OP WEG NAAR BESCHERMD THUISWONEN UW MENING EN ONZE REACTIE Inspraaknotitie Transformatie-agenda Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen Oost-Veluwe 2016-2020
Voor cliënten die gebruikmaken van de Maatschappelijke Opvang of Beschermd Wonen gaat er veel veranderen. De gemeenten Apeldoorn, Brummen, Epe, Heerde en Voorst willen ervoor zorgen dat mensen zo goed mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen, of weer gaan wonen. Om dat mogelijk te maken, moet er veel geregeld worden. Daarom hebben de gemeenten een Transformatie-agenda gemaakt. Transformatie betekent veranderen. Op 8 november 2016 hebben de colleges van B&W van de vijf gemeenten deze agenda vrijgegeven voor inspraak. Meedenken en -praten We hebben van veel partijen inspraak ontvangen. Van de Wmo-raden ontvingen we advies. Ook hebben we zeven inspraakbijeenkomsten georganiseerd. Daarnaast hebben we reacties ontvangen van individuele cliënten, cliëntraden, een familieraad, begeleiders en hulpverleners, regionale zorgaanbieders, dorps- en wijkraden, huurdersorganisaties en woningcorporaties. Onze reactie We hebben alle opmerkingen, adviezen en zorgen meegenomen in onze reactie. Niet alles staat letterlijk in deze brochure, omdat we een samenvatting per thema hebben gemaakt. We geven ook aan of we uw inspraak overnemen en of deze ertoe leidt dat we de Transformatieagenda aanpassen. We behandelen de thema s in de volgorde van de Transformatie-agenda 2016-2020. Hoe nu verder? Uw inspraak leidt tot een aangepaste Transformatie-agenda. Uiterlijk eind mei 2017 willen we deze laten accorderen door de vijf colleges van B & W. Daarna vragen we de vijf gemeenteraden of zij kunnen instemmen met de Transformatieagenda. We hopen dat de besluitvorming vóór de zomervakantie 2017 rond is. Ondertussen gaan we aan de slag met een Jaarwerkplan 2017/2018. Uiteraard worden alle partijen hierbij nauw betrokken. De toekomst van Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen Over het algemeen reageren de insprekers positief op de Transformatie-agenda. Wel vinden veel mensen dat die agenda erg ambitieus is. Ze vragen zich af of je echt zoveel kunt bereiken in zo n korte tijd. De vijf thema s vinden ze echter goed gekozen en ze zijn benieuwd naar de uitwerking daarvan in het Jaarwerkplan. Ook vinden ze het fijn om betrokken te blijven. 2
In de agenda staat dat de gemeenten willen dat cliënten zo snel mogelijk zelfstandig gaan wonen. Insprekers zien dit graag veranderd in zo goed mogelijk. Ook vragen ze de gemeenten om ervoor te zorgen dat Beschermd Wonen blijft bestaan voor mensen die niet zelfstandig kunnen wonen. Sommige insprekers denken dat bezuinigingen belangrijker zijn bij de Transformatie dan de cliënten. Weer anderen maken zich zorgen over de opvang van gezinnen met kinderen. Het is inderdaad een ambitieus plan. Wij vinden dat een toekomstbestendig plan dat ook moet zijn. We hebben immers een flinke opgave om onze doelen waar te maken: meer ambulante hulp, meer eigen kracht en regie voor cliënten die zo goed mogelijk zelfstandig wonen. De term zo snel mogelijk passen we aan in onze agenda. Voor cliënten die ook in de toekomst niet zelfstandig kunnen wonen, blijft Beschermd Wonen bestaan. Ook goede begeleiding blijft beschikbaar. Zowel voor mensen die Beschermd Wonen als voor mensen die zelfstandig wonen. Dit nemen we nadrukkelijk op in de Transformatieagenda. Wij hebben op Beschermd Wonen niet bezuinigd. Wel kijken we tijdens keukentafelgesprekken kritisch hoeveel uren begeleiding nodig zijn. Dit doen we in overleg met de cliënt en de (beoogde) zorgaanbieder. We zullen verder onderzoek doen naar de wachtlijsten voor Beschermd Wonen. Ook de gemeenten vinden het niet passend dat gezinnen met kinderen een plaats krijgen in een opvangvoorziening voor mensen met (O)GGZ of verslavingsproblemen. Dit mag in onze regio niet voorkomen. We vinden het fijn dat zoveel partijen betrokken willen blijven bij ons Jaarwerkplan. We maken dan ook dankbaar gebruik van het aanbod van bijvoorbeeld cliëntenraden, dorps- en wijkraden en van de familieraad van GGNet om dit gezamenlijk op te pakken. 3
Thema 1 Zorginfrastructuur in de wijk Wijkgerichte GGZ De Wmo-raden vragen zich af of wijkgerichte GGZ wel wenselijk is. Ervaringen in de jeugdzorg zijn vooralsnog niet positief: te weinig deskundigheid en draagkracht. Aanbieders vinden daarentegen dat wijkgericht werken leidt tot meer resultaat. Wijkgerichte GGZ is onze stip aan de horizon. Mensen met een psychische aandoening krijgen daarbij zorg en ondersteuning in de wijk. GGZ-professionals werken dan nauw samen met de mensen zelf, hun sociale netwerken (familie, vrienden en buren) en met de netwerken van andere voorzieningen in de wijk (sociale wijkteams, dagbesteding, huisartsen, enzovoort). Preventie Insprekers geven aan dat cliënten vaak zelf niet vertellen dat het niet goed met hen gaat. Ze vragen zich af wie op deze mensen gaat letten als er geen sociaal netwerk is. Misschien dat een buddy-systeem werkt. In ieder geval moeten cliënten die zelfstandig (gaan) wonen goed begeleid worden. Dat vinden de woningcorporaties ook. Niet alleen voor de cliënten is dat belangrijk, maar ook voor de omwonenden. We voeren een keukentafelgesprek met elke cliënt die zelfstandig gaat wonen. Samen met hem of haar bepalen we welke ondersteuning nodig is. We houden rekening met een overgangsperiode met intensievere begeleiding. We doen ook een beroep op de naasten, mantelzorgers en andere mensen in de omgeving om goed op te letten hoe het gaat met de cliënt. Ambulante ondersteuning De adviesraden pleiten voor meer ruimte voor zorg op maat. Snel meer of minder uren ambulante begeleiding en (medische) zorg kunnen bieden, is heel belangrijk voor een goede wijkgerichte GGZ. Daarom gaan we onderzoeken of we de begeleiding in de Wmo anders kunnen inkopen. Over de zorg via de Zorgverzekeringswet maken de gemeenten, zorgaanbieders en zorgverzekeraar Zilveren Kruis afspraken. Crisisdienst / 24-uurs bereikbaarheid Veel insprekers vinden dat er 24 uur, zeven dagen per week ondersteuning moet zijn in de wijk. Daarnaast vinden cliënten dat ze hun begeleiding zowel thuis als in het buurtcentrum moeten kunnen krijgen. Bij zorg in de wijk hoort ook een crisisdienst en crisisopvang, vinden ze. We zullen de benodigde crisisvoorzieningen en de 24-uurs telefonische bereikbaarheid verder uitwerken in ons Jaarwerkplan. Dit doen we samen met cliënten, zorgaanbieders en de zorgverzekeraar. Cliënten moeten altijd gebruik kunnen maken van het telefoonnummer. We zullen onderzoeken of hulp binnen 15 minuten ter plaatse kan zijn. GGNet onderzoekt of ze twee afdelingen voor intensieve crisiszorg kunnen inrichten. 4
Terugvalvoorzieningen Cliënten vertellen dat ze behoefte hebben aan respijthuizen of logeerhuizen en time-outplaatsen, voor als het tijdelijk niet meer lukt om zelfstandig te wonen. De adviesraad pleit ervoor dat woningen beschikbaar blijven tijdens de opvang in een terugvalvoorziening. Ook wij zien de noodzaak van voldoende terugvalvoorzieningen waar je geen alcohol of drugs mag gebruiken. We zullen dit uitwerken in ons Jaarwerkplan. Huurwoningen van woningcorporaties blijven zes maanden beschikbaar, dat moet voldoende zijn. Een kamer of woonruimte binnen een instelling voor Beschermd Wonen mag je maximaal vier weken per jaar verlaten. Ondersteuning naastbetrokkenen Cliënten en de familieraad van GGNet vragen aandacht voor naastbetrokkenen, de eigen omgeving van cliënten en hun mantelzorgers. Op hen rust immers een zwaardere taak. In ons Wmo-beleid staat dat we veel aandacht hebben voor familie, naastbetrokkenen en mantelzorgers. We hebben dat echter nog niet uitgewerkt. Helemaal bij psychische problematiek is het erg belangrijk om mensen hierbij te ondersteunen. Het is dus terecht dat men hier aandacht voor vraagt. Dit wordt expliciet opgenomen in de Transformatie-agenda. FACT-teams en sociale wijkteams Insprekers vragen zich af of de (F)ACT-teams van de GGZ ook zorg kunnen leveren aan thuiswonende cliënten in hun eigen wijk. Een betere samenwerking tussen de (F)ACT-teams en de sociale wijkteams is gewenst. Woningcorporaties geven aan dat hulpverleners nu nog te weinig doen tegen verpaupering in en rondom de woningen. Landelijk hebben gemeenten gemerkt dat er niet voldoende mogelijkheden zijn om (F)ACT-zorg in de wijk te geven. Regionaal verkennen we nu samen met Zilveren Kruis de mogelijkheden van een GGZ-consult op recept. We zijn het eens met de insprekers dat de sociale wijkteams en de (F)ACT-teams moeten samenwerken en kennisdelen. We nemen dit mee in ons Jaarwerkplan. Taskforce EPA Een aantal leden van de cliëntraden is lid van de Taskforce EPA. Hierin werken regionale zorgaanbieders, cliëntvertegenwoordigers, zorgverzekeraar Zilveren Kruis en gemeenten samen aan de ambulantisering van de GGZ. Zij vinden het belangrijk dat deze overlegtafel goed functioneert en ruime aandacht geeft aan ambulante voorzieningen. Ook de dorps- en wijkraden vinden het een mooi initiatief. Ze vinden het fijn dat burgers betrokken worden bij het maken van beleid. We zijn het eens met dit aandachtspunt. We zullen ons als gemeenten inzetten om de Taskforce EPA goed te laten functioneren. 5
De draagkracht en het draagvlak in de woonomgeving is voor ons een nadrukkelijk punt van aandacht. We werken het graag verder uit met de dorps- en wijkraden en de cliëntraden. We wijzigen de naam van het thema in welkom in de woonomgeving. Misschien gebruiken we de term welkom in de wijk wel in een campagne, omdat dat een meer wervende tekst is. Thema 2 Welkom in de woonomgeving Eigen regie en anti-stigma campagne Cliënten vragen zich af of het gemeenten lukt mensen te laten aarden in de wijk. Vooroordelen zullen immers altijd blijven, evenals stigma s en misverstanden. Stigmabestrijding vinden ze belangrijk, maar of een anti-stigmacampagne de juiste methode is, weten ze niet. Anderen maken zich zorgen over de draagkracht van de wijken. Sommige buurten zijn al zwaar belast. De anti-stigmacampagne is voor ons een werknaam, we weten nog niet in welke vorm we dit gaan uitwerken. Het hoeft dus niet alleen een mediacampagne te worden. Gesprekken met buurtbewoners en voorlichting zijn uitermate belangrijk. Daarmee vergroot je het begrip voor GGZcliënten. We zullen cliënten en hun raden nauw betrekken bij de uitwerking van de plannen. Deskundige begeleiding bij integratie Veel insprekers vinden het belangrijk dat niet alleen cliënten goede en voldoende begeleiding krijgen, maar ook de buren in de wijk. Het lijkt erop dat gemeenten dit vergeten zijn in hun Transformatie-agenda. Omdat mogelijk iedere wijk te maken krijgt met GGZ-buren, moeten bewoners van te voren goed geïnformeerd worden. Ook stellen ze voor dat welkom in de wijk verandert in welkom in de woonomgeving. Welzijnswerk Insprekers vinden dat gemeenten flink moeten investeren in welzijnswerk om de interactie tussen nieuwe wijkbewoners en de huidige bewoners te helpen. We zullen rekening houden met dit signaal als we de plannen verder gaan uitwerken. De situatie is nu voor de vijf gemeenten verschillend. In Apeldoorn wordt het welzijnswerk toekomstgericht gesubsidieerd. Daarin is ook ruimte voor cliënten van de Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen en hun woonomgeving. Ontmoetingscentra Cliënten hebben graag een ontmoetingsplek en het is belangrijk dat ze geholpen worden om buurtcentra te bezoeken. Ook die mensen die zelf minder behoefte hebben aan contact. Hen kun je helpen, zodat ze niet vereenzamen. De vijf gemeenten werken allemaal op hun eigen manier aan de realisatie van ontmoetingsplekken. We vinden het allemaal belangrijk dat ontmoetingscentra laagdrempelig zijn, dat je zo kunt binnenlopen. Of dat begeleiders mensen helpen om naar binnen te gaan. Zeker voor mensen die overgaan van specifieke maatwerkbegeleiding naar begeleiding in een algemene voorziening. Daarom zetten we ook de begeleiding van deze mensen in ons Jaarwerkplan. 6
Thema 3 Wonen Voldoende en betaalbare woningen Veel insprekers, zowel cliënten en hun raden als de woningcorporaties en huurdersorganisaties, maken zich zorgen of er wel voldoende en betaalbare woningen zijn. Voor sociale huurwoningen zijn de wachttijden nu tien jaar. Andere reguliere huurders mogen niet de dupe worden. De woningcorporaties stellen verder voor om de grens van 409 als maximale huur te laten vallen, omdat je daarmee de voorraad woningen nog meer beperkt. Nieuwbouw zorgt weliswaar voor doorstroom, maar niet genoeg. Alle vijf gemeenten gaan elk jaar hierover in gesprek met hun woningcorporaties en huurdersorganisaties. We hebben het dan over nieuwbouw en bestaande goedkope woningen, maar ook over bijvoorbeeld aanen inleunwoningen. Daarmee verklein je de stap naar zelfstandig wonen. De suggestie om meerdere cliënten in een woning te huisvesten, nemen we niet over. Ook zij moeten zo normaal mogelijk kunnen leven in een woonomgeving. Als cliënten zelf nadrukkelijk kiezen voor een vorm van groepswonen onderzoeken we de mogelijkheden. Regionale spreiding van kwetsbare inwoners Het is volgens de insprekers uitermate belangrijk dat de woningen verspreid worden over de hele regio. Let ook op in welke wijken je cliënten plaatst, sommige wijken hebben al veel kwetsbare bewoners. Wij zijn in alle vijf gemeenten in gesprek met corporaties en huurdersorganisatie over de spreiding van cliënten. We onderzoeken de mogelijkheden per gemeente. Die inzichten nemen we mee in ons Jaarwerkplan, maar ook in andere plannen. Bijvoorbeeld in Epe bij de Woonzorgagenda. Samenwerking gemeenten, corporaties en huurdersorganisaties De woningcorporaties en de huurdersorganisaties vinden het jammer dat ze niet eerder betrokken zijn bij het opstellen van de Transformatie-agenda. Bovendien willen ze graag cijfers zien: over welke aantallen cliënten spreken de gemeenten? Een enkele partij geeft aan dat het verstandig is om ook met particuliere verhuurders te gaan praten. We hadden de corporaties en huurdersorganisaties inderdaad eerder in het proces kunnen betrekken. We hebben echter gekozen om eerst met cliënten te praten. Met name gemeente Brummen geeft aan dat we te weinig overlegd hebben. Alle gemeenten vinden uw inbreng bij het Jaarwerkplan zeer belangrijk. Particuliere verhuurders kunnen we niet dwingen om woningen beschikbaar te stellen. Over aantallen kunnen we nu nog geen antwoord geven. Dat gaan we zo snel mogelijk in kaart brengen en bekend maken. Scheiden van wonen en zorg en tussenvormen Cliëntenraden vertellen dat sommige mensen altijd in een all-in formule zullen moeten blijven wonen, omdat ze zelf de financiën niet kunnen regelen. Scheiden van wonen en zorg is dan niet wenselijk. Cliënten geven aan dat goed oefenen voordat je zelfstandig gaat wonen erg belangrijk is. Daarom zouden er bijvoorbeeld proefwoningen moeten komen. Misschien zijn andere speciale woonvormen wel meer geschikt. Een aantal partijen wil weten waarom Skaeve Huse weer op de agenda staan. Cliënten vinden dat overigens een fijne woonvorm. 7
We gaan met allerlei partijen in gesprek om de mogelijkheden voor woonvormen tussen Beschermd Wonen en zelfstandig wonen te onderzoeken en later te realiseren. Scheiden van wonen en zorg richt zich op mensen die toe zijn aan meer eigen regie. De Skaeve Huse zijn noodzakelijk voor mensen die niet kunnen aarden in de wijk en die veel overlast veroorzaken. Opstapregeling en privacy Cliënten en de adviesraden zien geen noodzaak om privacygegevens te delen met de toetsingscommissie van de Opstapregeling. Vanzelfsprekend gaan we zorgvuldig om met privacygegevens. Het is aan de cliënt en zijn begeleider zelf om te bepalen of hij toe is aan zelfstandig wonen. De toetsingscommissie moet echter wel kunnen nagaan of de cliënt aan alle voorwaarden voldoet. Zowel de cliënt als de toekomstige woonomgeving en de woningcorporatie hebben daar baat bij. De Opstapregeling, het woonaanbod en de spreiding daarvan Cliëntraden vinden dat een woning en woonplaats zo goed mogelijk moeten aansluiten bij de woonwensen van een cliënt. Daarmee verklein je de kans op terugval. Daarom vinden zij dat de Opstapregeling over de hele regio moet worden uitgerold. Als mensen de stap naar zelfstandig wonen maken, moeten ze zoveel mogelijk komen te wonen in de gemeente die zij zelf wensen of waar ze een sociaal netwerk hebben. Wij gaan als gemeenten samen afspraken maken hoe we dit het best kunnen regelen. Opstapregeling en zachte landing Een inspreker geeft aan dat de Opstapregeling bedoeld is om mensen die zelfstandig gaan wonen vanuit een instelling daarbij stapsgewijs te helpen. Maar, dat bij veel mensen nog niet alles goed geregeld is. Ze hebben dan bijvoorbeeld nog problemen met schulden. We willen mensen inderdaad een zachte landing laten maken. Goede begeleiding vinden alle betrokken partijen essentieel. Apeldoorn start daarom een pilot met sociaaljuridisch geschoolde begeleiders die de cliënten extra ondersteuning bieden bij de financiën. 8
Wij vinden meedoen in de samenleving voor iedereen van belang. Daarbij moeten we rekening houden met mensen met een psychische aandoening. We zijn het eens met de raden dat er niet teveel druk mag liggen op het vinden van betaald werk. Daarom passen we onze tekst in de Transformatie-agenda aan: betaald werk en/of dagbesteding zijn nodig om eigenwaarde en zelfredzaamheid te bevorderen. De gemeenten zijn wel van mening dat iedereen zo veel mogelijk verantwoordelijk moet zijn voor zijn eigen inkomen door middel van betaald werk. We zorgen voor voldoende begeleiding van mensen en gaan in gesprek met ondernemers om de kansen op de arbeidsmarkt voor cliënten te verbeteren. Thema 4 Werk en dagbesteding Dagbesteding als algemene voorziening De cliëntraden zien graag dat de laagdrempelige vormen van dagbesteding van Apeldoorn ook in de andere gemeenten wordt ingevoerd. Cliënten vinden het belangrijk dat de dagbesteding past bij hun voorkeur en capaciteiten. Een zorginstelling geeft aan dat dagbesteding in een algemene voorziening niet geschikt is voor al hun cliënten. Scholing als onderdeel van de dagbesteding In de paragrafen over dagbesteding ontbreekt scholing als één van de mogelijkheden. Dat klopt, we zullen scholing als mogelijke vorm van dagbesteding opnemen in de Transformatieagenda. Al deze opmerkingen over dagbesteding zullen wij meenemen als we ons Jaarwerkplan gaan uitwerken. We zijn zeker van plan om te bekijken of specifiek maatwerk mogelijk is voor sommige cliënten. Daarover gaan we in gesprek met de zorgaanbieder. Betaald werk Betaald werk is goed voor het zelfrespect van mensen. Echter niet voor alle cliënten is er werk te vinden en nog niet alle mensen zijn toe aan het uitvoeren van betaald werk. Daarom pleiten de cliëntraden en Wmo-raden voor ruimte voor andere vormen van dagbesteding, vrijwilligerswerk of creatief bezig zijn. 9
Thema 5 Financiële situatie van cliënten Financiële dienstverlening door de gemeente Veel insprekers maken zich zorgen over de financiële situatie van mensen die zelfstandig gaan wonen. Ze pleiten ervoor dat huisuitzettingen bij sociale huurwoningen worden voorkomen. Ook vragen ze om extra hulp bij de financiën. Die begeleiders moeten affiniteit hebben met de GGZ-doelgroep. Continuïteit in begeleiding is cruciaal. Alle vijf gemeenten zien het belang van extra hulp bij financiën. We overleggen dan ook met verschillende partijen om de financiële situatie van mensen in de gaten te houden en te verbeteren. We onderzoeken de mogelijkheden van financiële ondersteuning en vergoedingen voor extra stookkosten. Dit wordt uitgewerkt in het Jaarwerkplan. Integrale uitvoering Wmo en financiële dienstverlening Gemeenten krijgen het advies om bij het keukentafelgesprek zowel een Wmo-consulent te laten deelnemen als een medewerker van Werk en Inkomen. Dit omdat de financiële problemen van GGZ-cliënten die zelfstandig gaan wonen groter kunnen worden. Ook vinden zij dat cliënten moeten weten dat je in bepaalde situaties vrijstelling van de eigen bijdrage kunt vragen. In Brummen, Heerde en Voorst worden de keukentafelgesprekken al integraal gevoerd. In Epe moet elke consulent voldoende specialist zijn, omdat ze werken met één gezin, één plan, één regisseur. In Apeldoorn wordt nog niet met alle cliënten een integraal gesprek gevoerd. De mogelijkheid om in specifieke situaties vrijstelling aan te vragen van de eigen bijdrage geldt voor alle gemeenten. Financiële begeleiding cliënten Diverse raden vinden dat cliënten ook financieel goed begeleid moeten worden als zij uitstromen. In ons Jaarwerkplan zullen we verder uitwerken met welke partners en hoe we financiële begeleiding gaan geven. Dit doen we samen met zorgaanbieders, het professionele welzijnswerk, de vrijwillige financiële ondersteuners en enkele ervaringsdeskundigen. We kijken ook of ontmoetingsplekken en de inloopfunctie van de GGZ hierbij een rol kunnen spelen. Betaalbaarheid ontmoetingscentra, dagbesteding en sportactiviteiten Gemeenten moeten goed in de gaten houden of consumptieprijzen in ontmoetingscentra en dagbesteding betaalbaar blijven. Ook moeten zij zorg dragen voor vergoeding van vervoerskosten, zodat mensen kunnen blijven deelnemen aan de activiteiten. Lagere prijzen voor sport, kunst en cultuur zijn eveneens wenselijk. Ook wij vinden dat bewegen voor iedereen belangrijk is. Echter niet iedereen kan naar een sportschool of vereniging. Door een laag inkomen of psychische of sociale problemen. Daarom hebben we in Apeldoorn een regionaal beweegaanbod gemaakt voor cliënten. Brummen, Epe, Heerde en Voorst nemen deze vraag mee in hun sport- en cultuurprogramma. Als mensen problemen hebben met vervoer kunnen ze via de Toegang een aanvraag doen voor PlusOV. 10
Eigen bijdrage via het CAK Zowel cliënten als zorgaanbieders signaleren knelpunten bij de betaling van de eigen bijdrage via het CAK. De rekeningen komen laat en moeten met terugwerkende kracht betaald worden. Dit zorgt ervoor dat mensen schulden krijgen. De insprekers vragen zich af of dat niet anders kan. Wij herkennen deze problematiek. Een mogelijke oplossing is het scheiden van wonen en zorg. De cliënt betaalt dan zelf de huur en draagt zelf de kosten voor het eigen levensonderhoud. Alleen voor de uren begeleiding moet dan via het CAK een eigen bijdrage betaald worden. Dit kan niet anders, de gemeenten zijn door het Rijk verplicht om de berekening en inning van de eigen bijdrage door het CAK te laten uitvoeren. Regionale samenwerking De adviesraden van Heerde, Brummen en Voorst vinden dat de Transformatie-agenda lokaal verder uitgewerkt moet worden. Niet alle zaken die aandacht verdienen in hun gemeente, krijgen het ook. Apeldoorn, Brummen, Epe, Heerde en Voorst kiezen voor gelijkwaardige samenwerking bij de Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen in Oost-Veluwe. Bij de beleidsvorming, de inkoop, de contractering van zorgaanbieders en de uitvoering werken we intensief samen. We willen een gezamenlijke regionale financiering. Het is dus niet de bedoeling dat de gemeenten hun eigen (financiële) koers gaan varen. Wel zorgt elke gemeente goed voor zijn eigen inwoners in een lokale infrastructuur. We voeren zelf in de eigen gemeente de keukentafelgesprekken en stellen zelf de ondersteuningsplannen op voor onze eigen inwoners. Alle vijf gemeenten geven dus eigenlijk al invulling aan de wettelijke taken. Er blijft ruimte voor lokale verschillen. Maar de financiële en juridische afwikkeling van de Toegang doen we samen. Apeldoorn voert dat uit. Samenwerking gemeenten en zorgaanbieders Bepaalde zorgaanbieders vragen om aandacht van de gemeenten voor het feit dat zij veel moeten investeren. Anderen vinden dat de samenwerking met GGZ-specialisten beter kan en moet. Een partij vraagt zich af hoe de keuze voor een zorgverlener tot stand komt. Niet alle aanbieders hebben wachtlijsten. Zij vinden verder dat cliënten niet goed voor zichzelf op kunnen komen en vrezen daarom dat de kwaliteit van de zorgverlening niet altijd even goed is. In de raamovereenkomsten met zorgaanbieders staan de criteria waaraan ze moeten voldoen om ondersteuning te mogen geven. Ook de kwaliteitscriteria zijn erin opgenomen. Deze worden regelmatig gecontroleerd en met de zorgaanbieders besproken. In het kader van de inkoop 2019 zullen we met de zorgaanbieders nog bespreken welke kwaliteitscriteria we opnemen in de nieuwe raamovereenkomst en hoe we dit gaan controleren. Dit alles moet trouwens geen grote administratieve last voor de aanbieders of voor ons opleveren. Met de zorgaanbieders bespreken we in hoeverre we de onderlinge samenwerking tussen de zorgaanbieders kunnen versterken. 11
2017, Gemeente Apeldoorn