C.V.I. 11.1 Hoeveelheidsaanduidingenbesluit (Warenwet) 11.1 Hoeveelheidsaanduidingenbesluit (Warenwet)



Vergelijkbare documenten
houdende aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van de Richtlijnen 75/106/EEG en 76/211/EEG van de Raad in de sector van de voorverpakkingen

Eisen VWA/Nmi. Q n. In formules: 1. x Q n. Van e-voorverpakking in gram of ml. In % van Q n In gram of ml

Metrologische Reglementering

RICHTLIJN VAN DE RAAD

(Besluiten waarvan de publikatie niet voorwaarde is voor de toepassing) RAAD RICHTLIJN VAN DE RAAD. van 20 januari 1976

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

Examen VWO. wiskunde A1 Compex. Vragen 1 tot en met 11. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt.

Interventies VWA bij afwijkingen en overtredingen van wet en regelgeving levensmiddelen: etikkettering levensmiddelen; juli 2008

PRODUCTSCHAP DRANKEN VERPAKKINGSVERORDENING PRODUCTSCHAP DRANKEN 2003

Examen VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

(Besluiten waarvan de publikatie niet voorwaarde is voor de toepassing) RAAD RICHTLIJN VAN DE RAAD. van 26 juni 1975

Eindexamen wiskunde A 12 VWO I

Vo (EG) Nr. 1677/88, gewijzigd bij Vo (EG) Nr. 888/97 en Vo (EG) Nr. 46/03, Vo (EG) Nr. 907/04 KOMKOMMERS

Meetvoorwaarden voor productie-installaties met registratie van nuttig aangewende warmte

Examen HAVO. Wiskunde B1

Examen VWO. Wiskunde A1 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Wiskunde A Experimenteel (oude stijl)

Geconsolideerde TEKST

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

(Besluiten waarvan de publikatie niet voorwaarde is voor de toepassing) RAAD RICHTLIJN VAN DE RAAD. van 19 december 1974

Statistische Proces Controle

Statistische controle Balgengasmeters en Ultrasone gasmeters

SECTORIËLE RONDZENDBRIEF CDS3IS1203 INDIENEN VAN HET BEWIJS VAN VERWERKING VAN DE INDUSTRIËLE GRONDSTOFFEN

PUBLICATIEBLAD VOOR KOLEN EN STAAL UITGEGEVEN DOOR DE PUBLICATIEDIENST VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP TE LUXEMBURG

OEKRAÏNE BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders

Eindexamen wiskunde B1 havo 2000-II

De Inspecteur-Generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit,

Les 1 Kwaliteitsbeheersing. Les 2 Kwaliteitsgegevens. Les 3 Introductie Statistiek. Les 4 Normale verdeling. Kwaliteit

KROATIË BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN. 1. Benodigde transportvergunningen voor Nederlandse vervoerders

Statistische controle

Examen VWO. wiskunde A1. tijdvak 1 maandag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Metrologische Reglementering

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ

Gearchiveerd op 23/11/2010

Categorie indeling ovetreding nieuw. interventies

Metrologische Reglementering

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven KvK Utrecht T

Statistiek ( ) ANTWOORDEN eerste tentamen

Examen VWO. wiskunde A1,2

Gelet op de artikelen 9 en 14 van het Meetinstrumentenbesluit I en artikel 8 van het Meetinstrumentenbesluit II;

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Erkenningen Buitengrens Inspectie Post / Sub Inspectiepost Verlenen en onderhoud erkenning (HPIE0201) 8 juni 2016 Versie: 1.1.1

Provinciale dienst van:... Datum:... Verantwoordelijke Controleur:... Nr:... Operator :... N uniek... Adres :... C NC Punten NA

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN: RECTIFICATIE Betreft: In alle talenversies van bovengenoemde verordening zijn kennelijke fouten geslopen.

Vo (EG) Nr. 1292/81, gewijzigd bij Vo (EG) Nr. 888/97 Vo (EG) Nr. 1135/01 en Vo (EG) Nr. 46/03, Vo (EG) Nr. 907/04 AUBERGINES

F1 71 PE T4.3 TREKKERS

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

EU, WOR WORTELEN I. DEFINITIE VAN HET PRODUCT

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 31 mei uur

Gearchiveerd op 05/01/2015

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 1 juni totale examentijd 3,5 uur

Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n. 10 ( x ) ,16

RICHTLIJN VAN DE RAAD. van 4 maart 1974

HET BESTUUR VAN HET PRODUCTSCHAP TUINBOUW,

Geluidabsorptie van een aantal Sonaspray constructies

code IB02-SPEC46 versie 06 Inwerkingtreding: 01 september 2017 pag. 1 van 6

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

TOELATINGSAKTE Nieuwe toelating Gelet op de aanvraag ingediend op 03/11/2016. De Minister van Leefmilieu beslist:

EUROPEES PARLEME T EUROPESE U IE COD 96/0117 PE-CO S 3633/98

BEPALING VAN DE ZUURGRAAD IN GROND EN/OF OPPER- VLAKTEWATER M.B.V. EEN PH-METER

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/699 VAN DE COMMISSIE

Examen VWO. wiskunde A1,2. tijdvak 1 maandag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

4G/20.5/S/17 B/

Metrologische Reglementering

Statistische controle Elektronische Volume Herleidingsinstrumenten

Vo (EG) Nr. 1455/99, gewijzigd bij Vo (EG) Nr. 2706/00; Vo (EG) Nr. 2147/02; Vo (EG) Nr. 46/03, Vo (EG) Nr. 907/04 PAPRIKA'S

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Netwerkdiagram voor een project. AON: Activities On Nodes - activiteiten op knooppunten

Aanhangsel 3. Voorwaarden technische dienst laatste fase als vermeld in artikel 16ter, 1, 5, 4

DPA 2303 Handelsnormen eieren in de pakstations [2303] v3

IN WERKING STELLEN VAN DE TEMPERATUURHERLEIDING VAN EEN ELEKTRONISCHE

6.1 Beschouw de populatie die wordt beschreven door onderstaande kansverdeling.

Eindexamen wiskunde A vwo 2001-I

Warenwetregeling Dieetvoeding voor medisch gebruik

NCAE. Toelichting handelsnormen voor eieren - verzamelaars november 2013

Samenvatting wetgeving omtrent Machines en Arbeidsmiddelen

Algemene Voorwaarden BeeDirect. 1) Algemene voorwaarden

Extra inkoopconditie Kommissiekorting/Keukenplanningskorting.

BENODIGDE TRANSPORTVERGUNNINGEN

BIJLAGE V. Technische bepalingen inzake stookinstallaties. Deel 1. Emissiegrenswaarden voor de in artikel 32, lid 2, bedoelde stookinstallaties

Digitale eikwaliteits meting DET6000

Energie besparen door METEN

Eindexamen wiskunde A1-2 vwo 2006-I

+31 (0) E:

Geleidebiljetten EXA december 2015 Versie: 1.0.0

Wijzigingen opbrengstbeoordeling in het primair onderwijs Februari 2011

Het wetgevend kader voor aerosols

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

MS Semen Storage Pro

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

Meetstrategie met betrekking tot stookinstallaties

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

L 291/36 Publicatieblad van de Europese Unie

TRA 3191 Onmiddelijke verpakking diervoeders - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE [3191] v1

+31 (0) E:

C.V.I Berekening vleesgehalte

beleid remtestinrichtingen

Gedragsregels VTU Kisten commissie

Transcriptie:

11 Wetgeving 11.1 Hoeveelheidsaanduidingenbesluit (Warenwet) Auteur : T.J. Verkleij H.L. Heeres TNO Earth and Environmental Life Science Zeist december 2013 blad 1 van 11

INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 3 2 Afvulsystemen... 3 2.1 Minimum afvulsystemen... 3 2.2 Gemiddeld afvulsysteem... 3 2.3 Enkele begrippen en randvoorwaarden... 4 2.4 Voorwaarden voor het verpakkingsproces... 5 2.5 Overige voorwaarden... 6 2.6 Erkenning door de NVWA... 7 3 Het E-teken en de vleeswaren industrie... 7 3.1 Het vulproces... 7 3.2 Bedrijfscontrole... 8 3.2.1 Verwerking van de meetresultaten m.b.v. controlekaarten... 8 3.2.1 Automatische verwerking van de meetresultaten... 9 3.3 Tarra... 10 4 Keuze tussen gemiddelde afvulsysteem en minimum afvulsysteem... 10 5 Bronnen... 11 blad 2 van 11

1 INLEIDING In april 1980 is het Hoeveelheidsaanduidingenbesluit (Warenwetbesluit) in werking getreden. De E.E.G.-richtlijnen 75/106/E.E.G. en 76/211 /E.E.G. betreffende voorverpakkingen naar gewicht of volume met de wijzigingen volgens richtlijn 78/891 /E.E.G. werden hierbij in de Nederlandse wetgeving opgenomen. In dit besluit zijn regels vastgesteld om voorverpakkingen naar gewicht of volume af te vullen. Wanneer aan de voorschriften van het Hoeveelheidsaanduidingenbesluit wordt voldaan, dan is het toegestaan een vermelding van de netto inhoud van een eet of drinkwaar aan te geven in samenhang met het e-teken. Voorwaarde is dat de producent beschikt over een door de Voedsel- en Waren Autoriteit (NVWA) of door het Nederlands Meetinstituut (NMi) goedgekeurd bedrijfscontrolesysteem voor het afvullen van zijn producten. Ook de aanwezige software in de weegsystemen moet goedgekeurd zijn. De producent mag dan onder voorwaarden het e-teken vermelden en het gemiddeld vermelde gewicht afvullen in plaats van het minimum gewicht. In deze bijdrage wordt een en ander verder uitgewerkt. 2 AFVULSYSTEMEN Bij het afvullen van producten in een gesloten verpakking zijn er twee verschillende systemen mogelijk: 2.1 Minimum afvulsystemen Afvulsysteem, waarbij de werkelijke inhoud van een voorverpakking minimaal de nominale hoeveelheid (gewicht of volume vermeld op de verpakking) moet zijn. Bij deze werkwijze heeft de producent de plicht om voorverpakkingen af te leveren waarvan de werkelijke inhoud minimaal overeenkwam met het netto gewicht vermeld op de verpakking (nominaal gewicht). Doordat het afvulproces altijd enige spreiding (S) in gewicht vertoont, is het noodzakelijk om het streefgewicht enige grammen boven het nominale gewicht in te stellen. Hierdoor word voorkomen dat verpakkingen worden geproduceerd, waarvan de werkelijke hoeveelheid onder het nominale gewicht zou liggen (ondergewichten). Dit afvulsysteem is met het onderstaande praktijkvoorbeeld weergegeven: Voorbeeld 1: gegevens: - Boterhamworst - Nominaal, op verpakking vermeld gewicht 340 g - Standaardafwijking van het vulproces S = 2 g - Verdeling van de gewichten is een normale verdeling Op welk streefgewicht moet de vulmachine nu afgesteld worden? Omdat ondergewichten niet toegestaan is, moet de machine afgesteld worden op een gemiddelde hoeveelheid van minimaal (3,1 x S) + 340 g = 346,2 g. De factor 3,1 is afkomstig uit de tafel nr. 1 [nominale verdeling] van Wijvekate, Verklarende Statistiek- bij een onder- of overschrijdingskans van 0.1 %. Bij deze afstelling bestaat er dus nog altijd een kans van 1 op 1.000 verpakkingen, dat er een ondergewicht wordt aangetroffen. Wordt een nog kleinere onderschrijdingskans vereist, dan zal de instelling van het streefgewicht nog verder van het nominale gewicht moeten liggen. Het bovenstaande is in figuur 1 grafisch weergegeven: 2.2 Gemiddeld afvulsysteem Afvulsysteem, waarbij de gemiddelde werkelijke inhoud van voorverpakkingen niet kleiner blad 3 van 11

mag zijn dan de nominale hoeveelheid. In de vleeswarenindustrie wordt hoofdzakelijk in gewichtseenheden en niet in volumeeenheden gewerkt, vandaar dat hier voornamelijk de gewichtseenheden (g en kg) gehanteerd worden. Op basis van het Hoeveelheidsaanduidingenbesluit heeft de producent de mogelijkheid gekregen om voorverpakkingen te maken voor alle EEG-lidstaten, waarvan de gemiddelde werkelijke hoeveelheid groter of gelijk is aan het nominale gewicht. 2.3 Enkele begrippen en randvoorwaarden EEG-teken: de kleine letter e, zoals weergegeven in bijlage I; product: een waar of enig ander voor de handel bestemd of in de handel gebracht artikel, dat een roerende lichamelijke zaak is; vast product: een product dat niet een vloeibaar product is; in serie voorverpakt product: een product, dat zich bevindt in een verpakking, waarin het - alvorens in die verpakking in de handel te worden of te zijn gebracht - is aangebracht: a. in een hoeveelheid, die met het oog op de verkoop van dat product in constante uniforme hoeveelheden is afgestemd op een in volume of in massa uitgedrukte en vooraf gekozen waarde, en b. op zodanige wijze, dat de hoeveelheid van dat product niet kan worden gewijzigd zonder dat die verpakking is geopend of een aantoonbare wijziging in die verpakking is aangebracht; serievoorverpakking: de zelfstandigheid, bestaande uit een in serie voorverpakt product en zijn verpakking; e-voorverpakking: een serievoorverpakking, waarop het EEG-teken in samenhang met een aanduiding van de hoeveelheid van een product, dat van die serievoorverpakking deel uitmaakt, wordt gebezigd; vervaardiger van serievoorverpakkingen: degene, die in de uitoefening van een bedrijf EEG-gebied: het gebied, waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap van toepassing is; nominale hoeveelheid van een serievoorverpakking: de hoeveelheid van een in serie voorverpakt product, die een serievoorverpakking blijkens een met betrekking tot die voorverpakking gebezigde hoeveelheidsaanduiding wordt geacht te bevatten; werkelijke inhoud van een serievoorverpakking: de werkelijke hoeveelheid van een in serie voorverpakt product, aanwezig in een serievoorverpakking en - voor zover de nominale hoeveelheid van die serievoorverpakking in een meeteenheid van volume is blad 4 van 11

uitgedrukt - bepaald bij de temperatuur waarbij het product ten verkoop voorhanden pleegt te worden gehouden, indien het betreft een in diepgevroren of bevroren toestand verkerend product, dan wel bepaald bij een temperatuur van 20 C, indien het betreft een in een andere toestand verkerend product; fout in minus van een serievoorverpakking: de hoeveelheid die de werkelijke inhoud van een serievoorverpakking kleiner is dan de nominale hoeveelheid van die voorverpakking; voorverpakt product: een product, dat zich bevindt in een verpakking, bestemd of geschikt om daarin dat product aan een eindverbruiker of aan instellingen af te leveren en waarin dat product - alvorens in die verpakking in de handel te worden of te zijn gebracht - is aangebracht op zodanige wijze dat de in die verpakking aanwezige hoeveelheid van dat product niet kan worden gewijzigd zonder dat die verpakking is geopend of een aantoonbare wijziging in die verpakking is aangebracht; Het Hoeveelheidsaanduidingenbesluit heeft echter alleen betrekking op voorverpakkingen met een nominaal gewicht of volume van tenminste 5 g of 5 ml en ten hoogste 10 kg of 10 1iter. 2.4 Voorwaarden voor het verpakkingsproces Indien een producent besluit tot het hanteren van het gemiddelde-afvulsysteem, zullen zijn voorverpakkingen aan de volgende voorwaarden moeten voldoen, die direct betrekking hebben op het afvulproces: Het werkelijke gewicht van een serie voorverpakkingen mag gemiddeld niet kleiner zijn dan de nominale hoeveelheid. Slechts een gering aantal (meestal wordt voor de bedrijfscontrole een maximum van 2 1 / 2 % gehanteerd) van alle voorverpakkingen mag een maximaal toelaatbare fout in minus overschrijden. Deze tolerantiegrens wordt T 0 of T u1 genoemd. Geen enkele voorverpakking met een fout in minus. welke groter is dan tweemaal de maximaal toelaatbare fout, mag er in de partij voorkomen. Deze tolerantiegrens wordt T abs of T u2 genoemd. Bij ambtelijke controle is slechts een zeer gering aantal, nl. 1 per 2.000 of 0.05% toegestaan. Zoals tabel 1 toont is de maximaal toelaatbare fout (f max.) alleen afhankelijk van het nominale gewicht. Tabel 1 Toegelaten fout bij afvullen volgens Hoeveelheidsaanduidingenbesluit (Warenwet) NOMINALE HOEVEELHEID Q n MAXIMAAL TOELAATBARE FOUT IN MINUS In g of ml in % van Q n In g of ml 5-50 9-50- 100-4,5 100-200 4,5-200- 300-9 300-500 3-500- 1.000-15 1.000-10.000 1,5 - Wat betekenen deze voorwaarden nu in het geval van het voorbeeld van de 340 g Boterhamworst? Indien een partij Boterhamworst volgens dit systeem wordt afgevuld, zal het netto gewicht van de voorverpakkingen gemiddeld ten minste 340 g moeten bedragen (voorwaarde 1). Er mogen slechts een gering aantal voorverpakkingen voorkomen met een gewicht kleiner blad 5 van 11

dan 340 - (3% x 340 g) = 329,8 g (voorwaarde 2) en hoger dan 319,6 g. In de partij mogen zich geen bussen bevinden met een gewicht kleiner dan 340 g -(2 x 10,2 g) = 319,6 g (voorwaarde 3). Met dit systeem is het dus mogelijk om bussen af te vullen met een gewicht kleiner dan 340 g, als deze ondergewichten gecompenseerd worden met overgewichten, zodat de werkelijke inhoud gemiddeld minimaal 340 g (nominaal) bedraagt. In figuur 2 wordt dit voor het voorbeeld van de 340 g Boterhamworst weergegeven 2.5 Overige voorwaarden Behoudens bovengenoemde voorwaarden direct betrekking hebbend op het afvullen, zijn er nog een groot aantal andere voorwaarden waaraan een producent moet voldoen alvorens deze kan overgaan tot het gemiddelde-afvulsysteem. Opschriften op voorverpakkingen Op elke voorverpakking moeten de onderstaande opschriften onuitwisbaar, gemakkelijk leesbaar en goed zichtbaar vermeld staan: Nominale vulhoeveelheid (Q n ) De nominale gewichts- of volume-aanduiding moet een minimale cijferhoogte hebben in mm, die afhankelijk is van de nominale vulhoeveelheid (zie tabel 2). tabel 2 Afmeting e-teken bij verschillende vulhoeveelheden Minimale cijferhoogte in mm Minimale vulhoeveelheid in g resp. ml 2 tot en met 50 3 van 50 tot en met 200 4 van 200 tot en met 1.000 6 boven 1.000 De meeteenheden die het nominale gewicht of volume aangeven, moeten worden weergegeven met g of kg, resp. ml, cl of 1. Deze symbolen mogen ook voluit geschreven worden. Tussen getalwaarde en meeteenheid komt een spatie. Dus b.v. de aanduiding gr" is fout. Identificatieteken fabrikant Op de verpakking moet een merkteken staan, waardoor de fabrikant kan worden herkend. In de vleeswarenindustrie zal dit vaak het E.G. toelatingsnummer zijn. Natuurlijk is naam en adres van de fabrikant ook toegestaan. Eventueel kan met een streepjes(uac) code worden volstaan. Het e-teken Het e-teken moet een letterhoogte hebben van ten minste 3 mm en in hetzelfde gezichtsveld blad 6 van 11

staan als nominale hoeveelheidsaanduiding. Voor de juiste vormgeving wordt verwezen naar bijlage 1. 2.6 Erkenning door de NVWA Alvorens een bedrijf over kan gaan tot het afvullen volgens het gemiddelde-afvulsysteem zal deze een (voorlopige) erkenning moeten aanvragen bij en ontvangen van de NVWA Voor het verkrijgen van deze voorlopige erkenning zal aan de NVWA inzicht moeten worden verstrekt in het vulproces(sen) en in de bedrijfscontrole van het vulbedrijf. Als het bedrijf voldoet aan de door deze dienst gestelde normen, dan zal deze een voorlopige goedkeuring krijgen. Na verloop van tijd, nadat enkele controles bij het vulbedrijf zijn uitgevoerd door de keuringsambtenaar (van de NVWA), zal een definitieve evaluatie plaatsvinden en zal een definitieve erkenning worden afgegeven. Ook na deze definitieve erkenning vindt er regelmatig controle plaats of het bedrijf aan de gestelde normen voldoet. Zaken die bij deze evaluaties door de NVWA ter sprake komen zijn: - het vulproces - de bedrijfscontrole, die statistisch onderbouwd moet zijn. 3 HET E-TEKEN EN DE VLEESWAREN INDUSTRIE In de vleeswarenindustrie lenen veel producten, zoals in blik, glas of ondoorlaatbare folies, zich ervoor om afgevuld te worden volgens het gemiddelde-afvulsysteem. De bedrijfscontrole wordt in grote mate beïnvloed door de vulprocessen, die in deze industrie gebruikt worden. 3.1 Het vulproces De frequentie en grootte van de steekproeven bij de bedrijfscontrole is afhankelijk van de volgende factoren in het vulproces: - variabiliteit van het vulproces Buiten het feit dat de variabiliteit de grootte en frequentie van de steekproef in grote mate bepaalt, zal het van deze variabiliteit afhangen of het vulproces kan worden afgesteld op een gewicht dat nagenoeg gelijk is aan het nominale gewicht of dat overwicht noodzakelijk is. Dit overwicht is nodig als er een relatief grote kans bestaat op een fout groter dan 2 x f max. Als de standaardafwijking (S) van het proces voldoet aan de voorwaarde S 0,5 x f max,dan is het niet noodzakelijk om overwicht te geven. Als 0,5 x f max. < S 0,8 x f max,, dan wordt het overwicht berekend met de formule: O.W. = 2 S - f max. Als S > 0,8 x f max dan wordt de formule O.W. = 3,3 - f max toegepast. - capaciteit van het vulproces In de vleeswarenindustrie variëren deze capaciteiten van enkele tientallen tot enkele duizenden voorverpakkingen per uur. - wijze van afvullen b.v. machinaal of handafvulling, volumedosering of gewichtsafvulling. - aantal vulkoppen voornamelijk voorkomend bij het afvullen in een carrousel. - al of niet aanwezig zijn van een checkweigher al of niet in combinatie met een uitstootmechanisme. blad 7 van 11

Deze apparatuur komt ook nogal eens voor in de vleeswarenindustrie. Deze gewichtsbegrenzing in de vullijn heeft een grote invloed op de toevoer- en bedrijfscontrole indien wordt afgevuld volgens het e-teken. Voor meer informatie omtrent dit onderwerp wordt verwezen naar de literatuurlijst, bron no. 3. - soort van verpakking, bijv. blik, glas of folie - wijze van bijregelen en de nauwkeurigheid van bijregelen van het afvulgewicht. 3.2 Bedrijfscontrole In het voorgaande is al duidelijk gemaakt welke factoren de grootte en frequentie van de steekproeven voor de bedrijfscontrole bepalen. Voor de verkrijging van een erkenning van de Dienst van het IJkwezen is het nodig, dat deze inzicht krijgt in de vulprocessen, maar eveneens moet het bedrijfscontrolesysteem statistisch onderbouwd zijn. Bovendien moeten de resultaten van de bedrijfscontrole geregistreerd worden in documenten, die voor de duur van minstens één jaar bewaard moeten blijven. De juiste grootte en frequentie wordt, nadat bovengenoemde zaken aan het IJkwezen bekend zijn gemaakt, in overleg met deze dienst bepaalt. In het algemeen is een steekproef van 5 tot 15 voorverpakkingen per uur voor de bedrijfscontrole voldoende. Dit in tegenstelling tot de ambtelijke controle, die veel groter is. Bij een capaciteit van b.v. 3.201-10.000 eenheden per uur bedraagt een ambtelijke steekproef maximaal 80 eenheden. Als een bedrijfscontrolesysteem wordt opgezet, bestaat er een keuze uit twee methoden van registratie van de meetresultaten: -verwerking van de meetresultaten met behulp van controlekaarten -automatische verwerking van de meetresultaten, al dan niet weergegeven op controlekaarten. Voor beide methoden van registratie is een geijkt weegwerktuig nodig met de juiste ijkeenheid. tabel 3 Toelaatbaar netto-gewicht van de te controleren voorverpakking IJkeenheid (e) van het controle weegwerktuig 5 g en hoger 0,1 g of kleiner 15 g en hoger 0,2 g of kleiner 35 g en hoger 0,5 g of kleiner 125 g en hoger 1g of kleiner 350 g en hoger 2g of kleiner 1.750 g en hoger 5 g of kleiner 3.500 g en hoger 10g of kleiner 7.000 g en hoger 20 g of kleiner 3.2.1 Verwerking van de meetresultaten m.b.v. controlekaarten Deze verwerkingsmethode gaat uit van een geijkte balans (al dan niet elektronisch), waarna de weegresultaten op een kaart worden weergegeven. Door gebruik te maken van een wetenschappelijke calculator, waarop is aangebracht een gemiddelde x toets en een standaardafwijkingstoets, die S berekent door deling door n-1 (en niet door n), kunnen de gegevens vrij snel omgerekend en aangebracht worden op de meest gebruikte gemiddeldeen standaarddeviatiekaart. Doordat er op de gemiddelde- en standaard-deviatiekaart waarschuwings- en actiegrenzen zijn aangebracht. laten deze direct zien of het vulproces al dan niet bijgeregeld moet worden. Het opzetten van een dagcontrolekaart Het voorbeeld van 340 g Boterhamworst zal verwerkt worden. Als voorbeeld van een dagcontrolekaart is een daggemiddelde- en standaarddeviatiekaart van 340 g Boterhamworst als bijlage 3 toegevoegd. De klassebreedte van de schaalindeling dient gelijk aan of kleiner dan 1/5 van de maximaal toelaatbare fout te zijn (1/2 fmax) blad 8 van 11

Voor de berekening van de actie- en waarschuwingsgrenzen is het noodzakelijk dat de processpreiding bekend is. Eventueel kan deze geschat worden door uit een aantal steekproeven (minimaal 20 steekproeven van 5 stuks verspreid over 4 à 5 productiedagen) de processpreiding te berekenen. Met behulp van de bijgevoegde tabel (bijlage 2) is het nu mogelijk de waarschuwings- en actiegrenzen te berekenen. Berekening van waarschuwings- en actiegrenzen Voorbeeld Boterhamworst: Gegevens nominaal gewicht: 340 g standaardafwijking proces: 2 g streefwaarde: 340 g, want S proces 0,5 x f max., waardoor geen overwichtinstelling noodzakelijk is. steekproefgrootte: 5 bussen per uur (bepaald in overleg met de Dienst van het IJkwezen) T 0 =329,8 g T abs = 319,6 g Berekening waarschuwingsgrenzen van de gemiddelde kaart: 340 g ± 0.88 x S = 340 g ± 1,8 g actiegrenzen van de gemiddelde kaart: 340g ± 1,16 x S=340g x_2,3g Beide grenzen vallen in dit geval samen (+ en - 2) door de schaalverdeling in 1 g. Als het proces een grotere standaardafwijking zou hebben, dan was het verschil tussen deze grenzen duidelijker. Berekening actiegrenzen (boven en onder) van de standaarddeviatiekaart S: bovenactiegrens 1,83 x S = 3,66 g ~ 4 g onderactiegrens 0.14 x S = 0,28 g ~ 0 g waarschuwingsgrenzen standaarddeviatiekaart S: bovengrens 1,63 x S= 3,26 g ~ 3 g ondergrens 0,35 x S = 0,7 g ~ 1 g Bij overschrijding van de onderactiegrenzen van de gemiddelde waarde dient de productie tot de vorige controle te worden geblokkeerd en de storing opgespoord en verholpen te worden. Week- en maandstaten De week- en maandstaten kunnen op dezelfde manier opgezet worden als de dagcontrolekaarten. De waarschuwings- en actiegrenzen komen echter te vervallen. 3.2.1 Automatische verwerking van de meetresultaten Doordat het gebruik van controlekaarten en het benodigde rekenwerk vrij arbeidsintensief is en doordat in één bedrijf vaak meerdere vullijnen voorkomen, zijn er enkele jaren geleden elektronische verwerkingssystemen ontwikkeld en op de markt gebracht. Deze verwerkingssystemen hebben alle als basis een elektronische balans waaraan gekoppeld is een rekenwerktuig, dat de meetresultaten automatisch verwerkt. In het onderstaande zullen twee systemen in het kort besproken worden. a. Indien aan de balans een vast geprogrammeerde calculator is gekoppeld, blijft het noodzakelijk om de registratie met controlekaarten te handhaven. Deze calculators zijn vast voorgeprogrammeerd op de berekening van de gemiddelde waarde 7 en de standaarddeviatie S. Tevens geven deze calculators een overschrijding van de tolerantiegrenzen T 0 en T abs aan. Hierdoor wordt zonder veel rekenwerk een inzicht gegeven in de afstelling van het vulproces. blad 9 van 11

b. Het systeem waarbij de koppeling tussen elektronische balans en een desktopcomputer is gemaakt, is een meer geavanceerd systeem. Doordat deze computers een grote geheugencapaciteit bezitten en door de afdruk (print)-mogelijkheid, is het gebruik van controlekaarten in het algemeen overbodig geworden. Deze apparatuur heeft door de bijgeleverde programma's de mogelijkheid om een groot aantal verschillende voorverpakkingen afkomstig van verschillende machines op een aparte plaats in het programma op te roepen met een bepaalde cijfercode, te verwerken en op te slaan. Hierdoor is het mogelijk om op elk gewenst tijdstip de tot dan verwerkte resultaten op te vragen in een dagstatistiek. die door de computer op een strook wordt afgedrukt. Op deze dagstatistieken worden minimaal de volgende gegevens weergegeven: code plaats of productsoort, machinenummer, nominaal gewicht, tarra, aantal waarnemingen, gemiddelde gewicht, standaardafwijkingen en percentage overschrijdingen van de tolerantiegrens T o en aantal verpakkingen onder T abg alsmede eventueel waarschuwing als standaardafwijking verloopt. Deze gegevens worden eveneens afgedrukt na afloop van elke steekproef, waarbij tevens wordt aangegeven of de machine moet worden bijgeregeld en hoeveel deze regelcorrectie moet bedragen. Buiten bovengenoemde afdrukken van de dag- en steekproef protocollen hebben deze apparaten vaak de mogelijkheid tot het verwerken en het afdrukken van de gegevens in een maandprotocol. Door het bewaren van de dag- en maandprotocollen, gescheiden naar artikel en vulmachine, wordt voldaan aan de registratieplicht opgelegd in het Hoeveelheidsaanduidingenbesluit. 3.3 Tarra Onder het begrip nominale hoeveelheid wordt de op de verpakking aangegeven nettoinhoud van de voorverpakking verstaan. In de meeste gevallen is het in de vleeswarenindustrie om technische of economische redenen niet mogelijk om de werkelijke nettoinhoud te controleren. Derhalve zal het noodzakelijk zijn de bruto hoeveelheid te controleren en deze te corrigeren voor de verpakking (tarra). Er is een aantal methodes om deze correctie van de tarrawaarde uit te voeren zodanig dat de verpakking niet beschadigd of geopend behoeft te worden. De toe te passen methoden zijn afhankelijk van de standaardafwijking van het gewicht van de verpakking (S tarra ) en de maximaal toelaatbare fout van de voorverpakking (f max.) a. Als de standaardafwijking van het gewicht van de verpakking (S tarra ) groter of gelijk is aan de maximaal toelaatbare fout (f max.), dient elke tarrawaarde van de te controleren voorverpakking te worden vastgesteld. Dit kan geschieden door deze verpakking te merken en het gewicht hiervan voor het vullen te bepalen. b. Als de standaardafwijking van het gewicht van de verpakking kleiner of gelijk is aan 1 /4 f max. dan kan een vaste gemiddelde tarrawaarde bij de steekproeven gebruikt worden. Deze vaste gemiddelde tarra moet natuurlijk wel regelmatig gecontroleerd worden (b.v. éénmaal per dag) en eventueel worden gewijzigd. Is de standaardafwijking van het gewicht van de verpakking gelegen tussen f max. en 1 / 4 f max dan mag een gemiddelde tarra gebruikt worden als het gemiddelde tarragewicht x tarra kleiner is dan of gelijk is aan 10% van de nominale vulhoeveelheid (Q n ). 4 KEUZE TUSSEN GEMIDDELDE AFVULSYSTEEM EN MINIMUM AFVULSYSTEEM Zoals uit het voorgaande is gebleken gaan er een groot aantal plichten gepaard met het hanteren van het gemiddelde-afvulsysteem. Echter de grootte van de steekproeven zal in overleg met de Dienst van het IJkwezen in de meeste gevallen tot een voor het bedrijf acceptabel aantal zijn te beperken. Bovendien wordt de keuze aan het bedrijf gelaten tussen blad 10 van 11

een meer geavanceerde registratie, waarvan de aanschaffingsprijs van de apparatuur vrij hoog is en een iets meer arbeidsintensieve registratie met behulp van controlekaarten, die erg kostbaar is. Tegenover de toch wel vrij uitgebreide registratie van de meetresultaten, die natuurlijk wel een goed inzicht geven in de vulprocessen en in de werking van de diverse vulmachines, staat in de meeste gevallen - en dit geldt zeker voor de vleeswarenindustrie - een besparing op de vrij dure, af te vullen eindproducten. 5 BRONNEN 1. Landbouwkwaliteitswet (www.overheid.nl) 2. Vleeskeuringswet (www.overheid.nl) 3. Hoeveelheidsaanduidingenbesluit (www.overheid.nl) 4. Verklarende statistiek, M.L.Wijvekate blad 11 van 11