Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33 Uw brief SOZA-03-007 Onderwerp Uitvoering convenant gesubsidieerde arbeid Ons kenmerk ABG/GA/03/15593 Datum 24 april 2003 Met uw brief van 18 februari jl. heeft u mij verzocht om u te informeren over de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van het convenant gesubsidieerde arbeid. Met deze brief informeer ik over de ontwikkelingen tot medio april. In de afgelopen periode is het volgende gerealiseerd: Via een subsidie aan de VNG is een ondersteuningsproject in uitvoering ten behoeve van gemeenten, gericht op het uitvoeren van de gemaakte afspraken over doorstroom uit gesubsidieerde arbeid; De in het Convenant Gesubsidieerde Arbeid 2003 overeengekomen aanvullingen om gemeentelijke knelpunten bij de WIW op te lossen zijn toegekend; De Tijdelijke stimuleringsregeling regulier maken 10.000 ID-banen is gepubliceerd (21 februari 2003) en per 1 maart jl. in werking getreden. Een loket is opengesteld voor de behandeling van aanvragen voor de stimuleringsregeling; Gemeenten, werkgevers en ID-werknemers zijn uitgebreid geïnformeerd over de stimuleringsregeling door middel van voorlichtingsbijeenkomsten en informatiepakketten met foldermateriaal; In de sectoren Zorg, Onderwijs en, op korte termijn, Kinderopvang zijn aanvullende sectorconvenanten tot stand gekomen waarin nadere afspraken gemaakt zijn over het bevorderen van uitstroom uit gesubsidieerde arbeid naar reguliere banen; Een Aanvullende stimuleringsregeling is gepubliceerd (Staatscourant 23 april 2003, nr. 78) waarmee in de inzet van de aanvullende sectorale middelen ten behoeve van het regulier maken van ID-banen wordt voorzien. Hiermee is uitvoering gegeven aan de afspraken die ik heb gemaakt met sociale partners en de VNG in het convenant gesubsidieerde arbeid 2003. In deze brief licht ik een en ander toe. Met deze brief informeer ik u tevens over de afhandeling van het amendement Bussemaker/Verburg (28 600 nr. 81) en de motie Bruls (28 600 nr. 59), beide met betrekking tot de WSW.
2 1. Convenant gesubsidieerde arbeid 2003 Op 20 december 2002 heb ik samen met de sociale partners en de VNG het convenant gesubsidieerde arbeid 2003 ondertekend. In dit convenant zijn afspraken vastgelegd over het aanvullende pakket maatregelen ter bevordering van de doorstroom vanuit gesubsidieerde arbeid naar reguliere banen. In mijn brief van 4 december 2002 (kenmerk ABG/GA/02/92696) bent u reeds geïnformeerd over de hoofdlijnen van deze afspraken. Met mijn brief van 20 december 2002 (kenmerk Intercom/02/97994) heb ik u op de hoogte gesteld van de inhoud van het op 20 december 2002 ondertekende convenant. In dit convenant is onder meer afgesproken een tijdelijke subsidieregeling in het leven te roepen om werkgevers te stimuleren in het jaar 2003 10.000 ID-banen om te zetten in reguliere banen. Tijdelijke stimuleringsregeling De Tijdelijke stimuleringsregeling regulier maken 10.000 ID-banen is inmiddels in werking (Staatscourant 21 februari 2003, nr. 37). De stimuleringsregeling voorziet in een eenmalige subsidie van maximaal 17.000,-- per regulier gemaakte baan voor werkgevers die een IDbaan vóór 31 december 2003 omzetten in een reguliere baan met een reguliere arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De stimuleringsregeling geldt met terugwerkende kracht tot 1 januari 2003. Dit betekent dat werkgevers die vanaf 1 januari 2003 ID-banen hebben omgezet in reguliere banen in aanmerking komen voor subsidie uit hoofde van de stimuleringsregeling. De stimuleringsregeling staat open voor alle sectoren waar ID-werknemers werkzaam zijn. Om een evenredig gebruik van de stimuleringsregeling mogelijk te maken, worden de subsidiemiddelen tot 1 juli a.s. voor de sectoren gereserveerd op basis van het aandeel IDbanen dat in de betreffende sector is vervuld. Na 1 juli kunnen de sectoren die de voor hen gereserveerde middelen volledig hebben benut ook gebruik maken van eventuele nog resterende middelen uit andere sectoren. Uitvoering De feitelijke uitvoering van de stimuleringsregeling is per 1 maart jl. bij het Agentschap SZW van start gegaan. In de eerste periode vanaf 1 maart is vooral ingezet op voorlichting over de regeling. Ten behoeve van werkgevers en ID-werknemers zijn informatiebrochures opgesteld die vanaf 1 maart onder alle gemeenten zijn verspreid. Via gemeenten zijn op aanvraag inmiddels circa 15.000 informatiepakketten aan werkgevers verstrekt. Dit wijst op een grote belangstelling van gemeenten en werkgevers voor de stimuleringsregeling. Gemeenten spelen een belangrijke rol omdat zij afspraken maken met werkgevers over het gebruik van de stimuleringsregeling. Daarom is ook in de vorm van bijeenkomsten met gemeenten voorlichting gegeven over de stimuleringsregeling. Voor een belangrijk deel via het project Uitstroom in goede banen dat door Stimulansz in opdracht van de VNG en met subsidie van SZW wordt uitgevoerd. In het kader van dit project hebben inmiddels circa 50 voorlichtingsbijeenkomsten plaatsgevonden. In een aantal grote gemeenten zijn, deels in samenwerking met de uitvoerders van de regeling vanuit het Rijk, aparte voorlichtingsbijeenkomsten met werkgevers georganiseerd, waarin gemeenten de werkgevers informeerden over het beleid gesubsidieerde arbeid en de mogelijkheden van de stimuleringsregeling.
3 Aanvragen Vanaf 1 maart kunnen werkgevers de feitelijke aanvragen voor de stimuleringssubsidie indienen. In de aanloopperiode van 1 maart tot 15 april zijn 296 aanvragen gedaan. Gezien de nog korte periode waarin de regeling in werking is en de tijd die het maken van concrete afspraken tussen werkgevers en gemeenten om een ID-baan regulier te maken vergt, acht ik dit een goede start. Uit signalen die ik van gemeenten heb ontvangen blijkt dat de ambities om banen regulier te maken hoog liggen. Uit diverse gemeenten komen positieve geluiden over het aantal ID-banen dat men regulier wil maken en de afspraken die hierover inmiddels al zijn gemaakt met werkgevers. Sectorconvenanten en aanvullende stimuleringsregeling In het convenant gesubsidieerde arbeid 2003 van 20 december 2002 zijn aanvullende sectorale middelen opgenomen om de doorstroom vanuit ID-banen naar reguliere werkgelegenheid te bevorderen. Dat kan op twee manieren. Ten eerste door het regulier maken van de gesubsidieerde functie. Ten tweede door doorstroom vanuit een gesubsidieerde functie naar een openstaande (niet-gesubsidieerde) vacature. Inmiddels zijn afspraken gemaakt over de inzet van deze aanvullende middelen. In de sectoren Zorg, Onderwijs en Kinderopvang zijn of worden deze afspraken vastgelegd in een apart sectorconvenant. In andere sectoren worden de middelen zonder aanvullend convenant ingezet. Zorg Op 5 februari jl. is het sectorconvenant voor de sector Zorg ondertekend. In het convenant is afgesproken dat vanaf 2004 jaarlijks 30 mln. ter beschikking wordt gesteld door de minister van VWS. Dit bedrag wordt op twee manieren ingezet. In aanvulling op de stimuleringsregeling keert VWS eenmalig 3.500,-- uit voor elke regulier gemaakte ID-baan in de zorg. Het bedrag wordt in 2004 aan de werkgever betaald. Vanaf 2004 verstrekt het ministerie van VWS een doorstroompremie van 12.000,-- aan werkgevers in de zorg die iemand met een gesubsidieerde arbeidsplaats voor onbepaalde tijd in dienst nemen op een (andere) niet-gesubsidieerde functie (bijvoorbeeld een openstaande vacature). Vanaf 2005 is de 30 mln. structureel voor doorstroomsubsidies beschikbaar. Met de aanvullende afspraken in het sectorconvenant zorg is er voor meer mensen perspectief op een reguliere baan. Tevens wordt beoogd om bij te dragen aan de kwaliteit van de dienstverlening in de sector. Onderwijs Op 22 april jl. is het sectorconvenant Onderwijs ondertekend. In het convenant is afgesproken dat alle scholen waar een of meerdere ID-werknemers werkzaam zijn voor elke ID-werknemer een bedrag van 1.750,- zullen ontvangen, als tegemoetkoming in de maatregelen die de scholen zullen nemen om ID-banen regulier te maken of anderszins doorstroom naar regulier werk te bevorderen. Daarnaast ontvangen alle scholen in het primair onderwijs een structureel bedrag als tegemoetkoming in de loonkosten van een onderwijsassistent (4 uur per week), waarmee een ID-werknemer gedeeltelijk kan worden gefinancierd. Met de in het onderwijsconvenant overeengekomen aanvullende maatregelen wordt het in de onderwijssector beter mogelijk om een bijdrage te leveren aan de uitstroom van IDwerknemers naar reguliere banen in het onderwijs.
4 Kinderopvang Op 29 april a.s. zal het sectorconvenant Kinderopvang worden ondertekend. In het convenant wordt een aanvulling op de subsidie uit de Tijdelijke stimuleringsregeling opgenomen van 2.500,- per regulier gemaakte ID-baan in de sector Kinderopvang. Aanvullende stimuleringsregeling In de sectoren Jeugdhulpverlening, Welzijn en Cultuur zijn geen aparte sectorconvenanten afgesloten. Voor deze sectoren zijn wel aanvullende middelen beschikbaar, die worden ingezet als aanvulling op de basissubsidie van maximaal 17.000,- voor het regulier maken van ID-banen. Deze aanvullingen zijn, samen met de bovengenoemde aanvullingen op de Tijdelijke stimuleringsregeling voor de sectoren Zorg en Kinderopvang geregeld in de Aanvullende stimuleringsregeling (Staatscourant, 23 april 2003, nr. 78). Werkgevers die vóór de inwerkingtreding van de aanvullende regeling een baan in een van deze sectoren regulier gemaakt hebben, komen ook in aanmerking voor deze aanvullende subsidie. In onderstaande tabel is per sector de aanvullende subsidie weergegeven. Tabel 1: aanvullende subsidies Ministerie Sector Subsidiebedrag per regulier gemaakte baan Totaal beschikbaar gesteld budget ( x 1.000) Beoogd aantal banen regulier te maken OCenW Cultuur 9.000,- 3.375 375 VWS Zorg 3.500,- 8.939 2.554 Jeugdhulpverlening 3.500,- 112 32 Welzijn 4.000,- 3.628 907 SZW Kinderopvang 2.500,- 1.800 720 Totaal 17.854 4.588 2. Aanvullende WIW-maatregelen In het convenant Gesubsidieerde Arbeid 2003 is ook vastgelegd dat het kabinet middelen vrijmaakt om problemen in de uitvoering van de WIW op te lossen. De Tweede Kamer heeft hiermee ingestemd bij de vaststelling van de begrotingsstaat van SZW voor 2003. De compensatieregeling voor gemeenten die in 2003 meer dan 30 procent volumereductie in de WIW-dienstbetrekkingen moeten realiseren ten opzichte van de stand medio 2002, is op 18 december 2002 in de Staatscourant gepubliceerd, tegelijk met de berekeningswijze en de lijst van gemeenten die voor deze compensatie in aanmerking komen. De compensatie betreft het aantal banen boven de 30 procent reductie. De 30 procent grens is gebaseerd op de uitstroom uit de WIW van 30 procent de voorgaande jaren. Inmiddels is bekend dat de uitstroom in 2002 33 procent bedroeg. De 19 mln. compensatie in 2003 van de afbouw van de Specifieke Afdrachtskorting (SPAK) en voor jongeren de Vermindering afdracht langdurig werklozen (VLW) is na aanpassing van de regeling uitvoering en financiering WIW op 20 december 2002 met een nieuwe beschikking aan gemeenten toegekend. Met dezelfde aangepaste regeling en nieuwe beschikking aan gemeenten is het subsidiebedrag voor WIW-werkervaringsplaatsen (wep) voor 2003 opgehoogd tot vrijwel het niveau van 2002 ( 8.000,-) en het aantal werkervaringsplaatsen met 300 uitgebreid tot 2.500.
5 3. WSW De Tweede Kamer heeft bij de vaststelling van de begrotingsstaat van SZW voor het jaar 2003 een amendement Bussemaker/Verburg (28 600 nr. 81) aanvaard voor verhoging van het Wsw-budget-decentraal voor 2003 met een bedrag van 16,5 mln. Dit om in het algemeen wachtlijsten bij de Sociale Werkvoorziening op te lossen en nieuwe te voorkomen en ook jonggehandicapten een kans te bieden op de arbeidsmarkt. De neerwaartse bijstelling van de taakstelling Wsw 2003 is daarmee niet meer 1.500 Standaardeenheden maar 775. De gemeenten hebben hiervoor op 7 februari 2003 nieuwe beschikkingen ontvangen. Daarin is tevens de compensatie voor het verlies van SPAK/VLW voor 2003 toegekend. Daarnaast is een motie Bruls (28 600 nr. 59) aanvaard om via intercollegiale ruil tot een meer evenwichtige invulling van de taakstelling te komen. Vanwege het feit dat ik het door de Tweede Kamer aangenomen amendement Bussemaker/Verburg heb uitgevoerd, heb ik op 19 december 2002 met de VNG afgesproken de mogelijkheid voor intercollegiale ruil niet te geven. Ten aanzien van de verdere voortgang ten aanzien van de Tijdelijke stimuleringsregeling voor het regulier maken van ID-banen wil ik nog opmerken dat op 1 juli a.s. de benutting van de stimuleringsregeling per sector zal worden bezien. Ik ben voornemens u op basis van de stand per 1 juli 2003 opnieuw te informeren over de benutting van de stimuleringsregeling door de sectoren en de verdere voortgang van de afspraken uit het Convenant Gesubsidieerde Arbeid 2003. De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, (M. Rutte)
Bijlage Totaaloverzicht inzet middelen Convenant gesubsidieerde arbeid 2003 Sector Middelen Bestemd voor Convenant SZW 170 miljoen in 2003 (deels in 2004) stimuleringsregeling voor 10.000 banen ( 17.000,- per baan) 20 december 2002 VWS Zorg en Jeugdhulpverlening Welzijn Sport OCenW Onderwijs Cultuur SZW Kinderopvang BZK Veiligheid 30 miljoen structureel vanaf 2004 3,63 miljoen in 2004 1,37 miljoen in 2004 14 miljoen in 2003 plus middelen uit CAO 3,375 miljoen in 2003 2 miljoen in 2003 10 miljoen in 2004 van 3.500,- voor 2.554 banen in de zorg en 32 banen in de jeugdhulpverlening + subsidie van 12.000 voor werkgevers in de zorg die een werknemer vanuit een gesubsidieerde baan aannemen in een reguliere functie. van 4.000,- voor 907 banen in de sector welzijn Nader te bepalen Subsidie van 1.750 per ID-werknemer voor alle scholen met een of meerdere ID-werknemers. Daarnaast budget per school voor onderwijsassistent voor 4 uur per week van 9.000,- voor 375 banen in de sector cultuur van 2.500,- voor 720 banen in de sector kinderopvang Wordt ingezet in het kader van het GSB-convenant, binnen de peiler Veiligheid. 5 februari 2003 (zorg) (jeugdhulpverlening) 22 april 2003 planning: 29 april 2003