Uw wil geschiede Romeinen 8: 5-11 Matteüs 26: 36-46 Gemeente van Christus, broeders en zusters, ds. Dick Schinkelshoek, Zoelen 14 oktober 2012, gezamenlijke dienst in Kerk- Avezaath In Zoelen leven we op dit moment tussen hoop en vrees. M., een van onze meest gerespecteerde en geliefde gemeenteleden, ouderling, overal actief - blijkt - jong als ze is - een agressieve, snel om zich heen grijpende vorm van kanker te hebben, eentje die waarschijnlijk ongeneeslijk is. Nu gaat het vanmorgen niet over M., om u bij te praten over haar ziektegeschiedenis, of zo. Daar zijn andere wegen voor. Het gaat vanmorgen over Uw wil geschiede - laat Uw wil gedaan worden. Maar als je dit allemaal meemaakt, zoals M. als je ziet wat mensen moeten meemaken, wat je zelf misschien voor je kiezen krijgt: Wat betekent dan Uw wil geschiede? Is dát bidden dan niet vreselijk moeilijk, onmenselijk bijna? En: wat is dan Gods wil die moet gebeuren? Wil God dat we ziek worden, en lijden, en doodgaan? Ik gooi vanmorgen al die vragen maar gewoon in alle hevigheid voor uw voeten. Kijk, we hebben het niet over wat mensen elkaar allemaal kunnen aandoen. Moreel kwaad, zoals we dat noemen. Dat wordt God ook vaak in de schoenen geschoven, maar mensen hebben niet voor niks een vrije wil gekregen. Nee, het gaat hier over zoiets ongrijpbaars als een slopende ziekte, natuurlijk kwaad, iets wat je zomaar krijgt. Het gaat over zoiets corrumperends als kanker - een ziekte die letterlijk wat God zo mooi geschapen heeft vervormt tot - ja, tot wat? Tot niks, tot iets dat maar één doel heeft, en dat is verder groeien en verder kapot maken. Er zit in een tumor iets demonisch. Daar heeft God dus niks mee te maken!, hoor ik mensen roepen. Al die verschrikkelijke dingen komen door de zonde, of van de duivel, of ze zijn er gewoon, daar moet je God helemaal niet bijhalen! Is dat zo? Ik vind het wel een sympathieke gedachte. God is een goede God, en Hij heeft niks met het kwaad van doen! 1
Ik kan zelf ook niet geloven dat God actief ziekte en pijn, en leed en verdriet uitdeelt aan mensen. God heelt, verzacht, geeft kracht, geneest. Met al dat andere heeft God niks te maken. Een mooie gedachte. Maar lost die wel iets op? Ook al komt de kanker dan misschien niet actief bij God vandaan, waarom laat God het dan wel toe - passief, zeg maar - als Hij zo machtig is als wij in de kerk zéggen dat Hij is?? Nogmaals, ik gooi de vragen maar in alle hevigheid neer. Aan minder hebt u niks. Ik geloof niet dat God actief en met genoegen ziekte en pijn, en lijden en dood zaait. Dat is niet onze God. Dat is niet de Vader van onze Heer. Maar of God heeft - linksom of rechtsom - met ons ziek- zijn te maken (Hij wil het misschien niet, maar Hij grijpt vaak ook niet in) of Hij heeft helemaal nergens mee te maken. Dan is God hooguit een God van goede wil, maar wat er dan van zijn Koninkrijk terecht komt?? Wat een dilemma. Er zijn mensen die om minder hun geloof zijn kwijtgeraakt. Een tijdje geleden nog, een jongen uit Zoelen via twitter (dat krijg je als een moderne dominee wilt zijn): Ik geloof niet meer. Daarvoor is er te veel gebeurd. Beide ouders veel te jong - en veel te naar - overleden. Dús geloof ik niet meer. Want een God die dát doet Je kunt bidden!, zegt nu wellicht iemand. Misschien niet om genezing, maar wel om kracht en uithoudingsvermogen. En hoop, en moed, en zo. En dat kan je ontzettend veel opleveren. Kijk, nu komen we richting ons onderwerp, het Onzevader. Bidden om kracht, dat doen we - en veel ook in de kerk. Maar wáárom zou je eigenlijk niet bidden om genezing? Waarom zou je niet af en toe heftig om een wonder bidden? - als je tenminste gelooft dat wonderen kúnnen! Omdat - ik snap die aarzeling best - je dan negen van de tien keer toch niet verhoord wordt. Wonderen gebeuren niet vaak. En toch: waarom zou je niet in alle geloof en alle vertrouwen aan God vragen om een wonder, om een bijzonder ingrijpen? 2
Dat zouden we best vaker kunnen doen. Als je dan maar wel, hebben we in de kerk altijd gezegd, er achteraan bidt - die woorden van Jezus uit Getsemané: Niet mijn wil, maar Uw wil geschiede. Laat niet míjn wil, maar Uw wil gedaan worden, in de hemel én op de aarde. Dan zit je zomaar ineens in het hart van - wat we noemen - de derde bede van het Onze Vader: niet mijn wil, Úw wil! Want het zou wel eens kunnen zijn dat God iets anders wil dan ik. Het wachten duurt lang. Zeker s avonds laat. In de tuin is het donker en je hoort alleen het ruisen van de bomen. Langzaam buigen hun hoofden zich, en zakken ze weg. Precies zoals de vijf wijze en de vijf dwaze meisjes, waarover Jezus had verteld. Wachten op de bruidegom. Het wachten duurt lang. Verderop ligt Jezus op zijn knieën. Hij heeft het moeilijk, dat hadden ze nog wel gezien. Maar waarom precies, dat wisten ze niet goed. Hij ging wel vaker naar een rustig plekje om te bidden. Blijf wakker, had hij gezegd. Waak met Mij. Natuurlijk!, hadden ze wat verontwaardigd gezegd. Natuurlijk doen we dat. Samen uit en samen thuis. Maar wachten duurt lang. Zeker s avonds laat. En dus missen ze iets, misschien wel de allergrootste beslissing uit de wereldgeschiedenis, in ieder geval de allergrootste, allerhevigste toepassing van wat Jezus zijn leerlingen had leren bidden: Uw wil geschiede. Jezus dóet daar, waar Hij ons om leert vragen. Laat die beker, die lijdensbeker aan Mij voorbij gaan, had Hij gesmeekt. Laat het ophouden! Er is geen plek in ons lijden waar onze Heer niet is geweest! - maar (en daar komt het:) niet mijn wil, maar uw wil geschiede. Waarom krijg je op je bord wat je op je bord krijgt? Waarom de een zo vroeg, en de ander veel later? Waarom ik?? Je kunt zeggen: daar heeft God niks mee te maken, maar daarmee kom je er niet uit! Jezus bidt: Vader, als het mogelijk is, laat deze beker dan aan mij voorbijgaan! Logisch. Je wilt niet meemaken wat Hij meemaakte (dat hoeft ook niet). Maar laat het niet gebeuren zoals ik het wil, maar zoals u het wilt. 3
Misschien - en ik zeg dat aarzelend, want dat is vreselijk moeilijk te begrijpen (misschien niet met je hoofd, maar wel met je hart) - misschien wil God soms wel iets anders dan wij, zijn Gods wegen hoger dan onze wegen, en zijn gedachten dieper dan onze gedachten. En misschien komt God dan soms ergens anders op uit dan wij, als wij het voor het zeggen zouden hebben. Nu kun je daar heel eenvoudig een soort noodlot- denken van maken. Zo van: je hebt t toch niet in de hand, t kan vriezen, t kan dooien. Zo is het leven. Maar dat soort gelatenheid - dat je heel veel ziet! - is niet Uw wil geschiede! Dat is ook geen geloof dat je als mens hoeft te leren, op die houding komen veel mensen uit zichzelf wel. Wij zeggen in de kerk niet: zie maar, God, wat u doet. Wij geloven het allemaal wel! Dat is geen geloven! Wij zeggen tegen God (en dát betekent dit gebed): Uw wíl, laat díe gedaan worden. En niks anders. Wat wil God? Dat is volstrekt duidelijk. Een nieuwe werkelijkheid, een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, eentje waar geen tranen meer zullen zijn, en geen dood meer en geen kanker. Waar niet de economie en de mensen met de grootste bek de baas zijn, maar onze Heer zelf. En waar we niet een beetje, maar voluit gelukkig zijn! In de kerk duiden we die nieuwe werkelijkheid meestal aan als het Koninkrijk van God. Dat wil God. Nou, Heer, laat dát dan gebeuren! Onze Vader bidden is bij Hem in de zaak komen, heb ik in Zoelen op de startzondag gezegd. Gods zaak wordt onze zaak. En Jezus onze oudste broer. Uw wil geschiede bidden, is commitment tonen: daar hoor ik bij, bij die God, bij die Jezus, bij die gemeente van Hem. Wat die God wil, dat wil ik ook. Daar zet ik mij voor in, daar bid ik voor. Laat Uw wil gedaan worden - te beginnen door mij. Natuurlijk mag je bidden om een wonder - de Bijbel ontraadt je dat nergens; hooguit doen wij sceptische, moderne mensen dat - bid er wel altijd bij: Niet mijn, maar Uw wil geschiede. Dat bidden is niet zomaar iets. Ik ga weer terug naar die grote vragen van het begin. Laat Uw wil gedaan worden - wat betekent dat als je kanker hebt, of pijn, of grote zorgen? Als je iemand zo ontzettend mist? 4
Zegent God dit tijdelijke leven van wie bij Hem in de zaak zijn? Ja, dat geloof ik vast (al zie je niet altijd meteen hoe). Drááit zijn zorg om ons tijdelijke leven? Ik weet het niet. God is geen eeuwige levensverzekeraar, en geen pensioenverstrekker, God is ook geen hemelse schoonmaker die op commando onze problemen wegveegt. Er zijn misschien wel veel mensen die zo n beeld hebben van God, en die daarom boos en teleurgesteld dat geloof vaarwel zeggen, maar dat is niet wie God zélf zegt dat Hij is, wie Jezus zegt dat Hij is. God heeft ons leven en ons geluk op het oog, maar misschien niet altijd op de manier die wij bedenken, en die wij graag willen. De vraag is (en dat is eigenlijk de vraag waar geloven om draait): Staan we dat toe? Laten we God zijn plan trekken, als een Vader die niet alleen voor zijn kinderen het beste wil, maar het ook zal doen? Bedenk dat eens voor jezelf Ik doe daar niet makkelijk over, want het is soms verrekte moeilijk. Asaf vond het een ramp om te blijven vertrouwen - in psalm 73. En zelfs onze eigen Heer had er de grootste moeite mee. Ik weet niet waarom God de kanker toelaat om de lichamen van mensen te verteren. En ik vind het onbegrijpelijk moeilijk om te zien hoe veel te jonge mensen zich moeten opmaken om afscheid te nemen, hoe kinderen opgroeien zonder vader of zonder moeder. Ik ga al dat verdriet vanmorgen niet wegverklaren (als u dat gehoopt had, sorry!). Dan ga ik op de stoel van God zitten. Als deze bede van het Onze Vader iets níet doet, is het op Gods stoel gaan zitten. U zult het wel weten. Als U uw wil uitvoert, is dat uiteindelijk beter voor mij en voor iedereen dan als u mij mijn verlangen geeft - hoe graag ik het ook wil hebben, God, hoe graag ik dat ook zou hebben! Natuurlijk kun je zeggen: een God die niet doet wat ik wil, moet ik niet. Het zijn niet weinig mensen die tot die conclusie komen. In de kerk zeggen we tegen elkaar: alleen als Gód zijn wil doet, lost het echt iets op. Alleen dán wordt het echt beter, ook voor onszelf - ook al zien we dat misschien nu niet. Ik geef toe: dat soort geloof, dat soort gebed vraagt dapperheid, daar moet je wel een beetje lef voor hebben. Niet de hoop opgeven, niet de handdoek in de ring gooien. Uw wil geschiede bidden is vragen aan God: wilt u mij dat leren, mag ik daarin groeien, sterker worden: 5
Niet mijn wil, niet mijn ideeën over de toekomst, Uw wil? Want dat is welgesteld onze enige, echte hoop. Bid het, en bid het opnieuw, en het maakt je een ander mens. Milder, geruster, liefdevoller. Veel christenen bidden het Onze Vader als vast gebed aan tafel. Nu kent het Onze Vader in Nederland althans concurrentie (als je dat zo mag zeggen) van een ander gebed dat in tal van christelijke gezinnen aan tafel gebeden werd (en wordt). Dat gebed eindigt met (misschien kent u de woorden): dat wij niet aan dit vergankelijke leven kleven, maar alles doen wat U gebiedt en uiteindelijk eeuwig bij u leven. Dat is geen wereldmijding en ook geen doodsverlangen - dat zou je misschien denken, maar dat is het niet. Het is de diepe wetenschap dat God meer en groter voor ons in petto heeft dan wij kunnen denken en waar wij nu vaak om vragen. Gelooft zij U Christus in eeuwigheid! Amen 6