Wiskunde oefentoets hoofdstuk 10: Meetkundige berekeningen

Vergelijkbare documenten
Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 vrijdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde B havo 2017-I

OEFENTOETS VWO B DEEL 3

Gebruik de applet om de vragen te beantwoorden. Beweeg punt P over de cirkel.

Hoofdstuk 10 Meetkundige berekeningen

Tentamen Wiskunde B CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE. Datum: 19 december Aantal opgaven: 5

Tentamen Wiskunde B CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE. Datum: 16 januari uur Aantal opgaven: 5

Paragraaf 4.1 : Gelijkvormigheid

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 maandag 15 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

6.1 Rechthoekige driehoeken [1]

4.0 Voorkennis. 1) A B AB met A 0 en B 0 B B. Rekenregels voor wortels: Voorbeeld 1: Voorbeeld 2: Willem-Jan van der Zanden

Voorbeeldtentamen Wiskunde B

14.0 Voorkennis. sin sin sin. Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel:

Voorbeeld paasexamen wiskunde (oefeningen)

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Opgave 1 Bekijk de Uitleg, pagina 1. Bekijk wat een vectorvoorstelling van een lijn is.

Eindexamen vwo wiskunde B 2014-I

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 20 mei uur

wiskunde B Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Oefenexamen wiskunde vmbo-tl Onderwerp: meetkunde H2 H6 H8 Antwoorden: achterin dit boekje

1 Coördinaten in het vlak

Voorbeeld paasexamen wiskunde (oefeningen)

wiskunde B pilot havo 2015-I

1 Cartesische coördinaten

Voorbeeldtentamen Wiskunde B

opdrachten bij hoofdstuk 7 Lijnen cirkels als PDF

9.1 Vergelijkingen van lijnen[1]

2.1 Cirkel en middelloodlijn [1]

Hoofdstuk 1 LIJNEN IN. Klas 5N Wiskunde 6 perioden

Bal in de sloot. Hierbij zijn x en f ( x ) in centimeters. Zie figuur 2.

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 21 juni uur

Hoofdstuk 8 : De Cirkel

uuur , DF en DB met kentallen. b) Laat zien door twee keer de stelling van Pythagoras in een rechthoekige uuur

Voorbereiding : examen meetkunde juni - 1 -

Hoofdstuk 6 : Projectie en Stelling van Thales

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Bij deze PTA-toets hoort een uitwerkbijlage, die behoort bij opdracht 4c. Pagina 1 van 8. Vestiging Westplasmavo

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 22 juni uur

Examen VWO. Wiskunde B Profi

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 20 juni uur

2. Waar of vals: Als een rechte a evenwijdig is met een vlak α en dat vlak staat loodrecht op een vlak β dan staat a loodrecht op β.

Examen havo wiskunde B 2016-I (oefenexamen)

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

8.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Bereken het snijpunt van 3x + 2y = 6 en -2x + y = 3

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 dinsdag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde B vwo 2015-II

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

wiskunde B pilot havo 2016-I

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 maandag 23 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde B vwo 2017-I

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Meetkundige Ongelijkheden Groep 2

wiskunde B havo 2017-II

3 Hoeken en afstanden

Analytische Meetkunde

Met behulp van deze gegevens kan worden berekend welke maximale totale behoefte aan elektrische energie in Nederland er voor 2050 wordt voorspeld.

Eindexamen vwo wiskunde B pilot II

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Antwoordmodel - Vlakke figuren

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Opgave 1 Bestudeer de Uitleg, pagina 1. Laat zien dat ook voor punten buiten lijnstuk AB maar wel op lijn AB geldt: x + 3y = 5

De arbelos. 1 Definitie

Paragraaf 10.1 : Vectoren en lijnen

Samenvatting VWO wiskunde B H04 Meetkunde

Analytische meetkunde. Les 4 Kwadratische vergelijkingen (Deze les sluit aan bij de paragraaf 3.1 van Analytische meetkunde van de Wageningse Methode)

Noordhoff Uitgevers bv

1 Analytische meetkunde

1 Analytische meetkunde

Samenvatting stellingen uit de meetkunde Moderne Wiskunde voor het VWO (bovenbouw)

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B 1-2 vwo 2002-II

4.1 Rekenen met wortels [1]

PROBLEEMOPLOSSEND DENKEN MET

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 14 mei uur

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2008-II

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde.

Examen VWO. wiskunde B1,2

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2008-II

1 Middelpunten. Verkennen. Uitleg

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2002-II

Uitwerkingen tentamen Wiskunde B 16 januari 2015

Eindexamen vwo wiskunde B pilot 2014-I

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 donderdag 9 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Oefenexamen 2 H1 t/m H13.2 uitwerkingen. A. Smit BSc

Dan is de afstand A B = lengte van lijnstuk [A B]: AB = x x )² + ( y ²

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Vlakke meetkunde. Module Geijkte rechte Afstand tussen twee punten Midden van een lijnstuk

wiskunde B vwo 2016-I

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 18 juni uur

Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

Uitwerkingen voorbeeldtentamen 2 Wiskunde B 2018

Examen VWO. wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen VWO wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Transcriptie:

Wiskunde oefentoets hoofdstuk 0: Meetkundige berekeningen Iedere antwoord dient gemotiveerd te worden, anders worden er geen punten toegekend. Gebruik van grafische rekenmachine is toegestaan. Succes! Driehoek in cirkel Gegeven is de cirkel c : x 2 + y 2 = 4. In deze cirkel kunnen rechthoekige driehoeken worden gemaakt. Deze ontstaan door de punten A, B en C in het vierde, derde respectievelijk tweede kwart op de cirkelrand te nemen. Volgens de Stelling van Thales moet de lijn AC dan altijd door de oorsprong gaan. Zie figuur. Voor deze opgave beschouwen we alleen de driehoeken waarvoor AB < BC. 4pt. Bereken in vijf decimalen nauwkeurig wat de lengte van BC is, in het geval dat de oppervlakte van ABC een kwart is van de oppervlakte van cirkel c. Neem vanaf nu aan dat C(, 3). Lijn k is de raaklijn in A en lijn l is de raaklijn in B. 2pt 2. Bereken de afstand van punt C tot de lijn k. 7pt 3. Bewijs dat het snijpunt van de raaklijnen k en l gegeven is door ( 0, 4 3 3 ).

Examen 207 - I Een atleet gooit een speer vanaf de afwerpboog. Dit si een deel van de cirkel met het zogeheten 8m-punt als middelpunt en straal van 8 meter. De speer moet landen in het gebied binnen twee lijnen die een hoek van 28,65 o met elkaar maken. Deze twee lijnen snijden elkaar in het 8m-punt. De gemeten afstand wordt als volgt gemeten: trek een rechte lijn vanaf de plek waar de speer landt tot het 8m-punt; de lengte van het deel van deze lijn van de plek waar de speer landt tot de afwerpboog, is de gemeten afstand. Door deze manier van meten kan het voorkomen dat er een verschil is tussen de werkelijk geworpen afstand en de gemeten afstand. In de figuur staat hiervan een bovenaanzicht. De winnaar van het speerwerpen bij de mannen op de Olympische Spelen van 202 won met een gemeten afstand van 84,58 meter. Als hij zou hebben geworpen volgens de situatie in de figuur, dan zou zijn werkelijk geworpen afstand groter zijn geweest. 4pt 4. Bereken in hele centimeters nauwkeurig het verschil tussen de gemeten afstand en de werkelijk geworpen afstand in deze situatie. 2

Vierkant en driehoek Gegeven is een vierkant ABCD, met zijden zes. AE = BE, BF = 2CF en AG = 3DG. Verder is gegeven dat 3pt 5. Bewijs dat F SG = 90 o. 5pt 6. Bereken de lengte van lijnstuk GS. Cirkels en raaklijnen Gegeven zijn de cirkels: c : x 2 4x+y 2 6y+9 = 0 en c 2 : x 2 + (y + a) 2 = 4. De cirkels raken elkaar in het punt S. Zie figuur hiernaast. De waarde van a is ongeveer 0,46. 3pt 7. Bereken de exacte waarde van a. 3

De raaklijn k aan de cirkel c en c 2 wordt gegeven door y = 3 3x+3 2 3 3. Cirkel c 3 raakt aan cirkel c 2 en c, en het middelpunt ligt op de lijn k. Verder is gegeven dat de afstand tussen middelpunten van c en c 3 gelijk is aan 4. 4pt 8. Bepaal de cirkelvergelijking van c 3. Rond je waarden af op twee decimalen. Examen 207 - II De cirkel c met middelpunt M(0, 5) is gegeven door x 2 + (y 5) 2 = 25. De punten C( 4, 8) en D(4, 8) liggen op de cirkel. De lijn k is de raaklijn aan c in punt C en de lijn l is de raaklijn aan c in punt D. Punt A is het snijpunt van k met de x-as en punt B is het snijpunt van l met de x-as. De coördinaten van B zijn (0, 0). Tussen A en B wordt denkbeeldig een touwtje gspannen dat over de cirkel heen gaat. Het touwtje is zo gespannen dat het tussen C en D precies over de cirkel ligt. Het touwtje is recht tussen A en C en tussen D en B. Zie figuur. 5pt 9. Bereken in één decimaal nauwkeurig de lengte van het touwtje. 4

Cirkel en driehoek Gegeven is de cirkel: c : x 2 + y 2 =. De horizontale raaklijn aan deze cirkel is de lijn y =. De lijn y = px, met p >, snijdt de cirkel in een punt D en de lijn y = in het punt E. In het punt D kan een raaklijn aan de cirkel worden opgesteld. Deze raaklijn snijdt de lijn y = in punt F. Zie figuur. 2pt 0. Toon aan dat DF E gelijk is aan tan ( ) p. 2pt. Toon aan dat E gegeven wordt door ( p, ). 4pt 2. Toon aan dat D gegeven wordt door (, p ) p 2 + p 2 +. ( Verder kun je punt F uitdrukken in p, en dat geeft: p p2 +, ). Mocht je het leuk vinden, probeer deze dan ook aan te tonen. 3pt 3. Toon ( aan dat de oppervlakte van DEF gelijk is aan 2 p + ( p 2 + ) + p + p p 2 + ). EINDE Harm van Deursen 207 5