Praktische handleiding profielwerkstuk

Vergelijkbare documenten
PRESENTEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:

Reglement voor het profielwerkstuk

Eisen en lay-out van het PWS

SECTORWERKSTUK

Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag

Het profielwerkstuk. 2. Eisen en voorwaarden Het profielwerkstuk moet aan een aantal eisen en voorwaarden voldoen:

PROFIELWERKSTUKBOEKJE

2017/18. Algemene gegevens. Naam:. Klas:. Sector: Werkt samen met: Begeleidend docent:

HET PROFIELWERKSTUK. 5 HAVO en 6 VWO STELLA MARISCOLLEGE MEERSSEN

Reglement voor het profielwerkstuk

Profielwerkstuk klas 10 Vmbo-t

Het profielwerkstuk

Profielwerkstuk. Kandinsky College. locatie Jorismavo

Sectorwerkstuk klas 10 Vmbo-t

Handleiding Instrueren P&O-functionarissen

Werkstuk of verslag. de vormvoorschriften

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten

VMG. PRESEN- TEREN met smoel. Methodiek. de Pitch

Sectorwerkstuk. Kandinsky College. locatie Sint Jorisschool

informatie profielwerkstuk havo avondlyceum CAL handleiding H

Het Sectorwerkstuk

Naam:. Namen groepsleden:... Begeleider:

Het profielwerkstuk wordt getoetst door middel van een mondeling college-examen. Het mondeling college-examen duurt 25 minuten.

SECTORPROJECT 4 VMBO - T

Hoe maak ik een werkstuk? Dé werkstukkenwijzer voor het Scala College

Beoordelingsmodel Profielwerkstuk HAVO/ VWO

Voorlichting 4-HAVO. Profielwerkstuk. 7 april 2016

Informatiebrochure. Profielwerkstuk HAVO Colegio Arubano

Amsterdam, november Aan de ouders/verzorgers van de vierde klas-leerlingen. Geachte ouders/verzorgers,

Hier vertel je wat je hebt gedaan om informatie te vinden. Wat en waar gezocht? Wie geïnterviewd, enz.

BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER

SECTORWERKSTUK 4VMBO - T

HANDLEIDING VOOR HET vmbotl PROFIELWERKSTUK (PWS)

Handleiding voor de leerling

Leerlingboekje Colegio Arubano. Profielwerkstuk VWO. Cursus Naam leerling:... Klas:... Vak:... Naam begeleider:...

Handleiding sectorwerkstuk

Algemene Informatie Profielwerkstuk Landsexamen Aruba Mavo/Havo/Vwo

Handleiding. Het profielwerkstuk

Handleiding sectorwerkstuk

Spreken - Presenteren HV 1. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Handleiding profielwerkstuk. Mavo 4

Het eindwerkstuk GGCA Schooljaar

Overweeg om je profielwerkstuk de vorm van een wetenschappelijk artikel te geven. Hieronder vind je hiervoor aanwijzingen.

Het Profielwerkstuk HANDLEIDING I. Organisatie, tijdpad en andere belangrijke informatie. Een handleiding voor Havo en Vwo Mei 2011.

Stap 4: Indeling maken

Informatie PROFIELWERKSTUK VWO schooljaar

Toelichting bij de beoordelingslijsten

Hoe maak ik een sectorwerkstuk? Trivium College locatie Trias

Profielwerkstuk Informatie. Vmbo-tl

Profielwerkstuk. Het profielwerkstuk is een verplicht onderdeel bij het behalen van het HAVO- of VWO diploma.

HANDLEIDING PROFIELWERKSTUK HAVO / VWO

PROFIELWERKSTUKDAG 4HAVO & 5VWO

MODEL B: Beoordelingsmodel PWS Binasvakken ( vernieuwde Tweede Fase ) De voorbereidingsfase: Zijn de leerlingen op zelfstandige wijze gekomen tot:

Deel 1 Structuur. Handleiding scripties

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk

Het profielwerkstuk wordt getoetst door middel van een mondeling college-examen. Het mondeling college-examen duurt 25 minuten.

Zorg dat je een onderwerp kiest, waarvan je echt meer wilt weten. Dat is interessanter, leuker en makkelijker om mee bezig te zijn.

Beroepenwerkstuk 3 MAVO

Jullie onderzoeksverslag bestaat uit 9 vaste onderdelen. 2. Een inhoudsopgave. Let op, op het voorblad staat geen paginanummer.

HANDLEIDING VOOR HET vmbotl SECTORWERKSTUK

VAVO Rijnmond College

HANDLEIDING PROFIELWERKSTUK Klas 5 SCHOOLJAAR

Oefenen 1 punt verdienen Onderwerpen van de presentaties

Handleiding bij het maken van een profielwerkstuk. april 2012

Beoordeling power-point groep 5

HANDLEIDING: Zo maak ik een werkstuk.

Beroepenwerkstuk 3 MAVO

ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT?

Maantjessteenweg MERKSEM. Taalhulp voor een informatieve PowerPoint op JOMA: tweede en derde graad

PROFIELWERKSTUK NAAM KLAS CURSUSJAAR

Logboek Mijn profielwerkstuk

PROFIELWERKSTUK VWO

Hoe maak ik een sectorwerkstuk? Onderzoeksvaardigheden voor klas 10 VMBO-t

ORIËNTATIE OP LEREN EN WERKEN EN SECTORWERKSTUK VMBO TL/GL VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

Opm: Bij een onvoldoende beoordeling is het invullen van het veld opmerkingen door de begeleider verplicht.

Academisch schrijven. Tips and tricks

Het Sectorwerkstuk. Naam leerling

werkblad Scheldeberoep verkennen Veel beroepen hebben met de Schelde te maken. Welk beroep zou jij verder willen verkennen?

ATTENTIE: Lees vanaf pagina 4 van dit document zorgvuldig de uitgebreide tekst door over het doel van de eindscriptie en de aanbevolen werkwijze.

BEOORDELING PROFIELWERKSTUK VMBO-T Piter Jelles!mpulse

MODEL A: TOETSMOMENT VOORBEREIDINGSFASE I: Zijn de leerlingen op zelfstandige wijze gekomen tot:

Basistraining Voorlichting geven Hand-out

Sectorproject op De Dijk: leren door te doen! Inleiding: Situatiebeschrijving 3 VMBO-TL: Situatiebeschrijving 4 VMBO-TL:

HANDLEIDING SECTORWERKSTUK. Naam: Klas: Begeleider: Sectorwerkstuk Pagina 1 1

PROFIELWERKSTUK

What s up Zuiderzeeland? maatschappijleer/geschiedenis praktische opdracht

Opm: Bij een onvoldoende beoordeling is het invullen van het veld opmerkingen door de begeleider gewenst.

PROFIELWERKSTUK HAVO 5

PWS Informatieboekje

Profielwerkstuk. Het profielwerkstuk is een verplicht onderdeel bij het behalen van het havo- of vwo diploma.

TOTAALBEOORDELING PROFIELWERKSTUK HAVO 5 + SNEL

Handleiding sectorwerkstuk. Mavo 4

1 Omslag/voorblad/titelblad. 2 Titelblad

RSC PROFIELWERKSTUK 2015 / 2016 PLAN VAN AANPAK EN LOGBOEK

Sectorwerkstuk

PROFIELWERKSTUK EN ORIËNTATIE OP STUDIE EN BEROEP HAVO/VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

Het profielwerkstuk 1

Transcriptie:

Praktische handleiding profielwerkstuk 2017 0

Voorwoord In de zesde klas krijgen leerlingen van het Murmellius voor het eerst te maken met het werken aan hun profielwerkstuk. Deze handleiding probeert een hulpmiddel te zijn voor zowel leerlingen als docenten bij het tot stand komen van het profielwerkstuk. Voor de officiële regeling omtrent zaken betreffende het profielwerkstuk verwijs ik naar het Reglement voor het profielwerkstuk 2017 (zie website Murmellius). Peter Boersma Coördinator profielwerkstukken Inhoud Indeling groepjes, vakken, begeleidende docenten blz. 2 Werken aan het werkstuk blz. 2 De mondelinge toelichting blz. 3 De beoordeling blz. 4 Aan de slag blz. 5 Bijlage 1 Tijdschema blz. 12 Bijlage 2 Beoordelingsformulier blz. 13 1

Indeling groepjes, vakken, begeleidende docenten In mei krijg je voorlichting over het profielwerkstuk in klas 6. Kort daarna vindt ook de inschrijving plaats. Bij de inschrijving geef je een eerste, tweede en een derde voorkeur op voor een examenvak. Het is ook mogelijk per groepje van twee de voorkeuren 1, 2 en 3 op te geven. Het is handig om alvast bij docenten van de vakken waar je voor zou willen kiezen langs te gaan om te informeren over mogelijke onderwerpen en gang van zaken bij die vakken. Verder kan er ook een voorkeur voor een begeleidende docent worden aangegeven. Bij overschrijding bij een vak van het maximum per docent (5 groepjes) beslist het lot. In geval van loting wordt ernaar gestreefd de tweede keus van een leerling c.q. het groepje te honoreren. Nadat bekend is bij welk vak je bent ingedeeld zoek je contact met docenten van het betreffende vak om te horen wie je gaat begeleiden. Ook de secties krijgen dan bericht over welke (groepjes) leerlingen bij hun vak zijn ingedeeld. De bedoeling is dat zij dan snel aan je bekend maken welke docenten de verschillende groepjes gaan begeleiden. Je kan dan in klas 5 nog met je begeleider overleggen over onderwerp en eventuele specifieke opzet van het vak bij het profielwerkstuk. Zowel de indeling in groepjes, als de indeling bij een bepaald vak en de begeleidende docent worden pas definitief aan het begin van klas 6 (vanwege bijvoorbeeld zittenblijvers of wijzigingen in het docentenbestand). Alleen in uitzonderlijke gevallen en in overleg met de conrector klas 6 is het dan mogelijk een andere groepsgrootte dan twee te hanteren. Werken aan het werkstuk Het is belangrijk om een aantal dingen in klas 5 al af te ronden. Ten eerste is het zaak om goedkeuring te krijgen voor het onderwerp waarover je je profielwerkstuk wilt maken van je begeleidende docent. Ten tweede is de wijze van onderzoek doen niet bij elk vak hetzelfde dus is het handig om je daarover te laten informeren door je begeleidende docent. In klas 6 wordt er aan het profielwerkstuk gewerkt volgens een bepaald tijdschema (bijlage 1). Daarbij worden de volgende fasen doorlopen: 1. Verkenning Onderzoek Onderzoeksvragen 2. Informatie verzamelen en onderzoek doen Taakverdeling (groepjes) Bibliotheek Internet Interview/Enquête Experimenten/Computersimulaties Taakverdeling (groepjes) 3. Concept Ordening gegevens Literatuurlijst Indeling scriptie/verslag Taakverdeling (groepjes) 4. Uitwerking Uitwerking scriptie/verslag Voorbereiding mondelinge toelichting Taakverdeling (groepjes) 5. Mondelinge toelichting De leerlingen dienen duidelijk te maken dat zij voldoende begrip hebben van het door hen gekozen onderwerp 2

De fasen 1,2,3 en 4 vormen bij elkaar de zogenoemde Voorbereiding van het profielwerkstuk, die meespeelt bij de beoordeling van het profielwerkstuk (bijlage 2). Het werk aan je profielwerkstuk mondt uit in een scriptie of in een schriftelijk verslag van een experiment of een computersimulatie. De omvang van je werkstuk is 10 à 15 getypte kantjes A4 (11 punts letter). Per vak kunnen de richtlijnen voor de vorm bij het opstellen van het profielwerkstuk verschillen dus is het belangrijk om daarnaar te informeren bij je begeleidende docent. Tijdens het werken aan het profielwerkstuk is het de bedoeling dat je wekelijks een begeleidingsmoment hebt met je begeleidend docent. In deze periode heeft een begeleidingsafspraak voorrang boven de lessen die je volgt. Voor een afspraak buiten de school met bijvoorbeeld een externe deskundige is naast overleg met je begeleidende docent toestemming van de conrector klas 6 nodig. Tijdens de lesuren die gereserveerd zijn voor het profielwerkstuk staan computerfaciliteiten van de school (lokaal 122 en de mediatheek) geheel ter beschikking van leerlingen van klas 6. In geval van problemen bij de samenwerking van een groepje, de onderwerpkeuze of het werken aan het profielwerkstuk wordt de conrector klas 6 hiervan onverwijld in kennis gesteld. Dit geldt zowel voor het groepje als voor de vakdocent. De conceptversie wordt voor de herfstvakantie ingeleverd (bijlage 1). Je krijgt hierop inhoudelijk commentaar van je begeleidende docent. De definitieve versie wordt na de herfstvakantie ingeleverd (bijlage 1) De definitieve versie wordt ook digitaal ingeleverd via Magister waarbij de mate van mogelijk plagiaat vastgesteld wordt door het programma Ephorus. De mondelinge toelichting Over je werkstuk wordt een mondelinge toelichting gegeven ten overstaan van de begeleidende docent en andere toehoorders. Tot de toehoorders kunnen behoren: leerlingen van klas 5, leerlingen van klas 6, docenten van het Murmellius Gymnasium en familie. Je mondelinge toelichting vindt plaats op de profielwerkstukmiddag (bijlage 1) en duurt 25 minuten. Hiervan zijn 15 minuten bestemd voor uitleg van het schriftelijke werkstuk, waarbij alle leerlingen van een groepje aan het woord dienen te komen, 10 minuten zijn bestemd voor beantwoording van vragen van de begeleidende docent en de toehoorders. De mondelinge toelichtingen vinden plaats in verschillende leslokalen waarbij zo veel als mogelijk ruimte geboden wordt aan de presentatievorm die je voorkeur heeft. Na afloop van de toelichtingen wordt de middag feestelijk afgesloten. Als er niet tijdig een profielwerkstuk is ingeleverd en er dus niet kan worden beoordeeld, wordt een mondelinge toelichting niet toegestaan. Een mondelinge toelichting wordt uitgesteld indien een groepje op de profielwerkstukmiddag niet compleet is. 3

De beoordeling (zie ook bijlage 2: beoordelingsformulier) Het profielwerkstuk wordt beoordeeld op de Voorbereiding van het werkstuk het schriftelijke Werkstuk zelf en de Mondelinge toelichting. De Voorbereiding heeft een gewicht van 9%, het Werkstuk draagt een gewicht van 66%, en de Mondelinge toelichting een gewicht van 25% bij het SE- eindresultaat van het profielwerkstuk. De beoordeling van het onderdeel Voorbereiding mondt uit in een score van maximaal 9,00 punten, de beoordeling van het onderdeel Werkstuk mondt uit in een score van maximaal 66,00 punten en de beoordeling van het onderdeel Mondelinge toelichting mondt uit in een score van maximaal 25,00 punten. Alle scores zijn getallen in twee decimalen. De totale score is de som van de afzonderlijke scores afgerond tot een geheel getal. De totale score bedraagt minimaal 12 punten en maximaal 100 punten. Het SE-eindresultaat van het profielwerkstuk is de totale score gedeeld door 10. Bij de verschillende onderdelen wordt een aantal criteria beoordeeld. Hiervoor worden heeltallige cijfers gegeven, met 1 als minimum en 10 als maximum. Bij het onderdeel Voorbereiding worden alle criteria minimaal met een voldoende cijfer beoordeeld tenzij zich problemen hebben voor gedaan waarbij de conrector klas 6 moest worden betrokken. Elk cijfer wordt omgerekend naar een score in twee decimalen met behulp van een omrekeningsfactor. Deze factor is het product van het gewicht van het onderdeel, het gewicht van het betreffende criterium en het getal 10. Zo is de omrekeningsfactor voor `In welke mate wordt duidelijk waar het over gaat?` bij het onderdeel Mondelinge toelichting gelijk aan 0,25 0,3 10 = 0,75. De leerlingen hebben recht op teruggave van het ingevulde beoordelingsformulier en op een toelichting op de beoordeling. De beoordeling van het onderdeel Werkstuk moet door de begeleidende docent gedaan zijn voordat de mondelinge toelichting heeft plaats gevonden. Het gedeelte Werkstuk van het beoordelingsformulier wordt gebruikt om deze beoordeling met de leerlingen te bespreken. De beoordeling van het onderdeel Werkstuk is voor alle leerlingen uit eenzelfde groepje dezelfde. De beoordeling van het onderdeel Voorbereiding en het onderdeel Mondelinge toelichting gebeurt nadat de mondelinge toelichting heeft plaats gevonden. De beoordeling van de onderdelen Voorbereiding en het onderdeel Mondelinge toelichting kan bij eenzelfde groepje verschillen per leerling. Kort na afloop van de mondelinge toelichting ontvangt elke leerling een volledig ingevuld beoordelingsformulier voor zijn profielwerkstuk. Een afschrift van dit formulier gaat naar de secretaris van het examen. 4

Aan de slag Onderwerpskeuze en probleemstelling Nadat bekend is bij welk vak je bent ingedeeld en wie je begeleider is, kun je aan de slag. Je bent vrij in het kiezen van een onderwerp. Ga eerst brainstormen. Maak een lijst met onderwerpen waar je interesse voor hebt, waar je al veel vanaf weet of waar je een duidelijke mening over hebt. Gebruik hiervoor allerlei hulpmiddelen: kranten, boeken, tijdschriften, internet, gesprekken met deskundigen enz. Bekijk welke onderwerpen geschikt zijn voor nader onderzoek. Onderwerpen waar moeilijk informatie over te vinden is, die niet breed genoeg zijn voor onderzoek of die hopeloos verouderd zijn vallen af. Bespreek dit ook met je begeleider. Als je onderwerp globaal vaststaat, ga je je inlezen. Je kan hierbij kiezen voor een standaardwerk op het gebied van je onderwerp. Pas wanneer je wat meer bekend bent met je onderwerp kun je komen tot een goede afbakening en tot een goede probleemstelling. Die probleemstelling bestaat uit een hoofdvraag en een aantal deelvragen. De deelvragen moeten het beantwoorden van de hoofdvraag vergemakkelijken. Elke deelvraag gaat over een deelaspect van de hoofdvraag. Overleg regelmatig met je begeleider, die geeft uiteindelijk goedkeuring aan het onderwerp en de hoofdvraag. Logboek en plan van aanpak Bij het maken van een profielwerkstuk gaat het niet alleen om het product, maar ook om het proces. Gegevens die met dat proces te maken hebben, komen in je logboek, een soort dagboek waarin je vertelt wat je hebt gedaan en hoeveel tijd je dat heeft gekost. Je begeleider kan in je logboek zien wat je voor een bepaald onderdeel hebt gedaan. Op grond daarvan kan hij je voorzien van tips en aanwijzingen om verder te gaan. Je bent dus verantwoordelijk voor een duidelijk en volledig logboek waarmee je begeleider het proces kan bewaken. Hij zal de onderdelen beoordelen en bij goedkeuring in het logboek te paraferen. Ook is het handig om in het logboek een bronnen- en materialenlijst aan te leggen, zodat je hier altijd op kunt terugvallen als je herstelwerkzaamheden moet verrichten. Noteer de gegevens van de bronnen onmiddellijk, want anders kun je deze later vaak niet meer terugvinden. De bronnen worden via een vaste regel vermeld in de bibliografie. Daarin worden alleen titels genoemd waarnaar in het profielwerkstuk (via voet- of eindnoten) verwezen wordt. Rangschikking gebeurt op alfabetische volgorde op het hoofdwoord van de titelbeschrijving; dat is meestal de achternaam van de (eerstgenoemde) schrijver. Bij anonieme werken wordt dat het eerste woord van de titel. Boeken Tijdschriften Krantenartikelen Internet Brochures auteur, titel, plaats en jaar van uitgave. Als je citaten gebruikt vermeld je paginanummers. Bij meer dan drie auteurs noem je alleen de eerste naam, de volgende namen worden aangeduid met e.a. Voorletter(s) en tussenvoegsel(s) worden achter de achternaam gezet. De titel en de eventuele ondertitel worden onderstreept, tussen titel en ondertitel komt een ;. Wanneer je plaats en/of jaar van uitgave niet weet vermeld je z.p. en/of z.j. auteur, titel van het artikel, jaar van uitgave, naam van het tijdschrift, jaargang, nummer, eerste en laatste pagina van het artikel. De titel van het tijdschrift wordt onderstreept. auteur, titel van het bericht, krant, datum. auteur, jaar van publicatie, titel artikel, naam van de website. auteur, jaar van uitgave, titel, opdrachtgever, plaats, uitgever. 5

Het is niet alleen belangrijk te weten wat je gaat onderzoeken, maar ook wie wanneer wat gaat doen en hoeveel tijd dat zal gaan kosten. Dit staat in een plan van aanpak. Het plan van aanpak bestaat uit een onderzoeksplan en een tijdsplan. In het onderzoeksplan wordt achtereenvolgens de hoofdvraag, de deelvragen, hypothesen/verwachtingen en werkwijzen/methode, opgenomen. In het tijdplan staat hoe lang een activiteit duurt en wie deze uitvoert en wanneer. Wanneer je alle activiteiten in de goede volgorde hebt gezet, zet je er per activiteit het aantal benodigde uren bij dat je denkt nodig te hebben om de activiteit uit te voeren. Uit het plan van aanpak moet duidelijk naar voren komen wat de bijdrage van ieder afzonderlijk is. Het is belangrijk om deze opzet goed door te spreken met je begeleider. Houd ook altijd goed de einddatum in de gaten! Voorbeeld van een logboek. Naam: Klas: Vak: Begeleider: Datum, tijd Werkzaamheden Resultaat Afspraken Paraaf Bronnen: Materialen: Voorbeeld van een plan van aanpak. Naam: Klas: Vak(ken): Begeleider: Onderwerp: Hoofdvraag: Deelvragen: Hypothesen: Werkwijze: Werkplanning: Datum Activiteit Tijd Wie 6

Informatie verzamelen, ordenen en verwerken Je hebt het onderwerp van je profielwerkstuk gekozen, de probleemstelling geformuleerd, de deelvragen ingedeeld. Nu kun je beginnen met het eigenlijke werk. Daarvoor moet je eerst heel systematisch materiaal gaan verzamelen. Dat kan op verschillende manieren: mediatheek, bibliotheek, TV, internet, instanties, bedrijven enz. Basis van al die methoden wordt gevormd door een paar goede trefwoorden, die betrekking hebben op je onderwerp. Ook kun je aan informatie komen door zelf actie te ondernemen: het afnemen van een interview het afnemen van een enquête het doen van proeven het verrichten van veldwerk het meegaan op excursie het bezoeken van een museum of theater Houd er rekening mee, dat deze manier van informatie verzamelen veel tijd kan vergen, onder andere doordat je hiervoor afspreken moet maken met een aantal mensen. Nadat je voldoende informatie hebt verzameld ga je selecteren. Pak je deelvragen erbij en probeer bij iedere deelvraag de relevante informatie te plaatsen. Maak hiervan een logische volgorde. Schrijven Voordat je gaat schrijven is het handig een structuurschema te maken: de probleemstelling, de deelvragen en de bijbehorende informatie in de juiste volgorde noteren. Zoals alle goede teksten moet ook je profielwerkstuk ingedeeld zijn in Inleiding Middenstuk Slot. Inleiding Deze kun je het beste schrijven als je al (bijna) klaar bent met je werkstuk. Je hebt dan het overzicht in je hoofd en kunt beter beoordelen wat je nu precies gaat inleiden. Geef hier ook de motivatie van je onderwerpskeuze; waarom heb je voor dit onderwerp gekozen, wat is jouw betrokkenheid? In een inleiding probeer je de lezer te interesseren voor je tekst; je geeft aan waarom het interessant is om deze tekst te lezen. Bovendien kun je de opbouw van je tekst toelichten, zodat de lezer weet wat hem te wachten staat. Onderwerp en vraagstelling of hypothese moeten in je inleiding aan bod komen, want zij vormen het belangrijkste onderdeel van het stuk. Vermeld het onderwerp en de hoofdvragen die beantwoord worden. Geef tenslotte ook globaal aan hoe je te werk bent gegaan, wat jouw methode van onderzoek was. Middenstuk Hier komen de deelvragen en de antwoorden daarop aan de orde. De resultaten van je onderzoek vormen het belangrijkste onderdeel van je werkstuk. Gegevens kun je verwerken in bijvoorbeeld grafieken, tabellen of tekeningen, die je eventueel in een bijlage kunt aanleveren. Wanneer je literatuur over het onderwerp hebt bestudeerd, kun je een stuk tekst van een andere schrijver in je eigen woorden weergeven: parafraseren. Na een parafrase moet tussen haakjes of in een voetnoot worden gemeld van wie en uit welk jaar de brontekst afkomstig is. 7

Citeren is het letterlijk overnemen van andermans tekst. Soms is het handig om iets letterlijk over te nemen, omdat het te omslachtig zou zijn om te omschrijven in eigen woorden. Een citaat geef je aan door gebruik te maken van aanhalingstekens en vermelding van auteur en publicatiejaar in een voetnoot. Slot Het profielwerkstuk moet worden afgesloten met één of enkele conclusies. Deze conclusies vormen het antwoord op de probleemstelling/onderzoeksvraag. Je kunt ervoor kiezen ook nog een samenvatting van het onderzoek op te nemen in het slot van je profielwerkstuk. Hierin neem je uiteraard geen verwijzingen, citaten of tabellen meer op. Tot slot kun je hier ook de reflectie opnemen: geef aan wat je geleerd hebt van dit profielwerkstuk; wat kan beter, wat moet anders? De uiteindelijke versie van je profielwerkstuk moet de volgende onderdelen bevatten: 1. titelpagina Titel, namen van de schrijvers, klas, vak waar het onderwerp onder valt, inleverdatum en naam van de begeleider. 2. voorwoord Dit is niet verplicht. Je kunt hierin mensen bedanken die je hebben geholpen of veel geduld met je hebben gehad tijdens deze periode. Ook kun je hierin aangegeven waarom je dit zo n leuk onderwerp vond. 3. inhoudsopgave Hierin vermeld je alle onderdelen van je werkstuk en geef je aan op welke pagina je ze kunt vinden. De hoofdstukken moeten worden genummerd. 4. inleiding Hierin heb je oog voor de lezer. Je maakt je profielwerkstuk aantrekkelijk om te lezen. 5. hoofdtekst Het echte verslag van je onderzoek. 6. conclusie/samenvatting Hier komt het antwoord op al je vragen en mogelijke ook een grensverleggend resultaat van je onderzoek. 7. bronnen en literatuurlijst Alle gebruikte literatuur wordt hier op alfabetische volgorde genoemd. 8. begrippenlijst Indien je allerlei vaktermen hebt moeten gebruiken, is het handig om hier wat uitleg te geven, voor de lezers die niet zo op de hoogte zijn op dit vakgebied. 9. noten Als je informatie overneemt van een ander, moet je dat verantwoorden. Iedere keer als je informatie van een ander overneemt, moet je aangeven dat het geen tekst van jezelf is, maar van een ander. In een noot kun je aangeven van wie je informatie hebt gebruikt. Hiervoor kun je het beste voetnoten gebruiken. In een noot kun je overigens ook commentaar geven op de eigenlijke tekst van je profielwerkstuk. Hiervoor is het handiger noten aan het eind van de tekst te gebruiken. 10. bijlagen Hierin neem je bv. enquêteformulieren, tabellen, grafieken, je logboek en je plan van aanpak op. 8

Bedenk goed dat het maken van een uiteindelijke versie veel tijd vraagt. Bewaar die laatste versie dus zeker niet tot de laatste dag voor de deadline! Ga ervan uit dat er zeker nog wel het een en ander te verbeteren valt, dus plan deze fase ruim in. Nadat je tevreden bent over je ruwe versie van het profielwerkstuk ga je werken aan de lay-out: Lay-out van het profielwerkstuk. Een foutloos werkstuk, in leesbaar Nederlands De omvang van de scriptie is 10 à 15 getypte A4-tjes Lettergrootte 10 of 11 De tekst moet zijn geschreven in eigen woorden Slechts één kant van het papier gebruiken Ieder hoofdstuk op een nieuwe pagina beginnen Regels openlaten tussen titel en tekst Duidelijke alinea-indeling Paginanummering komt overeen met inhoudsopgave Logboek in de bijlage Illustraties moeten functioneel zijn en voorzien van een bronvermelding. Mondelinge presentatie Als de definitieve versie van je profielwerkstuk is ingeleverd kan je gaan werken aan je presentatie Denk hierbij aan de volgende zaken: De Inhoud Elk verhaal heeft een kop en een staart. De romp verbindt de twee uiteinden. De kop is het begin, hier geef je een inleiding op het onderwerp en een overzicht van wat je gaat vertellen. Hier ligt de kans voor een verrassende opening. De romp bevat de feitelijke inhoud, het is de kern van je verhaal. Hier vertel je wat je wilt vertellen. Verdeel de verzamelde informatie in blokken met een logische volgorde. In de staart vat je de inhoud nog eens samen. Je komt tot een conclusie. Opening Actualiteit Nieuws is een prima binnenkomer. Zeker als het om een onderwerp gaat waar mensen direct mee te maken hebben. Neem een actueel bericht (liefst uit de krant van diezelfde dag) en gebruik het als kapstok voor je verhaal. Het nieuws moet natuurlijk wel iets met je onderwerp te maken hebben. Anekdote Een anekdote is een kort verhaaltje met een grappige of verrassende kern. De kern symboliseert een diepere waarheid of een meer algemene gedachte die je kunt gebruiken als kapstok voor je verhaal. Een kort verhaaltje of anekdote aan het begin is tien keer leuker dan het obligate opdreunen van je boodschap. Anekdotes vind je overal om je heen: in de krant, in de kroeg, op het sportveld of in je bedrijf. Ook persoonlijke belevenissen doen het goed. 9

Metafoor Een metafoor is een figuurlijke uitdrukking of beeld waarin je het onderwerp van je betoog kunt vangen. Een goede metafoor vinden, is lastig. Maar als je er eenmaal een hebt, is de zeggingskracht groot. Een veelgebruikte metafoor is de vergelijking. Je verlevendigt een droge opsomming van feiten en cijfers tot een beeld dat beklijft als je het tastbaar maakt in een herkenbaar voorbeeld. Journalisten maken er vaak gebruik van. Een voorbeeld: "Ruim 115.000 mensen werden geëvacueerd. Dat is vergelijkbaar met een stad als Leiden." Humor Een grap als opening breekt het ijs en verhoogt de sfeer. In Amerika is het een beproefd middel om de aandacht te trekken en vast te houden. Nederlanders zijn wat terughoudender met grappen en grollen. Toch kan een grap goed werken. Maar dan moet je er wel 100 procent zeker van zijn dat hij aanslaat en begrepen wordt door het publiek. Niets is zo pijnlijk, voor jezelf en voor je toehoorders, als de doodse stilte na een grappig bedoelde binnenkomer. Ben je wel in voor een leuke grap? Probeer 'm eerst uit op een paar proefkonijnen en voorkom dat je je toehoorders (onbedoeld) beledigt. Citaat Waarom zelf zwoegen op een prachtige openingszin als anderen het wiel al hebben uitgevonden? Je kunt naar hartenlust gebruik maken van andermans veren, zolang je de bron erbij vermeldt en niet doet alsof de volzinnen uit je eigen geniale brein komen. Raadpleeg de boekenkast of zoek naar citaten op het internet. Inhoud Je doet verslag van een door jou verricht onderzoek. Zeg iets over de voorbereiding en de uitvoering. Verwerk de antwoorden op de deelvragen in een samenhangend verhaal. Maak een goede structuur. Bouw je verhaal op. Maak een logische volgorde in de verschillende onderwerpen die je wilt vertellen. Zorg voor voldoende diepgang en laat zien dat je meester bent van de stof. Werk toe naar de conclusie. Een handig hulpmiddel bij de voordracht is het maken van een tijdschema in blokken van twee minuten. Stel dat je voordracht tien minuten moet 'duren, dan maak je in feite vijf voordrachten van twee minuten. Vijf korte voordrachtjes kun je makkelijker voorbereiden, oefenen en uitvoeren dan één lange voordracht. Conclusie Maak een korte samenvatting van 4 of 5 zinnen. Geef antwoord op je hoofdvraag. Je kunt ervoor kiezen om te eindigen met een stelling, maar dan moet er wel ruimte zijn voor discussie. Mogelijk formuleer je een prikkelende, intrigerende vraag en laat het antwoord achterwege. Het mooist is als je in de afsluiting van je verhaal teruggrijpt naar de opening. Dan maak je het verhaal rond. Heb je in de opening een citaat gebruikt, grijp er dan in de afsluiting nog even op terug om de zeggingskracht ervan nog eens te onderstrepen. De Vorm Gebruik een PowerPointpresentatie (of Prezi) als er momenten zijn dat woorden te kort schieten. Laat een plaatje, getallen of enkele woorden op het scherm het knelpunt oplossen. Maak een overzicht van het verhaal en laat dat aangroeien in de loop van het praatje. Verduidelijk de structuur van de onderwerpen met tekeningen of animaties. De juiste spelling van gecompliceerde woorden of formules kun je 10

ermee weergeven. Werk slecht zichtbare tabellen om tot overzichtelijke grafieken, die je verrassend kunt animeren. Dia s met tekeningen, foto s, audio en video geven meer inzicht en maken veel woorden overbodig. Denk bij het maken van dia s aan de volgende zaken: Test leesbaarheid: Denk aan de minimum lettergrootte. Op een computerscherm kun jij alles makkelijk lezen. In de zaal is dat anders! Houd het beeld sober, simpel en leesbaar; dan is de presentatie krachtig. Gebruik steekwoorden; geen lidwoorden, werkwoorden of zinnen. 2 lettertypen als maximum en een beperkt aantal kleuren; voor de rust. Laat lijsten (overzichten) aangroeien (tijdens het verhaal) Deel lange lijsten op in meer dia s Niet teveel cijfers tegelijk op 1 dia. Grafieken en schema s liefst vereenvoudigen en in dikkere lijnen natekenen; de grafieken van Excel zijn te iel. Laat grafieken met het verhaal meegroeien. Gebruik illustraties en geluids- en visuele effecten alleen als ze attentie verhogend werken of een andere duidelijke functie hebben. Dia s maken is de kunst van het weglaten! Techniek en verzorging Je presenteert niet alleen met woorden. Je gezichtsuitdrukking, bewegingen en gebaren communiceren ook. Met lichaamstaal zet je een boodschap kracht bij. Of doe je er juist afbreuk aan. Mensen die verbaal en non-verbaal verschillende boodschappen uitzenden, brengen anderen in verwarring over hun bedoelingen. Zijn jouw woorden niet congruent met je lichaamstaal, dan vertrouwen mensen op de non-verbale signalen en minder op wat je zegt. Stel je eens een spreker voor die stokstijf achter het spreekgestoelte staat. Vergelijk hem met iemand die losjes en ontspannen over het podium beweegt en zo nu en dan met gebaren het verhaal kracht bij zet. Wie van de twee vind je het prettigst om naar te kijken? Bouw beweging in. Gebruik handen én voeten om je presentatie kracht bij te zetten. Met je lichaamshouding druk je uit of je open staat voor contact. Een gesloten houding (gekruiste armen, blik op het papier of blik op oneindig) maakt jou in de ogen van anderen ongeïnteresseerd. Een losse en ontspannen houding drukt betrokkenheid uit. Het geeft je publiek het gevoel dat je voor hen open staat. Maak oogcontact met het publiek. Haal je ogen van je spiekbriefje en kijk rond: laat je blik eens langs de toehoorders gaan. Als je oogcontact maakt, druk je uit dat je geïnteresseerd bent. Ga je het juist uit de weg dan zal dat al snel worden uitgelegd als angst of onoprechtheid. Overleg regelmatig met je begeleider als dingen niet duidelijk zijn. Sommige genoemde zaken kunnen per vak verschillen. Heel veel succes!! 11

Bijlage 1 Overzicht activiteiten bij het PWS, klas 6, 2017 week activiteit tijd bestemd voor profielwerkstuk 36 37 Alleen lessen fase profielwerkstuk Oplossen knelpunten Indeling leerlingen en begeleidende docenten 38 Profielwerkstuk 2 e en 3 e uur: 10 lessen 39 4 e en 5 e uur: 10 lessen 40 6 e en 7 e uur: 10 lessen 1. Verkenning (afronding) 2. Informatie en onderzoek 3. Concept 4. Uitwerking (begin) 41 Profielwerkstuk (reisweek geen andere lessen) 2 e t/m 7 e uur: 30 lessen 4.Uitwerking (afronding) Voorbereiding mondelinge toelichting 42 Alleen lessen inleveren PWS (concept versie) 17 oktober 2017 43 Herfstvakantie 44 Alleen lessen Voorbereiding mondelinge toelichting Inleveren PWS (definitieve versie) 3 november 2017 45 Profielwerkstukmiddag 10 november 2017 25 minuten per toelichting Mondelinge toelichting 10 november 2017 12

Bijlage 2 Beoordelingsformulier voor het profielwerkstuk 2017 Naam leerling 1: Naam leerling 2: Titel werkstuk : Vak: Naam begeleidende docent Datum beoordeling Voorbereiding: Datum beoordeling Werkstuk: Datum beoordeling Mondelinge toelichting: Onderdeel Criteria Beoordeling* Factor bij score Score ** Voorbereiding (9%) Werkstuk (66%) Inbreng bij de voorbereiding (3%) x 0.30 Overleg met de docent (3%) x 0.30 Tijdsplanning (3%) x 0.30 Helderheid over de doelstelling (9%) 0,60 Oorspronkelijkheid van het onderzoek (originaliteit) en de kwaliteit van de bronnen (18%) 1,20 Helderheid van de conclusies (9%) 0,60 Uitwerking en samenhang van het werkstuk (55%) 3,60 Mond elin ge toelichting (25%) Kwaliteit van het taalgebruik (9%) 0,60 In welke mate werd duidelijk gemaakt waar het over gaat? (30%) 0,75 In welke mate was de toelichting als geheel samenhangend? (30%) 0,75 Hoe was de beantwoording van de vragen? (20%) 0,50 Totaal Verstaanbaarheid en interactie met publiek (20%) 0,50 De totaalscore is de optelling van de afzonderlijke scores afgerond tot een geheel getal Eindcijfer Het eindcijfer is de totaalscore gedeeld door 10 *) De beoordeling is een heeltallig cijfer variërend van 1 t/m 10 **) Een score is een getal met tw ee decimalen. 13

14