hanteren? Bovendien riskeert men zo locaties te creëren die enkel nog in aanmerking komen voor the happy few. Een betere strategie zou zijn om positief te discrimineren in geval van bepaalde initiatieven of een expertisecentrum op te richten.

De lokale overheden spelen hierin tevens een cruciale rol. Een aantal thema s moeten dringend op de lokale agenda komen: inbreiding, kernversterking, halt toeroepen aan het aansnijden van woonuitbreidingsgebieden, etc. Ook moet meer aandacht gaan naar de (her)indeling van bestaande grote woningen, vormen van gemeenschappelijk wonen en het voorzien van aangepaste regelgeving. 5 Ruimtelijk De deelnemers hechten veel belang aan de noodzaak van een mentaliteitswijziging. We mogen in de toekomst niet méér ruimte gaan gebruiken, maar de beschikbare ruimte functioneel, creatief en vooral leefbaar hergebruiken. Er zijn heel wat mogelijkheden beschikbaar m.b.t. hergebruik van gronden en panden. In de toekomst zal ingezet moeten worden op herverkaveling, een territoriaal gedifferentieerd beleid, fiscale instrumenten, aangepast instrumentarium, etc. Het lokale woonoverleg beperkt zich nu al te vaak tot de sociale woonprogrammatie. Dit moet breder, ook betrokkenheid van de private actoren en meer samenwerking met ruimtelijke ordening. Er wordt een oproep gedaan naar goede voorbeelden, er is nood aan overleg, coherentie, samenwerking en afstemming. We moeten anders gaan denken over woondensiteit, maar dit zal een sterke mentaliteitswijziging vergen. Dit dient gepaard te gaan met een ruimtelijk gedifferentieerde aanpak, zowel wat betreft densiteit als wat betreft aanbod. In geval van hogere woondichtheden wordt gesteld dat een leefkwaliteitsplan misschien meer aangewezen wordt dan een woonbeleidsplan? De huidige instrumenten zijn verschillend voor publieke en private actoren. De vraag wordt gesteld of instrumenten wel actorafhankelijk dienen te zijn. De overheid kan de vele uitdagingen niet alleen aan, de privésector zal een belangrijke rol moeten spelen. Daarom is er nood aan partnershipmodellen en een betere afstemming tussen het beleid, de aanbieders en de markt. De bestaande instrumenten zijn te sterk gericht op de individuele woning. We hebben echter nood aan collectieve instrumenten die een bouwblokgewijze aanpak mogelijk maken. Er wordt gepleit voor schaalgrootte, gezien de grote uitdagingen voor het bestaande en toekomstige woonpatrimonium. Tot slot wordt de nood uitgesproken om stedelijke woontypologieën uit te denken in alle segmenten van de woningmarkt, die zich situeren tussen de grondgebonden woning en hoogbouw. 6 Bestuurlijk Bestuurlijke vernieuwing De deelnemers verkiezen een volwaardig experimenteerplatform, naar Nederlands voorbeeld, boven adhocexperimenten zoals ze nu reeds sporadisch plaatsvinden (vb. wonen-welzijn). Dergelijk platform laat toe een netwerk uit te bouwen en kennis te verzamelen en over te dragen. De koppeling met een kenniscentrum is dan ook wenselijk. Het platform moet onafhankelijk zijn, maar toch een verbinding met het beleid hebben. 7 Algemeen Een pleidooi dat in vrijwel alle discussies naar boven kwam, betreft meer kennisdeling en samenwerking en ruimte voor creativiteit en experimenteren. Eveneens is men het erover eens dat een aantal mentaliteitswijzigingen zich op dringen. Dit kwam aan bod in verschillende workshops. Zo zal anders gedacht moeten worden over woontypologieën en dichtheden, in het licht van de ecologische en ruimtelijke uitdagingen over het gebruik en de invulling van de ruimte. En dit zowel bij burgers als bij overheden en ontwerpers. Tot slot zijn Vlamingen sterk gehecht aan de eigen woning, die dezelfde blijft gedurende de hele levensloop. Ook dit lijkt onhoudbaar in het licht van de toekomstige uitdagingen.

Ten slotte werd door velen de vrees uitgedrukt dat de regelgeving verandering en vernieuwing in de weg staat. Anderen opperden dan weer dat dit niet mag beletten het draagvlak te creëren voor vernieuwing, en zo het beleid onder druk te zetten om de regelgeving te wijzigen.