WWS Dameszeilen! Kort lesschema! Benamingen en begrippen!



Vergelijkbare documenten
CWO. Jan van Galen Juniorwacht - 1 -

Zeil insigne kielboot 1. Termen Zeil standen Overstag Gijpen Stormrondje... 5 BPR Regels Goed zeemanschap...

JEUGDZEILEN KZVW. Praktijk en theorie. Jeudzeilopleiding Kustzeilvereniging Wassenaar

JZVB 2015: CWO 1 & 2 JZVB 2015

H5 Commando s & Manoeuvres

Diploma eisen Jeugdzeilen CWO I, II en III Pagina 1 van 5

Dit examen bestaat uit 35 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 25 van de 35 vragen goed hebt

Naam: Geboorte datum: Adres: Postcode: Datum: Instructeur/trise:

Dit examen bestaat uit 35 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 25 van de 35 vragen goed hebt

Eisen Insigne zeiler (groen) CWO-Kb-II

Dit boekje is van: ...

CWO 1. Optimist WSV De Ank. Dit boek is van:

CWO 1 Instructiemateriaal

Theorie Eisen Kielboot 1

Insigne Zeilen CWO Kielboot I

Als het Holtus eiland met zijn onafscheidelijke Ome Jan eens kon praten, wat zou het n verzameling worden van spetterend jeugdplezier en spannende

Handboek Optimist zeilen. Van...

Inhoudsopgave hoofdstuk 5 Kielboot Algemeen diploma Kielboot Richtlijnen voor toetsing Schip en uitrusting...

WV het Bovenwater. Theorie CWO 1. Naam: Groep:

CWO KB 1 Instructie boek Zeeverkennersgroep De Argonauten

Deel 3: Aan boord instructie 3.1 Kielboot

YSCO Diploma zeilen NASAF 1 & 2 eisen NASAF 1 Oefen Theorie

Kielboot insigne eisen CWO handboek opleidingen 2007 en NTR 1999

Examen CWO kielboot I

Inhoudsopgave hoofdstuk 5 Kielboot

Kielboot (versie 2012)

YSCO Diploma zeilen NASAF 1 Criteria + Theorie

Kielboot zeilen - Basistheorie Overstag Manoeuvre

Examen CWO kielboot II

TOELICHTING OP DE THEORIE-EISEN Kielboot I, II en III

Naam :... Theorie optimisten 3 DWSV 1

Leskaart CWO 2 Zeezeilen

Dit boekje is van: ...

Ter ondersteuning van die boek zijn er ook diverse CWO instructiespellen & oefenexamens gemaakt die te vinden zijn op:

Naam: Telefoon: Naam groep:

Les 5: Voorrangsregels Watersportvereniging Monnickendam

Zeil instructies voor de Texelstroom

CWO II Theorie. 1. Schiemanswerk. 2. Zeiltermen. Op deze pagina vind je de theorie van CWO II KB. Het is een aanvulling op de theorie CWO I.

Welkom. De zeilinstructeurs van Wavie

Inhoudsopgave hoofdstuk 2 Jeugdzeilen

Naam :... Hoofdstuk 1: Zorg goed voor jezelf Hoofdstuk 2: De Optimist Hoofdstuk 3: De Optimist vaarklaar

Cursus FJ Uitgave 2.0 DWSV. Lesprogramma Flying Junior DWSV

1 In de figuur moet je aangeven welke termen/namen er bij de verschillende nummers horen. Welke combinatie is goed?

1. In de figuur moet je aangeven welke termen/namen er bij de verschillende nummers horen. Welke combinatie is goed?

YSCO Diploma zeilen NASAF 2 Criteria + Theorie

Inhoudsopgave hoofdstuk 3 Zwaardboot

Halzen. met. Clipper Stad Amsterdam

DEELINSIGNE VI ZEILEN

Inhoudsopgave hoofdstuk 3 Zwaardboot

WSV De Maas Venlo. (Wedstrijd)regels voor zeilers: (uitleg van de gebruikte zeiltermen, zie bjilage 1)

Zeilwoordenlijst voor waterscouting. De belangrijke vreemde woorden en begrippen voor de beginnende bemanningsleden.

BINNENVAART POLITIE REGELEMENT (BPR)

Leidraad Jeugdzeilen

R W B Gl Gr. Dit examen bestaat uit 40 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 28 van de 40 vragen goed hebt

Instructiemateriaal voor het diploma CWO Roeiboot 1/2 Met bijbehorend insigne roeien Wilhelminagroep Zeeverkenners

Instructieboekje Roei-insigne

Insigne Roeien CWO Roeien I II

Klein vaarbewijs. 6 e bijeenkomst

Instructieboekje Zeilinsigne

Z eilinstr uctie. Stichting Holtus Zeilkampen

mx ÄuÉx~}x D Eigendom van:. Deze zeilvaardigheden zijn nodig om eis nr.1 van de derde klasse eisen af te tekenen.

Deel 1: Jeugdinstructie 1.4 Jeugdzeilen kielboot

RS-Feva. Handleiding. RACING MANUAL (Part 2)

Commando's & Manoeuvres

INSTRUCTIEBOEKJE LICHTMATROOS ZV CANISIUS NIJMEGEN INHOUD

INHOUD. Inleiding 4. Bijlagen 133 I EHBO 134 II Knopen, steken, takelingen en de oogsplits 136 III Een open kielboot tot in detail 138.

Deel 1: Jeugdinstructie 1.2 Jeugdzeilen tweemans

Admiraliteit Delfland Cursusboek MBL Z1

Examen CWO roeien III

Veilig varen. Welkom KBC Utrecht.

Elk vaartuig dat geschikt is als vervoersmiddel op het water. Een boot die door spierkracht wordt voortbewogen.

Werkstuk door een scholier 3547 woorden 27 maart keer beoordeeld

Commando's & Manoeuvres

Commando's & Manoeuvres

DEEL 4.1 KAJUITJACHTZEILEN

JWF Zeilinstructie theorie

Ahoy! Mijn naam is Moos Matroos. Aan boord steek ik graag mijn handen uit de mouwen én maak ik veel plezier. Wil je ook aan de slag als matroos?

1.1.1 ALGEMEEN DIPLOMA JEUGDZEILEN RICHTLIJNEN VOOR TOETSING BOOT EN UITRUSTING... 4

Deel 1: Jeugdinstructie 1.1 Jeugdzeilen eenmans

Deel 1: Jeugdinstructie 1.3 Jeugdzeilen catamaran

Examen CWO kielboot III

Basisopleiding lesgeven

ROEI INSIGNE ACHTERGROND

Zeilles geven. Opleiding Kielbootinstructeur 2 en 3. Versie In ontwikkeling. ûlepannezeilvakanties. watersport voor iedereen

Handboek Opleidingen 2005 Hoofdstuk Diploma Kielboot III

R W B Gl Gr. Dit examen bestaat uit 40 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 28 van de 40 vragen goed hebt

Onderdelen... 3 Zeiltermen... 7 Koersen Enkele termen Andere termen Binnenvaart Politie Reglement (BPR) Begrippen...

INTRODUCTIE KEUS 22 FRIESE SPORTBOOT VAN DE WERELD TIJD NIEUWS IETS VOOR

Oefenopgaven bij hoofdstuk 1

Handleiding Max Fun 25.

Een dwarsgetuigdschip vaart prima met de wind mee.maar veel minder goed met halve wind of aan de wind.

Deel 2: Afstandsinstructie 2.3 Catamaran

Kielboot zeilen - Basistheorie BPR in het kort. Inleiding

HANDBOEK. JEUGDZEILEN CATAMARAN Alles wat je moet weten, van beginner tot gevorderde

Training nautische vaardigheden. Scheepsmakkers Deelinsignes roeien & touwwerk

Bij meer wind en hogere golven, mast meer naar achteren zetten. Bij weinig wind en geen golven meer naar voren (maximaal rechtop.)

RS-Feva. Handleiding. RACING MANUAL (Part I)

1. Als een schip wordt opgelopen door een ander schip, waar moet je dan rekening mee houden?

Versie 6.1 Februari 2008 Copyright Kleine admiraliteit t Westland

Klaar om te wenden.. ..Re! We staan aan de vooravond van een prachtige afsluitende activiteit van 2 jaar sportklassen: het zeilkamp!

Transcriptie:

WWS Dameszeilen Kort lesschema Hieronder een zeer beknopte beschrijving van het basiszeilen. Wanneer je dit allemaal onder de knie hebt kun je gerust een bootje meenemen. Het is geschreven als korte leidraad voor instructeurs, dus wees niet verbaasd als je het niet helemaal begrijpt. Voor uitgebreidere beschrijving verwijs ik graag naar andere boeken. Ik heb de Leidraad voor zeilers geraadpleegd. Veel plezier Benamingen en begrippen Onderdelen van de boot Tuigage Omgeving romp mast loef boeg verstaging lij spiegel want hogerwal dek giek lagerwal gangboord gaffel bovenlangs voordek grootzeil onderlangs achterdek fok oploeven kiel vallen afvallen roer helmstok stuurboord bakboord kuip schoten huik mik

Zeilklaar maken Huik eraf Schoten aanslaan Vallen aanslaan, klauwval en piekeval. Kraanlijn aanslaan. Hijsen Boot met de kop in de wind Grootzeil hijsen. Bemanning aan de zijde waar de kraanlijn zit voor veiligheid. Schoot los, piek omhoog, klauw en piek gelijktijdig, klauw doorzetten en beleggen, halstalie vast, piek doorhalen. Fok hijsen? Waarschijnlijk rolfok, dus niet nodig. Vallen netjes opschieten. Varen Sturende werking van de zeilen uitleggen. Grootzeil heeft loevende werking, fok laat afvallen. Sturen doe je met zeilen, roer is voor het fijne werk. Oefenen met oploeven en afvallen. Gebruik zeilen en roer gezamenlijk. Koers varen met punt op de wal. Gevoel krijgen voor de werking van zeilen en roer. Stand van de zeilen en koersen oefenen. Aan de wind, halve wind, ruime wind en voor de wind. Gebruik eventueel de windroos met alle koersen. Hierin is ook de dode hoek zichtbaar die handig is om overstag uit te leggen.

Overstag gaan. Uitleg dode hoek. Hoog aan de wind zeilen. Kijken of er ruimte is om overstag te gaan. Klaar om te wenden, ree. Fok iets vieren. Schip gaat vanzelf door de wind. Eventueel fok bak. Fok over. Netjes aan de wind varen over de nieuwe boeg. Probeer netjes overstag te gaan met een rechte hoek, geen vraagteken achterlaten in het kielzog. Opkruisen in nauw vaarwater Dit is een goede oefening voor de meer gevorderde zeiler. Let hierbij op snelheid houden, zowel tijdens de slag als tijdens het overstag gaan. Is het recht in de wind of is er een lange en korte slag. Op korte slag meer snelheid houden, op lange slag hoogte houden. Let op luwtes en geef schepen aan SB ruimte. Dwarspeiling Ook een goede oefening om gevoel te krijgen voor lijnen op het water. Neem een bovenwinds gelegen punt op ruim water. Laat zeiler mbv dwarspeiling op een rechtstreekse koers naar dit punt komen. Hou rekening met de afstand tot het punt, verlijeren en de ruimte nodig voor de overstag manoeuvre. Gijpen Uitleg over wanneer een gijp nodig is. Gebruik eventueel weer de windroos. Goed voor de wind varen. Verzitten naar lijzijde. Klaar voor de gijp. Grootzeil inhalen, helmstok controleren met lichaam. Indien nodig verder door de wind sturen, grootzeil laten overkomen en schoot vieren. Helmstok controleren met arm. Tijdens de gijp goed koers houden. Neem punt op de wal als hulpmiddel. Stormrondje Uitleg over gijpen dmv overstag gaan. Dit is veiliger, maar kost meer ruimte. Voer een stormrondje rustig uit.

Manoeuvres Afvaren van hogerwal Afvaren van hogerwal wordt gedaan met gehesen zeilen. De boot ligt aan één landvast. Voor afvaart een keuze maken voor welke richting wordt gekozen om vol te vallen. Hiervoor wordt de grootste hoek gekozen, waarbij de boot minder ver moet afvallen om vrij te komen van de wal. Dit omdat de boot eerst weinig vaart heeft en dus slecht bestuurbaar met het roer. Stuurman kiest de zijde van volvallen en gaat aan toekomstige loefzijde zitten. Schoten goed los. Uitkijken of het water vrij is. Afduwen recht naar achter of in de juiste richting. Roer geven voor deinzend schip. Fok bak en wachten tot er goed is afgedraaid van de wal. Fok over en grootzeil aantrekken. Aankomen aan hogerwal Uitleg over het minderen van vaart. Alleen mogelijk door in- of aan de wind te varen en zeilen te vieren. In principe twee mogelijkheden: sliplanding en opschieter. De sliplanding heeft de voorkeur omdat de snelheid beter gecontroleerd kan worden. Oefenen met het zoeken van de juiste aan de windse lijn op ruim water. Niet te laag en niet te hoog. Probeer te slippen door langzaam schoten te vieren. Pas vlak voor het eindpunt de schoten helemaal los. Daarna proberen aan een hoger wal. Zoek ruimte. Juiste koers is erg belangrijk. Goed naar de zeilen kijken. Niet te vroeg stil liggen omdat op gang komen bijna niet meer mogelijk is. Iemand naar voren met landvast om af te houden. Vergeet landvast niet mee te nemen

Man over boord manoeuvre Voor de liefhebbers een leuke oefening en wellicht nuttig. Bij man overboord (gebruik stootwil met meerpen oid) val je snel af tot voor de wind. Dit om zodoende de man overboord als bovenwinds gelegen punt dmv sliplanding aan te kunnen varen. Roep: Zwem en laat iemand de man aanwijzen om hem niet uit het oog te verliezen. Na 4-5 scheepslengtes oploeven tot aan de wind, dwarspeiling op de man (denk eraan dat je dichtbij bent en dat de overstag nog een scheepslengte hoogte oplevert), overstag en slippend naar de man varen. Binnenhalen aan loef om er niet overheen te varen. Zodra de man vast is, fok bak om niet over de man heen te draaien.

Schipperen Na de basistechnieken kun je aan de gang met: Varend hijsen en strijken Bomen. Aan de wind grootzeil hijsen. Fok kan altijd. Ankeren Lokatie kiezen. Grond peilen. Fok strijken. Anker neer. Lengte ankerlijn of ketting. Achtergrondspeiling Afmeren Landvasten beleggen op kikkers. Stootwillen, plaats en bevestiging. Spring aanbrengen. Reven Knopen Halve steek Mastworp Paalsteek Achtknoop Schootsteek Platte knoop Regelement (BPR) 1. Goed zeemanschap 2. Koers houden of duidelijk uitwijken 3. Klein wijkt voor groot 4. Schip dat een gestrekte koers aan SB wal vaart gaat voor. Tegengestelde koersen 5. Beide schepen wijken naar SB uit. 6. Motor wijkt voor zeil 7. Bij twee zeilboten: SB wijkt voor BB Kruisende koersen 8. Schip van rechts heeft voorrang (twee motorboten) 9. Motor wijkt voor zeil 10. Twee zeilende schepen: SB boeg wijkt voor BB boeg, loef wijkt voor lij Oplopende koersen 11. Oploper haalt links in. Opgelopene geeft mogelijkheid.