Jaarverslag 2012. KHLeuven



Vergelijkbare documenten
Inhoudsopgave. HOOFDSTUK 1 - Organisatiestructuur Vestigingen, departementen en opleidingen van de KHLeuven... 1

Jaarverslag 2010 KHLeuven

Jaarverslag KHLeuven

RAAD voor MAATSCHAPPELIJK WELZIJN ZITTING van 22 januari 2019

ORGANIEK REGLEMENT VAN DE STUDENTENRAAD VAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL

<^ ^- Onverminderd de interuniversitaire overeenkomst die de samenwerking tussen de K.U.Leuven en de K.U.Brussel

De hervorming van het hoger onderwijs in Vlaanderen.

Het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk

Participatiereglement Studentenraad KU Leuven

Voorwoord 2 KHLEUVEN KORT

De ADOMA wordt in ieder geval om advies gevraagd over de verplichtingen in het kader van de samenwerkingsovereenkomst milieu met het Vlaams gewest.

MerkatorLeuven vzw. Merkator is opgebouwd uit drie afdelingen, elk met een eigen doelstelling.

Participatiedecreet. Infofiche 1. WAT VOORAFGING

Codex over het welzijn op het werk. Boek II.- Organisatorische structuren en sociaal overleg

NOTULEN VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN 03 MEI 2018 OPENBARE ZITTING

Kiesreglement verkiezingen

Reglement opleidingsraden zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 24 april Opleidingsraden. reglement

Art. 33 van de WZW verplicht elke WG een IDPBW op te richten, waarin minstens één PAwerknemer

BASISONDERWIJS Leerlingen. HOGER ONDERWIJS Studenten. A Hoger beroepsonderwijs. B Hogescholen/universiteiten

MEMORIE VAN TOELICHTING

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Associatie KU Leuven: Sterke partners voor beter hoger onderwijs

VR DOC.0332/2BIS

Reglement opleidingsraden zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur d.d. 1 april Opleidingsraden. reglement

VLAAMS SECRETARIAAT VAN HET KATHOLIEK ONDERWIJS vzw Dienst Besturen

Voorwoord KHLEUVEN KORT 3

HUISHOUDELIJK REGLEMENT

Afdeling 1. Definities. Artikel 1.- Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

Verken je toekomst. Infomomenten van de instellingen van de Associatie K.U.Leuven.

Statuten HoGent Studentenraad

VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Het Symfonisch Orkest van de Vrije Universiteit Brussel

Participatiereglement verkiezingen

STOS, vzw STATUTEN. Oprichting en zetel.

Structuur Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen

van De raad voor maatschappelijk welzijn is vergaderd in de vergaderzaal van het sociaal huis in openbare zitting.

Statuten HoGent Studentenraad (Zoals goedgekeurd op de algemene vergadering van 8 mei 2014)

Vlaamse Regering.^SLT

Vacature Stafmedewerker Centraal

School of Education: Bruggen bouwen en onderhouden

RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN 18 FEBRUARI 2019 TOELICHTINGSNOTA DIENST SECRETARIE

H O G E R O N D E R W I J S in beeld

Statuten Stedelijke Seniorenraad Gent

Oprichting van een Fonds voor Bestaanszekerheid demografie voor de sector van de chemie, kunststoffen en life sciences

SENIORENADVIESRAAD SINT- NIKLAAS STATUTEN

Feitelijke vereniging Nieuwe Technologie voor Boyoma Studenten STATUTEN

VR DOC.0277/4BIS

Student Information Networking

Vacature Stafmedewerker

Provincieraadsbesluit

Huishoudelijk Reglement

Goedgekeurd in gemeenteraad van 31 januari 2013

Statuten OKeR VZW. Iedere wijziging van de zetel moet binnen de maand gepubliceerd worden in het bijvoegsel van het staatsblad.

STATUTEN CULTUURRAAD

VERENIGING VOOR DE VERENIGDE NATIES BRUSSEL Identificatienummer 7401/77

Algemene Vergadering van vzw Voetbal Vlaanderen van

RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN

Agenda. Buitengewone AV IVCA. Audio vereniging voor interne audit voor lokale besturen. Audio. Interne audit

Statuten. de Leuvense studentenraad

RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN ZITTING VAN 26 MEI 2016

Huishoudelijk Reglement Scientica Leuven vzw

Huishoudelijk Reglement OUDERRAAD BO. De Boomgaard Gent.

STATUTEN VAN DE VZW ASSOCIATIE UNIVERSITEIT GENT

Provincieraadsbesluit

FLORILEGIUM. Vereniging zonder Winstoogmerk. Adres: Sneppenstraat Leuven Gerechtelijke arrondissement Leuven. ondernemingsnr: BE

Statuten jeugdraad Glabbeek

Katholieke Scholengemeenschap Oscar Romero Sint-Bavostraat 51, 2610 Wilrijk tel fax

Huishoudelijk reglement van FOPAS. Hoofdstuk I Zetel van FOPAS Art. 2

VZW SPEELPLEINWERKING SPROET De Bergen Lichtaart Ondernemingsnummer :

Seniorenadviesraad Galmaarden

FOVIG V.Z.W. ONDERNEMINGSNUMMER: Statuten volgens de wet van 27 juni 1921 zoals gewijzigd door de wet van 2 mei 2002.

Welkom. Sociale verkiezingen 2012

Huishoudelijk Reglement van de Stuurgroep. Green Deal. <001> <Gedeelde Mobiliteit>

Verslag aan de Provincieraad

Scientica Leuven vzw

Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Nevele GEMEENTELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING NEVELE. Statuten

Huishoudelijk reglement feestcomité Meerdonk

Huishoudelijk reglement ouderraad Sint-Ritacollege

GEMEENTELIJKE CULTUURRAAD VAN BOECHOUT Statuten cultuurraad Boechout

RAAD voor MAATSCHAPPELIJK WELZIJN ZITTING van 24 mei 2017

STATUTEN LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG & ONDERWIJS GEMEENTE KORTENAKEN

REGLEMENT VAN DE OPLEIDINGSCOMMISSIES VAN RITS SCHOOL OF ARTS d.d. 3 februari 2015

Wijk-werkorganisatie Leie en Schelde.

INHOUDELIJK EN FINANCIEEL JAARVERSLAG AGENTSCHAP Het Agentschap Integratie en Inburgering

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

DIENSTVERLENENDE VERENIGING PELT STATUTAIRE ALGEMENE VERGADERING

KWALITEITSHANDBOEK MFC Sint-Jozef

Het PV van de vorige zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn wordt unaniem, zonder opmerkingen goedgekeurd.

Gecoördineerde statuten Ouderraad Gemeentelijke Basisschool Tervuren

Projectvereniging Kempens Karakter - Statuten

1. Goedkeuring verslag. Het verslag van de zitting dd wordt goedgekeurd bij éénparigheid.

NOTULEN VAN DE RAAD VAN 08/06/2016

Huishoudelijk reglement gemeentelijke jeugdraad gemeente Alken

Sectorconvenant tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de naam sector (PC sector)

4.2. Overzicht en werking van de interne overlegorganen

INTERN REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITÉ VAN DE FEDERALE PARTICIPATIE- EN INVESTERINGSMAATSCHAPPIJ ( FPIM )

Lijst van de gemeenteraadsbesluiten Vergadering van de gemeenteraad van 25 april 2019 (decreet van 22 december 2017)

Transcriptie:

Jaarverslag 2012 KHLeuven

Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 - Organisatiestructuur... 1 1 Vestigingen, departementen en opleidingen van de KHLeuven... 1 2 Bestuurlijke organen KHLeuven : Raad van bestuur en Algemene Vergadering... 3 2.1 Algemeen... 3 2.2 De Raad van bestuur... 3 2.3 De Algemene Vergadering... 6 3 Het Hogeschoolonderhandelingscomité (HOC)... 10 3.1 Samenstelling van het HOC... 10 3.2 Activiteitenverslag... 10 4 De Academische Raad... 12 4.1 Samenstelling... 12 4.2 Verslag van de werking academiejaar 2011-2012... 12 5 De studentenraad (OSR)... 13 5.1 Algemeen... 13 5.2 Samenstelling en functies... 13 5.3 De werking... 14 6 Bescherming en Preventie op het Werk... 17 6.1 De interne dienst voor Bescherming en Preventie op het Werk (IDPBW)... 17 6.2 Het comité voor Bescherming en Preventie op het Werk (CPBW)... 18 HOOFDSTUK 2 - ICT... 22 1 Inleiding... 22 2 Basis ICT infrastructuur... 22 2.1 PC Park... 22 2.2 Laptops voor studenten en personeel... 23 2.3 Netwerkinfrastructuur... 23 2.4 Draadloos netwerk... 24 2.5 Computerzalen... 24 3 ICT faciliteiten voor studenten en personeel... 25 3.1 Portaal... 25 3.2 e-mail voor studenten en personeel... 25 3.3 Mailinglijsten... 25 3.4 e-learning platform... 25 3.5 Kotnet... 25 3.6 Schijf- en webruimte voor studenten en personeel... 25 3.7 Elektronische bibliotheken... 26 3.8 Elektronische studenten- en personeelskaart... 26 3.9 Specifieke toepassingen in de verschillende departementen... 26 4 Realisaties van het academiejaar 11-12... 28 4.1 Verdere uitrol van van MS Sharepoint... 28 4.2 Projectendatabase voor opvolging projecten rond Onderzoek en Innovatie.. 28 4.3 Verdere evolutie van het Monitoring systeem... 28 4.4 Verdere evolutie en ingebruikname van het Stage Informatiesysteem (SIS) 28 4.5 Corona project... 28 4.6 Afsprakenplanner... 29 4.7 Elektronische aanvragen voor Erasmus studenten... 29 4.8 Portaal facelift... 29 4.9 Instap Libis... 29 4.10 Desktop virtualisatie... 29 4.11 Uitbreiding draadloze netwerk en invoering eduroam... 30 4.12 Upgrade didactische pc s naar Windows 7... 30 4.13 Uitbreiding capaciteit en verdere consolidatie van opslag... 30 4.14 Voorbereidingen aansluiting associatienetwerk... 30 4.15 Instap in blade server technologie... 30 Jaarverslag KHLeuven II

4.16 Continue vernieuwing van de computer- en netwerkinfrastructuur... 30 5 ICT ondersteuning... 31 HOOFDSTUK 3 - Onderwijs... 32 1 Onderwijsaanbod... 32 1.1 Ingericht onderwijsaanbod 2011-2012... 32 1.2 good s en kood s... 33 1.3 Kengetallen onderwijsaanbod 2011-2012... 33 1.4 Nieuw onderwijsaanbod in KHLeuven... 35 2 Onderwijswijsbeleid... 38 2.1 Onderwijswijsvisie en onderwijsontwikkelingsplan... 38 2.2 Het onderwijsinnovatiefonds van KHLeuven... 39 2.3 Naar een nieuw onderwijsmodel? Opbouw van een nieuwe visie op professioneel hoger onderwijs... 39 3 Resultaten onderwijsontwikkeling... 40 3.1 OOP II Actielijn 1: Opleidingsprogramma... 40 3.2 OOP II Actielijn 2: Leeromgeving, innovatieve werkvormen en leermiddelen 42 3.3 OOP II Actielijn 3: Flexibilisering... 44 3.4 OOP II Actielijn 4: Studie- en studentenbegeleiding... 46 3.5 OOP II Actielijn 5: Diversiteit... 49 3.6 OOP II Actielijn 6: Internationalisering... 51 3.7 OOP II Actielijn 7: Onderzoek naar onderwijs... 55 3.8 OOP II Actielijn 8: Permanente Vorming... 56 3.9 OOP II Actielijn 9: Beleid en Organisatie... 57 4 Kwaliteitszorg onderwijs... 59 4.1 Interne kwaliteitszorg... 59 4.2 Externe kwaliteitszorg : visitatie en accreditatie... 61 4.3 Externe Profilering DKZ... 65 4.4 Kwaliteitslabels... 66 HOOFDSTUK 4 - Onderzoek en valorisatie... 67 1 Onderzoeksbeleid... 67 1.1 Algemeen beleid en visie van de hogeschool... 67 1.2 Organisatie... 72 1.3 Aanwending middelen voor onderzoek... 73 2 Kwaliteitszorg... 76 2.1 Projectopvolging... 76 2.2 PWO-procedure... 76 2.3 Zaaigeld... 77 2.4 Cofinanciering... 78 2.5 Speerpunten... 78 2.6 Vormingen... 78 3 Interactie met werkveld en maatschappij... 79 3.1 Onderzoeksbudgetten... 79 3.2 Onderzoeksprojecten... 79 3.3 Netwerk... 80 4 Personeel... 82 5 Onderzoeks- en valorisatieresultaten... 83 6 Integratie Onderzoek-Onderwijs... 84 6.1 Kwalitatief... 84 6.2 Kwantitatief... 85 7 Samenvatting... 86 HOOFDSTUK 5 - Personeel... 87 1 Personeelsbestand in cijfers... 87 1.1 Personeelsbestand (VTE) per departement... 87 1.2 Personeelsbestand (VTE) per studiegebied... 89 1.3 Personeelsbestand (VTE) per financieringsbron... 89 1.4 Personeelsleden (VTE) binnen en buiten de formatie... 90 Jaarverslag KHLeuven III

1.5 Opsplitsing per categorie en ambt... 90 1.6 Opsplitsing van het personeel naar leeftijd en geslacht... 92 1.7 Aantal voltijdse en deeltijdse personeelsleden... 93 1.8 Aantal doctores aan de KHLeuven... 94 2 Personeelsbeleid... 95 2.1 Beleidsdoeleinden en realisaties... 95 2.2 Samenwerking... 97 2.3 Onderzoek en maatschappelijke dienstverlening... 98 2.4 Benoemingen... 98 2.5 Mandaten... 98 2.6 Premies en persoonlijke vergoedingen... 98 2.7 Personeelsverloop en onderbreking loopbaan... 99 2.8 Ziekteverzuim... 100 2.9 Gastprofessoren... 101 2.10 Algemeen besluit personeelsbeleid... 101 3 Ratio-analyse... 103 3.1 Ratio s m.b.t. de personeelskosten 2012... 103 3.2 Ratio s m.b.t. de personeelsformatie en -tewerkstelling... 104 HOOFDSTUK 6 - Toelichting bij de jaarrekening... 105 1 Een commentaar bij de jaarrekening... 105 1.1 De balans... 105 1.2 De resultatenrekening... 106 2 Een verantwoording van het financieel beheer... 109 2.1 Een toelichting bij de variantieanalyses... 109 2.2 Een commentaar op de ratioanalyse... 114 2.3 Een commentaar op het investerings- en financieringsbeleid van 2012... 115 2.4 De evolutie van de thesauriepositie... 116 2.5 De financiële weerslag van belangrijke projecten en activiteiten in 2012... 116 3 Bijzondere gebeurtenissen na de balansdatum... 117 4 Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen... 117 5 Conclusie... 117 HOOFDSTUK 7 -Studentenservice KHLeuven... 118 1 Organisatie... 118 1.1 Organisatiestructuur... 118 1.2 Personeel... 118 1.3 Financiële middelen... 119 1.4 Samenwerking... 119 2 Huisvesting... 121 2.1 Doelstelling... 121 2.2 Omkadering 2012... 121 2.3 Studentenkamers in eigen beheer... 121 2.4 Informatie, advies en bemiddeling rond huisvesting... 122 3 Sociale Dienstverlening... 126 3.1 Doelstelling... 126 3.2 Inleiding... 126 3.3 Inschrijvingen bij de jobdienst... 126 3.4 De internationale student... 127 3.5 De prioriteitstudent... 127 3.6 De hogeschoolstudent aan het werk binnen de KU Leuven... 128 3.7 E-jobdienst, informatie en advies... 128 3.8 Website... 128 3.9 Advies en spreekuur... 128 3.10 Visie Sociale dienstverlening... 129 3.11 Consultaties bij de Sociale dienst... 129 3.12 Individuele studiefinanciering... 131 3.13 Tussenkomsten... 133 Jaarverslag KHLeuven IV

3.14 Bemiddelingen bij afdeling Studietoelagen... 133 3.15 Grafieken toelagen... 134 3.16 Grafieken leningen... 135 3.17 Grafieken voorschotten... 138 3.18 Informatie voor afstuderenden... 139 3.19 Nieuwe inschrijfprocedure 2013-2014... 139 3.20 Financiële beoordelingen... 139 3.21 Juridische adviesdienst voor studenten... 139 4 Cultuur & Sport & Studentenwerking... 140 4.1 CJP-lidmaatschap... 140 4.2 Cultuurkaart KU Leuven... 140 4.3 Overleg Leuven... 140 4.4 Evaluatie studentensport werking academiejaar 2012-2013... 141 4.5 Vervolg nieuw decreet... 144 4.6 Doelstelling Studentenwerking:... 144 4.7 Studentencoach... 144 4.8 Participatie binnen vzw Studentenservice en KHLeuven... 145 5 Voeding... 147 5.1 Doelstelling... 147 5.2 De toegang tot Alma... 147 5.3 De cafetaria s - campus Hertogstraat en campus G&T... 147 5.4 Analyse resultaat 2012... 148 5.5 Smiley van het FAVV... 149 5.6 De catering in SSH... 150 5.7 Voor de studenten in Diest... 150 5.8 Project duurzame Catering... 151 6 Mobiliteit... 152 6.1 Doelstelling... 152 6.2 De gratis studentenbuspas... 152 6.3 Evolutie van het gebruik... 153 6.4 Discussie... 153 6.5 Velofiets... 153 7 Medische en psychotherapeutische dienstverlening... 154 7.1 Doelstelling... 154 7.2 Werkwijze... 154 7.3 Groepstraining... 155 7.4 Begrenzing van het aantal sessies per student... 155 7.5 Registratiegegevens... 156 7.6 Besluit... 161 8 Communicatie... 162 8.1 Doelstelling... 162 8.2 Algemeen... 162 8.3 Rekruteringscommunicatie... 162 8.4 Onderzoek SBP Juno... 164 Bijlagen aan het jaarverslag... 165 Jaarverslag KHLeuven V

HOOFDSTUK 1 - Organisatiestructuur 1 Vestigingen, departementen en opleidingen van de KHLeuven De Katholieke Hogeschool Leuven werd opgericht op 2 maart 1995 als gevolg van het decreet van 13 juli 1994 dat het Hoger Onderwijs buiten de Universiteit in Vlaanderen herschikte. Zes scholen die Hoger Onderwijs van het korte type aanboden, traden toe tot de Katholieke Hogeschool Leuven. De Katholieke Hogeschool Leuven biedt professionele bacheloropleidingen aan in de studiegebieden gezondheidszorg, handelswetenschappen en bedrijfskunde, industriële wetenschappen en technologie, onderwijs en sociaal-agogisch werk. Voor het overzicht van hat onderwijsaanbod wordt verwezen naar www.khleuven.be en naar hoofdstuk 2 Onderwijs. Het onderwijs wordt vanaf september 2007 georganiseerd in vier departementen. Het departement Lerarenopleiding (DLO) heeft twee vestigingen, één in Diest en één in Heverlee. De contactgegevens van de algemene diensten en de departementen van KHLeuven: Algemene diensten Abdij van Park 9 3001 Leuven (Heverlee) tel.: 016-375 700 fax : 016-375 797 algemeen directeur: Toon Martens Departement Lerarenopleiding - DLO Vestiging Diest: Weerstandsplein 2 3290 Diest tel.: 013 35 06 90 fax: 013 33 54 01 Vestiging Heverlee: Hertogstraat 178 3001 Heverlee tel.: 016 375 600 fax: 016 375 690 departementshoofd: Wim Bergen adjunct-departementshoofd: Jan Vanderghote ECONOMISCH HOGER ONDERWIJS - ECHO Hertogstraat 178 3001 Heverlee tel.: 016 375 300 fax: 016 375 399 departementshoofd: Luc Vanhille adjunct-departementshoofd: Annemie Vervrangen Jaarverslag KHLeuven 1

Gezondheidszorg en Technologie G&T Herestraat 49 3000 Leuven tel.: 016 375 200 fax: 016 375 399 departementshoofd: Toon Quaghebeur departementaal beheerder: Steven Piessens Sociale School Heverlee Groeneweg 151 3001 Heverlee tel.: 016 375 100 fax: 016 375 199 departementshoofd: Imran Uddin departementaal beheerder: Mariëlle Timmermans Jaarverslag KHLeuven 2

2 Bestuurlijke organen KHLeuven : Raad van bestuur en Algemene Vergadering 2.1 Algemeen Met de goedkeuring van het integratiedecreet in juli 2013 werd de integratie van de academische hogeschoolopleidingen in de universiteit decretaal verankerd. Alhoewel er geen KHLeuvenopleidingen integreren, heeft deze evolutie gevolgen voor de KHLeuven. De hogeschool maakt immers deel uit van de associatie KU Leuven die ervoor kiest om een geïntegreerde hogeronderwijsruimte met sterke bachelor- en masteropleidingen te vormen. Binnen de associatie is besloten dat de hogescholen na de integratie van de academische opleidingen regionale clusters vormen. In het tweede semester van 2012 besloten KHLeuven en KHLim om snel stappen te zetten naar een structurele samenwerking. Er werd beslist om vanaf 1 januari 2013 een personele unie tussen de Raden van Bestuur van KHLeuven en KHLim momenteel nog afzonderlijke rechtspersonen - te vormen met het oog op een juridische fusie op ten laatste 1 januari 2016. Verder werd er ook met de hogeschool Groep T uit Leuven overleg gepleegd. In november 2012 sprak de raad van bestuur van Groep T de intentie uit om met KHLeuven en KHLim samen te werken. Door deze ontwikkelingen wijzigde vanaf 1 januari 2013 de samenstelling van de raad van bestuur van KHLeuven. Op 10 juli 2012 keurde de algemene vergadering van de associatie KU Leuven unaniem en met onmiddellijke ingang een statutenwijziging goed. Tegelijk werd beslist dat de algemene vergaderingen van de hogescholen binnen de associatie dezelfde samenstelling zouden hebben als de algemene vergadering van de associatie KU Leuven. De statuten van de instellingen binnen de associatie KU Leuven dienden hiervoor op elkaar te worden afgestemd. De KHLeuven keurde in de reguliere algemene vergadering van 25 oktober 2012 en vervolgens in de bijzondere algemene vergadering van 20 december 2012 de statutenwijzigingen goed. De gewijzigde statuten werden in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. De samenstelling van de algemene vergadering van de hogeschool wijzigde hierdoor grondig. Het aantal leden in de geleding namens de KU Leuven en de geleding gecoöpteerde leden worden voortaan bepaald door het aantal hogeschoolleden van de associatie. 2.2 De Raad van bestuur 2.2.1 Samenstelling en bevoegdheden Na de algemene vergadering van mei 2012 was de Raad van bestuur als volgt samengesteld: Voorzitter: Jos Clijsters Ondervoorzitter: Roger Haest Afgevaardigd Bestuurder: algemeen directeur Toon Martens Penningmeester: Marianne Vael Leden: Karel Baert, Luc Deneffe, Patrick Develtere, Jos Geuvens, Kris Houthuys, Pieter Klingels, Jan Goffin, Lon Holtzer, Jean-Jacques Lepère, Ludo Melis, Marie-Thérèse Smal, Norbert Vanbroekhoven. In mei 2005 werd in uitvoering van het participatiedecreet gekozen voor het model van medebestuur van studenten. In oktober 2011 werden bijgevolg ook twee vertegenwoordigers van de studenten als bestuurder aangesteld, nl. Celine Gerochristos en Laurence Hendrickx die aangesteld werden tot het einde van het academiejaar (30/09/2012). De algemene vergadering stelde op 25 oktober tot 31 december 2012 de studenten Laure Verriest en Robin Coelmont aan tot bestuurder. De departementshoofden en de regeringscommissaris namen deel aan de vergaderingen de Raad van bestuur als genodigden zonder stemrecht. Jaarverslag KHLeuven 3

De bevoegdheden van de Raad van bestuur zijn beschreven in het huishoudelijk reglement van de raad van bestuur van KHLeuven. Op 25 oktober 2012 gaf de raad van bestuur collectief ontslag om de personele unie KHLeuven- KHLim mogelijk te maken. De algemene vergadering besliste op 25 oktober 2012 om het collectief ontslag van de raad van bestuur te aanvaarden en de raad van bestuur met ingang van 1 januari 2013 als volgt samen te stellen: Jos Clijsters, Roger Haest, Kris Houthuys, Toon Martens, Marianne Vael (bestuurders) en Astrid Van Laere (studentenvertegenwoordiger) vanuit KHLeuven enerzijds, en Norbert Van Broekhoven, Lieve De Valck, Karel Peeters, Jef Gabriels, Brigitte Haumont (bestuurders) en Stijn Vermeulen (studentenvertegenwoordiger) vanuit KHLim anderzijds. In de bijzondere algemene vergadering van 20 december 2012 werden nog 3 bestuurders benoemd: Willy Indeherberge (vertegenwoordiger van het Gemeenschappelijk bureau KU Leuven), Joost Lowyck en Roel Nieuwdorp (vertegenwoordigers van de raad van bestuur van GroepT). Dit brengt het totale aantal bestuurders op 15. Eveneens op 20 december 2012 stelde de algemene vergadering in haar bijzondere vergadering Norbert van Broekhoven aan als voorzitter van de raad van bestuur. De algemene vergadering bekrachtigde ook de aanstelling van Toon Martens als algemeen directeur en Theo Creemers als algemeen beheerder van de KHLeuven en de KHLim. Vanaf 1 januari worden de regeringscommissaris en de algemeen beheerder als genodigden zonder stemrecht uitgenodigd naar de raad van bestuur. De stafmedewerker algemene directie zorgt voor de administratieve ondersteuning en de verslaggeving van de raad van bestuur. 2.2.2 Activiteitenverslag 2012 Hierna zijn de belangrijkste thema s opgenomen waarover de Raad van bestuur in 2012 beslissingen nam of besprekingen voerde: 23 februari 2012 Lastgevingsovereenkomst verzekeringen Voorstel organisatiestructuur KHLeuven na driedaagse directieteam KHLeuven Stand van zaken integratie opleiding sociale readaptatiewetenschappen (SRW) Verslag auditcomité Samenwerking met KHLim 28 maart 2012 Benoemingen 2012 Vacature coördinator studentenbeleid Voorstel ICT-reorganisatie en vacature coördinator ICTsupport Aanbestedingsprocedure bedrijfsrevisor Aanstelling opleidingshoofd bachelor toegepaste informatica Functioneringsbegeleiding aanvangsbegeleiding personeel Organisatie KU Leuven na integratie van de academische opleidingen Rapportering overleg met Groep T 25 april 2012 Aanstellingen opleidingshoofd SRW en departementshoofd G&T Mondeling verslag financieel comité Jaarrekening 2011 Overnameprotocol SRW Verslag van intentie tot samenwerking met Sint- Franciscusinstituut voor verpleegkunde (HBO5) Visitaties banaba s gezondheidszorg Jaarverslag KHLeuven 4

23 mei 2012 Studenten aan het woord: uitslag verkieizingen Kwaliteitszorg KHLeuven Loonopvolging en raming enveloppe 2013 21 juni 2012 Goedkeuring Onderwijs- en examenreglement 2012-2013 Organisatiestructuur KHLeuven Beleidsplan onderzoek en innovatie 2013-2023 Toekomst van de associatie Ontwerpstatuten van de associatie en de hogescholen Kwaliteitszorg: visitaties 23 augustus 2012 Statuten associatie KU Leuven vzw De vorming van één university college voor Leuven en Limburg Statuten en huishoudelijk reglement KHLeuven vzw 20 september 2012 Evolutie studentenaantallen Ontwerpstatuten KHLeuven Fusie KHLeuven KHLim Rapportering overleg met Groep T Aanstelling leidinggevenden Financiën: halfjaarlijkse afsluiting, ESR-rappotering 16 oktober 2012 Studentenaantallen KHLeuven Begroting 2013 Integratie studentenservice vzw Statuten en samenstelling raad van bestuur Stand van zaken fusie KHLeuven-KHLim Toetreding tot samenwerkingsovereenkomst verzekeringen associatie KU Leuven 25 oktober 2012 Stand van zaken fusie KHLeuven-KHLim-Groep T Modelstatuten hogescholen associatie KU Leuven Samenstelling raad van bestuur en algemene vergadering 21 november 2012 Fusieproces KHLeuven-KHLim-Groep T Opvolging raad van bestuur en algemene vergadering van 25 oktober 2012 Bestuursadviesraad KHLeuven Besprekingen met Groep T Verdere planning fusieproces HBO5 en associatiestandpunt HBO5 samenwerking HBO5 Kwaliteitszorg ESF-audit Onderzoek verder studeren en studierendement SAP: stand van zaken Onderwijsaanbod 2013-2014: tendensen hoger onderwijs Studie ecologische voetafdruk 19 december 2012 Aanstellingen leidinggevenden in SSH Leidinggevend kader opleiding bachelor secundair onderwijs Benoemingen 2013: benoemingsruimte en benoemingscommissie Samenwerkingsovereenkomsten KHLeuven HBO5: Sint- Franciscusinstituut voor verpleegkunde en Sociale School Heverlee Jaarverslag KHLeuven 5

Fusie KHLeuven-KHLim-Groep T Senaat Statuten KHLeuven in voorbereiding van statutenwijziging door algemene vergadering op 20 december 2012 2.3 De Algemene Vergadering 2.3.1 Samenstelling De samenstelling zag er tot en met 25 oktober 2012 als volgt uit: 1) Leden van de eerste geleding Algemene vergadering KHLeuven: de vaste vertegenwoordigers in de Algemene vergadering van de vzw Associatie K.U.Leuven Bruynseraede Yvan, vertegenwoordiger van de K.U.Leuven De Graeve Georges, vertegenwoordiger van Groep T Leuven De Groote William, vertegenwoordiger van KHBO Devisch Noël, vertegenwoordiger van de K.U.Leuven D Hulst Norbert, vertegenwoordiger van K.U.Leuven Genoe Lodewijk, voorzitter en vertegenwoordiger van KH Kempen Goedseels Vic, vertegenwoordiger van de K.U.Leuven Janssens Jef, vertegenwoordiger van de K.U.Leuven Lenaers Rob, vertegenwoordiger van Lessius Antwerpen Rammant J.P, voorzitter en vertegenwoordiger van St. Lukas, Brussel Daems Herman, vertegenwoordiger van de K.U.Leuven Smets Jan, voorzitter en vertegenwoordiger van HUB - EHSAL Smets Jan, voorzitter en vertegenwoordiger van KAHO-St.-Lieven Van Broekhoven Norbert, voorzitter en vertegenwoordiger van KH Limburg Vandemeulebroecke Lieve, vertegenwoordiger van de K.U.Leuven Vanlerberghe, voorzitter en vertegenwoordiger van KATHO Van Liempt Karel, vertegenwoordiger van Thomas Moore Mechelen Vervenne Marc, vertegenwoordiger van de K.U.Leuven Vinck Karel, vertegenwoordiger van de K.U.Leuven 2) Gecoöpteerde leden in de Algemene vergadering van de vzw Associatie K.U.Leuven: Boonen Carine Geens Koen De Wilde Julien Van Hecke Mieke Jonckheere Robert Lannoo Matthias Oosterlinck André Reynaers Martine Rombouts Theo Verhaeghe Paul Mgr.Bonny Johan 3) Leden van de tweede geleding Algemene vergadering KHLeuven: Clijsters Jos Martens Toon Tavernier Karel Vael Marianne Baert Karel Deneffe Luc Jaarverslag KHLeuven 6

Haest Roger Holtzer Lon Houthuys Kris Keirse Manu Melis Ludo Lepère Jean-Jacques Klingels Pieter Geuvens Jos Goffin Jan Pletinck Beatrijs Develtere Patrick Smal Marie-Thérèse Verbaeten Pierre Norbert Van Broekhoven Hendrickx Laurence (tot en met 30/9/2012), Robin Coelmont (van 1/10/2012 tot 25/10/2012) Gerochristos Céline (tot en met 30/9/2012), Laure Verriest (van 1/10/2012 tot 25/10/2012) Vanaf 25 oktober 2012 is de samenstelling van de algemene vergadering gewijzigd. Op de bijzondere algemene vergadering van 20 december 2012 werd Norbert Van Broekhoven tot voorzitter en Jos Clijsters als ondervoorzitter van de algemene vergadering aangesteld. Het register met de leden van de Algemene Vergadering vzw Katholieke Hogeschool Leuven ziet er vanaf 20 december 2012 als volgt uit: Geleding 1 De heer CLIJSTERS Jos, Bierbeekstraat 111b, 3360 Korbeek-Lo De vzw HUB-EHSAL met zetel te 1000 Brussel, Warmoesberg 26 ondernemingsnummer: 408429584 De vzw Katholieke Hogeschool Sint-Lieven met zetel te 9000 Gent, Gebr. Desmetstraat 1 ondernemingsnummer: 457545832 De vzw Hogeschool Sint-Lukas Brussel met zetel te 1030 Brussel, Paleizenstraat 70 ondernemingsnummer: 456252663 De vzw LUCA School of Arts met zetel te 1030 Brussel, Koningsstraat 328 ondernemingsnummer: 456758944 De vzw Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende met zetel te 8200 Brugge (Sint-Michiels), Xaverianenstraat 10 ondernemingsnummer: 455932266 De vzw Katholieke Hogeschool Limburg met zetel te 3590 Diepenbeek, Agoralaan gebouw B bus 1, Campus Diepenbeek ondernemingsnummer: 417195515 Jaarverslag KHLeuven 7

De vzw Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen met zetel te 8500 Kortrijk, Doorniksesteenweg 145 ondernemingsnummer: 455922071 De vzw Thomas More Mechelen met zetel te 2800 Mechelen, Zandpoortvest 13 ondernemingsnummer: 455411733 De vzw Thomas More Antwerpen met zetel te 2018 Antwerpen, Jozef De Bomstraat 11 ondernemingsnummer: 420575568 De vzw Thomas More Kempen met zetel te 2440 Geel, Kleinhoefstraat 4 ondernemingsnummer: 409667028 De vzw GROEP T met zetel te 3000 Leuven, Vesaliusstraat 13 ondernemingsnummer: 419169365 Geleding 2 professor DAEMS Herman, Kruisbooglaan 20, 3210 Lubbeek professor BRUYNSERAEDE Yvan, Jachthoorn 11, 3210 Lubbeek professor DEVISCH Noël, Kwerpsebaan 269, 3071 Erps-Kwerps de heer D HULST Norbert, Diestsestraat 178a b32, 3000 Leuven de heer GOEDSEELS Vic, Slangenstraat 41, 3010 Kessel-Lo professor JANSSENS Jozef, Steenveldstraat 29, 3210 Lubbeek professor OOSTERLINCK André, Parklaan 13, 3360 Bierbeek professor PEETERS Theo, Jagersdreef 3, 3210 Linden professor VANDEMEULEBROECKE Lieve, Houwaartsebergweg 17, 3390 Tielt-Winge professor VERVENNE Marc, Groot Begijnhof 20, 3000 Leuven de heer VINCK Karel, Rijnkaai 37, 2000 Antwerpen Geleding 3 monseigneur BONNY Johan, Schoenmarkt 2, 2000 Antwerpen mevrouw BOONEN Carine, Guldendal 9, 1850 Grimbergen de heer DE WILDE Julien, Jabekestraat 49, 9230 Wetteren de heer GEENS Koenraad, Kouterstraat 43, 3040 Loonbeek de heer JONCKHEERE Robert, Tiensesteenweg 279, 3800 Sint-Truiden de heer LANNOO Matthias, St. Hubertusstraat 4, 8700 Tielt Aarsele de heer ROMBOUTS Theodoor, Jasmijnlaan 23, 3191 Hever-Boortmeerbeek mevrouw VAN HECKE Maria, Kloosterstraat 29, 9080 Beervelde de heer VERHAEGHE Paul, Ringlaan 80, 3080 Tervuren professor OOSTERLINCK André, Parklaan 13, 3360 Bierbeek Tot en met 25 oktober 2012 namen de departementshoofden van KHLeuven deel aan de algemene vergadering als genodigden zonder stemrecht. De regeringscommissaris ontvangt eveneens een uitnodiging en voor de goedkeuring van de jaarrekening wordt de commissaris-revisor uitgenodigd. De stafmedewerker algemene directie zorgt voor de administratieve ondersteuning en de verslaggeving van de algemene vergadering. De bevoegdheden van de Algemene Vergadering zijn beschreven in de statuten van de KHLeuven vzw. Jaarverslag KHLeuven 8

2.3.2 Activiteitenverslag De Algemene Vergadering vergaderde op 23 mei 2012. De agenda van de vergadering zag er als volgt uit: 1. Goedkeuring van het verslag van de vergadering van 27 oktober 2011 2. Goedkeuring van de jaarrekening 2011 (Resultaatsverdeling, jaarverslag, verslag van de commissaris-revisor) 3. Verslag van de revisor 4. Kwijting van de bestuurders en de commissaris-revisor voor de uitoefening van hun mandaten 5. Jaarverslag 2011 en toelichting over kwaliteitsbeleid van de KHLeuven 6. Samenstelling van de Raad van bestuur en de benoeming van de voorgestelde personen als lid van de tweede geleding van de Algemene Vergadering van KHLeuven. 7. Opvolging van Algemene Vergadering van de Associatie dd. 3 april 2012 De algemene vergadering vergaderde vervolgens op 25 oktober 2012: 1. Goedkeuring van het verslag van de vergadering van 23 mei 2012 2. Integratie studentenservice vzw (STUVO) bekrachtiging Algemene vergadering 3. Goedkeuring investeringsbegroting Associatie K.U.Leuven, alsook de begroting 2013 en de meerjarenbegroting 2013-2017 4. Stand van zaken fusie KHLeuven KHLim - GroepT 5. Samenstelling Raad van bestuur en Algemene vergadering: aanvaarding ontslag bestuurders, verlenging van het mandaat van drie bestuurders tot en met 31 december 2012 en de benoeming van de nieuwe raad van bestuur met ingang van 1 januari 2013. Twee studenten werden aangesteld tot en met 30 september 2012; de overige bestuurders voor een mandaatsperiode van 5 jaar met ingang van 1/1/2013. 6. Aanstelling revisor (na aanbestedingsprocedure) 7. Studentenaantallen KHLeuven (ter info) 8. Statuten KHLeuven: goedkeuring nieuwe statuten Op 20 december 2012 vond er een bijzondere algemene vergadering plaats met de volgende agenda: 1. Goedkeuring van het verslag van de vergadering van 25 oktober 2012 2. Statutenwijziging KHLeuven vzw 3. Ontslag en benoeming bestuurders 4. Aanduiding voorzitter, ondervoorzitter en secretaris algemene vergadering 5. Aanstelling algemeen directeur en algemeen beheerder Jaarverslag KHLeuven 9

3 Het Hogeschoolonderhandelingscomité (HOC) 3.1 Samenstelling van het HOC Voorzitter: Mieke Peeters Personeelsvertegenwoordigers : Marien Laeremans, Nico Nijsten, Flor Ory, Peter Raymaekers, Odette Vanhorenbeek, Kathleen Zonderman. Vertegenwoordigers van het hogeschoolbestuur: Wim Bergen, Toon Martens, Toon Quaghebeur, Imran Uddin, Luc Vanhille. 3.2 Activiteitenverslag Het HOC vergaderde in 2012 acht keer. Hierna volgt het overzicht van de belangrijkste agendapunten: 15 februari 2012 Functioneringsbegeleiding aanvangsbegeleiding nieuwe medewerkers Reglement gastprofessoren Afspraken ivm staking Geïntegreerd personeelsreglement Aanpassing Arbeidsreglement ivm opzegtermijnen Stand van zaken readaptatiewetenschappen 21 maart 2012 Functioneringsbegeleiding aanvangsbegeleiding nieuwe medewerkers vervolg Verslag vormingsfonds Afspraken in geval van staking vervolg Organisatiestructuur KHLeuven stand van zaken Informatie nieuwe regelgeving Goedkeuring ESF-project 2 mei 2012 Huishoudelijk reglement HOC en DOC Overname protocol SRW Aanpak SAP Benoemingen 2012 Secretariaat HOC Sharepoint 13 juni 2012 Opvolging secretariaat HOC en Benoemingen 2012 Resultaten Sociale Verkiezingen 2012 Procedure stakingen (vervolg) HHR en verkiezingsreglement HOC-DOC Jaarverslag 2011, deel personeel Derde examenperiode 2012-2013 Prioriteiten 2012-2013 5 september 2012 Gemeenschappelijk HOC KHLeuven KHLim Evolutie Studentenaantallen Beleidsplan onderzoek SAP - opvolging Prioriteiten HOC Nieuwe regeling jobstudenten 24 oktober 2012 Begroting 2013 en meerjarenbegroting 2013-2017 Jaarverslag KHLeuven 10

7 november 2012 Toelichting CAO 104 Opvolging CAO III Hoger Onderwijs Onderwijsaanbod SAP opvolging HHR HOC-DOC opvolging 19 december 2012 Stand van zaken fusie KHLeuven-KHLim Benoemingen 2013 Structuur Leidinggevend kader BASO Voorstel Vormingsdag KHLeuven Evaluatie onthaal nieuwe medewerkers Blended Learning In 2012 werden de volgende protocols afgesloten: Protocol van akkoord over de tewerkstelling van gastprofessoren Protocol nr. 72 (akkoord) m.b.t. de personeelsformatie 2013 Jaarverslag KHLeuven 11

4 De Academische Raad 4.1 Samenstelling De academische raad was in academiejaar 2011-2012 als volgt samengesteld: Voorzitter: Toon Martens De vertegenwoordigers van het hogeschoolbestuur: Wim Bergen, Mady Van Cauteren (vanaf 1/10/2012: Toon Quaghebeur), Imran Uddin en Luc Vanhille. De vertegenwoordigers van het personeel: Hilde Bogaerts, Gunther Gehre, An Roelandt. De vertegenwoordigers van de studenten: Robin Coelmont en Jorik Cleenders. Genodigde: Davy Buntinckx (studentencoach) Irène Hermans, secretaris van de Academische raad. Documentatie en verslaggeving: Fons Jordens, algemeen secretaris KHLeuven 4.2 Verslag van de werking academiejaar 2011-2012 De Academische Raad vergaderde tijdens academiejaar 2011-2012 op volgende datums en heeft de volgende thema s besproken: 26 oktober 2011 Begroting 2012 en Meerjarenbegroting 2012-2016 Opvolging van de beleidsplannen Nieuws uit de associatie KU Leuven 23 november 2011 Onderwijs innovatiefonds bestedingen 2011-2012 Bijsturing beleidsplannen beleidsplan onderzoek en innovatie Implementatie SAP plan vna aanpak, aandachtspunten vanuit onderwijs Overname opleiding sociale readaptatiewetenschappen Toekomst aanmoedigingsfonds Erasmusbeurzen 22 februari 2012 Besteding innovatiefonds 2011-2012 Gewijzigd OOP II Overname opleiding SRW (stand van zaken) Afstemming beleidsplannen Opvolging visitatie toegepaste informatica Stand van zaken voorbereiding NAS 23 mei 2012 Bespreking en goedkeuring van het onderwijs- en examenreglement (OER) Toetsbeleid Onderzoek: jaarverslag onderzoek Onderzoek: krachtlijnen in het neiuwe beleidsplan onderwijs en innovatie Jaarverslag KHLeuven 12

5 De studentenraad (OSR) 5.1 Algemeen Binnen de KHLeuven zijn de studenten georganiseerd in twee overkoepelende structuren: de Overkoepelende StudentenRaad (OSR) en de Overkoepelende KringRaad (OKeR). OKeR overkoepelt alle studentenkringen van de KHLeuven. OSR overkoepelt de Departementale Studentenraden (DSR) van de KHLeuven. De werking van OSR situeert zich op het niveau van de hogeschool. De studentenvertegenwoordigers geven advies over sociale zaken en onderwijsaangelegenheden die de studenten rechtstreeks aanbelangen. Binnen de Overkoepelende StudentenRaad van de KHLeuven komen democratisch verkozen studenten uit alle departementen samen om de meer dan 6000 studenten van de KHLeuven te vertegenwoordigen binnen een aantal interne en externe raden en werkgroepen. De studentenvertegenwoordigers kunnen rekenen op de ondersteuning van een voltijdse studentencoach. Gedurende het academiejaar 2011-2012 werd deze functie overgenomen door Davy Buntinx. De financiële, materiële en personele ondersteuning van studentenparticipatie wordt in KHLeuven consequent uitgevoerd. Hiertoe stelt zij een autonoom budget ter beschikking van OSR, biedt zij materiële ondersteuning én is er een studentencoach aangeworven. In het gebouw van LOKO (Leuvense Overkoepelende KringOrganisatie), gelegen in het centrum van Leuven, beschikt OSR over een eigen kantoor. 5.2 Samenstelling en functies In het academiejaar 2011-2012 heeft er één verkiezingsperiode op het einde van het academiejaar plaatsgevonden. De bureauverkiezingen vonden plaats op het einde van het voorgaande academiejaar. Verkozen studentenvertegenwoordigers Departement Functie Arne Raats - externe Astrid Brans SSH AV lid Astrid Van Laere SSH AV lid Bart Van Doren G&T AV lid Celine Gerochristos ECHO Penningmeester Cynthia De Looze ECHO AV lid Daphne Rahir G&T AV lid Dennis De Cat DLO-H AV lid Dries Vleugels SSH AV lid Evelien Moors SSH AV lid Jessie Callaert DLO-H AV lid Jorik Cleenders SSH AV lid Jaarverslag KHLeuven 13

Verkozen studentenvertegenwoordigers Departement Functie Jurgen Jacobs G&T AV lid Katrijn Heselmans ECHO Ondervoorzitter Laure Verriest DLO-H AV lid Laurence Hendrickx ECHO Voorzitter Leonore Gallego Irles SSH AV lid Maarten Vion SSH AV lid Maria Alexandrakis ECHO AV lid Mohamed Auragh ECHO AV lid Natalie Claes DLO-D AV lid Nele Apers ECHO LOKO lid Nick Van Den Heuvel DLO-D AV lid Philippe Beeckmans G&T OKeR lid Robin Coelmont ECHO AV lid Wouter Degroote DLO-D AV lid Wouter Hermans G&T AV lid Yannick Wittemans ECHO AV lid Yasmine Dumoulin - Externe 5.3 De werking De Overkoepelende StudentenRaad is de officiële spreekbuis van alle studenten op het niveau van de hogeschool. De leden van de Overkoepelende StudentenRaad vertegenwoordigen de standpunten van de KHLeuven-studenten in diverse raden binnen en buiten de KHLeuven. Er worden zowel onderwijskundige als sociale zaken behandeld. De Overkoepelende StudentenRaad is samengesteld uit democratisch verkozen studentenvertegenwoordigers. De verkiezingen waren ook in het academiejaar 2011-2012 zonder twijfel een succes. In mei 2012 kende het stemmingspercentage een sterke stijging van 19% naar 30%. Op geregelde tijdstippen komt de Algemene Vergadering van OSR samen. Er wordt overleg gepleegd over de standpunten die de studentenvertegenwoordigers innemen in de raden en werkgroepen waarin ze participeren. In het academiejaar 2011-2012 heeft de Overkoepelende StudentenRaad 10 Algemene Vergaderingen gehouden. Bijkomend vond één Bijzondere Vergadering plaats gedurende het vormingsweekend. Jaarverslag KHLeuven 14

5.3.1 Interne vertegenwoordiging Op onderwijskundig vlak zetelen de studentenvertegenwoordigers van de Overkoepelende StudentenRaad in de Algemene Vergadering, de Raad van Bestuur, de Academische Raad en de Interdepartementale Opleidingscommissie van de KHLeuven. Daarnaast worden mandaten opgenomen in verschillende werkgroepen zoals de Werkgroep Onderwijs- en Examenreglement en de Inderdepartementale Werkgroep Internationalisering. Voor sociale materies zetelen de studentenvertegenwoordigers van de Overkoepelende StudentenRaad in de Algemene Vergadering en de Raad van Bestuur van vzw Studentenservice KHLeuven. De paritaire samenstelling van deze raden maakt dat de studentenvertegenwoordigers een stempel kunnen drukken op het sociale beleid dat gevoerd wordt binnen de KHLeuven. 5.3.2 Externe vertegenwoordiging Ook op hogere niveaus zendt de Overkoepelende StudentenRaad haar vertegenwoordigers uit om de mening van de KHLeuven-student kracht bij te zetten. Zo zetelen zij onder meer in de Leuvense Overkoepelende KringOrganisatie (LOKO), de Studentenraad van de Associatie Leuven (StAL) en in de Vlaamse Vereniging van Studenten (VVS). 5.3.3 Stroomlijnen van de communicatie en onderlinge samenwerking Zoals de voorgaande academiejaren werd ook in 2011-2012 heel wat tijd en energie besteed aan het stroomlijnen van de communicatie en de onderlinge samenwerking. Dit zijn immers de basisvoorwaarden om te komen tot een goed functionerende studentenvertegenwoordiging voor de hogeschool en voor de studenten zelf. De uitgebreide vertegenwoordiging binnen verschillende instellingen en op onderscheiden niveaus brengt met zich mee dat een efficiënte doorstroming van informatie van enorm belang is. Als gevolg wordt reeds geruime tijd gestreefd naar een optimalisatie van de communicatie binnen en tussen de verschillende studentenraden, maar ook naar de achterban, de studentenkringen en externen toe. Verschillende initiatieven ter bevordering van de communicatie en onderlinge samenwerking werden opgestart en verdergezet. 5.3.4 Interne communicatie De onderlinge samenwerking tussen OSR en OKeR werd opnieuw verstevigd. Net als het voorgaande academiejaar maakt een lid van OKeR deel uit van de Algemene Vergadering van de Overkoepelende StudentenRaad. Dit jaar was dit de voorzitter van OKeR (Philippe Beeckmans). Hij creëert een duidelijke band tussen de studentenraden en de studentenkringen van de KHLeuven. Daarnaast werden verschillen blootgelegd tussen de onderscheiden kringen en studentenraden die naar de toekomst toe voor problemen en/of uitdagingen konden zorgen. Op het jaarlijkse OSR-weekend werd sterk de nadruk gelegd op het leggen van externe contacten. Hiervoor werd een VVS-vorming ingericht. Daarnaast was het thema van dit OSR-weekend tolerantie/verdraagzaamheid waaruit een nota voor de dienst Diversiteit voortvloeide. Elk van deze initiatieven heeft reeds haar vruchten afgeworpen. De Overkoepelende StudentenRaad plant dan ook om verder te gaan op deze weg. Voor de nieuw verkozen studentenvertegenwoordigers van OSR is het niet altijd even gemakkelijk zich een weg te banen door de hoeveelheid aan informatie die ze te verwerken krijgen. Om hieraan te verhelpen organiseren de studentenvertegenwoordigers in samenwerking met de studentencoach na de verkiezingen een informatiemoment over studentenparticipatie. Verschillende sprekers geven meer uitleg over de verschillende raden en werkgroepen binnen de hogeschool en vzw Studentenservice teneinde de studentenvertegenwoordigers voor te bereiden op hun opdracht. Naast de formele informatiesessie wordt ruim de tijd genomen voor een informele kennismaking met de personeelsleden van vzw Studentenservice. Jaarverslag KHLeuven 15

5.3.5 Externe communicatie Ook dit jaar hebben de studentenvertegenwoordigers van OSR een actieve rol op zich genomen binnen de externe raden. Zowel binnen LOKO, StAL als VVS lieten zij hun stem meermaals horen. Hun afvaardiging binnen het stadsoverleg werd door LOKO overgenomen. Om ook het contact met de andere Leuvense studentenvertegenwoordigers te bevorderen, organiseerde OSR samen met OKeR een Plan Sjarel. Dit is een avond waarop alle Leuvense studentenkringen en studentenraden, zowel van de universiteit als van de hogescholen, uitgenodigd worden voor een informele babbel met een hapje en een drankje. Contact en overleg met andere studentenvertegenwoordigers is immers zeer belangrijk voor een goed functionerende studentenvertegenwoordiging. Studentenvertegenwoordigers van zowel de universiteit als de hogeschool hebben het evenwel moeilijk om hun verwachtingen ten aanzien van elkaar te expliciteren. Enerzijds kan moeilijk gedefinieerd worden welk gericht aanbod kan gedaan worden door LOKO. Anderzijds kan moeilijk door de hogeschoolstudenten aangegeven worden welk gericht aanbod zij verwachten. De Toledo-cursus van het good (=gemeenschappelijk OpleidingsOnderdeel) studentenparticipatie werd geactualiseerd met enkele handleidingen en contactgegevens die voor mogelijke studentenvertegenwoordigers interessant kan zijn. Belangrijkste agendapunten waarover OSR zich boog: De inkanteling van de studentenvoorzieningen. De verdeling van Erasmusbeurzen binnen de eigen hogeschool. Een visietekst Tolerantie vanuit het OSR-weekend aan de dienst Diversiteit. De overname van Sociale Readaptiewetenschappen op Sociale School. De inschrijvingsprocedure voor nieuwe studenten én voor de tweede examenkans. Crisiscommunicatie aan de KHLeuven. De nakende invoering van SAP. De hervorming van de bachelorproef. Leerkrediet. Sociale media en privacy. Jaarverslag KHLeuven 16

6 Bescherming en Preventie op het Werk 6.1 De interne dienst voor Bescherming en Preventie op het Werk (IDPBW) 6.1.1 Structuur van de interne dienst In 2011 besloot de KHLeuven samen met de K.U.Leuven en enkele andere hogescholen in te stappen in een gemeenschappelijke dienst Veiligheid Gezondheid Milieu (VGM). Door expertise op gebied van veiligheid, gezondheid en milieu te bundelen wil de KHLeuven beter beantwoorden aan de wettelijke voorschriften en personeelsleden en studenten een veiligere en gezondere werkomgeving bieden. De aanvraag tot erkenning bij de federale overheid is lopende. De aanvraag tot oprichting van een gemeenschappelijke dienst voor preventie en bescherming op het werk Associatie KU Leuven werd de laatste keer in november 2012 toegelicht op het CPBW. De interne dienst IDPBW werd geleid door de coördinerende preventieadviseur Kristof Pollet (vanaf september 2012 vervangen door Daniël Simons) samen met de VGM-consulent van KU Leuven Jos Van Neck. Verder bestaat de interne dienst (IDPBW) van de KHLeuven uit drie lokale VGM-coördinatoren: Wim Vlummens (preventieadviseur arbeidsveiligheid basisvorming) voor de departementen lerarenopleiding (DLO) en Economisch Hoger Onderwijs (ECHO); Valérie Sysmans (preventieadviseur arbeidsveiligheid basisvorming) tot oktober 2012 en vanaf oktober 2012 Daniël Simons (preventieadviseur arbeidsveiligheid in opleiding niveau 2) voor het departement Sociale School Heverlee (SSH); Kristof Pollet (preventieadviseur arbeidsveiligheid niveau 2, tevens coördinerend preventieadviseur tot september 2012) voor het departement Gezondheidszorg en Technologie (G&T); Daniël Simons (preventieadviseur arbeidsveiligheid in opleiding niveau 2 en tevens coördinerend preventieadviseur vanaf september 2012) voor de algemene diensten (AD). De interne dienst ondersteunt de departementen bij het uitwerken van het VGM-beleid en werkt procedures uit met betrekking tot veiligheid, gezondheid en milieu. Ze verstrekt adviezen op vraag van (functioneel) leidinggevenden en lectoren rond thema s en concrete situaties die te maken hebben met VGM. Bijkomend is er ook nog een coördinator bio-veiligheid aangesteld (Sara Moens). De coördinator bio-veiligheid is verbonden aan het departement Gezondheidszorg en Technologie die zich in samenwerking met de arbeidsgeneesheren specifiek richt op de (bio)veiligheid van de laboratoria. De interne dienst werkt voor gezondheidsaspecten, ergonomie en psychosociale aspecten samen met de externe dienst IDEWE. Zowel Dr. Anja Vandeputte, preventieadviseur-arbeidsgeneesheer als Björn Wullens, preventieadviseur-psychosociale aspecten behoren tot de externe dienst IDEWE. De preventieadviseur-psychosociale aspecten vormt samen met de vertrouwenspersonen binnen de hogeschool het opvangteam voor klachten van psychosociale aard en ongewenst gedrag op het werk. Er zijn vier vertrouwenspersonen aangesteld in het kader van het psycho-sociaal welzijn: Veerle Desmet (DLOH), Christine De Vos (DLOD), Karoline Vandingenen (ECHO), Lies Verdonck (G&T, SSH, AD), allen werknemers van de KHLeuven. 6.1.2 Werkzaamheden van de interne dienst In 2012 voerde de interne dienst samen met de VGM-adviseurs van de KU Leuven een VGM-audit in de hogeschool uit. Deze audit werd in het najaar 2011 voorbereid: organisatie van de audit, Jaarverslag KHLeuven 17

vragenlijsten opstellen, presentaties op verschillende niveaus voorbereiden, verzamelen van alle interne procedures en afspraken, evaluatie van de risicocodes toegekend aan de personeelsleden en studenten van de KHLeuven. De audit had tot doel om een aantal VGM-aspecten in kaart te brengen op basis waarvan prioritaire acties opgesteld worden. De audit werd per locatie uitgevoerd. Voor de technische audits werden 2 of 3 bezoeken aan elke campus gepland: 1) brandveiligheid, 2) milieu (vergunningen, etc.) en 3) algemene rondgang met IDEWE (arbeidsgeneesheer) waarop ook de personeelsvertegenwoordiging werd uitgenodigd. In alle departementen was er het commitment en de steun om een goede VGM-foto te kunnen maken. De audit betekende een eerste stap om VGM professioneler aan te pakken. Het eindrapport met de aanbevelingen en de actiepunten voor de komende jaren is toegelicht begin 2013. Over het geheel werd gerapporteerd aan het CPBW. De deelaudits werden teruggekoppeld per organisatie-eenheid. De procedure, schokkende gebeurtenissen KU Leuven, werd toegelicht. Bjorn Wullus, preventieadviseur psychosociale aspecten IDEWE heeft toelichting gegeven bij eventuele opvangmaatregelen bij schokkende gebeurtenissen. Er zijn defibrilatoren aangekocht voor de campus DLO-ECHO en DLO Diest. In G&T bevindt er zich een defibrilator in het vaardigheidscentrum. Er werden in alle departementen vacuatie-oefeningen gehouden. 6.2 Het comité voor Bescherming en Preventie op het Werk (CPBW) 6.2.1 Samenstelling en werking Sinds 2008 is er één centraal CPBW opgericht op niveau van de KHLeuven. Na de sociale verkiezingen van mei 2012 is het CPBW als volgt samengesteld: Voorzitter Toon Martens AD Plaatsvervangend voorzitter Toon Quaghebeur G&T Afvaardiging werkgever Toon Quaghebeur G&T Steven Piessens Jan Vanderghote Mariëlle Timmermans Luc Vanhille Carline Vuylsteke Afvaardiging werknemers Vic Bastiaens Nico Nijsten Katrien Cnudde Ilse Van Nieuwenhove Odette Vanhorebeek Kathleen Zonderman Jan Weckx G&T DLO SSH ECHO ECHO ECHO ECHO DLO H ECHO AD SSH G&T In 2009 werd het Globaal Preventieplan (GPP) opgemaakt en goedgekeurd binnen het CPBW. Het GPP is opgesteld voor een periode van vijf jaar (2009-2014). De strategische doelstellingen, Jaarverslag KHLeuven 18

operationele doelstellingen, acties en kritische prestatieindicatoren in dit document worden gekaderd in het 3-P-model van duurzame ontwikkeling: People, Planet en Profit/Prosperity. Er worden 3 strategische doelstellingen onderscheiden: De KHLeuven voert een coherent beleid inzake preventie, welzijn en duurzaamheid ( prosperity ) De KHLeuven streeft naar een verbetering van het welzijn van haar werknemers ( people ) De KHLeuven handelt uit respect voor het milieu ( planet ) Uit het Globaal Preventieplan werden in het Jaaractieplan JAP 2011-2012 volgende acties weerhouden: Uitbouwen van de gemeenschappelijke dienst IDPBW (organisatie, rollen, verantwoordelijkheden, procedures, administratieve opvolging etc.); Opstart van een audit VGM (veiligheid, gezondheid en milieu) binnen de verschillende departementen en vestigingen van de KHLeuven; KHLeuven noodplannen uitwerken, gelijklopend met de verschillende VGM-audits (incl. Crisiscommunicatie en internationaal beleid m.b.t. personeel en studenten); Opvolging en verdere implementatie m.b.t. de afvalverwijdering en het afvalbeleid. (o.m. het afsluiten van de contracten voor afvalverwijdering, de scheiding van de verschillende afvalfracties op een uniforme manier en het opzetten van sensibilisatieacties m.b.t. het verbruik van o.a. papier). Samenwerking met associatie KU Leuven gemeenschappelijke dienst De aanvraag tot oprichting van een gemeenschappelijke dienst voor preventie en bescherming op het werk Associatie KU Leuven werd in november 2012 toegelicht op het CPBW. Het besproken document was bestemd voor FOD werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg, Algemene Directie Humanisering van de Arbeid. Het Comité nam kennis van en ging akkoord met de aanvullingen in het aanvraagdossier. De aanvullingen waren de volgende: - De gemeenschappelijke interne preventiedienst zal worden uitgebreid met de leden van de Associatie KU Leuven die tot op heden nog niet waren opgenomen in het lopende aanvraagdossier. - Het Comité neemt kennis van de samenstelling van de gemeenschappelijke dienst van de Associatie en de tijdsbesteding van de erin vertegenwoordigde preventieadviseurs zoals weergegeven in de tabel in het aangevuld aanvraagdossier. Het Comité gaat akkoord met de keuze van de preventieadviseurs die aan het eigen Comité worden toegewezen en hun respectievelijke tijdsbesteding. - Het Comité neemt kennis van het huishoudelijk reglement van het Overlegcomité voor de Gemeenschappelijke Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk zoals gevoegd in bijlage bij het aangevuld aanvraagdossier. Het zal een nog nader te bepalen werknemers- en een nader te bepalen werkgeversafgevaardigde aanduiden. Voor elk van beiden zal eveneens een plaatsvervanger worden aangeduid. Het CPBW kwam in 2012 acht keer samen. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de data van deze vergaderingen, met telkens een overzicht van de belangrijkste agendapunten die aan bod zijn gekomen. Jaarverslag KHLeuven 19

Datum Belangrijkste agendapunten 16 februari 2012 Gemeenschappelijke dienst VGM: stand van zaken Aanstelling coördinerend preventieadviseur KHLeuven VGM-audit: stand van zaken Project KHLeuven op kleine voet Sociale verkiezingen KHLeuven (ter info) 15 maart 2012 Jaarverslag EDPBW Idewe 2011 Jaarverslag IDPBW KHLeuven 2011 Maandverslag IDPBW KHLeuven januari-februari 2012 Sociale verkiezingen KHLeuven (ter info) Procedure arbeidsongevallen 3 mei 2012 Actie Ikkyoto 2012 Maandverslag IDPBW maart 2012 Sociale verkiezingen: stand van zaken 7 juni 2012 Samenstelling CPBW Aanstelling preventieadviseur Organisatiestructuur gemeenschappelijke dienst PBW HHR CPBW KHLeuven Maandverslag IDPBW april-mei 2012 20 september 2012 Functieomschrijving VGM-antennecoördinator Opvolging kopielokaal ECHO Jaaractieplan 2012-2013 Maandverslag IDPBW juni-augustus 2012 Griepvaccin 11 oktober 2012 Huishoudelijk reglement CPBW KHLeuven Maandverslag IDPBW oktober 2012 Aanstelling VGM-antenne preventieadviseur SSH Geluidsmeting in sportzaal Griepinenting: opvolging 13 december 2012 Verkeerssituatie fietsers campus Gasthuisberg Interne organisatie VGM fusie KHLim Ziekteverzuim: rapportering Maandverslag IDPBW november 2012 Arbeidsongevallen-incidenten november 2012 6.2.2 Afvaardiging in het Overlegcomité associatie KU Leuven Het Comité duidt één afgevaardigde van de werkgever en één afgevaardigde van het personeel aan die deelnemen aan het Overlegcomité, alsook hun resp. plaatsvervangers. Voor de werkgever: Toon Martens (effectief), Toon Quaghebeur(plaatsvervanger) Voor de werknemers: Nico Nijsten (effectief) en Vic Bastiaens (plaatsvervanger) 6.2.3 Sociale verkiezingen Overeenkomstig de datum van de sociale verkiezingen (15/05/2012) startte de procedure voor de sociale verkiezingen voor de KHLeuven op vrijdag 16 december 2011. Op deze dag communiceerde de werkgever over het aantal bedrijfseenheden en de leidinggevende functies in de organisatie. Jaarverslag KHLeuven 20

Zoals in 2008 koos de KHLeuven voor één bedrijfseenheid en één comité voor preventie en bescherming op het werk op hogeschoolniveau. Via de sociale verkiezingen verkoos het personeel de werknemersafvaardiging uit de personen die de vakorganisaties als kandidaat hadden voorgedragen. De leidinggevende functies waren als volgt vastgesteld: algemeen directeur, departementshoofd, adjunct-departementshoofd, opleidingshoofd, hoofd administratieve diensten en hoofd onderwijs & onderzoek. Hieruit werd de werkgeversafvaardiging voor het CPBW samengesteld. Jaarverslag 2012 Jaarverslag KHLeuven 21

1 Inleiding HOOFDSTUK 2 - ICT De aanwending van ICT voor als hulpmiddel voor onderwijs, onderzoek en ondersteunende diensten is cruciaal voor het beleid van de hogeschool. Een goed uitgebouwde ICT basisinfrastructuur is daarbij van groot belang. De ruggengraat daarvan wordt gevormd door het netwerk dat een fundament is voor het faciliteren van communicatie en samenwerking binnen en buiten de hogeschool. Dankzij de middelen van de Vlaamse Overheid werden alle sites van de KHLeuven aan Gigabit snelheid verbonden. Ook de overige elementen van de basisinfrastructuur (servers, storage, ) worden continu verder uitgebouwd. Een belangrijke uitdaging voor de toekomst is daarbij het realiseren van redundantie voor de netwerkverbindingen en de belangrijkste componenten om de organisatie minder kwetsbaarheid te maken voor storingen. In het voorbije academiejaar ging er veel aandacht naar de verdere uitrol van Sharepoint als platform om de samenwerking tussen medewerkers te faciliteren en de voorbereidingen voor het Corona project. 2 Basis ICT infrastructuur 2.1 PC Park Om alle studenten en personeelsleden in de gelegenheid te stellen om toegang te hebben tot de ICT faciliteiten van de KHLeuven en tot het internet, beschikt de KHLeuven over een uitgebreid PC park. In tabel 1 hieronder wordt een overzicht gegeven van het aantal toestellen per departement en dit verdeeld per soort (administratieve toestellen, laptops en didactische toestellen). Tabel 2 geeft de evolutie over verschillende academiejaren weer. 2011-2012 Administratief Laptop Didactisch Totaal Algemene Diensten 21 19 40 DLO Diest 15 17 51 83 DLO Heverlee 46 15 212 273 ECHO 36 44 307 387 ECHO/DLO 11 79 90 G&T 53 16 269 338 SSH 75 19 125 219 Totaal KHLeuven 257 130 1043 1430 Tabel 1 Aantal PC s per departement en per type Jaarverslag KHLeuven 22

Academiejaar 03-04 04-05 05-06 06-07 07-08 08-09 09-10 10-11 11-12 2 Algemene diensten 27 32 35 40 45 45 56 66 40 DLO Diest 53 57 68 78 78 85 89 92 83 DLO Heverlee 172 199 230 243 306 288 317 271 273 ECHO 321 323 405 438 369 369 384 394 387 ECHO/DLO 89 91 92 90 90 G&T 1 290 293 308 313 332 395 351 360 338 SSH 164 214 187 199 210 228 220 243 219 Totaal KHLeuven 1.027 1.118 1.233 1.311 1.429 1.501 1.509 1.516 1.430 1 Tot 06-07: G&T = Rega en V&V 2 Grote verschillen kunnen verklaard worden door optimalisatie van de inventaris, voorheen werden mogelijk recent vervangen of non -actieve toestellen meegeteld Tabel 2 Evolutie aantal PC s 2.2 Laptops voor studenten en personeel Ook in het academiejaar 2011-2012 werd er een laptop aanbod voor studenten en personeelsleden opgezet in samenwerking met de associatie KU Leuven en de firma CampusShop.be. De bedoeling hiervan is om studenten en personeelsleden een kwalitatieve laptop aan te bieden tegen een democratische prijs. In totaal kochten 180 studenten en personeelsleden van de KHLeuven een laptop via dit aanbod. 2.3 Netwerkinfrastructuur Alle locaties van de KHLeuven zijn al meerdere jaren (sinds begin 2003) verbonden via een glasvezelverbinding. Hierbij werd er gekozen voor een samenwerking met de KU Leuven waar ook het centrale knooppunt werd gelegd. In het kader van de nieuwbouwprojecten gebeurden er significante wijzigingen aan dit netwerk. Het nieuwe gebouw op Gasthuisberg werd aangesloten op een Gigabitverbinding via Belnet (in het kader van een project van de Vlaamse Overheid). Tevens werd er gekozen voor een andere topologie van het netwerk, waarbij er op elke locatie een router staat. Dit maakt zowel een betere beveiliging als een hogere performantie mogelijk. In dit kader werd er ook een nieuwe telefonie infrastructuur uitgebouwd, gekoppeld aan het datanetwerk via Voice over IP. Onderstaand schema geeft een overzicht van het KHLeuven netwerk: Jaarverslag KHLeuven 23

Figuur 1 Overzicht KHLeuven netwerk 2.4 Draadloos netwerk Het draadloze netwerk werd verder uitgebouwd in alle campussen. Hierdoor is Wi-Fi nagenoeg overal beschikbaar. De beveiliging van de toegang tot het wifi-netwerk verloopt via eduroam. Eduroam is een wereldwijde netwerkdienst gericht op onderzoek en onderwijs om eenvoudige toegang tot het internet te voorzien. In de toekomst zullen verdere investeringen gebeuren in functie van de noodzaak, om bij stijgend gebruik de performantie op peil te houden. Het blijft een uitdaging om het toenemend aantal laptops, smartphones en tablets op een vlotte manier van internet toegang te voorzien. 2.5 Computerzalen In beide nieuwe gebouwen op Gasthuisberg en Hertogstraat werd een volledig uitgerust nieuw serverlokaal voorzien, met onder meer noodstroom en koeling. Daarmee beschikt de KHLeuven over een degelijke ICT basisinfrastructuur waarmee een grotere betrouwbaarheid en beschikbaarheid kan geboden worden. Jaarverslag KHLeuven 24

3 ICT faciliteiten voor studenten en personeel De KHLeuven stelt een hele waaier aan ICT-faciliteiten gratis of zo goedkoop mogelijk ter beschikking van alle studenten en medewerkers: Portaal e-mail e-learning Kotnet eigen schijf- en webruimte elektronische bibliotheken mailinglijsten elektronische studenten- en personeelskaart diverse didactische toepassingen 3.1 Portaal Het KHLeuven portaal (intranet) vormt de digitale draaischijf van de KHLeuven voor communicatie met studenten en personeel. Het portaal is een toegangspoort tot de KHLeuven ICT faciliteiten en geeft op selectieve en beveiligde manier toegang tot allerhande informatie, zoals dienstmededelingen, nieuwsberichten, kalender, documenten, lesroosters, 3.2 e-mail voor studenten en personeel E-mail is een snelle en efficiënte manier om informatie uit te wisselen die KHLeuven optimaal wil gebruiken. Elke student en personeelslid krijgen een KHLeuven e-mail adres. Voor het aanbieden van mail aan studenten wordt er gebruik gemaakt van cloud services, geleverd door Google. Voor personeelsmail werd begin 2011 het groupware platform MS Exchange in gebruik genomen. Zowel inkomende als uitgaande mails worden gecontroleerd op virussen en spam. Hierbij wordt er gebruik gemaakt van de diensten van Belnet. 3.3 Mailinglijsten Het sturen van mails naar groepen bestemmelingen, is enkel nog mogelijk voor personeelsleden en leden van de studentenraad. Sinds juni 2011 wordt daarvoor gebruik gemaakt van MS Exchange als ondersteunend platform. Het verspreiden van mededelingen aan groepen van bestemmelingen (studenten of personeelsleden) gebeurt echter bij voorkeur via het portaal. 3.4 e-learning platform KHLeuven maakt gebruik van het associatieplatform Toledo. Om tot een vlotte werking te komen, werd een koppeling opgezet met het administratieve systeem. Via deze datastroom worden gegevens over het onderwijsaanbod en gebruikers (studenten en personeel) opgeladen naar Toledo. Op die manier is er voor elk opleidingsonderdeel een Toledo cursus beschikbaar die de lector al dan niet toegankelijk kan maken voor de studenten. 3.5 Kotnet KHLeuven studenten en personeelsleden kunnen gebruik maken van Kotnet dankzij de samenwerking met de KU Leuven. Kotnet stelt de studenten en personeelsleden in staat om op een goedkope manier toegang te krijgen tot het internet en de KHLeuven ICT faciliteiten. De Kotnet faciliteit is beschikbaar in Leuven, Heverlee en een deel van Kessel-lo. Kotnet gebruikers kunnen ook draadloze toegang krijgen op publieke plaatsen (bv. studentenrestaurants). Tijdens het academiejaar 11/12 maakten 2.197 studenten hiervan gebruik (dit is 87,15% van de 2.521 studenten waarvoor Kotnet mogelijk is). 3.6 Schijf- en webruimte voor studenten en personeel Elke KHLeuven student of personeelslid kan gratis schijfruimte gebruiken om bestanden te bewaren ( home drive of H-schijf). Deze schijfruimte kan rechtstreeks benaderd worden vanuit KHLeuven PC s (in kantoren, klassen,...). Via het internet is deze schijfruimte eveneens beschikbaar via een web interface. Deze web interface werd vervangen door een modernere, meer gebruiksvriendelijke Jaarverslag KHLeuven 25

interface die ook op smartphones en tablets toegankelijk is: HTTP Commander. Gebruikers kunnen via files.khleuven.be op een vlotte manier aan hun bestanden die zijn opgeslagen op de KHLeuven servers. Elke student en personeelslid kan deze faciliteit ook gebruiken om een eigen website te publiceren die beschikbaar wordt gesteld op http://www.personeel.khleuven.be/~gebruikersnaam of http://www.student.khleuven.be/~gebruikersnaam. 3.7 Elektronische bibliotheken Elke PC op het KHLeuven netwerk geeft toegang tot een aantal online databanken: Assuropolis (verzekeringen) Academic Search Premier (wetenschappelijke tijdschriften) Bohn Stafleu van Loghum (medische en paramedische publicaties) Business Source Premier (economische tijdschriften) Eric (pedagogische tijdschriften) Invert (inhoudsopgave van 50 verpleegkundige tijdschriften) LiteRom (informatie over literatuur en schrijvers) Jura (juridische informatie) Leerrijk (opvoedkunde, didactiek) MonKEY (economische informatie) Reginal Business News (economische bladen) Science Direct (1.700 wetenschappelijke tijdschriften) Strada lex (wetteksten en juridische tijdschriften) Vakbibliotheek BSL (paramedische tijdschriften) Web of Knowledge (referenties uit wetenschappelijke tijdschriften) Wiley (referentie uit wetenschappelijke tijdschriften) Bovendien heeft elke student ook toegang tot volgende online krantenarchieven: Mediargus (Vlaamse kranten en tijdschriften) LexisNexis (buitenlandse kranten en tijdschriften) Verder staan volgende online woordenboeken ter beschikking: Etymologisch woordenboek van het Nederlands Van Dale verklarende woordenboeken Van Dale vertalende woordenboeken Tenslotte hebben studenten ook toegang tot e-books: Springer e-books (13.000 Engelstalige wetenschappelijke boeken) E-books BSL (100 Nederlandstalige paramedische boeken) De meesten van deze databanken zijn toegankelijk zowel binnen als buiten de hogeschool. In samenwerking met de associatie KU Leuven, werd er een nieuwe service opgezet om deze databanken te benaderen via een meta search engine, namelijk Librisource. 3.8 Elektronische studenten- en personeelskaart Alle studenten en personeelsleden van de KHLeuven beschikken over een elektronische kaart. Deze studenten- en personeelskaart, gebaseerd op Mifare technologie, biedt veel interessante mogelijkheden. Het is in de eerste plaats een visuele herkenning van de persoon en het feit dat hij/zij student of personeelslid is. Verder kan de kaart gebruikt worden om te kopiëren en te printen, te betalen in de cafetaria s, aan de balie en aan automaten. Tenslotte is in verschillende departementen (ECHO, DLO en G&T) ook de toegangscontrole aan deze kaart gekoppeld. 3.9 Specifieke toepassingen in de verschillende departementen In de departementen wordt een waaier aan specifieke toepassingen voor opleidingsdoeleinden gebruikt. In totaal worden er meer dan 160 verschillende applicaties ter beschikking gesteld. Enkele hiervan zijn (niet uitputtende lijst): Jaarverslag KHLeuven 26

G&T: Java; Rational Rose; Microsoft Sharepoint; SAP; Digitaal werkboek (e-learning pakket voor taalonderwijs); Perl; Python; Flash Builder; Tortoise CVS; Eclipse; Microsoft Visual Studio; Postgre SQL; Filezilla; Gimp; Labview; OpenOffice; Netbeans; PHPStorm; BlueJ; Economisch Hoger Onderwijs: Adobe Creative Suite; Digitaal werkboek (e-learning pakket voor taalonderwijs); SDL Trados (automatisch vertaalprogramma); SPSS (voor statistische verwerkingen); Bafman (boekhouding); Silicon Brain (ERP); Kluwer software; Microsoft Dynamics Nav; Microsoft Project; Crystal Reports; Kluwer Expert; Lerarenopleiding: Audacity; Dartfish; e-mindmaps; exe; Cabri 3D; Geocadabra; Geogebra; GraphMatica; Hotpotatoes; JCreator; Jing; Mathtype; Formatfactory;Picasa 3.6; Puzzelmaker;Visual Basic Express Edition; Windows Moviemaker; Sociale School: Vakevaluatiesoftware (eigen ontwikkeling van een medewerker); SPSS; Jaarverslag KHLeuven 27

4 Realisaties van het academiejaar 11-12 4.1 Verdere uitrol van van MS Sharepoint De technische basisinfrastructuur voor Sharepoint werd in 2010 opgezet. In 2011 werd gestart met de ontwikkeling van de eerste applicatie: gestructureerd vergaderen. Deze applicatie heeft als doel het ondersteunen van agendabeheer, documentenuitwisseling en samenwerking in het kader van structurele vergaderingen zoals Raad Van Bestuur, Directieteam en HOC. Na een periode van testen en verfijnen van de functionaliteit, werd de applicatie begin 2012 in gebruik genomen. Ondertussen werden andere toepassingen uitgewerkt op basis van Sharepoint. De meest uitgebreide daarbij betreft een applicatie ter ondersteuning van de projectwerking binnen Onderzoek en Innovatie. Deze applicatie bevat onder andere: projectrapporteringen, documentenbeheer en teamsites ter ondersteuning van de samenwerking. Verder is er ook een applicatie voor het opvolgen van project calls. Daarnaast werden ook diverse andere project- en teamsites ontwikkeld waaronder: Corona project, ICT team, dienst communicatie en studentenservice. Tenslotte werd een reeks gebruikerstrainingen georganiseerd. 4.2 Projectendatabase voor opvolging projecten rond Onderzoek en Innovatie. De applicatie projectendatabase werd ontwikkeld om een coherent beeld te krijgen van de projecten rond Onderzoek en Innovatie. Deze ontwikkeling gebeurde intern en werd gebaseerd op een MS SQL server database en een PHP web front-end. De userinterface laat toe om gestructureerde data rond projecten vast te leggen zodat deze beschikbaar is voor online consultatie, voor publicatie op de website en om diverse rapporten te genereren. Daartoe werd een groot aantal rapporteringen ontwikkeld, gebruik makend van MS SQL server Reporting Services. Deze projectendatabase werd gedurende het academiejaar 2011-2012 veralgemeend in gebruik genomen en vormt de basis voor een Sharepoint applicatie voor het beheer van projectdocumenten en de ondersteuning van samenwerking binnen de projecten (teamsites). 4.3 Verdere evolutie van het Monitoring systeem De uitbouw van een Monitoring systeem werd gestart in het academiejaar 2009-2010. Dit systeem heeft als doel het opvolgen van indicatoren die de kwaliteit en de werking van de hogeschool op kwantitatieve manier meten en weergeven. De technische basis is MS SQL server en MS Sharepoint. In het academiejaar 2011-2012 werd het systeem verder uitgebouwd en verfijnd. Een belangrijke aanpassing betreft het inbouwen van een de tijdsdimensie zodat het eenvoudiger is om relevante vergelijkingen tussen academiejaren te maken. Verder werd het aantal rapporten en indicatoren uitgebreid. Tenslotte werd er ook een onderzoekscube toegevoegd zodat ook rapportage en indicatoren rond onderzoeksprojecten mogelijk zijn. 4.4 Verdere evolutie en ingebruikname van het Stage Informatiesysteem (SIS) Het Stage Informatie Systeem (SIS) werd uitgewerkt in de periode 2008 tot 2010. Dit systeem faciliteert het beheer van stages en is een hulpmiddel voor alle betrokkenen (beheerders, studenten, stagebegeleiders en stage mentoren op de stageplaatsen). Tijdens het academiejaar 2011-2012 werd het systeem in gebruik genomen door nagenoeg alle opleidingen van de KHLeuven. Op basis van de behoeften van de nieuwe opleidingen werden de functionaliteiten van dit systeem verder uitgebreid. Daarnaast werd het systeem ook geïmplementeerd bij in de opleiding Bachelor Secundair Onderwijs in de KHLim en werd er gestart met een voorstudie om de implementatie in alle hogescholen van de Associatie KU Leuven te onderzoeken. 4.5 Corona project In het voorjaar 2011 werd de beslissing genomen tot de instap in het project Corona. Het doel van dit project is dat alle instellingen van de associatie KU Leuven gebruik maken van een gemeenschappelijk SAP platform voor studenten- en onderwijs administratie. Jaarverslag KHLeuven 28

Voor de KHLeuven is de overschakeling voorzien voor de start van het academiejaar 2013-2014. Tijdens het academiejaar 2011-2012 werd gestart met de voorbereidingen: het opzetten van een projectorganisatie, het voorzien van de nodige resources en het uitwerken van een gedetailleerde planning. Een eerste realisatie binnen dit project is de minimale HR registratie. Hierbij worden personeelsgegevens doorgestuurd vanuit het personeelsbeheer systeem van de KHLeuven naar SAP. Voor het gebruik van SAP voor studentenadministratie is het belangrijk dat ook personeelsgegevens beschikbaar zijn. Dit was dus een belangrijke eerste stap in dit project. Tijdens het academiejaar 2012-2013 zal het overgrote deel van het werk gebeuren, waaronder: conversie van gegevens, aanpassing van gekoppelde systemen, opleiding gebruikers en input van gegevens. 4.6 Afsprakenplanner Samen met een stagiair Toegepaste Informatica, werd er een web applicatie uitgewerkt waarmee studenten (en personeelsleden) elektronische afspraken kunnen maken voor diverse doeleinden. Deze applicatie zal onder andere gebruikt worden door kandidaat studenten om afspraken te maken voor inschrijvingen en afspraken voor exameninzicht bij lectoren. 4.7 Elektronische aanvragen voor Erasmus studenten Er werden webformulieren ontwikkeld waarmee studenten zich kandidaat kunnen stellen voor internationale uitwisseling. Er is zowel een formulier voor inkomende studenten als voor uitgaande studenten. 4.8 Portaal facelift In afwachting van een volledige refactoring van het portaal, werden een aantal aanpassingen gedaan aan de lay-out en de functionaliteit van het portaal. Zo werden onder andere de navigatiestructuur en het design onder handen genomen en werd er een uitgebreide rubriek Onderwijs toegevoegd. 4.9 Instap Libis Gedurende het academiejaar 2011-2012 werd er overgeschakeld naar Libis voor de ondersteuning van de werking van de bibliotheken. Daarbij wordt gezamenlijk gebruik gemaakt van de software Aleph door een groot aantal instellingen, waaronder alle associatiepartners. Het systeem wordt uitgebaat en ondersteund door LIBIS-Bibliotheekinformaticadienst van de KU Leuven. Tevens werd er overgeschakeld op de oplossing i-reserve van de firma Teqa voor de reservatie van uitleentoestellen (laptops, beamers, ). 4.10 Desktop virtualisatie Om de desktopomgeving op een optimalere wijze te kunnen beheren en op een flexibelere wijze te kunnen inspelen op de noden van de opleidingen, maken we gebruik van desktop virtualisatie. Deze technologie laat toe om een deel van het desktopbeheer centraal uit te voeren op servers. Tevens biedt dit ook de mogelijkheid om software in een gecontroleerde omgeving aan te bieden op laptops van studenten. Op termijn kan dit leiden tot een geleidelijke overschakeling naar studentenlaptops (het bring your own device principe) waardoor de investeringen in eigen desktops gereduceerd kunnen worden. Er werd daarbij beslist om het systeem VMWare View uit te testen in een pilootproject. In het voorjaar 2011 werd een testomgeving hiervoor opgezet in samenwerking met de firma Uptime. Tijdens academiejaar 2011-2012 werd een voor een beperkte groep studenten onze didactische software image via VMware View ter beschikking gesteld. Zo konden studenten van het 1 ste jaar Toegepaste Informatica en studenten van het 1 ste jaar Medical Management Assistent de software die voor hun opleiding voorheen in computerklassen werd aangeboden vanop hun eigen laptop of tablet, binnen en buiten de schoolmuren gebruiken. De lessons learned zullen naar academiejaar 2012-13 toe geimplementeerd worden, zo zijn verschillende technische obstakels opgedoken. Wat licenties betreft doken en paar belangrijke Jaarverslag KHLeuven 29

problemen op die moeten opgelost worden om het welslagen van een bredere implementie in 2013-14 mogelijk te maken. 4.11 Uitbreiding draadloze netwerk en invoering eduroam Teneinde het hoofd te bieden aan de groeiende noden aan capaciteit en beveiliging op het vlak van het draadloze netwerk werd er beslist om gebruik te maken van een wifi controller. Tevens gebeurde een overschakeling naar eduroam, het systeem dat door de associatie KU Leuven werd gekozen als basis voor de beveiliging. Eduroam biedt het voordeel dat de toegang tot het wifi netwerk niet enkel voor personeel en studenten van de eigen instelling kan gecontrolleerd worden maar maakt het tevens mogelijk voor studenten en medewerkers van alle andere instellingen die eduroam ondersteunen. Tijdens het academiejaar 2011-2012 werd deze overschakeling uitgevoerd in twee fasen. 4.12 Upgrade didactische pc s naar Windows 7 Windows XP heeft lange tijd dienst gedaan als besturingssysteem op alle KHLeuven computer, nu deze Windows versie op zijn laaste benen loopt werd het tijd om over te schakelen. Windows 7 was de logische opvolger en werd in de eerste plaats op ons didactisch netwerk uitgerold. Aansluitend werd ook het project gestart om op analoge wijze de administratieve pc s om te schakelen. Tegen het einde van academiejaar 2012-2013 zal Windows XP uitgefaseerd zijn. 4.13 Uitbreiding capaciteit en verdere consolidatie van opslag Om de verdere groei van opslag voor veeleisende toepassingen zoals virtuele desktops mogelijk te maken stond een vervanging van het NetApp FAS-2050 storage systeem op de agenda. Het nieuwere en meer schaalbaar FAS-3210 systeem is een meer dan waardige opvolger. Met zijn 44 SAS en 13 FC schijven voorziet deze storage array ruimte voor home drives, gedeelde netwerkshares, webserver toepassingen, meer dan 60 virtuele servers en meer dan 200 virtuele desktops. Het volgende academiejaar voorzien wij nog meer systemen te consolideren op deze schaalbare storage infrastructuur. 4.14 Voorbereidingen aansluiting associatienetwerk Vanuit het ICT strategisch plan van de Associatie KU Leuven werd de doelstelling geformuleerd om de netwerken van alle hogescholen te verbinden met het netwerk van de KU Leuven tot één associatie breed bedrijfsnetwerk. De KHLeuven heeft zich geengageerd om zo snel mogelijk aan te sluiten volgens het voorstel van de Werkgroep Intranet Associatie goedgekeurd op 27/9/2012. Het voorstel behelst de nodige afspraken rond adressering, routering en beveiliging en werd op associatieniveau uitvoerig besproken en nog eens extra getoetst door de netwerk specialisten van KHLeuven, KHLim en Groep-T. Effectieve uitvoering is voorzien in april 2013. 4.15 Instap in blade server technologie De introductie van virtualisatie in ons serverpark zorgde tot nu toe voor een toenemende complexiteit van serverconfiguraties. Om hier komaf mee te maken en om meer dense, geoptimaliseerde en gestandardiseerde serverconfiguraties mogelijk te maken keken we al een tijdje richting blade technologie. Na overleg met onze huisleverancier Dell hebben we de stap gewaard. We startten met de aanschaf van een blade chassis en enkele servers en al snel werden de voordelen duidelijk. Er kan nu snel capaciteit worden toegevoerd en de serverinfrastructuur evolueert geleidelijk naar een meer beheersbare omgeving die op de koop toe op termijn de energierekening gunstig zou moeten beïnvloeden. De meeste nieuwe server aankopen werden bijgeplaatst in het blade chassis, een trend die zich de komende jaren zal voorzetten. 4.16 Continue vernieuwing van de computer- en netwerkinfrastructuur Een uitgebreide computer- en netwerkinfrastructuur vereist een continue aandacht voor vernieuwing om een optimale beschikbaarheid te kunnen waarborgen. In alle departementen wordt hiervoor het nodige budget en tijd uitgetrokken. Jaarverslag KHLeuven 30

5 ICT ondersteuning Om studenten en personeelsleden te ondersteunen in het gebruik van de ICT faciliteiten, werden er twee ICT support teams opgericht. Eén team stond in voor de ondersteuning van de gebruikers van de Algemene Diensten en de departementen ECHO en DLO. Het andere team stond in voor de ondersteuning van de departementen Sociale School Heverlee en Gezondheidszorg en Technologie. Sinds kort zijn deze twee teams samengevoegd en worden de support medewerkers centraal aangestuurd. Door één team te vormen kan er makkelijk ingespeeld worden op verlofaanvragen of onvoorziene afwezigheden en wordt kennis van de lokale systemen en infrastructuur binnen een breder team opgevangen. Problemen kunnen zowel ter plaatse, telefonisch als elektronisch worden aangemeld. De opvolging gebeurt sinds oktober 2007 via een ticketing systeem gebaseerd op de open source software OTRS. Tijdens het academiejaar 10-11 werden er 4.436 ICT problemen aangemeld en opgelost (t.o.v. 4.188 het jaar ervoor). De piekperiode is daarbij de start van het academiejaar. Zie tabel 3 voor een overzicht van het aantal tickets per maand. maand academiejaar sept okt nov dec jan feb ma apr mei jun jul aug Eindtotaal 2007-2008 396 363 227 407 472 302 281 239 249 82 231 3.479 2008-2009 696 617 403 320 269 404 405 265 395 232 84 231 4.321 2009-2010 859 714 383 309 320 417 457 322 374 289 92 222 4.758 2010-2011 846 600 381 304 268 407 592 357 437 290 136 277 4.895 2011-2012 859 602 367 318 255 400 376 279 295 270 95 210 4.326 Tabel 3 Aantal tickets per academiejaar en maand In 50% van de gevallen worden tickets opgelost binnen een dag. 81% van de gevallen is op maximum 5 dagen behandeld. Zie tabel 4 voor een verdeling. aantal dagen dat het ticket open stond academiejaar 0 1 2 3 4 5 6 < 20 > 20 2007-2008 49% 11% 7% 6% 4% 4% 14% 6% 2008-2009 57% 9% 5% 4% 4% 3% 12% 6% 2009-2010 55% 10% 6% 4% 4% 3% 13% 6% 2010-2011 50% 11% 7% 5% 4% 3% 12% 7% 2011-2012 52% 10% 7% 5% 3% 3% 12% 8% Tabel 4 Aantal dagen dat tickets open staan Jaarverslag KHLeuven 31

1 Onderwijsaanbod HOOFDSTUK 3 - Onderwijs 1.1 Ingericht onderwijsaanbod 2011-2012 De KHLeuven organiseert professioneel gerichte bacheloropleidingen met een studieomvang van ten minste 180 studiepunten (ECTS Credits), met een studieomvang van ten minste 60 studiepunten (ECTS Credits) die volgen op een andere bacheloropleiding (bachelor na bachelor opleiding) en postgraduaatopleidngen (PGO) met een studieomvang van ten minste 20 studiepunten (ECTS Credits). Verder organiseert de KHLeuven permanente vorming met een getuigschrift (PVG), met een minimale omvang van ten minste 3 studiepunten (ECTS Credits) permanente vorming met attest van deelname (PVA). Het opleidingsaanbod van de KHLeuven is raadpleegbaar op www.khleuven.be. Het opleidingsaanbod aan de KHLeuven 2011-2012: Studiegebied handelswetenschappen en bedrijfskunde Bachelor in het bedrijfsmanagement Bachelor in het office management Bachelor in de toegepaste informatica Bachelor na bachelor in het advanced business management Postgraduaat fiscaliteit Postgraduaat Berdrijfsinformatisering via business en ERP-software (nieuw in 2011-2012) Studiegebied: Gezondheidszorg Bachelor in de voedings- en dieetkunde Bachelor in de biomedische laboratoriumtechnologie Bachelor in de verpleegkunde Bachelor in de vroedkunde Bachelor na bachelor in de intensieve zorgen en de spoedgevallenzorg Bachelor na bachelor in de pediatrische gezondheidszorg (in samenwerking met de Associatie K.U.Leuven) Bachelor na bachelor in de geestelijke gezondheidszorg Bachelor na bachelor in de oncologische zorg Postgraduaat verpleegkunde in de ouderenzorg Studiegebied: Industriële wetenschappen en technologie en nautische wetenschappen Bachelor in de chemie Studiegebied Onderwijs Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Bachelor na bachelor in het onderwijs: buitengewoon onderwijs Studiegebied Sociaal-agogisch werk Bachelor in het sociaal werk Bachelor na bachelor in Internationale samenwerking Noord Zuid Postgraduaat procesgericht leiderschap Postgraduaat agogisch theologisch werker Postgraduaat bemiddeling in familiezaken Jaarverslag KHLeuven 32

1.2 good s en kood s De gemeenschappelijke opleidingsonderdelen van KHLeuven (good s) en keuzeopleidingsonderdelen op te nemen in een andere opleidingen van de KHLeuven (kood s), is een aanbod naar studenten toe om de keuzemogelijkheden te vergroten. Tevens geven we zo studenten de oppurtuniteit om hun uitstroomprofiel te differentiëren. Jaarlijks wordt het aanbod met inbegrip van de mogelijkheid voor studenten om ook in de associatie keuzeopleidingsonderdelen op te nemen, weergegeven op www.khleuven.be/portaal. De coördinatie en administratie van de good s werd in 2011-2012 waargenomen door het departement SSH. Het departement ECHO verzorgt de logistiek. Centraal werd de communicatie verzorgd. De verantwoordelijkheid voor de good s zit in een good scommissie die bestaat uit een voorzitter (een opleidingshoofd) en vertegenwoordiging uit alle departementen. De interesse voor de good s blijft aanzienlijk. In 2010-2011 namen 644 studenten deel; in 2011-2012 603 studenten. In het good Studentenparticipatie schreven zich 83 studenten in. good s Totaal Aansprakelijkheid: professioneel en privé 23 Améliorer son français pour le boulot 48 Coachen na de schooluren 17 Communicatiebeleid 24 Effective English 26 Español para principiantes (Spaans voor beginners) 55 Europe in 936 minutes 21 Grafische vormgeving Photoshop 26 Grafische vormgeving Dreamweaver 24 Initiatie tot ondernemen en ondernemingszin 41 Intercultural communication 18 Interprofessioneel samenwerken in de gezondheidswelzijnszorg 25 Op weg naar het Zuiden 52 Opvoeding en gedrag 80 Personenbelasting in 20 stappen 29 Wetenschapscommunicatie 7 Word je eigen gezondheidscoach 87 Totaal per opleiding 603 Tabel 1: Overzicht good s 2011-2012 1.3 Kengetallen onderwijsaanbod 2011-2012 Onderstaande tabellen geven de belangrijkste kengetallen weer van het onderwijsaanbod van KHLeuven. Er wordt telkens vergeleken met het vorige academiejaar. Waar zinvol is eveneens de evolutie opgenomen. 2010-2011 2011-2012 Evolutie Evolutie % KHLeuven 6907 7619 712 9,35% G&T 2255 2363 108 4,57% SSH 1077 1044-33 -3,16% ECHO 1590 1962 372 18,96% DLO 1985 2250 265 11,78% Tabel 2: aantal studenten Jaarverslag KHLeuven 33

2011-2012 2010-2011 M V M V KHLeuven 38,51 61,49 37,08 62,92 G&T 39,48 60,52 37,87 62,13 SSH 26,63 73,37 27,30 72,70 ECHO 53,62 46,38 54,15 45,85 DLO 29,82 70,18 27,81 72,19 Tabel 3: percentage mannelijke en vrouwelijke studenten 2011-2012 2010-2011 -24 j. +25 j. -24 j. +25 j. KHLeuven 89,55 10,45 88,90 11,10 G&T 87,60 12,40 87,32 12,68 SSH 83,43 16,57 81,24 18,76 ECHO 93,99 6,01 94,34 5,66 DLO 90,58 9,42 90,48 9,52 Tabel 4: percentage -24 jarigen (24 jaar en jonger) versus +25 jarigen (25 jaar en ouder) 2011-2012 2010-2011 ASO TSO BSO ASO TSO BSO KHLeuven 57,54 39,56 2,91 57,41 39,44 3,14 G&T 54,56 43,17 2,27 53,40 43,98 2,62 SSH 60,78 36,85 2,37 62,95 34,67 2,37 ECHO 65,29 32,31 2,41 64,75 32,84 2,41 DLO 52,18 43,45 4,37 53,23 42,06 4,71 Tabel 5: percentage studenten volgens diploma secundair onderwijs (ASO, TSO en BSO) 2010-2011 2011-2012 Evolutie Evolutie % KHLeuven 1363 1472 109 7,40% G&T 465 459-6 -1,31% SSH 170 156-14 -8,97% ECHO 288 368 80 21,74% DLO 440 489 49 10,02% Tabel 6: aantal generatiestudenten 2010-2011 2011-2012 Evolutie Evolutie % KHLeuven 360.082 395.697 35.615 9,00% G&T 118.576 122.154 3.578 2,93% SSH 51.305 50.516-789 -1,56% ECHO 83.804 103.381 19.577 18,94% DLO 106.397 119.646 13.249 11,07% Tabel 7: aantal opgenomen studiepunten 2010-2011 2011-2012 KHLeuven 52,13 51,94 G&T 52,58 51,96 SSH 47,64 48,39 ECHO 52,71 52,69 DLO 53,60 53,18 Tabel 8: ratio opgenomen studiepunten/aantal studenten 2010-2011 2011-2012 KHLeuven 00,81 00,80 G&T 00,81 00,80 SSH 00,81 00,80 ECHO 00,78 00,79 DLO 00,83 00,82 Tabel 9: ratio verworven credits/opgenomen studiepunten Jaarverslag KHLeuven 34

2010-2011 2011-2012 KHLeuven 44,39 43,65 G&T 46,74 43,88 SSH 41,50 43,68 ECHO 38,81 39,55 DLO 47,76 46,98 Tabel 10: percentage studenten dat alle opgenomen studiepunten weet om te zetten in verworven credits 2010-2011 2011-2012 Evolutie Evolutie % KHLeuven 1395 1509 114 7,55% G&T 423 485 62 12,78% SSH 296 249-47 -18,88% ECHO 327 339 12 3,54% DLO 349 436 87 19,95% Tabel 11: aantal afgeleverde diploma s initiële bacheloropleiding 2010-2011 2011-2012 Evolutie Evolutie % KHLeuven 261 382 121 31,68% G&T 64 86 22 25,58% SSH 24 31 7 22,58% ECHO 45 130 85 65,38% DLO 128 135 7 5,19% Tabel 12: aantal afgeleverde diploma s bachelor-na-bachelor opleiding 2010-2011 2011-2012 KHLeuven 3,2 jaar 3,3 jaar G&T 3,3 jaar 3,4 jaar SSH 3,0 jaar 3,0 jaar ECHO 3,3 jaar 3,3 jaar DLO 3,1 jaar 3,2 jaar Tabel 13: studieduur initiële bacheloropleiding 2010-2011 2011-2012 KHLeuven 1,2 jaar 1,2 jaar G&T 1,3 jaar 1,3 jaar SSH 1,0 jaar 1,0 jaar ECHO 1,0 jaar 1,0 jaar DLO 1,3 jaar 1,3 jaar Tabel 14: studieduur bachelor-na-bachelor opleiding De studieduur van tabel 13 en 14 is berekend volgens de VLHORA-richlijn: [(academiejaar behalen diploma + 1) eerste academiejaar in opleiding] waarbij 30 september als teldatum wordt genomen van het afgeronde academiejaar. 1.4 Nieuw onderwijsaanbod in KHLeuven 1.4.1 Nieuw onderwijsaanbod KHLeuven Volgend nieuw onderwijsaanbod ging van start in academiejaar 2011-2012: Vanaf 2011-2012 ressorteert de afstudeerrichting Medical Managament Assistant onder de bacheloropleiding Bachelor in het Office management van het departement ECHO. Daarvoor was deze afstudeerrichting een opleiding van het departement G&T. Keuzetraject event management in office management Volgend nieuw onderwijsaanbod werd voorbereid in 2011-2012: Na de accrediatie van de opleiding sociale readaptatiewetenschappen (inrichtende macht: HIRL) werden de voorbereidingen getroffen voor de overname. De Bachelor in de Sociale Readaptatiewetenschappen zal van 2012-2013 een nieuwe bacheloropleiding worden van het departement SSH. De intentieverklaring tot overname van de opleiding werd opgesteld in december 2011 en in april 2012 werd het protocol afgesloten en ondertekend. Fysiek Jaarverslag KHLeuven 35

zaten de studenten vanaf het tweede semester in het departement SSH. De inrichtende macht bleef nog HIRL. Omwille van de accreditatie in 2011 werd aan de afgestudeerden een diploma afgeleverd uitgereikt door HIRL en KHLeuven. Vanaf 2012-2013 is deze opleiding een nieuwe volwaardige bacheloropleiding in KHLeuven. 1.4.2 Strategisch onderwijsaanbod Het directieteam van de KHLeuven wou strategische beslissingen nemen t.a.v. het inrichten van nieuw onderwijsaanbod voor de KHLeuven voor de volgende 5 academiejaren: Geen HBO5-opleidingen in KHLeuven Geen nieuwe basisopleidingen (Tenzij een accreditatie van orthopedagogie) Binnen de basisopleidingen opteren we ervoor om nieuwe doelgroepen aan te spreken. De KHLeuven zet in op flexibele trajecten: o o o o Aanvullingstrajecten in nauwe samenwerking met CVO s uit de regio (ook internationaal?) Werktrajecten in blended learning Verkorte trajecten Gespreide trajecten HBO5 Inzetten op banaba s (verdiepend en/of verbredend (interdisciplinair) werken met een uitbouw van expertisecellen rond dit onderwijsaanbod in het kader van de opbouw van onderzoek dat geïntegreerd is in het onderwijs van KHLeuven). De uitbouw van een internationaal aanbod binnen KHLeuven: o In de basisopleidingen de decretale mogelijkheid tot 18 SP anderstalige OOD benutten waar mogelijk; o Het opzetten van taalvarianten voor bestaande opleidingen;. o Banaba s internationaal richten. Postgraduaten en permanente vorming beter kaderen in functie van LLL en het valoriseren van output van onderzoek en regionale opbouw (in samenwerking met werkveld). DLO ECHO G&T SSH HBO5 onderwijsassistent en eventueel andere HBO5 opleidingen ism CVO s Basisopleiding HRM (ism SSH) Bachelor in de orthopedagogie HRM (Personeel en organisatie) (ism ECHO) onder voorwaarden Verkort traject Aanvullings traject Rechtspraktijk Accountancy Fiscaliteit Jaarverslag KHLeuven 36

Werktrajecten Kleuteronderwijs Bedrijfsmanagement (alle richtingen) Office management (alle richtingen) Toegepaste Informatica Voedings- en dieetkunde Banaba Schoolontwikkelin g (heraanvraag) nieuwe banaba s: ABM2 (splitsing bestaande) Bedrijfsinformatis e-ring (vanuit postgraduaat) Radiologische Verpleegkund e in de medische beeldvorming (eerst als postgraduaat ) Sociale Innovatie (3 keuzetrajecten) Postgraduaat Internationaal Tabel 15: voorstellen aanbod KHLeuven Engelstalige versie Marketing 1.4.3 HBO5, samenwerking met CVO s KHLeuven startte gesprekken en informatievergaderingen op met het CVO SSH, Sint-Franciscus en ACE-groep T. Jaarverslag KHLeuven 37

2 Onderwijswijsbeleid 2.1 Onderwijswijsvisie en onderwijsontwikkelingsplan De belangrijkste elementen van de gemeenschappelijke visie op het onderwijsaanbod van de KHLeuven op: 1. Brede basisopleidingen die gekenmerkt worden door een gemeenschappelijke onderwijsvisie en eenzelfde onderwijs- en examenreglement 1 : a. Competentie ontwikkelend onderwijs i. Doelen van de opleiding zijn competentie-ontwikkelend geformuleerd (competentiematrices) ii. Geleidelijke integratie van kennis, vaardigheden en attitudes iii. Praktijkgericht, kennismaken met praktijk vanaf semester 1 iv. Curriculum opgebouwd van docent gestuurd naar student gestuurd onderwijs v. Aandacht voor informatievaardigheden en onderzoekscompetenties (IOO) vi. Competentie ontwikkelend toetsbeleid vii. Innovatieve leermiddelen en onderwijsvormen b. Flexibilisering: i. Uitgebreide EVC/EVK (erkenning van vorig (in)formeel leren) ii. Semestersysteem iii. Flexibele trajecten voor verschillende doelgroepen: 1. verkorte trajecten, 2. aanvullingstrajecten, 3. werktrajecten, 4. gespreide trajecten iv. Ondersteuning via instroom-, doorstroom- en uitstroombegeleiding (trajectbegeleiding en studie- en studentenbegeleiding) c. Keuzemogelijkheden voor alle studenten i. Afstudeerrichtingen (ruim, meestal meer dan 90 sp) keuzetrajecten ii. goods en koods (3 sp in elke opleiding) en mogelijkheid tot keuze-ood in andere instellingen d. Internationalisering i. Internationaal uitwisselingsprogramma voor elke opleiding ii. Window of mobility voor elke student iii. Korte internationale ervaring voor elke student 2. Banaba s die verdiepend en/of verbredend (interdisciplinair) werken uitbouw van expertisecellen rond dit onderwijsaanbod, dat meestal multidisciplinair is en meer ruimte biedt voor grotere afstudeerprojecten. 3. Geen HBO5 opleidingen in KHLeuven, wel nauwe samenwerking met aanbieders van HBO5 en aandacht voor de uitbouw van aanvullingstrajecten voor studenten die instromen vanuit HBO5 4. Rond postgraduaten en permanente vorming is er nog geen visie op lange termijn gebouwd 1 Het OER van KHLeuven is in lijn met de associatie richtlijnen Jaarverslag KHLeuven 38

2.2 Het onderwijsinnovatiefonds van KHLeuven De KHLeuven besliste om ook in tijden van besparingen aan de toekomst van de hogeschool te werken. Daartoe worden er middelen gereserveerd om te investeren in onderwijsinnovatie in de vorm van een innovatiefonds. Om de inspanningen centraal te kunnen opvolgen werd een kader gemaakt voor het innovatiefonds waarin innovatiecriteria en innovatiecategorieën (gekoppeld aan de strategische prioriteiten) werden geformuleerd. Volgende innovatiecategorieën werden vooropgesteld: Verhogen van de instroom Bevorderen van doorstroom Profilering van KHLeuven in EFQ6 Ondersteuning van het onderwijsproces optimaliseren Samenwerking met derden (OOF/ENW) bevorderen Onderzoek naar efficiënter werken In KHLeuven werden de middelen voor het innovatiefonds in 2010-2011 als volgt aangewend: Innovatiefonds: % per innovatie 2% 2% 2% 2% SIS Werktrajecten 4% Toetsbeleid 5% 25% Blended Learning 7% Nieuw Onderwijsaanbod Bachelorproef 14% 19% Leerlijn infovaardig & onderzoekscom. Taalbeleid Leerlijn beroepspraktijk Start-up Café 18% Leer-zorgcentrum Grafiek: verdeling middelen innovatiefonds De algemene diensten (onderwijs en onderzoek) namen het initiatief om het innovatiefonds van de algemene diensten aan te wenden om de werking rond het stage-informatiesysteem te ondersteunen. Verder werd er vanuit de algemene diensten initiatief ontwikkeld om het toetsbeleid, de werktrajecten en blended learning te ondersteunen. Het onderwijsinnovatiefonds is een belangrijke motor voor onderwijsinnovatie en wordt daarom ook in de toekomst gecontinueerd. 2.3 Naar een nieuw onderwijsmodel? Opbouw van een nieuwe visie op professioneel hoger onderwijs In de hogeschool groeit het besef dat bij de afloop van OOP II (2008-2013) de onderwijsvisie aan een update toe is. De hogeschool kiest voor de integratie van onderzoek in onderwijs om het professioneel hoger onderwijs te versterken. Dit vraagt dan ook om het onderwijsmodel van de hogeschool te herzien. Jaarverslag KHLeuven 39

3 Resultaten onderwijsontwikkeling 3.1 OOP II Actielijn 1: Opleidingsprogramma 3.1.1 Implementatie van competentie-ontwikkelend onderwijs Alle opleidingen van de KHLeuven hebben het implementeren van het competentie-ontwikkelend onderwijs opgenomen in hun beleidsplan. 3.1.2 Ontwikkelen en implementeren van het KHLeuven Toetsbeleid Ontwikkelen en implementeren van het KHLeuven Toetsbeleid Opleidingen van de KHLeuven implementeren het KHLeuven Toetsbeleid geformuleerd in 2007. De werking in de opleiding wordt ondersteunt door de IOC-werkgroep Toetsbeleid. Rol werkgroep Toetsbeleid De werkgroep toetsbeleid en toetspraktijken herdefineerde in 2011-2012 haar rol als volgt. Statuut De werkgroep toetsbeleid en toetspraktijk blijft een IOC-werkgroep die opdrachten ontvangt van en resultaten rapporteert aan de IOC. De werkgroep kan rekenen op de IOC als kanaal om haar producten te implementeren. Doelstelling De werkgroep toetsbeleid en toetspraktijk heeft met betrekking tot toetsing en assessment 2 functies: 1. ze heeft een ontwikkelingsfunctie en levert daartoe (1) beleidsvoorbereidend en (2) implementatie-ondersteunend werk 2. ze heeft een platformfunctie voor (3) projecten. Wat betreft (1) zijn mogelijke beleidsvoorbereidende opdrachten: visietekst toetspraktijken en toetsbeleid KHLeuven actualiseren o.a. in het licht van het nieuwe visitatie- en accreditatiekader en andere onderwijskundige/ internationale ontwikkelingen (vb. Blended learning); strategie uitwerken voor meten en opvolgen van studierendement. Wat betreft (2) kan ze instrumenten/ procedures/ good practices uitwerken/ opzoeken om de realisatie van bepaalde aspecten uit het KHLeuven Toetsbeleid te faciliteren: handleiding voor toetsplan(ontwikkeling); raamkaders om te beantwoorden aan de accreditatiecriteria inzake toetsing; methoden voor efficiënt toetsen; beoordelingsmethoden bachelorproef; richtlijnen voor bewijsvoering voor toegekende beoordeling op mondelinge examens. Wat betreft (3) toetsprojecten levert ze inspanningen om: samenwerkingsmogelijkheden voor (externe) projectaanvragen te stimuleren; te informeren over stand van zaken van aanvragen, voorgang en/ of resultaten van projecten die inhoudelijk aansluiten bij het KHLeuven Toetsbeleid; te functioneren als resonansgroep voor interne projecten en/of afvaardiging aan te leveren voor deelname aan resonansgroepen van externe projecten waaraan de KHLeuven participeert. De IOC-werkgroep Toetsbeleid voerde onder meer de volgende taken uit. De werkgroep omschreef haar rol en taken, wisselde practices uit, formuleerde richtlijnen rond kwaliteitszorgsystemen betreffende examencommissies, ontwikkelde een checklist kwaliteitsvol toetsen, formuleerde richtlijnen over de rapportering bij niet-schriftelijke examens, wisselde informatie uit betreffende lopende en mogelijk in te dienen toetsprojecten. In het kader van het OOF-project Leerwegonafhankelijk Summatief Toetsen (2008-2010) werden nog enkele navormingsactiviteiten georganiseerd en de publicatie Innovatief Evalueren uitgegeven bij uitgeverij Lannoo Campus. Jaarverslag KHLeuven 40

Werkgroep als platform voor projecten Er werden twee onderwijsontwikkelingsprojecten ingediend en goedgekeurd bij het Onderwijsontwikkelingsfonds (OOF): Bachelortoets en Toetskoffer. De intentieverklaringen en de projectvoorstellen kregen een feedbackforum op de werkgroep Toetsbeleid. Werkgroep als beleidsvoorbereidend en implementatie-ondersteunend orgaan De IOC-werkgroep Toetsbeleid diende een voorstel in voor de verdere verfijning en implementatie van Kwaliteitsvol toetsen en de inspiratiegids voor toetscoaches ontwikkeld in 2010-2011. Bedoeling is om kwaliteitsvol toetsen verder te implementeren in de opleidingen door middel van toetscoaches die coaching in kwaliteitsvol evalueren organiseren in hun opleiding. De volgende werkpakketten worden omschreven 1) verder verfijnen van de inspiratiegids en 2) het ondersteunen van de toetscoaches door middel van tweemaandelijkse sessies. Deze sessies zullen worden ingevuld door middel van intervisie, vraaggestuurde professionalisering op maat en het bespreken van ontwikkelde of ontsloten kwaliteitszorginstrumenten. Daarnaast voerde de werkgroep toetsbeleid in het licht van haar beleidsvoorbereidende en implementatie-ondersteunende opdracht onder meer de volgende taken uit: advies omtrent de invoering van Contest, het formuleren van concrete adviezen bij mondelinge examen en bedenken van mogelijke implementatie-strategieën, het feedbacken van de nota bachelortoets. 3.1.3 Integratie van onderzoek in onderwijs Alle KHLeuven opleidingen ondernemen actie om de integratie van onderzoek in onderwijs te realiseren. Opleidingen werken systematisch aan Het bijsturen van de competentiematrices Het opzetten van leerlijnen informatievaardigheden en onderzoekscompetenties Het vorm geven van de bachelorproef Het betrekken van studenten bij onderzoek Het opzetten van speciale werkvormen om onderzoek te integreren in onderwijs (innovatielabs, innovatiestages ) Voor de op hogeschoolniveau opgerichtte werkgroep IOO is een rolomschrijving gebeurd met volgende twee voornaamste doelstellingen: 1. De werkgroep heeft een ontwikkelingsfunctie op het vlak van visie en beleidsvoorbereidend werk en op het vlak van implementatie-ondersteunend werk. 2. De werkgroep heeft een platformfunctie voor projecten. De studenten komen bij uitstek in contact met onderzoek tijdens hun bachelorproef. Binnen deze bachelorproef dienen studenten uiteindelijk de verworven informatie- en onderscompetenties aan te tonen. Onderstaande figuur illustreert dit. Figuur 2: ontwikkeling informatie en onderzoekscompetenties Jaarverslag KHLeuven 41

Verder werd deelgenomen aan een driedaagse opleiding over integratie onderzoek-onderwijs bij KU Leuven. Doelstelling is het leren hanteren en opstellen van IOO-profielen. Aan de hand van het instrument IOO-profiel-doelen krijgt een opleiding een beter zicht op de realiteit van de integratie van onderzoek in haar onderwijs. 3.1.4 Onderwijs- en examenreglement (OER), studiegidsen, ECTS Het OER weerspiegelt de visie van de hogeschool op de flexibilisering en de wijze waarop de KHLeuven in haar onderwijs gestalte wil geven aan de onderwijsvisie. De werkgroep OER herwerkte het OER van de KHLeuven volledig: de volgorde van de artikels, de nummering en de vorm werden afgestemd op het associatie model-oer. Verder werd er gewerkt aan de volgende aspecten binnen het OER: regelgeving voor BaNaBa s en postgraduaten regels voor het opstellen individuele jaarprogramma s het opstellen van een leerkrediet policy het formuleren van KHLeuven brede bindende voorwaarden de uitbouw van het VCB regelgeving bachelorproef Het OER en de ECTS-fiches worden gepubliceerd op de website van de KHLeuven (www.khleuven.be). Ze zijn eveneens, samen met de studiegidsen van de opleidingen raadpleegbaar op het portaal. Het Oer wordt ook uitgegeven in brochure vorm, zowel in het Nederlands als in het Engels. 3.1.5 Stages De ontwikkelingen van het Stage Informatie Systeem (dat in 2008-2009 van start ging) wordt gestuurd vanuit de KHLeuven stuurgroep waarin zowel vertegenwoordiging uit de departementen als de algemene diensten (ICT en Onderwijs) zetelen. Het SIS wordt sytematisch verder ontplooid voor alle KHLeuven opleidingen. De SIS stuurgroep organiseerde een open SIS-studiedag in de eerste semester van het academiejaar. Tijdens deze SIS-studiedag werd ingezoomd op het innovatieve karakter van stages en het belang van het SIS hiervoor, er werd een SIS-demo gegeven en in verschillende workshops werd ingegaan op de wijze waarop SIS ontplooit wordt in de opleididingen. 3.2 OOP II Actielijn 2: Leeromgeving, innovatieve werkvormen en leermiddelen 3.2.1 ICT integratie in onderwijs In dit verslagjaar vinden geen wezenlijke veranderingen plaats m.b.t. de organisatie en aanpak van digitaal leren. Alle opleidingen hebben reeds eerder Toledo, de Associatiebrede digitale leeromgeving geïmplementeerd. In de nieuwe opleiding Sociale readaptatiewetenschappen bereikten mede dankzij een aantal Toledo-voortrekkers afkomstig uit de opleiding Sociaal werk deze Toledo-cursussen van bij de start een hoog niveau met inzet van velerlei Toledo-tools: videomaterialen, wiki s, elektronische opdrachten, elektronisch portfolio, elektronische testen, digitale leerpaden, Op hogeschoolniveau werd een interdepartementale werkgroep blended learning opgestart naast de werkgroep Toledo en elke opleiding heeft blended learning in haar beleidsplan ingeschreven. Beide initiatieven impliceren dat er nog een hele weg dient te worden afgelegd, zowel wat betreft professionalisering als onderwijsorganisatie om het KHLeuvenonderwijs meer plaats-, tijd- en tempo-onafhankelijk te maken. Dat onderwijs wordt gaandeweg meer en meer flexibel en gedigitaliseerd in een blended learning aanpak. Van belang daarbij is het studierendement,het ontwerp van de leeromgeving en een efficiënte begeleiding en toetsing. KHLeuven koos expliciet voor een campusblend en niet voor afstandsonderwijs. Aandachtspunten voor de volgende jaren zijn tegemoet te komen aan het tijdgebrek van de lectoren en de meestal steile leercurve om de technologieën didactisch in de vingers te krijgen. Professionalisering vooral voor het ontwerp van blended learning trajecten en cursussen, de online begeleiding en digitale toetsing, zowel formatief als summatief blijft jaar na jaar bijzondere aandacht opeisen van de lectoren,. Jaarverslag KHLeuven 42

Vanzelfsprekend brengen opleidingen verbeteringen aan in hun onderwijs en digitaal leren-aanpak, mede onder impuls van de professionaliseringsactiviteiten. Alle activiteiten staan open voor alle docenten uit de verschillende departementen. Er wordt voorzien in navorming voor beginnende lectoren, maar ook meer geavanceerde topics komen aan bod zoals bijv. webcommunicatie, plagiaatdetectiesoftware,digitaal toetsen ontwerpen, weblectures en screencasts. Een steeds terugkomend pijnpunt blijft het kleine aantal deelnemers aan deze sessies. In de release 9.0 van Toledo zijn een aantal nieuwe functionaliteiten beschikbaar zoals rubrieken om werkstukken en opdrachten van studenten te begeleiden en te beoordelen, journals (een soort blog tussen de student en zijn/haar docent) en blogs, beschikbaar voor alle studenten van een Toledocursus. Ter uitbreiding van de werkvormen werd de zelf en peer assessment tool verder uitgebreid zodat de student op eigen initiatief zijn resultaten van de peers kan raadplegen. Een van de meest in het oog springende realisaties is de ontwikkeling van de Toledo What s Recent. Deze module op de homepagina van Toledo toont in een chronologische lijst wat de recente veranderingen in de leeromgeving zijn. In deze lijst vindt een student bijvoorbeeld nieuwe valvenberichten, nieuwe documenten, nieuwe toetsen, enz. terug op één centrale plaats. De mogelijkheid werd ingebouwd om de titels van deze lijst buiten Toledo te raadplegen via RSS of op mobiele toestellen te lezen via de mobiele pagina. De What s Recent werd kan op veel appreciatie rekenen. Het Videolab platform werd eveneens uitgebreid. Deze tool maakt het mogelijk voor docenten en studenten om ruw beeldmateriaal om te zetten naar een streaming videoformaat dat gemakkelijk in Toledo geplaatst kan worden. Deze toepassing kent een stijgend aantal gebruikers. Tenslotte werd een portable lesopnamesysteem dat verbonden is met de streaming service VideoLAB van de KU Leuven via een pilootopstelling in gebruik genomen. De KHLeuven blijft met haar digitaal leren in het Vlaamse onderwijslandschap, m.n. in de VLIR, VLHORA, de Associatie KU Leuven en het expertisenetwerk School of Education een belangrijke discussiepartner. Zo is de KHLeuven voorzitter van de VLHORA Netwerk Open Hogeschool- Vlaanderen, van de werkgroep onderwijskundige aspecten van digitaal leren (Associatie KU Lezuven) en de ENW-SoE werkgroep digitaal leren. 3.2.2 Studielandschappen Aansluiting bij het Libisnet Vanaf september traden de KHLeuven-bibliotheken toe tot het Libisnet. Dit is een gevolg van de afspraken binnen de Associatie. Daartoe volgenden alle bibliotheekmedewerkers verschillende uitgebreide opleidingen voor de diverse module: catalografie, circulatie, acquisitie, interbibliothecair leenverkeer (IBL.). Doordat de collectie nu ook beter zichtbaar is dan voorheen namen de IBL-aanvragen toe. Om de administratie daarrond te kunnen afwerken, traden de bibliotheken toe tot Impala, het central IBLclearinghouse, gevestigd aan de Universiteit Antwerpen. E-bibliotheken Het aanbod aan e-bibliotheken werd uitgebreid met Assuropolis en Strada Lex. Beide databanken worden door het departement Echo gefinancierd buiten het bibliotheekbudget. Om technische reden werd de toegang tot Jeugd LiteRom de facto uitgebreid met LiteRom Nederlandstalige literatuur en LiteRom Jeugdliteratuur. De bibliotheken aboneerden zich ook op een pakket e-books van BSL en op de elektronische versie van de journal bij Wiley. Het bezit aan elektronische versies van artikels en boeken is ondertussen ook toegankelijk via het nieuwe platform van Libis, nl. Limo, waarin dergelijke materialen samen met de catalogus van traditionele bibliotheekmaterialen opgenomen zijn. Vanaf 2012 bieden we nog enkel toegang tot Mediargus d.m.v. individueel registreren en inloggen met persoonlijke login en paswoord, zowel on campus als off campus. Als gevolg van de teruglopende bibliotheekbudgetten blijft het moeilijk om het huidige aanbod te behouden, hoewel dit in 2012 nog net lukte zij het door het afzeggen of niet aankopen van papieren documenten. Jaarverslag KHLeuven 43

Digitale versies van eindwerken Het aantal digitaal gepubliceerde einderwerken liep in 2012 op tot circa 800. Er waren diverse problemen rond het publiceren van eindwerken waarvan de inhoud achteraf toch vertrouwelijk bleek. Deze eindwerken werden uit de databank geschrapt op vraag van de betrokken auteurs of bedrijven. Voor de eindwerken die in juni en september ingediend werden, werden strikte maatregelen genomen om het al dan niet vertrouwelijke karakter eenduidig te bepalen. Informatievaardigheden In alle bibliotheken werden sessies informatievaardigheden gegeven op vraag van lectoren. Meestal namen die de vorm aan van een overzicht van de verschillende e-bibliotheken en instrumenten, zoals off-campus-toegang via LibriSource. Hoewel er daarnaast ook tal van inspanningen zijn door individuele lectoren, is het duidelijk dat de ideale formule op dit vlak nog niet gevonden is. Publicaties Hoofdbibliothecaris Piet de Keyser publiceerde in 2012 diverse recensies van vaktechnische boeken en het boek Indexing : from thesauri to the Semantic Web (Oxford : Chandos). Maatschappelijke dienstverlening De bibliotheek Campus Hertogstraat bood een stageplaats aan twee leerlingen uit het bijzonder onderwijs, één in het schooljaar 2011-2012 en één in het schooljaar 2012-2013. Ook in 2012 bood deze bibliotheek nog steeds een stageplaats aan één langdurig psychiatrisch zieke. In het kader van de engagementen binnen VLIR-UOS doceerde de hoofdbibliothecaris op 15 oktober een cursus over Metadata in de opleiding Lib@Web, een drie maanden durende cursus voor bibliotheekmedewerkers uit het Zuiden, georganiseerd door de Vlaamse universiteiten en gelokaliseerd aan de Universiteit Antwerpen. 3.3 OOP II Actielijn 3: Flexibilisering 3.3.1 Leertrajecten voor specifieke doelgroepen In het kader van het opzetten van leertrajecten voor specifieke doelgroepen werkten KHLeuven opleidingen verder aan het opzetten van verkorte trajecten, werktrajecten, aanvullingstrajecten en gespreide trajecten. Om de opzet van werktrajecten te ondersteunen werkte de IOC-werkgroep Werktrajecten verder aan het in kaart brengen van goodpractices, een onderwijskundig kader voor werktrajecten en randvoorwaarden. KHLeuven diende een OOF-project rond Werkplekleren in en dit werd goedgekeurd. 3.3.2 Toelatings en vrijstellingenbeleid In 2011-2012 werden 16 aanvragen voor bijzondere toelating ingediend. Van de 16 dossiers leidden er 8 tot effectieve toelating tot het hoger onderwijs, 1 kandidaat stopte de procedure vroegtijdig. 5 van deze toegelaten kandidaten startten effectief een opleiding aan de KHLeuven. 1 niet-toegelaten kandidaat ging een creditcontract aan. Opleiding Aanvraag Toelating Inschrijving Kleuteronderwijs 7 3 3 Lager onderwijs 1 1 1 (kleuteronderwijs) Secundair onderwijs 3 2 0 Bedrijfsmanagement 1 0 1 (creditcontract) Sociaal werk 3 1 1 Vroedkunde 1 1 0 TOTAAL 16 8 6 Tabel 16: Aantal dossiers en aantal uitgereikte toelatingsbewijzen, per opleiding waarvoor interesse In 2011-2012werden voor in totaal 29898 studiepunten vrijstellinen toegekend, 27767 op basis van EVK voor een volledig opleidingsonderdeel, 525 op basis van EVC voor een volledig opleidingsonderdeel en 1879 op delen van opleidingsonderdelen. Jaarverslag KHLeuven 44

EVK EVC Deel-vrijstellingen TOTAAL Bedrijfsmanagement 2573 561 3134 Biomedische 249 1071 822 laboratoriumtechnologie Business Management 1688 1688 Chemie 495 104 599 Kleuteronderwijs 1938 183 2121 Lager onderwijs 4313 44 363 4720 Office management 420 8 428 Secundair onderwijs 4555 180 51 4786 Sociaal werk 8613 28 8641 Toegepaste informatica 266 12 278 Verpleegkunde 359 94 453 Verpleegkunde: brugprogramma 416 48 464 Voedings- en dieetkunde 659 105 764 Vroedkunde 133 31 164 Banaba in de geestelijke 18 18 gezondheidszorg Banaba in de intensieve zorgen en 35 35 de spoedgevallenzorg Banaba in de pediatrische 15 15 gezondheidszorg Banaba in het advanced business 70 88 18 management Banaba in het buitengewoon 395 395 onderwijs Postgraduaat Bemiddeling in 24 24 familiezaken Creditcontracten (G&T) 12 12 Eindtotaal 27767 252 1879 29898 Tabel 17: Aantal vrijgestelde studiepunten per opleiding (o.b.v. EVC en EVK 2010-2011 2011-2012 Evolutie Evolutie % KHLeuven totaal 29056 29898 842 2,82% Bedrijfsmanagement 3161 3134-27 -0,86% Biomedische laboratoriumtechnologie 729 1071 342 31,93% Business Management 1812 1688-124 -7,35% Chemie 401 599 198 33,06% Kleuteronderwijs 1349 2121 772 36,40% Lager onderwijs 5644 4720-924 -19,58% Office management 152 428 276 64,49% Secundair onderwijs 2701 4786 2085 43,56% Sociaal werk 9402 8641-761 -8,81% Toegepaste informatica 324 278-46 -16,55% Verpleegkunde 424 453 29 6,40% Verpleegkunde: brugprogramma 804 464-340 -73,28% Voedings- en dieetkunde 1179 764-415 -54,32% Vroedkunde 340 164-176 -107,32% Banaba in de geestelijke gezondheidszorg 9 18 9 50,00% Banaba in de intensieve zorgen en de spoedgevallenzorg 30 35 5 14,29% Banaba in de pediatrische gezondheidszorg 34 15-19 -126,67% Banaba in het advanced business management 37 88 51 57,95% Banaba in het buitengewoon onderwijs 421 395-26 -6,58% Postgraduaat Bemiddeling in familiezaken 80 24-56 -233,33% Jaarverslag KHLeuven 45

2010-2011 2011-2012 Evolutie Evolutie % Creditcontracten (G&T) 5 12 7 58,33% Binnenkomende Erasmusstudenten 3-3 Tabel 18: Evolutie totaal aantal vrijgestelde studiepunten In 2011-2012 werden 12 EVC-dossiers opgestart. Opleiding Aantal dossiers Office management 1 Bachelor in lager onderwijs 2 Bachelor in secundair 1 onderwijs Bachelor in sociaal werk 8 TOTAAL 12 Tabel 19: Aantal EVC-dossiers per opleiding 3.3.3 Leerkrediet Doorheen het academiejaar studeerden 199 studenten met leerkrediettekort aan de KHLeuven. 179 van deze studenten liepen dit tekort (deels) op in een andere instelling. 26 studenten hadden een negatief leerkrediet (tot -40 studiepunten) op het moment van inschrijving. 15 studenten schreven zich doorheen het academiejaar opnieuw uit. Het Onderwijs- en Examenreglement beschrijft de leerkredietregels die de KHLeuven heeft uitgewerkt. De KHLeuven kiest ervoor studenten met leerkrediettekort eenmalig de kans te geven alsnog een opleiding te starten, zij het met een jaarprogramma van beperkte omvang. De studieadviseur bekijkt hiertoe elke individuele situatie. Studenten kunnen op deze manier een jaarprogramma krijgen van maximaal de omvang van hun resterende saldo met een minimum van 27 studiepunten. Op deze manier beperkt de KHLeuven het aantal studiepunten dat studenten meer opnemen dan wat hen aan leerkrediet rest. In 2011-2012 namen studenten in de KHLeuven 1104 studiepunten meer op dan hun leerkrediet strikt genomen toeliet. Opleiding Semester 1 Semester 2 Totaal Lager onderwijs 6 2 8 Secundair onderwijs 24 0 24 TOTAAL DLO 30 2 32 Bedrijfsmanagement 55 10 65 Office management 16 0 16 TOTAAL ECHO 71 10 81 Biomedische laboratoriumtechnologie 22 1 23 Chemie 5 1 6 Toegepaste informatica 16 1 17 Voedings- en dieetkunde 6 0 6 Verpleegkunde 6 0 6 Vroedkunde 3 0 3 TOTAAL G&T 58 3 61 Sociaal werk 24 1 25 TOTAAL SSH 24 1 25 TOTAAL KHLEUVEN 183 16 199 Tabel 20: Aantal studenten met leerkrediettekort (<60SP op moment van inschrijving) per opleiding, inschrijving in semester 1 en semester 2 2011-2012 3.4 OOP II Actielijn 4: Studie- en studentenbegeleiding De Studie- en studentenbegleiding (SSB), wordt in het academiejaar 2011-2012 geoptimaliseerd via onderzoek en professionalisering van de medewerkers. De interdepartementale en departementale structuren blijven gehandhaafd: de interdepartementale werkgroep SSB stuurt de werking van de actieve interdepartementale werkgroepen aan: de werkgroepen studiebegeleiding (IWSB), de studentendiensten, de werkgroep taalondersteuning (IWTO) en de werkgroep studietrajectbegeleiding (IWSTB). De evolutie om de ombudsdiensten los te koppelen van de studentendiensten zet zich verder door. Na het departement Gezondheidszorg en Technologie Jaarverslag KHLeuven 46

wordt ook in SSH een afzonderlijke ombudsdienst georganiseerd. Het staat de departementen voorlopig nog vrij de verschillende taken op te splitsen. Ombudsdiensten die ook als bemiddelaar optreden, kregen een opleiding rond de juridische aspecten van het bemiddelen en een actieve worskhop Bemiddeling in het HO. Alle departementen gebruiken systematisch de uniforme instructielijst voor surveillanten. De doelstellingen en acties van het onderwijsontwikkelingsplan II worden door de verschillende werkgroepen bewerkstelligd. Het netwerk dat de hogeschool uitbouwde met een groot aantal secundaire scholen en de CLB s in het Leuvense uit beide netten (De Leerbrug) blijft een constante in de werking rond studiekeuzeoriëntering en versterking van studievaardigheden voor de SOHO overstap. Intussen is ook het Onderwijsplatform van de stad Leuven een vast gegeven binnen de Leuvense onderwijscontext. De SSB-visie op talentgerichte, motiverende benadering met als doel de zelfsturing van de student te stimuleren, wordt verder uitgewerkt als ook de professionaliseringsactiviteiten hiertoe, opgezet op KHLeuven- en op associatieniveau. De werkgroepen binnen SSB hebben zich als doel gesteld voor elk aanbod en actie binnen studie(traject)begeleiding en taalondersteuning naar studenten toe, een kwalitatief aanbod te verzekeren. Dit impliceert dat er systematisch voor lectoren professionaliseringsactiviteiten worden aangeboden of materiaal ter beschikking wordt gesteld, om de kwaliteit van het materiaal voor en ter ondersteuning van studenten te verbeteren. 3.4.1 Instroom Activiteiten rond het versterken van studievaardigheden in de derde graad secundair en het verbeteren van studiekeuze via initiatieven in samenwerking met de partners van de Leerbrug, hebben intussen een vaste plaats gevonden in de werking van de KHLeuven. De KHLeuven verzorgt regelmatig in samenwerking met de KU Leuven infosessies aan laatstejaars SO en op ouderavonden. Naar analogie met de Start to study-reeks voor de Leuvense scholen, waar de KHLeuven vanaf dit academiejaar ook een sessie van TSO naar HO verzorgt, werd ook in Diest een mini- start to study opgezet. KHLeuven engageerde zich binnen het A-team samen met de KU Leuven en Groep T om door het gebruik van rolmodellen studenten uit kansengroepen te stimuleren en te adviseren HO aan te vatten (zie 3.5). Binnen de good (gemeenschappelijk OOD) Coachen na de schooluren kozen 17 laatstejaarsstudenten ervoor elk 2 laatstejaars TSO van 3 Leuvense scholen te begeleiden bij het GIP en dus ook mee te werken aan het versterken van hun studievaardigheden en het informeren bij vragen rond studiekeuze. Binnen het door het Impulsfonds voor migrantenbeleid gesteunde project PONS ontwikkelden 33 laatstejaars uit drie scholen uit het KHLeuven-netwerk (Miniemen, KA-Redingenhof en St-Jozef) een e-portfolio als toegangsticket voor het HO. Zij leren reflecteren rond hun studiekeuze, hun sterktes en zwaktes om sterker in te stappen in het HO. Op de gemeenschappelijke infodag van KHLeuven verzorgde de werkgroep SSB een afzonderlijke stand voor instromers en een aantal succesvolle workshops rond SSB aan de KHLeuven, Hoger Onderwijs voor ouders en Verder studeren aan de KHLeuven. Na het proefprojet ToTaal Klaar werd in alle departementen gestart met de instapcursus Taal voor het HO met als doel studenten die onvoldoende voorbereid zijn op de instructietaal in het hoger onderwijs. Het project wil studenten uit TSO en BSO, maar ook studenten uit ASO die een achterstand t.o.v. het vereiste taalniveau hebben, voorbereiden op het taalgebruik eigen aan een hoger opleidingsniveau. De juiste doelgroep werd bereikt en een tevredenheidsenquête achteraf was positief en vroeg slecht kleine bijsturingen van het aanbod (zie 3.5) 3.4.2 Doorstroom De registratie en afname van instromende studenten door de studietrajectbegeleiders in samenwerking met de administratieve diensten en de dienst kwaliteitszorg werd nog verbeterd waardoor nog meer studenten bereikt werden. Nieuwe studietrajectbegeleiders kregen opnieuw een degelijke opleiding rond bespreking van de Lassi-resultaten, gekaderd in het intakegesprek, vanuit de visie motiverend, talentgerichte en zelfsturende benadering van de student. De Masterthesis in de Educatieve studies van Manon Witters voor Professor Lacante De KHLeuven, de Lassi en zijn correlaten leverde een prima basis om een eigen onderzoek te starten naar de profielen van de KHLeuven instromer en zijn studie-efficiëntie (Leerbrug bis). De resultaten van het onderzoek, samen met de intervisies binnen de SSB-groepen, IOC, AR van de KHLeuven en het Leerbrugplatform met de Leuvense scholen en CLB s geeft de SSB-actoren en de opleidingen in het bijzonder de kans om de begeleiding nog beter te stroomlijnen en ook de studiebegeleidingssessies te verfijnen naar gelang het instroomprofiel van verschillende studentengroepen. Jaarverslag KHLeuven 47

Als eerste aanbod binnen studiebegeleiding, om o.a. de eerste noden na het intakegesprek te kunnen opvangen, zijn de interdepartementale studieavonden nog steeds erg in trek. Er werd ook hier een tevredenheidsenquête gevoerd. Via QMP werd een vragenlijst opgesteld en doorgestuurd naar 176 studenten die aan de studieavonden deelnamen. Er was slechts een respons van 15% van het totaal aantal deelnemers van 2010-2011. De studieavonden werden postief geëvalueerd. Weinig bijsturing van materiaal, inhoud of randvoorwaarden zijn nodig. Het aantal deelnemers stijgt nog jaarlijks: Interdepartementale Studieavonden Aantal afzonderlijke studenten Studeren kan je leren 80 Planningsvaardigheden 70 Faalangst 51 Omgaan met examens 46 TOTAAL 247 Tabel 21: deelname interdepartementale studieavonden Met de departementale sessies bereiken we een veelvoud van deze studentenaantallen (ongeveer 1000 studenten) en indien we het aantal deelnames bekijken komen we aan meer dan 2500 deelnames. Soms geven lectoren ook extra vakmonitoraten; we hebben we dus niet alle correcte cijfers. Partners uit de scholengemeenschappen en eigen lectoren blijven welkom op alle sessies. De Toledo communities SSB voor studenten en SSB voor medewerkers worden up to date gehouden met materiaal uit studiedagen, workshops en eigen SB-sessies. De IWSSB spoort de studenten aan hun rapporten te bespreken met hun STBer en naar Recht van Inzage te komen. Door de visie op motiverend en zelfsturen leren worden de boodschappen naar studenten ook onder de loep genomen en werpen bijvoorbeeld al in deze context via de boodschap Exameninzage vandaag = Kans op beter resultaat in de toekomst op alle schermen verspreid, hun vruchten af. Tegelijk werden de lectoren positief geactiveerd via berichten op het intranet en via een door de interdepartementale werkgroep SSB opgestelde 10 tips voor Recht van Inzage om de kwaliteit van het inzagerecht door lectoren te verbeteren. De positieve samenwerking met de studentenvoorzieningen verzekert de opvolging van studenten met functiebeperkingen en studenten met financiële en psychosociale problemen. Voor de jaarlijks terugkerende wachtlijsten voor hertesting op OCL (attestering voor studenten met dyslexie) werd een oplossing gevonden. De samenwerking met GiBS en CPR (gedragstherapeutische centra) verloopt goed. Door het steeds groter aantal studenten met functiebeperkingen en de problematiek die daarmee gepaard gaat, zijn de intervisies om een aantal gevoelige dossiers op een professionele wijze te kunnen bespreken binnen de studentendiensten geen overbodige luxe. In het academiejaar 2011-2012 vroegen 5 studenten met audio- en visuele beperkingen pedagogische hulp aan en werden hierbinnen 6 pedagogische helpers te werk gesteld. 3.4.3 Uitstroom De coördinator SSB geeft zowel op de infodag van de KHLeuven als in een aantal departementen infosessies aan laatstejaars rond verder studeren: een nieuwe belangrijke stap in studiekeuze, hoe pak je dit aan en wat zijn de mogelijkheden. Er wordt een AMF project uitgeschreven om volgend academiejaar met de schat aan kwalitatieve gegevens rond afhakers, verzameld door de studentendiensten en de profielen van de instromers uit Leerbug bis een onderzoek rond het profiel van afhakers op te starten om de heroriëntering van KHLeuvenstudenten aan te pakken. 3.4.4 Professionalisering De IWSSB zet de ingeslagen weg verder om naast het aanbod voor studenten: het versterken van studievaardigheden, het adviseren, het informeren en begeleiden, het zelf sturen en motiveren een parallelle weg voor docenten aan te bieden. In de KHLeuven visie is de eerste lijn die van de lector als coach. De sensibilisering, het adviseren, informeren, en versterken van de competenties van de lector in zijn coachende competenties is een belangrijke taak van de SSB-werkgroepen. Naast boven vermelde opleidingen voor de nieuwe STBers (intakegesprekken en Lassi) is er de deontologische code geïllustreerd met opleidingspecifieke voorbeelden en cases voor nieuwe lectoren. De Toledo-community SSB voor medewerkers met uitleg over het StAB, informatie rond instroom-, doorstroom en uitstroom en materiaal voor professionalisering, wordt voorgesteld aan alle nieuwe lectoren. De werkgroep taalondersteuning organiseert een Topic rond de digitale Jaarverslag KHLeuven 48

checklist: taal en studeervriendelijk cursusmateriaal voor nieuwe lectoren en vrijblijvend voor de andere lectoren. In de Associatiewerkgroep SSB waar de coördinator deel van uitmaakt, werd besloten de studiedag om de twee jaar te organiseren om dezelfde kwaliteit te kunnen verzekeren en nog meer mensen van binnen en buiten de associatie te bereiken. 3.5 OOP II Actielijn 5: Diversiteit 3.5.1 Ontwikkelen/implementeren/evalueren van een visie rond gelijke kansen en diversiteit; In het academiejaar 2011-2012 werkt de KHLeuven verder aan de uitbouw van de doelstellingen zoals gesteld in het onderwijs ontwikkelingsplan OOPII (2008-2013). Zij rapporteert over de uitvoering van de verlenging van de beheersovereenkomst met de Vlaamse regering voor het aanmoedigingsfonds (AMF) 2011 en stelt een nieuw actieplan op voor het AMF 2012. De visie van de KHLeuven rond gelijke kansen en diversiteit wordt verder verankerd binnen alle niveaus van de hogeschool. De KHLeuven streeft inclusief beleid na met indien noodzakelijk ondersteuning van de in de beheersovereenkomst AMF vermelde kansengroepen. Van bij de aanvang maakt het gelijke kansenbeleid deel uit van de onderwijsvisie van de KHLeuven. Daarvan getuigt de link met de sterk uitgebouwde studie- en studentenbegeleiding (SSB). Het AMF betekent een borgen en een versteviging van de SSB. 3.5.2 Coördinatie van het beleid rond gelijke kansen en diversiteit; De verdeelsleutel voor de besteding van het aanmoedigingsfonds wordt ook voor 2011-2012 aangehouden: centrale structurele verankering, VTE s vrijgemaakt voor de coördinator gelijke kansen en diversiteit, de coördinator studie- en studentenbegeleiding, de coördinator flexibilisering en de leden van de interdepartementale werkgroep studie- en studentenbegeleiding (SSB) en gelijke kansen en diversiteit (GKD), om het gelijke kansen- en diversiteitsbeleid te sturen en op te volgen. Intussen werd de good Coachen na de schooluren in het aanbod van de KHLeuven opgenomen. In 2011-2012 begeleidden 17 studenten elk 2 laatstejaars TSO bij hun GIP in 3 verschillende scholen : Miniemen, St Jozef en KA Redingenhof. Vooral de talige projecten, die dankzij het projectenfonds werden opgezet, werden gevaloriseerd en vonden een vaste plaats binnen de werking van de KHLeuven (cfr. infra). In de departementen verzekert het AMF de instroom, doorstroom en uitstroom van kansengroepen via studietrajectbegeleiding en studiebegeleiding. Er werden ook nieuwe samenwerkingsverbanden aangegaan met L4- volwasseneneducatie om anderstalige nieuwkomers een educatief perspectief te bieden. PONS kon gerealiseerd worden door het toekennen van middelen door het sociaal impulsfonds tijdens het academiejaar 2011-2012: warme overdracht van SO naar HO heeft als doel de instroom van kansengroepen in het HO verhogen, hen de tools te geven een haalbare en realistische studiekeuze te maken en de slaagkansen in het HO te vergroten. We verbeteren het studiekeuzeproces door hen te leren reflecteren over hun talenten en competenties enerzijds en reële en ingebeelde hindernissen anderzijds. Tijden de projectfase bereikten we 33 leerlingen uit 3 verschillende partnerscholen (het Miniemeninstituut, Sint Jozef en KA Redingenhof). De coördinator GKD zorgt als actief lid van de Associatie KULeuven diversiteitsstuurgroep dat een aantal medewerkers met het juiste profiel als lid van een aantal ad hoc werkgroepen binnen de stuurgroep bijdragen tot een verhogen van de instroom, doorstroom en uitdstroom van kansengroepen (instroom kansengroepen, stage voor kansengroepen, kwaliteitszorg). Als lid van de Associatie werkgroep Studeren met een functiebeperking is zij samen met KHBO de sturende kracht rond de visienota van de Associatie KU Leuven rond GON in het HO. Twee leden van de IWTO zijn tevens lid van de Associatiewerkgroep Taal. 3.5.3 Toegankelijke school en onderwijs: Toegankelijkheid van gebouwen, onderwijs en informatiekanalen blijft een aandachtspunt voor de KH Leuven. De website (www.khleuven.be en www.leuvenuniversitycollege.be) wordt regelmatig gescreend door het toegankelijkheidsbureau om het in 2009 Any-surferlabel te behouden. Het aantal studenten met functiebeperkingen en leerstoornissen volgt de trend van de voorbije jaren en is nog steeds in sterk stijgende lijn in 2011-2012: Jaarverslag KHLeuven 49

Leerstoornissen Functiebeperkingen Totaal DLO 91 21 112 Echo 41 45 86 G&T 92 79 171 SSH 37 43 80 Totaal 261 188 449 Tabel 22: aantal studenten met een functiebeperking 2011-2012 De in 2010-2011 aangepaste procedures en faciliteiten voor studenten met een functiebeperking worden in alle opleidingen toegepast en ook de pedagogische hulp (PH) voor studenten met een visuele- of auditieve beperking die ingeschreven zijn bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) wordt via een derde betalersregeling met het VAPH verder aangeboden. In 2011-2012 werden voor 5 studenten 6 pedagogische helpers aangeboden. Het onderzoek Spijker werd met AMF gelden uitgevoerd naar mogelijkheden van zelfscreening en bijspijkercursussen om op basis van de onderzoeksresultaten de instroomprofielen van de opleidingen te verbeteren, de opleidingen te adviseren bij het ontwikkelen, optimaliseren en organiseren van screening(smateriaal). Acties ter verbetering van vooral het administratief proces voor werkstudenten en trajecten, en de communicatie naar toekomstige werkstudenten werden ondernomen. Het professionaliseringsplan voor de leden van de interdepartemetentale werkgroep diversiteit, opgestart in 2010-2011 werd bestendigd. De leden maakten zich hun specifiek domein eigen via professionaliseringsactiviteiten (taal gender begeleiding volwassen studenten en dag van de diversiteit). Het onderzoek Wat met Gender aan de KHLeuven werd opgestart; de literatuurstudie en het verzamelen van cijfergegevens werden voltooid, om de volgende fase: de eigenlijke onderzoeksfase en het formuleren van adviezen voor te bereiden. Het diversiteitsproject TALTO (Talig toetsen) beoogt enerzijds de sensibilisering van docenten om doelbewust om te gaan met taalvereisten in schriftelijke evaluatiesituaties. Anderzijds wil het project de doorstroomkansen van studenten met een beperkte taalvaardigheid verhogen, door ze bewuster te leren omgaan met het eigen schriftelijk taalgebruik in evaluatiesituaties. Zo werd een Taalspiekbriefje als ondersteuning aangeboden voor de eerstejaarstudent bij het talig formuleren van examenantwoorden. Het biedt de student een kans om kwaliteitsvoller examens af te leggen en kan zo een bijdrage leveren om het studierendement te verhogen. Het project ToTaal Klaar dat in 2010-2011 een instapcursus Taal voor HO voorbereidde voor studenten die onvoldoende voorbereid zijn op de instructietaal werd in alle departementen ingevoerd. Een bevraging bij de deelnemers na een semester peilde naar doelstellingen en tevredenheid. De juiste doelgroepen werden bereikt en bijsturing van de inhoud was nauwelijks noodzakelijk. De sterkte van het project ligt in het feit dat studenten werken met opleidingsspecifiek materiaal en kennis maken met de leeromgeving waarvan ze deel zullen uitmaken. departement ingeschreven aanwezig vooropleiding thuistaal ASO TSO BSO KSO NL FR Andere Echo 42 42 17 16 8 1 36 3 3 G&T 53 53 20 30 3 0 49 0 2 SSH 51 45 17 25 2 1 44 1 0 DLOH 120 94 28 57 9 0 68 0 1 DLOD 26 2 12 9 3 TOTAAL 266 260 84 140 31 5 197 4 6 Tabel 23: Deelnamecijfers project ToTaal Klaar Taalvast ( Taalvaardig van start in het hoger onderwijs), een taaldiagnostische toets van KU Leuven en CLT werd aangekocht; KHLeuven taalmedewerkers hielpen mee aan de ontwikkeling van de versie voor professionele bachelors en draaide proef in een paar opleidingen. De werkgroep volgt dit verder op. Jaarverslag KHLeuven 50

3.5.4 Diversiteit in het studentenbeleid bevorderen De KHLeuven monitort haar studentenbestand nog steeds op jaarlijkse basis via de optionele inschrijfgegevens. Deze gegevens vormen samen met de informatie uit een uitgebreid intakeformulier dat peilt naar volledige studieloopbaan, motivatie, sterktes en zwaktes, en de resultaten van de Lassi-test de basis voor een uitgebreid intakegesprek door de persoonlijke studietrajectbegeleiders van elke student aan de KHLeuven. Een Masterthesisstudente van Professor Marlies Lacante verwerkte de gegevens in haar onderzoek; De KHLeuven, De Lassi en zijn correlaten dat dan weer een goede basis vormde voor een eigen onderzoek naar de profielen van de eerstejaarsstudenten in 5 opleidingen gekoppeld aan studierendement Leerbrug bis. Het onderzoek werd gevoerd tot op het niveau van opleidingsonderdelen en heeft als doel de profielen van de eerstejaars in kaart te brengen en adviezen en begeleiding af te stemmen op de studenten en opleidingen, en de professionalisering van STBers te verbeteren (zie ook 3.4.2). The A-team is een samenwerking tussen Groep T, KHLeuven en KU Leuven (http://www.kuleuven.be/toekomstigestudenten/tijdomdecijfersongelijktegeven/ateam.htm ). De A staat voor allochtoon, autochtoon en ambassadeur. Deze ambassadeurswerking tracht zoveel mogelijk jongeren tijdens het proces van studiekeuze te bereiken. Studenten met een multiculturele achtergrond en/of een functiebeperking, werkstudenten, brengen een getuigenis op basis van hun eigen studieloopbaan. Ze geven uitleg over hoe ze het secundair hebben ervaren, hoe ze hun keuze hebben gemaakt in het hoger onderwijs en de verdere evolutie. Het A-Team vertrekt vanuit die persoonlijke ervaringenen ageert interactief met de toehoorders. 3.5.5 Sensibiliseren en implementeren van diversiteit: De werkgroep gelijke kansen en diversiteit wordt sterk aangemoedigd zich verder te specialiseren binnen zijn domein. Vanuit de werkgroepen IWGKD en IWSSB worden zelf ook professionaliseringsactiviteiten opgezet naar de opleidingen toe. Vanuit de visie op een talentgerichte, motiverende benadering van de student wordt systematisch elke actie naar studenten ondersteund door een actie naar lectoren om binnen studie(traject)begeleiding en taalondersteuning kwaliteitsvol materiaal te kunnen garanderen. De coördinator van de IWGKD is een actief lid van het Leuvens Diversiteitsoverleg. In maart 2012 werd voor de tweede maal de Party-cipation week georganiseerd. De organisatie van de Partycipationweek is in handen van stad Leuven, KU Leuven, KHLeuven, KSLeuven, LOKO en het integratiecentrum. Met dit initiatief willen de organisatoren alle Leuvenaars en studenten met verschillende achtergronden samenbrengen door een uniek programma samen te stellen dat uitgaat van de raakvlakken tussen mensen en niet van hun verschillen. Het departement SSH organiseerde hierbinnen de dag van Diversiteit en in het departement Gezondheidszorg en Technologie ging een internationale miniweek door. Verder nam de KHLeuven deel aan de Partycipation tour met een stand rond het thema Hoe leid je als professionele bacheloropleiding studenten op die klaar zijn en open staan voor een diverse markt. 3.6 OOP II Actielijn 6: Internationalisering 3.6.1 Realisaties in 2011-2012 Stijging aantal internationale projectaanvragen Medewerking aan nieuw beleidsplan Onderzoek met grotere nadruk op internationale projecten en de goedkeuring van een Projectencoach internationalisering Intenrationale stafweek naast G&T week Nieuwe visie op partnerkeuze 3.6.2 Het bevorderen van de uitgaande mobiliteit van studenten en lectoren: Er is een jaarlijkse stijging van het aantal uitgaande studenten in absolute aantallen, van 170 in 2010-2011 naar 216 in 2011-2012. De stijging wordt ietwat geneutraliseerd door de grotere instroom van diplomastudenten. De tendens op lange termijn toont aan dat 10% een normaal cijfer is voor de KHLeuven. Het aantal afgestudeerden met een lange internationale ervaring in de initiële bacheloropleiding steeg licht naar 14,29% (12,79% in 2010-2011). Omdat er een lichte stijging was van het aantal behaalde diploma s met bijna 10% is dit, gezien ook het stagnerende personeelskader voor internationalisering, een goed resultaat. Jaarverslag KHLeuven 51

De verdeling over de departementen is voor het eerst in jaren vrij gelijk verdeeld over de departementen, m.u.v. SSH (Tabel 24). Echter, hoewel lange internationale ervaring zo goed als afwezig zijn in andere banaba-opleidingen heeft SSH 31 studenten in de banaba IS NZ. Indien deze studenten wel meegeteld zouden worden dalen de diverse departementen licht in percentage maar stijgt SSH naar iets meer dan 12%. ECHO G&T DLO SSH Absolute aantallen uitgaande studenten 58 89 63 6 Verhouding studenten met internationale ervaring versus afgestudeerden (percentage) 16,76% 18,35% 14,44% 2,44% Tabel 24: Verhouding studenten met internationale ervaring versus afgestudeerden (percentage), per departement. 250 200 150 100 50 0 2002-2003 2003-2004 2004-2005 2005-2006 2006-2007 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011 2011-2012 Figuur 3: Absoluut aantal studenten per academiejaar in KHLeuven met een lange internationale ervaring (2002-2003 tot en met 2011-2012). Het EBM programma en de Banaba Internationale Samenwerking Noord Zuid kenden een verdere stijging van het aantal ingeschreven studenten en het aantal afgeleverde diploma s. 2009-2010 2010-2011 2011-2012 Aantal studenten in traject 11 48 54 Aantal behaalde diploma s 5 10 8 Tabel 25: Aantallen studenten in het EBM programma. 2009-2010 2010-2011 2011-2012 Aantal studenten in traject / 31 43 Aantal behaalde diploma s 24 31 Tabel 26: Aantallen studenten in Banaba IS NZ. Positief was dat de ranking voor Erasmusbeurzen die uitgewerkt werd in 2011 in dit academiejaar voor het eerst werd toegepast. KHLeuven diende in 2011-2012 tijdelijk garant te staan voor de uitbetaling van de Erasmusbeurzen omdat er een te grote vraag bleek vanuit de instelling naar de overheid toe. Die uiteindelijke vraag was groter dan het geschatte aantal 12 maanden voordien. Deze garantie werd uiteindelijk niet gelicht en de ranking had geen gevolgen voor individuele studenten. 3.6.3 Het bevorderen van de inkomende mobiliteit van uitwisselingsstudenten en lectoren: Een beperkt aantal opleidingen voorziet nog geen Engelstalig studietraject voor uitwisselingsstudenten van min. 18 ECTS credits: Voeding- en Dieetleer, Verpleeg- en Vroedkunde en Sociaal Werk. Allen verzorgen wel een stageluik in semester 6 op aanvraag. Deze lacune beperkt de instroom van buitenlandse studenten en de creatie van een draagvlak in deze opleidingen voor uitgaande studenten en docenten. Het Directieteam nam het engagement op de Jaarverslag KHLeuven 52

3daagse 2011 om alsnog een anderstalig programma in elke opleiding te realiseren in 2012. Dit voornemen werd niet gehaald. Het aantal inkomende uitwisselingsstudenten stagneerde in 2011-2012 (fig. 3). 100 80 60 40 20 0 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011 2011-2012 Figuur 4: Absoluut aantal studenten inkomende uitwisselingsstudenten per academiejaar in KHLeuven (2007-2008 tot en met 2011-2012). Het Directieteam besliste om vanaf 2012-2013 geen studenten in een diplomatraject meer toe te laten zonder kennis van het Nederlands Niveau 5. Dit moet het inschrijvingsproces in de toekomst, via KU Leuven, eenduidiger laten verlopen met een verhoogde ratio tussen het aantal behandelde dossiers en het aantal effectief ingeschreven studenten. Naast de internationale weken in de diverse departementen (zie 1.1.4) werd ook door AD een algemene stafweek georganiseerd parallel met de Internationale Week van G&T. Deze week trok 6 collega s aan uit diverse instellingen. 3.6.4 Het verhogen van de korte internationale ervaring voor studenten en docenten in de KHLeuven Het aantal studenten dat een korte internationale ervaring ontving in 2011-2012 bleef status-quo sinds 2008-2009. Wel werd voor de vierde maal een internationale mini-week georganiseerd in G&T waarbij studenten een eerste kennismaking hadden met het onderwerp internationalisering. ECHO organiseerde voor alle studenten in het 2 de bachelorjaar diverse internationale weken per afstudeerrichting. SSH zette in op een ombouwen van het curriculum voor 2012-2013 en geeft daarin haar internationale weken een andere plaats. 3.6.5 Aandacht voor de internationale competentie in de curricula van alle opleidingen Een OOF project Internationale Competenties werd goedgekeurd in 2011 en gaat van start in 09/2012. Het project, i.s.m. KHLim en Lessius, wordt gecoördineerd door KHLeuven. ICOM wil de internationale competenties in kaart brengen en een richtinggevend instrument ontwikkelen voor opleidingen die deze competenties beter willen inbedden in het programma. 3.6.6 Het ontwikkelen van curricula en onderzoeksprojecten in samenwerking met internationale partners Bezoek op het niveau van AD werd ontvangen uit Hanzehogeschool (NL). Op voorstel van KHLeuven tekende de Associatie KU Leuven een partnership met FUAS (Finland). Kwaliteitszorg en internationalisering worden als twee pistes voor samenwerking naar voor geschoven. Een nieuwe visie op de samenwerking met internationale partners binnen KHLeuven werd ontwikkeld. Dit werd voorgesteld in de figuur van een piramide. KHLeuven wil, op basis van kwaliteitscriteria, komen tot betrouwbare, gedragen en kwalitatieve partnerships op elk van de zes gedefinieerde niveaus. Er zullen meer partners aanwezig zijn in niveau 1 dan in niveau 6. Partners op niveau 6 komen in principe op elk van de onderliggende niveaus ook terug aan bod. Het zijn dus op alle vlakken kernpartners van KHLeuven. Jaarverslag KHLeuven 53

6. Samenwerking beleid 5. Samenwerking kwaliteitszorg 4. Samenwerking in onderwijs 3. Samenwerking in projecten 2. Mobiliteit Staf 1. Mobiliteit Studenten Figuur 5: visie op samenwerking met internationale partners De projectomzet van internationale middelen bleef vrijwel gelijk in vergelijking met 2010 en 2011. Omwille van de sterke verhoging van de totale omzet daalde het percentage internationale middelen verder in 2011. Een nieuwe strategie is vereist vanaf 2012-2013 om die daling om te buigen. Samen met Onderzoek werd in 2011-2012 gewerkt aan een nieuw beleidsplan Onderzoek dat ingaat in 2012-2013. Bijzondere aandacht daarin werd gegeven aan het stimuleren van internationale projectaanvragen. Hiervoor werd een structuur uitgebouwd van Kennis- en Innovatiecentra in de departementen. Deze kunnen een beroep doen op een centraal Projectenbureau. Binnen dit Projectenbureau zal een projectencoach internationalisering (0,5 VTE) werken die specifieke ondersteuning zal bieden voor internationale projectaanvragen. FIN totaal (Euro) FIN INT (Euro) FIN INT percentage van totaal 2008 1.142.999 112.131 9,80% 2009 1.014.664 90.737 8,90% 2010 1.933.688 203.322 10,50% 2011 3.026.852 206.048 6,80% 2012 3.409.977 207.758 6,09% Tabel 27: Omzet in projectmiddelen binnen KHLeuven en percentage van internationale financieringsbronnen t.o.v. de totale omzet. 3.6.7 Internationale solidariteit KHLeuven ging in 2011 van start met het leer- en kennisnetwerk ICoNS rond de banaba-opleiding IS NZ. Dit netwerk heeft als doelstelling om expertise en vorming rond mobiliteit van jongeren naar het Zuiden te bundelen. In 2011-2012 werd hierin en PWO-project gewonnen (PREPARE) dat voorbereidingstrajecten in Vlaanderen in kaart zal brengen. In juni 2012 werd gestart met een Intervisiegroep ontwikkelingssamenwerking. Dit moet coördinatoren in diverse opleidingen toelaten om expertise uit te wisselen rond het thema en ook om beleidsvoorstellen te formuleren aan IWI. 3.6.8 Een ondersteunend beleid Er werden geen bijkomende stappen gezet in vgl. met 2011. De samenwerking met de partners binnen de Associatie en andere fora werd verder gezet. Jaarverslag KHLeuven 54

3.7 OOP II Actielijn 7: Onderzoek naar onderwijs De KHLeuven heeft in haar OOP II de ambitie ingeschreven om ook, op KHLeuvenniveau onderzoek naar onderwijs in de KHLeuven te realiseren en de resultaten ervan te integreren in haar onderwijs. De onderwijsontwikkelingsprojecten liggen allemaal in de lijn van de belangrijkste acties in OOP II of zijn voorbereidend op de toekomst. 3.7.1 Lopende Onderwijsontwikkelingsprojecten Tijdens het academiejaar 2011-2012 liepen onderwijsprojecten inzake ICT en onderwijs, levenslang leren, multicampusonderwijs & blended learning en werkplekleren. Titel project Financieringsbron Partners van KHLeuven FLLLEX Europese Overheid & 24 partners over 10 landen KHLeuven ICTI2 OOF KULeuven, KATHO, HUBrussel, KHKempen, KHLim, Lessius, KaHo St. Lieven MuLLLti OOF KHLeuven, KU Leuven, HUBrussel, KATHO. Wegwijs in werkplekleren OOF KHLim, Thomas More Lessius Mechelen, Thomas More Lessius Kempen Tabel 28: Samenvattend overzicht onderwijsontwikkelingsprojecten 2011-2012 FLLLEX (thema: levenslang leren) FLLLEX is een Europees project over de vraag hoe hoger onderwijsinstellingen kunnen inspelen op ontwikkelingen rond levenslang leren (LLL). Mede op basis van beleidsgericht onderzoek is in samenwerking met ENQA (de European Association for Quality Assurance in Higher Education) in 2010 een zelf-evaluatie instrument voor hogescholen ontwikkeld als startpunt voor het ontwikkelen van beleid rond LLL. KHLeuven is als coördinator van dit project verantwoordelijk voor coördinatie van de activiteiten, communicatie tussen de partners, administratie en financiële opvolging van het project. De belangrijkste activiteiten en resultaten in 2011-2012 zijn: Samenvatten van de projectresultaten voor een breder publiek in de publicatie: Towards an Institutional Strategy for Lifelong Learning in Professional Higher Education, gepubliceerd samen met het instrument, de FLLLEX-Radar. Het mede organiseren van het EURASHE congres Lifelong Learning: professionally oriented higher education & the welfare society in Riga, Letland, met o.a. presentaties van de projectresultaten. Verzorgen van bijdragen aan workshops en congressen over Levenslang Leren in België, Frankrijk en Griekenland. De bespreking van de resultaten voor de zelfevaluatie van KHLeuven heeft geleid tot een nieuw projectvoorstel 2012-2013, waarin dieper wordt ingegaan op mogelijkheden voor Levenslang Leren binnen de hogeschool. Website: www.flllex.eu ICTi-2 (thema: ICT en onderwijs) Alle hoger onderwijsinstellingen investeerden de afgelopen jaren veel in ICT. Het is echter niet altijd duidelijk met welk doel de beschikbare ICT ingezet wordt. Vervangt ICT simpelweg de traditionele docentgestuurde onderwijsmethodes en leermiddelen of wordt ICT ingezet voor het realiseren van een krachtige leeromgeving, waarin de student leert actief en zelfstandig informatie verwerken en het eigen leren sturen? Met deze vraag in het achterhoofd werd in het OOF-project ICTi een instrument ontwikkeld en gevalideerd in verschillende opleidingen van vijf instellingen binnen de Associatie KU Leuven. Aan de hand van het ICTi-instrument wordt het ICTintegratieprofiel van een opleiding bepaald. Het ICT-integratieprofiel beschrijft in welke mate ICT in een opleiding gebruikt wordt om belangrijke leerdoelen en leeractiviteiten binnen een studentgecentreerde visie op onderwijs en leren te realiseren. Na afloop van het project in 2010 werd het instrument in 2012 verder geoptimaliseerd in een kort vervolgproject: ICTi-2. De ICTi-vragenlijst werd ingekort en verder gevalideerd in een bredere Jaarverslag KHLeuven 55

groep opleidingen (o.a. technische opleidingen). Daarnaast werd de handleiding bij het instrument verder uitgewerkt in functie van kwaliteitsverbetering. MuLLLti (multicampusonderwijs en levenslang leren) Het project MuLLLti multicampusonderwijs voor Life Long Learners heeft tot doel opleidingsonderdelen voor werkstudenten uit te werken vanuit het perspectief van blended learning. In het kader van het project bundelen docenten uit twee partnerinstellingen (richtingen sociaal werk, handelswetenschappen en specifieke lerarenopleiding), verantwoordelijk voor gelijkaardige opleidingsonderdelen, de krachten. Zij werken hun opleidingsonderdeel uit vanuit het perspectief van blended learning. De opportuniteiten en beperkingen van multicampusonderwijs, blended learning en levenslangleren die doorheen deze case-studies naar boven komen worden gedocumenteerd in een beleidsdocument. De opgedane ervaringen vormen de basis voor beleidsaanbevelingen om multicampusonderwijs te implementeren binnen de Associatie KU Leuven. In een tweede luik wordt in het kader van dit project een professionaliseringstraject uitgewerkt en aangeboden over verschillende topics van blended leren: (1) efficiënt integreren van onderwijstechnologie in de onderwijsleeromgeving, (2) online coachen van studentengroepen en (3) het ontwikkelen en aanbieden van digitaal leermateriaal met een auteurstool. Verder worden ook steekkaarten uitgewerkt over blended learning, levenslang leren en multicampusonderwijs; alsook visie- en kaderteksten m.b.t. verschillende relevante themata. Wegwijs in werkplekleren (thema: werkplekleren) Het project Wegwijs in werkplekleren heeft als doelstelling om kwaliteitsvol werkplekleren te verwezenlijken voor werkstudenten. Het wil wegwijzers realiseren van kwaliteitsvol werkplekleren binnen curricula voor levenslange leerders. De doelgroep beslaat zowel werkstudenten die op hun eigen werkplek als op een andere werkplek formeel leren op en via de werkplek. Het project concretiseerde zich in een eerste fase in een theoretisch model en kwaliteitscriteria voor kwaliteitsvol werkplekleren. Daarnaast ging het projectteam aan de slag met de ontwikkeling van de volgende instrumenten: samenwerkingsovereenkomsten rond werkplekleren, een profiel van het werkplekleerteam, een quickscan van de werkplek en reflectie-vragen rond de vormgeving van een curriculum/programma met werkplekleren. 3.7.2 Aangevraagde projecten In de tiende OOF-ronde van de Associatie K.U.Leuven werden er twee projecten van KHLeuven goedgegekeurd. KHLeuven is de de penvoerende instelling voor de volgende projecten die in 2012-2013 van start zullen gaan. Toetskoffer Het project Toetskoffer wil de kwaliteit van evalueren verhogen door in te zetten op toetscommissies verantwoordelijk voor de kwaliteitsbevordering, de kwaliteitsbewaking en de kwaliteitsborging van het toetsgebeuren. Partners: KHLim, KHLeuven, Thomas More Mechelen, KAHO, HUB, KATHO Bachelortoets Het project wil opleidingen ondersteunen door een set van gevalideerde evaluatiecriteria voor uitstroomtoetsen te ontwikkelen en te implementeren, conform de vereisten van de nieuwe decretale bepalingen. Bacheloropleidingen kunnen in functie van hun eindtoetsen relevante evaluatiecriteria selecteren uit de set en met behulp van een model een meetinstrument op maat van de toets creëren. Partners: KHLeuven, KHLim, Thomas More Kempen 3.8 OOP II Actielijn 8: Permanente Vorming De KHLeuven biedt verschillende opleidingen van korte of lange duur, in het kader van levenslang leren. Het aanbod van permanente vorming is zeer divers en wordt georganiseerd door de departementen. Het aanbod is raadpleegbaar op www.khleuven.be. In het kader van het FLLLEX project is, in samenwerking met de Europese Kwaliteitszorgorganisatie ENQA en een aantal andere hogescholen in Europa, een zelfevaluatie-instrument ontwikkeld voor het beleid rond Levenslang Leren in de hogeschool. KHLeuven heeft in 2011 het (ontwerp- )instrument getest en er een zelfevaluatie mee uitgevoerd. Op grond van deze zelfevaluatie werd geconcludeerd dat er binnen de hogeschool veel activiteiten zijn in het kader van levenslang leren, Jaarverslag KHLeuven 56

zowel in de vorm van flexiblele bacheloropleidingen voor speciale doelgroepen als op permanente vorming. Uit de zelfevaluatie bleek ook dat er op instellingsniveau nog geen coherent beleid rond LLL (inclusief permanente vorming) is ontwikkeld. In een vervolgproject zal hiervoor in het komend academiejaar aanzet voor worden gegeven. 3.9 OOP II Actielijn 9: Beleid en Organisatie 3.9.1 Associatie K.U.Leuven De KHLeuven heeft het voorzitterschap van de werkgroepen Onderwijskundige aspecten van de digitale leeromgeving, en de School of Education. De KHLeuven is co-voorzitter van de associatewerkgroep Internationalisering. 3.9.2 Regionale samenwerking KHLeuven zetelt in het overleg van de Stad Leuven met de studenten van Leuven en neemt deel aan de Onderwijsraad van de stad Leuven. 3.9.3 Samenwerking met KHLim KHLeuven gaat in de toekomst nauwer samenwerken met KHLim. De focus in deze samenwerking ligt voor onderwijs op Realiseren van een toekomstgericht, efficiënt en behoeftedekkend opleidingenaanbod (professionele bachelors, bachelor na bachelor, postgraduaten) in de provincies Limburg en Vlaams-Brabant met behoud van de bestaande opleidingen in beide hogescholen. KHLim en KHLeuven werken samen een aanbod uit voor werktrajecten van de bacheloropleidingen. Stemmen samenwerking met de centra voor volwassenonderwijs in de regio af om een goed aanbod in hoger beroepsonderwijs te ontwikkelen; Ontwikkelen van een breed aanbod permanente vorming en gepaste organisatiestructuren. 3.9.4 Academische raad In 2011-2012 kwam de Academische Raad van de KHLeuven samen in vijf thematische vergaderingen: Openingsvergadering samen met HOC, thema begroting en personeelsformatie Participatie van studenten Onderwijs en Onderzoek Kwaliteitszorg: opvolging van visitatie en accreditatie KHLeuven strategisch Onderwijs en Onderzoek 3.9.5 Interdepartementale Opleidingscommissie (IOC) In 2011-2012 kwam de IOC 8 keer samen. Volgende thema s kwamen aan bod: Binnen de interdepartementale opleidingscommissie werd een link gemaakt tussen de strategische doelstellingen van de hogeschool, de IOC-thema s en de beleidsplannen van de hogeschool. In de schoot van de IOC waren in 2010-2011 in dit kader drie werkgroepen actief. Deze werkgroepen werden opgericht met het oog op het versterken van de strategische prioriteiten van de KHLeuven Werktrajecten Toetsbeleid en Toetspraktijk Tijdens de IOC werkdag werd er gewerkt rond de implicaties van de opstart van SAP. 3.9.6 Interdepartementale werkgroepen in onderwijs In 2011-2012 waren volgende interdepartementale werkgroepen in het kader van onderwijs actief in de hogeschool: IW Internationalisering IW E-leren IW Blended Learning IW SSB IW Bibliotheken IW Gelijke kansen en Diversiteit Jaarverslag KHLeuven 57

IW Onderwijs- en examenreglement 3.9.7 Algemene diensten: Cluster Onderwijs en Onderzoek Naar aanleiding van de aanstelling van een hoofd Onderwijs en Onderzoek werd de centrale dienst onderwijsbeleid omgevormd tot de Cluster Onderwijs en Onderzoek. De cluster wordt geleid door het hoofd Onderwijs en Onderzoek en telt zes coördinatoren: Onderzoek & Dienstverlening Internationalisering Studie- en studentenbegeleiding Gelijke kansen en Diversiteit E-leren Bibliotheken en studielandschappen Jaarverslag KHLeuven 58

4 Kwaliteitszorg onderwijs 4.1 Interne kwaliteitszorg In functie van de noden van de opleidingen en de hogeschool werden verschillende onderzoeken uitgevoerd. Daarnaast vonden tal van activiteiten plaats in het kader van externe kwaliteitszorg. 4.1.1 De werking van de interdepartementale Werkgroep Kwaliteitszorg De departementale verantwoordelijken voor kwaliteitszorg komen op regelmatige tijdstippen samen in de interdepartementale werkgroep kwaliteitszorg die geleid wordt door de centrale kwaliteitscoördinator. In het academiejaar 2011-2012 kwam de werkgroep 7 keer samen. De werkgroep heeft naast een informerende en vormende functie van kwaliteitsmedewerkers ook een belangrijke rol in het vorm geven van het beleid inzake kwaliteitszorg van KHLeuven. In 2011-2012 werd op de vergaderingen van de interdepartementale werkgroep aandacht besteed aan de voorbereiding van een werkveldbevraging, het OOF-project KONDOR, de contouren van het nieuwe visitatie- en accreditatiestelsel en het proces van zelfevaluatieproces tot accreditatie, het evaluatiebeleid en het evaluatieplan, de beleidsplannen en het intern opvolgsysteem. 4.1.2 Kwaliteitsonderzoek aan de KHLeuven Er worden een aantal periodieke onderzoeken op het niveau van KHLeuven of op het niveau van de opleidingen onderscheiden. Voor deze onderzoeken is er een vaste periodiciteit vastgelegd (Tabel 29). Daarnaast vinden er tal van andere kwaliteitsonderzoeken plaats. CHECK Studietijdmeting Evaluatie van opleidingsonderdelen Tevredenheidsbevraging bij studenten en personeel Bevraging bij pas-afgestudeerden Onderzoek naar loopbaan en opleiding bij afgestudeerden Tabel 29: Periodieke evaluatie in de KHLeuven Periodiciteit minimaal 1X in de 8 jaar Om de 5 jaar Om de 3 jaar Om de 2 jaar minimaal 1X in de 8 jaar Voor 2011-2012 werden een aantal periodieke onderzoeken op KHLeuven niveau uitgevoerd en een aantal onderzoeken op niveau van de opleidingen. Naam onderzoek Opleiding / departement Bijkomende inschrijfgegevens Alle nieuw ingeschreven studenten Bevraging werkveld Per opleiding werden werkveldvertegenwoordigers aangeschreven Evaluatie infodagen Alle bezoekers van de infodagen Evaluatie van OOD s Bachelor in het office management, Bachelor in de pediatrische gezondheidszorg Bevraging pas-afgestudeerden Bachelor Internationale samenwerking Noord-Zuid Tabel 30: Overzicht van de onderzoeken uitgevoerd door DKZ (2011-2012) 4.1.3 Bevraging werkveld In het academiejaar 2011-2012 werd bij bijna alle opleidingen van KHLeuven het betrokken werkveld bevraagd. De opleidingen reikten de namen van organisaties en contactpersonen aan die via mail werden uitgenodigd om de vragenlijst in te vullen. Bijna 60% van de respondenten heeft via het begeleiden van een stagiair(e) met KHLeuven samengewerkt. Ook de bachelorproef of de afstudeerprojecten zijn belangrijke bronnen van samenwerking met het werkveld. Het grootste deel van de organisaties die hebben meegewerkt aan het onderzoek komt uit het Leuvense of elders uit Vlaams Brabant. Bij 44% van de organisatie waren er afgestudeerden van de KHLeuven tewerkgesteld. De belangrijkste reden om een afgestudeerde van KHLeuven aan te werven, Jaarverslag KHLeuven 59

is zijn of haar sociale en communicatieve vaardigheden. De inhoud van de opleiding die de sollicitant volgde is een tweede belangrijke reden bij aanwerving, alsook bijzondere kennis of ervaring in een bepaald domein. Het behaalde diploma en de gevolgde stage(s) zijn ook van belang bij een mogelijke aanwerving. De grote meerderheid van respondenten die een afgestudeerde van KHLeuven tewerkstelt (82%) geeft aan dat ze (zeer) tevreden zijn over de inzetbaarheid van de afgestudeerde bachelors. Meer dan drie vierde van de respondenten geeft aan dat ze overwegen om afgestudeerden van KHLeuven aan te werven bij nieuwe aanwervingen. Sommige respondenten die weet niet aangeduid hebben, geven aan dat zij daar niet over kunnen beslissen. Heel wat respondenten zijn betrokken geweest bij de begeleiding of de evaluatie van een stage van KHLeuven. De grote meerderheid (91%) vindt dat de samenwerking tussen de stageplaats en de stagebegeleiders van de opleiding vlot verloopt. De studenten zijn over het algemeen voldoende competent om de stage succesvol te doorlopen. Ongeveer een derde van de organisaties die deelnamen aan de bevraging zijn betrokken geweest bij de begeleiding of evaluatie van een bachelorproef of afstudeerproject. Twee derde van deze respondenten vindt de kwaliteit van deze werken goed. Er zijn niet zo veel organisaties die reeds betrokken waren bij een onderzoeksproject van KHLeuven. Voor de organisaties die er wel ervaring mee hebben, waren de onderzoeksprojecten over het algemeen relevant voor hen en verliep de samenwerking vlot. De dienstverlening door KHLeuven zoals vorming, consultancy of andere wordt niet zo vaak gebruikt door het werkveld. Bijna iedereen die er gebruik van heeft gemaakt, vindt de kwaliteit van de dienstverlening goed. Het aanbod is voor de meesten aangepast aan hun noden. 4.1.4 Intern opvolgsysteem en beleidsplannen In 2007-2008 werd gestart met de opzet van een intern opvolgsysteem. In mei 2008 werden voor alle beleidsdomeinen, departementen en opleidingen beleidsplannen opgesteld en centraal ter beschikking gesteld. De beleidsplannen geven de acties weer die zullen gerealiseerd worden in de periode 2008-2013. In oktober 2011 werd voor de tweede keer gerapporteerd over de opvolging van de beleidsplannen en dit zowel voor de departementale plannen als de overkoepelende plannen. Dit gebeurde volgens een vast sjabloon opgesteld volgens het EFQM-model. Op basis van deze opvolgingsrapporteringen werd een syntheseverslag opgesteld door de dienst kwaliteitszorg. Uit dit syntheseverslag blijkt dat voor alle thema s die onderscheiden werden, in de opvolgingsrapporteringen acties werden beschreven. In het syntheseverslag werden beleidsaanbevelingen geformuleerd: deze bevinden zich voornamelijk in de randvoorwaardelijke domeinen en zijn van cruciaal belang voor de verdere uitwerking van de beleidsdoelstellingen van de kernprocessen onderwijs en onderzoek en dienstverlening. Uit het syntheseverslag blijkt ook dat voor elk van de strategische prioriteiten acties worden geformuleerd. Een nieuwe cyclus van beleidsplannen gaat van start van september 2012 en loopt tot 2015 conform de vastgestelde timing van beleidsplanning. Hiervoor worden zowel voor de beleidsdomeinen als voor de departementen en opleidingen nieuwe beleidsplannen opgesteld. Deze beleidsplannen werden opgesteld in de loop van januari-juni 2012. Jaarverslag KHLeuven 60

Figuur 6: Screenshot van het intern opvolgsysteem: beleidsplan Ook werd er gewerkt aan de verder uitbouw van het intern opvolgsysteem. Momenteel worden verschillende kengetallen (studenten, personeel, financiën, onderzoek) op een gebruiksvriendelijke wijze toegankelijk gesteld. Figuur 7: Screenshot van het intern opvolgsysteem: studentenaantallen In het intern opvolgsysteem worden ook de resultaten van de onderzoeken die uitgevoerd worden voor alle opleidingen van KHLeuven ter beschikking gesteld: algemene tevredenheidsbevraging, bevraging pas-afgestudeerden en werkveldbevraging. 4.2 Externe kwaliteitszorg : visitatie en accreditatie 4.2.1 Tijdspad voor visitatie en accreditatie Elke opleiding wordt om de acht jaar gevisiteerd met het oog op het aanvragen van een accreditatie. Ter voorbereiding daarvan wordt een zelfevaluatierapport opgesteld. Onderstaande tabel geeft een overzicht van het tijdspad van de huidige cyclus (tot en met 2012) met de belangrijkste bekende mijlpalen voor de bachelor- en banaba-opleidingen. Jaarverslag KHLeuven 61

Professionele Bachelor opleiding ZER deadline Visitatiebezoek Openbaar Visitatierapport Accreditatieperiode Verpleegkunde 12/2004 14-16/11/2005 2007 2007-2015 Vroedkunde 12/2004 11-13/05/2005 2007 2008-2016 Office Management 12/2004 9-10/11/2005 2007 2008-2016 Onderwijs : 12/2005 24-26/04/2006 2007 2008-2016 Kleuteronderwijs Onderwijs : Lager 12/2005 5-7/03/2007 2007 2008-2016 onderwijs Onderwijs : Secundair 12/2005 26-28/03/2007 2007 2008-2016 onderwijs Biomedische 12/2006 16-18/04/2008 2008 2010-2018 lab.technologie Voedings- en dieetkunde 12/2006 16-18/04/2008 2008 2010-2018 Chemie 12/2006 12-14/11/2007 2008 2010-2018 Toegepaste informatica 12/2008 10-12/02/2010 2011 2011-2019 Sociaal Werk 12/2009 21-23/10/2011 2012 2013-2021 Bedrijfsmanagement 07/2010 7-9/03/2011 2012 2013-2021 Bachelor na Bachelor opleidingen Advanced business 7/2010 7-9/03/2011 2012 2013-2021 management intensieve zorg en 12/2010 23-25/04/2012 2012 2013-2021 spoedgevallenzorg Pediatrische 12/2010 23-25/04/2012 2012 2013-2021 gezondheidszorg Geestelijke 12/2010 23-25/04/2012 2012 2013-2021 gezondheidszorg Oncologische 12/2010 23-25/04/2012 gezondheidszorg Onderwijs : buitengewoon 12/2010 22-23/11/2011 2012 2013-2021 onderwijs Tabel 31: Overzicht tijdspaden visitatie/accreditatie KHLeuven huidige cyclus In 2013 start de nieuwe visitatiecyclus volgens het nieuwe stelsel van visitatie- en accreditatie. De eerste opleidingen waarvan een zelfevaluatierapport wordt verwacht conform de nieuwe richtlijnen zijn de Bachelor in Verpleegkunde, Vroedkunde en de Bachelor Internationale samenwerking Noord-Zuid. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de deadlines voor het indienen van het ZER voor elke opleiding van KHLeuven. Jaarverslag KHLeuven 62

Deadline ZER Opleiding 12-2012 Verpleegkunde Vroedkunde 07-2013 Kleuteronderwijs Lager onderwijs 12-2013 Office Management Secundair onderwijs 07-2015 Biomedische laboratoriumtechnologie Chemie Voedings- en dieetkunde 12-2017 Toegepaste informatica Sociale readaptatiewetenschappen 07-2018 Sociaal werk 07-2019 Bedrijfsmanagement Advanced Business Management 12-2019 Geestelijke gezondheidszorg Pediatrische gezondheidszorg Intensieve zorgen en spoedgevallenzorg Oncologische zorg Buitengewoon onderwijs Tabel 32: Overzicht deadlines indienen ZER nieuw visitatiestelsel 4.2.2 Centrale ondersteuning bij het opstellen van zelfevaluatierapporten en visitaties De centrale ondersteuning van de zelfevaluatierapporten bestond in 2011-2012 uit: - de aanwezigheid van de centrale kwaliteitscoördinator in elke ZER-stuurgroep - het aanleveren van centrale basisteksten (inleiding, personeelsbeleid, internationalisering en kwaliteitszorg) - het aanleveren van de gegevens nodig voor de verplichte bijlagen - het ondersteunen van de voorbereiding op visitaties via draaiboeken, presentaties en ondersteuning op dagen van de opleiding - het ondersteunen van de opleidingen bij het uittekenen van de opvolging en rapportering ervan. Best practices worden uitgewisseld binnen de interdepartementale werkgroep kwaliteitszorg waar ook gezamenlijk gewerkt wordt aan visitatiedraaiboeken en het opstellen van een timing van het ganse proces. Tabel 33 geeft de scores weer per onderwerp en facet van alle opleidingen van KHLeuven. Globaal genomen blijkt dat de opleidingen KHLeuven het goed/excellent doen voor volgende facetten 2 : - niveau / oriëntatie van de doelstellingen - afstemming vormgeving inhoud - kwaliteit personeel - eisen professionele / academische gerichtheid van het personeel - materiële voorzieningen - studiebegeleiding - kwaliteitszorg: evaluatie van resultaten - gerealiseerd niveau. 2 De facetten waarvoor 12 of meer opleidingen (dwz twee derde van de opleidingen) goed of excellent scoren worden hier opgesomd. Jaarverslag KHLeuven 63

VPK VRK OM BAKO BALO BASO Chemie V&D BLT TI BM ABM SW BABU GGZ ONCO PED IZSPG Onderwerp 1: doelstellingen V V V V V V V V V V V V V V V V V V Facet 1.1.: Niveau en oriëntatie G G G G G G G E E V V V G E V G G G Facet 1.2.: Domeinspecifieke eisen V V V V G V G V V V G V G G V G E E Onderwerp 2: Programma V V V V V V V V V V V V V V V V V V Facet 2.1.: Relatie doelstellingen en inhoud G V V V G V G V V V G G G G V G G G Facet 2.2.: Eisen professionele en academische gerichtheid V G V V G V V V V V G G G G V E G E Facet 2.3.: Samenhang V V V V V V G V V V V V G G G G V G Facet 2.4.: Studie-omvang OK OK OK OK OK OK OK OK OK OK OK OK OK OK OK OK OK OK Facet 2.5.: Studielast V V V V V V G V V V V V G V V V V G Facet 2.6.: Afstemming vormgeving inhoud G G V G(MMA) G G V V V V V G G V G G G G E Facet 2.7.: Beoordeling en toetsing V G V G G V G V V V V G(EBM) V G G G G V G Facet 2.9.: Toelatingsvoorwaarden G V V V G V G V V V G G G G V V V G Onderwerp 3: Inzet van personeel V V V V V V V V V V V V V V V V V V Facet 3.1.: Kwaliteit personeel G V V G G G G G G V G V V E G E G E Facet 3.2.: Eisen professionele / academische V V V V G G G V G V G gerichtheid G(EBM) G G E G G E E Facet 3.3.: Kwantiteit personeel V V V V G G V V V V V V G G V G G V Onderwerp 4: Voorzieningen V V V V V V V V V V V V V V V V V V Facet 4.1.: Materiële voorzieningen V V G V(MMA) V V G G G G G G G G G G G E E Facet 4.2.: Studiebegeleiding G G V G G G G G G G G G G G E E E E Onderwerp 5: Interne kwaliteitszorg V V V V V V V V V V V V V V V V V V Facet 5.1.: Evaluatie resultaten G G G G G V G G G V V V G E G G G G Facet 5.2.: Maatregelen tot verbetering V G V G G V G V V V V G(EBM) V G G G G G G Facet 5.3.: Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld V V V G V V V V V V V V G G V E G E Onderwerp 6: Resultaten V V V V V V V V V V V V V V V V V V Facet 6.1.: Gerealiseerd niveau V V V G G G G G G V G G G G V G G G Facet 6.2.: Onderwijsrendement V V V V V V V V V V V G(EBM) V V V G V G G Tabel 33: Scores per onderwerp en facet van alle opleidingen van KHLeuven Jaarverslag KHLeuven 64

4.2.3 Voorbereidingen op de zelfevaluatierapporten en de opvolging van visitaties in de verschillende opleidingen van de KHLeuven 4.2.3.1 Visitatie Bachelor Bedrijfsmanagement, Advanced Business Management Voor de opleidingen werd op basis van het openbaar visitatierapport de accreditatie aangevraagd. In de accreditatie-aanvraag werd de aanvraag voor het bijzonder kenmerk internationalisering mee opgenomen. 4.2.3.2 Visitatie Bachelor in Buitengewoon Onderwijs Voor de opleiding werd op basis van het openbaar visitatierapport de accreditatie aangevraagd. In de accreditatie-aanvraag werd de aanvraag voor het bijzonder kenmerk innovatie mee opgenomen. 4.2.3.3 Visitatie Bachelor in Sociaal werk Voor de opleiding werd op basis van het openbaar visitatierapport de accreditatie aangevraagd. In de accreditatie-aanvraag werd de aanvraag voor het bijzonder kenmerk innovatie mee opgenomen. 4.2.3.4 Voorbereiding visitatie Bachelor Geestelijke gezondheidszorg, Pediatrische Gezondheidszorg, Intensieve zorgen en Spoedgevallenzorg en Oncologische zorg De visitatie van de banaba-opleidingen vond plaats op 23, 24 en 25 april 2012. Om deze visitatie voor te bereiden, vond er een proefvisitatie plaats en werd er een opvolgingsrapport opgesteld. De visitatie is vlot verlopen. Op basis van de mondelinge rapportering en de conceptvisitatierapporten blijkt een appreciatie van de visitatiecommissies voor elk van de opleidingen. 4.2.3.5 Voorbereiding zelfevaluatierapport door opleidingen Bachelor in Verpleegkunde, Bachelor in Vroedkunde en Bachelor Internationale samenwerking Noord-Zuid In het academiejaar 2011-2012 bereiden de opleidingen Bachelor in Verpleegkunde en Vroedkunde en de Bachelor Internationale samenwerking Noord-Zuid de zelfevaluatierapporten voor conform de kaders van het nieuwe visitatiestelsel. Een conceptversie van het zelfevaluatierapport werd besproken met een feedbackgroep bestaande uit oa algemeen directeur, hoofd onderwijs en onderzoek, coördinator kwaliteitszorg en een lid van het DT vanuit een andere departement. De definitieve versies van de zelfevaluatierapporten worden in december 2012 ingediend bij VLUHR. De visitaties van de drie opleidingen vinden plaats in het voorjaar 2013. 4.2.3.6 Voorbereiding zelfevaluatierapport door opleidingen Bachelor in het onderwijs: Kleuter onderwijs, Bachelor in het onderwijs: Lager onderwijs, Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs en Bachelor in het Office Management Als start van het proces vond in elk van de opleidingen een SWOT-analyse gemaakt samen met de lectorengroep. Op basis daarvan werd gestart met de verdere uitwerking van het zelfevaluatierapport. De zelfevaluatierapporten van de opleidingen Bachelor in het onderwijs: Kleuteronderwijs en Bachelor in het onderwijs: Lager onderwijs moeten ingediend worden eind juni 2013, deze van de opleidingen Bachelor in het onderwijs: Secundair onderwijs en Bachelor in het Office Management december 2013. 4.3 Externe Profilering DKZ De dienst kwaliteitszorg is actief op de fora waar belangrijke ontwikkelingen aangaande kwaliteitszorg worden voorbereid en gestuurd en gaat professionele externe relaties aan om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen binnen kwaliteitszorg om de kwaliteit van de eigen dienstverlening te verbeteren. De kwaliteitscoördinator zetelt in de Stuurgroep kwaliteitszorg van VLHORA. Binnen de Associatie K.U.Leuven is de KHLeuven vertegenwoordigd in de Werkgroep Studietijdmeting en de Stuurgroep Kwaliteitszorg. Vanuit de stuurgroep kwaliteitszorg van de Associatie loopt een OOF-project, genaamd KONDOR (Een Kwaliteitssysteem inzake ONDerwijs Ontwikkelen en Realiseren, sept 2010 - sept 2012). In het project werden associatiebreed een aantal evaluatie-instrumenten voor kwaliteitszorg te ontwikkeld en leidraden opgesteld voor het op een methodologische wijze omgaan met, Jaarverslag KHLeuven 65

interpreteren en opvolgen van meetresultaten. Daarnaast werd ook de methodiek van benchmarking verkend in associatieverband. Er zijn vragenlijsten ontwikkeld voor de beoordeling van een opleiding door studenten en personeel, een instrument voor instellingsevaluatie en verschillende instrumenten die bedoeld zijn om dieper in te zoomen op specifieke thema s (bv vragenlijsten voor evaluatie stage, werkveldbevragingen, bevraging bij alumni, checklist voor afhakers,.). De opleidingen Verpleegkunde, Vroedkunde, Kleuteronderwijs en Lager onderwijs hebben de instrumenten voor de opleidingsbeoordeling tijdens een pilot uitgetest. Wat betreft het instrument voor de instellingsevaluatie heeft KHLeuven deelgenomen aan een pilot. Het project is afgelopen in september 2012. De ontwikkelde instrumenten en methodologische leidraden zijn toegankelijk via een website voor alle medewerkers van de instellingen van de Associatie KU Leuven en werden ook voorgesteld op een studiedag die plaatsvond in november 2012. 4.4 Kwaliteitslabels In 2011 kende de Europese Commissie de KHLeuven het ECTS label toe. KHLeuven is de eerste hogeschool in Vlaanderen die het label ontving. ECTS staat voor European Credit Transfer System en is het Europees systeem voor de overdracht van studiepunten. Het ECTS label garandeert dat alle opleidingen in de KHLeuven volgens dit Europees referentiesysteem uitgeschreven zijn. Zo zijn voor KHLeuven-studenten alle opleidingsgebonden documenten en ook het uiteindelijke diploma beschikbaar in het Nederlands én Engels. Op die manier zorgt de KHLeuven er voor dat de mobiliteit van inkomende en uitgaande studenten verhoogt. De KHLeuven behoort met dit label tot een selecte groep Europese instellingen die aan de Europese richtlijnen voldoen. Twaalf Europese instellingen kregen in 2011 het label uitgereikt. Slechts iets meer dan honderd instellingen op een totaal van meer dan 4.000 ontvingen het label sinds 2008. KHLeuven bevestigt hiermee haar traditie van koploper in internationalisering, zowel op Vlaams als op Europees niveau. Jaarverslag KHLeuven 66

HOOFDSTUK 4 - Onderzoek en valorisatie 1 Onderzoeksbeleid 1.1 Algemeen beleid en visie van de hogeschool 1.1.1 Beleid: Kader Sinds het decreet van 1994 m.b.t. de wetenschappelijke en de maatschappelijke dienstverlening hebben hogescholen een wettelijke basis voor onderzoek en dienstverlening. Sinds 2005 worden - mede door de overheidsmiddelen voor onderzoek (PWO-middelen) en de meerjarenplannen onderzoek en wetenschappelijke en maatschappelijke dienstverlening op Associatieniveau - onderzoek en dienstverlening op een meer systematische manier ingebed in KHLeuven. Onderzoek binnen de professionele bacheloropleidingen heeft een bijzonder en uniek karakter. Het onderzoek is praktijkgebaseerd, innovatief en gericht op de wisselwerking tussen onderzoek, werkveld/maatschappij en onderwijs. Hiermee onderscheidt het onderzoek binnen de professionele bacheloropleidingen zich van het fundamenteel en toegepast wetenschappelijk onderzoek binnen de academische opleidingen aan universiteiten en hogescholen. Deze onderzoeksactiviteiten dienen zich te concentreren op domeinen waarbij de interactie en afstemming tussen werkveld, opleiding en wetenschap essentieel is. Zo levert de deelname van het professioneel hoger onderwijs aan praktijkgericht onderzoek een belangrijke meerwaarde op voor de verschillende actoren binnen de hogescholen (interne professionalisering en kwaliteitszorg), voor spelers uit het werkveld (innovatie- en valorisatiepotentieel), en voor andere kennisinstellingen (toepasbaarheid van kennis, kenniscirculatie en innovatienetwerken) (Visietekst praktijkgebaseerd onderzoek in het professioneel hoger onderwijs, Associatie-werkgroep Onderzoek aan de Professionele Bacheloropleidingen, 2006, p. 9). Maatschappelijke dienstverlening kent een lange traditie aan de hogeschool, onder de vorm van maatschappelijk engagement van docenten, opleidingen en departementen, ten aanzien van het werkveld en de brede samenleving. Deze maatschappelijke dienstverlening vertaalt zich bovendien veelal in lidmaatschap van diverse overleg- en adviesorganen, commissies, werkgroepen en beroepsverenigingen. Activiteiten van maatschappelijke dienstverlening in opdracht van derden vormen elders vaak een spin-off van onderzoeksactiviteiten, maar worden ook als volwaardige activiteiten ontwikkeld aan KHLeuven. Het gaat hier meer specifiek over advies en consulting opdrachten, permanente vorming en opleidingen op maat, detacheringen op basis van de aanwezige expertise van docenten. Advies en consulting is de algemene noemer van een brede waaier van dienstverleningsopdrachten die KHLeuven uitvoert in opdracht van overheden, organisaties en bedrijven. De opdrachten zijn gelinkt met de expertise aanwezig binnen de opleidingen. Permanente vorming organiseren we aan KHLeuven volgens diverse formules. De meest bekende formule is vorming, georganiseerd als breed toegankelijke en formele opleidingen, gekoppeld aan het onderwijsaanbod van KHLeuven. Permanente vorming kent nog andere formules van vorming op maat: opleidingen op vraag en in opdracht van derden, conferenties en studiedagen naar aanleiding van (onderzoeks)projecten en lidmaatschap van netwerken. En tot slot detacheringen op basis van de aanwezige expertise van docenten. Jaarverslag KHLeuven 67

Figuur 8: Wisselwerking onderwijs, onderzoek en praktijk Het belang en de meerwaarde van onderzoek en dienstverlening voor professionele bacheloropleidingen zijn veelzijdig (zie Figuur 8; zie Visietekst, 2006, p. 5): 1. Belang van onderzoek en dienstverlening voor studenten en personeel: Door actief deel te nemen aan het innovatieproces worden nieuwe inzichten opgedaan; inzichten die nodig zijn om tot vernieuwing in producten, processen en diensten te komen. Van kenniswerkers wordt verwacht dat zij in hun beroepsleven mee vorm geven aan innovatie. Het bijbrengen van deze op innovatie gerichte houding bij studenten in een professionele bacheloropleiding veronderstelt een actieve onderzoeksbetrokkenheid en deelname van docenten en studenten. Actieve betrokkenheid bij en het zelf uitvoeren van op innovatie gericht onderzoek voedt de attitude van docenten om valorisatie- en innovatiekansen op te sporen en er creatief mee om te gaan. Dit maakt het mogelijk om deze attitude door te geven aan studenten. Door studenten zelf te betrekken bij (onderdelen van) praktijkgebaseerd onderzoek wordt die houding verder aangewakkerd. 2. Meerwaarde van onderzoek en dienstverlening voor de kwaliteit van het professioneel hoger onderwijs: Algemeen bieden onderzoek en dienstverlening in de professionele bacheloropleidingen een kader voor de systematische monitoring en implementatie van up-to-date kennis en expertise uit de beroepspraktijk en uit academische instellingen. Dit kader biedt het professioneel hoger onderwijs de mogelijkheid om zich continu af te stemmen op de verwachtingen van en ontwikkelingen in het werkveld én op de recente evoluties in de wetenschap, een noodzaak om beroepsbekwame professionals op te leiden. Bovendien bevordert dit de mogelijkheden voor professionele bachelors om door te stromen naar vervolgopleidingen, zoals academische masteropleidingen. Onderzoek en dienstverlening kunnen een hefboom zijn voor de verdere interne professionalisering en kwaliteitszorg. Onderzoeksprojecten leiden namelijk tot een uitdieping, verbreding en verrijking van de kennisbasis van docenten die direct of indirect bij deze activiteiten betrokken zijn. Integratie van deze kennis in de onderwijsactiviteiten is dan weer bevorderlijk voor de kwaliteit van het onderwijs. 3. Onderzoek en dienstverlening als maatschappelijke opdracht van het professioneel hoger onderwijs De maatschappelijke taak van het professioneel hoger onderwijs beperkt zich niet louter tot het opleiden. De gerichtheid op de beroepspraktijk en de wisselwerking ermee plaatst een professionele bacheloropleiding in de ideale positie om bij te dragen tot de vernieuwing en innovatie van de beroepspraktijk, niet enkel via kenniscirculatie (opleiding en vorming), maar ook via kennisontwikkeling, kennistoepassing en kennisvalorisatie. Actieve deelname aan en het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek is enerzijds een noodzaak voor het professioneel hoger onderwijs wil het zijn maatschappelijke functies op termijn bestendigen. Anderzijds is het een logisch gevolg van de evolutie naar een kennismaatschappij, het veranderende denken over kennis en innovatie en de maatschappelijke en economische verwachtingen ten aanzien van kenniswerkers. Jaarverslag KHLeuven 68

1.1.2 Beleid: Doelen en resultaten, genomen acties Conform de interne KHLeuven tijdsspanne voor domeinspecifieke beleidsplannen werd een herziening van het beleidsplan Onderzoek & Dienstverlening (2008-2013) gevraagd tegen januari 2012. Gegeven een aantal interne personeelswissels en een aantal terugkerende klachten met betrekking tot de randvoorwaarden voor de uitbouw van de onderzoeksorganisatie aan KHLeuven werd besloten tot een grondige aanpassing waarin naast de doelen ook de organisatiestructuur en de financiële stromen uitgetekend werden. Voor deze uitgebreide herziening werd heel wat tijd uitgetrokken voor bespreking in verschillende overlegorganen. Er werd een interne beleidsadviesgroep samengesteld. Verschillende versies werden meermaals besproken in de werkgroep Onderzoek & Innovatie en in het Directieteam. Het herziene plan werd op 05 juni 2012 door de Raad van Bestuur van KHLeuven goedgekeurd. In september 2012 werd het beleidsplan aan alle KHLeuven-onderzoekers voorgesteld in verschillende infosessies. 1.1.2.1 Doelen De beleidsdoelstellingen in dit plan zijn: Aanbrengen van focus en massa Verstevigen relatie Onderzoek en Onderwijs Verhogen van maatschappelijke relevantie en zichtbaarheid Uitbouwen van interne en externe relaties en samenwerkingsverbanden Internationaal uitwisselen en benchmarken Kwalificeren en uitbreiden van personeel en faciliteiten Doorontwikkelen kwaliteit en kwaliteitszorg Opbouwen van solide en substantiële financiering: focus hierbij op internationale financieringskanalen 1.1.2.2 Acties en resultaten: overkoepelend Op overkoepelend niveau werd een projectenbureau opgericht. Dit projectenbureau staat o.a. in voor de administratieve (1 FTE) en financiële (0,9FTE) opvolging van alle onderzoeks- en dienstverleningsprojecten aan KHLeuven. Registratie en opvolging gebeuren in een eigen ontwikkelde projectendatabank. Er werd een projectcoach (0,5 FTE) aangesteld die onderzoekers ondersteunt bij het indienen van internationale projectaanvragen. Om tegemoet te komen aan de stijgende vraag inzake een beleid rond onderzoekscommunicatie, werd door de dienst onderzoekscommunicatie een plan uitgetekend. In het najaar 2012 werd per departement in kaart gebracht welke specifieke noden er zijn inzake onderzoekscommunicatie, en wat de wederzijdse verwachtingen zijn tussen de departementale communicatiemedewerkers en onderzoeksmedewerkers. Op basis van deze informatieronde werden per departement de mogelijkheden tot versterkte samenwerking nagegaan. Overkoepelend werd de dienst communicatie versterkt met 0,5FTE (voor diverse taken). In de departementen werd geen stijging van het opdrachtpercentage voor de communicatiemedewerkers voorzien. Niettemin vormt onderzoekscommunicatie nu zowel op overkoepelend niveau als in de departementen een onderdeel van de opdracht van de KHLeuven-communicatiemedewerkers. Er werd een HRmedewerker geworven (0,5FTE, 2012-2013) die in oktober 2012 verschillende vraagstukken inzake HR voor onderzoekers in kaart heeft gebracht (roostering onderzoek, combinatie onderzoek-onderwijs, functioneringsbeleid voor onderzoekers, ). In 2013 start zij met het ontwerp en de validering van een tool om de verschillende onderzoeksgerelateerde competenties te screenen in een team van onderzoekers. Deze tool zal vervolgens input geven voor een te ontwikkelen professionaliserings-, functionerings- en aanwervingsbeleid. Het project wordt begeleid door de KHLeuven HR-adviseur. Waar mogelijk wordt er in dit project samengewerkt met één van onze toekomstige fusiepartners, KHLim. Het geheel van deze activiteiten, alsook de externe relaties en vertegenwoordiging, worden gecoördineerd door de coördinator van het projectenbureau (1 FTE). 1.1.2.3 Acties en resultaten: departementaal Om enerzijds focus en massa aan te brengen in het praktijkgericht onderzoek aan de KHLeuven, en anderzijds de innovatieve kracht in de departementen optimaal te vrijwaren, werd een bottom-up proces opgestart. Sinds september 2012 krijgen een aantal sleutelfiguren in het KHLeuvenonderzoek gedurende een academiejaar de tijd (0,2FTE) om een businessplan op te stellen voor een thema waarrond KHLeuven haar onderzoek en dienstverlening kan profileren. Hierbij staan de relatie met één of meerdere KHLeuven-opleidingen, en potentieel tot internationale samenwerking en financiering centraal. Hoewel de thema-keuze duidelijk vanuit het departementale niveau vertrekt (bottom-up), wordt sterk de nadruk gelegd op een multi-disciplinaire uitwerking van het Jaarverslag KHLeuven 69

thema. Deze oefening, waarin de betrokkenen, samen met een stuurgroep iteratief het gekozen thema bijstellen en vormgeven (o.m. door SWOT-analyse, stakeholders en financieringspotentieel in kaart brengen, ), geeft het belang aan dat KHLeuven hecht aan de kwaliteitszorg van haar onderzoek(speerpunten). Op basis van het businessplan zal de KHLeuvendirectie in 2013 de meest excellent uitgewerkte thema s selecteren om deze te installeren als onderzoeks- en dienstverleningsspeerpunten. Het indienen van internationale projectaanvragen wordt ondersteund door een overkoepelende projectcoach internationale projecten. Financiële ondersteuning is er in de vorm van een cofinancieringsfonds dat instaat voor de door de opdrachtgever vereiste cofinanciering van projecten met een onderzoekscomponent. Om ook beginnende onderzoekers de kans te geven om kennis te maken met praktijkgericht onderzoek, en/of experten de tijd de geven om een (externe) projectaanvraag uit te schrijven, of op een andere manier aan voorbereidend onderzoek te doen, wordt er jaarlijks een bedrag uitgekeerd aan de departementen. De opvolging van de inzet gebeurt via een jaaractieplan dat voorgelegd en nadien geëvalueerd wordt door de KHLeuvendirectie. Zoals hierboven al aangehaald, wordt er ook ingezet op onderzoekscommunicatie in de departementen. Bovendien werd vanuit het departement Gezondheidszorg en Technologie vanaf september 2012 gedurende één academiejaar geïnvesteerd om de mogelijkheden tot een meer interactieve vorm van onderzoekscommunicatie te onderzoeken (0,1FTE). Indien succesvol, kan dit meer structureel ingebed worden in KHLeuven. 1.1.3 Beleid: Samenwerking 1.1.3.1 Associatie KU Leuven KHLeuven is lid van associatie KU Leuven. Binnen de associatie KU Leuven is een werkgroep Onderzoek in de professionele bacheloropleidingen actief. Hierin zijn alle professionele bacheloropleidingen van de associatiepartners vertegenwoordigd. Doelstellingen van de werkgroep zijn: Een forum creëren voor de uitwisseling van informatie rond praktijkgericht onderzoek, met inbegrip van PWO. De samenwerking bevorderen rond onderzoeksitems waar departementen van verschillende hogescholen uit de associatie expertise in bezitten. Ondersteunen van initiatieven in de verschillende opleidingen en uitwisseling van goede praktijken. Activiteiten van de werkgroep: Uitwerken en verzorgen van een 2-daagse vorming voor startende praktijkgerichte onderzoekers, op basis van het in 2011 bij ACCO uitgegeven handboek 'Onderzoek in de praktijk' (mei 2012). Opstellen van een inventaris van lopende PWO-projecten in 2011 en 2012. Om dit werk in de toekomst te vergemakkelijken werd een databank aangelegd met de gegevens over alle PWO-projecten in de associatie sinds 2004, en werd een procedure opgesteld om nieuwe projecten aan de databank toe te voegen. De databank is raadpleegbaar op http://associatie.kuleuven.be/pwo. Aanpassen en updaten van raamreglement in verband met Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek. In navolging van de eind 2011 gewijzigde wetgeving werd het bestaande raamreglement herwerkt. Opvolgen en bespreken van onderzoeksactiviteiten en output via de jaarverslagen onderzoek van alle partners uit de associatie KU Leuven. Mede-organiseren van associatiebrede studiedag "dag van europa" (november 2012) waarop Europese financieringskanalen voor onderzoek werden voorgesteld en geïllustreerd. Bespreken en uitwisselen van beleidsplannen onderzoek van enkele instellingen uit de associatie, dit voornamelijk als inspiratiebron. Evalueren en aanpassen van KPI's voor praktijkgericht onderzoek in de associatie KU Leuven. De KPI s om onderzoek en valorisatie in de professionele bachelors te meten worden in dit jaarverslag voor het eerst toegepast. De KPI s zijn opgedeeld in vier grote rubrieken: Interactie met het werkveld en de maatschappij o Beroepsgerichte dienstverlening # (non-)profit organisaties waarmee wordt samengewerkt obv contracten, overeenkomsten # organisatie van beroepsgerichte bijeenkomst (studiedag, workshop,..) # mededelingen op beroepsgerichte bijeenkomsten (studiedag, congres,..) Jaarverslag KHLeuven 70

o Onderzoeksbudgetten financiering uit bilaterale contracten met derden ((non-)profit) financiering uit subsidies (overheid) # Beroepsgerichte publicaties o Interactie met het onderwijs o Bijdrage aan onderwijsactiviteiten: % OP betrokken in onderzoek (min. 10%FTE) % personeel dat zowel bij onderwijs- als onderzoeksactiviteiten betrokken is Interactie met kennisinstellingen o o Grootte onderzoeksnetwerk associatiepartners # gestructureerde samenwerkingsverbanden # gestructureerde dwarsverbanden Grootte onderzoeksnetwerk externe kennisinstellingen # externe kennisinstellingen waarmee wordt samengewerkt (overeenkomst) o # wetenschappelijke dienstverlening o # wetenschappelijke publicaties Intensiteit van de onderzoeks- en dienstverleningsactiviteiten o Financieel PWO middelen % extern gefinancierde budgetten/pwo-middelen % investering eigen middelen/pwo-middelen gegenereerde defiscaliseringsmiddelen o Personeel VTE onderzoek bij OP/koppen onderzoek bij OP # contractuelen met onderzoeksopdracht 1.1.3.2 Regionaal KHLeuven vindt een regionale inbedding erg belangrijk, niet enkel met andere kennisinstellingen, zoals KU Leuven, maar ook met haar werkveldpartners. KHLeuven heeft een breed netwerk van regionale contacten opgebouwd, voornamelijk via haar onderwijs- en dienstverleningsactiviteiten (bv. sshmovi.khleuven.be, scienceflow.khleuven.be). Op basis van deze contacten worden de noden uit het werkveld gescreend, en worden onderzoeksprojecten uitgeschreven, bij voorkeur in samenwerking met onze partners uit het werkveld. De regionale inbedding wordt versterkt door de installatie van een LED (laagdrempelige expertiseen dienstverleningscentrum, financiering: EWI, Agentschap Ondernemen, www.lednetwerk.be) sinds oktober 2012 onder coördinatie van het innovatiecentrum Vlaams-Brabant. KHLeuven verankerde het LED business development in het departement Economisch Hoger Onderwijs, met mogelijkheid van experten uit andere departementen om hieraan mee te werken (bv. ICT, departement Gezondheidszorg & Technologie). 1.1.3.3 Internationaal KHLeuven heeft een breed netwerk van internationale partners opgebouwd, voornamelijk via haar studenten en stafmobiliteit. Recent wordt er ook op het vlak van onderzoek sterker internationaal ingezet. Jaarverslag KHLeuven 71

6. Samenwerking beleid 5. Samenwerking kwaliteitszorg 4. Samenwerking in onderwijs 3. Samenwerking in projecten 2. Mobiliteit Staf 1. Mobiliteit Studenten Figuur 9: Visie op samenwerking met internationale partners Een nieuwe visie (zie Figuur 9) op de samenwerking met internationale partners binnen KHLeuven werd ontwikkeld. Dit werd voorgesteld in de figuur van een piramide. KHLeuven wil, op basis van kwaliteitscriteria, komen tot betrouwbare, gedragen en kwalitatieve partnerships op elk van de zes gedefinieerde niveaus. Er zullen meer partners aanwezig zijn in niveau 1 dan in niveau 6. Partners op niveau 6 komen in principe op elk van de onderliggende niveaus ook terug aan bod. Het zijn dus op alle vlakken kernpartners van KHLeuven. 1.2 Organisatie 1.2.1 Algemeen Het directieteam is verantwoordelijk voor het onderzoeksbeleid van de KHLeuven. Het directieteam bestaat uit de Algemeen directeur, het hoofd Onderwijs en Onderzoek, het hoofd Administratie en Financiën en de Departementshoofden. Beslissingen inzake onderzoek en dienstverlening worden, eventueel na advies door de coördinator van het projectenbureau (zie1.1.2.2) en de departementale stafmedewerkers Onderzoek&Innovatie (O&I) door het directieteam genomen. Aangezien het projectenbureau recent werd ingevoerd en onderdeel uitmaakt van het nieuwe beleidsplan, werd de jaaracties hoger beschreven (zie 1.1.2.2). Het takenpakket van de coördinator projectenbureau (1FTE) bestaat uit: het aansturen van het projectenbureau; overkoepelendende noden voor ondersteuning in kaart brengen, en waar mogelijk oplossingen aanreiken i.s.m. beleidskader; beleidsvoorbereiding; ontwikkelen en opvolgen van een kwaliteitszorgkader voor PWO, administratieve en financiële projectopvolging, jaaractieplannen, speerpunten; netwerking met koepelorganisaties, regionaal en internationaal; externe rapportering. De office manager (1FTE) is verantwoordelijk voor de correcte administratieve registratie van projecten gedurende hun hele levenscyclus van prospectie tot en met eindrapportering. Hiertoe voert zij systematisch controles uit en is er regelmatig overleg met de financiële medewerker en met de departementale stafmedewerkers O&I. Daarnaast is zij verantwoordelijk voor een aantal terugkerende administratieve taken zoals planning vergaderingen, verslaggeving, De financiële medewerker (0,9FTE) is verantwoordelijk voor de registratie van ondezoeksopdrachten in het personeelsadministratie-systeem, het ontwikkelen van instrumenten om projectbegrotingen op te maken, voor het opmaken van projectbegrotingen bij complexere, vaak internationale, projectaanvragen, systematische financiële en boekhoudkundige projectopvolging en registratie werkingsbudgetten in financieel systeem. Hij is verantwoordelijk voor financiële projectrapporteringen, en voor de opmaak en controle van de lijst verminderde bedrijfsvoorheffing. Voor de projectcoach (0,5FTE) is het ondersteunen bij het schrijven van complexere, internationale projectaanvragen is een eerste prioriteit. Dit houdt in: vormingen, partner search via eigen netwerking en vertalen van Europese beleidsvraagstukken naar projectaanvraag. Daarnaast verzamelt hij informatie over zowel nationale als internationale onderzoekscalls, vertaalt deze informatie voor KHLeuven-medewerkers en zorgt voor de verspreiding ervan via een Sharepointsite. Jaarverslag KHLeuven 72

1.2.2 Per departement Per departement is er een stafmedewerker O&I met een opdrachtvolume tussen 0,3FTE en 1FTE. Het takenpakket van de stafmedewerker bestaat uit: beleidsvoorbereidend werk ten aanzien van het departementale onderzoeksbeleid; het ondersteunen van individuele projectmedewerkers in het schrijven van projectaanvragen; het ondersteunen van projectleiders in het managen van projecten, kwaliteitszorg van hun onderzoek; het ondersteunen van onderzoekers in het ontwikkelen van hun onderzoekscompetenties (via verwijzing naar vormingen, ); interne rapporteringen (bv. jaaractieplan, rapportering aan departementale staf); netwerking. De stafmedewerker rapporteert rechtstreeks aan het departementshoofd, en wordt op vraag en in functie van de agenda uitgenodigd op het overleg met de opleidingshoofden. De departementale stafmedewerkers O&I en de coördinator van het projectenbureau vergaderen in de interdepartementale werkgroep O&I. De werkgroep is verantwoordelijk voor: afstemming van ondersteuning en facilitering met algemene diensten en andere departementen (bv. externe communicatie, faciliterende instrumenten); beleidsvoorbereidend en beleidsondersteunend werk t.a.v. het directieteam. Sinds september 2012 bereidt men in de departementen ook het speerpuntenbeleid van KHLeuven voor (zie 1.1.2.3). Rond onderstaande thema s bereidt een KHLeuven-expert (0,2FTE), in nauwe samenwerking met het departementshoofd, de departementale stafmedewerker O&I en een stuurgroep, een businessplan voor: Lerarenopleiding: Participatie, inclusie en succes op school; Het jonge kind; Clustervakdidactiek Economisch hoger onderwijs: Bedrijfscommunicatie Gezondheidszorg en Technologie: Zorg en ICT, Empowerment in de zorg, Voeding Sociale School Heverlee: Noord-Zuid relaties, Sociaal en coöperatief ondernemen Gegeven de toekomstige fusie met KHLim en GroepT wordt in het voorbereidingsproces zowel de multi-disciplinaire, interdepartementale samenwerking, als de mogelijke samenwerking met de fusiepartners centraal gesteld. 1.3 Aanwending middelen voor onderzoek Voor de ontwikkeling en financiering van onderzoek en dienstverlening zijn algemene beleidslijnen en kaders vastgelegd. Er zijn diverse (interne en externe) middelen voor onderzoek en dienstverlening. Samen met Associatie KU Leuven werden KPI s vastgelegd voor onderzoek en innovatie in de professionele bachelors. Om de intensiteit van de onderzoeks- en dienstverleningsactiviteiten van de hogeschool (professionele bachelor) te meten, werden volgende financiële KPI s vastgelegd: KPI Intensiteit - Financieel Bedrag of ratio Totaal ontvangen bedrag aan PWO-middelen 708.843 Ratio uitgaven extern gefinancierde projecten (som Onderzoeksbudgetten (contractonderzoek en subsidies)) t.o.v. PWO middelen Ratio investering in onderzoek uit eigen middelen (enveloppe) ten opzichte van PWO middelen Totaalbedrag aan defiscalisatie middelen gegenereerd binnen de pba-opleidingen (inkomsten= wat gegenereerd wordt) Tabel 1: KPI Intensiteit onderzoeks- en dienstverleningsactiviteiten Financieel 1.3.1 Aanwending van instellingseigen middelen 67,85% 56,61% 1.669.759 1.3.1.1 PWO-enveloppe (2012: 708.843) Ten gevolge van het structuurdecreet en het flexibiliseringsdecreet krijgen de professionele bacheloropleidingen een duidelijke en expliciete opdracht met betrekking tot onderzoek en dienstverlening. Om deze opdracht te realiseren voorziet de Vlaamse overheid in een specifieke enveloppe. Deze middelen worden over de hogescholen verdeeld a rato van het aantal studenten en zijn expliciet bedoeld voor praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek (PWO). Het hogeschooldecreet is de decretale basis voor de jaarlijkse subsidiëring van hogescholen voor praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek (PWO-middelen) in het hoger professioneel onderwijs (art. 190 bis van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap). Jaarverslag KHLeuven 73

De PWO-middelen functioneren als impulsfinanciering voor de professionele bacheloropleidingen om op deze manier onderzoekservaring op te doen, expertise en onderzoekscapaciteit te ontwikkelen en relevante netwerken uit te bouwen. Bovendien worden aan aantal performantiecriteria opgelegd aan PWO-projecten. Deze criteria hebben betrekking op wetenschappelijke kwaliteit, relevantie voor het werkveld/de maatschappij en relevantie voor het onderwijs. De overheid wenst ten slotte output van PWO-projecten te garanderen door outputindicatoren te hanteren. De outputindicatoren zullen in de toekomst gebruikt worden als verdeelsleutel voor een flexibel deel van het PWO-budget over de Vlaamse hogescholen. Zowel op het niveau van de Associatie KU Leuven als op het niveau van de KHLeuven zijn reglementen opgesteld voor de besteding van de PWO-middelen. Binnen de Associatie KU Leuven is een raamreglement opgesteld voor de besteding van de PWO-middelen (Raamreglement Projectmatig Wetenschappelijk Onderzoek voor de Associatie KU Leuven van 2 december 2004). Binnen de KHLeuven is een intern reglement voor praktijkgebaseerd onderzoek opgesteld met eenvormige procedures, criteria en instrumenten voor PWO-projecten (zie 2.2). In 2012 werd quasi het volledige budget ingezet voor competitieve PWO-projecten. Het budget voor PWO Oproep 2012 bedroeg 700.000. 1.3.1.2 Defiscaliseringsmiddelen (aanwending 2012: 1.268.295) De verlaging van de bedrijfsvoorheffing op onderzoekslonen vindt haar wettelijke basis in art. 275-3, al 1, WIB1992 van de programmawet 2003 en het generatiepact 23 december 2005. Sinds 2005 wordt de defiscaliseringsmaatregel toegepast op contractuelen in onderzoek. 2007 is het eerste jaar waarvoor de KHLeuven een lijst heeft ingediend voor vermindering van bedrijfsvoorheffing voor OP-leden. De defiscaliseringsmiddelen werden in 2012 gedeeltelijk ingezet voor de financiering van ondersteuning voor onderzoek zowel in de algemene diensten als departementaal, samen ten belope van 373.065 (projectenbureau, departementale stafmedewerkers O&I, speerpuntvoorbereiders). Dit is een gevolg van de keuze om de PWO-enveloppe quasi volledig te vrijwaren voor projectmatig onderzoek. Een deel van de middelen werd overgedragen naar 2013. Een ander deel van de middelen van 2012 en reserve van 2011, samen goed voor 850.000 werd overgedragen aan de departementen a rato van de door dat departement gegenereerde middelen. Het betrokken departement staat zelf volledig in voor de selectie van de te financieren projecten (start september 2012) en stelt hiervoor een jaaractieplan op. De inzet van de middelen wordt gerapporteerd aan het projectenbureau voor administratieve opvolging. Zowel de plannen als rapportering worden voorgelegd aan het directieteam (zie 2.3). Voor cofinanciering van internationale projectaanvragen werd een som van 195.000 voorzien uit de defiscaliseringsmiddelen. 1.3.2 Externe middelen (2012: 712.786) In toenemende mate wordt initiatief genomen om externe middelen aan te trekken voor onderzoek. De KHLeuven is als promotor, onderaannemer of partner actief betrokken bij een brede waaier aan onderzoeksactiviteiten. Dit zowel op Europees, nationaal, Vlaams, provinciaal als op lokaal niveau. Deze activiteiten verlopen in nauwe samenwerking met partners in de Associatie KU Leuven, met andere onderzoeks- en kenniscentra, ondernemingen, organisaties en de overheid in de Leuvense regio, in Vlaanderen en internationaal. Ze laten zich kenmerken als wetenschappelijk en maatschappelijk relevant en hebben een nauwe band met de beroepspraktijk waartoe de KHLeuven studenten opleidt. De middelen uit externe projecten bestaan uit diverse financieringsbronnen: Associatie KU Leuven: Onderwijsontwikkelingsfonds en Expertisenetwerk Lerarenopleiding; Belgische overheden; Europese overheden; Organisaties. 1.3.2.1 LED De uitbouw van Laagdrempelige Expertise en Dienstverleningsnetwerken (LEDs) zijn een nieuw initiatief van het Agentschap Ondernemen, voortkomend uit een pilot in West-Vlaanderen. De kennisinstellingen, waaronder de KHLeuven, wensen hierin een actieve rol te spelen. Dit initiatief zal bijdragen tot de regionale verankering van de KHLeuven. Sinds oktober 2012 is er aan KHLeuven een LED business development actief onder coördinatie van het innovatiecentrum Vlaams-Brabant. Het LED is verankerd in het departement ECHO, met mogelijkheid voor andere departementen om hieraan mee te werken. Tijdens de opstartfase werd vooral werk gemaakt van Jaarverslag KHLeuven 74

het in kaart brengen van de doelgroep (KMO s) en eventuele doorverwijsmogelijkheden (andere bedrijven, instellingen die dienstverlening rond dit thema verzorgen). Overkoepelend met de andere LEDs werd een ook communicatieplan opgesteld. Het is duidelijk dat er veel vragen komen rond het thema Marketing. In de eerste drie maanden na opstart waren er minder vragen rond de andere thema s zoals fiscaliteit, boekhouding, enz 1.3.2.2 Overhead Conform het decreet Maatschappelijke en Wetenschappelijke dienstverlening (1996), rekent KHLeuven min. 10% overhead aan bij dit type projecten. Dit bedrag komt rechtstreeks ten goede aan het departement dat verantwoordelijk is voor de uitvoering van het project. In het kader van het fusieproces met de hogescholen KHLim en GroepT zal een nieuw overhead beleid uitgetekend worden. Jaarverslag KHLeuven 75

2 Kwaliteitszorg 2.1 Projectopvolging Alle onderzoeks- en dienstverleningsprojecten worden systematisch administratief en financieel opgevolgd door het projectenbureau. Hiervoor werd een workflow uitgetekend. Onderzoekers geven door aan het projectenbureau als zij een project indienen bij een externe financier. Het projectenbureau kent dan een projectcode toe. Voor intern gefinancierde projecten en voor projecten die ondersteund worden door de projectcoach zorgt het projectenbureau zelf voor de opmaak van een projectcode. De projectcode blijft gelden gedurende de hele levenscyclus van het project, en wordt zowel gebruikt voor de projectadministratie, boekhoudkundige administratie en personeelsadministratie van de betrokken medewerkers. Alle betrokkenen worden op de hoogte gebracht van de projectcode, en herinnerd aan een aantal KHLeuven-afspraken inzake projecten (afspraken met ICT, communicatie, kwaliteitszorg, ). De al bekende gegevens van het project worden geregistreerd in een (eigen ontwikkelde) projectendatabank. Er wordt geregistreerd wanneer het project van status verandert (goedkeuring/afkeuring). Vanaf dat moment voert het projectenbureau regelmatige controles uit. Bij goedkeuring van het project wordt de projectcode ook in de boekhouding aangemaakt en wordt het getekende contract gearchiveerd. De inhoudelijke gegevens worden geupdate en verschijnen op de KHLeuven website. Voor de lopende projecten worden driemaandelijks financiële prognoses gemaakt, zodat eventuele bijsturing mogelijk is. Aan het einde van het project worden rapporteringen en output gearchiveerd. 2.2 PWO-procedure Jaarlijks wordt in september een PWO Oproep gelanceerd. Deze oproep geeft alle personeelsleden uit de departementen van KHLeuven de mogelijkheid om een projectvoorstel in te dienen. Op niveau van de Associatie KU Leuven werd een raamreglement uitgewerkt voor PWO-projecten. Het KHLeuven onderzoeksreglement en de PWO-procedure zijn conform dit reglement opgesteld. Er zijn vaste sjablonen voor zowel de intentieverklaringen, de projectvoorstellen, de beoordeling, de feedback en de projectrapporteringen (voor de weerhouden projecten). Eventuele wijzigingen aan het reglement, en aanpassingen aan de procedure en/of sjablonen worden besproken in en bekrachtigd door het directieteam. Er wordt een externe jury samengesteld die instaat voor de beoordeling. De samenstelling van de jury wordt eveneens bekrachtigd in het directieteam. Naast het panel van vaste juryleden mogen de indieners zelf twee domeinexperts voorstellen, waarvan er één ook het project beoordeelt. Voor de PWO-oproep 2012 (projecten gestart in september 2012) werd een budget van 700.000 voorzien voor projecten met een looptijd van één jaar (max. 50.000 ) of twee jaar (max. 100.000 ). PWO-projecten zijn onderzoeksprojecten: de onderzoekscomponent moet met andere woorden duidelijk aanwezig zijn in het project. De KHLeuven geeft de voorkeur aan volgende projecten: Het onderzoek is praktijkgebaseerd, innovatief en gericht op kennistransfer binnen de driehoek onderzoek, werkveld/maatschappij en onderwijs. Het project is ingebed in één (of meerdere) van de zes onderzoeksclusters van de KHLeuven Het project is bij voorkeur zoveel mogelijk ingebed binnen de opleidingen. Er wordt geopteerd voor interdisciplinair onderzoek door samenwerking tussen opleidingen en departementen en door samenwerking met externe onderzoekspartners. Internationale samenwerking wordt aangemoedigd. Versnippering van inzet van personeel wordt ontraden omdat dit de kwaliteit en continuïteit van het project in het gedrang brengt. Tot slot wordt belang gehecht aan externe financieringsbronnen van onderzoeksprojecten, als cofinanciering van PWO-projecten. De procedure bestaat uit 2 stappen. In de eerste stap krijgen de indieners de gelegenheid om hun intentieverklaring ook mondeling toe te lichten. De beoordeling is dan gebaseerd op de schriftelijke ingediende intentieverklaring en mondelinge toelichting. In de tweede stap gebeurt de beoordeling op basis van het het schriftelijke projectvoorstel. De indieners worden na iedere ronde schriftelijk op de hoogte gebracht van het resultaat door de coördinator van het projectenbureau. Zij krijgen ook gedetailleerde schriftelijke feedback over het ingediende voorstel. Iedere indiener kan een een bijkomende mondelinge toelichting krijgen, indien gewenst. Jaarverslag KHLeuven 76

Een intentieverklaring wordt beoordeeld en gescoord a.d.h.v. volgende criteria: Selectiecriteria: Beoordeling Weging Totaal Project kadert in onderzoekscluster(s) ja/nee go/no-go Project draagt bij tot integratie onderzoek/onderwijs ja/nee go/no-go Project heeft een meerwaarde voor het werkveld/ de praktijk/de maatschappij ja/nee go/no-go Beoordelingscriteria: Essentie 1-2-3-4-5 10 ptn State-of-the-art 1-2-3-4-5 10 ptn Probleemstelling 1-2-3-4-5 15 ptn Onderzoeksmethode 1-2-3-4-5 15 ptn Doelstellingen 1-2-3-4-5 15 ptn Verantwoording 1-2-3-4-5 15 ptn Expertise ok/niet ok 5 ptn Stakeholders ok/niet ok 5 ptn Bronnen ok/niet ok 5 ptn Looptijd ok/niet ok 5 ptn go/no-go /100 ptn Een projectvoorstel wordt beoordeeld en gescoord a.d.h.v. volgende criteria: Selectiecriteria: Beoordeling Weging Totaal Project kadert in onderzoekscluster(s) ja/nee go/no-go Project draagt bij tot integratie onderzoek/onderwijs ja/nee go/no-go Project heeft een meerwaarde voor het werkveld/ de praktijk/de maatschappij Er is samenwerking met externen en/of samenwerking met andere departementen Er is geen versnippering in inzet van personeel (onderzoeker min.40% VTE, of goede motivatie) ja/nee ja/nee ja/nee go/no-go go/no-go go/no-go Verplichte bijlagen zijn aanwezig ja/nee go/no-go Beoordelingscriteria: go/no-go Samenvatting & Doelstellingen (2.2, 2.3) 1-2-3-4-5 15 ptn State-of-the-art & probleemstelling & Bronnen (2.4, 2.5, 2.8) 1-2-3-4-5 15 ptn Onderzoeksmethode & Plan van aanpak (2.6, 2.7) 1-2-3-4-5 25 ptn Output (Rubriek 3) 1-2-3-4-5 15 ptn Verantwoording (Rubriek 4) 1-2-3-4-5 10 ptn Expertise & personeelsinzet (Rubriek 5) 1-2-3-4-5 10 ptn Looptijd & begroting (Rubriek 6) 1-2-3-4-5 10 ptn /100 ptn In 2012 werden na de eerste ronde 11 projecten weerhouden. Uiteindelijk werden 8 projecten goedgekeurd, waaronder 1 project met een looptijd van 1 jaar. Goedgekeurde projectvoorstellen starten in september. Zij zijn gebonden aan een jaarlijkse schriftelijke rapportering over hun werkzaamheden volgens een vast sjabloon. Twee keer per jaar roepen zij de stuurgroep van hun project bijeen. In deze stuurgroep zitten vertegenwoordigers uit het werkveld, de wetenschappelijke wereld en de hogeschool. De coördinator van het projectenbureau volgt de stuurgroepen en de rapporteringen op, en maakt jaarlijks een samenvattende analyse voor het directieteam. 2.3 Zaaigeld Sinds 2010 wordt een deel van de defiscaliseringsmiddelen ingezet als zaaigeld. Dit geld wordt verdeeld a rato van het aandeel aan gegenereerde middelen door het departement. Voorheen werd Jaarverslag KHLeuven 77

een specifieke oproep gedaan voor schrijf- of outputstimuli. Met de huidige formule krijgen de departementen meer vrijheid om het geld in te zetten volgens de specifieke behoeften aan verdere uitbouw van de onderzoekscapaciteit in het departement. De besteding van de middelen wordt opgetekend in een departementaal jaaractieplan volgens een vast sjabloon. De looptijd van het jaaractieplan bedraagt één academiejaar. In het jaaractieplan worden een aantal KPI s worden opgenomen, zoals de verhouding tussen interne en externe middelen, aantal en VTE onderzoekers, output in verschillende categorieën; waarin aansluiting bij strategische KHLeuven-prioriteiten wordt gevraagd; en waarin de specifieke projectfiches (doelstellingen, abstract, onderzoeksvraag, onderzoeksmethode, output) worden opgenomen. Dit jaaractieplan wordt voorbereid door de departementale stafmedewerker O&I, en besproken in verschillende departementale fora met het departementshoofd en de opleidingshoofden. Om synergieën te vinden, en good practices uit te wisselen worden de jaaractieplannen eveneens besproken in de inderdepartementale werkgroep O&I. Ten slotte worden de plannen voorgelegd aan het directieteam ter goedkeuring. Na goedkeuring van de plannen worden de projecten opgenomen in het kwaliteitszorgsysteem van de projectopvolging (zie 2.1). Er wordt 70% van het voorziene bedrag uitgekeerd aan de departementen. Na afloop van het academiejaar wordt een rapportering van alle projecten en eventuele andere bestedingen van het zaaigeld opgevraagd. Het projectenbureau maakt een analyse van de rapporten en legt dit voor aan het directieteam ter goedkeuring. Bij goedkeuring wordt de resterende 30% van het voorziene bedrag uitgekeerd aan de departementen. Naast de vernoemde aantallen werden via het zaaigeld in het academiejaar 2011-2012 38 projecten gerealiseerd waarvan de helft met een omvang van 10% opdrachtvolume, 5 projecten hadden een totale omvang van >50% VTE. Met deze projecten werd veel output gerealiseerd voor zowel onderwijs (bv. ontwikkeling materiaal voor het onderwijs, studentenbijdragen via bachelorproef, interne disseminatie..) als werkveld (bv. materiaal voor werkveld, publicaties in algemene media en vaktijdschriften, ). Een klein aandeel van het zaaigeld werd geïnvesteerd in cofinanciering (aangezien er tijdelijk geen algemeen cofinancieringsfonds bestond), en in het voorbereiden van externe projectaanvragen. 2.4 Cofinanciering Na een jaar onderbreking werd in 2012 het cofinancieringsfonds ( 195.000) opnieuw ingevoerd. Dit fonds staat in voor de cofinanciering van onderzoeksprojecten waarvoor cofinanciering door de opdrachtgever vereist is. Dit is meestal het geval bij Europese projecten, maar komt ook voor bij projecten gefinancierd door andere overheden (bv. provincie). Om in aanmerking te komen voor cofinanciering, dient de onderzoeker een aanvraag in bij het projectenbureau volgens een vast sjabloon. Hierin wordt beschreven: titel, abstract, onderzoeksvraag, onderzoeksmethode, KHLeuven-begroting, totale begroting project, gevraagde cofinanciering, bewijs nood aan cofinanciering. Dit formulier moet ingediend worden voorafgaand aan het indienen van het project zelf. Het projectenbureau formuleert een advies aan het directieteam, eventueel met aandachtspunten voor het project. Het directieteam beslist over het toekennen van de cofinanciering. Indien de cofinanciering werd toegekend, wordt het bedrag uitgekeerd aan het departement zodra het projectvoorstel door de opdrachtgever werd goedgekeurd. 2.5 Speerpunten In het beleidsplan werd gekozen om meer focus en massa aan te brengen in het KHLeuvenonderzoek (zie 1.1.2.3). Enkele sleutelfiguren krijgen in 2012-2013 de tijd om een businessplan rond een thema uit te werken. Ook de ondersteuning van deze personen door middel van intervies en vormingen (effectief netwerken, project cycle management, coachend leidinggeven) is een sterk aandachtspunt. Eénmaal de speerpunten geselecteerd zijn, wordt dit traject verder gezet en wordt het kwaliteitszorgkader rondom deze speerpunten verder vormgegeven. 2.6 Vormingen In 2012 werd een associatiebrede vorming georganiseerd praktijkgericht onderzoek voor beginnende onderzoekers op basis van een boek dat hierdoor, o.m. KHLeuven, HUB en Thomas More Mechelen ontwikkeld werd. Externe vormingen rond onderzoek worden aangekondigd via het portaal. Interne vormingen werden georganiseerd rond: onderzoekscommunicatie, internationale financiering voor onderzoek, netwerken, project cycle management, e.d. Jaarverslag KHLeuven 78

3 Interactie met werkveld en maatschappij 3.1 Onderzoeksbudgetten Samen met Associatie KU Leuven werden KPI s vastgelegd voor onderzoek en innovatie in de professionele bachelors (zie 1.1.3.1). Om de interactie met werkveld en maatschappij in kaart te brengen, werden volgende financiële KPI s bepaald: KPI Interactie werkveld en maatschappij Onderzoeksbudgetten (uitgaven) bilaterale contracten met derden subsidies 162.498 293.899 Tabel 2: KPI Interactie met werkveld en maatschappij Financieel Aan KHLeuven werd in 2012 voor 162.498 aan contractovereenkomsten met derden uitgevoerd, dit gaat om zuivere onderzoeksprojecten op contractbasis of om gemengde dienstverleningsprojecten gebaseerd op eerder onderzoek of op opgebouwde expertise. De subsidies komen grotendeels voort uit Europese projecten (zie Tabel 3). Uit Tabel 4 wordt duidelijk dat het om een relatief klein aantal projecten gaat (N=9), waar een relatief grote financieiring tegenover staat. De financiële KPI betreffende intensteit onderzoeks- en dienstverleningsactiviteiten en de aanwending van de instellingseigen middelen werden hoger al behandeld (zie 1.3.1). Om een vergelijking met vorige jaren te maken, worden hier eveneens de onderzoeksbudgetten per projecttype genoteerd: projectbudget 2011 projectbudget 2012 A: Projecten via instellingseigen middelen 645.582 848.366 PWO 343.997 651.856 School of Education 301.585 194.510 B: Projecten via vergoedingen, subsidies en inkomsten die verband houden met contractuele onderzoeksopdrachten toegekend door publiek- en privaatrechterlijke rechtspersonen en natuurlijke personen 806.040 456.397 (B)Regionale overheden, Vlaamse en federale overheid 570.153 86.141 (B)Europese overheid 163.605 207.758 (B)Organisaties 72.282 162.498 C: Projecten via A-middelen die gepoold en herverdeeld worden binnen de Associatie KU Leuven: OOF 151.546 321.181 Totaal 1.603.168 1.625.944 Tabel 3: Vergelijking projectbudgetten 2011 2012 3.2 Onderzoeksprojecten Vanaf 2012 worden, conform afspraken Associatie KU Leuven, van de interne middelen enkel de School of Education- en PWO-projecten in kaart gebracht. Jaarverslag KHLeuven 79

Aantal projecten 2011 Aantal projecten 2012 A: Projecten via instellingseigen middelen 31 36 PWO 12 22 School of Education 19 14 B: Projecten via vergoedingen, subsidies en inkomsten die verband houden met contractuele onderzoeksopdrachten toegekend door publiek- en privaatrechterlijke rechtspersonen en natuurlijke personen 58 39 (B)Regionale overheden 6 10 (B)Vlaamse en federale overheid 30 9 (B)Europese overheid 11 9 (B)Organisaties 11 10 C: Projecten via A-middelen die gepoold en herverdeeld worden binnen de Associatie KU Leuven: OOF 14 17 Totaal 103 91 Tabel 4: Vergelijking projectaantallen 2011 2012 Uit Tabel 3 en Tabel 4 blijkt dat er een stijging is aan (semi-)intern gefinancierde onderzoeksactiviteiten (PWO, OOF), en een daling aan extern gefinancierde onderzoeksactiviteiten (-165.020 ; -19 projecten). Echter de stijging tussen 2010 en 2011 aan extern gefinancierde onderzoeksactiviteiten bedroeg +430.083. Mogelijk verantwoorden de externe maatschappelijke omstandigheden deze daling. KHLeuven heeft als doelstelling om in te zetten om externe, en ook op internationaal gefinancierde onderzoeksactiviteiten en heeft haar beleid hierop geënt. Dit zou in de komende jaren tot een stijging van Europese middelen moeten leiden. We verwachten resultaten van dit beleid vanaf 2014. In 60 van deze projecten zijn we promotor, in 31 partner. Van de 91 projecten werden er 23 gerealiseerd door het departement DLO, 26 door het departement G&T, 15 door het departement ECHO, 14 door het departement SSH, en 13 door de algemene diensten. Voor de 38 projecten gefinancierd via het zaaigeld 2011-2012 (zie 2.3), geldt de respectievelijke verdeling tussen de departementen: 16, 7, 7, 5 en 3. De thema s die aan bod komen in de projecten zijn divers van aard. In het beleidsplan O&I (zie 1.1.2) wordt ligt een sterke nadruk op het bekomen van meer focus. We verwachten vanaf 2014 de geselecteerde thema s terug te vinden in de projecten. 3.3 Netwerk Samen met Associatie KU Leuven werden KPI s vastgelegd voor onderzoek en innovatie in de professionele bachelors (zie 1.1.3.1). Om de interactie met werkveld en maatschappij in kaart te brengen, werden de verschillende organisaties waarmee KHLeuven een contractuele overeenkomst in het kader van onderzoek heeft als inhoudelijke KPI s bepaald. Een organisatie waarmee KHLeuven meerdere overeenkomsten heeft, wordt slechts één keer geteld: Jaarverslag KHLeuven 80

KPI Interactie werkveld en maatschappij Netwerk # Aantal kennisinstellingen - associatie 12 Aantal kennisinstellingen nationaal (universteiten, hogescholen, CVO s, ) Aantal kennisinstellingen internationaal 36 Aantal bedrijven (vnl. kleine bedrijven) 14 Aantal nonprofitorganisaties regionaal 60 Aantal nonprofitorganisaties nationaal (incl.koepelorg) 19 Aantal nonprofitorganisaties internationaal (incl. koepelorg) 17 Aantal overheidsinstellingen nationaal 4 Aantal overheidsinstellingen regionaal of lokaal 2 Tabel 5: KPI Interactie met werkveld en maatschappij Netwerk Het KHLeuven netwerk voor onderzoeksprojecten is voornamelijk gericht op nonprofitorganisaties en andere kennisinstellingen. Het aantal bedrijven waar KHLeuven mee samenwerkt is relatief beperkt. Een kanttekening hierbij is dat KHLeuven vaak samenwerkt met koepelorganisaties die in sommige gevallen een groep bedrijven vertegenwoordigt, maar zelf geen profit-organisatie vormt. In de lidmaatschappenn bij PWO-projecten zien we een gelijkaardig patroon: De leden van de stuurgroep bestaan uit bedrijven (N=6), non-profitorganisaties (N=29), overheidsinstellingen (N=2) en kennisinstellingen (N=28). Bij de betrokken kennisinstellingen zijn vaak sub-afdelingen van KU Leuven of UZ Leuven betrokken. Beide organisaties werden slechts één keer geteld. 21 Jaarverslag KHLeuven 81

4 Personeel Samen met Associatie KU Leuven werden KPI s vastgelegd voor onderzoek en innovatie in de professionele bachelors. Om de intensiteit van de onderzoeks- en dienstverleningsactiviteiten van de hogeschool (professionele bachelor) te meten, werden volgende personele KPI s vastgelegd: KPI Intensiteit Personeel (01/02/2013) Gemiddeld VTE onderzoek onder OP met onderzoeksopdracht Totaal aantal VTE onderzoek onder OP met onderzoeksopdracht Aantal of VTE 0,23VTE 37,3VTE Totaal aantal OP-leden met onderzoeksopdracht 163 Aantal contractuelen met onderzoeksopdracht 30 Tabel 6: KPI Intensiteit van de onderzoeks- en dienstverleningsactiviteiten Personeel Op 1 februari 2013 telt KHLeuven 193 onderzoekers. Dit is een stijging met 19% ten opzichte van verleden jaar. KHLeuven telde op 1 februari 727 personeelsleden, waarvan één kwart een onderzoeksopdracht opneemt. De gemiddelde onderzoeksopdracht (OP+contr) bedraagt 0,23VTE. In 6.2 wordt verslag gegeven over personeel met een onderzoeks- en onderwijsopdracht. KHLeuven telt 6 doctorandi, waarvan 2 aan KU Leuven, 1 aan VUB, 2 aan Rijksuniversiteit Groningen, 1 aan Universiteit Tilburg. Jaarverslag KHLeuven 82

5 Onderzoeks- en valorisatieresultaten In 2012 werd Lirias, een online repository voor wetenschappelijke output, uitgerold naar de verschillende instellingen van Associatie KU Leuven. Ook KHLeuven stapte mee in het systeem eind 2012. Om input toe te laten werden alle personeelsleden gelinkt aan een identificatienummer van (Associatie) KU Leuven. Onderzoekers met een dubbele affiliatie KU Leuven KHLeuven krijgen slechts één identificatienummer toegekend. Onderstaande gegevens bevatten daarom ook ouput die gegenereerd werd door personen met een dubbele affilitatie, en de output mogelijk genereerden binnen hun KU Leuven opdracht. Begin 2013 worden verschillende vormingen gegeven aan de onderzoekers. De gegevens werden post hoc ingevoerd door de onderzoekers. Vanaf 2013 is een systematische invoer mogelijk. Samen met Associatie KU Leuven werden KPI s vastgelegd voor onderzoek en innovatie in de professionele bachelors (zie 1.1.3.1). Om de interactie met werkveld en maatschappij in kaart te brengen, werden volgende output KPI s bepaald: KPI Interactie werkveld en maatschappij Output Beroepsgerichte dienstverlening obv onderzoek en opgebouwde expertise Organisatie van een beroepsgerichte conferentie, studiedag, workshop, symposium, vakbeurs Mededelingen op internationale of andere vak- of beroepsgerichte congressen en symposia (gericht op een specifieke sector of groep van beroepsbeoefenaars) Aantal 23 10 13 Beroepsgerichte publicatie 10 Publicaties in nationale of internationale vaktijdschriften 4 Boeken, delen van boeken (auteur, editor) 3 Bijdragen voor een algemeen publiek (bv. krant) 3 Om de interactie met kennisinstellingen in kaart te brengen, werden volgende output KPI s bepaald: KPI Interactie kennisinstellingen Output Beroepsgerichte dienstverlening obv onderzoek en opgebouwde expertise Mededelingen op internationale of andere wetenschappelijke congressen en symposia Aantal 81 81 Wetenschappelijke publicaties 112 Publicaties in nationale of internationale tijdschriften 96 Boeken, delen van boeken (auteur, editor) 16 Jaarverslag KHLeuven 83

6 Integratie Onderzoek-Onderwijs 6.1 Kwalitatief De KHLeuven heeft de ambitie praktijkgebaseerd onderzoek en dienstverlening intern en extern te profileren rond een aantal onderzoeksdomeinen. Deze profilering gebeurt rond een aantal inhoudelijke speerpunten. Bij voorkeur is het onderzoek zoveel mogelijk ingebed binnen de opleidingen. Bovendien wordt geopteerd voor interdisciplinair onderzoek door samenwerking tussen opleidingen en departementen en door samenwerking met externe onderzoekspartners. De integratie van onderzoek in het onderwijs is hierbij een expliciete beleidskeuze. De integratie van onderzoek in het onderwijs wordt op verschillende manieren georganiseerd en geïmplementeerd. Zowel informatiecompetenties als onderzoekscompetenties worden hierbij betrokken. We onderscheiden grosso modo twee sporen van integratie onderzoek - onderwijs: 1. doelstelling = ontwikkeling van informatie- en onderzoekscompetenties ontwikkeling van competenties van studenten via het curriculum ontwikkeling van competenties van personeel via professionaliseringsinitiatieven 2. doelstelling = onderzoek voor inhoudelijke en methodologische expertiseopbouw, zowel praktijkgebaseerd als onderwijskundig onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten betrokkenheid in onderzoeksnetwerken KHLeuven wil zich profileren met onderzoek en de integratie van onderzoek en onderwijs. In eerste instantie is het belangrijk om het onderzoeksluik een boost te geven. Het betrekken van studenten is een andere doelstelling en een volgende stap na de uitbouw van het onderzoeksluik. Voor de integratie onderzoek in onderwijs is het de bedoeling om geleidelijk aan te groeien en gefundeerde keuzes te maken. De studenten komen bij uitstek in contact met onderzoek tijdens hun bachelorproef. Binnen deze bachelorproef dienen studenten uiteindelijk de verworven informatie- en onderzoekscompetenties aan te tonen. Onderstaande figuur illustreert dit. Figuur 10: Leerlijn informatie- en onderzoeksvaardigheden Integratie van onderzoek in onderwijs heeft ook voor de lectoren consequenties. Zij zullen meer en meer zowel onderzoek- als onderwijstaken moeten opnemen. Voor deze groep zullen professionaliseringsactiviteiten ondernomen worden. Voor de werkgroep IOO is een rolomschrijving gebeurd met volgende twee voornaamste doelstellingen: Ze heeft een ontwikkelingsfunctie op het vlak van visie en beleidsvoorbereidend werk en op het vlak van implementatie-ondersteunend werk Ze heeft een platformfunctie voor projecten. Verder werd deelgenomen aan een driedaagse opleiding over integratie onderzoek-onderwijs bij KU Leuven. Deze opleiding is een verderzetting van het OOFproject IOO-profiel-doelen (Prof. Dr. J. Elen) waarbij het leren hanteren en opstellen van IOO-profielen centraal staat. Op basis van het instrument IOO-profiel-doelen, dat uitgaat van zeven onderzoeksgerelateerde doelen, krijgt een Jaarverslag KHLeuven 84

opleiding een beter zicht op de realiteit van de integratie van onderzoek in haar onderwijs. Het instrument IOO-profiel-doelen geeft eveneens aan in welke mate onderzoeksbetrokken doelen in opleidingen worden nagestreefd. 6.2 Kwantitatief Samen met Associatie KU Leuven werden KPI s vastgelegd voor onderzoek en innovatie in de professionele bachelors. Om de interactie tussen onderzoek en onderwijs (professionele bachelor) te meten, werden volgende personele KPI s vastgelegd: KPI Interactie met het onderwijs Personeel (01/02/2013) Aantal of % %OP betrokken bij onderzoek 30% Aantal OP leden met min. 10% onderzoek 153 Totaal aantal OP-leden 509 % personeelsleden die zowel bij onderzoek als onderwijs betrokken zijn Aantal personeelsleden met onderzoeksopdracht >=10% die ook een lesopdracht hebben van min. 10% 88% 152 Aantal personeelsleden met een onderzoeksopdracht van min. 10% 173 Tabel 7: KPI Interactie onderzoek onderwijs Personeel Het KHLeuven beleid inzake integratie onderzoek en onderwijs wordt al meerdere jaren gevolgd. Dit uit zich duidelijk in de personeelsinzet. Maar liefst 88% van onze personeelsleden zijn zowel bij onderwijs als bij onderzoek betrokken. Bijna 1/3 van het OP heeft een onderzoeksopdracht van min. 10%. Jaarverslag KHLeuven 85

7 Samenvatting Belangrijkste realisaties voor 2012 zijn: Goedkeuring en opstart uitvoering beleidsplan Onderzoek en Innovatie, met als hoofdlijn: aanbrengen van focus en massa Herorganisatie dienst Onderzoek en Innovatie in projectenbureau, met o.a. extra ondersteuning voor internationale projectaanvragen Opstart kwaliteitszorg rond speerpuntenbeleid Sterkere betrokkenheid andere domeinen bij onderzoek: HR, communicatie,.. KPIs voor Onderzoek en Valorisatie (i.s.m. Associatie KU Leuven) Kwalitatieve projectregistratie en opvolging, o.a. via ICT investeringen Professionalisering onderzoekers via associatiebrede navorming praktijkgericht onderzoek Regionale verankering via sterkere dienstverlening, o.a. via LED-netwerk Hoofdlijnen voor 2013 zijn: Voorbereiden fusieproces voor domein Onderzoek en Dienstverlening met partnerscholen KHLim en GroepT Uitrol speerpuntenbeleid, en opzetten kwaliteitszorgbeleid hiervoor i.s.m. toekomstige fusiepartners Versterken regionale verankering voor alle speerpunten Verdere uitbouw internationaal onderzoeksnetwerk Opzetten competentiegericht personeelsbeleid (HR) voor onderzoekers: aanwerving, functionering, evaluatie, professionalisering Versterken ondersteuning onderzoekers in onderzoekscommunicatie Jaarverslag KHLeuven 86

HOOFDSTUK 5 - Personeel 1 Personeelsbestand in cijfers Voor de tellingen is uitgegaan van het effectieve personeelsbestand (dus met uitsluiting van personeel met verlof en inclusief vervangingsovereenkomsten) in VTE, geteld op 31 januari 2013. Indien voor bepaalde cijfers afgeweken wordt van deze berekeningsmethode wordt dit specifiek vermeld. Er wordt vanaf 2013 gekozen de cijfers te rapporteren op 31 januari en niet langer op 1 februari. Dit om een toetsing aan het intern opvolgingssysteem mogelijk te maken. 1.1 Personeelsbestand (VTE) per departement De Katholieke Hogeschool Leuven telt vier departementen naast de algemene diensten. Zoals onderstaande grafiek aantoont zijn de departementen Lerarenopleiding en het departement Gezondheidszorg & Technologie (G&T) nagenoeg even groot. Indeling personeel KHLeuven per departement (in VTE) op 31/01/2013 11,14% 15,41% 28,45% DLO Echo G&T SSH AD 27,39% 17,61% Het totale personeelsbestand in voltijds equivalenten op 31 januari 2013 is met 33,69 VTE gestegen in vergelijking met de situatie op 1 februari 2012. De stijging situeert zich vooral in de categorie onderwijzend personeel (+23,45 VTE). Deze stijging is te verklaren door de overname van het Hoger Instituut voor Readaptatiewetenschappen Leuven (HIRL) met ingang van 1/9/2012. Het administratief en technisch personeel stijgt met 2,15 VTE en de contractuele medewerkers stijgen met 8,13 VTE. De gastprofessoren en medewerker van het centraal fonds dalen licht, het hulp opvoedend personeel blijft ongewijzigd. Op 31 januari 2013 zijn er geen medewerkers meer die vergoed worden via het kine-fonds. Dit was gelijkaardig op 1 februari 2012. Er wordt dan ook voor gekozen het kine-fonds niet langer op te nemen in de rapportering. De stijging in het OP situeert zich vooral in SSH en de algemene diensten. Beide stijgingen zijn te verklaren door de overname van het HIRL. Op 1/9/2012 werden in totaal 21 medewerkers overgenomen in de ambten praktijklector en lector. Enkele van deze medewerkers nemen een verlofstelsel op. Het gaat in totaal om een stijging met 12,55 VTE effectieve tewerkstelling. De stijging bij de contractueel bedienden is het sterkst in het departement Echo. Deze stijging is te verklaren door de aanwerving van nieuwe lectoren (bedienden). De stijging van de contractuele medewerkers binnen SSH is vooral te verklaren door een uitbreiding van de bestaande opdrachten. Jaarverslag KHLeuven 87

Er is een sterke stijging van het ATP binnen de algemene diensten en de contractuele medewerkers. Op 1 januari 2013 werden alle medewerkers van ICT opgenomen in de algemene diensten. In het verleden waren zij tewerkgesteld binnen het ATP-statuut verdeeld over de verschillende departementen. Deze beweging verklaart een stijging met in totaal 9,90 VTE, waarvan 2 VTE contractueel. Onderstaande tabel laat het totale personeelsbestand per departement in VTE zien. De cijfers drukken de effectieve tewerkstelling op 31 januari 2013 uit. DLO Echo G&T SSH AD Totaal OP 128,58 64,05 116,26 64,50 10,62 384,00 72,51% ATP 16,34 13,97 10,70 6,65 37,09 84,75 16,00% HOP 1,14 0,41 2,75 0,00 0,96 5,25 0,99% GP 0,00 0,41 3,10 0,40 0,00 3,91 0,74% CF 0,35 0,20 1,25 0,00 0,00 1,80 0,34% contractuelen 4,27 14,25 10,98 10,08 10,31 49,89 9,42% Totaal 150,68 93,28 145,04 81,63 58,98 529,61 100,00% Legende: OP = onderwijzend personeel ATP = administratief en technisch personeel HOP = hulp opvoedend personeel GP = gastprofessoren CF = Centraal Fonds De departementale verschillen worden in onderstaande tabellen verduidelijkt: DLO 1/02/2012 31/01/2013 2013 tov 2012 OP 125,69 128,58 2,88 ATP 17,15 16,34-0,81 HOP 0,79 1,14 0,35 GP 0,12 0,00-0,12 CF 0,15 0,35 0,20 contractuelen 4,84 4,27-0,57 Totaal 148,74 150,68 1,94 Echo 1/02/2012 31/01/2013 2013 tov 2012 OP 60,88 64,05 3,17 ATP 13,8 13,97 0,17 HOP 0,38 0,41 0,03 GP 0,1 0,41 0,31 CF 0,2 0,20 0,00 contractuelen 10,04 14,25 4,21 Totaal 85,4 93,28 7,89 G&T 1/02/2012 31/01/2013 2013 tov 2012 OP 110,09 116,26 6,17 ATP 15,6 10,70-4,90 HOP 2,73 2,75 0,02 GP 3,34 3,10-0,24 CF 1,5 1,25-0,25 contractuelen 11,05 10,98-0,07 Totaal 144,3 145,04 0,74 Jaarverslag KHLeuven 88

SSH 1/02/2012 31/01/2013 2013 tov 2012 OP 56,44 64,50 8,06 ATP 9,5 6,65-2,85 HOP 0 0,00 0,00 GP 0,37 0,40 0,03 CF 0 0,00 0,00 contractuelen 8,31 10,08 1,77 Totaal 74,61 81,63 7,02 AD 1/02/2012 31/01/2013 2013 tov 2012 OP 7,46 10,62 3,16 ATP 26,55 37,09 10,54 HOP 1,35 0,96-0,40 GP 0 0,00 0,00 CF 0 0,00 0,00 contractuelen 7,51 10,31 2,80 Totaal 42,87 58,98 16,10 1.2 Personeelsbestand (VTE) per studiegebied Aan de studiegebieden werden enkel de personeelsleden toegewezen die de opleidingen in deze studiegebieden verzorgen. Alle personeelsleden met algemene, onderwijsondersteunende, administratieve, beleidsvoorbereidende of beleidsuitvoerende opdrachten werden onder de noemer overkoepelend samengebracht. We stellen vast dat op 31/01/2013 in vergelijking met 01/02/2012 de wijzigingen in de verschillende studiegebieden gering zijn. Indeling personeel KHLeuven per studiegebied op 31/01/2013 18,58% 27,10% Onderwijs Gezondheidszorg Handelswet. & bedrijfskunde 13,10% Ind. Wet. & technologie Sociaal Agogisch werk 2,74% Overkoepelend 18,88% 19,60% 1.3 Personeelsbestand (VTE) per financieringsbron De meeste personeelsleden worden betaald door het departement onderwijs van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, enkelen worden via het centraal fonds betaald. Via het kinefonds worden geen medewerkers meer betaald, deze cijfers zijn dan ook niet langer opgenomen. De personeelsleden die contractueel tewerkgesteld zijn en betaald worden uit de werkingsuitkeringen werken als onderhoudspersoneel (arbeiders), als projectmedewerker op diverse projecten en in tijdelijke lesopdrachten (bedienden). In vergelijking met de toestand op 1/2/2012 stellen we vast dat er in totaliteit 25,6 VTE meer betaald worden op de werkingsuitkeringen en 8,13 VTE meer vanuit het patrimonium. Het aantal medewerkers betaald vanuit het centraal fonds daalt met 0,05 VTE. De stijging van medewerkers betaald op de werkingsuitkeringen is te verklaren door de overname van het HIRL. Voor de medewerkers die opgenomen zijn in het overnameprotocol krijgt de KHLeuven een compensatie van de uitbetaalde lonen. Deze compensatie bedraagt 100% van de Jaarverslag KHLeuven 89

uitbetaalde wedden voor de periode september 2012-december 2014. Vanaf 2015 daalt de bijdrage van de overheid jaarlijks met 12,5% aangezien dan de toelage via het financieringsmodel van de overheid opstart. Indeling personeel volgens financieringsbron (in VTE) op 31 januari 2013 Personeelsleden betaald met werkingsuitkeringen Personeelsleden betaald vanuit het patrimonium Centraal betaalde personeelsleden Totaal ATP 84,75 0,00 0,00 84,75 OP 384,00 0,00 0,00 384,00 GP 3,91 0,00 0,00 3,91 HOP 5,25 0,00 0,00 5,25 CF 0,00 0,00 1,80 1,80 Arbeiders 0,00 9,42 0,00 9,42 Bedienden 0,00 40,48 0,00 40,48 477,91 49,89 1,80 529,61 90,24% 9,42% 0,34% 100,00% 1.4 Personeelsleden (VTE) binnen en buiten de formatie De Katholieke Hogeschool Leuven stelt hoofdzakelijk personeelsleden binnen de formatie tewerk. Door de toename van projecten die met externe middelen gefinancierd worden zijn er sinds 2005 meer contractuele bedienden in de functie van onderzoeker in de KHLeuven tewerkgesteld. Er is tevens een stijging waarneembaar van het aantal contractuele medewerkers die een lesopdracht opnemen. Personeelsleden binnen % berekend op totaal Personeelsled en buiten formatie (1) formatie (2) % berekend op totaal ATP 82,7 15,62% ATP (interim) 2,05 0,39% OP 339,15 64,04% OP (interim) 44,85 8,47% GP 3,91 0,74% HOP 5,25 0,99% Centraal Fonds (incl.kine fonds) 1,80 0,34% VZW 49,89 9,42% 421,85 107,76 Totaal 529,61 % 79,65% 20,35% (1) Personeelsleden binnen formatie: Medewerkers die houder zijn van een vacante positie, in een tijdelijke aanstelling of als benoemd medewerker (2) Personeelsleden buiten formatie: Medewerkers die niet opgenomen zijn in de formatie zoals o.a. medewerkers met een vervangingsopdracht (interim), gastprofessoren of contractuele medewerkers 1.5 Opsplitsing per categorie en ambt Onderstaande cijfers zijn berekend op het aantal medewerkers, geen rekening houdend met de verlofstelsels en exclusief de medewerkers met een vervangingscontract (interim). Er werd eveneens rekening gehouden met de tijdelijke ambtswijzigingen. Deze berekeningen gelden enkel voor dit onderdeel (punt 5.5). 1.5.1 Onderwijzend personeel: opsplitsing naar ambt - in VTE Het onderwijzend personeel van de Katholieke Hogeschool Leuven is ingeschaald in groep 1 en 3 van de ambten (hogescholendecreet art. 101). Jaarverslag KHLeuven 90

Docent Hoofdlect or Lector Hoogleraar Hoofddocent Hoofdpraktijklector Praktijklector (H) (D) (HD) (HL) (HP) (L) (PL) Totaal 1 0 1 17,7 4 283,1 67,1 373,9 0,27% 0,00% 0,27% 4,73% 1,07% 75,72% 17,95% 100,00% Groep 2: nihil In de Katholieke Hogeschool Leuven krijgen opleidingsverantwoordelijken een tijdelijke ambtswijziging van (praktijk)lector naar hoofd(praktijk)lector voor de duur van hun mandaat. Het totale OP-bestand per 31 januari 2013 is in vergelijking met 1 februari 2012 gestegen met 25,45 VTE. We nemen een stijging in het ambt van hoofdpraktijklector (+2), het ambt van lector (+ 26,05 VTE) en het ambt van praktijklector (+ 3,9 VTE). Het ambt van hoofdlector daalt (-5,5 VTE). 1.5.2 Administratief en Technisch Personeel (ATP): opsplitsing naar niveau en graad in VTE Verdeling van het statutair ATP-kader op 31 januari 2013 A4 A3 A2 A1 B3 B2 B1 C2 C1 D2 D1 Totaal 0 5 18,4 0 0,5 54,65 1 5,1 1 0,8 0 86,45 0,00% 5,78% 21,28% 0,00% 0,58% 63,22% 1,16% 5,90% 1,16% 0,93% 0,00% 100,00% Het totale ATP-kader per 31/01/2013 stijgt t.o.v. 01/02/2012 met 0,10 VTE. De stijging is gespreid over de verschillende niveaus. Bovenstaande tabel laat zien dat ongeveer 65% van de ATP-leden in de B-schaal is ingeschaald (bachelor diploma). 27% van het ATP-bestand is ingeschaald in het A-niveau (en heeft een universitair diploma), 8% is ingeschaald in het C- of D-niveau. 1.5.3 Personeelsbestand (VTE) naar benoemden en tijdelijken Benoemingspercentage van het statutair ATP-kader op 31 januari 2013 (*) Benoemd Tijdelijk Totaal 56,8 29,65 86,45 65,70% 34,30% 100,00% (*) Bij de interne berekening van het benoemingspercentage van het administratief en technisch personeel wordt het hulpopvoedend personeel niet verrekend. Benoemingspercentage van het statutair kader onderwijzend personeel op 31 januari 2013 Benoemd Tijdelijk Totaal 251 122,9 373,9 67,13% 32,87% 100,00% De benoemingsvoorwaarden voor onderwijzend personeel en administratief en technisch personeel zijn zo veel mogelijk op elkaar afgestemd, ook wat de benoemingsgrens van 72% betreft. Op 31 januari 2013 is de benoemingsgrens van 72% niet bereikt, omdat de benoemingsbeslissingen voor 2013 ingaan op 1 mei 2013. Jaarverslag KHLeuven 91

Aantal VTE 1.6 Opsplitsing van het personeel naar leeftijd en geslacht 1.6.1 Leeftijdsstructuur van het personeel (in VTE) leeftijdscategorie TOTAAL % <21 0,00 0,00% 21-25 12,13 2,29% 26-30 39,38 7,44% 31-35 90,42 17,07% 36-40 84,48 15,95% 41-45 76,31 14,41% 46-50 82,01 15,48% 51-55 71,28 13,46% 56-60 56,90 10,74% 61-65 16,49 3,11% >65 0,21 0,04% Totaal 529,61 100,00% Leeftijdspiramide KHLeuven (31/01/2013) 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 12,13 39,38 90,42 84,48 76,31 82,01 71,28 56,9 16,49 0,21 Leeftijdscategorie 27,36% van de medewerkers is ouder dan 50 jaar, goed 30% tussen 40 en 50, iets meer dan 33% tussen 30 en 40 en 9,7% is 30 jaar of jonger. Onder invloed van de gewijzigde pensioenwetgeving en de uitdoving van de TBS voorafgaand aan het rustpensioen wordt verwacht dat steeds meer medewerkers zullen werken tot de leeftijd van 60 jaar of tot 62 jaar, voor zij die geen aanspraak kunnen maken op de vervroegde pensioendatum bij lange loopbaan. 1.6.2 Het personeelsbestand opgesplitst naar geslacht Verdeling personeel (aantal hoofden) volgens geslacht (in absolute cijfers) op 31 januari 2013. Personeelsleden uit meerdere categorieën worden geteld bij de categorie waar zij hun grootste opdracht uitvoeren. Jaarverslag KHLeuven 92

Man Vrouw Totaal ATP 33 65 98 CF 2 6 8 GP 33 27 60 HOP 1 6 7 OP 158 362 520 VZW 23 53 76 250 519 769 33% 67% 100,00% We stellen vast dat aan de Katholieke Hogeschool Leuven twee derde van de tewerkgestelde personeelsleden vrouw en één derde man is. Binnen het onderwijzend personeel is in het reguliere OP-kader is 30% man en 70% vrouw. Terwijl meer dan 2/3 van het personeelsbestand vrouw is, komt deze verhouding niet in elke categorie tot uiting. Voor de categorie leidinggevenden is uitgegaan van de definitie in het protocol nummer 25. Het betreft met name: algemeen directeur, departementshoofden, adjunctdepartementshoofden, hoofden van de algemene diensten en opleidingshoofden. De departementaal beheerders werden eveneens opgenomen in deze vergelijking. Ook in deze categorie vinden we dezelfde verhoudingen terug, 57% vrouwen t.o.v. 43% mannen. Grafiek: man/vrouw per categorie (functies) in KHLeuven op 31/01/2013 (in aantallen) 400 Verdeling personeel volgens geslacht en categorie (in absolute cijfers) op 31/01/2013 350 362 300 250 200 150 158 100 50 0 65 53 33 33 27 23 6 6 2 1 ATP CF GP HOP OP VZW 1.7 Aantal voltijdse en deeltijdse personeelsleden Vooraf: Voltijdse benoemde of aangestelde personeelsleden met verminderde prestaties worden als deeltijds beschouwd; personeelsleden uit meerdere personeelscategorieën worden telkens als deeltijds beschouwd. Op 31 januari 2013 werkte ongeveer 60% van de personeelsleden aan de KHLeuven deeltijds. De tellingen werden gebaseerd op de effectieve tewerkstelling op 31 januari 2013. Dit betekent dat ook diegenen die tijdelijk deeltijds werken en voor een gedeelte van hun contract een of ander verlofstelsel voor verminderde prestaties opnemen hier ook opgenomen zijn. We stellen vast dat heel wat personeelsleden deeltijds aan de hogeschool werken. Voor de meesten is dit een keuze waardoor werken en andere verplichtingen (gezin, andere job, doctoraat ) kunnen gecombineerd worden. Jaarverslag KHLeuven 93

1.7.1 Aantal voltijdse en deeltijdse personeelsleden (in absolute cijfers) op 31 januari 2013 personeelscategorie voltijds deeltijds Totaal ATP 62 36 98 OP 0 8 8 HOP 0 60 60 GP 3 4 7 contractuelen 220 300 520 CF 23 53 76 308 461 769 40,05% 59,95% 100,00% 1.8 Aantal doctores aan de KHLeuven Op 31/1/2013 stelt KHLeuven 136 personeelsleden tewerk die een doctoraat op proefschrift behaalden. Dit is ongeveer 18% van het totale personeelsbestand. Deze doctores zijn als volgt over de verschillende opleidingen verdeeld: Onderwijsgebied Aantal Gezondheidszorg 55 Handelswetenschappen en bedrijfskunde 13 Industriële wetenschappen en technologie 18 Onderwijs 14 Overkoepelend 33 Sociaal agogisch werk 3 Totaal 136 Jaarverslag KHLeuven 94

2 Personeelsbeleid De overtuiging dat medewerkers het belangrijkste kapitaal vormen van onze kennisorganisatie is aan de KHLeuven steeds sterk aanwezig geweest. De hogeschool wenst een personeelsbeleid uit te tekenen dat een antwoord biedt op de evoluties en uitdagingen, die leiden tot nieuwe verwachtingen en noden, zowel bij de medewerkers als bij de organisatie. In 2012 werden een aantal initiatieven genomen die dit personeelsbeleid mee vorm geven. 2.1 Beleidsdoeleinden en realisaties 2.1.1 Organisatiestructuur KHLeuven Om het hoofd te kunnen bieden aan toekomstige uitdagingen waarvoor de KHLeuven staat, werd een debat opgestart met de directie en de Raad van bestuur over het organisatiemodel van de KHLeuven. Deze nieuwe organisatiestructuur dient de veelvuldig ingezette veranderingen te faciliteren en dient bij te dragen tot de verdere ontwikkeling en implementatie van een waarderend personeelsbeleid. Volgende beslissingen werden eind juni goedgekeurd door de Raad van bestuur: - Alle KHLeuven departementen dienen te evolueren naar een uniforme structuur waarbinnen verantwoordelijkheden eenduidig zijn toegewezen aan de leidinggevenden - De departementale leiding zal bestaan uit een departementshoofd, een departementaal beheerder en opleidingshoofden - Primaire processen zullen extra worden ondersteund door departementale stafmedewerkers en dit voor volgende domeinen: onderwijs, onderzoek, kwaliteitszorg, studie- en studentenbegeleiding en internationalisering - De aansturing van een opleiding ligt in handen van één opleidingshoofd per opleiding. Deze wijzigingen worden geleidelijk ingevoerd binnen de verschillende departementen rekening houdend met interne en externe factoren en met respect voor toegekende mandaten. 2.1.2 Integratie HIRL medewerkers In 2011 begonnen gesprekken met het CVO van het Hoger Instituut Readaptatiewetenschappen Leuven (HIRL) over een eventuele integratie binnen de KHLeuven. Sinds 1 september 2012 maken 20 medewerkers deel uit van de KHLeuven. Rekening houdend met de wensen en talenten van deze medewerkers en de noden van de organisatie, hebben al deze mensen een plek gevonden binnen de verschillende departementen en diensten van de KHLeuven. 2.1.3 Implementatie SAP (Corona project) Voor het academiejaar 2012-2013 werden extra volumes voorzien om de implementatie van SAP in academiejaar 2013-2014 voor te bereiden: Per departement 30 % voor sleutelgebruikers voor de implementatie van SAP. 1 VTE centraal geworven om de personen die nu zowel administratief als technisch het huidige pakket ondersteunen voldoende tijd te geven om als projectleiders te fungeren voor SAP. 40% extra voor het uitwerken van het onderwijsaanbod in SAP. Het inschrijvingsproces, het onderwijsaanbod en het aanmaken van diploma s wordt gecentraliseerd vanaf academiejaar 2013-2014. Hiervoor wordt centraal 1,8 VTE voorzien. Het betreft enerzijds een medewerker die van HIRL overgenomen werd en anderzijds een medewerker van één van de departementale administraties. 2.1.4 Fusie KHLeuven, KHLim en Groep T Begin academiejaar 2012-2013 beslisten KHLeuven, KHLim en Groep T te fusioneren tot 1 juridische entiteit tegen 2016. Door een grotere schaal en de nauwe samenwerking met de KU Leuven kan onze nieuwe hogeschool de uitdagingen en verwachtingen vanuit de samenleving beter aan. Om het fusieproces aan te sturen werd er een integratiecomité aangesteld. In dit integratiecomité zetelen volgende personen: voorzitter, ondervoorzitter, algemeen directeur, algemeen beheerder, academisch beheerder, vertegenwoordiger Groep T en een externe procesbegeleider. Nadat er Jaarverslag KHLeuven 95

werd gestart met een inventarisatie van de fusiedomeinen en de te behandelen topics, werd er een roadmap opgesteld die de belangrijkste mijlpalen van het fusieproces weergeeft. De Raad van bestuur is sedert januari 2013 volledig gemeenschappelijk voor KHLim en KHLeuven. Het is de bedoeling dat Groep T zo snel mogelijk aansluit. In het vooruitzicht hiervan werden al 2 bestuurders vanuit Groep T in de gemeenschappelijke Raad van bestuur opgenomen. 2.1.5 Nieuw benoemingsbeleid In 2012 werd er voor het eerst benoemd volgens het nieuwe benoemingsbeleid, ontwikkeld met leidinggevenden, medewerkers en personeelsvertegenwoordigers. Naast de decretale voorwaarden, wordt er vanaf heden gewerkt met kwalitatieve KHLeuven criteria. Dit zijn doelstellingen die vertrekken vanuit de KHLeuven competenties en gelinkt zijn aan de strategische doelstellingen van de organisatie. Medewerkers kiezen samen met hun direct leidinggevende aan welke doelstellingen zij wensen te werken. De bespreking, ondersteuning en opvolging van deze doelstellingen gebeurt tijdens het functioneringsgesprek. Benoeming in de toekomst zal mogelijk zijn indien er 3 afgesproken benoemingscriteria zijn gerealiseerd en indien de decretale voorwaarden zijn volbracht. 2.1.6 Uittekenen van een HR beleid voor onderzoekers Gekoppeld aan de strategische KHLeuven doelstelling integratie onderzoek in onderwijs werd er prioriteit gegeven aan het uittekenen van een HR beleid voor onderzoeksgerelateerde functies. In oktober 2012 startte hiervoor een part-time HR projectmedewerker. Er werden een aantal acties uitgewerkt vertrekkende vanuit bestaande HR processen. Ook werden interviews afgenomen met een aantal KHLeuven sleutelfiguren. Vanuit onderzoeksgerelateerde functies werd er een koppeling gemaakt met gewenste resultaatsgebieden, competenties en daaraan gekoppelde relevante gedragsindicatoren. Deze stappen werden getoetst met de werkgroep onderzoek en innovatie en met een focusgroep van medewerkers. Op de planning voor 2013 staat de uitvoering van één of meerdere teamscans om vanuit die bevindingen aanbevelingen voor het aanwervingsbeleid en het functioneringsbeleid te formuleren. 2.1.7 Vormingsaanbod en ontwikkelingsbeleid Binnen de KHLeuven worden kwaliteitsvolle opleidingen aangeboden voor het personeel. Er wordt naar gestreefd om de expertise van alle medewerkers blijvend te ontwikkelen. Generieke opleidingen en opleidingen over leidinggevende vaardigheden worden centraal ontwikkeld, georganiseerd, gecoördineerd en opgevolgd. Het aanbod aan opleidingen groeide het afgelopen jaar verder en wordt geconcretiseerd per doelgroep. In 2012 werd het opleidingsaanbod voor leidinggevenden verder verstevigd. Zo werd er onder meer een 3-daags opleiding georganiseerd rond Changemanagement. De coördinator professionalisering realiseert samen met de interdepartementale werkgroep het professionaliseringsbeleid en het vormingsaanbod. 2.1.7.1 KPI s KHLeuven heeft professionalisering als strategisch doel opgenomen onder de noemer: Ontwikkelingsgericht personeelsbestand uitbouwen. Hier is een kritische prestatie-indicator van 114u/VTE aan gekoppeld. Dat betekent dat we verwachten dat alle personeelsleden 114u/jaar per voltijds equivalent tijd nemen om zich te professionaliseren. Medewerkers wordt gevraagd zijn/haar professionaliseringsactiviteiten te registreren in het elektronisch registratiesysteem ERNA. Vanaf september 2012 heeft de werkgroep professionalisering de ERNA-actie in het leven geroepen. Door ERNA een gezicht te geven, hopen we dat meer collega s hun professionaliseringsactiviteiten registreren. In academiejaar 2011-2012 heeft 63,25% van de medewerkers van KHLeuven professionaliseringsactiviteiten geregistreerd. De effecten van de ERNA-actie zullen pas zichtbaar zijn vanaf september 2013. In onderstaande tabel zien we dat voor 2011-2012 een medewerker gemiddeld 89.28 u/vte professionaliseringtijd geregistreerd heeft. Hierbij dienen we op te merken dat bepaalde professionaliseringsactiviteiten ook niet geregistreerd worden, bv vakliteratuur. Aantal uren professionaliseringsactiviteiten (intern + extern) per VTE ERNA registratie Jaarverslag KHLeuven 96

Aantal uren gevolgde navorming Aantal personeel ERNA registratie Aantal VTE ERNA registratie Aantal u/vte ERNA registratie 2010-2011 26751 422 299,03 89,46 2011-2012 25964 412 290,82 89,28 Bron: monitoringsyteem KHLeuven 2.1.7.2 Overzicht vormingsactiviteiten 2012 In het verslag van het Vormingsfonds 2012 wordt een overzicht gegeven van de verschillende activiteiten die de KHLeuven organiseerde voor haar medewerkers. Het volledige overzicht werd ter goedkeuring voorgelegd aan het HOC (Protocol 71 van 27/03/2012) en ingediend bij het Sectoraal Vormingsfonds. Bij elke activiteit wordt een beknopte omschrijving gegeven en wordt verwezen naar het desbetreffende thema waar de activiteit bij aansluit. We zien een sterke stijging (295 %) (N=342) van het aantal medewerkers dat vorming gevolgd heeft m.b.t. onderzoekcompetenties t.o.v 2010-2011 (N=116). Dit is een rechtstreeks gevolg van het nieuwe onderzoeksbeleid dat in AJ 2011-2012 gelanceerd werd. Ook hebben we in 2012 een specifiek aanbod rond de nieuwe pensioenregeling ingericht. Hier hebben een 60-tal medewerkers aan deelgenomen. 2.1.7.3 Deelname aan vormingsactiviteiten 2011-2012 In 2011-2012 werd door KHLeuven-medewerkers in totaal aan 3133 vormingsactiviteiten deelgenomen. Dit betekent een lichte stijging ten opzichte van het vorige academiejaar (2900). Ook het aantal gegeven navormingsactiviteiten (467) door KHLeuven medewerkers stijgt ten opzichte van vorig academiejaar (397). Academiejaar Aantal gevolgde activiteiten 2010-2011 2 900 2011-2012 3 133 Tabel: Evolutie deelname vormingsactiviteiten KHLeuven-medewerkers Bron: ERNA (Elektronische Registratie van Navormingsactiviteiten) Academiejaar Aantal gevolgde activiteiten 2010-2011 397 2011-2012 467 Tabel: Evolutie zelf gegeven vormingsactiviteiten KHLeuven-medewerkers Bron: ERNA (Elektronische Registratie van Navormingsactiviteiten) 2.1.7.4 Opstart project werkveldstages Vanuit de School of Education startte DLO in academiejaar 2011-2012 het project docentenstages op. In 2012 bundelde de werkgroep professionalisering deze ervaringen en doet een aanvraag aan het DT om in 2013 een KHLeuven breed beleid rond werkveldstages uit te werken. De bedoeling is dat er een kader en een stage-overeenkomst ontwikkeld worden zodat in de toekomst iedere KHLeuven medewerker in overleg met de leidinggevende een voorstel tot werkveldstage kan indienen. 2.2 Samenwerking 2.2.1 Samenwerkingsovereenkomsten In 2011-2012 werden 32 samenwerkingsovereenkomsten gesloten. Van deze 32 waren dit er 6 met de vzw Studentenservice en 9 met universiteiten. In 2012-2013 werden 27 samenwerkingsovereenkomsten gesloten. Van deze 27 waren dit er 6 met de vzw Studentenservice. Deze samenwerkingsovereenkomsten namen een einde op 31 december 2012. De vzw Studentenservice werd vanaf 1/1/2013 opgenomen in KHLeuven. 2.2.2 Verzekeringen In augustus 2012 startte er een werkgroep verzekeringen op associatieniveau. Deze werkgroep heeft ondertussen alle verzekeringspolissen van de associatie heraanbesteed zodat binnen de associatie de instellingen dezelfde voorwaarden en verzekeringsdekkingen hebben. Ook de verzekering arbeidsongevallen voor contractuelen, stagiairs en vrijwilligers werd opnieuw afgesloten. De medewerkers van KHLeuven kregen de kans om in te stappen of over te stappen naar de hospitalisatieverzekering van Ethias die door KU Leuven werd afgesloten voor haar Jaarverslag KHLeuven 97

medewerkers. Deze verzekering voorziet in een sociale formule en een privé formule. De privé formule is vergelijkbaar wat betreft dekkingen met de formule die het departement onderwijs aanbiedt maar is voordeliger. 2.2.3 ASAP Interim Op 20 april 2012 werd een beperkte aanbesteding uitgeschreven om de samenwerking met een uitzendkantoor voor de dossiers van de jobstudenten van KHLeuven op te starten. Deze aanbesteding werd met ingang van 1 juni 2012 toegewezen aan ASAP interim. De aanbesteding loopt gedurende 4 jaar, tot en met 31 mei 2016. Er werden met het ASAP kantoor te Leuven praktische afspraken vastgelegd om een vlotte behandeling van deze dossiers te garanderen. Zo werd per departement een contactpersoon aangeduid die instaat voor de communicatie met ASAP. De volledige aanvraagprocedure voor jobstudenten werd opgenomen in ProCure, het geautomatiseerde systeem voor bestellingen en budgetopvolging. Sinds de aanvang van de samenwerking werden reeds 72 studenten tewerkgesteld via ASAP, goed voor ongeveer 17 VTE of 360 werkdagen. 2.2.4 Participatie Participatie en overleg zijn voor de KHLeuven basisbegrippen. Ook in 2012 kende de KHLeuven aan de leden van de centraal opgerichte participatieorganen, zijnde het hogeschoolonderhandelingscomité, het comité voor preventie en bescherming op het werk en de academische raad, een percentage opdracht toe voor hun werk binnen deze organen. De overeenkomende loonlasten werden zoals de voorbije jaren solidair gedragen. 2.3 Onderzoek en maatschappelijke dienstverlening De KHLeuven heeft voor het academiejaar 2012-2013 een lijst ingediend met leden van het statutair onderwijzend personeel die binnen onderzoeksprojecten tewerkgesteld zijn. Hieruit blijkt dat er in academiejaar 2012-2013 meer statutaire OP-leden met onderzoek bezig zijn dan het academiejaar ervoor. Het aantal goedgekeurde tewerkstellingen bedroeg voor 2012-2013 130,20 VTE ofwel 152 medewerkers (tegenover 32,75 VTE in 2008-2009; 45,75 VTE in 2009-2010; 88,45 VTE in 2010-2011 en 112,55 VTE in 2011-2012). Voor meer informatie over de inzet van personeel voor onderzoek, stand van zaken op 1/02/2013, verwijzen we naar Hoofdstuk 4 Onderzoek in dit jaarverslag. 2.4 Benoemingen In 2012 heeft de hogeschool 11,45 VTE (of 28 personeelsleden) in de categorie onderwijzend personeel en 5,90 VTE (of 11 personeelsleden) in het administratief en technisch personeel benoemd. De benoemingen van ATP en OP gingen in op 1 mei 2012. In 2011 werd een nieuw benoemingsreglement onderhandeld waarvoor op 22 december 2011 een protocol van akkoord afgesloten werd in het HOC. Het nieuwe benoemingsreglement ging in op 1 september 2011 en werd voor het eerst worden toegepast tijdens de benoemingsronde 2012. Het reglement geldt voor zowel OP als ATP. De algemene voorwaarden en manier van ranken bleven grosso modo gelijk met de vroegere protocols. Er werden kwalitatieve criteria opgenomen die tijdens functioneringsgesprekken tussen leidinggevende en personeelslid worden afgesproken en die het personeelslid dient te behalen vóór zijn/haar benoeming. Op associatieniveau was de benoemingsgraad in boekjaar 2011 gemiddeld 64% voor het OP en 66% voor het ATP. 2.5 Mandaten Mandaatsvergoedingen blijven beperkt tot de leidinggevende functies binnen KHLeuven. Voor de systeembeheerders werd een specifiek mandaat uitgewerkt. 2.6 Premies en persoonlijke vergoedingen Na decreetswijziging werd in de KHLeuven in 2009 een HOC-protocol van akkoord afgesloten met betrekking tot persoonlijke vergoedingen. Tijdens het boekjaar 2012 werd in het totaal een brutobedrag van 134 534 euro aan persoonlijke vergoedingen betaald, voornamelijk voor vervanging van zieke collega s. Jaarverslag KHLeuven 98

De verdeling over de departementen zag er in 2012 als volgt uit: Premies 2012 27465,87 285,41 11899 AD DLO 42328,54 ECHO G&T SSH 52555,46 2.7 Personeelsverloop en onderbreking loopbaan Gedurende het kalenderjaar 2012 verlieten in het totaal 65 personeelsleden de organisatie (ongeveer 8,5%). Departement Einde contract Ontslag (*) Pensioen Andere Totaal Algemene Diensten 2 1 2 0 5 DLO 9 3 4 0 16 Echo 6 3 0 0 9 G&T 14 3 11 0 28 SSH 5 1 0 1 7 Totaal 36 11 17 1 65 (*) Onder de noemer ontslag wordt verstaan ontslag door de medewerker of door KHLeuven. Het gaat hier over 11 medewerkers (1,4% van het totale personeelsbestand). In bovenstaande cijfers zijn de gastprofessoren eveneens opgenomen. In 2012 namen in het totaal 230 personeelsleden een verlofstelsel op goed voor 64,5 VTE. Sommige voor een korte periode (bijvoorbeeld 1 maand ouderschapsverlof, beperkt aantal dagen TBS/PA). Jaarverslag KHLeuven 99

SOORT VERLOF Aantal VTE Deeltijdse TBS55+ 15 5,33 G.LBO 32 7,28 G.LBO 50+ 23 7,24 V.LBO 11 3,94 Gedeeltelijk ouderschapsverlof 16 1,54 volledig ouderschapsverlof 5 0,28 gedeeltelijke TBS/PA 33 5,14 Volledige TBS/PA 20 8,03 TBS 58+ 21 13,34 TBS 58+ (bonus) 13 5,17 VVP 41 7,21 Totaal 230 64,5 2.8 Ziekteverzuim Deze cijfers geven enkel een beeld van het ziekteverzuim van de statutaire medewerkers gedurende het kalenderjaar 2012. De contractuele medewerkers werden niet opgenomen in deze cijfers. Als basis voor de berekening van het totaal aantal werk- en kalenderdagen werd de totale statutaire tewerkstelling (excl. gastprofessoren) op 31/12/2012 genomen. 2.8.1 Aantal ziektedagen t.o.v. het aantal werkdagen in 2012 Departement Aantal ziektedagen Totaal aantal werkdagen % AD 286 7.783 3,67% DLO 1050 31.182 3,37% Echo 615 16.894 3,64% G&T 1787 28.824 6,20% SSH 841 14.931 5,63% Totaal 4579 99.614 4,60% In KHLeuven hebben we een gemiddeld ziekteverzuim van nagenoeg 4,6% van het aantal werkdagen. De werkdagen zijn berekend volgens de afgesproken prestatienorm (1596 uur op jaarbasis en 7,6 uur per dag in een 38-urenweek). De ziektedagen voor het personeel betaald door het departement onderwijs worden echter wel uitgedrukt in kalenderdagen. Dit speelt vooral een rol bij langdurige ziekteperiodes waar de weekends ook als een ziektedag gerekend worden. 2.8.2 Aantal ziektedagen t.o.v. het aantal kalenderdagen in 2012 Wanneer we de ziektedagen vergelijken met aantal kalenderdagen, dan bedraagt het gemiddelde ziekteverzuim voor heel KHLeuven 2,64%. Jaarverslag KHLeuven 100

Departement Aantal ziektedagen totaal aantal kalenderdagen % AD 286 13.527 2,11% DLO 1050 54.197 1,94% Echo 615 29.363 2,09% G&T 1787 50.099 3,57% SSH 841 25.952 3,24% Totaal 4579 173.138 2,64% 2.8.3 Aantal ziekteperiodes in 2012 Departement Aantal ziekteperiodes Algemene Diensten 104 Echo 75 G&T 172 SSH 35 DLO 179 Totaal 565 2.8.4 Aantal ziekteperiodes opgesplitst naar duur van de periode Departement 1 dag 2 tot 14 dagen 15 tot 41 dagen meer dan 42 dagen Algemene Diensten 58 45 1 104 Echo 32 33 6 4 75 G&T 93 65 7 7 172 SSH 13 17 1 4 35 DLO 91 75 10 3 179 Totaal Totaal 287 235 25 18 565 50% van het totale ziekteverzuim zijn ziekteperiodes van 1 dag, 41% van de verzuimperiodes duren tussen de 2 en de 14 dagen. De langdurende ziekteperiodes maken ongeveer 7% van het totaal aantal ziekteperiodes uit, waarvan 3% langer dan 42 dagen. Het ziekteverzuimpercentage,berekend op het aantal kalenderdag per jaar, ligt in de buurt van het gemiddelde van de 6 voorafgaande jaren (tussen 2,2 en 2,9). Het aantal ziektemeldingen daarentegen ligt in 2012 hoger dan in 2011 (505 ziekteperiodes). Het aantal ziektemeldingen van één dag zijn toegenomen en t.o.v. 2008 zelfs verdubbeld (2008: 126). Dit varieert per departement. In SSH en Echo daalde het aantal ééndagsziekten licht. In DLO, G&T en algemene diensten steeg het aantal ziekteperiodes van één dag. Aangezien er voor een ziektemelding van één dag geen ziekteattest nodig is, is de registratie afhankelijk van de informatie die de zieke personeelsleden aan de personeelsdienst doorgegeven. 2.9 Gastprofessoren In 2011 stelde KHLeuven 3,91 VTE gastprofessoren tewerk. Dit zijn 60 personen zodat het gemiddelde tewerkstellingspercentage ongeveer 6,52 % bedraagt. 2.10 Algemeen besluit personeelsbeleid Binnen het personeelsbeleid werd er in 2012 veel aandacht besteed aan het hertekenen van de KHLeuven organisatiestructuur, het uitwerken van een HR beleid voor onderzoekers, het professionaliseringsbeleid voor leidinggevenden en medewerkers en de opstart van het fusieproces. Jaarverslag KHLeuven 101

Volgende uitdagingen zien we de komende jaren op vlak van personeelsbeleid: De juridisch fusie van 3 hogescholen (KHLeuven, KHLim en Groep T) is een complex proces dat zowel opportuniteiten als uitdagingen biedt. Door krachten te bundelen en gebruik te maken van elkaars talenten en best practices kunnen zaken professioneler worden aangepakt. De uitdagingen liggen vooral in het samensmelten van bestaande organisaties, visies, processen en culturen en in het opbouwen van een sterke gemeenschappelijke visie op personeelsbeleid. KHLeuven heeft een sterk uitgebouwde professionaliserinswerking. KHLeuven heeft er steeds voor gekozen om professionalisering breed in te vullen en niet enkel te beperken tot onderwijskundige topics. Dit brede aanbod (technische navormingen, management development, onderzoeksvaardigheden, Topics, Basics, ) verder uitbouwen samen met KHLim en Groep T en openstellen naar de betrokken partners, is zeker een opportuniteit. Sinds de invoering van het nieuwe financieringsdecreet in 2008 is er een systematische ondermaatse financiering van de hogescholen. In de voorbije 5 jaren (2008 2013) is de reële loonkost maar liefst met 10,21% gestegen, terwijl de indexering vanwege de overheid slechts 4.93% bedraagt. Daarenboven zijn er de laatste 5 jaren 34 % KHLeuven studenten bijgekomen zonder dat financiering onmiddellijk volgt. De onvoldoende financiering, de toenemende verwachtingen en eisen uit diverse hoeken van de samenleving hebben een zware impact op de werkdruk van medewerkers en brengen kwalitatief onderwijs en onderzoek in het gedrang. Jaarverslag KHLeuven 102

3 Ratio-analyse Voor een meer gedetailleerde bespreking en ruimere inbedding van de gegevens verwijzen we naar rubriek 7 waar het financiële jaarverslag en de jaarrekening aan bod komen. We nemen hieruit de toelichting bij de financiële en personeelsratio s. Die werden berekend overeenkomstig het advies uitgewerkt door de commissie boekhoudtechnische problemen bij het I.B.R. 3.1 Ratio s m.b.t. de personeelskosten 2012 Ratio 1 drukt de 80/20-norm uit met correcties. Voor de KHLeuven bedraagt deze ratio in 2012 86,04% (exclusief de vrijstelling bedrijfsvoorheffing onderzoekers= officiële ratio) en 83,92% (inclusief de vrijstelling bedrijfsvoorheffing onderzoekers). In 2011 bedroeg de 80/20-norm exclusief de vrijstelling BV onderzoekers 85,43%. De 80/20-norm in de associatie KU Leuven lag voor het boekjaar 2011 82,43%. KHLeuven spendeert in vergelijking met de overige hogescholen veel middelen aan personeel. In de begroting 2012 voorzagen we een officiële ratio van 86,1% en inclusief de vrijstelling bedrijfsvoorheffing 84,06%. De cijfers van boekjaar 2012 liggen in lijn van de begroting. Uitgedrukt in % van de totale bedrijfsopbrengsten (ratio 2) bedragen de totale bezoldigingskosten 74,84% (t.o.v. 74,54% in 2011), te vergelijken met het associatiegemiddelde van 2011 van 72,88%. In 2012 bestaan de bezoldigingskosten van KHLeuven voor 90,89% (tegenover 93,23% in 2011) uit bezoldigingen betaald via het Departement Onderwijs (ratio 3). We zien dit percentage jaarlijks dalen. De totale bezoldigingskosten tot de werkingsuitkeringen en inschrijvings- en examengeld bedraagt 83,01% (tegenover 83,01% in 2011) (ratio 4). Dit percentage stijgt de laatste drie jaren. Het aandeel van de totale bezoldigingskosten in de totale bedrijfskosten bedraagt 74,97% (tegenover 74,71% in 2011) (ratio 5), wat iets hoger is dan het Associatie gemiddelde in 2011 van 73,08%. De loonkosten van het onderwijzend personeel (exclusief gastprofessoren) vertegenwoordigen 76,88% (tegenover 78,52% in 2011) van de totale loonkosten (ratio 7). Met de gastprofessoren en onderzoekers inbegrepen wordt dit 82,52% (ratio 8). Het aandeel van de kostprijs van de gastprofessoren in de totale bezoldiging van de OP-leden (inclusief de gastprofessoren) vertegenwoordigt 4,09% (tegenover 0,73% in 2011) (ratio 9). Dit is een sterke stijging gegeven de sterke stijging van de contractuele gastprofessoren. Met 26,96% (tegenover 4,93% in 2011) van de inschrijvings- en examengelden kunnen de loonkosten van de gastprofessoren worden gedekt (ratio 10). We zien ook hier een sterke stijging van inzet van contractuele gastprofessoren. Vorig jaar werden een aantal contractuele echter ten onrechte niet mee opgenomen als gastprofessor. Het aandeel van de loonkosten van de ATP-personeelsleden, opgenomen in de personeelsformatie, in de totale loonkosten bedraagt 12,68% (tegenover 13,04% in 2011) (ratio 11) tegenover het Vlaamse gemiddelde voor 2010: 13,93%. Indien de loonkosten van de personeelsleden belast met administratieve taken buiten formatie hieraan worden toegevoegd, bekomt men een aandeel van 14,36% (tegenover 13,68% in 2011) (ratio 12). Het gemiddelde voor de Vlaamse hogescholen in 2010 bedroeg hier: 14,93%. De loonkosten van alle onderwijsondersteunend personeel (ATP, HOP, contractuele arbeiders en bedienden)(ratio 13) bedraagt in 2012 17,48% van de totale loonkosten en daalt in vergelijking met vorig jaar (19,20%). Het Vlaamse gemiddelde in 2010 lag op 21%. De economische loonnorm, dit is de totale kosten voor bezoldigingen met aftrek van recuperaties en terugbetalingen tegenover de totale bedrijfsopbrengsten met aftrek van recuperaties en terugbetalingen bedraagt in 2012 79,18% tegenover 78,80% in 2011. Het Vlaamse gemiddelde lag in 2010 op 77,83%. KHLeuven scoort op deze ratio dus gemiddeld. Jaarverslag KHLeuven 103

3.2 Ratio s m.b.t. de personeelsformatie en -tewerkstelling Noemer en teller worden steeds uitgedrukt in voltijdse eenheden. Tot op heden is het jaarverslag van het regeringscommissariaat voor 2011 nog niet beschikbaar, daarom worden de cijfers van 2012 vergeleken met de cijfers van 2010. Het totaal OP-bestand (exclusief centraal betaalde OP ers en gastprofessoren) ten opzichte van het totaal personeelsbestand bedraagt 70,55% (bezetting) (2011: 71,82%). (ratio 1). De ratio voor effectieve tewerkstelling voor het OP bedroeg 72,60% (2011:74,08%). Volgens de cijfers opgenomen in het jaarverslag van het regeringscommissariaat voor 2010 bedraagt deze tewerkstellingsratio voor Vlaamse hogescholen 63,81%. Het totaal OP-bestand (inclusief centraal betaalde OP ers) ten opzichte van het totaal personeelsbestand bedraagt 70,80% (2011: 72,04%) (bezetting - ratio 2). De tewerkstellingsratio bedroeg 75,96%, tegenover de tewerkstellingsratio van de Vlaamse hogescholen voor 2010: 67,65%. Het totaal OP-bestand (inclusief centraal betaalde OP ers en inclusief gastprofessoren) ten opzichte van het totaal personeelsbestand bedraagt 73,93% (bezetting) (2011: 74,11%) (ratio 3). De totale bezetting OP (inclusief centraal betaalde OP ers, gastprofessoren, contractuele OP ers en gedetacheerde OP ers) bedraagt 76,08% van het totale personeelsbestand (tegenover 76,02% in 2011) (ratio 4). De effectieve tewerkstelling van het totale OP bedraagt in 2012 78,28% tegenover 78,33% in 2011. Volgens de cijfers opgenomen in het jaarverslag van het regeringscommissariaat voor 2010 bedraagt deze tewerkstellingsratio voor Vlaamse hogescholen 71,94%. De totale tewerkstelling van het OP is in KHLeuven 6,34% hoger dan de totale ratio van de Vlaamse hogescholen. Het totale ATP-bestand tegenover het totale personeelsbestand bedraagt 17,66% (bezetting) (17,86% in 2011) (ratio 5). De tewerkstellingsratio voor ATP bedroeg in 2012 16,08% tegenover 15,98% in 2011. De ratio van de Vlaamse hogescholen bedroeg 17,26% voor 2010. Het totale ATP-bestand (inclusief centraal betaald AP-OHP-MVD-personeel, personeel op persoonlijke titel, contractuelen en gedetacheerden) tegenover het totale personeelsbestand daalde en bedraagt 23,92% (bezetting) (vergelijk 2011: 23,98%) (ratio 6). De tewerkstellingsratio bedraagt in 2012 21,72% tegenover 21,67% in 2011 Volgens de cijfers opgenomen in het jaarverslag van het regeringscommissariaat voor 2010 bedraagt deze tewerkstellingsratio voor Vlaamse hogescholen 27,94%. De totale tewerkstelling binnen het ATP ligt in KHLeuven 6,22% lager dan de ratio van de hogescholen. Het aantal contractuelen (exclusief gastprofessoren) ten opzichte van het totale personeelsbestand bedraagt 7,18% (bezetting) tegenover 6,43% in 2011 (ratio 7). De tewerkstellingsratio voor KHLeuven in 2012 bedraagt voor deze ratio 6,88%. De tewerkstellingsratio van de Vlaamse hogescholen bedroeg 13,28% voor 2010. KHLeuven stelt dus 6,4% minder contractuelen tewerk dan de ratio van de Vlaamse hogescholen aangeeft. Het totale tewerkgestelde OP-bestand in KHLeuven (ratio 3) daalde in 2012 met 0,05% t.o.v. 2011. Het totale tewerkstelling administratief personeel (ratio 5) is in 2012 gestegen met 0,05% terwijl de contractuele tewerkstelling met 0,60% gestegen is. Om de 80/20 norm onder controle te houden maar anderzijds toch te kunnen inspelen op de groei van de studentenaantallen en de uitbouw van projectmatig wetenschappelijk onderzoek, worden meer contractuele personeelsleden ingezet. Jaarverslag KHLeuven 104

HOOFDSTUK 6 - Toelichting bij de jaarrekening 1 Een commentaar bij de jaarrekening 1.1 De balans Het balanstotaal van KHLeuven bedraagt per einde 2012 61.145.829 euro. 1.1.1 Activa Per einde 2012 bedraagt de netto boekwaarde van de vaste activa 39,6 mio euro. Er werd in 2012 voor 1,7 mio euro geïnvesteerd. Zie punt 2.3 voor een toelichting bij het investeringsbeleid. De vorderingen op ten hoogste één jaar bedragen 6,9 mio euro en bestaan voor het grootste gedeelte (4,4 mio euro) uit vorderingen ten aanzien van de overheid. Het betreft enerzijds de overboeking van de historische loonmassa vanuit de overlopende rekeningen waarbij tot uiting wordt gebracht dat er een vordering ten aanzien van de overheid is van de lonen van december die pas begin januari van het volgende jaar betaald worden. KHLeuven heeft ten aanzien van de overheid ook nog een vordering voor de loonkosten van de medewerkers die we vanuit het HIRL overgenomen hebben (250.000 euro) en de werkingsmiddelen van kwartaal 4. Er zijn nog te ontvangen projectgelden van lopende projecten voor 1 mio euro en een bedrag van 247.000 euro aan te ontvangen defiscaliseringsmiddelen. De liquiditeitspositie van de KHLeuven is gunstig. Per einde 2012 is er een financiële reserve op bankrekeningen en beleggingen voor 14,4 mio euro. Hiervan is 2,5 mio euro te reserveren voor toekomstige projectwerking. De over te dragen kosten naar 2012 bedragen 200.000 euro en bestaan enerzijds uit over te dragen kosten voor kosten met betrekking tot boekjaar 2013 en anderzijds uit verkregen intresten met betrekking tot boekjaar 2012. Bij de over te dragen kosten betreft het voornamelijk ICT licenties die voor een academiejaar worden afgesloten en betaald. 1.1.2 Passiva Het eigen vermogen van KHLeuven bedraagt per 31/12/2012 36,3 mio euro. Hiervan bestaat 5,2 mio uit de fondsen van de organisatie. De bestemde fondsen bedragen 1.967.000 en bestaan voor 1.715.876 euro uit fondsen voor projectwerking. Het gaat over nog te besteden PWO middelen en eigen middelen in volgende boekjaren. De overige 250.000 euro zijn middelen die einde 2012 zijn overgedragen vanuit de randvzw KHO Echo en dienen ter ondersteuning van het departement Echo. De middelen van KHL Lerarenopleiding zijn begin 2013 overgedragen. Deze vzw zal ontbonden worden in de loop van 2013. De overgedragen overschotten van vorige boekjaren. Deze vormen per einde 2012 21,7 mio euro. De investeringssubsidies bedragen 7,3 mio euro. In 2012 werden er voor 891.253 euro collegemiddelen opgenomen. Deze worden in resultaat genomen a rato van de afschrijvingen en de inresultaatname van kapitaal en intrestsubsidies ter financiering van de leningslasten. De vroegere investeringssubsidies (Agion 60%) werden aangevraagd voor de bouw van campus Hertogstraat en de sporthal. De voorzieningen bedragen 112.000 euro en bestaan uit voorzieningen voor brugpensioenen, groot onderhoud, loonregularisaties en betwistingen. Het bedrag voor groot onderhoud betreft enkel een herstelling van de fitnessvloer in de sporthal waar in 2012 van de verzekeringsmaatschappij compensatie voor ontvangen werd. De schulden op meer dan één jaar omvatten het bedrag aan leningen dat in de komende jaren moet afgelost worden. Het gaat hier over de leningen die zijn opgenomen voor de bouw van de nieuwbouw van SSH, de aankoop van Campus Clenardus en de financiering van de bouwprojecten campus Hertogstraat en nieuwbouw G&T. Binnen de schulden op ten hoogste één jaar vinden we het gedeelte van deze leningen dat in 2013 zal terugbetaald worden. In totaal is er per einde 2012 nog een af te lossen kapitaal van 12,7 mio euro. Bij de handelsschulden vinden we enerzijds de uitstaande schulden ten aanzien van leveranciers voor 1,2 mio, anderzijds ook een bedrag aan terug te betalen studiegelden van 200.000. Dit bedrag is een simulatie van het bedrag dat per 15 maart berekend wordt. Het gaat hier voornamelijk over een teruggave van studiegeld aan studenten die bij de start van het academiejaar het volledige studiegeld betaalden, maar in realiteit minder dan 53 studiepunten opnemen en hierdoor een gedeelte van hun studiegeld terugbetaald krijgen. Jaarverslag KHLeuven 105

Bij de vooruitbetalingen op bestellingen (46 rek) vinden we een groot bedrag van 3,1 mio euro bestaande enerzijds uit 360.000 euro aan voorschotten ontvangen van studenten waar tegenover in 2013 nog kosten en afrekeningen zullen staan. Het grootste bedrag betreft echter de overdracht van de projectmiddelen naar volgend boekjaar voor 2,7 mio euro. Om te vermijden dat de volledige opbrengst ook in het resultaat van het opstartende boekjaar van een project wordt opgenomen, wordt er via de passiefzijde van de balans (46-rekeningen) een overdracht gedaan naar het volgende boekjaar (matching principe) van de nog niet besteedde middelen. Deze matching van opbrengsten en kosten wordt ook toegepast op de projecten gefinancierd met defiscaliseringsmiddelen. Binnen de schulden op ten hoogste één jaar vinden we ook nog de schulden met betrekking tot bezoldigingen en belastingen en de andere schulden. Binnen de andere schulden zien we 417.000 euro aan door te storten subsidies aan projectpartners en uit te betalen subsidies met betrekking tot internationale beurzen. De overlopende rekeningen passief bedragen 2,6 mio euro en bestaan 2,5 mio euro uit over te dragen studiegelden, zijnde 8/12e van de studiegelden van het academiejaar 2012-2013. 1.2 De resultatenrekening 1.2.1 De bedrijfsopbrengsten De bedrijfsopbrengsten bedragen 41.180.209 euro en bestaan uit de omzet, subsidies en andere bedrijfsopbrengsten. De totale omzet bedraagt 37.712.133 euro en bestaat uit Werkingsuitkeringen: 31.319.205 euro (83,05%) De effectieve werkingsmiddelen bedragen voor 2012 30.104.755 euro. Hierbij komt er nog een bedrag voor de medewerkers van HIRL die we hebben overgenomen van 258.739 euro en een bedrag voor de uitvoering van cao III van 9.323 euro. Het aanmoedigingsfonds bedraagt voor het boekjaar 2012 209.565 euro. Voor hetzelfde bedrag dient er bovendien een cofinanciering te gebeuren. De middelen worden binnen KHLeuven gebruikt voor de uitbouw en coördinatie van gelijke kansen en diversiteit en studie en studentenbegeleiding. Er werden ook enkele diversiteitsprojecten uitgevoerd, taalbegeleiding georganiseerd en er wordt ondersteuning geboden bij pedagogische hulp. De middelen voor de geïntegreerde lerarenopleiding bedragen 108.125 euro. Het betreft de middelen voor de voor de lerarenopleiding secundair onderwijs (van 3 naar 2). De compensatie voor de stijging van het vakantiegeld naar aanleiding van de uitvoering van CAO II bedraagt 607.844 euro. Dit bedrag bereikte in 2011 zijn plafond. De uitkering bevallingsverloven bedraagt 19.140 euro. Bij de overige werkingsuitkeringen vinden we voornamelijk een terugvordering met betrekking van teveel voorafgenomen centrale middelen uit het verleden (kiné fonds). De middelen voor het vormingsfonds bedragen 20.048 euro. Ook voor deze middelen moet er door de hogeschool eenzelfde bedrag aan cofinanciering tegenover gesteld worden. De actualisatie van de loonmassa werd tegengeboekt en opgenomen bij de effectieve werkingsmiddelen voor een bedrag van 3.663.862 euro. Studiegeld: 3.685.438 euro (9,77%) De studiegelden zijn samengesteld uit deze van het academiejaar 2011/2012 (8/12e) en deze van het academiejaar 2012/2013 (4/12e). De studiegelden voor de bacheloropleiding zijn het belangrijkste onderdeel (3 mio euro). De studiegelden van de Banaba s, de postgraduaten en de Permanente vorming bedragen respectievelijk 320.000 euro, 122.000 euro en 187.000 euro. Opbrengsten uit onderwijsactiviteiten en verkoop: 1.836.150 euro (4,87%) De opbrengsten uit onderwijsactiviteiten en verkoop bestaan uit hoofdzakelijk uit verkopen uit verkopen aan studenten (o.a. boeken en cursussen, studiereizen, ) en de exploitatie van de catering (518.000 euro). Dienstverlening en onderzoek op contractuele basis, incl. PWO: 871.341 euro (2,31%) Het gaat hier voornamelijk over de PWO middelen door de overheid toegekend (709.000 euro) en de opbrengsten uit maatschappelijke dienstverlening, voornamelijk van het departement SSH. De PWO middelen werden intern verdeeld over 8 projecten na een interne competitie. Het betreft meestal 2 jarige projecten met een budget van 100.000 euro. Binnen de subsidies vinden we de opbrengsten uit externe projecten bedragen 885.892 euro. Als voornaamste financieringsbronnen voor externe projecten zien we Expertisenetwerk Lerarenopleiding (ENW) (194.565), Onderwijsontwikkelingsfonds associatie KULeuven (OOF)( Jaarverslag KHLeuven 106

(231.863 euro), Europese subsidies (incl. ESF) (207.752 euro) en subsidies van de Federale en Vlaamse overheid en van lokale besturen (220.120 euro). De boekhoudkundige opbrengst voor gedeeltelijke vrijstelling van bedrijfsvoorheffing (defiscaliseringsmiddelen) voor onderzoekers bedraagt voor 2012 voor KHLeuven 810.447. Dit is het bedrag dat ook effectief besteed is in 2012. In totaal werd er in 2012 1.670.000 euro gegenereerd aan defiscaliseringsmiddelen. In 2012 werden van deze middelen de loonkosten voor de centrale en departementale coördinatoren en de projectadministratie betaald (242.000 euro). De andere middelen gingen voor 850.000 naar de departementen. De departementen kunnen dit onder meer inzetten voor financiering van eigen interne onderzoeken, voor ondersteuning van de onderzoeksorganisatie maar ook voor cofinanciering van externe projecten. De niet-besteedde middelen werden overgedragen om te gebruiken in een volgend boekjaar. We ontvingen ook 78.000 euro in de vorm van Vlaamse OndersteuningsPremie. De andere bedrijfsopbrengsten bedragen 1.347.000 euro. Het gaat hier voornamelijk uit inkomsten uit verhuur van onze sportinfrastructuur en de recuperatie van loonkosten omwille van detacheringen. 1.2.2 De bedrijfskosten De handelsgoederen bedragen 1.334.000 euro. Alle aankopen bestemd voor verkoop werden in deze rubriek geboekt. Het zijn o.a. de aankopen van boeken en cursussen, didactisch materiaal, reis- en verblijfskosten. Hierin vinden we ook de werkingskosten voor de exploitatie van de cafetaria terug (525.000). In 2012 heeft de hogeschool voor 6,1 mio euro diensten en diverse goederen aangeschaft. Een indeling van deze besteding in grote rubrieken wordt weergeven in de variantieanalyses die volgen. De bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen bedragen 30.993.000 euro waarvan 28,2 miljoen euro toe te wijzen is aan de statutaire personeelsleden, betaald door het Agentschap Hoger Onderwijs, en 2,7 miljoen euro aan de contractuele personeelsleden, betaald door de hogeschool. De afschrijvingen bedragen 2,6 miljoen euro en werden berekend conform de waarderingsregels, goedgekeurd door de Raad van Bestuur. De hogeschool heeft een bijkomende voorziening voor grote herstellings- en onderhoudswerken aangelegd voor 21.180 euro en van 20.549 euro voor brugpensioenen. Deze voorziening werd ook voor 5.834 euro teruggenomen door besteding. De bedrijfswinst bedraagt voor boekjaar 2012 76.656 euro. 1.2.3 De financiële opbrengsten De Opbrengsten uit vlottende activa bedragen 179.000 euro en betreffen de renteopbrengsten van de spaarrekeningen en gemeenschappelijke beleggingen. De verschillende departementen van KHLeuven hebben hun eigen bankrekeningen voor onder meer de betaling van leveranciers en de inning van de studiegelden. De overschotten worden zoveel mogelijk gepoold en samen op belegd. De Andere financiële opbrengsten (530.744 euro) bestaan uit de intrestsubsidies van het ter dekking van rentelasten. In 2012 werden de collegemiddelen (891.253 euro) opgevraagd op basis van aflossingen van leningen. De inresultaatname van de terugvordering van de intresten gebeurt via de financiële opbrengsten, de inresultaatname van de terugvordering van het kapitaal via de uitzonderlijke opbrengsten. 1.2.4 De financiële kosten De financiële kosten betreffen voornamelijk (531.245 euro) de intresten op de leningen aangegaan voor de nieuwbouw van Sociale School Heverlee in 2000, voor Campus Clenardus in 2005 en voor de nieuwbouwprojecten Gasthuisberg en campus Clenardus in 2006. In 2008 werd een nieuwe lening aangegaan voor de financiering van de bouwprojecten voor 3 miljoen euro. Het overschot uit de gewone bedrijfsuitoefening voor 2012 bedraagt 253.645 euro. Tot slot dienen we de Uitzonderlijke opbrengsten en kosten in rekening te brengen om tot het resultaat van het boekjaar te komen. 1.2.5 De uitzonderlijke opbrengsten De Uitzonderlijke opbrengsten bestaan uit een meerwaarde uit de verkoop van een vast actief (5.785 euro), collegemiddelen verkregen voor kapitaalsaflossingen van leningen (360.000 euro) en de recuperatie vanwege de verzekeringsmaatschappij omwille van waterschade in de sporthal (15.603 euro). Jaarverslag KHLeuven 107

1.2.6 De uitzonderlijke kosten In 2012 waren er geen Uitzonderlijke kosten. 1.2.7 Het resultaat De KHLeuven sluit het boekjaar 2012 af met een positief resultaat van 635.560 euro. Jaarverslag KHLeuven 108

2 Een verantwoording van het financieel beheer 2.1 Een toelichting bij de variantieanalyses In dit hoofdstuk worden de grote verschillen besproken in de balans en resultatenrekening tussen de cijfers van 2012, de vergelijkende bedragen van het vorige boekjaar 2011 en de vergelijkende bedragen van de begroting 2012. 2.1.1 De variantieanalyse van de balans van 2012 met deze van 2011 Het balanstotaal stijgt met 898.000 euro of 1,5%. 2.1.1.1 ACTIVA De daling in de boekwaarde van de vaste activa is te verklaren door de afschrijvingen. Het bedrag aan afschrijvingen (2,6 mio euro) ligt hoger dan de nieuwe investeringen in 2012 (1,7 mio euro). De vorderingen op ten hoogste één jaar stijgen met 4,6 mio euro. De belangrijkste reden is de overboeking van de loonmassa per einde 2012 van de overlopende rekeningen naar een vordering op korte termijn. De geldbeleggingen en de liquide middelen stijgen met 1,3 mio euro. De positieve netto cashflow van het boekjaar resulteert in een aangroei van de liquiditeiten. De daling in de overlopende rekeningen wordt in hoofdzaak veroorzaakt door de verkregen loonmassa (rek 491). Deze werd overgeboekt naar een vordering op ten hoogste één jaar. 2.1.1.2 PASSIVA Het eigen vermogen stijgt met 541.000 euro. Dit is het gecombineerde effect van enerzijds een stijging van de bestemde fondsen omwille van de overdracht van de middelen van de randvzw van Echo (250.000 euro), het positieve resultaat van het boekjaar (635.560 euro) en anderzijds de daling van de investeringssubsidies (346.000 euro). Er werden meer investeringssubsidies in het resultaat opgenomen dan er nieuwe ontvangen werden. De voorzieningen voor risico s en kosten kennen een kleine toename omwille van de aanleg van een provisie voor groot onderhoud en de actualisatie van de voorziening brugpensioenen. De schulden op meer dan één jaar zijn afgenomen met de aflossingen die in 2013 zullen betaald worden. We zien een daling van 677.264 euro: aflossing van de lening voor de nieuwbouw van SSH voor 43.381 euro aflossing van de lening voor Campus Clenardus voor 65.250 euro aflossing van de lening ter financiering van de bouwprojecten campus Hertogstraat en nieuwbouw G&T (12 miljoen) voor 568.632 euro. De schulden op ten hoogste één jaar stegen met 880.481 euro. De reden is terug te vinden in de toename van de schulden m.b.t. bezoldigingen en sociale lasten, maar voornamelijk in de stijging van de overdracht van projectmiddelen (+800.000 euro). De toename in de overlopende rekeningen wordt in hoofdzaak veroorzaakt door hogere over te dragen studiegelden. 2.1.2 De variantieanalyse van de resultatenrekening van 2012 met deze van 2011 2.1.2.1 De Bedrijfsopbrengsten De totale bedrijfsopbrengsten stijgen met 2.764.272 euro of 7,2%. De omzet nam toe met 2.035.174 euro of 5,7%. Hierin zien we volgende onderliggende bewegingen. De werkingsuitkeringen kenden een stijging van 1.132.309 euro: Compensatie van de loonkosten voor HIRL medewerkers: + 258.739 euro De effectieve werkingsuitkeringen stijgen met 3,9% (873.570 euro). Dit is het gecombineerde effect van: Stijging door kliksysteem (2%) Groeipad van de Vlaamse overheid Stijging door indexering (2,16%) (2,7% lonen +0% werking in de 80/20 verhouding) Daling door aandeel van KHLeuven in totaal aantal financieringspunten: Jaarverslag KHLeuven 109

enveloppe 2012 enveloppe 2011 enveloppe 2010 KHL 481.945 474.005 470.036 Totaal 7.426.349 7.244.539 6.993.768 aandeel 6,49% 6,543% 6,721% We zien dat zelfs gegeven de groei in het aantal financieringspunten, het aandeel van KHLeuven in de enveloppe 2012 daalt in vergelijking met 2011. We zien hier duidelijk het effect van het vertragingsmechanisme in het financieringsmodel. De daling van onze studentenaantallen in academiejaar 2005-2006 telt nog steeds mee in deze cijfers (tijdsvenster financiering 2012 = ac jr2005-2006 tem 2009-2010; de laatste academiejaren waarin KHLeuven sterk groeiden tellen nog niet mee). De overige werkingsuitkeringen zijn in lijn met vorig boekjaar. De studiegelden kenden een stijging van 388.000 euro of 12%. Enerzijds is er sterke stijging van het aantal studenten zowel in academiejaar 2011-2012 als 2012-2013 (de jaren die meetellen in boekjaar 2012). Anderzijds is er ook een indexering van de studiegelden. We zien procentueel de sterkste stijging in de studiegelden van de banaba s (Echo). De opbrengsten uit onderwijsactiviteiten en verkoop kenden een stijging van 307.000 euro of 20%. De voornaamste reden is de stijging van de kopieprijs in 2011-2012. Dit effect is voor het eerst voor een volledig boekjaar zichtbaar in 2012. Dienstverlening en onderzoek op contractuele basis tonen een toename van 64.584 euro. De omzet van dienstverlening groeit met 44.000 euro, voornamelijk in SSH. De subsidies voor Projectmatig Wetenschappelijk Onderzoek stijgen met 20.000 euro. We zien verder, net zoals in 2011, ook in 2012 een toename van de subsidies uit externe projecten. Deze toename in 2012 met ongeveer 195.000 euro. De totale inkomsten aan defiscalisering stijgen met 494.000 euro in vergelijking met 2011. In de opbrengsten zien we een stijging van 454.000 euro. Dit zijn de effectief besteedde middelen in 2012. De Andere bedrijfsopbrengsten zijn toegenomen met 65.254 euro. De voornaamste redenen betreffen stijging van de recuperatie van loonkosten (+ 31.000 euro) en van onkosten van internationalisering (+35.000 euro). 2.1.2.2 De Bedrijfskosten De totale bedrijfskosten stijgen met 2,8 mio euro of 7,3%. De handelsgoederen kennen een toename van 132.000 euro. Hier staan ook extra opbrengsten tegenover, zie hoger. Bij de diensten en diverse goederen zien we een stijging van 432.000 euro of 7,6%. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de belangrijkste verschillen met vorig boekjaar: 31/12/2012 31/12/2011 Verschil % vgl Huur 303.592 292.774 10.818 4% Onderhoud 1.042.611 976.532 66.079 7% Water en energie 530.877 457.851 73.026 16% ICT 591.233 402.160 189.073 47% Administratiekosten 339.635 337.863 1.772 1% Materiaal 252.600 220.324 32.276 15% Bibliotheek/Mediatheek 167.635 182.143-14.508-8% Communicatie 275.643 327.343-51.700-16% Studentenwerking 199.663 209.685-10.022-5% Personeelskosten (niet lonen) 518.868 525.396-6.529-1% terugbetaling reiskosten 241.196 237.758 3.438 1% Internationalisering 229.184 211.043 18.140 9% Extern personeel 679.697 471.731 207.966 44% Honoraria/consultancy 168.696 175.067-6.371-4% Verzekeringen 120.814 132.117-11.303-9% Uitzendpersoneel 41.024 0 41.024 Vergoeding bestuurders 7.247 7.247 0 0% Bijdrage adviesorganen 251.793 242.452 9.341 4% Overige 130.496 251.047-120.550-48% Totaal 6.092.504 5.660.531 431.972 7,63% Jaarverslag KHLeuven 110

De onderhoudskosten van gebouwen stijgen voornamelijk omwille van de nieuwe onderhoudscontracten voor technieken in G&T en een afrekening van 2011 die in 2012 ontvangen werd en niet voorzien was De zeer sterke stijging in water en energie wordt vertekend door een creditnota in 2011 van het departement G&T van 42.000 euro over boekjaar 2010. Hierdoor zijn er voor dit departement in 2011 negatieve kosten. Als we dit effect uitfilteren zien we een stijging van 6%. We zien een stijging van de ICT kosten met 189.000 euro: de voornaamste reden betreft de factuur van de KULeuven voor SAP van 169.000 euro. Materiaal: stijging 32.000 euro, we zien vooral bij G&T een stijging van de kosten voor didactisch materiaal. Vorig jaar zagen we het omgekeerde. Aangezien we niet werken met voorraadbeheer, kan dit een afwijking geven tussen de cijfers van verschillende boekjaren. De uitgaven voor communicatie dalen. Vorig jaar zagen we een stijging omwille van de viering van 100 jaar DLO. De vergoedingen betaald aan extern personeel stijgen met 208.000 euro. Ook vorig jaar zagen we een stijging van 100.000 euro in vergelijking met vorig boekjaar. Als voornaamste reden zien we: Stijgende studentenaantallen in de Banaba Business Management van Echo: +100.000 euro Uitbouw banaba in SSH: +22.000 euro Bijdrage aan KULeuven voor gemeenschappelijke VGM dienst: +57.680 euro Uitbouw management development programma KHLeuven en vormingsdag: +13.000 euro Bij de rubriek verzekeringen zien we enerzijds een daling omwille van een aantal niet voorziene afrekeningen in 2011 en anderzijds de eerste effecten van de gemeenschappelijke aanbestedingen op associatieniveau. De rubriek uitzendpersoneel is nieuw vanaf 2012. We werken sinds medio 2012 met een interimkantoor voor de loonafhandeling van de dossiers van jobstudenten. Bij de bijdrage van de koepelorganen zien we de bijdragen aan: VLHORA: 67.833 euro: werking: 40.882 euro + Elektron: 26.951 euro VVKHO: 52.399 euro Associatie: 131.561 euro: werking 83.276 euro en Onderwijsontwikkelingsfonds: 48.285 euro De overige werkingskosten dalen. Vorig jaar boekten we de kosten voor de visitatiekosten bij Echo (EBM: 10.000 euro) en G&T (banaba s: 62.000 euro). In de werkingskosten vinden we voor 214.000 euro werkingskosten voor projecten. In 2011 was dit 136.000 euro. De bezoldigingen en sociale lasten stegen met 2.183.013 euro of 7,6%. De statutaire loonkosten stijgen met 1.269.771 euro of 4,72%. De contractuele loonkosten stijgen met 763.679 euro of 42%. In 2011 was er een indexaanpassing op 1 juni 2011 en in 2012 op 1 maart 2012. Beide indexeringen zijn voelbaar in de loonkosten van 2012. Cfr de berekeningen van VLHORA stijgen de loonkosten in 2012 met 2,85%. De overheid heeft de werkingsuitkeringen slechts met 2,16% geïndexeerd. VLHORA heeft berekend dat de indexering voor de periode 2008-2013 10,21% bedraagt, waar de overheid slechts 4,93% indexeert. Dit betekent voor de hogescholen voor die periode ca. 50 mio euro te weinig financiering, louter omwille van de desindexering. Aanpassing omwille anciënniteit De overname van de medewerkers van het HIRL per 1 september 2012 betekent een stijging van de kosten van 240.000 euro binnen de statutaire loonkosten. We zien een stijging van het aantal VTE in KHLeuven De stijging tussen academiejaar 2010-2011 en 2011-2012 (grootste impact op loonkost van 2012) betreft 9,67 VTE (1/2/2011 versus 1/2/2012). In academiejaar 2012-2013 zien we nog Jaarverslag KHLeuven 111

een sterkere stijging van de VTE van 33,69 VTE. Hierin zijn 12,55VTE van de overname van HIRL voorzien. We zien bijkomend heel wat VTE voor de uitbouw van nieuwe opleidingen en de uitbouw van onderzoek. We zien dat het aantal VTE betrokken in onderzoek en maatschappelijke dienstverlening stijgt van 24,38 VTE (2010) naar 43,5 VTE in 2012. De afschrijvingen zijn in lijn met vorig jaar. De voorzieningen stijgen met 28.736 euro omwille van de bijkomende voorziening brugpensioenen en de voorziening groot onderhoud. 2.1.2.3 De Financiële opbrengsten De Opbrengsten uit vlottende activa zijn gestegen met 6.646 euro omwille van een hogere liquiditeitspositie. De rentetarieven zijn gezakt. De Andere financiële opbrengsten zien we een stijging van 21.732 euro omwille van de stijging van de investeringssubsidies. 2.1.2.4 De Financiële kosten De Kosten van schulden dalen aangezien de leningen zijn afgesloten met vaste kapitaalsaflossingen. 2.1.2.5 De Uitzonderlijke opbrengsten en kosten De Uitzonderlijke opbrengsten stijgen voornamelijk omwille van het hogere bedrag aan investeringssubsidies. 2.1.2.6 Besluit De bedrijfswinst is 24.384 euro lager dan in boekjaar 2011. Opbrengsten en kosten stijgen ongeveer in dezelfde mate. De Financiële en Uitzonderlijke opbrengsten (vooral investeringssubsidies) verbeteren het resultaat en zorgen voor een stijging van het overschot met 140.800 euro in vergelijking met het boekjaar 2011. 2.1.3 De variantieanalyse van de balans van 2012 met de begrote balans 2012 Het balanstotaal is 3,9 mio euro of 6,8% hoger dan de begrote balans in 2012. 2.1.3.1 ACTIVA De afwijking van de begroting in Vaste Activa is beperkt. De begroting was 136.496 euro hoger. Er is een verschuiving van de overlopende rekeningen naar de handelsvordering omwille van de overflow boeking zie hoger en een onderschatting van de vorderingen op korte termijn. De voornaamste reden voor de afwijking met de begroting zijn echter de grotere geldbeleggingen dan in de begroting voorzien. Enerzijds omdat er een beter resultaat is dan begroot, anderzijds omdat er nog heel wat projectmiddelen te besteden zijn en omdat er een inbreng was vanuit een randvzw. 2.1.3.2 PASSIVA Aan de passiefzijde zien we enerzijds een groter eigen vermogen dan begroot. De redenen zijn het betere resultaat van het boekjaar en de inbreng van de middelen van de vzw KHO (Echo gedeelte). De aanleg van bijkomende voorzieningen werd niet begroot. De schulden op lange termijn werden correct begroot, maar de schulden op minder dan één jaar zijn hoger dan begroot. We zien een beperkte onderschatting van de loonschulden, maar voornamelijk een onderschatting van de overdracht met betrekking tot projectmiddelen. De overlopende rekeningen zijn hoger dan begroot omwille van de hogere opbrengsten aan studiegelden en de overdracht die daarop van toepassing is. 2.1.4 De variantieanalyse van de resultatenrekening 2012 met de begrote resultatenrekening 2012 In de begroting werd een tekort voorzien van 408.288 euro. In realiteit zien we dat we het 1.043.848 euro beter doen dan begroot. Jaarverslag KHLeuven 112

2.1.4.1 De Bedrijfsopbrengsten De bedrijfsopbrengsten zijn 958.975 euro of 2,38% hoger dan begroot. Het grootste gedeelte betreft de omzet die 749.378 euro hoger is dan in de begroting voorzien. De grootste verklaringen zijn: De hogere werkingsuitkeringen: de overname van HIRL was niet voorzien in het budget 2012. De studiegelden zijn 133.355 euro of 3,75% hoger dan begroot. Ook hier zien we het effect van de overname van de opleiding Sociale Readaptatie Wetenschappen van HIRL. De opbrengsten uit verkopen aan studenten zijn 294.000 euro onderschat in de begroting Dienstverlening en onderzoek op contractuele basis bedraagt 230.000 euro meer dan begroot. Zowel in dienstverlening als in contractonderwijs werd er een hogere verkoop gerealiseerd. Ook de PWO middelen bedroegen 93.000 euro meer dan begroot. De subsidies liggen in werkelijkheid 89.000 euro hoger dan geraamd in de begroting. De defiscaliseringsmiddelen werden onderschat. De andere bedrijfsopbrengsten zijn 120.000 euro hoger dan begroot. Het grootste verschil zien we in de opbrengsten uit verhuur en de recuperatie van onkosten. 2.1.4.2 De Bedrijfskosten De totale bedrijfskosten zijn 68.336 euro lager dan begroot. Het betreft een afwijking van 0,17%. De handelsgoederen liggen 87.000 euro hoger dan voorzien in de begroting. Hier tegenover staan ook opbrengsten. Het totaal van de diensten en diverse goederen is 292.000 euro lager dan gebudgetteerd. 31/12/2012 Begroting 2012 Verschil % vgl Huur 303.592 297.216 6.376 2% Onderhoud 1.042.611 1.028.829 13.782 1% Water en energie 530.877 566.171-35.294-6% ICT 591.233 602.933-11.700-2% Administratiekosten 339.635 369.396-29.760-8% Materiaal 252.600 232.335 20.266 9% Bibliotheek/Mediatheek 167.635 164.750 2.885 2% Communicatie 275.643 326.900-51.257-16% Studentenwerking 199.663 216.114-16.451-8% Personeelskosten (niet lonen) 518.868 486.383 32.484 7% terugbetaling reiskosten 241.196 209.066 32.130 15% Internationalisering 229.184 367.480-138.296-38% Extern personeel 679.697 617.531 62.166 10% Honoraria/consultancy 168.696 140.502 28.194 20% Verzekeringen 120.814 105.666 15.148 14% Uitzendpersoneel 41.024 0 41.024 Vergoeding bestuurders 7.247 7.392-145 -2% Bijdrage adviesorganen 251.793 251.500 293 0% Overige 130.496 160.168-29.672-19% Werkingskosten projecten 184.129-184.129 Opleidingsbudget DLO 50.280-50.280 Totaal 6.092.504 6.384.739-292.236-4,58% In de begroting hebben we de werkingskosten van projecten en de opleidingsbudgetten van DLO apart begroot. Het is op niveau van een opleiding of project duidelijk hoeveel werkingskosten er zijn, maar niet aan welke kostensoort deze exact worden besteed. In de reële kosten zitten deze kosten wel in de verschillende rubrieken geboekt. In totaal zijn er in 2012 214.000 euro aan werkingskosten voor projecten geboekt en voor 79.000 euro ten laste van de opleidingsbudgetten van DLO. In vergelijking met de begroting zien we dat volgende kosten lager zijn dan begroot: Jaarverslag KHLeuven 113

Communicatie: vooral binnen de Algemene Diensten is het budget voor interne communicatie niet volledig besteed. Internationalisering: vooral in Echo is het voorziene budget minder benut, ook omdat de Nibs case competition voorzien was in boekjaar 2012 maar pas effectief plaatsvond in 2013. Overige: G&T had voor 40.000 euro visitatiekosten voorzien. Deze visitaties zullen pas in 2013 plaatsvinden. We zien ook dat het werken met het interimkantoor voor de loonafhandeling van jobstudenten niet voorzien was in de begroting. De totale loonkosten overschreden de begroting met 344.427 euro of 1,1%. De statutaire loonkosten zijn 201.000 euro of 0,7% hoger dan begroot. De contractuele loonkosten zijn 136.000 euro of 5,41% hoger dan begroot. In de begroting was een indexering van de lonen voorzien van 2,34%. In realiteit stijgen de lonen met 2,7%. Dit verklaart al 100.000 euro van de stijging. De grootste verklaring zit echter in de overname van de personeelsleden van HIRL (240.000 euro) en de stijging van het aantal VTE in academiejaar 2012-2013 omwille van de stijgende studentenaantallen en de verdere uitbouw van het onderzoek. Bij de contractuele medewerkers zien we een overschrijding van het budget bij Echo omwille van het succes van de Banaba opleiding, bij SSH omwille van het succes van de opleiding SRW en omwille van de uitbouw van de projectwerking. Bij AD werden de 3 VTE extra voor het Coronaproject grotendeels ingevuld met eigen statutaire medewerkers. De afschrijvingen bedragen 119.000 euro minder dan voorzien in de begroting omdat er minder geïnvesteerd werd dan begroot. Het verschil in de Andere bedrijfskosten (+15.000 euro) wordt verklaard door de hogere roerende voorheffing. 2.1.4.3 De Financiële opbrengsten Deze opbrengsten waren in de begroting voorzichtig geschat en bedragen in realiteit 23.500 euro meer. De begroting ging uit van een lagere financiële reservepositie. De Andere Financiële opbrengsten en uitzonderlijke opbrengsten moeten samen bekeken worden. Het bedrag aan investeringssubsidies was te laag begroot. 2.1.4.4 De Financiële kosten De Kosten van schulden werden correct begroot 2.1.4.5 De Uitzonderlijke opbrengsten en kosten Uitzonderlijke opbrengsten: zie hoger voor toelichting met betrekking tot de kapitaalsubsidies. De overige uitzonderlijke opbrengsten werden niet begroot. 2.1.4.6 Besluit De begroting voorziet een negatief resultaat van 408.000 euro. Het boekjaar wordt afgesloten met een overschot van 635.000 euro. Indien de Uitzonderlijke en Financiële kosten en opbrengsten buiten beschouwing worden gelaten, bedraagt het begrote bedrijfsresultaat een tekort van 814.00 euro t.o.v. het werkelijke bedrijfstekort van 76.656 euro. We zien een combinatie van vooral hogere opbrengsten en iets lagere kosten. 2.2 Een commentaar op de ratioanalyse De berekening van de ratio s werd in bijlage bijgevoegd. 2.2.1 De liquiditeitsratio s De netto-werkingsmiddelen en de quick-ratio geven aan in welke mate onze schulden op korte termijn kunnen vereffend worden met de beperkt vlottende activa. Deze metingen tonen aan dat de hogeschool tijdens de laatste drie boekjaren een gunstige liquiditeitspositie had en dat de liquiditeit gestegen is in vergelijking met 2011. Dankzij de positieve cashflow verwerft de hogeschool bijkomende liquiditeiten. De quick ratio bedraagt voor 2012 2,10. Het rekenkundig gemiddelde voor alle hogescholen in Vlaanderen in 2010 bedroeg 2,78. Het gemiddelde voor de associatie in 2011 bedroeg 2,37. De liquiditeit van de werkingsschulden geeft een indicatie van het gemiddeld aantal dagen leverancierskrediet. Voor 2011 bedraagt het gemiddeld betalingsuitstel 69 dagen. Het leverancierskrediet is daarmee gestegen t.o.v. vorig jaar (67 dagen). Jaarverslag KHLeuven 114

2.2.2 De resultatenratio s Alle resultatenratio s zijn positief omwille van het positieve resultaat van het boekjaar. De nettomarge (bedrijfswinst/bedrijfsopbrengsten) bedraagt voor KHLeuven in 2012 0,19% en is daarmee lager dan vorig jaar (2011: 0,26%). Het rekenkundige gemiddelde voor alle hogescholen in Vlaanderen in 2010 bedroeg 0,42%. Het gemiddelde voor de associatie in 2011 bedroeg 0,29%. We zien de netto-marge van alle hogescholen dalen door enerzijds de besparingen en anderzijds de groei van het aantal studenten die het onmogelijk maakt om in de omkadering te snoeien. 2.2.3 De solvabiliteitsratio s De graad van financiële onafhankelijkheid (eigen vermogen / balanstotaal) is gelijk aan vorig jaar en bedraagt 59,32%. Hiermee wordt de norm van 50% ruim overschreden, wat als streefdoel aanzien wordt in het hoger onderwijs. Het eigen vermogen groeit dankzij het positieve resultaat. Dit is in lijn van het rekenkundige gemiddelde van alle hogescholen voor 2010: 61,60%. Het gemiddelde voor de associatie in 2011 bedroeg 55%. De algemene schuldgraad kent een kleine daling omwille van een toename van het eigen vermogen en een afname van het vreemd vermogen. De dekking van het vreemd vermogen op lange termijn door de cashflow geeft aan dat de hogeschool iets meer dan 4 jaren nodig heeft om haar schuld op lange termijn terug te betalen in de veronderstelling dat zij daarvoor haar jaarlijkse cashflow inzet en dat deze constant blijft. 2.2.4 Personeelsratio: 80/20 norm Voor de KHLeuven bedraagt deze ratio in 2012 86,04% (exclusief de vrijstelling bedrijfsvoorheffing onderzoekers= officiële ratio) en 83,92% (inclusief de vrijstelling bedrijfsvoorheffing onderzoekers). In 2011 bedroeg de 80/20-norm exclusief de vrijstelling BV onderzoekers 85,43%. De 80/20-norm in de assocatie KULeuven lag voor het boekjaar 2011 op 82,43%. KHLeuven spendeert in vergelijking met de overige hogescholen veel middelen aan personeel. In de begroting 2012 voorzagen we een officiële ratio van 86,1% en inclusief de vrijstelling bedrijfsvoorheffing 84,06%. De cijfers van boekjaar 2012 liggen in lijn van de begroting. 2.3 Een commentaar op het investerings- en financieringsbeleid van 2012 In 2012 werd er voor 1.653.811 euro geïnvesteerd. Dit is een vrij beperkt bedrag. We vinden het volgende terug: ICT investeringen: Software: 170.000 euro waaronder Verdere uitrol Sharepoint: 48.645 euro Uitrol teamsites/vergadersites voor projecten: 47.000 euro Instap in Libis: 32.000 euro Hardware: 429.000 euro: voornamelijk vervanging PC s in de verschillende departementen en 50.000 euro voor server infrastructuur en 20.000 euro voor het project virtuele desktops Investeringen met betrekking tot gebouwen en vaste uitrusting: Gebouwen: 167.000 euro waaronder: Afwerking aanpassingswerken gebouw Weerstandsplein: 47.000 euro Laatste facturen voor afwerking kroonlijsten en schrijnwerk Flos Campi: 75.000 euro Aanpassingen herendouches sporthal: 20.000 euro Vaste uitrusting: 239.000 euro waaronder: Laatste afwerkingen keukenklas DLO: 55.000 euro Electriciteitswerken voor laptopproject Echo: 11.000 euro Evacuatietrap G&T: 10.000 euro Aanpassingswerken SSH in functie van huisvesting SRW: 49.000 euro Stookolie ketel en vervanging electriciteitskast Flos Campi: 38.000 euro Fietsenstallingen G&T : 27.000 euro Aanpassingswerken labo s G&T: 41.000 euro Jaarverslag KHLeuven 115

Investeringen in meubilair: 131.000 euro in de verschillende departementen waarvan 39.000 euro voor de herinrichting van de vergaderzalen en bureelruimtes in het Gastenkwartier van de algemene diensten. Rollend materieel: Nieuw busje voor DLO: 23.260 euro Overige materiële vaste activa: 264.000 euro. Het betreft voornamelijk aanpassingen aan gebouwen niet in eigendom. Het grootste deel van de investeringen betreft de aanpassingswerken in het Gastenkwartier van Abdij van Park. Het betreft schilderwerken, nieuwe verlichting, vloerbekleding en electrictiteits- en databekabeling. Een deel van de kostprijs zal worden teruggevorderd in de vorm van een huurverlaging door de Stad Leuven al goedgekeurd. De investeringen werden gefinancierd met eigen middelen. De investeringen zijn 263.000 euro lager dan vorig jaar. Vorig jaar was er meer geïnvesteerd in gebouwen (voornamelijk de vervanging van de ramen in Flos Campi) De investeringen zijn 198.000 euro lager dan begroot: We zien voornamelijk dat de ICT investeringen lager liggen dan gebudgetteerd. Een aantal projecten hebben vertraging opgelopen of zijn ter discussie in het kader van de fusie. Ook voor meubilair is er minder uitgegeven dan begroot. 2.4 De evolutie van de thesauriepositie De cashflow van het boekjaar 2012 (zie berekening in bijlage) bedraagt 2,9 miljoen euro. Dit bedrag staat ter beschikking voor aanwending buiten de courante activiteiten. De KHLeuven heeft deze cashflow in hoofdzaak aangewend voor de financiering van investeringen en de afbetaling van leningen. De hogeschool heeft voor 342.000 euro investeringssubsidies ontvangen. De liquide middelen namen toe gedurende het boekjaar met 1.264.000 euro. Op het lijntje overige in 2012 zien we de 250.000 euro inbreng vanuit de randvzw van Echo. De KHLeuven heeft eind 2012 een stevige financiële reserve van 14,4 mio euro noodzakelijk voor toekomstige investeringen. 2.5 De financiële weerslag van belangrijke projecten en activiteiten in 2012 In 2012 vonden geen projecten of activiteiten plaats met een belangrijke financiële weerslag buiten deze hoger vermeld. Jaarverslag KHLeuven 116

3 Bijzondere gebeurtenissen na de balansdatum Er hebben zich geen bijzondere gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan. 4 Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen Niet van toepassing. 5 Conclusie Opnieuw zien we dat de desindexering van de werkingsuitkeringen een aanzienlijke financiële impact hebben op de middelen van het hoger onderwijs. De overname van de opleiding Sociale Readaptatiewetenschappen van HIRL was niet voorzien in de begroting 2012 en we zien zowel meer opbrengsten (werkingsuitkeringen en studiegelden) als loonkosten hiertegen over staan. Het succes van de opleiding leidde ook tot een aantal noodzakelijke investeringen. We zien dat de investeringen zeer beperkt zijn. De belangrijkste bedragen betreffen de afwerking van investeringen die al gepland waren in de voorbije jaren. Ook in de begroting werden de investeringsnoden onvoldoende tot uiting gebracht. Nochtans kampen zowel de departementen als de algemene diensten met belangrijke huisvestingsnoden door de stijgende studentenaantallen. We zien dat het overschot op de begroting gerealiseerd wordt door meer inkomsten. De personeelskosten stijgen aanzienlijk omwille van indexering maar ook door de uitbreiding van het aantal VTE, door de personeelsleden van HIRL, maar ook omwille van de toename van VTE voor de uitbouw van nieuwe opleidingen en van onderzoek. We verwachten een nog grotere stijging van de personeelskosten en VTE in boekjaar 2013. Boekjaar 2012 was een boekjaar waarin de KHLeuven ondanks een tekort op de begroting toch kan eindigen met een overschot van ongeveer 635.000 euro kan eindigen. We behouden een grote financiële reserve, die wel voor een gedeelte bestemd is voor toekomstige projecten en de uitbouw van en ondersteuning voor praktijkgericht onderzoek. De balanssituatie en financiële ratio s zijn gezond. De 80/20 norm wijst er wel op dat we maximaal inzetten op personeel. Jaarverslag KHLeuven 117

HOOFDSTUK 7 -Studentenservice KHLeuven 1 Organisatie Vzw Studentenservice KHLeuven biedt alle nodige logistieke ondersteuning aan de medewerkers die nodig is om kwaliteitsvol te werken. Beleidsplan 2011-2015 Hieronder volgt een beschrijving van de organisatie van de studentenvoorzieningen in de KHLeuven. 1.1 Organisatiestructuur Vzw Studentenservice KHLeuven Oprichting: 28 oktober 1994 (Belgisch Staatsblad 1 maart 1995) Nieuwe statuten: bijlagen Belgisch Staatsblad 31 maart 2008 Maatschappelijke zetel: Naamsestraat 80, 3000 Leuven Tel + 32 16 375 748 of +32 490 57 18 22 (coördinator) + 32 16 375 747 (algemeen) + 32 16 375 749 (algemeen) + 32 16 375 781 (sport) + 32 16 375 716 (catering) + 32 492 721 347 (studentencoach) Fax + 32 16 323 691 studentenservice@khleuven.be Vzw Studentenservice KHLeuven is een vereniging zonder winstoogmerk. De Algemene Vergadering is paritair samengesteld. Er zetelen 18 personen in, waarvan 9 verkozen studenten en 9 personen aangeduid door het Hogeschoolbestuur. De Algemene Vergadering vergadert tweemaal per jaar: in oktober voor de goedkeuring van de begroting van het volgend kalenderjaar en de meerjarenbegroting, en in maart-april voor de goedkeuring van de jaarrekening. De Raad van Bestuur is eveneens paritair samengesteld: er zijn 5 bestuurders aangeduid door het Hogeschoolbestuur en 5 verkozen studenten (waarvan 1 vertegenwoordiger van OKeR en 4 van OSR). Het voorzitterschap wordt waargenomen door een van de vertegenwoordigers van het Hogeschoolbestuur; een student-bestuurder is ondervoorzitter. De Raad vergadert 8 à 10 maal per jaar. In het kader van het nieuwe Stuvodecreet van 29 juni 2012 is bij het einde van 2012 een ontbindingsprocedure opgestart. Na de ontbinding van de vzw Studentenservice wordt de werking ervan verdergezet in de vzw KHLeuven. 1.2 Personeel Vzw Studentenservice heeft 4,4 VTE, verdeeld over 6 medewerkers die allen gedetacheerd zijn vanuit KHLeuven: een voltijdse coördinator (ATP) twee voltijdse medewerkers (ATP) een sportfunctionaris, voor 40% gedetacheerd vanuit de KHLeuven (OP) een studentencoach, voor 50% gedetacheerd vanuit de KHLeuven (ATP) een coördinator catering, voor 50 % gedetacheerd vanuit de KHLeuven (ATP) In 2012 is er een wijziging gebeurd in het personeelsbestand. In oktober is een nieuwe medewerker catering aangeworven, nadat de vorige had beslist de organisatie te verlaten. De coördinator is op pensioen gegaan in 2012, zij werkte 80% voor de vzw Studentenservice. De nieuwe coördinator die, ook coördinator Studentenbeleid is in de KHLeuven werkt 100% en wordt ook voor 100% gefinancierd door de Studentenservice via detachering. De vzw had na de pensionering van de coördinator geen eigen personeel meer, enkel nog via detachering. Jaarverslag KHLeuven 118

1.3 Financiële middelen Vzw Studentenservice KHLeuven werkt uitsluitend met toelagen van de overheid. De reguliere sociale toelage bedroeg voor het jaar 2012 1.455.025,79. Binnen het sportbeleidsplan werd in 2012 een bedrag van 15.367,18 uitgekeerd. 1.4 Samenwerking 1.4.1 KU Leuven Traditioneel gaat bijna een derde van de middelen van vzw Studentenservice KHLeuven naar de samenwerking met Studentenvoorzieningen van de KU Leuven. Vanaf medio 2009 loopt een nieuwe raamovereenkomst. Raamovereenkomst - JR 2012 54.793 13% 140.600 33% 82.629 19% LOKO Huisvesting Alma Sociale dienst en jobdienst 147.636 35% De engagementen van de KU Leuven omvatten: de toegang tot de sociale dienst, de jobdienst en de juridische adviesdienst voor studenten, de huisvestingsdienst en de studentenrestaurants Alma; de garantie dat de subsidies die de Raad voor Studentenvoorzieningen (KU Leuven) toekent aan LOKO enkel zullen verleend worden voor zover LOKO de volledige deelname voor studenten KHLeuven aan de studentenwerking van LOKO organiseert; beheer van het studiefinancieringspakket bestemd voor individuele financiële tussenkomsten, de elektronische verwerking en de opvolging; tijdens academiejaar 2010-2011 werd een overeenkomst bereikt over de toegang van KHLeuvenstudenten tot de gesubsidieerde residenties van de KU Leuven (als bijlage bij de raamovereenkomst). Naast de verderzetting van de licht gewijzigde afspraken over residentie Steil worden bijkomend 138 kamers bestemd voor gesubsidieerd verhuur aan KHLeuvenstudenten. Deze kamers zijn verspreid over de residenties De Vesten, Sedes, Arenberg, Wisteria en UCMS; terbeschikkingstelling van een contingent aangepaste en toegankelijke kamers uit de nietgesubsidieerde zone aan kostprijs voor studenten met een functiebeperking; verstrekken van folders en brochures. De Studentenservice draagt financieel bij voor de dienstverlening en stelt een budget ter beschikking voor de individuele studiefinanciering, garandeert de afname van het contingent kamers aan kostprijs, en zorgt voor toegang door de KU Leuven tot de personalia en andere gegevens ten behoeve van de dienstverlening. De aanrekening gebeurt op basis van verdeelsleutels. Voor de huisvestingsdienst en de Alma werd een correctie gehanteerd op de studentenaantallen omwille van het lager percentage kotstudenten Jaarverslag KHLeuven 119

bij KHLeuven dan bij KU Leuven. Voor de bijdrage voor LOKO werd een correctie ingevoerd met aftrek van de studenten in de lerarenopleiding in Diest. 1.4.2 Psychotherapie Vanaf 1 januari 2005 wordt op externe organisaties beroep gedaan (Gedragstherapeutische begeleiding van studenten GiBS; Centrum voor Psychotherapie en Relaties - C.P.R). De mondelinge overeenkomst houdt afspraken in over: de procedure voor aanmelding; de tijd tussen de aanmelding en de eerste (intake-)sessie; de prijs én de hoogte van de persoonlijke bijdrage van de studenten. Voor de studenten van de lerarenopleiding in Diest werd een samenwerkingscontract met C.G.G. Oost-Brabant afgesloten, waarin afspraken staan over de aanrekening aan vzw Studentenservice KHLeuven, over het remgeld ten laste van de student en over de wachttijden. In 2012 werden de tarieven in deze overeenkomst heronderhandeld. 1.4.3 Velo-fietsen Binnen het werkveld vervoer werd vanaf het academiejaar 2007-2008 jaarlijks een contract afgesloten met vzw Velo, waardoor de studenten van de KHLeuven een fiets kunnen huren; zij betalen zelf de waarborg en vzw Studentenservice KHLeuven betaalt de huur. Vanaf volgend academiejaar zal in de huurprijs een herstelabonnement begrepen zijn, waardoor de huurprijs zal verhogen. De meerkost van het herstelabonnement zal evenzeer door vzw Studentenservice KHLeuven worden gedragen. 1.4.4 CJP-lidmaatschap Eveneens vanaf het academiejaar 2007-2008 is er jaarlijks een overeenkomst met CJP, die inhoudt dat de studenten die dit wensen gratis een CJP-lidmaatschap kunnen krijgen. 1.4.5 Orthopedagogische Consultatiedienst Leuven Vanaf het academiejaar 2008-2009 loopt een overeenkomst van de Studentenservice met de Orthopedagogische Consultatiedienst Leuven. De OCL beoordeelt onderzoeksverslagen dyslexie én verricht diagnostiek van dyslexie en dyscalculie bij studenten van de KHLeuven. Er werden afspraken vastgelegd over de procedure van aanmelding, de timing en over de betaling van de kostprijs (de student betaalt het volledige bedrag van de diagnostiek en krijgt, op voorlegging van het betalingsbewijs, een gedeelte van dit bedrag terugbetaald door de Studentenservice). 1.4.6 Kantoren De Studentenservice huurt drie kantoren (1.42, 1.44 en 1.45) in het Van Dalecollege in het centrum van Leuven (Naamsestraat 80). Dit gebouw, beheerd door KU Leuven, huisvest ook de studentenvoorzieningen van de KU Leuven. Hiervoor werd een huurovereenkomst afgesloten met KU Leuven. Jaarverslag KHLeuven 120

2 Huisvesting 2.1 Doelstelling De Studentenservice KHLeuven bewaakt als universele voorziening de toegang van KHLeuvenstudenten tot goede studentenhuisvesting aan verantwoorde prijzen waarin enerzijds het wooncomfort en anderzijds het sociaal contact prioritair zijn. Studentenservice KHLeuven streeft naar samenwerking met verschillende partners. Studentenservice KHLeuven behoudt als selectieve voorziening het huidig aanbod aan studentenhuisvesting in eigen beheer, maar bereidt tegelijk alternatieven voor. Studentenservice KHLeuven realiseert aangepaste huisvesting als selectieve voorziening voor de doelgroep studenten met een functiebeperking. Studentenservice KHLeuven continueert en evalueert de samenwerking met de Huisvestingsdienst van de KU Leuven en realiseert op die wijze de dienstverlening van de huisvestingsdienst als universele voorziening. Beleidsplan 2011 2015 Huisvesting - JR 2012 82629,040 25% Huisvestingsdienst Residentiebeheer 242389,540 75% 2.2 Omkadering 2012 In het academiejaar 2011-2012 werd het omkaderingsproject verder gezet in Residentie De Vesten, 2 studenten werden omkaderd door 11 medestudenten. Twee studenten met een fysieke functiebeperking worden geholpen door de medestudenten bij de activiteiten van het dagelijks leven. Bij de start van het academiejaar is er een korte training door een verpleegkundige rond hef- en til technieken. Het is in het academiejaar 2011-2012 allemaal erg vlot verlopen in de omkaderingsgroep: permanentieroosters raakten snel opgevuld, studenten namen hun permanentie op, De Studentenservice KHLeuven kreeg wel de vraag naar omkadering voor studenten met ASS, deze vraag is de afgelopen jaren geregeld terug gekomen. De Studentenservice heeft echter niet de know-how of deskundigheid om hierop een positief antwoord te geven. Deze problematiek vraagt ook van de medestudenten een heel andere omkadering. 2.3 Studentenkamers in eigen beheer 2.3.1 Aanbod Sinds enkele jaren is er een nauwe samenwerking met de dienst residentiebeheer van de KU Leuven. Eerst kwam de uitbating van Studentenhuis Steil bij de KU Leuven (die eigenaar is van het gebouw) die de kamers bestemt voor KHLeuvenstudenten; vanaf september 2011 kwamen er 26 Jaarverslag KHLeuven 121

kamers in De Vesten, 22 kamers in studentenwijk Arenberg en 10 kamers in Sedes Vlamingenstraat bij, alle bestemd voor KHLeuvenstudenten. In september 2012 kwamen daar 40 kamers bij in Residentie Wisteria en 40 kamers in de Rijschoolstraat. De aanvraagprocedure, huurprijsberekening, toewijzing en administratieve afhandeling gebeurt op dezelfde manier als bij de KU Leuvenstudenten. Alle beschikbare kamers in de voor KHLeuvenstudenten voorziene gangen en residenties werden opgevuld. De huurprijs wordt berekend op basis van het gezinsinkomen, hoe lager het inkomen, hoe lager de huurprijs. Boven op de huurprijs komt een forfaitaire bijdragen van 71 en 100 poetswaarborg 2.3.2 Procedure Half maart krijgen alle studenten op een residentie een heraanvraagformulier, waarin ze dus hun kamer voor het volgende academiejaar opnieuw kunnen aanvragen. Deze aanvragen worden door Residentiebeheer verwerkt tegen de eerste week van mei. De residenties kunnen door abituriënten worden bezocht tijdens 3 bezoekdagen (zie punt 1.4.3.) die de huisvestingsdienst organiseert. De Sociale dienst berekent op de bezoekdagen of studenten in aanmerking komen voor de gesubsidieerde huurprijs en hoeveel de huurprijs zal bedragen. De studenten dienen tegen begin mei hun aanvraag in, Residentiebeheer maakt dan een rangschikking volgens de inkomensgrenzen en de te betalen huurprijzen. Te hoge inkomens vallen uiteraard uit de boot. Studenten kunnen hun voorkeur residentie doorgeven, Residentiebeheer probeert hier zo veel mogelijk aan tegemoet te komen. Ten laatste begin juni weten abituriënten of ze in het volgende academiejaar recht hebben op een gesubsidieerde residentie. 2.3.3 Huurprijs De huurprijzen worden bepaald op basis van het inkomen, enkel in Steil zijn er verschillende categorieën omdat er een groot verschil is in de kameroppervlakte. De prijzen liggen tussen 102 en 275. In Steil ligt de gemiddelde huurprijs op 176, andere residenties op 162. 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Aantal studenten per huurprijs -114 115-129 130-149 150-174 175-199 200-224 225-249 250-275 2.4 Informatie, advies en bemiddeling rond huisvesting De samenwerking met de Huisvestingsdienst binnen het kader van de raamovereenkomst liep ook in 2012 gewoon verder. 2.4.1 Registratiegegevens Huisvestingsdienst KU Leuven 2012 De Huisvestingsdienst registreerde 15 488 consultaties waarvan 5433 via mail (= 35%). Jaarverslag KHLeuven 122

Dat is een toename van 838 consultaties t.o.v. 2011. De grote toename van het aantal consultaties de laatste jaren (2009: 9845, 2010: 12986, 2011: 14650) noodzaakte een personeelsuitbreiding. Vanaf januari 2013 werd een voltijds adviseur aangeworven. Het drukst was het in september 2012 met 2206 (consultaties+mails) op 19 dagen: 116/dag, gevolgd door mei 2012 met 1664 op 19 dagen: 87,5/dag en juni met 1807 op 21 dagen: 86/dag. November 2012 blijkt de minst drukke maand geweest te zijn met 715 op 20 dagen = 35,75/dag gevolgd door december 2012: 636 op 15 dagen = 42,4/dag Van de 10 055 contacten tijdens het spreekuur en via telefoon waren er 71,3% consultaties met studenten (7169) 44% internationale studenten (4424) 27,3% Belgische studenten (2745) 28,7% met verhuurders (2886) Van de 5433 mails kwamen er : 31 % van internationale studenten (1680) 43 % van Belgische studenten (2342) 26 % van verhuurders (1411) We noteerden 780 consultaties/mails van KHLeuvenstudenten (= 7 % van het aantal studenten, een stijging van 73 consultaties t.o.v. 2011) 2.4.2 Registratiegegevens Kotwijs: 05.06.2012-05.03.2013 Er werden in deze periode 98 067 unieke bezoekers geregistreerd met een piek in juni van 24 658 bezoekers. Gemiddeld duurt één Kotwijs-bezoek 10 minuten. Uit het profiel van de bezoekers halen we dat 59% van hen uit België afkomstig is en 41% uit het buitenland (waarvan de koplopers Nederland met 10 % en V.S. met 9% zijn). 2.4.3 Bezoekdagen studentenresidenties 21/4, 28/4 en 05/5 2012 Er kwamen 3946 bezoekers langs in de auditoria Jean Monnet en Max Weber voor de infosessies over de huisvestingsmogelijkheden in residenties in Leuven. Dat waren 333 bezoekers meer dan het jaar voordien. Wonen in een residentie blijft dus populair. KHLeuvenstudenten konden een gesubsidieerde kamer aanvragen in 6 gesubsidieerde residenties van de KU Leuven. Een aanvraag voor een kamer in een niet-gesubsidieerde residentie van de KU Leuven waar men geen engagement van de bewoners verwacht, moest online gedaan worden. Die kamers werden via loting toegekend. In de residenties met engagement werden de kamers toegekend o.b.v. een motivatiebrief en/of een persoonlijk gesprek. De private residenties werken met wachtlijsten. 2.4.4 De Kamermarkt en wachtlijsten 2012 was opnieuw een moeilijk jaar om vooral internationale studenten aan goede en betaalbare huisvesting te helpen. Zowel bij de start van het tweede semester (januari/februari 2012) als in de zomer (augustus) heeft de Huisvestingsdienst voor hen een wachtlijst moeten aanleggen omdat het aanbod op die momenten zeer beperkt en erg duur was. De kamers die vrijkwamen in de universitaire residenties werden door de Huisvestingsdienst toegewezen In functie van het beschikbare budget, de nationaliteit van de student en de gevraagde huurperiode. Voor de anderen werd een oplossing gezocht in de privé. In januari 2012 noteerden we 178 internationale studenten op de wachtlijst voor het tweede semester waarvan er 109 op een universitaire residentie een kamer kregen. Op deze wachtlijst telden we 57 KHLeuvenstudenten waarvan er 45 in een residentie van Studentenvoorzieningen terecht konden en de rest in de privé. Op 13 augustus werd een wachtlijst aangelegd voor internationale studenten die op zoek waren naar huisvesting voor het eerste semester of voor een kortere periode. Daarop noteerden we 168 namen. 124 studenten konden een kamer in een residentie krijgen; 44 huurden in de privé. Op 10 september startte de Huisvestingsdienst met een wachtlijst voor 25 internationale studenten die voor een gans academiejaar onderdak zochten. 17 van hen kregen een kamer in een residentie terwijl de rest alsnog in de privé terecht kon. Op deze lijsten vinden we respectievelijk 17 en 1 KHLeuvenstudenten terug waarvan er 10 een kamer in een gesubsidieerde residentie kregen; de Huisvestingsdienst heeft voor de andere 8 huisvesting in de privésector gevonden. Jaarverslag KHLeuven 123

Het probleem van guesthousing stelde zich in september minder dan de voorbije jaren omdat er in de gesubsidieerde residentie Guido Gezelle tijdelijk (mid augustus-mid oktober) 40 gastenkamers werden verhuurd. Deze kamers waren gedurende deze ganse periode steeds volzet. De extra guesthousing bleek niet alleen nodig, maar zorgde ook voor een betere opvang van de internationale studenten. 2.4.5 Contractenstudie 2012-2013 De ingezamelde huurcontracten voor studentenkamers en studio s van de hogeschoolstudenten worden ieder jaar allemaal ingeput. Voor de contracten van de KU Leuvenstudenten worden als steekproef 500 contracten opgevraagd. Om de 5 jaar worden echter ook alle ingezamelde (en volledige) contracten van KU Leuvenstudenten ingeput. Dit academiejaar (2012-2013) was dat opnieuw het geval. Hierbij de resultaten van deze algemene contractstudie. 33% van de kotstudenten (privé + private en KU Leuven-residenties) huurde een kamer met een 10-maandencontract, 9% met een 11-maandencontract en 58% met een 12-maandencontract. Als we enkel de privémarkt bekijken (dus zonder private en KU Leuven-residenties): 21% 10-maandencontracten; 10% 11-maandencontracten; 69% 12-maandencontracten. Gebruik van modelcontracten in de privé-sector: 34%. De gemiddelde huurprijs voor een kamer in de privé-sector: - een kamer met basiscomfort die verhuurd wordt met een 10-maandencontract kost gemiddeld 301 per maand, all-in (jaarkost: 3010, d.i. een stijging van 200/jaar t.o.v. 2011-2012). Voor een kamer met extra comfort voor 10-maanden all-in, betaalt men gemiddeld 335 per maand (jaarkost: 3350, d.i. een stijging van 140/jaar t.o.v. 2011-2012). - een kamer met basiscomfort die verhuurd wordt met een 12-maandencontract kost gemiddeld 349 per maand all-in (jaarkost 4 188, d.i. een stijging van 418/jaar t.o.v. 2011-2012); met extra comfort wordt dat gemiddeld 409/maand (jaarkost 4 908; d.i. een stijging van 498/jaar t.o.v. 2011-2012) Kamers met extra comfort zijn kamers die privé-sanitair of een kookmogelijkheid op de kamer voorzien (geen studio s). Kamers zonder extra comfort zijn de gewone studentenkamers met gemeenschappelijke keukens en sanitair. De gemiddelde huurprijs van een studio: 452 per maand (jaarkost: 5424) contractduur kamers KHLeuven ctr-duur Aantal % 10 169 25% 11 84 12% 12 416 61% andere 8 1% totaal 677 100% Gebruik modelcontract k/s per departement aantal % 1 SHH 45 17% 4 DLO 65 24% 5 ECHO 44 16% 2 G&T 113 42% totaal 267 34% gemiddelde hpr KHLeuven kamers basis comfort jaarprijs hp/mnd 10 2.880 288 11 3.290 299 12 3.876 323 Jaarverslag KHLeuven 124

gemiddelde hpr KHLeuven kamers extra comfort jaarprijs hp/mnd 10 3.040 304 11 3.652 332 12 4.620 385 gemiddelde hpr KHLeuven kamers extra comfort jaarprijs hp/mnd 10 3.260 326 11 4.741 431 12 5.268 439 Jaarverslag KHLeuven 125

3 Sociale Dienstverlening 3.1 Doelstelling Studentenservice KHLeuven biedt universeel sociale dienstverlening (informatie en advies betreffende het studentenstatuut) aan. De selectieve dienstverlening (toelagen, leningen, voorschotten, ) wordt aangeboden aan de studenten van de decretaal vastgelegde doelgroepen. Studentenservice KHLeuven continueert en verbetert de samenwerking met de sociale dienst van de KU Leuven (raamovereenkomst). Studentenservice KHLeuven biedt als universele voorziening de jobdienst aan die toegankelijk is voor alle studenten van de KHLeuven. Studentenservice KHLeuven biedt ook een selectieve voorziening aan door middel van de jobprioriteit voor studenten uit de decretaal vastgelegde selectieve doelgroepen. Studentenservice biedt informatie en advies aan als universele voorziening Selectieve voorzieningen worden uitsluitend voorzien voor de buitenlandse studenten die decretaal als selectieve doelgroep bepaald worden (toelagen/leningen). Beleidsplan 2011-2015 Sociale dienstverlening - JR 2012 46203,790 25% Studiefinanciering Advisering en Jobdienst 140600,0 75% 3.2 Inleiding De zorg om de studenten goed te informeren en te adviseren over hun sociaal statuut én om hen financieel te steunen, ligt vervat in het decretale werkveld sociale dienstverlening met inbegrip van studiefinanciering en juridische advisering. Via universele dienstverlening én via selectieve individuele financiële tussenkomsten wordt een bijdrage geleverd aan het gelijke kansenbeleid. De financiële tussenkomsten kunnen gericht worden op welbepaalde doelgroepen die beantwoorden aan voorop gestelde criteria, én/of op individuele interventies, waarover discretionair geoordeeld wordt. Onderstaand bestedingsprofiel omvat onder RO soc + jobdienst de bijdrage binnen de raamovereenkomst met de KU Leuven voor het geheel van de dienstverlening door de Sociale dienst, de Juridische adviesdienst voor studenten én de Jobdienst. 3.3 Inschrijvingen bij de jobdienst Elke student die gebruik wenst te maken van de Databank Studentenjobs, dient zich in te schrijven op de Jobdienst. Deze inschrijving is gekoppeld aan het hoofdstatuut van de betrokkene in een academiejaar en moet jaarlijks hernieuwd worden. In 2011-12 schreven 704 hogeschoolstudenten zich in op de Jobdienst. In vergelijking met 2010-11 is dit een daling van 23,56 %. Jaarverslag KHLeuven 126

Ter vergelijking: in 2011-12 werden er 6 855 KU Leuven-studenten (- 17%) ingeschreven. 2010-2011 2011-2012 M V Totaal M V Totaal ECHO 52 84 136 62 102 164 20,59 G&T 97 100 197 83 85 168-14,72 DLO Diest 3 9 12 1 9 10-16,67 DLO Heverlee 32 75 107 35 46 81-24,30 SSH 33 91 124 28 82 110-11,29 KHLeuven 217 359 576 209 324 533-7,47 Tabel 1: Aantal inschrijvingen Verschil in % 1000 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0 2007-08 2008-09 2009-10 2010-11 2011-12 KHLeuven Groep T Lemmensinstituut Totaal 3.4 De internationale student De totale groep internationale studenten van de hogescholen (56) daalde met 17%. Hiermee is 8 % van de totale groep ingeschreven hogeschoolstudenten bij de jobdienst een internationale student. 2010-2011 2011-2012 KHLeuven 29 27 Groep T 33 24 Lemmensinstituut 6 5 Totaal 68 56 Tabel 2: Internationale studenten per hogeschool 3.5 De prioriteitstudent In samenwerking met de Sociale dienst bouwde de Jobdienst een prioritaire werking uit voor studenten waarvoor studentenarbeid een noodzaak is om de studies te kunnen aanvatten of verderzetten. Deze sociale prioriteit is deel van het bijkomende studiefinancieringsaanbod in beheer van de Sociale dienst. Studenten die deze tussenkomst krijgen worden uitgenodigd voor een intakegesprek waarbij gekeken wordt naar de tewerkstellingsmogelijkheden en wensen van de betrokken student. Deze groep ontvangt gerichte mailings en krijgt regelmatig een dag voorsprong om te solliciteren voor het jobaanbod publiek wordt gemaakt. Enkel KHLeuven doet beroep op de Sociale Dienst voor het beheer van haar eigen budget bijkomende studiefinanciering. Dit jaar werd aan geen enkele hogeschoolstudent jobprioriteit toegekend. Jaarverslag KHLeuven 127

3.6 De hogeschoolstudent aan het werk binnen de KU Leuven De KU Leuven bood 1.255 individuele studenten één of meerdere studentenjobs aan. Deze jobs staan zonder beperking ook open voor de hogeschoolstudenten uit de raamakkoorden. Een student ingeschreven in de Databank Studentenjobs (zie infra) kan het beschikbare aanbod zo dikwijls raadplegen als hij wenst. Is het persoonlijke profiel van de student ingevuld, dan kunnen ook de KU Leuvendiensten via eigen matchings in contact komen met een geschikte (hogeschool) kandidaat. 2010-2011 2011-2012 M V Totaal M V Totaal ECHO 6 3 9 6 10 16 G&T 17 10 27 12 18 30 DLO Diest 0 1 1 0 0 0 DLO Heverlee 5 7 12 4 8 12 SSH 2 10 12 5 4 9 KHLeuven 30 31 61 27 40 67 Tabel 3: Jobstudent aan de KU Leuven Hogeschoolstudenten presteerden 5 % van de totale jobstudentenarbeid aan de KU Leuven. De KHLeuvenstudenten presteerden ruim 79 % van de arbeidsuren van de hogeschoolstudenten. 3.7 E-jobdienst, informatie en advies 3.7.1 Databank Studentenjobs De online jobdatabank met studentenjobs (http://www.kuleuven.be/studentenjobs) werd 4.102 keer bezocht door hogeschoolstudenten. In vergelijking met 2010-11 is dit een daling van 11 %. Tijdens 1 E-bezoek kan een student informatie raadplegen van alle beschikbare jobs. Zij kregen hierdoor toegang tot 1.206 jobs, waarvoor er minstens 3 3.623 studenten werden gezocht. Gemiddeld werd de databank 6 keer geraadpleegd per geregistreerde hogeschoolstudent. De studenten maken gretig gebruik van het online inschrijvingsformulier. Gezien dit op elk moment van de dag van thuis of op kot kan ingevuld worden, werkt dit zeer laagdrempelig. Voor de studenten van de KHLeuven en het Lemmensinstituut checkt de Jobdienst voor elke student of deze is ingeschreven voor meer dan 27 studiepunten alvorens de student definitief in te schrijven. Binnen de Associatie KU Leuven wordt gestreefd naar één databank waarin alle studenten van de associatie zijn opgenomen. 3.8 Website De Databank Studentenjobs is niet de enige dienstverlening van de Jobdienst. Via het web wordt zeer uitgebreide informatie m.b.t. het thema studentenarbeid aangeboden. Deze pagina s maken inherent deel uit van de adviesverlening van de Jobdienst aan studenten (zie infra). www.kuleuven.be/jobstudent. 3.9 Advies en spreekuur Vele adviesvragen zijn anoniem en gebeuren steeds meer via e-mail en telefoon. Elke werkdag is er vrij spreekuur tussen 14 en 17 uur. Alle (hogeschool)studenten met vragen kunnen op dat moment zonder afspraak op de Jobdienst terecht. Buiten deze uren kan een student na afspraak terecht voor informatie of probleembemiddeling. Het blijft zeer moeilijk om alle contacten met en voor de (hogeschool)studenten in kaart te brengen. Naast de student stellen ook ouders of de eigen instelling informatieve vragen, hierbij neemt de vraagstelling via e-mail een steeds belangrijkere plaats in. Er werden in totaal 2.432 adviesvragen gesteld. Voor 160 contacten werd duidelijk aangegeven dat het een hogeschoolstudent betrof. Voor de hogeschoolstudenten verliepen de meeste contacten (73 %) via e-mail, gevolgd door 13 % face-to-face contacten en 14 % telefonische. 3 Voor 49 van de 1.206 jobs werd een onbeperkt aantal studenten gezocht. Jaarverslag KHLeuven 128

De meeste vragen betroffen de jobdatabank (meestal zijn dit vragen over aangeboden jobs) en vragen over jobadministratie (studenten die een contract hebben aan de KU Leuven) 13% over sociale en fiscale aspecten (belastingen, RSZ, en kinderbijslag) en 8% vragen over hun statuut. 3.10 Visie Sociale dienstverlening De visie van de Studentenservice is de volgende: Individuele financiële steun is mogelijk onder de vorm van toelagen (niet terug te betalen door de student), leningen (terug te betalen 2 jaar na het verlaten van KHLeuven), leningen korte termijn (terug te betalen binnen het lopende academiejaar) en voorschotten op de studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap (deze worden door de Afdeling Studietoelagen in mindering gebracht op de toelage voor de student, en rechtstreeks aan de stuvo terugbetaald); De RvB besliste om vanaf het academiejaar 2010-2011 ook toelagen toe te kennen aan studenten die een 2 e bachelordiploma of een banaba volgen; Samenhang met de jobbereidheid wordt steeds onderzocht, rekening houdend met de studievereisten, het studieverloop, de sociale omstandigheden én de stagevereisten; Onderzoek toont aan dat de studietoelagen Vlaamse Gemeenschap de studiekosten niet volledig dekken. Bovendien varieert de feitelijke studiekost van jaar tot jaar en van opleiding tot opleiding; in de mate van het mogelijke worden deze verschillen meegenomen in de besluitvorming; Studentenservice KHLeuven houdt uitdrukkelijk rekening met de reële financiële situatie van de student, en niet alleen met de fiscaal vastgestelde gegevens. Zo zijn bijvoorbeeld faillissement, schuldbemiddeling, schuldbeheer, eenmalige uitkeringen bij sluiting van bedrijven, uitzonderlijke medische kosten, het ontbreken van (uitbetaling van) alimentatie,... uiterst relevant in de bepaling van de financiële mogelijkheden voor de student; De student wordt geresponsabiliseerd, in die zin dat hij aangesproken wordt op zijn eigen capaciteit om zijn studiebudget te beheersen en mogelijk gunstig te beïnvloeden, maar uiteraard wordt daarbij tevens de studievoortgang in aanmerking genomen. 3.11 Consultaties bij de Sociale dienst 3.11.1 Aantal consultaties In het AJ 2011-2012 waren er 1376 consultaties door studenten van de KHLeuven bij de Sociale dienst. Dit bedraagt 15,42% van het totaal aantal consultaties op de Sociale Dienst (8920). Ter vergelijking: vorig academiejaar waren er 1306 consultaties. zie de volgende grafiek: 1600 1400 1200 1000 800 600 400 200 0 Totaal aantal consultaties 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011 2011-2012 Het aantal consultaties is gestegen ten opzichte van vorig jaar. Dit komt vooral door een verbeterde registratie van de consultaties die via mail gebeurden. Deze consultaties werden voorheen niet zo goed geregistreerd. Jaarverslag KHLeuven 129

Astitel Astitel 3.11.1.1 Aanmelding Meestal nam de student zelf contact op met de Sociale dienst: dit gebeurde in 952 gevallen. In 347 gevallen gebeurde de consultatie door de ouder(s) van een student, in 19 gevallen door een relatie, in 23 gevallen door een dienst van de KHLeuven of door de Studentenservice KHLeuven en in 11 gevallen door een andere dienst. 090% 080% 070% 060% 050% 040% 030% 020% 010% 000% Wie nam contact op met de sociale dienst? Student Ouders Relatie KHL-dienst Andere dienst Niet gereg. 2007-2008 070% 026% 001% 004% 000% 000% 2008-2009 077% 019% 001% 003% 001% 000% 2009-2010 067% 028% 002% 002% 001% 000% 2010-2011 072% 023% 001% 002% 002% 000% 2011-2012 069% 025% 001% 002% 001% 002% 3.11.2 Wijze van consultatie In 697 gevallen ging het om een persoonlijk contact met de dienst. 312 consultaties gebeurden telefonisch en in 361 gevallen was er een contact per mail. Per brief of fax werd de dienst 6 keer geraadpleegd. 080% 070% 060% 050% 040% 030% 020% 010% 000% Wijze van aanmelding Gesprek Telefoon Mail Brief/Fax 2007-2008 065% 023% 009% 003% 2008-2009 070% 022% 008% 000% 2009-2010 061% 028% 010% 000% 2010-2011 049% 018% 033% 000% 2011-2012 051% 023% 026% 000% Jaarverslag KHLeuven 130

Astitel 3.11.3 Inhoud van de vragen De meeste studenten vragen (27,70%) naar informatie over de studiefinancieringsmogelijkheden in het algemeen en over het stelsel van studietoelagen van de Vlaamse Gemeenschap (de studiebeurzen). 23,20% vraagt informatie over het studiegeld en 26,41% vraagt financiële hulp. 0,98% stelt vragen over het statuut van de student en de overige vragen (13,38%) hadden betrekking op zeer uiteenlopende thema s: OCMW, huisvesting, studentenbudget, conflicten thuis, psychosociale problemen, kinderbijslag, werkloosheid 040% 035% 030% 025% Inhoud van de vragen 020% 015% 010% 005% 000% Info. Studiegeld Fin. Soc. Stat. Andere 2007-2008 037% 029% 018% 003% 012% 2008-2009 032% 022% 026% 002% 019% 2009-2010 031% 026% 024% 001% 017% 2010-2011 032% 025% 028% 001% 014% 2011-2012 028% 023% 026% 001% 013% 3.11.4 Attesten verminderd studiegeld Voor 333 KHLeuvenstudenten werd een dossier studiegeld aangelegd en een attest voor de onderwijsinstelling opgemaakt. 3.12 Individuele studiefinanciering 3.12.1 Sociale insteek Voor een goed begrip van onderstaande tekst is het van belang aan te geven dat de individuele studiefinanciering binnen de basisfilosofie van Studentenservice KHLeuven moet gezien worden, wat meebrengt dat ook bij de opvolging van de dossiers een sociale opstelling gehanteerd wordt. Uiteraard is het de bedoeling dat leningen worden terugbetaald, maar in vergelijking met (of in tegenstelling tot) commerciële instellingen worden wellicht meer kansen aan de (ex-)studenten geboden om de terugbetalingsverplichting na te komen. Mits er afdoende redenen zijn voor het niet kunnen terugbetalen of het niet tijdig terugbetalen kan er een uitstel of een spreiding van betaling worden verleend. Dit is zelfs mogelijk na het versturen van een aanmaning door de Juridische dienst. Er is m.a.w. een grote marge van interpretatie. 3.12.2 Schuldenlast De totale schuldenlast van de studenten wordt bewaakt (voor zover dit mogelijk is; de gegevens van de studieperiode aan de KU Leuven en aan KHLeuven kunnen alvast globaal bepaald worden). Soms blijken oud-studenten de toegekende lening niet te kunnen terugbetalen in de contractueel bepaalde periode omdat ze weliswaar afgestudeerd aan KHLeuven inmiddels student zijn in een ander bachelor- of een masterprogramma. Het Comité Studiefinanciering kan de oorspronkelijke voorziene terugbetalingdatum uitstellen naar twee jaar na het behalen van het bijkomend diploma. Jaarverslag KHLeuven 131

Wanneer een student zonder bewijs van bijzondere sociale omstandigheden de toegekende lening niet tijdig terugbetaalt, wordt hij eerst aangemaand door de Sociale Dienst, waarna eventueel tot dagvaarding wordt overgegaan. 3.12.3 Dubieuze debiteuren Op het einde van ieder boekjaar moet een lijst worden opgemaakt van dubieuze debiteuren, nl. de (ex-)studenten van wie we niet zeker weten of ze een verschuldigde betaling ook daadwerkelijk zullen doen. Vraag is wie als dubieuze debiteur dient te worden beschouwd en welke waarderingsregels hiervoor worden gebruikt. Als definitie wordt het volgende voorgesteld: dossiers waarin er een aangetekende brief door de Juridische dienst is verstuurd (waardoor het volledige openstaande saldo opvorderbaar wordt), de dossiers die voor verder opvolging naar een advocaat zijn verstuurd en de dossiers waarvan we het spoor van de schuldenaar kwijt zijn (onvindbare schuldenaren). 3.12.4 Masters Inform niet verbonden met boekhouding van de Studentenservice noch met Epsa Masters Inform is het informaticapakket waarin de Sociale dienst (KU Leuven) de persoons-, financiële, inkomens- en sociale gegevens van de studenten die een aanvraag tot individuele tussenkomst doen, opneemt en boekhoudkundig en naar opvolging toe verwerkt. Enerzijds dienen alle boekhoudkundige gegevens uit Masters Inform manueel ingevoerd te worden in de boekhouding van Studentenservice KHLeuven, wat tevens manueel dient gecontroleerd te worden. Anderzijds dienen alle student- en inschrijfgegevens uit Epsa (Studentenadministratie KHLeuven) die relevant (kunnen) zijn voor de opvolging van de studiefinanciering manueel opgevraagd en ingevoerd te worden in Masters Inform. Zowel Studentenservice als de Sociale dienst hopen dat met de komst van SAP binnen de KHLeuven een deel van de problematiek al kan opgelost worden. Hierbij zal het zeker zaak zijn om de verschillende partners rond de tafel te brengen om te kijken in welke mate de Sociale dienst toegang zou kunnen hebben tot de studentengegevens van de KHLeuven. 3.12.5 Procedure De procedure voor het aanvragen van een financiële tussenkomst inclusief de beroepsprocedure en de verschillende soorten financiële tussenkomsten staan beschreven op de website en het aanvraagformulier kan van daar gedownload worden. Jaarlijks wordt ook een brochure opgesteld. Er is géén uiterste indieningdatum voorzien voor een aanvraag tot het bekomen van individuele studiefinanciering: tijdens het academiejaar kan de student op ieder moment een aanvraag indienen. De student bezorgt het aanvraagformulier aan een adviseur van de Sociale dienst. Dit kan ook met de post gebeuren. De adviseur kijkt na of het aanvraagformulier volledig is ingevuld, of de vraag van de student voldoende is gemotiveerd en of alle gevraagde documenten bijgevoegd zijn. Alle gegevens van het dossier worden ingevoerd in Masters Inform. Voor de aanvragen vullen de studenten een aanvraagformulier in waarin de persoonsgegevens en de familiale context precies dient vermeld te worden. Daarnaast moet ook de studievoortgang aangegeven worden én dient de studentaanvrager te preciseren wat hij vraagt (soort tussenkomst, nl. een toelage en/of een lening) en om welk bedrag het gaat. Bovendien wordt gevraagd naar de reden of motivatie van de aanvraag (bijv. compensatie van een gemiste studiebeurs, aanvulling bij een studiebeurs, conflict thuis, extra studiekosten, enz.). Ook dit aanvraagformulier is rechtstreeks te downloaden, maar kan ook verstrekt worden bij informatiedagen, opendeurdagen, inschrijving, enz. In overleg met de student wordt het dossier verder gestoffeerd met onderzoek naar en attestering allerhande (sociaal statuut van de ouders, inkomen van de ouders, kinderbijslag, belastingvermindering, gerechtelijke uitspraken betreffende echtscheiding, onderhoudsgeld, werkloosheid, ziekteverzekering, invaliditeit, schuldbemiddeling en beheer, enz...) en wordt eventueel tussengekomen bij externe instanties (bemiddeling ingeval van onderhoudsgeldproblemen tussenkomst bij OCMW-procedures inzake leefloon enz. ). Tenslotte legt de adviseur van de Sociale dienst die het dossier behandelt een voorstel voor ter beslissing. Jaarverslag KHLeuven 132

De beslissing wordt genomen door het Comité Studiefinanciering (CSF), waarin minstens 2 adviseurs van de Sociale Dienst én de coördinator of een medewerker van Studentenservice KHLeuven zetelen. De uitvoering van de beslissing wordt door de samenwerkingsovereenkomst tussen Studentenservice KHLeuven en de KU Leuven eveneens aan de Sociale Dienst opgedragen. De beslissingen worden in Masters Inform ingevoerd met de nodige motivering. Vervolgens worden ze schriftelijk meegedeeld aan de student. Indien een financiële tussenkomst wordt toegekend, worden de contracten samen met de beslissingsbrief ter ondertekening aan de student bezorgd. Binnen de 14 dagen na ontvangst van de beslissing kan de student een schriftelijk en gemotiveerd beroep indienen bij de voorzitter van Studentenservice KHLeuven. Het beroepscomité, bestaande uit de voorzitter en de ondervoorzitter van Studentenservice KHLeuven, én één bestuurder van Studentenservice KHLeuven uit de fractie hogeschool neemt een eindbeslissing. 3.12.6 Nieuwe criteria In maart 2010 nam de Studentenservice deel aan de beleidsdag van de Sociale Dienst van de KU Leuven. Naar aanleiding van deze beleidsdag werd beslist om de huidige criteria studiefinanciering van de Sociale Dienst op te lijsten en onder de loep te nemen. In oktober 2010 richtte de Sociale Dienst een werkgroep op met als doel het herbekijken van de criteria en een draaiboek voor studiefinanciering op te stellen. Een medewerker van de Studentenservice is lid van deze werkgroep. Naar aanleiding van de resultaten hiervan zal ook de Studentenservice in 2012 de criteria voor studiefinanciering aan de KHLeuven herbekijken. De nieuwe criteria zullen gebruikt worden vanaf het academiejaar 2012-2013. 3.12.7 Soorten contracten Er zijn 4 mogelijke tussenkomsten: een toelage, een gewone lening, een lening korte termijn en een voorschot op de Studietoelage Vlaamse Gemeenschap. Voor elk wordt een geëigend contract opgemaakt. Leningen lange termijn moeten terugbetaald worden (zij het in schijven) vanaf 2 jaar na het afstuderen of stopzetten van de studie waarvoor de lening is aangegaan. Bij deze leningen wordt een administratiekost van 7% op het volledig ontleend bedrag aangerekend, die in principe samen met de eerste schijf dient terugbetaald te worden. Leningen korte termijn en voorschotten dienen terugbetaald te worden binnen het academiejaar. 3.13 Tussenkomsten Het Comité Studiefinanciering kende 132 tussenkomsten toe voor een totaal bedrag van 65.344. Sommige studenten kregen meer dan één tussenkomst (bijvoorbeeld een toelage én een lening): 109 toelagen (104 studenten) voor een totaal bedrag van 47.719 20 leningen (18 studenten) voor een totaal bedrag van 15.804 3 leningen korte termijn (3 studenten) voor een bedrag van 1.820 Daarnaast werden aan 120 studenten 135 voorschotten toegekend op de studietoelage van de Vlaamse Gemeenschap. In totaal ging het om een bedrag van 115.120. 14 studenten kregen meerdere voorschotten omdat de uitbetaling van hun studietoelage zo lang op zich liet wachten. 3.14 Bemiddelingen bij afdeling Studietoelagen Voor 31 studenten van de KHLeuven werd bemiddeld bij de afdeling Studietoelagen van de Vlaamse Gemeenschap. Jaarverslag KHLeuven 133

3.15 Grafieken toelagen 120 100 80 60 40 20 0 60.000 Individuele studiefinanciering TOELAGEN Aantal contracten 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011 2011-2012 Individuele studiefinanciering TOELAGEN Evolutie totaal bedrag 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 0 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011 2011-2012 700 600 500 400 300 200 100 0 Individuele studiefinanciering TOELAGEN Evolutie gemiddeld bedrag/student 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011 2011-2012 Jaarverslag KHLeuven 134

3.16 Grafieken leningen 25 Individuele studiefinanciering LENINGEN Aantal contracten 20 15 10 5 0 25.000 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011 2011-2012 Individuele studiefinanciering LENINGEN Evolutie totaal bedrag 20.000 15.000 10.000 5.000 0 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011 2011-2012 Jaarverslag KHLeuven 135

1200 Individuele studiefinanciering LENINGEN Evolutie gemiddeld bedrag / student 1000 800 600 400 200 0 25.000 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011 2011-2012 Individuele studiefinanciering LENINGEN Evolutie totaal bedrag 20.000 15.000 10.000 5.000 0 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011 2011-2012 Jaarverslag KHLeuven 136

6 Individuele studiefinanciering KT LENINGEN Aantal contracten 5 4 3 2 1 0 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0 700 600 500 400 300 200 100 0 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011 2011-2012 Individuele studiefinanciering KT LENINGEN Evolutie totaal bedrag 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011 2011-2012 Individuele studiefinanciering KT LENINGEN Evolutie gemiddeld bedrag / student 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011 2011-2012 Jaarverslag KHLeuven 137

3.17 Grafieken voorschotten 160 140 120 100 80 60 40 20 0 140.000 120.000 100.000 80.000 60.000 40.000 20.000 0 1.050 Individuele studiefinanciering VOORSCHOTTEN Evolutie aantal contracten 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011 2011-2012 Individuele studiefinanciering VOORSCHOTTEN Evolutie totaal bedrag 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011 2011-2012 Individuele studiefinanciering VOORSCHOTTEN Evolutie gemiddeld bedrag / student 1.000 950 900 850 800 750 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011 2011-2012 Jaarverslag KHLeuven 138

3.18 Informatie voor afstuderenden Er werd tevens een infosessie gegeven voor laatstejaarsstudenten over het sociaal statuut bij verder studeren en de mogelijkheden om te studeren als werkstudent, op infomomenten georganiseerd door G&T en DLO Heverlee. 3.19 Nieuwe inschrijfprocedure 2013-2014 Er was een eerste verkennend gesprek over de aanwezigheid van adviseurs van de Sociale Dienst tijdens de nieuwe inschrijvingsprocedure vanaf 2013-2014. 3.20 Financiële beoordelingen Meer en meer komt ook naar voren dat de sociale dienst louter een financiële beoordeling dient te maken omtrent de vermogendheid van de student of zijn/haar ouders. Bijvoorbeeld bij de ranking voor Erasmusbeurzen dient de Sociale dienst enkel en alleen een onderzoek te doen naar de vermogendheid. Hetzelfde soort onderzoek moet ook gebeuren wanneer een student meer dan 12 sessies psychotherapie wil volgen. Dit kan enkel en alleen wanneer de student beweert financieel onvermogend te zijn of wanneer de ouders het niet mogen weten. Dit soort onderzoek, dat louter een financiële beoordeling vraagt van de Sociale dienst, komt dan ook vaker dan vroeger voor. 3.21 Juridische adviesdienst voor studenten Deze dienst is een gespecialiseerde tweedelijnsdienst waar studenten terecht kunnen; hetzij na afspraak, hetzij na doorverwijzing door de sociale dienst, de huisvestingsdienst of de jobdienst (de eerstelijnsdiensten ). 3.21.1 Consultaties In het academiejaar 2011-2012 registreerde de Juridische adviesdienst 86 registraties m.b.t. studenten van de KHLeuven. Dit is een lichte daling in vergelijking met vorig jaar (110 consultaties). In 38 gevallen ging de vraag uit van de student zelf; in 23 gevallen consulteerden de ouders de dienst. In 13 gevallen ging het om een raadpleging door de Studentenservice of een studentendienst van de KHLeuven; in 12 gevallen ging het om een raadpleging door een andere dienst binnen studentenvoorzieningen (eerstelijnsdiensten). 58 consultaties hadden betrekking op vrouwelijke studenten, 27 op mannelijke studenten. In 1 geval werd het geslacht niet geregistreerd. De grote meerderheid van de consultaties had betrekking op een Belgische student (82). Er waren 2 registraties van een consultatie m.b.t. een niet-europeaan en 1 registratie betrof een Europese student. In 1 geval werd de nationaliteit niet geregistreerd. Bij de consultaties werden er 119 vragen gesteld. De vragen hadden betrekking op onder meer het sociaal statuut van de student (22), het studiegeld en de inschrijving (12), studiefinanciering (11), toegang tot sociale voorzieningen (7), de onderhoudsplicht van de ouders (6) en het statuut van de schoolverlater (4). 3.21.2 Overleg met KHLeuven Vanaf academiejaar 2008-2009 is gestart met een overleg tussen de juridische adviseur studenten enerzijds en de studentendiensten en de studentenadministratie van de KHLeuven anderzijds. Dit overleg vindt tweemaal per academiejaar plaats en wil de informatie-uitwisseling op het vlak van het sociaaljuridische statuut van de student en van het beleid betreffende inschrijvingen en studiegeld bevorderen. Jaarverslag KHLeuven 139

4 Cultuur & Sport & Studentenwerking Studentenwerking - JR 2012 25812,330 18% 18846,10 13% 16274,040 11% 24020,0 16% 54793,040 37% 6232,940 4% 1965,910 1% LOKO CJP-kaarten Culturele activiteiten Sportkaarten Sportactiviteiten Detachering sport Detachering Studentencoach 4.1 CJP-lidmaatschap In 2012 werd aan studenten van de KHLeuven opnieuw het gratis CJP-lidmaatschap aangeboden. In totaal vroegen 1289 KHLeuvenstudenten een kaart aan. Dat is opnieuw een stijging tegenover 2011. Het CJP-lidmaatschap is niet enkel een kortingskaart, die korting geeft in heel Europa. CJP informeert -26 jarigen over het cultuuraanbod in Vlaanderen via de website en gerichte e-zines zoals onder andere een specifiek e-zine voor Leuven. CJP heeft ook geregeld Superdeals met culturele en commerciële partners. CJP is al jaren aanwezig op de Studentenwelkom en organiseert geregeld fijne wedstrijden. In februari 2012 organiseerde CJP een ontbijtactie in het departement G&T en in oktober een spelrad-actie in het departement SSH. 4.2 Cultuurkaart KU Leuven Sinds september 2010 kunnen de KHLeuvenstudenten bij inschrijving voor 15 een cultuurkaart KU Leuven aankopen waarmee ze in de Leuvense cultuurhuizen kortingen ontvangen en kunnen deelnemen aan wedstrijden. In 2012 kochten 336 studenten een cultuurkaart KU Leuven, dat is ongeveer een status-quo ten opzichte van 2011. 4.3 Overleg Leuven Sinds september 2010 is er onder impuls van de KU Leuven een cultuurplatform opgestart met alle Leuvense cultuurhuizen en de hoger onderwijsinstellingen. Studentenservice medewerker Bart Sahuc vertegenwoordigde in dit orgaan zowel de Studentenservice als de hogeschool. Sinds september 2012 is er binnen de dienst communicatie van de KHLeuven een medewerker die zich meer zal bezig houden met cultuur in de KHLeuven. Op vraag van de Studentenservice zal hij vanaf nu de KHLeuven vertegenwoordigen in het cultuurplatform. De taken en de doelstellingen in dit platform overstegen immers de doelstellingen van de Studentenservice inzake cultuur. Binnen de KU Leuven bestaat al jaren de cultuurcommissie waarin alle medewerkers die rond cultuur en kunst werken, samen overleggen. Sinds september 2010 zijn ook de KHLeuven en het Lemmensinstituut lid van deze vergadering. Jaarverslag KHLeuven 140

4.4 Evaluatie studentensport werking academiejaar 2012-2013 4.4.1 Organisatie sportieve evenementen (WSF) Activiteiten Bijgevoegd de aantallen (inclusief overzicht voorbije academiejaren) Naar analogie van vorig jaar werden sporten gezocht die enerzijds de studenten kunnen aanspreken en anderzijds op een relatief goedkope manier kunnen georganiseerd worden. In die optiek werd oa. gekozen voor breakdance i.p.v. acrobatie. Het financieel plaatje werd ruimschoots binnen de perken gehouden, wetende dat 50% van de kosten door Loko Sport KU Leuven gedragen worden. Jaarverslag KHLeuven 141

Financieel overzicht (inclusief overzicht voorbije academiejaren) Noot: traditiegetrouw ontbreken op dit ogenblik van het academiejaar nog enkele projectmappen, wegens nog in handen van collega s. Opmerkingen De formule is voor het 5 de jaar op rij ongewijzigd gebleven. Praktische organisatie in handen van studenten 2BR KHLeuven. Financieel samenwerkingsverband met LOKO Sport KU Leuven (50/50). Dit academiejaar was er extra aandacht om deelnemers te hebben uit de verschillende departementen van de KHLeuven. Dit is slechts gedeeltelijk Jaarverslag KHLeuven 142

gelukt. Er zijn inderdaad meer deelnemers van Echo en vooral G&T komen opdagen. Eigenaardig genoeg is er wel een sterke stijging merkbaar van derden. Dit zijn zowel studenten Groep T, personeelsleden van de associatie als effectief derden. Zij hebben de weg blijkbaar meer gevonden. Naar effectieve derden toe zal strenger toegezien worden daar zij niet verzekerd zijn. Het mentaliteitsprobleem of maatschappelijke probleem van inschrijven en niet komen opdagen is een stevige ziekte waar we geen pasklaar antwoord voor vinden. 4.4.2 Andere sportieve activiteiten Diest Waar we vorig jaar blij waren dat de studenten te Diest de weg gevonden hadden naar het sportaanbod, zijn we nu iets minder gelukkig. Een plotse toeloop van studenten KU Leuven die ongevraagd en voor ons ongewild hun thuis sportbeoefening op kosten van de KHLeuven realiseerden is een halt toegeroepen. Naar volgend jaar wordt opnieuw bekeken hoe we studenten lichamelijke opvoeding met keuzetraject Management kunnen inschakelen voor het optimaliseren van het aanbod te Diest. Heverlee Bijgevoegd de aantallen (inclusief overzicht voorbije academiejaren). 4.4.3 Aankopen Opmerkingen o o Globaal bekeken is er een mooi aanbod dat met beperkte middelen wordt gerealiseerd. Naar absolute aantallen kijkend, is er een sterke daling te wijten aan zumba en spinning. Vooral Zumba, daling van 700 deelnemers, is over zijn hoogtepunt heen. Het niveau van de lesgevers blijft veel bepalend. Na de aankoop van spinning fietsen in 2011 werden geen spectaculaire aankopen gedaan in 2012. Om het aanbod van o.a. fitswung te optimaliseren werd een pakket van specifieke kleine materialen aangekocht t.w.v. 2824 euro. 4.4.4 Vernieuwde website De website heeft zijn nut bewezen. Verdere progressie is steeds welkom. Ons toekomstbeeld blijft het verkrijgen van een geïntegreerd systeem (automatisering van boeking tot betaling). Jaarverslag KHLeuven 143