Gevoeligheidsanalyse afschaffen accijnsvoordeel 'rode diesel' Utrecht, 26 juni 2013 GI32/001c.docx

Vergelijkbare documenten
1 2 iov /46/A.9,W Sinnema H. (050)

Methodiek voor het volgen van de kostenontwikkelingen in het openbaar vervoer. Onderdeel: reizigersopbrengsten

Reisproduct Modaliteit Prijs Periode Beschrijving

Actualisatie LBI en LTI. Kostenaandelen op basis van 2012

Bijlage 10.4 Toelichting nieuwe systematiek gebruiksvergoeding

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

GS brief aan Provinciale Staten

GS brief aan Provinciale Staten

Uitvoeringsregels (bijlage 1 van het LTK)

Gemeenschappelijk Statement ROCOV s (GSR) Advies tarieven Regio Oost 2017

Evaluatieonderzoek VOC-gemeenten Kosten, Opbrengsten en Kostendekkingsgraad

Tarievenhuis Oost Nederland

Plesmanweg1-6 Postbus Telefoon (070) JG DEN HAAG 2500 EX DEN HAAG Telefax (070)

OV-chipkaart maakt reizen duurder!

Wij verzoeken u in te stemmen met de voorgestelde tarieven en producten.

NS Reizigers. Aan de vertegenwoordigers van consumentenorganisaties in het LOCOV. Geachte dames en heren,

ROCOV Gelderland. Ben Mouw Voorzitter

2 S NOV Leeswijzer In deze brief gaan wij achtereenvolgens in op: o Rode Diesel o Voortzetting groei op het spoor e Volle treinen o Financiën

P r o v i n c i e F l e v o l a n d

Mededeling. Onderwerp Schriftelijke mededeling over Tarievenhuis OV Oost

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1

5.1.2 Woonlasten (lokale lastendruk)

Uitvoeringsregels (bijlage 1 van het LTK)

Methodiek voor het volgen van de kostenontwikkelingen in het openbaar vervoer. Update 2012

Tarieven voor het openbaar vervoer Portefeuillehouder: Pieter Litjens Ambtelijk: afdelingshoofd OV Nico van Paridon

Betreft: Schriftelijke vragen GemeenteBelangen Eemsmond aan het college inzake invoering OV chipkaart

Tariefplan OV-chipkaart, provincie Gelderland. 22 oktober 2009

On-line versie IROKO Rekenmodel Participatiebudget: maak uw eigen Wat als analyses

Verduurzaming Spoornetwerk Noord Nederland

Bijlage 2 bij Raadsvoorstel nr. HVE (Verkeersproblematiek Maastrichterlaan/Randweg Noord)

Wijziging Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer

(voorstel) ,75 114,35 115,5 120,25 121,20

Inhoudsopgave. 1. Aanleiding. 2. Reismogelijkheden. 3. Huidige markt. 4. Mogelijke groei. 5. Infrastructuurgevolgen. 6. Conclusies

SP-voorstel fiscale behandeling eigen woning

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. 'PS/-2X>!^/^2>0 1 4 NOV Routing

Toelichting begroting 2014

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Wijziging Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer

Met deze brief reageert het ROL op het voorstel van Arriva voor de tarieven 2019.

Jade Beheer B.V. 4.A1 Ketenanalyse scope III

Afschrift aan: Provincie Limburg, ROL Bijlagen:

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. G. Wenneker (D66) (d.d. 3 oktober 2007) Nummer Onderwerp Tarieven OV-chipkaart

Van zes naar negen. Het effect van de voorgenomen btw-verhoging op inkoopkosten in de zorgsector. Augustus 2018 Intrakoop. i.s.m.

CO2-prestatieladder Periodieke voortgangsrapportage 1e helft 2014

Op grond van de Wet Personenvervoer (Wp 2000), artikel 32, lid 2 sub d:

Roo, Marijke de. Werkgroep Spoor in Friesland Verzonden: vrijdag 13 maart :02 Aan: Van:

Energiegebruik van de Nederlandse spoorsector

Vertragingskosten Spoorvervoer

Overzicht kostenontwikkelingen taxi vervoer 2014

Afschrift aan: Provincie Gelderland, Stadsregio Arnhem - Nijmegen Bijlagen: -

OV-chipkaartmonitoring in de duale fase

: Aanvullend voorstel voor voorjaarsnota 2006 en kadernota 2007

Uitvoeringsregels (bijlage 1 van het LTK)

Resultaten onderzoek kostenneutraliteit provincie Zeeland

RAMINGSTOELICHTINGEN. Toelichting op de ramingen van de budgettaire effecten van de maatregelen in de nota van wijziging bij het Belastingplan 2018.

Actualisatie berekening basismobiliteit regio Achterhoek. Rapport

Resultaten onderzoek kostenneutraliteit Stadsregio Arnhem Nijmegen

Huurinkomsten van corporaties, De gevolgen van het regeerakkoord

Versie 13 november 2018

Methodiek voor de analyse van het economisch evenwicht van een concessie voor openbaar personenvervoer per spoor

Regionaal Overleg Consumentenbelangen Openbaar Vervoer in Overijssel

Tariefplan 2017 Voorne Putten & Rozenburg, Parkshuttle

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

GJ/C10748/2014/0147. Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Sociaal Fonds Taxi. Zoetermeer, november 2014

Tarieven Keolis per 1 januari 2019

Dit document beschrijft het voorgenomen Tariefplan 2017 voor de concessie Haaglanden streek.

gemeente Eindhoven GroenLinks is geschrokken van de flinke tariefverhogingen sinds de invoering van de OV-chipkaart in Brabant voor de Eindhovenaren.

Regionaal Overleg Consumentenbelangen Openbaar Vervoer in Overijssel

OV-Klantenbarometer 2017

Provincie Noord-Brabant Normatieve opbrengsttoedeling nieuwe OV-concessies

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA Den Haag

Vragen van de heer J.H. Leever (ONH), inzake kosten HOV Huizen Hilversum en reizigersaantallen OV Gooi en Vechtstreek.

Raadsvoorstel. Nummer 177 Dienst Dienst Ruimte, Wonen en Economie Datum 31 mei 2001 Betreft Aanbesteding Meertaxi geen. Bijlage(n) Samenvatting

Samenvatting Samenvatting

Bijlage 2: gevolgen verhoging energiebelasting op aardgas in de eerste schijf met 25%

Hierbij beantwoord ik vragen van het lid Bruins (ChristenUnie) over de intercity Dordrecht-Breda. Deze vragen zijn ingezonden op 9 maart 2016.

Tarieven van losse kaartjes op de bus

Structuur treingebruik Nederland Deelonderzoek voor de scenario s over de ordening van het spoor

algemeen bestuur 5 februari 2014

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zuidervliet Wateradvies Goudseweg 52, 2821BG Stolwijk Tel

MFC Heerewaarden Investering en exploitatiekosten Datum: 27 mei 2014 Opdrachtgever: Gemeente Maasdriel Auteur: Wendie Hardeman en Edwin van de Voort

Verder bent u bereid een structureel bedrag beschikbaar ,- (ƒ ,-) beschikbaar om de exploitatie voor meerdere jaren veilig te stellen.

Verwerking wet Verlenging Loondoorbetaling bij Ziekte in CEP 2004

CO 2 - E M I S S I E C I J F E R S O P E N B A A R V E R V O E R

Effecten van Mobility Mixx voor de BV Nederland

Onderwerp : Voorstel tot vaststelling van de tarieven ozb 2005

Raadsbesluit. Heemstede. Raadsvergadering: 8 en 9 november ONDERWERP Eerste begrotingswijziging 2019

Provinciale Staten VOORBLAD

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

OV-Klantenbarometer 2017

Liberalisering spoorvervoer

Bijlage 1: bouwstenennotitie schenk- en erfbelasting

Tarieven per 1 juli en 1 augustus 2018

Energie Management Actieplan

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Portefeuillehouder Openbaar Vervoer Lars Jansen

TARIEFSTRUCTUUR en TARIEFVRIJHEID

Op-/aanmerkingen Evaluatie accijnsverhoging op diesel en LPG en Bijlage, d.d

Transcriptie:

Gevoeligheidsanalyse afschaffen accijnsvoordeel 'rode diesel' Utrecht, 26 juni 2013 GI32/001c.docx

Inhoud 1 Opdracht en werkwijze 3 1.1 Opdracht 3 1.2 Werkwijze 3 2 Uitkomsten analyse 5 2.1 Scope 5 2.2 Afschaffen accijnsvoordeel rode diesel 5 2.3 Verhoging gebruiksvergoeding 9

1 Opdracht en werkwijze 1.1 Opdracht Binnen de spoorsector is ca. 68% van de lijnen die door regionale vervoerders geëxploiteerd wordt niet geëlektrificeerd 1. Op deze lijnen wordt met dieseltreinen gereden. Als onderdeel van het Lenteakkoord van 25 mei 2012 is de fiscale vrijstelling op rode diesel per 1 januari 2013 afgeschaft. Hierdoor zijn de brandstofkosten voor de regionale vervoerders gestegen. De vervoerders hebben aangegeven de dieseltreinen te willen vergroenen. Dit, voor de verbetering van het milieu en om de kostenstijgingen door de hogere brandstofkosten terug te kunnen draaien. In het regeerakkoord van het kabinet Rutte I staat dat de gebruiksvergoeding die aan alle vervoerders in rekening wordt gebracht voor het gebruik van de railinfrastructuur met ingang van 2015 met in totaal 50 mln. verhoogd moet worden. Conform de afspraak uit het BO Noord-Nederland van najaar 2012 wordt hieronder gerapporteerd over een nader onderzoek naar de consequenties van de afschaffing van de rode diesel en de verhoging van de gebruiksvergoeding voor het regionale spoorvervoer. AEF is gevraagd om dit aanvullende onderzoek uit te voeren. Het onderzoek dient zichtbaar te maken: welk effect afschaffing van de fiscale vrijstelling heeft op de kostenstructuur van de regionale vervoerders wat het effect is van het doorberekenen van de hogere kosten voor rode diesel in de tarieven, waarbij rekening wordt gehouden met: welk deel van de kaartomzet beïnvloedbaar is door de regionale vervoerders op welke wijze eventuele prijsverhogingen van de NS doorwerken in de omzet van de regionale vervoerders wat de mogelijke vraaguitval en de bijhorende omzetderving is bij: verhoging van de tarieven door de regionale vervoerder beperking van het voorzieningenniveau. 1.2 Werkwijze Om de effecten te analyseren zijn gegevens opgevraagd bij drie regionale vervoerders: Arriva, Veolia en Syntus. De verzamelde gegevens betroffen: de opbouw van de kaartomzet en bijdrage uit de BDU (Brede Doel Uitkering) of andere bijdragen van derden de volumes in treindienstkilometers en stelkilometers. Met name deze laatste zijn bepalend voor het brandstofverbruik. De gegevens zijn per vervoerder uitgesplitst naar verschillende contracten en naar treintype (diesel versus elektra). Daarnaast is op grond van een steekproef inzicht verkregen in het brandstofverbruik van dieseltreinen, en in het aandeel van de brandstofprijzen in de exploitatiekosten. 1 Uitgedrukt in een percentage dienstregelingkilometers voor 2013 (opgave vervoerders) GI32/001c.docx 3

De gegevens zijn verwerkt in een rekenmodel waarmee de kostenstijging wordt doorgerekend in de benodigde tariefstijging. In het model is tevens het effect van de verhoogde gebruiksvergoeding doorgerekend. Een eerste proeve van het rekenmodel is voorgelegd aan Arriva en aan de opdrachtgever. In dit rapport worden de uitkomsten van de gevoeligheidsanalyse toegelicht. GI32/001c.docx 4

2 Uitkomsten analyse 2.1 Scope De berekeningen hebben betrekking op de lijnen die door de regionale vervoerders geëxploiteerd worden. Voor de effecten van de accijns op rode diesel wordt gekeken naar de diesellijnen, voor de effecten van een verhoogde gebruiksvergoeding ook de elektralijnen. De regionale (diesel)lijnen die door de NS geëxploiteerd worden maken slechts een fractie uit van het totaal aantal lijnen dat NS exploiteert. Daarom is ervoor gekozen de lijnen van de NS niet in dit onderzoek mee te nemen. Insteek van de analyse is de vraag of de lastenverzwaring via tariefsverhoging kan worden gecompenseerd. Doorgaans is de vervoerder zelf opbrengstverantwoordelijk. De meeropbrengsten kan hij dus direct inzetten om de extra lasten te dekken. In een enkel geval (bij de Vechtdallijnen) is niet de vervoerder, maar de concessiehouder opbrengstverantwoordelijk. Dit betekent dat de (meer)opbrengsten uit kaartverkoop toevloeien naar de opdrachtgever. De opdrachtgever stelt op basis van een verantwoording door de [vervoerder] een subsidie vast op basis van het aantal dienstregelingsuren. Het is de bedoeling een reële prijs per eenheid te bieden. 2 Dit betekent dat de meeropbrengst van een tariefsverhoging niet direct bij de vervoerder terecht komt. Naar verwachting zullen vervoerder en concessieverlener evenwel bij het vaststellen van de subsidie, gezamenlijk een oplossing zoeken om de verhoogde lasten van de dieselaccijns te dekken. Daarom worden de Vechtdallijnen in dit onderzoek meegenomen, ongeacht de specifieke invulling die is gegeven aan de opbrengstverantwoordelijkheid. 2.2 Afschaffen accijnsvoordeel rode diesel Het rekenmodel bestaat uit enkele stappen 1) De berekening van de lastenverhoging op basis van stelkilometers per lijn 2) Het vaststellen van de geprognotiseerde omzet per kaartsoort 2013 3) Bepalen van benodigde tariefsverhoging op het deel van de kaartomzet waar de vervoerders/opdrachtgevers zelf de tarieven kunnen beïnvloeden 4) Het schatten van de omzetderving als gevolg van vraaguitval op basis van veronderstelde prijselasticiteit. Input Bij de geprognotiseerde omzet van 2013 moet rekening worden gehouden met de verwachting dat in de loop van de tijd meer reizigers zullen overstappen op OV-Chip. Hierdoor verschuift de verhouding tussen de omzetten op de verschillende kaartsoorten. Dit is van belang voor de analyse omdat de regionale vervoerders/opdrachtgevers op de tarieven van de OV-Chip wel invloed hebben; bij de overige kaartsoorten niet. De verschuiving van het gebruik van NS-kaarten naar OV-Chipkaart is op basis van opgave van de sector geschat op 15% van de NS-kaartomzet 2012. 2 Aanbesteding Vechtdallijnen, Programma van eisen, januari 2010 GI32/001c.docx 5

Voor het brandstofverbruik van dieseltreinen wordt op basis van een steekproefanalyse van het brandstofverbruik op de Noordelijke lijnen, een verhouding aangenomen van 1 liter per 1 stelkilometer. Het afschaffen van het accijnsvoordeel voor rode diesel (exclusief btw) bedraagt 18,14 cent per liter. Daarnaast is per 1 januari ook de regeling met betrekking tot de teruggave van de REB (regulerende energie belasting) komen te vervallen: 3,37 cent per liter. Samen betekent dit een kostprijsverhoging van 21,51 cent per liter diesel. De prijselasticiteit drukt uit met welke factor een tariefswijziging effect heeft op de vraag. In het algemeen geldt dat de elasticiteit bij treinreizigers in de daluren ( lustreizigers ) groter is dan in de spits. Onderstaande tabel toont de uitkomsten van verschillende onderzoeken en de daarop gebaseerde mediaan die als input dient voor het berekenen van de vraaguitval. Tabel 1Prijselasticiteiten personenvervoer trein PLB2010 3 NMA 4 mediaan spits -0,25-0,68-0,465 dal -0,7-1,37-1,035 De verhouding tussen spits- en dalreizen is per lijn verschillend. Voor de afzonderlijke regionale lijnen is de verhouding bekend 5. Gemiddeld (exclusief NS-lijnen) is het percentage Reizen per werkdag in de spits 38%. Het aandeel reizigerskilometers in de spits is 34%. Voor de verschillende lijnen levert dit een gewogen gemiddelde elasticiteit op variërend van -0,8 tot -1. Dit betekent dat extra omzet van een tariefsverhoging bijna geheel teniet wordt gedaan door de omzetderving als gevolg van vraaguitval. Bij een elasticiteit van -1 is de vraaguitval omgekeerd even groot als de tariefstijging; de extra omzet wordt dan geheel teniet gedaan door de omzetderving. Het effect van tariefstijging is dan alleen dat minder reizigers zorgen voor dezelfde omzet in euro s. Uitkomsten Stap 1: de lastenverhoging voor de diesellijnen van de verschillende vervoerders is gelijk aan de kostprijsverhoging per liter vermenigvuldigd met het aantal stelkilometers per lijn. Stap 2: de omzet per kaartsoort 2013 is door de vervoerder gegeven of berekend op basis van de omzet 2012, rekening houdend met de verwachte toename van de OV-Chipkaart ten opzichte van de papieren (NS-)kaarten. Stap3: de lastenverhoging is uitgedrukt in een percentage van het deel van de kaartomzet via de OV-Chipkaart. Dit deel van de omzet is immers door vervoerders/opdrachtgevers zelf te beïnvloeden, terwijl de overige inkomsten (bijdragen uit de BDU, toegerekende kaartomzet van de NS en van de OV-Studentenkaart) dat niet zijn. Het percentage drukt de tariefsverhoging uit die nodig is om de lastenverhoging te dekken. 3 Effecten van prijsbeleid in verkeer en vervoer, kennisoverzicht, Planbureau voor de leefomgeving, mei 2010 4 NMa Marktscan Personenvervoer per spoor, Nederlandse Mededingingsautoriteit, september 2011 5 Quickscan van de marktontwikkelingen in het personenvervoer op decentrale lijnen, Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid, 2008 GI32/001c.docx 6

Stap4: de tariefsverhoging op de OV-Chipkaart, in combinatie met de bijbehorende omzet en de elasticiteit per lijn, levert een prognose op van de mogelijke omzetderving als gevolg van de tariefsverhoging. Per saldo leidt dit tot een dekkingspercentage van de oorspronkelijke lastenverhoging. Variant A: tariefsverhoging is gelijk aan lastenverhoging De uitkomst van stap 3 is de basis voor de tariefsverhoging. Met de tariefsverhoging zou de extra omzet op de OV-Chipkaart de lastenverzwaring als gevolg van het afschaffen van het accijnsvoordeel 1 op 1 compenseren. Onderstaande tabel toont de uitkomsten in cijfers (bedragen x 1.000,- euro). Tabel 2Uitkomsten afschaffing accijnsvoordeel rode diesel diesellijnen vervoerder lastenverhoging tariefsverh. omzetderving dekking Noordelijke lijnen Arriva 1.487 13% 1.278 14% Achterhoek Arriva 775 14% 629 19% Vechtdal ALMA Syntus 64 12% 55 15% Overijssel ZHO Syntus 270 18% 218 19% Maaslijn Veolia 511 18% 451 12% totaal 3.107 14% 2.631 15% Uit de tabel is per diesellijn de lastenverhoging en de bijbehorende benodigde tariefstijging af te lezen. Ook is de uitkomst van stap 4 per lijn opgenomen. De kolom omzetderving laat zien dat als gevolg van de tariefstijging, op grond van de elasticiteit per lijn, vraaguitval optreedt. De omzetderving leidt ertoe dat de dekking van de lastenverhoging niet 100% is maar een stuk lager uitkomt. Van de totale lastenverhoging van 3,1 mln wordt per saldo 15% gedekt door het verhogen van de tarieven. Er blijft een tekort van 2,6 mln; het bedrag gelijk aan de omzetderving. Deze uitkomsten in de tabel zijn exclusief de lastenverhoging als gevolg van de vervallen regeling teruggave REB. De totale lastenverhoging zou daarmee op 3,7 mln uitkomen en de benodigde tariefsverhoging op gemiddeld 17%. Het percentage dekking blijft gelijk; het tekort als gevolg van omzetderving bedraagt 3,1 mln. De verschillen in uiteindelijke dekking per lijn worden veroorzaakt door verschillende verhoudingen tussen spits en dalreizen per lijn. Zo hebben de lijnen Zutphen-Hengelo- Oldenzaal en de lijnen in de Achterhoek een relatief groot aandeel spitsreizigers en daardoor minder omzetderving. De vraaguitval is hierboven uitgedrukt in omzetderving. Vraaguitval betekent dat mensen minder met de trein reizen. Om daarvan een beeld te krijgen kan de vraaguitval ook worden uitgedrukt in de reductie van het aantal treinreizen. De tariefsverhoging heeft alleen betrekking op de OV-Chip-reizigers, dus in dat segment vindt ook de vraaguitval plaats. Het aantal reizen per werkdag op de bovenstaande lijnen bedraagt circa 85.000 1, waarvan naar schatting 13.000 door OV-Chip-reizigers. Het percentage vraaguitval op de OV-Chipreizigers bedraagt 12% (14% inclusief REB), ofwel circa 1.500 reizen (respectievelijk 1.900). GI32/001c.docx 7

Variant B: tariefsverhoging maal factor x Om op voorhand rekening te houden met de verwachte vraaguitval zou de tariefstijging met een bepaalde factor kunnen worden verhoogd. Daarmee wordt de extra omzet groter. Ook de omzetderving neemt toe, maar bij een prijselasticiteit kleiner dan -1 zal de vraaguitval minder zijn dan de extra omzet. Wanneer de tariefstijging uit variant A met een factor 2 wordt verhoogd, zal de dekking van de lastenverhoging toenemen. De uitkomsten van het model zijn dan als volgt (bedragen x 1.000,- euro). Tabel 3Uitkomsten afschaffing accijnsvoordeel rode diesel bij tariefsverhoging met factor 2 diesellijnen vervoerder lastenverhoging tariefsverh. omzetderving dekking Noordelijke lijnen Arriva 1.487 25% 2.556 28% Achterhoek Arriva 775 28% 1.258 38% Vechtdal ALMA Syntus 64 25% 109 29% Overijssel ZHO Syntus 270 37% 436 39% Maaslijn Veolia 511 37% 902 23% Totaal 3.107 28% 5.261 31% Van de totale lastenverhoging van 3,1 mln wordt 31% gedekt door het verhogen van de tarieven. Er blijft een tekort van 2,1 mln Als de lastenverhoging als gevolg van de vervallen regeling teruggave REB wordt meegerekend (totale lastenverhoging 3,7 mln), zou de tariefsverhoging in deze variant op 34% uitkomen; de omzetderving bedraagt dan 6,2 mln. Het percentage dekking blijft gelijk; per saldo resteert een tekort van 2,6 mln. Het percentage vraaguitval op de OV-Chip-reizigers bedraagt 24% (28% inclusief REB), ofwel 3.200 reizen (respectievelijk 3.800). Variant C: aanpassen voorzieningenniveau Als alternatief voor het verhogen van de tarieven is gekeken naar de mogelijkheden om te schrappen in de dienstregeling. Voor de Noordelijke lijnen is een exercitie gedaan waarbij op niveau van de individuele treindiensten is gekeken waar ruimte zit ten opzichte van het minimale voorziening-niveau uit de concessie. De uitkomsten zijn hieronder samengevat. Tabel 4Doorrekening schrappen voorziening-niveau Noordelijke lijnen Km per jaar Kosten per km Euro per jaar (x 1.000) Besparing kms 144.436 3,50 1.765 Besparing machinisten 0,64 325 Totaal besparing exploitatie 4,14 2.090 Derving opbrengsten 379 Totaal effect maatregelen 1.711 Om de lastenverhoging, inclusief REB, volledig te compenseren dienen 144.436 dienstregeling-kilometers te worden geschrapt. Dit heeft effect op 15 verschillende diensten waarbij treinen buiten de spits vervallen. GI32/001c.docx 8

2.3 Verhoging gebruiksvergoeding De gebruiksvergoeding wordt in rekening gebracht door middel van een tarief per dienst. Prorail heeft een fictieve doorrekening gemaakt van de nieuwe methodiek voor de gebruiksvergoeding voor het jaar 2013 6. Daarbij is per sector berekend wat per dienst de effecten zijn. Onderstaande tabel laat deze uitkomsten per dienst zien voor de sector regiovervoerders (excl NS, bedragen in mln euro). Tabel 5 Fictieve doorrekening nieuwe methodiek gebruiksvergoeding 2013 oud2013 nieuw2013 verschil treinpad 15,2 19,7 4,455 halteringen 3,9 3,4-0,438 bovenleiding 0,5 0,5-0,024 opstellen 0,7 0,9 0,130 20,4 24,5 4,122 De totale gebruiksvergoeding voor de sector neemt toe met 4,1 mln. Dit is een saldo; per dienst is soms sprake van een voordeel ten opzichte van de huidige ( oude ) methodiek. Zo is uit de tabel op te maken dat de vergoeding voor de dienst halteringen en de dienst bovenleiding lager uitvalt. De uitkomsten van de nieuwe methodiek zoals hierboven geschetst, zijn in het rekenmodel doorgerekend. Dit gebeurt in een aantal stappen: 1) De verdeling van het verschil in gebruiksvergoeding over de lijnen 2) Het doorrekenen van tariefsverhogingen van de NS en van de OV-Studentenkaart 3) Het bepalen van de tariefsverhoging voor de OV-Chipkaart van de regionale vervoerders 4) Het schatten van de omzetderving als gevolg van vraaguitval op basis van veronderstelde prijselasticiteit. Input Voor de kaartomzet die via de NS aan de regionale vervoerders wordt toegerekend, wordt uitgegaan van een tariefstijging die gelijk is aan de gemiddelde tariefstijging die door de NS is voorzien. De NS heeft aangegeven dat om de verhoogde gebruiksvergoeding te compenseren, extra tariefverhoging van 4% nodig is. Voor de kaartomzet die via de OV-Studentenkaart aan de regionale vervoerders wordt toegerekend, wordt uitgegaan van een indexering die voor 50% is afgeleid van de tarifering van de NS. Dat betekent dat de omzet van de OV-Studentenkaart met 2% zal stijgen. Voor de prijselasticiteit is uitgegaan van dezelfde elasticiteit als bij het doorrekenen van het effect van de tariefsverhoging ter compensatie van de lastenverzwaring van de dieselkosten. Daarbij wordt het verhoogde tarief op de OV-Studentenkaart buiten beschouwing gelaten. 6 Over de invoering van de nieuwe methodiek is nog niet besloten GI32/001c.docx 9

Uitkomsten Stap 1: de verhoging van de gebruiksvergoeding wordt verdeeld over de lijnen op basis van de onderlinge verhouding in stelkilometers. Daarbij wordt de dienst bovenleiding alleen toegerekend aan de elektralijnen. Stap 2: de tariefsverhoging wordt toegepast om de respectievelijke omzet per lijn, per kaartsoort (kaartomzet toegerekend door de NS en kaartomzet OV-Studentenkaart). Voor een enkele lijn (de kippenlijn van Amersfoort naar Ede-Wageningen) is de omzet niet bekend; daar wordt gerekend met de gemiddelde omzet per dienstregelingkilometer die bij de andere lijnen is berekend. Stap 3: na aftrek van de extra omzet door tariefsverhoging NS en OV-Studentenkaart, resteert een deel van de lastenverhoging uit stap 1. Deze is uitgedrukt in een percentage van het deel van de kaartomzet via de OV-Chipkaart, de door de vervoerders/opdrachtgevers zelf te beïnvloeden omzet. Het percentage drukt de tariefsverhoging uit die nodig is om de lastenverhoging te dekken. Stap4: de tariefsverhoging op de OV-Chipkaart en op de NS-kaartjes, in combinatie met de bijbehorende omzet en de elasticiteit per lijn, levert een prognose op van de mogelijke omzetderving als gevolg van de tariefsverhoging. Per saldo leidt dit tot een dekkingspercentage van de oorspronkelijke lastenverhoging. Variant A: tariefsverhoging is gelijk aan lastenverhoging De uitkomst van stap 3 is de basis voor de tariefsverhoging. Met de tariefsverhoging zou de extra omzet op de OV-Chipkaart de lastenverzwaring als gevolg van de verhoogde gebruiksvergoeding 1 op 1 compenseren. Onderstaande tabel toont de uitkomsten in cijfers (bedragen x 1.000,- euro). Tabel 6Uitkomsten verhoging gebruiksvergoeding Lijnen vervoerder lastenverhoging tariefsverh. omzetderving dekking Noordelijke lijnen Arriva 1.363 4,7% 983 28% Achterhoek Arriva 710 6,0% 499 30% Vechtdal ALMA Syntus 59 2,8% 41 31% Overijssel ZHO Syntus 247 4,8% 167 32% Maaslijn Veolia 469-2,7% 364 22% kippenlijn Connexxion 225 2,6% 145 36% Merwede-Lingelijn Arriva 338 9,2% 304 10% Vechtdal Zw-Em Arriva 455 2,6% 334 27% Heuvellandlijn Veolia 256 3,0% 203 21% Totaal 4.122 4,2% 3.038 26% Voor de Maaslijn geldt dat de meeropbrengst van de NS-kaartjes en de OV-Studentenkaart al voldoende is om de lastenverhoging te dekken. Er is zelfs ruimte voor een tariefdaling. In de berekeningen wordt er vanuit gegaan dat de tarieven voor de OV-Chip bij de Maaslijn gelijk blijven. De omzetderving op deze lijn heeft dus enkel betrekking op de NSkaartomzet. Van de totale lastenverhoging van 4,1 mln wordt per saldo 26% gedekt door het verhogen van de tarieven. Er blijft een tekort van 3,0 mln. GI32/001c.docx 10

Variant B: tariefsverhoging maal factor x Als een factor 2 wordt toegepast op de tarieven voor de OV-Chip, neemt de dekking toe naar 29%. Het tekort blijft 2,9 mln. GI32/001c.docx 11