4. Blz 3: wat is de inhoud van het op overeenstemming gericht overleg met het onderwijs? Zijn daar besluiten genomen en zo ja, welke?

Vergelijkbare documenten
Jeugdarts en de Jeugdwet 2015

Medisch specialist ziekenhuis

Het organiseren van een Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK)

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord

Jeugdhulp in Nissewaard

Concept Verordening jeugdhulp gemeente Velsen 2015

Technische briefing Gemeenteraad Wmo/Jeugdhulp Beleidsplan Jeugdhulp / Inkoopproces

Uitvoeringsagenda Jeugdhulp September 2014

Aan de raad van de gemeente Wormerland

Kadernota Sociaal Domein. Managementsamenvatting. Kadernota Sociaal Domein. Managementsamenvatting DOEN. wat nodig is. Managementsamenvatting -

Toetsingskader Stelseltoezicht Jeugd Toegang Project signaleren van onveiligheid

DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN. Raadsvoorstellen 2014

Om het kind. Hervorming zorg voor de jeugd in Amsterdam

Transformatie Jeugdzorg

Om het kind. Hervorming zorg voor de jeugd Kennisnetwerk JGZ OCW. Justitie J&G. Provincie. Gemeenten. Gemeentefonds VWS.

Stelselwijziging jeugd. Informatie 20 februari 2013

Ik krijg ondersteuning bij de opvoeding en zorg voor mijn kind. Wat verandert er in 2015?

gelet op artikel 2, artikel 4, artikel 7 en artikel 12 van de Jeugdverordening gemeente IJsselstein 2015;

Hoofdstuk 2. Gemeente

Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het beleidsplan Wmo 2015 en Jeugdwet 2015 en 2016 Samen kan er meer vast te stellen.

Opgeleverde en ingeplande producten transitiebureau en werkagenda s VNG-Rijk

Aan de Raad. Vaststellen Regionaal Transitiearrangement Zorg voor Jeugd

Verbeterprogramma Jeugd Transitie Jeugdzorg en Passend Onderwijs. Themaraad Gemeente Heerde, 2 juni 2014 Rob van de Zande

De Jeugdwet en pleegzorg: transitie en transformatie?!

Jeugdhulp naar gemeenten

Regionaal en lokaal Beleidskader Transitie Jeugdzorg Route Zuidoost

Beleid Jeugdhulp. De aanpak in Stein, de Westelijke Mijnstreek en Zuid-Limburg

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Beleidsplan Jeugdhulp

Raadsvoorstel int Organisatievorm regionale samenwerking aan Jeugdzorg in Twente

Plan van Aanpak regiovisie en vorming AMHK Zeeland

Vraaggericht, actief-anticiperend en detecterend. Surveillance van gezondheid, groei en ontwikkeling

Nota Zienswijzen en antwoorden Verordening Jeugdhulp Enschede 2015

Onderwerp Voorstel tot het instemmen met de evaluatie nota Plan van aanpak transformatie jeugdhulp

Persoonsgebonden budget (pgb) Informatiebijeenkomst Gemeente Houten

FACTSHEET SAMENWERKING COA

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Aan: de gemeenteraad Vergadering: 23 juni 2014

Kennisateliers Jeugdbescherming Jeugdreclassering. Juni 2013 Anna van Beuningen

In onderstaande artikelgewijze opsomming, vindt u vragen, opmerkingen en adviezen die door de Wmo-cliëntenraad zijn geformuleerd.

Themasessie Jeugdzorg. Achtergrondinformatie

Factsheet jeugdhulp, algemene informatie over de (toegang tot) jeugdhulp voor asielzoekerskinderen en amv

Inhoud voorstel aan Raad

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

Informatiebijeenkomst

Bestuursopdracht beleidsplan zorg voor jeugd ( )

Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Sociaal medische contractering Jeugd. Organisatie wijkteams

Advies Beleidsplan Jeugdzorg

Beleidsplan Jeugdhulp

hoofdlijnennotitie Decentralisatie Jeugdzorg Westelijke Mijnstreek

J. Schouwerwou F. Veltman Zaaknummer : Voorstel: Instemmen met het "Transitiearrangement Regio Fryslân"

Pedagogische civil society: Gemeenschappelijke activiteiten van burgers rondom het grootbrengen van kinderen.

Handreiking. Randvoorwaarden voor de veiligheid van jeugdigen in de toegang tot jeugdhulp

Decentralisaties Jeugd en Wmo Beleid & Verordeningen

Doetinchem, 18 juni Voorstel: Kennisnemen van de stand van zaken Financiële uitwerking RTA Jeugdzorg en de budgetverdeling voor 2015

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 april 2016;

Raadsvoorstel. Pagina 1 van 5

Om het kind. Hervorming zorg voor de jeugd in Amsterdam en de aansluiting op Passend Onderwijs

Spoorboekje Voorbereiding transities 2013 en 2014

Wat is Jeugdhulp? Kaders, uitgangspunten en inkoop, directeur sociaal domein Informatiebijeenkomst Raad 11 oktober 2017

Managementsamenvatting Regionaal Beleidskader Route Zuidoost

Perceelbeschrijving. Jeugd en gezinsteam

Jeugdbescherming - Jeugdreclassering 23 april uur Voorzitter: Ed Wallinga (wethouder Enschede)

Regiemodel Jeugdhulp 2015

Betreft: Veranderingen in de jeugdhulp en het overgangsrecht - informatie voor ouders en verzorgers van kinderen in jeugdhulp

Regio-indeling bij de vorming van AMHK 14 NOVEMBER VNG-ONDERSTEUNINGSPROGRAMMA AMHK

CliC t.a.v. Dhr. Grommen, Mercator 1. Sittard. Geachte heer Grommen,

Ontwikkelagenda van het Regionaal BeleidsplanTransitie Jeugdzorg van de gemeenten Lisse, Noordwijkerhout, Noordwijk, Teylingen, Katwijk en Hillegom

Kwaliteit. 1 Inleiding. 2 De wettelijke voorwaarden. 2.1 Jeugdwet

Transitie Jeugdzorg. Door José Vianen; Adviseur

Voorstel vergoeding bijzondere kosten pleegzorg

Contractering jeugdhulp 2016 in Holland Rijnland. Terugblikken en vooruitzien!

GEMEENTE NUTH Raad: 17 december 2013 Agendapunt: RTG: 4 december 2013

3D s. Gevolgen van decentralisaties voor gemeenten. Gewestelijke vergadering PvdA Zuid-Holland

Bijeenkomst samenwerkingsverband PO Duin en Bollenstreek

Aan de raad. No. 10. Wissenkerke, 21 oktober 2013

Vragen en antwoorden Jeugdzorg gemeente De Bilt voor inwoners, versie december 2014

Er is voldaan aan de verplichting in de Jeugdwet om een beleidsplan en een verordening vast te stellen.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Uitvraag Vrouwenopvang

Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Transitie en transformatie jeugdzorg

CL IËNT. Regelt de aanspraak op zorg voor mensen die een blijvende behoefte hebben aan permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid.

Over zorg voor de jeugd en de Jeugdwet. hoorn.nl

Bijlage 1: Bevindingen cliëntervaringsonderzoeken Wmo 2015 en Jeugdwet, inclusief actiepunten

Zorg voor kinderen met een intensieve zorgvraag

DECENTRALISATIE STAND VAN ZAKEN BREDE COMMISSIE 26 AUGUSTUS 2013

Transitie Jeugdzorg. Woerden, 17 oktober 2013

Jeugdzorg in Brabant. Statencommissie Zorg Welzijn Cultuur 19 oktober 2007

gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 lid 2, vierde lid, en 12.4 lid 2 van de Jeugdwet en artikel 149 en 156 van de Gemeentewet;

ALGEMEEN WMO VEELGESTELDE VRAGEN OVER WMO EN JEUGDHULP

Geachte mevrouw Veldhuijzen van Zanten - Hyllner,

Weten wat er verandert in de jeugdhulp in 2015? Deze lijst geeft antwoord op de meest gestelde vragen.

Overeenkomst toeleiding

Transitie Jeugdzorg en Jeugdgezondheidszorg. Contactpersonenavond AJN Zuid-Holland 19 september 2013

Inzicht in de jeugdzorg en de samenhang met gerelateerde domeinen

Presentatie stand van zaken bovenlokale samenwerking sociaal domein

presentatie aan de raadscommissie Samenleving van de gemeente Brielle door Pascalevan der Wekken, interim beleidsmedewerker Jeugd op 22 mei 2013

Conceptvisie Brede Scholen in Sliedrecht Samenwerken & verbinden voor de jeugd

Decentralisatie Jeugdzorg. Regionale Visie. en Stappenplan

Transcriptie:

MEMO Onderwerp : Beantwoording vragen SP iz. beleidsplan Jeugdhulp 2015-2018 Datum : 16 juni 2014 Contact : Alice van den Nieuwboer / Petra Pover 1. Inleiding: 1 e alinea: wat wordt bedoeld met opgroeiproblemen? Hiermee worden problemen bedoeld bij de jeugdigen zelf, vaak gedragsproblemen. Daarnaast wordt in de jeugdhulp gesproken over opvoedproblemen, gerelateerd aan de opvoeding door de ouders. 2. Inleiding: 5 e alinea: over welke punten kan de Raad geen besluiten meer nemen vanwege eerder genomen besluiten? In de voorbereiding op de nieuwe jeugdhulptaken zijn al veel besluiten genomen. Het betreft besluiten die genomen zijn met de behandeling van de nota s die in punt 1.4 van het raadsvoorstel zijn opgesomd. We verwijzen u voor de details naar de inhoud van deze nota s. 3. Inleiding: 6 e alinea: waarom moet de verordening per 1 november van kracht zijn terwijl de nieuwe wet pas 1 januari 2015 van kracht is en de gemeente dus nog niet verantwoordelijk is voor de uitvoering? Hoe worden cliënten hierover geïnformeerd? Om de verantwoordelijkheden voor het nieuwe jeugdstelsel waar te kunnen maken, zal het gemeentebestuur tijdig de nodige stappen moeten zetten. Artikel 12.4 tweede lid van de Jeugdwet schrijft voor dat het beleidsplan en de verordening voor 1 november voorafgaand aan de inwerkingtreding van het nieuwe jeugdstelsel zullen moeten zijn vastgesteld. Uitgaande van de inwerkingtreding per 1 januari 2015, houdt dit in dat gemeenten met de voorbereidingen daarvoor al zullen moeten beginnen voordat het wetsvoorstel tot wet is verheven. Ook voor jeugdigen en ouders wordt zo tijdig duidelijk hoe voor hen het nieuwe jeugdstelsel uitgewerkt wordt door hun gemeente. Met de VNG zullen daarover afspraken worden gemaakt en er zal worden gezorgd voor ondersteuning vanuit het Rijk. Verder zal dit punt meegenomen worden in de cliëntcommunicatie over de veranderingen (zie beleidsplan Jeugdhulp 2015-2015 - hoofdstuk 8 Communicatie). 4. Blz 3: wat is de inhoud van het op overeenstemming gericht overleg met het onderwijs? Zijn daar besluiten genomen en zo ja, welke? In de Jeugdwet is opgenomen dat de gemeente verplicht is om een op overeenstemming gericht overleg (OOGO) te voeren over de, voor het onderwijs, relevante onderdelen van het beleidsplan. Over de wijze waarop dit overleg gevoerd wordt dient vooraf een procedure vastgesteld te worden (zie antwoord vraag 21). In de procedure is vastgelegd dat de samenwerkingsverbanden hun reactie op het beleidsplan Jeugdhulp 2015-2018 schriftelijk zouden geven. Deze reacties zijn als bijlagen opgenomen bij het raadsvoorstel. Voorafgaand aan het formele OOGO is een bijeenkomst georganiseerd voor de Enschedese schoolbesturen PO en VO waarin het beleidsplan toegelicht is. 5. Blz 5: kan de Raad al betrokken worden bij de ontwikkeling van de verordening jeugdhulp? De raad kan naast de formele momenten, behandeling in de Stedelijke Commissie en Gemeenteraad, ook meer informeel geïnformeerd te worden bij de ontwikkeling van de verordening door middel van agendering in bijvoorbeeld het randprogramma. Met het oog op de planning van de procedure van vaststellen van de verordening, voor 1 november, zou het gewenst zijn dat dit moment in de laatste week van juni plaatsvindt. Behandeling van de verordening door het college is namelijk gepland in de tweede helft van juli 2014. 1

6. Blz 9: ook halen we bij de ouders en cliënten op wat er veranderd moet worden en zijn we met hen in gesprek over de invulling van cliëntenparticipatie. Hoe zijn de ouders en cliënten geselecteerd? Ouders/jeugdigen zijn uitgenodigd via de cliëntenraden, zorgaanbieders en de netwerken van ondersteuningsorganisaties. 7. Blz 10: vraaggericht werken. Wie is de vrager? Hoe kunnen we ervan uitgaan dat de toekomstige cliënt vraagt? Of lopen we de kans dat wie niet vraagt geen hulp krijgt? Het gaat hierbij om vraaggerichte ondersteuning aan jeugdigen en gezinnen. Zij kunnen zelf aangeven ondersteuning nodig te hebben. Ook kan het zijn dat anderen signaleren dat gezinnen/gezinsleden ondersteuning nodig lijken te hebben. Dit kunnen bewoners en instanties zijn, zoals school en huisarts. Zij kunnen met de gezinnen overleggen dat ze ondersteuning van het wijkteam kunnen ontvangen, maar ook zelf een melding doen bij het wijkteam. 8. Blz 12: de decentralisaties bereiden we in samenhang voor. Tussen jeugdzorg en arbeidsparticipatie lijkt weinig samenhang. Wat betekent dit voor de voorbereiding, hoe wordt de samenhang vorm gegeven en wat zijn de financiële gevolgen? De samenhang tussen jeugdzorg en arbeidsparticipatie is een uitwerkingspunt. In het beleidsplan jeugdhulp 2015-2018 op bladzijde 21 staat daartoe het volgende beschreven: we maken in samenhang met de decentralisaties AWBZ/Wmo, werk en inkomen en passend onderwijs werkafspraken over hoe om te gaan met de leeftijdsgroep 18-23 jaar. Dit punt wordt nader uitgewerkt als onderdeel van het implementatietraject van de wijkteams nieuwe stijl. Financieel zijn er geen gevolgen aan verbonden. 9. Blz 12: in de tabel staat de residentiële zorg niet genoemd. Graag aanvullen en bedragen actualiseren naar 2013. Residentiele zorg valt met name onder de vormen van verblijf. 10. Blz 13: hebben de kinderen met een Nederlands paspoort die in Duitsland wonen en in Nederland op school gaan recht op ondersteuning? In principe niet. Gemeenten krijgen de verantwoordelijkheid voor jeugdhulp voor jeugdigen die in hun gemeente wonen. Daarop is ook het budget dat gemeenten ontvangen gebaseerd. Landelijk vindt er nog een inventarisatie plaats van aantallen kinderen en welke zorg daarmee gemoeid is in welke regio s onder de noemer grenszorg. Of daar specifieke afspraken over gemaakt worden is nog niet duidelijk. Het zal mede afhangen van de verzekering van (één van) de ouder(s), of een kind verzekerd is voor zorg in Nederland. 11. Blz 14: wat regelt het OZJT precies, hoe kunnen de gemeenteraden van de 14 gemeentes daar nog invloed op hebben en wie nemen er zitting in de bestuurscommissie? Hebben alle gemeentes ingestemd met de organisatie van OZJT en werken ze allemaal mee? Voor een uitgebreide beschrijving, verwijzen we naar de vastgestelde nota Samenwerken aan Jeugdzorg in Twente. De oprichting van de bestuurscommissie wordt momenteel uitgewerkt. Het raadsvoorstel is in het najaar geagendeerd, waardoor de besluitvorming in de Regioraad in november gereed kan zijn. Het voorstel wordt aan alle individuele colleges en gemeenteraden voorgelegd. 12. Blz 14: beperking frictiekosten. Blijven de afgesproken vergoedingen voor de zorg die al geleverd wordt op 31 december 2014 gehandhaafd? Is bekend of de provincie frictiekosten op zich neemt? Er wordt een korting ad 10% verrekend. De Provincie neemt geen frictiekosten op zich. 2

13. Blz 15: Enschede heeft goede ervaringen opgedaan met het werken met integrale wijkteams voor multiprobleemgezinnen. Zijn er naast de vele goede ervaringen ook verbeterpunten te noemen? Zo ja, welke zijn dat en worden die betrokken bij de opzet van de wijkteams? Onze ervaring is dat casuïstiek pas in een laat stadium integraal wordt aangepakt, waardoor mogelijk meer zware multiproblematiek ontstaat dan wanneer in een eerder stadium problematiek wordt gesignaleerd en integraal wordt aangepakt. Door de taken van het wijkteam te verbreden naar o.a. jeugdzorg en in te zetten op het verbeteren van vroegsignalering verwachten we dit met de nieuwe wijkteams te verbeteren. Er zijn verbetermogelijkheden voor de ondersteunende ICT systemen van de huidige wijkteams waardoor meer mogelijkheid om integrale plannen van aanpak in het systeem te verwerken, signalen te gebruiken voor herinneringen aan acties en bijvoorbeeld het creëren van managementinformatie. Deze punten zijn meegenomen in de ontwikkeling van het nieuwe ICT systeem binnen Living Lab Oost Nederland. 14. Blz 15: waarop is de verdeling van budgetten jeugdhulp en specialistische zorgvoorzieningen op gebaseerd? Hoe hoog was het bedrag dat besteed werd aan specialistische zorgvoorzieningen en hoeveel wordt er nu voor uitgetrokken? Het totale budget jeugdhulp dat de gemeenten gaat ontvangen in 2015 bedraagt ruim 46 miljoen euro. Hierin is de korting van 5% verwerkt. We gaan er vanuit dat dit bedrag + 5 % besteed werd aan specialistische voorzieningen door provincies, rijk, zorgverzekeraars en zorgkantoren (inclusief de infrastructuur die daarvoor nodig was). Momenteel wordt de verdeling van de budgetten nader uitgewerkt. 15. Welke percentages WMO, jeugdwet en participatie worden gebruikt om de wijkteams te financieren? Deze percentages worden duidelijk bij het opstellen van de programmabegroting 2015 2018. 16. Blz 16: pakken we het systeem family First weer op? De gemeente zal geen specifieke methodieken inkopen of eisen. In het opleidingsprogramma voor wijkcoaches worden diverse methodieken opgenomen. 17. Blz 17: gegevens consultatiebureau. Ouders kunnen weigeren dat gegevens worden gedeeld. Wordt hier rekening mee gehouden? Geldt natuurlijk voor alle overdracht van gegevens zolang er sprake is van vrijwilligheid. Ja, hier wordt rekening mee gehouden. Zonder toestemming van ouders zullen gegevens niet gedeeld worden, tenzij de veiligheid van het kind in het geding is. 18. Blz 18: het koersdocument JGZ moet nog ontwikkeld worden. Het is nog erg onduidelijk hoe het eruit komt te zien. Hebben we het in dit verband nog steeds over op basis van vrijwilligheid? Het koersdocument van de JGZ is op 30 januari 2014 door de bestuurscommissie Publieke Gezondheid vastgesteld. Het document sluit aan bij het beleidsplan Jeugdhulp 2015-2018 door in te steken op preventie, flexibiliteit en vraaggericht. Met de gemeente Enschede en andere gemeenten in de regio wordt het plan nader uitgewerkt. Hierbij gaan we uit van op basis van vrijwilligheid zolang er geen sprake is van gedwongen kader. 3

19. Blz 18: is het beeld dat geschetst wordt van IKC s reëel? Draaien ze naar verwachting? Wanneer wordt er geëvalueerd? De Integrale Kindcentra zijn in augustus 2013 van start gegaan. Alle partners ondersteunen het eindbeeld van een ononderbroken voorziening van opvang, vorming, ontwikkeling, zorg/ondersteuning en onderwijs binnen de IKC s. En ze zijn zich er tegelijkertijd van bewust dat de daadwerkelijke realisatie daarvan tijd kost. Het geschetste beeld is dus reëel en op termijn te realiseren. En dit gaat stap voor stap. De vorderingen in het eerste jaar van IKC-samenwerking zijn volgens verwachting. Onlangs hebben de schoolbesturen en kinderopvangorganisatie de focus voor de IKC-ontwikkeling voor het komende schooljaar vastgesteld. De ontwikkeling en implementatie van de doorlopende zorgstructuur 0-13 neemt daarbij een prominente plaats in. De urgentie daarvan door 1) de komst van het passend onderwijs en 2) de transitie van de jeugdzorg werkt daarbij als een belangrijke hefboom. In het OOGO (Op Overeenstemming Gericht Overleg) met de onderwijspartners over het beleidsplan jeugdhulp is deze intentie opnieuw bekrachtigd. Ook in de afspraken met het Rijk over de verbetering van de Voor- en Vroegschoolse Educatie is de doorlopende zorgstructuur een belangrijk onderdeel. Met als harde deadline 1 januari 2016. En dan heel concreet: De afgelopen maanden hebben we aan de hand van een drietal pilots in Glanerbrug, de Wesselerbrink en Pathmos/Stevenfenne gezocht naar de beste manier om de interne zorgstructuur binnen de IKC s vorm te geven, gegeven de nieuwe stedelijke structuur. Daaruit blijkt grote betrokkenheid vanuit de IKC-partners. Na de zomer van 2014 volgen de resultaten in de vorm van een concreet advies. En volgt implementatie daarvan binnen de IKC s in de periode tot 1 januari 2015. We evalueren de voortgang tweejaarlijks. Na de start in september is in de winter van 2013-2014 nulmeting naar de samenwerking binnen de IKC s uitgevoerd door Expertis Onderwijsadviseurs. De voor het schooljaar 2014-2015 gekozen focus is gebaseerd op deze nulmeting. Eind 2015 evalueren we opnieuw de voortgang. Wij concluderen dat de partners uit het onderwijs en de kinderopvang, de gemeente en het Rijk (in het kader van de VVE-bestuursafspraken) goed de vinger aan de pols houden. 20. Blz 19: de verbinding tussen Zorgadviesteams, het team vroegsignalering, de wijkteams en de specialistische jeugdhulp wordt nogal als vanzelfsprekend geacht. Wordt er rekening mee gehouden dat ouders toestemming moeten geven voor uitwisseling van gegevens? Ouders moeten inderdaad altijd toestemming geven, of de veiligheid van een kind moet in het geding zijn. Dit is in de huidige zorgstructuur het geval en zal in de nieuwe integrale zorgstructuur niet anders zijn. In de praktijk blijken ouders vaak toestemming te geven voor informatiedeling om samen op zoek te gaan naar een juiste ondersteuning voor zijn/ haar kind. 21. Wat is er besloten bij de OGOO procedure? Het OOGO heeft tot doel dat gemeenten het overleg voeren met de samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs over de, voor het onderwijs relevante onderdelen van het beleidsplan. Daartoe dienen gemeente en samenwerkingsverband voorafgaand een procedure vast te stellen hoe en met wie dit overleg gevoerd wordt. Door de samenwerkingsverbanden werden twee Enschedese bestuurders aangewezen om het formele overleg te voeren. De wethouder Talentontwikkeling werd aangewezen om het overleg namens het college te voeren. Daarnaast is met de procedure vastgelegd dat de samenwerkingsverbanden schriftelijk een reactie geeft. 22. Blz 24: OZJT moet klaar zijn op 01-01-2015. Hoe kan het in 2014 al opdrachten geven? De opdrachten worden vanuit het huidige samenwerkingsconstruct Samen14 verricht. Dat betekent dat de 14 gemeenten gezamenlijk als opdrachtgever functioneren. 4

23. Blz 24: Als de Raad voor de Kinderbescherming wordt ingeschakeld houdt het gezin dan wel 1 contactpersoon? Vanuit het wijkteam blijft dezelfde wijkcoach betrokken. De Raad voor de Kinderbescherming neemt de casus niet over, zij onderzoekt alleen of het gerechtvaardigd is een kinderbeschermingsmaatregel op te leggen. De Raad voor de Kinderbescherming is geen hulpverleningsorganisatie. 24. Blz 25: wordt bij pleegzorg altijd een jeugdbeschermingsmaatregel opgelegd en bij residentiële en gezinshuiszorg niet altijd? Residentiële zorg is zorg die geboden wordt in een (24-uurs) verblijfssetting. Dit kan ingezet worden bij jeugdigen met bijvoorbeeld psychiatrische problematiek of een lichamelijke of verstandelijke beperking. Dit zijn kinderen waar inderdaad geen kinderbeschermingsmaatregel is opgelegd. Gezinshuizen zijn een vorm van pleegzorg, dan is er dus wel sprake van een jeugdbeschermingsmaatregel. 25. Blz 26: kunnen zowel bij jeugdreclassering als bij jeugdzorg plus ook gezinsvorming worden ingezet zoals het amendement 80 van Ypma in de jeugdwet is opgenomen? Het amendement van Ypma, nr. 80 stelt dat het college indien redelijkerwijs mogelijk is het kind in een pleegzorgsetting of gezinshuis plaatst, tenzij aantoonbaar is dat het niet in het belang van het kind is. Bij jeugdreclassering is het amendement niet van toepassing. Jeugdreclassering is erop gericht toezicht en begeleiding te bieden ter voorkomen van recidive van crimineel gedrag. Mochten er vermoedens zijn dat de thuissituatie niet veilig is dan wordt het gewone traject van de jeugdbescherming doorlopen; de Raad voor de Kinderbescherming doet onderzoek, de kinderrechter beslist of het kind uit huis geplaatst wordt. Indien het antwoord ja is dan komt dit amendement in beeld. Bij een uitspraak van de kinderrechter dat een jeugdzorgplus opname nodig is gaat het om een gedwongen opname. Dit uiterste middel is nodig omdat het kind een gevaar voor zichzelf of zijn omgeving is. Een jeugdzorgplus instelling moet voldoen aan bepaalde wettelijke vereisten en de instelling is, in tegenstelling tot pleegzorg en gezinshuis, erop gericht dat de jongere niet weg kan. Opname in een jeugdzorgplus is altijd tijdelijk van aard. 26. Blz 27: hoe kan het OZJT voor 01-01-2015 allerlei zaken op regionaal niveau regelen die gedwongen hulp betreffen terwijl de organisatie zelf op dezelfde datum operationeel moet zijn? Wanneer is het inrichtingsplan klaar en krijgt de Raad inzage? Zie beantwoording vraag 22. Momenteel lopen diverse opdrachten om onderdelen binnen het OZJT uit te werken in voorstellen. De verwachting is dat in november het totale overzicht gereed is. 27. Blz 28: voor meebehandeling van ouders in relatie tot problematiek kinderen wordt extra budget ingezet. Geldt dat andersom ook en waar komt dat geld vandaan? Er is geen standaard financiering voor deze ondersteuning. In Enschede wordt ondersteuning voor bijvoorbeeld Kopp (kinderen met psychiatrische problematiek) en KVO (kinderen van verslaafde ouders) uit preventiemiddelen gefinancierd. 28. Blz 29: werving en selectie pleegzorg. In hoeverre worden de kennis en kunde van pleegouders verhoogd als dat nodig is vanwege de hulpvraag van de kinderen? Pleegouders worden begeleid door de pleegzorgorganisatie. Als er behoefte is aan aanvullende kennis dan wordt bekeken hoe daar aan voldaan kan worden. 29. Blz 29: houden kinderen recht op zorg als de ouders verhuizen? De verwachting is dat de gemeente waar het kind naar verhuisd, het ondersteuningsplan over neemt. Het Rijk werkt met gemeenten en verzekeraars momenteel aan een enkel informatieknooppunt, 5

waardoor dergelijke informatie snel gedeeld kan worden. Het kan voorkomen dat de gemeente van vestiging andere ondersteuning financiert. 30. Blz 29: wordt er binnen het jeugdhulpbudget ontschot of binnen het totaal sociaal domein? Hiermee worden het huidige CJG budget, ondergebracht in de begroting O&O, en het nieuwe jeugdhulpbudget bedoeld. Deze worden ondergebracht in de programmabegroting WZW. 31. Blz 30: waarom is 2,2% van het macrobudget gereserveerd voor afspraken op landelijk niveau terwijl de lokale en regionale hulp ontschot wordt? Dit bedrag is bedoeld om een aantal zeer specialistische functies in te kopen, bij een zeer beperkt aantal instellingen. Vanuit efficiency in inkoop is besloten dit gericht in te kopen voor alle gemeenten. Het heeft dus vooral betrekking op inkooptechniek. 32. Op basis van de budgetafspraken kunnen aanbieders {twee} maandelijks worden bevoorschot met periodieke herijking en een eindafrekening per jaar. Wat betekent dit precies? Factuurbetaling voor de hulp aanvangt? Wat zou er dan herijkt moeten worden aan het eind van het jaar? Is het niet zo dat ergens bepaald wordt wie welke soort en welke hoeveelheid hulp geeft en dat daar een uurtarief voor staat? Aanbieders die voor budgetafspraken in aanmerking komen, ontvangen ten behoeve van hun liquiditeit (twee) maandelijks een bevoorschotting, Het voorschot is op jaarbasis 75% van de budgetafspraak. Gedurende het jaar, en dus niet alleen aan het einde van het jaar, wordt de daadwerkelijk geleverde zorg gemonitord. Op basis hiervan kan de budgetafspraak worden aangepast. En daarmee de bevoorschotting. De budgetafspraak is gebaseerd op de geprognotiseerde omzet van de aanbieder. De werkelijke omzet wordt gemaakt door de soort en hoeveelheid hulp en het tarief dat daarvoor staat. 33. Blz 32: sturing op budget. Uitwerkingspunt. De wijkteams krijgen budgetverantwoordelijkheid om te sturen op resultaten op wijkniveau. Is duidelijk hoe de verdeling van hulpvraag per wijk nu is verdeeld en hoeveel van welke hulp? Door cijferonderzoek is een verdeling bekend, maar die omvat niet alle vormen van ondersteuning omdat die cijfers nog niet beschikbaar waren. De verwachting is dat de gemeente dit overzicht pas goed kan opstellen wanneer wij daadwerkelijk toegang hebben tot alle data die binnen onze verantwoordelijkheid gaan vallen. 34. Blz 32: ten aanzien van de jeugdzorg plus zal worden bekostigd op basis van een prijs per traject. Waarom hier wel? Wat is het voordeel? Inmiddels is na nader marktonderzoek gebleken dat trajectfinanciering, zoals deze in het strategisch inkoopdocument is genoemd en in eerste instantie door het ministerie VWS was voorgesteld, niet voor 2015 haalbaar is voor de instellingen waarmee wij contracten moeten sluiten. De huidige insteek is het afspreken van dagprijzen per bed. 35. Blz 32: dat doen we door de financiële sturing meer wijkgericht te organiseren. Wat betekent dat voor de kwaliteit en de kwantiteit van zorg? Voor de kwaliteit van zorg heeft dit geen gevolgen. Wel wordt beter inzichtelijk in welke wijk meer behoefte is aan welke type zorg en kan worden gekeken naar de achterliggende redenen hiervan. Het betekent dan ook niet dat er meer geld naar een wijk gaat voor bijvoorbeeld specialistische zorg, maar bijvoorbeeld meer wordt ingezet op preventieve activiteiten en verbetering van de signalering. Dit kan er op termijn toe leiden dat er minder specialistische hulp wordt ingeschakeld en meer lichtere ondersteuning. 6

36. Blz 33: In de gemeentelijke verordening nemen we op hoe we binnen de wettelijke kaders omgaan met de ouderbijdrage (inning en uitzonderingen). Wat zijn de mogelijkheden die de gemeente heeft en komen de ouderbijdragen ten goede van het jeugdhulpbudget? In het Uitvoeringsbesluit zijn de hoogte van de ouderbijdrage, termijn waarin deze moet zijn voldaan, de wijze van invordering en de uitzonderingsgronden voor het verschuldigd zijn van een ouderbijdrage opgenomen. Zo zijn ouders die een algemene bijstand ontvangen op grond van art. 20, eerste lid, of art. 23, eerste lid, onder a, van de Wet werk en bijstand uitgezonderd. De ouderbijdrage wordt vastgesteld en ten behoeve van gemeenten geïnd door het CAK. In de wet is een hardheidsclausule opgenomen die het mogelijk maakt voor het CAK om de verplichte ouderbijdrage buiten toepassing te verklaren indien sprake is van onbillijkheid. Het doel van de gemeente is om de ouderbijdrage ten goede te laten komen van de gemeentelijke jeugdhulptaken. 37. Blz 33: jeugdzorginstellingen worden gestimuleerd om met geregistreerde jeugdzorgwerkers en gedragswetenschappers te werken. Kan de gemeente dat eisen? Werkgevers in de jeugdhulp worden in het kader van verantwoorde zorg verplicht te werken met geregistreerde professionals, tenzij zij kunnen aangeven waarom dit zonder kwaliteitsverlies niet noodzakelijk is. De inspectie ziet hierop toe, via te samen met veldpartijen te ontwikkelen veldnormen die worden opgenomen in het toezichtkader. Zijn gemeenten werkgever, dan moeten zij in het relevante geval aangeven waarom geen jeugdprofessionals worden ingehuurd. Het is niet aan gemeenten om te bepalen hoe professionals in de jeugdhulp kinderen helpen. Het is aan de gemeente om wel/niet relevant aanbod in te kopen voor de door hen waargenomen hulpvraag. De verantwoordelijkheid voor het beroepsmatig handelen wordt daarmee op de eerste plaats bij de beroepsgroep zelf gelegd. 38. Blz 35: de wijkteams werken met een privacyreglement. Geldt dat ook voor ondersteuning op vrijwillige basis? Ja. 39. Blz 36: is bekend dat scholen ook vertrouwenspersonen hebben? Daar kunnen ook klachten over zorginstellingen terecht komen. Worden deze ook geïnventariseerd en gecommuniceerd met de gemeente? De vertrouwenspersoon is onderdeel van de interne structuur van de school. Het is goed dat de vertrouwenspersoon via het onderwijs en ons communicatietraject geïnformeerd wordt over de samenwerking met het wijkteam en de toegangsfunctie van het wijkteam naar de tweede lijn. De vertrouwenspersoon kan bij eventuele klachten mensen doorverwijzen naar de zorginstelling of het wijkteam. 40. Blz 37: onderdeel van de kwaliteitscriteria is tevens de voorwaarde dat zorgaanbieders zich standaard door jeugdigen en ouders laten beoordelen op de bejegening van zorgprofessionals, de effectiviteit van de hulp. Deze beoordelingen zijn publieke informatie. Is dit geen schending van privacy? De vertrouwenspersoon moet onafhankelijk zijn. Nee, het gaat om maatschappelijke verslaglegging, waarin de organisaties ingaan op de wijze waarop zij omgaan met klachten en signalen, het meten van cliënttevredenheid e.d.. Ook de vertrouwenspersoon zal geen informatie verstrekken die te herleiden is tot personen, maar veelal een signalerende functie hebben over hetgeen hij/zij tegenkomt in het werk. 41. Blz 39: we gaan verkennen of en hoe we ouders/jeugdigen rechtstreeks gaan raadplegen over ontvangen lokale ondersteuning. Hoe gaat Enschede ervoor zorgen dat bewoners op de hoogte zijn van de lokale ondersteuning, klachtenregeling en hoe maken we die zo laagdrempelig mogelijk? Het is kort dag om dit nog te moeten verkennen! 7

Via een uitgebreid communicatietraject gaan we burgers informeren over de lokale ondersteuning, klachtenregeling e.d.. Binnenkort zullen de eerste vragen en antwoorden op de gemeentelijke website verschijnen. Het verkennen slaat op de wijze waarop we het beste kunnen meten of burgers ook tevreden zijn met de ondersteuning die ze van af 2015 ontvangen hebben. 42. Blz 40: is het informatiesysteem voor monitoring van kwaliteit, klanttevredenheid, financiële verantwoording klaar? Wanneer wordt een nulmeting gehouden? Aan een goede opzet voor de nulmeting wordt momenteel gewerkt. Een voorstel richting College volgt na de zomerperiode. 43. Blz 41: is het incidentenprotocol een van de criteria waaraan jeugdhulpverleners moeten voldoen? Nee, de jeugdhulpverlener moet voldoen aan de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld. Het incidentenprotocol gaat over de wijze waarop we als gemeente willen handelen wanneer zich een incident voordoet. Dan gaat het o.a. over betrokkenheden van gemeentelijke afdelingen en bestuurlijke rollen en verantwoordelijkheden, 44. Blz 42: we betrekken de financiële en bedrijfseconomische gezondheid van zorginstellingen in de onderhandelingen. Waar nodig worden afspraken gemaakt over verbetering. Hebben alle instellingen inzicht gegeven? Wat gebeurt er met organisaties die dit weigeren? Aangezien de formele inkoopprocedure nog niet voor alle onderdelen is gestart, hebben we nog geen overzicht van alle instellingen. Maar inmiddels zijn de grote organisaties in de voorbereidingsfase bereid geweest enige inzicht te geven. Indien we menen onvoldoende zicht te hebben en zorgen bestaan, zal een organisatie geen partner worden in de inkoop. 45. Blz 44: om tot een ander systeem te komen, moeten we nu de samenleving alvast voorbereiden. Hoe doen we dat nu alvast? Door een uitgebreid communicatietraject met partners, cliënten en inwoners, waarin uitgelegd en gesproken wordt over de veranderingen. 46. Blz 47: multidisciplinaire aanpak kindermishandeling: we missen het onderwijs en centra voor jeugd en gezin bij het rijtje partners. Het onderwijs en het centrum voor jeugd en gezin zijn belangrijke partners bij het signaleren van kindermishandeling. Het pilotproject multidisciplinaire aanpak kindermishandeling richt zich op het verbeteren van de aanpak nadat er een melding is gedaan van kindermishandeling. Andere projecten ter verbetering van de aanpak zijn meer gericht op het onderwijs. Bijvoorbeeld deskundigheidsbevordering van de aandachtfunctionarissen kindermishandeling van scholen om beter toegerust te zijn om de Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling uit te voeren. Terugkoppeling naar het onderwijs is wel een aandachtspunt in het project. De GGD is een CJG partner en is één van de deelnemende organisaties in het project. 47. Bijlage 2: AMK en steunpunt huiselijk geweld worden geïntegreerd. Wordt er 1 gesloten? Het AMK is nu onderdeel van Bureau Jeugdzorg. Bureau Jeugdzorg houdt op te bestaan in 2015. Het Steunpunt Huiselijk Geweld wordt in Twente uitgevoerd door de drie Twentse maatschappelijk werk instellingen (SMD, Carint, NoordWest Twente). Het AMK en het SHG zullen samen het AMHK gaan vormen vanaf 2015. Hoe de rechtsvorm er precies uit komt te zien wordt onderzocht door de regionale projectleider AMHK. 48. Bijlage 2: Huisartsen: verwijzen huisartsen ook door naar wijkteams? En naar de hoofdaanbieders zoals Jarabee of Ambiq of naar onderaanbieders? 8

Huisartsen krijgen in de Jeugdwet de mogelijkheid om door te verwijzen naar alle vormen van jeugdhulp. We zorgen dat huisartsen voor 1 januari 2015 geïnformeerd zijn over de jeugdhulp die de gemeente gecontracteerd heeft. We zorgen ook dat de wijkteams goed bereikbaar zijn voor huisartsen. De huidige praktijk laat zien dat huisartsen vooral doorverwijzen naar de jeugd-ggz. 9