I n l e i d i n g. 1 He t b e g r i p a r m o e d e

Vergelijkbare documenten
Gemeente Achtkarspelen. Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet. Dienst Werk en Inkomen De Wâlden

Wat is armoede? Er zijn veel verschillende theorieën en definities over wat armoede is. Deze definities zijn te verdelen in categorieën.

Artikel 7 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012-A.

Harry Lintsen Technische Universiteit Eindhoven in samenwerking met CBS en Universiteit Groningen. 1 Duurzame ontwikkeling van Nederland

Gemeente Achtkarspelen. Verordening Kansregeling (Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet) Gemeente Achtkarspelen

Algemene Sociologie PA B1

Gezondheidsverwachting volgens socio-economische gradiënt in België Samenvatting. Samenvatting

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG GEMEENTE BUREN

Gezien het voorstel inzake gewijzigde WWB-verordeningen na vervallen huishoudinkomenstoets (Gem. blad Afd. A 2012, no. 45);

filosofie havo 2015-I

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2011

Toeslagenverordening Wet Werk en Bijstand

Informatie 17 december 2015

Persbericht. Aantal huishoudens met kans op armoede in 2008 toegenomen. Centraal Bureau voor de Statistiek

gelet op artikel 8 lid 1 onderdeel d, artikel 8 lid 2 onderdeel b en artikel 36 van de Wet werk en bijstand;

Verordening persoonlijk participatiebudget Roerdalen 2014.

WELKOM CARE. ACT. SHARE. LIKE CORDAID.

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2012

Verordening bevordering van maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012 A

Toelichting Verordening toeslagen en verlagingen WWB Asten 2010

O. Deeben raad00264

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeenten Beek en Stein

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014;

onderwerp Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet

Onderwerp : Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive. vast te stellen de VERORDENING VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE.

Berenschot. Evaluatie wet VTH. Op weg naar een volwassen stelsel BIJLAGE 3 ANALYSE FINANCIËLE RATIO S OMGEVINGSDIENSTEN

Regionale verscheidenheid in bevolkingsconcentraties

VERORDENING VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE HELMOND 2013

HOOFDSTUK 2 CRITERIA VOOR HET VERHOGEN VAN DE BIJSTANDSNORM

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van Onderbanken d.d. 19 februari 2013;

Verordening bevordering van maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012 A (geldig vanaf )

Verordening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Beverwijk Documentnummer INT

Burgerplatform Minima Ridderkerk (BMR)

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2013

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

Toelichting Toeslagenverordening WWB gemeente Rijssen-Holten 2012

Toelichting behorende bij de Toeslagenverordening WWB 2010 (vastgesteld bij raadsbesluit van 5 juli 2010, nr. 21, reg.nr.

Verordening participatie schoolgaande kinderen Wet werk en bijstand 2012

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

GEMEENTE WORMERLAND. 1. Artikel 147 van de Gemeentewet 2. Artikel 8 Wet werk en bijstand 3. Artikel 35, vijfde lid Wet werk en bijstand

Toeslagenverordening WWB Maasbree 2007

BOETE BIJ RECIDIVE GEMEENTE MARUM 2015

Mediatheorie deel 2: de amateur aan de macht

Verordening meedoenregeling gemeente Doetinchem 2012

Behoort bij raadsbesluit van

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Krimpen aan den IJssel 2015

Diversiteit hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Milieu, marktonderzoek en NEN-EN-ISO Introductie

Beeld van het Europees Parlement in Nederland

Onderwerp: Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Roerdalen 2015

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Gouda van 29 november 2011;

EénVandaag en Nibud onderzoeken armoede

solidariteit van jong met oud, of ook omgekeerd?

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019

Doelgroepenanalyse Resto VanHarte Zwolle

Profiel brede welvaart Goeree Overflakkee

VERORDENING VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE PARTICIPATIEWET 2015 GEMEENTE VELSEN

Hoofdstuk 1 Algemene begrippen

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive. Participatiewet 2015

Sustainable development goals

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Wierden 2013

INFORMATIE LIFELONG OVER PERSPECTIEVEN +31 (0)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aanvullende Voorwaarden

VERORDENING TOESLAGEN EN VERLAGINGEN BIJSTAND 2006

VERORDENING PARTICIPATIE SCHOOLGAANDE KINDEREN WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE BORSELE 2012

Raadsvergadering : 17 december 2012 Agendanr. 16. Beslispunt De "Verordening Verrekening boete bij recidive Stadskanaal 2013" vaststellen.

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Verordening langdurigheidstoeslag 2012 concept

Toeslagenverordening WWB 2012-A gemeente Diemen

Aantal medewerkers Zuidoost-Brabant

4,3. Werkstuk door een scholier 2417 woorden 3 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde. 1. Wat zijn de kenmerken van onderontwikkeling?

Toelichting Toeslagenverordening WWB gemeente Rijssen-Holten 2013

VERORDENING VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE GEMEENTE ASSEN 2015.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

TOELICHTING TOESLAGEN- EN VERLAGINGENVERORDENING WWB

Raadscommissievoorstel

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive. Participatiewet Dienst SoZaWe Nw. Fryslân

Verordening langdurigheidstoeslag. gemeente Veendam

Workshop. De onderzoeksvraag. Van nieuwsgierigheid naar gerichte vraag

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer] gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel d, van de Participatiewet;

Individuele omstandigheden. Geen tegenprestatie. Afstemmen. Bevoegdheid opdragen tegenprestatie. Tegenprestatie is geen re-integratie-instrument

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 september 2012

Rol mantelzorger en eigen bijdrage aandachtspunten bij uitvoering Wmo

Migranten in de Nederlandse Antillen (2)

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2014;

gezien het voorstel inzake aanpassen verordeningen Wwb in verband wetswijzigingen 2013 (Gem. blad Afd. A 2013, no. );

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Werkstuk Geschiedenis Franse Revolutie

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 14 maart 2013 ;

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive Participatiewet 2015 Neerijnen

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2008 (Gemeenteblad 2008, nr. 367);

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Hoogeveen 2015

Verordening tegenprestatie Sociale Zekerheid 2015, gemeente Drimmelen

Transcriptie:

DEEL C ARMOEDE

1 Het b e g r i p a r m o e d e I n l e i d i n g Dit deel is enigszins afwijkend van de voorgaande twee, in die zin dat het intellectuele debat over armoede en de oorzaken daarvan niet uitgebreid worden geanalyseerd in de inleiding aan het begin van dit boek, of aan het begin van dit deel zelf. Voor de overzichtelijkheid is er voor gekozen om de vragen over armoede te beantwoorden met behulp van een overzicht van de uiteenlopende oorzaken, gebaseerd op die welke worden genoemd bij Van Leeuwen, in Bijstand in Amsterdam en Jütte, Poverty and Deviance. Er wordt daarbij een onderscheid gemaakt tussen oorzaken op meso- en macro-niveau enerzijds en oorzaken op microniveau anderzijds. Per oorzaak is een paragraaf opgenomen, waarin aandacht wordt besteed aan de historiografie en de theorievorming op basis van, meer algemene, literatuur. Deze wordt aangevuld met bevindingen op basis literatuur en archivalia die betrekking hebben op Groningen. Zo is het mogelijk om op een overzichtelijke wijze een beeld te geven van in hoeverre de bevindingen voor Groningen al of niet aansluiten bij het intellectuele debat en welke oorzaken vooral voor de Stad een rol speelden bij het ontstaan en toe- of afnemen van armoede in de zeventiende en achttiende eeuw. D e subjectiviteit v a n h e t b e g r i p a r m o e d e Armoede is een subjectief begrip, waaraan in de loop der tijden en zelfs tegelijkertijd zeer uiteenlopende definities gegeven kunnen worden. Anthony Winkler Prins (1817-1908) schreef dan ook in de eerste uitgave van de door hem verzorgde uitgave van de Geïllustreerde Encyclopaedie: Het is niet gemakkelijk om eene juiste omschrijving te geven van het begrip Armoede, en wel voornamelijk, omdat de zaak zelve, die door dat woord wordt aangeduid, eene zoo onderscheidene betekenis heeft, bij hen die over dat onderwerp spreken of schrijven. 1457

364 Winkler Prins maakte bij zijn definiëring van het begrip een onderscheid tussen de individuele armoede en armoede als een maatschappelijk verschijnsel: Heeft men een enkel persoon, een individu, op het oog, dan bedoelt men meestal, en te regt, den toestand van hem, die de stoffelijke middelen niet heeft, om geregeld in zijne gewone behoeften te voorzien. Wil men daarentegen van armoede als een maatschappelijk verschijnsel spreken, dan verstaat men er onder, dat een grooter of kleiner deel der laagste bevolking eener maatschappij doorgaand gebrek heeft aan het noodige tot instandhouding van het physisch bestaan. Vervolgens gaf hij aan dat deze definities, vooral de eerste, ook problemen opleverden: De eerstgegevene bepaling omvat iedere arme, tot welke klasse of welken stand der maatschappij hij behoore; de tweede kan slechts doelen op het deel der bevolking, dat op den laagsten sport van maatschappelijk welzijn staat. Het physiek minimum, dat is, de hoeveelheid stoffelijke middelen, zonder welke het levenniet kan behouden worden, geeft men eene scherpere beteekenis aan de laatste bepaling, dan de uitdrukking gewone behoeften aan de eerste geeft. Die onbepaaldheid is evenwel niet te vermijden, omdat er sprake is van een individu, dien men dus eerst moet kennen, vóórdat naauwkeurig omschreven kan worden, wat voor hem gewone behoeften zijn, en of er bij hem sprake van armoede is. Winkler Prins constateerde terecht dat een eenduidige definitie niet eenvoudig was. Dat blijkt ook duidelijk uit de beschrijvingen van het lemma Armoede in latere versies van de Encyclopedie die de naam van zijn eerste Encyclopaedist zou behouden. De Algemene Winkler Prins gaf in 1956 de volgende definitie: duurzaam gebrek aan middelen ter bevrediging van normale behoeften, maar vermeldde daar vervolgens onmiddellijk bij: wat dit zijn, moet men zien in het kader van zijn tijd en omgeving. De omschrijving vermeldde wat dat betreft het volgende: Onvoldoende is het A. af te wegen naar het geldinkomen: de hongerwinter 1944-1945 heeft wel geleerd dat ook bij een ruim geldinkomen scherpe A. kan bestaan. En in 1973 omschreef de Grote Winkler Prins het lemma aldus: Armoede kan men omschrijven als een toestand van duurzaam gebrek aan bevredigingsmiddelen. Arm is hij die niet in de normale behoeften kan voorzien. 1458 Daarbij is het meteen de vraag wat die bevredigingsmiddelen en die normale behoeften zijn. Sinds het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw werd armoede steeds meer mondiaal beschouwd en ging men over tot het meten van de levensstandaard van verschillende volkeren, zo meldt de editie van 1975. De maatstaven die men daartoe hanteerde waren de gemiddelde levensduur, het inkomen per hoofd van de bevolking, het percentage kinderen dat onderwijs ontving, de mate van alfabetisering en de hoogte van de consumptie in relatie tot de nationale productie. Nu zijn dit maatstaven die zijn aangelegd voor de meer recente geschiedenis, maar de bijbehorende conclusie dat een laag gemiddeld inkomen samenhing met een laag niveau van onderwijs en een korte gemiddelde levensduur ging misschien ook al op voor armen in vroe-

365 ger eeuwen. Datzelfde geldt maatstaven als een laag inkomen, een hogere sterfte en een geringe arbeidsontwikkeling. 1459 Armoede is een begrip dat zowel in absolute als in relatieve zin kan worden gehanteerd. Absolute armoede kan worden omschreven als een toestand die wordt gekenmerkt door het (duurzaam) ontbreken van voldoende inkomen om zelfstandig te voorzien in het minimum, noodzakelijk voor het fysieke bestaan. Kortom, de eigen bestaansmiddelen zijn dermate gering, dat er een levensbedreigende situatie bestaat. Zonder ondersteuning van elders hebben degenen die in dergelijke armoedige omstandigheden verkeren een sterk verhoogde sterftekans. Kenmerken van deze absolute vorm van armoede zijn ernstige honger, eenzijdige voeding en een sterke oversterfte, vooral van zuigelingen en kinderen. Veel vaker dan deze extreme armoede is er sprake van relatieve armoede. Dit veel bredere begrip kan als volgt worden gedefinieerd: een zodanige levenstoestand dat het levenspeil van een enkeling of een groep niet in overeenstemming wordt geacht met de levensstandaard van de samenleving die voor hen het referentiekader vormt. Meestal vormt de samenleving als geheel het referentiekader voor relatieve armoede: men is arm in vergelijking met anderen. 1460 Relatieve armoede is daarom een subjectief begrip, omdat de keuze van degenen waarmee de potentiële armen vergeleken worden, een subjectieve is. Zelfs een voor absolute armoede gehanteerd criterium als het voorkomen oversterfte heeft een subjectief aspect. Aangezien de sterfte bij positieve ontwikkelingen in de gezondheidszorg, de hygiëne, het voedingspakket en de algemene welvaart afneemt, zal dat ook van invloed zijn op de oversterfte. 1461