Primitieve Programmabegroting. Veiligheidsregio. Noord- en Oost-Gelderland



Vergelijkbare documenten
Primitieve Programmabegroting 2014

Burgemeester en Wethouders

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen

Voorstel aan de gemeenteraad

De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten.

Primitieve Programmabegroting 2014

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Collegebesluit Collegevergadering: 20 november 2018

Samenvatting risicoprofiel, capaciteitenanalyse en beleidsplan

MOED brandweer VNOG T.b.v. de 22 gemeenteraden

Addendum Beleidsplan Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES

Presterend Vermogen. Veiligheidsregio. September 2016 Project K&V Tijs van Lieshout

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht Commissie Bestuur en middelen

Begeleidende samenvatting en advies behorende bij de. Concept Rapportage Regionaal Risicoprofiel

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 januari 2004

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding

Ferwert, 28 mei 2013.

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen veiligheidsregio s, politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland

Organisatieverordening Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

Nieuwe koersen. Veiligheidsregio Brabant Noord in een veranderende omgeving. Themabijeenkomst raden Land van Cuijk 16 januari 2013

Operationele Regeling VRU

De doelstelling is om te komen tot een programma-/productbegroting vanaf het begrotingsjaar 2017.

2 4 APR. 20Q9 VQ.aft.. v Q.,tl

SAMENWERKING IN DE VEILIGHEIDSREGIO Uitwerking van criterium 8 uit het Slotdocument VGS-congres 2013

Crisisorganisatie uitgelegd

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL 10G / I. Drupsteen BVL Ke. Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Twente.

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BRANDWEER-GHOR ZUID-LIMBURG.

Concept-raadsvoorstel. Onderwerp: Brandrisicoprofiel veiligheidsregio Fryslân. Aan: de Raad

CONCEPT Organisatieverordening Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

Landelijk Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail

GRIP-teams en kernbezetting

Verordening brandveiligheid en hulpverlening

Telefoon: Bijlage: -1 set - Fax: E-maii: ludo. vrhm. nl

Voorstel: instemmen met de uitgangspunten zoals verwoord in de kadernota.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Veiligheidsregio Fryslân. Netwerkbijeenkomst crisispartners i.h.k.v. de risico s 2012

STAPPENPLAN IMPLEMENTATIE WATERRAND

Samenhang. GHOR Zuid-Holland Zuid. uw veiligheid, onze zorg

VRBZO. Wat doet VRBZO? Zie film

Delegatiebesluit Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant 2016

Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail

Lokaal bestuur en de Wet veiligheidsregio s

Operationele Regeling VRU

Mijn ideaal: één gemeente Hollands Midden

VOORSTEL VOOR HET AB. Datum vergadering: 14 januari Agendapunt: 13. Portefeuillehouders: De heer Wolfsen/mevrouw Westerlaken

VEILIGE LEEFOMGEVING

Begroting V Ą Vėiligheidsregio. ^ Drenthe

Organisatieverordening Veiligheidsregio Brabant-Noord 2007

Voorstel raad en raadsbesluit

Presentatie VGGM. Politieke maandag Wageningen 10 oktober Albert-Jan van Maren Masja Kruse

De oranje kolom in de Veiligheidsregio

Hoe veilig is veilig Samen werken aan veiligheid

Informatieavond begroting 2016 en meerjarenraming VRZHZ

Bestuurssamenvatting

De GHOR Wij zijn er voor jou. samenwerken aan veiligheid en gezondheid 1

- het wenselijk is de voorzieningen voor brandveiligheid en hulpverlening in samenhang te treffen,

Een goed netwerk is cruciaal

Bijlage Dienstenboek Veiligheidsregio Gelderland-Zuid

Samenvatting wetsvoorstel Veiligheidsregio s

De brandweer wordt nog veiliger en beter

Taakafstemming rampenbestrijding en crisisbeheersing tussen gemeenten en regionale brandweer

Besluitformulier Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland

Onderwerp Consultatie incidentrisicoprofiel en dekkingsplan brandweer

Multidisciplinair Opleiden en Oefenen

Veiligheidsregio Fryslân. Alert en slagvaardig voor de veiligheid en gezondheid van alle inwoners van Fryslân

Bestuurssamenvatting programmabegroting 2019 en meerjarenraming

Doorontwikkeling Toezicht Nationale Veiligheid

Aan de colleges van B&W en de Raden van de aangesloten gemeenten bij de Veiligheidsregio Brabant-Noord

Product 1. Generieke risico-analyse en beheer.

Bestuurssamenvatting Jaarverslag en jaarrekening 2017

Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening

Bestuurssamenvatting

Inzicht in de activiteiten die brandweer Maas en Waal verricht voor de gemeente Beuningen.

Brandweer Haaglanden Bestuurlijke aansturing en Contouren brandweerorganisatie

Overeenkomst betreffende de samenwerking tussen

Veiligheidsregio Zeeland. Risicobeheersing Taken en formatie

Tabel 1: Bevoegdheden, die het Algemeen Bestuur voor zichzelf houdt

5. Beschrijving per organisatie en

Jaarverslag Veiligheidsregio. Noord- en Oost-Gelderland

Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing. Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 mei 2011 Betreft Beleidsreactie natuurbranden

Onderwerp : Zienswijzemogelijkheid programmabegroting 2018 en jaarverantwoording met resultaatbestemming 2016 Veiligheidsregio Brabant-Noord.

Veiligheidsregio in vogelvlucht. Jos Stierhout

Landelijk Convenant voor Regionale Samenwerkingsafspraken tussen de Drinkwatersector, Veiligheids- en Politieregio s

mêê^w9êêsěľb^ėě Brandweer

Bijlage A Taken op het gebied van de brandveiligheid en hulpverlening

Project Kwaliteit brandweerpersoneel. De brandweer wordt nog veiliger en beter

Portefeuillehouder: H.J. van Schaik

Ondersteuning. Proces: Preparatie nafase. Positionering van proces in structuur

Vastgesteld 6 december Inwerkingtreding (met terugwerkende kracht tot) 1 januari 2014

Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio s)

Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo)

[Geadresseerde (organisatie)] [Naam persoon] [Adres] [Postcode] [PLAATS] Geachte leden van de raad,

Convenant drinkwater tussen Evides, Brabant Water, Politie Zeeland en Veiligheidsregio Zeeland

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Transcriptie:

Primitieve Programmabegroting 2013 Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland Versiedatum 12 april 2012

Inhoudsopgave Leeswijzer...3 Uitgangspunten...4 Programma: Risicobeheersing...6 Programma: Preparatie...10 Programma: Repressie...13 Programma: Nazorg...16 Programma: Opleidingen...18 Programma: Regionaal Veiligheidsbureau...20 Programma: GHOR...23 Programma: Regionale kwaliteitszorg...26 Programma: Algemene dekkingsmiddelen...28 Programma: Projecten...29 Programma: Cluster BWAO (Achterhoek Oost)...30 Programma: Cluster Brandweer Achterhoek West...32 Programma: Cluster IJsselstreek...34 Programma: Cluster EVA...35 Programma: Cluster Veluwe West...37 Programma: Cluster Veluwe Noord...38 Programma: Bovenclusterlijk Veluwe Noord en West...40 Paragraaf Weerstandsvermogen...42 Paragraaf Financiering...46 Paragraaf Bedrijfsvoering...47 Lijst met afkortingen...50 Bijlagen...52 Bijlage 1 Kostprijs per programma, product, cluster en kostenplaats...53 Bijlage 2 Ontwikkeling inwonersbijdrage...56 Bijlage 3 Inwonersbijdrage...57 Programmabegroting 2013 2

Leeswijzer Voor u ligt de programmabegroting 2013 van de Veiligheidsregio Noord- en Oost- Gelderland. De programmabegroting is een document binnen de planning & controlcyclus van de veiligheidsregio, waarin de doelen, de activiteiten en de budgetten worden weergegeven voor 2013. Het geeft inzicht in de inhoudelijke kant van de programma s en besteedt aandacht aan de financiën die daarbij horen. Zo ontstaat een beeld van wat er mee beoogd wordt, wat ervoor gedaan wordt en wat het mag kosten. Het jaar 2013 zal weer een bewogen jaar worden door de verdere uitvoering van de regionalisering (overdracht personeel en materieel) als gevolg van de wijziging van de Wet veiligheidsregio s en de gevolgen hiervan voor de BTW, de realisatie van afgesproken bezuinigingen en de ontwikkeling en implementatie van instrumentarium om de processen binnen de VNOG verder te beheersen en te monitoren. Daarnaast spelen ontwikkelingen op het gebied van multidisciplinaire samenwerking en samenwerking tussen gemeenten en andere samenwerkingspartners en zullen ook de beoogde landelijke bezuinigingen als gevolg van de economische recessie de VNOG voor nieuwe uitdagingen stellen. In deze programmabegroting zijn de (financiële) uitgangspunten gehanteerd, zoals deze bij de behandeling van de kadernota 2013-2016 in het algemeen bestuur van 21 maart 2012 zijn vastgesteld. Uitgangssituatie Bij de (financiële) uitgangssituatie worden de verschillende uitgangspunten en ontwikkelingen beschreven die betrekking hebben op de totstandkoming van de begroting 2013. Programma s De programmabegroting bestaat uit de 17 programma s voor de brandweer, waarvan er 7 de clusters betreffen. Verder is er één programma voor de GHOR en één programma voor het Regionaal Veiligheidsbureau. Tot slot is er één programma algemene dekkingsmiddelen. Per programma is in de vorm van de 3 W-vragen aangegeven wat we binnen dat programma wensen te bereiken, wat daarvoor moet worden gedaan en wat het gaat kosten. Daartoe zijn de doelen geformuleerd en wordt verwezen naar gerelateerde beleidsnota s en lopende ontwikkelingen. Paragrafen Na de programma s volgen de verplichte paragrafen. Het betreft de paragrafen weerstandsvermogen, financiering en bedrijfsvoering. In het BBV zijn meerdere paragrafen voorgeschreven, maar in deze begroting zijn slechts de paragrafen opgenomen die voor een gemeenschappelijke regeling in het algemeen of in onze situatie in het bijzonder van toepassing zijn. Tot slot zijn er nog 3 bijlagen: Kostprijs per product en clusters Ontwikkeling inwonerbijdrage Inwonerbijdrage 2013 Programmabegroting 2013 3

Uitgangspunten Deze programmabegroting (primitieve begroting) is gebaseerd op de bestaande besluitvorming tot begin 2012. Onderstaand worden de verschillende uitgangspunten en ontwikkelingen beschreven die betrekking hebben op de totstandkoming van de begroting 2013 Primitieve begroting 2011 en 2012 In het voorjaar van 2010 kampte de VNOG met een begrotingstekort van 518.000. Dit saldo werd veroorzaakt door diverse autonome en loon- en prijsontwikkelingen. In het licht van de financiële perspectieven heeft het bestuur besloten de organisatie een bezuinigingsopdracht te geven. Deze opdracht is uitgewerkt in de financiële heroriëntatie VNOG, waarin een drietal scenario s is uitgewerkt om te komen tot de beoogde bezuinigingen. In scenario 1 is de bezuiniging ingevuld met een substantiële efficiencykorting van 10% over alle exploitatiebudgetten, een structurele onderuitputting van de personeelslasten, een verhoging van de tarieven RBS en het terugdringen van de kosten van bovenformatief personeel. Hiermee is een totale besparing van 645.000 gerealiseerd, die groter was dan het benodigde bedrag. Hierdoor kende de primitieve begroting 2012 een positief saldo van 127.000,-. Primitieve begroting 2013 De primitieve begroting 2013 is gelijk aan de begroting 2012 na 1 e wijziging. Hierin is een correctie van de kapitaalslasten van de GHOR opgenomen en hierin is de financiële heroriëntatie volledig doorvertaald. Bovenop scenario 1 zijn bij vaststelling van de kadernota 2012-2015, die uiteindelijk is vertaald in de eerste wijziging op de primitieve begroting 2012, de scenario s 2 en 3 vastgesteld. In scenario 2 wordt in 2013 ten opzichte van de begroting 2012 een aanvullende besparing gerealiseerd van 50.000 door een reductie van de topstructuur. Daarnaast zijn binnen de brandweer in scenario 3 inhoudelijke bezuinigingskeuzes gemaakt betreffende de bovenregionale taken Waterongevallen en Ongevallen Gevaarlijke Stoffen (OGS). Hiermee wordt een totale besparing van 297.000 gerealiseerd die al in de begroting 2012 waren verwerkt. Het totaal van deze bezuinigingen ad 482.000 zoals genoemd in de kadernota 2013 is in zijn geheel aangewend voor een verlaging van de gemeentelijke bijdrage voor het geharmoniseerde deel. De verhoging als gevolg van de loon- en prijscompensatie voor 2013 is al in deze begroting verwerkt. Opgemerkt dient te worden dat de begroting 2013 ten opzichte van 2012 sterk is gewijzigd, aangezien in deze begroting: - De vrijwilligers van cluster IJsselstreek zijn verwerkt - De begroting 2013 van cluster EVA is toegevoegd; - De per 1 januari 2012 ingevoerde organisatiewijziging heeft gevolgen voor de in de begroting van 2012 gehanteerde verdeelsystematiek. Voor de nieuwe organisatie zijn nog geen actuele verdeelsleutels ontwikkeld. Daarom is besloten om voor de begroting 2013 alle indirecte kosten niet toe te rekenen naar de producten maar vooralsnog op het programma Algemene dekkingsmiddelen te verantwoorden. Hierdoor zijn de uitgaven en opbrengsten die voor de verschillende begrotingsjaren in de diverse programma s zijn opgenomen onderling slecht vergelijkbaar. - Nog geen volledig beeld bestaat van alle investeringen die voor 2013 nodig zijn. Hierdoor kunnen er afwijkingen ontstaan tussen de begrote en de werkelijke kapitaallasten in 2013. Programmabegroting 2013 4

BDUR/BTW Door het Rijk is besloten dat de BDUR-bijdrage in een periode van 4 jaar verlaagd zal gaan worden. Concreet betekent dit ingaande 2012 een korting van 1,5% per jaar oplopend naar 6% in 2015. Voor de begroting 2013 betekent dit een bezuiniging van 152.000. Deze bezuiniging is voor een bedrag van 137.000 nog niet concreet ingevuld en als een taakstelling in de begroting 2013 opgenomen. Dit zijn de bezuinigingen vanuit het Rijk die al bekend zijn. Welke gevolgen eventuele nieuwe bezuinigingen op rijksniveau hebben voor de Veiligheidsregio s en de gemeenten is nog niet in te schatten. De op handen zijnde wijziging van de Wet veiligheidsregio s, waarbij de regionalisatie verplicht wordt, heeft tot gevolg dat de BTW voor gemeenten en de VNOG opnieuw een kostenpost wordt. Aan de regio zou dan een bedrag in de BDUR toegekend worden ter compensatie van deze voorgestelde maatregelen van ca. 1.750.000 (decembercirculaire BDUR 2011). In de begroting 2013 is nog geen rekening gehouden met de effecten van deze voorgenomen wijziging. Door een reeds eerder ingevoerde wetswijziging zijn de taken van de MON, RVB en GHOR geen gemeentelijke taken meer waardoor de BTW niet meer naar gemeenten kon worden doorgeschoven. De Veiligheidsregio heeft een bedrag van circa 746.000 als compensatie voor de BTW van de MON,RVB en GHOR toegezegd gekregen en in de begroting 2013 verwerkt. Loon- en prijsontwikkeling Bij de behandeling van de kadernota 2013-2016 in het algemeen bestuur van 21 maart 2012 heeft het algemeen bestuur ingestemd met een indexering van loon- en prijsontwikkeling. Basis hiervoor waren de percentages genoemd in de september circulaire 2011 gemeentefonds. Voor de personele kosten zijn dit de genoemde 2% en voor de materiële kosten 2,25%. De gegevens hebben betrekking op de budgetten die op het moment van schrijven zijn verwerkt in de begroting van de VNOG. Inwoneraantallen De geharmoniseerde inwonerbijdrage is gebaseerd op 810.938 inwoners, conform de gegevens van het CBS over de aantallen inwoners op 1 januari 2012. De inwonerbijdrage van de clusters is weergegeven in bijlage 3 Resultaat De voorliggende programmabegroting is sluitend rekeninghoudend met een positief saldo onvoorzien van 546.000. Programmabegroting 2013 5

Programma: Programmahouder: Budgethouder: Risicobeheersing dhr. H.J. Kaiser dhr. A. van Gulik Wat willen we bereiken? De kernopdracht van brandweer risicobeheersing is het vroegtijdig voorkomen en beperken van risico s en bedreigingen, die maatschappelijk gezien niet acceptabel worden geacht uit het oogpunt van de fysieke veiligheid van burgers en hulpverleners in Noord- en Oost-Gelderland. Deze kernopdracht is verankerd in wet- en regelgeving. De regionale brandweer is wettelijk bevoegd de colleges van burgemeester en wethouders gevraagd en ongevraagd te adviseren op het gebied van risicobeheersing fysieke veiligheid. In 2010 is de Wet op de Veiligheidsregio s in werking getreden. Deze wet houdt een versterking in van de adviesrol van de brandweer. In de Wet milieubeheer zijn wettelijke adviestaken van de regionale brandweer met betrekking tot externe veiligheid vastgelegd (Bevi 1 ), alsmede in de aanwijzing van en het toezicht op de meest risicovolle bedrijven waar het gaat om preventie en beheersing van gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn (Brzo 2 ). VNOG heeft in het bijzonder oog voor de maatgevende bovenlokale risico s en calamiteiten in het verzorgingsgebied: Maatgevende risico s Overige reële risico s en calamiteiten volgens het Risicobeeld 1. Brandbaar / explosieve stoffen Onveilige bouw en gebruik van (tijdelijke) objecten en inrichtingen, in het bijzonder complexe en grootschalige (hoog)bouw en risicovolle evenementen 2. Giftige stoffen Ongevallen onderweg: op de weg, te water, op het spoor en in de lucht 3. Overstromingen Epidemie / ziektegolf 4. Natuurbranden Nucleaire, biologische en chemische 5. Extreme weersomstandigheden terroristische (NBC) incidenten 6. Uitval nutsvoorzieningen Vitale infrastructuur Dit vraagt om specialistische brandweerexpertise op het gebied van risicobeheersing. Gestreefd wordt naar versterking van de multidisciplinaire advisering door VNOG op het gebied fysieke veiligheidsvraagstukken. Er wordt ingezet op het doorontwikkelen van een sterke organisatie van risicobeheersing, een samenspel van concern en clusters, gebaseerd op de Visie Risicobeheersing 2.0. Ook is er extra aandacht voor technisch brandonderzoek. Beoogd wordt het volgende te bereiken: Risicobeheersing Beleid, strategie en organisatie VNOG beschikt over een strategische en planmatig functionerende organisatie van risicobeheersing (concern en clusters). Het brandweerbeleid risicobeheersing speelt in op multidisciplinaire ontwikkelingen met een duidelijke visie op de wijze waarop risicobeheersing bijdraagt aan de bevordering van fysieke veiligheid van burgers en hulpverleners in Noord- en Oost- Gelderland. Deze visie heeft draagvlak onder de cluster (brandweer)organisaties en past binnen de Wet Veiligheidsregio s. Bestuurders en 1 Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi, 2004) in het kader van de Wet Milieubeheer. 2 Besluit risico s zware ongevallen (Brzo, 1999) in het kader van de Wet Milieubeheer. Programmabegroting 2013 6

ambtelijke samenwerkingspartners weten binnen welke kaders op welke wijze zij met de brandweer dienen samen te werken om de wettelijke en wenselijke vroegtijdige advisering ten aanzien van fysieke veiligheid mogelijk te maken. Nieuwe kennisdomeinen op het terrein van fysieke veiligheid en risico s die zich mogelijk kunnen voordoen in Noord- en Oost-Gelderland worden vroegtijdig onderkend en onderzocht op gevolgen voor het optreden van de brandweer in alle schakels van de veiligheidsketen met verspreiding van deze nieuwe kennis binnen en buiten de brandweerorganisatie. Aansluiting wordt gezocht bij de uitgangspunten die in de Strategische Reis staan gedefinieerd waarin de brandweer in Nederland zich zal ontwikkelen tot een risicogeoriënteerde vraaggestuurde organisatie. Risico-inventarisatie, analyse en onderzoek Het risicoprofiel van Noord en Oost-Gelderland is in beeld gebracht en geactualiseerd wat betreft maatgevende, bovengemeentelijke en bijzondere risico s op het gebied van fysieke veiligheid. Nieuwe / latente risico s op het terrein van fysieke veiligheid die zich mogelijk kunnen voordoen in Noord- en Oost-Gelderland worden vroegtijdig onderkend en onderzocht op gevolgen voor het optreden van de brandweer en GHOR in alle schakels van de veiligheidsketen. Gevaarlijke stoffen en externe veiligheid Het bevoegd gezag van provincie en gemeenten is tijdig, professioneel en conform regelgeving geadviseerd over de wijze waarop risico s en bedreigingen met betrekking tot gevaarlijke stoffen vroegtijdig voorkomen en beperkt dienen te zijn in en om de gebieden en inrichtingen waar zij verantwoordelijkheid draagt voor de (brand)veiligheid en externe veiligheid. Fysiek veilig bouwen en gebruiken Het bevoegd gezag van provincie en gemeenten is tijdig, professioneel en conform regelgeving geadviseerd over de wijze waarop risico s en bedreigingen met betrekking tot complexe bouw risicovolle evenementen vroegtijdig voorkomen en beperkt dienen te zijn in en om inrichtingen waar zij verantwoordelijkheid draagt voor de fysieke (brand)veiligheid. Maatgevend Risico Natuurbranden Bevoegd gezag van betrokken (overheids)instanties en operationele onderdelen van de hulpverleningsorganisaties in Noord- en Oost-Gelderland zijn en blijven vroegtijdig, deskundig en onafhankelijk geïnformeerd over (rest)risico s van natuurbranden in het verzorgingsgebied en (door hen) te nemen pro-actieve veiligheidsmaatregelen. Risico-informatievoorziening veiligheidsketen Belanghebbenden in de schakels preventie, preparatie, repressie en nazorg van de veiligheidsketen beschikken over de risico-informatie die de brandweer genereert in de schakel pro-actie en preventie en borgt in de operationele informatievoorziening. Wat gaan we daarvoor doen? Uitgangspunten 2013 VNOG geeft uitvoering aan haar taken risicobeheersing volgens de Wet op de Veiligheidsregio s. Hieronder valt ook risicobeheersing van natuurbranden in lijn met het bestuurlijk draagvlak hiervoor. Deze taken betreffen voortzetten van bestaand beleid. Risicobeheersing Beleid, strategie en organisatie VNOG coördineert in samenspraak met het Leidinggevenden Overleg Risicobeheersing de totstandkoming en uitvoering van brandweerbeleid op dit terrein. De brandweertaken worden geborgd in de risicobeheersingorganisatie van de VNOG, een samenwerking tussen concern en clusters. Bevorderd wordt, dat advisering en toetsing van fysieke veiligheidsvraagstukken in alle gemeenten eenduidig en professioneel plaatsvindt conform wet- en regelgeving en binnen de beleidskaders van VNOG en gemeenten. Programmabegroting 2013 7

VNOG coördineert ter ondersteuning hiervan de totstandkoming van regionale richtlijnen risicobeheersing. De VNOG voor de vertaling van nieuwe ontwikkelingen naar het brandweerbeleid risicobeheersing en levert inhoudelijke bijdragen aan het landelijk NVBR Netwerk Risicobeheersing. VNOG ondersteunt de clusters op het gebied van kennismanagement en coördineert vakinhoudelijke afstemming in het Regionale Preventieoverleg (RPO). Naast de jaarlijkse Regionale Themadag voor Risicobeheerders worden aanvullend regionale themamiddagen voor deze doelgroep georganiseerd. VNOG ondersteunt de cluster (brandweer) organisatie en de gemeentes in activiteiten op het gebied van publieke risicocommunicatie en voorlichting in Noord- en Oost- Gelderland. In 2013 vindt hiertoe de doorlopende implementatie plaats van de producten die voortkomen uit het beleids- en uitvoeringsplan Risicocommunicatie uit 2010. Risico-inventarisatie, analyse en onderzoek In 2011 is het risicoprofiel van de veiligheidsregio in beeld gebracht en bestuurlijk vastgesteld. Op dit terrein vindt doorontwikkeling plaats van de activiteiten die ten behoeve van het Project Risicoprofiel (bestuursopdracht) in gang zijn gezet. In 2013 wordt het plan van aanpak doorontwikkeling Risicoprofiel uitgevoerd, o.a. door de capaciteitenanalyse van de daartoe geselecteerde maatgevende scenario s en de vertaling van de ambities uit het Regionaal beleidsplan. Ook de resultaten van technisch brandonderzoek worden hiervoor gebruikt. Dit alles in aansluiting op de Nationale Risicobeoordeling (NRB) van het Programma Nationale Veiligheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken. VNOG fungeert als regionaal kennis- en expertisecentrum voor complexe vraagstukken op het gebied van risicobeheersing ten behoeve van fysieke veiligheid. In 2013 zal de tweede fase van het landelijk interbestuurlijke traject Natuurbrandrisico, in samenwerking en gefinancierd door het Ministerie van BZK verder worden uitgerold. Hiertoe wordt uitdrukkelijk de samenwerking gezocht met het Veiligheidsberaad, de NVBR en diverse kennisinstituten (NIFV, WUR, RUU, UvA, TNO). Gevaarlijke stoffen en externe veiligheid VNOG verleent veiligheidsadviezen in het kader van Bevi 3, Brzo, Vuurwerkbesluit, complexe Wm-aanvragen 4 en overige complexe risico-vraagstukken. In het kader van Brzo wordt blijvend aangestuurd op kwaliteitsverbetering ten aanzien van inhoud en operationele informatievoorziening door samenwerking met de twee andere brandweerregio s in Gelderland. Beleidsadvisering aan de milieuregio's neemt toe. Dit betreft een wettelijke taak. Medeoverheden waaronder de provincie zullen in toenemende mate een beroep gaan doen op VNOG voor advisering vergunningverlening, toetsing en handhaving in het kader van de Wabo (omgevingsvergunning). In 2013 zal dit tevens worden gestroomlijnd met de in dat jaar te starten Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD s). Fysiek veilig bouwen en gebruiken VNOG verleent veiligheidsadviezen in het kader van complexe bouw, risicovolle evenementen en provinciale inrichtingen en overige bijzondere en complexe risicovraagstukken. Tevens legt VNOG beleid en richtlijnen voor aan de gemeentelijke en organisatie inzake risicobeoordeling en advisering van evenementen. Op verzoek wordt geadviseerd inzake bovengemeentelijke veiligheidsvraagstukken waaronder verzoeken om second opinion. 3 Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi, 2004) in kader van Wet milieubeheer. 4 Wet milieubeheer Programmabegroting 2013 8

Maatgevend Risico Natuurbranden VNOG voert haar taken uit in de CRN Veluwe (plv. voorzitterschap en werkgroep risicobeheersing). VNOG vervult namens de Commissie Risicobeheersing Natuurbranden Veluwe (CRN Veluwe) de rol van adviseur natuurbranden in de Veluwecommissie, het Programma Veluwe 2010 en het programma Natura 2000. Deze activiteiten worden afgestemd met het eerder genoemde Landelijke traject. De VNOG werkt met risicogedifferentieerde expertise; dit uit zich ondermeer in de gebiedsgerichte aanpak, die naar aanleiding van de resultaten van een in 2012 te houden pilot in 2013 verder zal worden uitgerold. In dit verband worden ook de activiteiten op het gebied van Technisch Brandonderzoek toegespitst op Natuurbranden. Risico-informatievoorziening veiligheidsketen VNOG zorgt voor de incorporatie van risico-informatie in het systeem van operationele informatievoorziening. Daarin worden ook de resultaten vanuit Technisch Brandonderzoek verwerkt. De Sector Risicobeheersing draagt bij aan de totstandkoming van dynamische bereikbaarheidskaarten met risico-informatie uit de schakels pro-actie en preventie. Wat mag het kosten? Lasten en baten: Programmabegroting 2013 9

Programma: Programmahouder: Budgethouder: Preparatie dhr. H.J. Kaiser dhr. A. van Gulik Wat willen we bereiken? De Wet Veiligheidsregio s gaat bij het inrichten van de operationele organisatie uit van het regionaal risicoprofiel, dat iedere veiligheidsregio op basis van deze wet dient vast te stellen. De risico s die in het profiel worden benoemd worden in eerste instantie voorkomen en beperkt met voorzieningen en maatregelen op het terrein van risicobeheersing. De veiligheidsregio richt zich vervolgens met preparatieve en repressieve maatregelen op het zgn. restrisico dat niet met preventieve maatregelen kan worden ondervangen. De uitvoering van het programma Preparatie ligt bij de sector Brandweerzorg (de teams Grootschalig Optreden & Crisisbeheersing en Vakbekwaamheid). Het team Materieel & Logistiek en het taakonderdeel Operationele Informatievoorziening ondersteunen de uitvoering van het programma. De sector Brandweerzorg werkt daarbij nauw samen met de clusters, die zijn belast uit de uitvoering van de basisbrandweerzorg, en is vertegenwoordigd in de landelijke netwerken. Algemeen De sector Brandweerzorg heeft zich voor het programma Preparatie de volgende ambities gesteld voor de uitoefening van zijn taken: We hebben maatregelen voorbereid en voorzieningen getroffen met het oog op de wettelijke taak, het beperken en bestrijden van branden en ongevallen, op basis van het risicoprofiel en passend in het geheel. We hebben de onderdelen van de informatievoorziening binnen de diensten van de veiligheidsregio en tussen deze diensten en de andere diensten en organisaties die betrokken zijn bij onze taakuitoefening, op uniforme wijze ingericht en houden deze in stand. Binnen het programma Preparatie onderscheiden we de onderstaande producten. Planvorming en procedures Wij dragen zorg voor een goede voorbereiding van een effectieve en efficiënte bestrijding van incidenten, de repressie. Deze voorbereiding bestaat onder meer uit het planmatig voorbereiden op te verwachten situaties. Rampenbestrijding en crisisbeheersing We geven mee invulling aan het regionaal crisisplan en de rampenbestrijdings- en crisisbeheersingsorganisatie. Operationele informatievoorziening We werken aan het ontsluiten en beschikbaar maken van de aanwezige (operationele) informatie, zowel binnen de regio als bij andere regio s, crisispartners en landelijke opererende crisisdiensten, voor preparatieve en repressieve doeleinden. We ontwikkelen en beheren systemen die nodig zijn voor de operationele communicatie bij incidenten. Programmabegroting 2013 10

Vakbekwaamheid Wij dragen zorg voor het vakbekwaam worden 5 en blijven van onze medewerkers aan de hand van de eisen die het Besluit Personeel Veiligheidsregio s en daarmee samenhangende regelingen daaraan stellen. De resultaten van het project Kwaliteit Brandweerpersoneel hanteren we daarbij als input. Wat gaan we daarvoor doen? Planvorming en procedures In het kader van de planvorming & procedures zorgen we voor een actueel regionaal dekkingsplan (met kazernevolgordetabel en de modelalarmregeling) en voor het vastleggen van bijstandprocedures en verbindingsschema s. Daarnaast zijn protocolkaarten ontwikkeld die door de brandweer VNOG worden beheerd en gebruikt. Rampenbestrijding en crisisbeheersing Op het vlak van de rampenbestrijding en crisisbeheersing zorgen we voor het bemensen we de sleutelfuncties (via de RROL en de RROIM) en voeren we het multidisciplinair oefenen van operationele en gemeentelijke rampenstaven (CoPI, ROT, RBT, GRS) en specifieke Multi-oefeningen uit. De regie voor de uitvoering van de multidisciplinaire taken berust bij het Regionaal Veiligheidsbureau. De oefeningen worden ondersteund door de teams Grootschalig Optreden & Crisisbeheersing, Vakbekwaamheid en Materieel & Logistiek en het taakonderdeel Operationele Informatievoorziening. Operationele informatievoorziening De VNOG investeert in middelen voor de uitvoering en ondersteuning van netcentrische - systemen voor- crisiscommunicatie. Met het Veiligheidsberaad als opdrachtgever wordt gewerkt aan een Landelijk Crisis Management Systeem (LCMS). Dit hiervoor ontworpen systeem wordt op landelijk niveau verder ontwikkeld met een nadrukkelijke inbreng van de veiligheidsregio s. We richten ons op de uitbouw van de digitale bereikbaarheidskaart, het inrichten van de beheerstructuur, het ontsluiten en zichtbaar maken van Geo-informatie en CCS-M. De informatiearchitectuur en het koppelen van informatiebronnen wordt verder opgebouwd. Daarnaast bereiden we ons voor op het afnemen van de landelijke basisregistraties Kadaster en Topografie. Vakbekwaamheid De vakbekwaamheidsorganisatie van de VNOG is nog niet op alle onderdelen ingericht. Met behulp van de Regionale Monitor Oefenen (RMO) en het Beheerssysteem Oefenen wordt op concernniveau inzicht gegeven in de beleidsmatige-, personele en financiële gevolgen van de verdere ontwikkeling van het oefenen door de Brandweer in de VNOG. Daarnaast geven we uitvoering aan het registreren van oefeningen, oefenprestaties en inzetgegevens, waarmee we invulling geven aan het cyclisch karakter van het vakbekwaam blijven. Vakbekwaamheid in niet zozeer een product maar ondersteunt de uitvoering van de andere producten door het vakbekwaam houden van de medewerkers die zijn belast met de uitvoering van deze producten. 5 Voor het onderdeel vakbekwaam worden wordt verwezen naar het programma Opleidingen. Programmabegroting 2013 11

Wat mag het kosten? Lasten en baten: Programmabegroting 2013 12

Programma: Programmahouder: Budgethouder: Repressie dhr. H.J. Kaiser dhr. A. van Gulik Begroting 2013 Wat willen we bereiken? De Wet Veiligheidsregio s gaat bij het inrichten van de operationele organisatie uit van het regionaal risicoprofiel, dat iedere veiligheidsregio op basis van deze wet dient vast te stellen. De risico s die in het profiel worden benoemd worden in eerste instantie voorkomen en beperkt met voorzieningen en maatregelen op het terrein van risicobeheersing. De veiligheidsregio richt zich vervolgens met (preparatieve en) repressieve maatregelen op het zgn. restrisico dat niet met preventieve maatregelen kan worden ondervangen. De uitvoering van het programma Repressie ligt bij de sector Brandweerzorg (de teams Grootschalig Optreden & Crisisbeheersing en Vakbekwaamheid). Het team Materieel & Logistiek en het taakonderdeel Operationele Informatievoorziening ondersteunen de uitvoering van het programma. De sector Brandweerzorg werkt daarbij nauw samen met de clusters, die zijn belast uit de uitvoering van de basisbrandweerzorg, en is vertegenwoordigd in de landelijke netwerken. Algemeen De sector Brandweerzorg heeft zich voor het programma Repressie de volgende ambities gesteld voor de uitoefening van zijn taken: We hebben maatregelen voorbereid en voorzieningen getroffen met het oog op de wettelijke taak, het beperken en bestrijden van branden en ongevallen, op basis van het risicoprofiel en passend in het geheel. We hebben de onderdelen van de informatievoorziening binnen de diensten van de veiligheidsregio en tussen deze diensten en de andere diensten en organisaties die betrokken zijn bij onze taakuitoefening, op uniforme wijze ingericht en houden deze in stand. Producten Binnen het programma Repressie onderscheiden we de onderstaande producten. Gevaarlijke stoffen (OGS/WVD/CBRNe) We geven op een adequate wijze vorm aan de Ongevalsbestrijding gevaarlijke stoffen met inachtneming van de daarvoor geldende wettelijke regelingen en in samenhang met de risico s die we in ons verzorgingsgebied kennen, met name in de vorm van incidenten met gevaarlijke stoffen in de open lucht (als verwoord in het regionaal en de cluster risicoprofielen). We sluiten daarnaast aan op de landelijke ontwikkelingen op dit gebied. Natuurbrandbestrijding We richten de repressieve brandweerorganisatie zodanig is dat de VNOG in staat is natuurbranden, een maatgevend risico in ons regionaal risicoprofiel, op een passende wijze te beperken en te bestrijden. Daarnaast geven we vorm en inhoud aan het de rol van expertregio en het programma Natuurbranden. Programmabegroting 2013 13

Grootschalig optreden We bereiden ons voor op het grootschalig brandweeroptreden op de terreinen brand en hulpverlening. Meldkamer Oost-Nederland (MON) We geven op een adequate en efficiënte wijze en in nauwe samenwerking met de hulpdiensten politie en ambulancevoorziening invulling aan de wettelijke taak tot het beheren van de Meldkamer Oost-Nederland. Verbindingen & alarmering We ondersteunen het grootschalig brandweer- en het multidisciplinair optreden op het terrein van de operationele communicatie en het alarmeren van de eenheden en functionarissen. Regionaal Brandmeld Systeem (RBS) We beheren tegen een kostendekkend tarief het Regionaal Brandmeld Systeem voor bedrijven en instellingen in de veiligheidsregio s NOG en IJsselland die op basis van een aanwijzing van het bevoegd gezag een automatische doormelding dienen te hebben naar de meldkamer van de brandweer. Regionale Regeling Operationele Leiding (RROL) We voorzien op een gestructureerde wijze in het gegarandeerd beschikbaar hebben van operationele leiding bij mono- en multidisciplinaire incidenten. Wat gaan we ervoor doen? Gevaarlijke stoffen (OGS/WVD/CBRNe) Op het gebied van de Ongevalsbestrijding Gevaarlijke stoffen beheren we van de Organisatie Ongevalbestrijding Gevaarlijke stoffen (OGS), inclusief de waarschuwings- en verkenningsdienst (WVD) en de grootschalige burgerontsmetting bij CBRNe-incidenten (chemische, biologisch, radiologisch, nucleair en explosieven, voorheen NBC). De VNOG is één van de zes steunpuntregio s in Nederland voor de uitvoering van de CBRNe-taak. Natuurbrandbestrijding In het kader van de natuurbrandbestrijding dragen we zorg voor het beheer van het meetsysteem natuurbrandrisico, de luchtverkenning en de uitvoering van het convenant Heliblussing (Fire Bucket Operations (FBO); in samenwerking met de Ministeries van Veiligheid & Justitie, Infrastructuur & Milieu en Defensie, de Koninklijke Luchtmacht en het LOCC). We leveren de programmamanagers Natuurbrand en geven invulling aan (onderdelen van) het programma. Daarnaast geven we verder invulling aan het beschikken over terreinwaardig repressief materieel (mede op landelijke schaal) en adequate voorzieningen voor de waterwinning. We nemen deel aan de landelijke stuurgroep Natuurbrandbestrijding en de Landelijke Vakgroep Natuurbrandbestrijding van de NVBR. Grootschalig optreden In beleidsmatig opzicht geven we de Leidraad Grootschalig optreden verder invulling. Op materieelgebied geven we op regionale schaal invulling aan de uitkomsten van het landelijke project Specialistisch Optreden op Maat (SOM). Meldkamer Oost-Nederland (MON) De VNOG neemt samen met de veiligheidsregio IJsselland deel in de Meldkamer Oost- Nederland. De inbreng van de brandweer wordt verzorgd door het team Grootschalig Optreden & Crisisbeheersing. In dat kader werken we aan het instandhouden van het Programmabegroting 2013 14

systeem van meldingsclassificaties en de kazernevolgordetabel. We verzorgen de beantwoording van vragen over uitgevoerde meldingen. Daarnaast zullen we medewerking verlenen aan het tot stand komen van de nieuwe meldkamer voor de vijf veiligheidsregio s IJsselland, VNOG, Twente, Gelderland Midden en Gelderland Zuid. Verbindingen & alarmering We werken aan het verder ontwikkelen en inrichten van het Multidisciplinair Actiecentrum (MAC), het beheren van het systeem voor groepsalarmering en het onderzoeken van nieuwe verbindingsmogelijkheden. Binnen dit product staat de vervanging van C2000- randapparatuur op stapel. Regionaal Brandmeld Systeem (RBS) We dragen zorg voor het aan- en afsluiten van bedrijven en instellingen op het RBS en verwerken de gevolgen van de inwerkingtreding van het Bouwbesluit 2012 in het systeem. Daarnaast werken we aan een toekomstbestendig RBS, in samenwerking met de regio IJsselland. Wij leveren een bijdrage aan projecten ter terugdringing van onechte en onterechte meldingen (NUT en STOOM) Regionale Regeling Operationele Leiding (RROL) Wij beheren de regeling en dragen de zorg voor het opleiden en (realistisch) oefenen van de functionarissen binnen de RROL en het verzorgen van het RROL-materieel en materiaal. We leveren ook deelnemers aan diverse piketfuncties. Wat mag het kosten? Programmabegroting 2013 15

Programma: Programmahouder: Budgethouder: Nazorg dhr. H.J. Kaiser dhr. A. van Gulik Wat willen we bereiken? De kernopdracht van de brandweer in de schakel nazorg omvat het verrichten van alle brandweertaken die nodig zijn om de gevolgen van een incident voor de fysieke veiligheid van burgers en hulpverleners in Noord- en Oost-Gelderland zo snel mogelijk te beperken en bij te dragen aan het voorspoedig herstel van een normale situatie en verhoudingen. Taken van de brandweer in de schakel nazorg zijn verankerd in de deelprocessen van de rampenbestrijding alsmede in de Arbeidsomstandighedenwet. Beoogd wordt de volgende doelen te bereiken: Nazorg ter plaatse Getroffenen bij incidenten die in veiligheid zijn gebracht worden ter plaatse zo goed mogelijk geholpen en overgedragen aan de spoedeisende medische hulpverlening en psychosociale opvang. TraumaNazorg voor Hulpverlenend Personeel VNOG verleent op zo goed mogelijke wijze ondersteuning aan de hulpverleners van brandweer en GHOR bij het psychosociaal en medisch opvang en herstel na inzet bij incidenten. Keteninformatievoorziening Belanghebbenden in de schakels pro-actie, preventie, preparatie, repressie en nazorg van de veiligheidsketen beschikken over de noodzakelijke incident- en effectinformatie, die de regionale brandweer genereert (borging in de operationele informatievoorziening). Daarbij besteden we in 2013 speciale aandacht aan de activiteiten en resultaten vanuit Technisch Brandonderzoek. Werkprocessen nazorg De werkprocessen van de (regionale) brandweer in de schakel nazorg zijn verankerd in de organisatie van de (brandweer)veiligheidsketen. Strategisch beleid Nazorg Het strategisch brandweerbeleid op het gebied van nazorg bevat duidelijke visie, doelen en resultaten met betrekking tot de wijze waarop nazorg door de brandweer bijdraagt aan de bevordering van fysieke veiligheid in Noord- en Oost- Gelderland en heeft draagvlak in de regionale en gemeentelijke brandweerorganisatie. Wat gaan we daarvoor doen? Werkprocessen nazorg VNOG draagt er toe bij dat de werkprocessen van de (regionale) brandweer in de schakel nazorg in kaart worden gebracht en geborgd in de organisatie van de veiligheidsketen, kolom brandweer. Programmabegroting 2013 16

Nazorg ter plaatse In de hulpverlening aan getroffenen maakt de brandweer gebruik van de nazorgboxen als instrument om volwassenen en kinderen op weg te helpen bij de verwerking van het incident. De Sector Risicobeheersing beheert en verspreidt op aanvraag de nazorgboxen die de hulpverleners van de brandweer inzetten ter ondersteuning van de nazorg aan slachtoffers bij incidenten. TraumaNazorg voor Hulpverlenend Personeel VNOG geeft leiding en ondersteuning aan het Regionaal Coördinatie- en Bedrijfsomvangteam (RCBOT), een samenwerkingsvorm brandweer (concern en clusters) en GHOR. Twee psychosociaal deskundigen maken deel uit van het RCBOT. Dit team verzorgt de totstandkoming van regionaal (opleidings-)beleid en coördineert de uitwisseling van informatie tussen sleutelpersonen in de VNOG. Informatievoorziening veiligheidsketen VNOG draagt er toe bij dat de regionale brandweer een plan van aanpak opstelt voor de het borgen van de incident- en effectinformatie brandweer in de operationele informatievoorziening. Daarbij wordt rekening gehouden met de resultaten vanuit Technisch Brandonderzoek Strategisch beleid Nazorg VNOG zorgt voor de vertaling van nieuwe ontwikkelingen naar het brandweerbeleid op het gebied van nazorg. Tevens zal de totstandkoming van een brandweerbeleidsplan nazorg en herstel gestimuleerd worden. Hierin worden de werkprocessen nazorg die uit het operationeel optreden voortkomen in beeld gebracht. Extra aandacht wordt besteed aan het inpassen van het proces Technisch Brandonderzoek. Coördinatie van het nazorgbeleid vindt plaats in samenhang met de schakel preparatie en repressie. Wat mag het kosten? Lasten en baten: Programmabegroting 2013 17

Programma: Programmahouder: Budgethouder a.i.: Opleidingen H. Kaiser A. van Gulik Wat willen we bereiken? Wij onderscheiden binnen het geheel van opleidingen -ook wel vakbekwaam worden - het opleiden zelf en het bijscholen. Daarnaast stellen we een aantal algemene doelen. Algemeen 1. Wij ontwikkelen beleid en dragen zorg voor de uitvoering ervan; 2. Wij dragen zorg voor het registreren in een portfolio van alle activiteiten die een deelnemer uitvoert in het kader van opleiden, bijscholen en oefenen; 3. Wij leveren expertise en geven advies tijdens en na de opleidingen over de deelnemers aan de clustercommandanten voor een functie genoemd in het BPV; 4. Wij leveren een bijdrage aan het vakbekwaam blijven door het verbeteren van de opleidingsorganisatie / vakbekwaam worden; 5. Wij dragen zorg voor de integratie van het opleiden en oefenen in een nieuwe organisatie. Opleiden 1. We organiseren leergangen voor functies genoemd in het Besluit Personeel Veiligheidsregio's (BPV), inclusief traject- en leerwerkplekbegeleiding; 2. We ontwikkelen scholingen voor het actueel houden van kennis en vaardigheden (kwaliteit) voor alle functies uit het BPV, met name met betrekking tot instructeurs en het thema natuurbrand. Bijscholen 1. Wij ondersteunen reïntegratietrajecten voor de Operationele Dienst; 2. Wij ondersteunen het actueel houden van kennis en vaardigheden (kwaliteit) voor alle functies uit het BPV; 3. We organiseren en/of verzorgen bijscholingsverplichtingen en (her)certificering. Wat gaan we daarvoor doen? Algemeen Beleidsontwikkeling is een taak voor het domein Opleidingen zelf. We spelen in op landelijke ontwikkelingen, en waar mogelijk nemen we deel aan de betreffende projecten. Beleidsuitvoering (voorbereiden en organiseren) is een verantwoordelijkheid van de clusters en de lokale korpsen. Het beheer van het portfolio is een taak die op centraal niveau wordt uitgevoerd. De registratie van gegevens is echter een gezamenlijke verantwoordelijkheid van concern en de clusters en korpsen. Opleiden Om de opleidingen te kunnen organiseren geven we uitvoering aan: het organiseren van de leergangen manschap A, bevelvoerder, voertuigbediener basis, pompbediener en instructeur. In alle andere gevallen treden we op als makelaar voor de aanvrager van opleidingen of wordt maatwerk geleverd; het verzorgen van instructie; examinering/toetsing; Programmabegroting 2013 18

traject- en leerwerkplekbegeleiding; ondersteuning bij het opstellen reïntegratieplannen. Voor het ondersteunen van het actueel houden van kennis, vaardigheden en kwaliteit voor alle functies verzamelen we nieuwe lesstof en daar waar noodzakelijk stellen we nieuwe maatwerkpakketten samen. We organiseren trajectbegeleiding conform de richtlijn uit het BPV. De leerwerkplekbegeleiding wordt lokaal georganiseerd. Bijscholen We initiëren en coördineren de bijscholing van o.a. instructeurs en docenten. Door het aanbieden van theorie en praktijktoetsen verlenen we ondersteuning bij het opstellen van de reïntegratietrajecten. De plannen worden lokaal uitgevoerd (lijnverantwoordelijkheid). Wat mag het kosten? Programmabegroting 2013 19

Programma: Regionaal Veiligheidsbureau Programmahouder: Budgethouder: dhr. H.L.M. Bloemen dhr. R.L. de Groot Wat willen we bereiken? De politie, brandweer, geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio (GHOR) en de gemeenten zijn verantwoordelijk voor rampenbestrijding en crisisbeheersing. Zij werken daarbij nauw samen met andere veiligheidspartners. Het integreren van de multidisciplinaire voorbereiding op rampen en crises en de parallelle bestuurssamenstelling kan de slagkracht van de hulpverleningsorganisaties vergroten. De Veiligheidsregio NOG (brandweer en GHOR) en de Politieregio NOG hebben een eigen Dagelijks Bestuur (DB) waarin de monodisciplinaire onderwerpen van respectievelijk de brandweer/ GHOR en politie worden besproken. Daarnaast is er gekozen voor vergaderingen, waarin het bestuur van de Veiligheidsregio NOG en de Politieregio NOG gezamenlijk vergaderen over multidisciplinaire onderwerpen. De Veiligheidsdirectie is het hoogste ambtelijke overleg en bestaat uit de directeur GHOR, directeur brandweer, korpschef politie en de coördinerend gemeentesecretaris. De Veiligheidsdirectie adviseert het gezamenlijke bestuur ten aanzien van de multidisciplinaire onderwerpen. De multidisciplinaire onderwerpen worden voorbereid en gecoördineerd door het Regionaal Veiligheidsbureau (RVB), waarvoor de directeur brandweer is aangewezen als programmadirecteur. De kernbezetting van het RVB bestaat uit een hoofd (0,8 fte), twee beleidsmedewerkers (1,89 fte) en een secretaresse (0,6 fte). Naast de brandweer (1,4 fte) en GHOR (0,8 fte) brengt ook de politie formatie in. De inbreng vanuit de gemeenten bestaat momenteel uit 1 fte. 6 Verder vindt nauwe samenwerking plaats met partners als Defensie, Provincie, het Openbaar Ministerie, waterschappen, Rijkswaterstaat en anderen. Sommige van deze kolommen leveren hiertoe ook formatie (Defensie, Provincie, Openbaar Ministerie). Wat gaan we daarvoor doen? Bestaand beleid Het RVB is een netwerkorganisatie die zorg moet dragen voor de voorbereiding en coördinatie van multidisciplinaire processen. Daarbij wordt uitgegaan van het principe sterke kolommen. In de praktijk betekent dit dat het RVB multidisciplinaire activiteiten coördineert en zorgdraagt voor de uitvoering van acties door en in de kolommen. Het RVB is enerzijds verantwoordelijk voor het signaleren, delen en afstemmen van multidisciplinaire aspecten binnen het RVB (met de andere kolommen) en anderzijds voor terugkoppeling van en uitzetten van de gebeurtenissen naar de kolommen. Naast deze algemene netwerkfunctie heeft het RVB ook concrete activiteiten. Deze activiteiten worden hieronder toegelicht. Opleiden, trainen, oefenen Ook in 2013 is het de bedoeling dat door het RVB een aantal oefeningen wordt georganiseerd. Dit zal bestaan uit een serie CoPI- trainingen, ROT- oefeningen en oefeningen ten behoeve van de Gemeentelijke Beleidsteams. Ook zal dit jaar worden 6 Zie ook de uiteenzetting bij nieuw beleid. Programmabegroting 2013 20

getracht om andere onderdelen (zoals bijvoorbeeld CRIS/CRAS en opvang en verzorging) van de regionale crisisorganisatie deel te laten nemen aan (onderdelen van) deze oefeningen. Planvorming Het RVB zal het Regionaal Crisisplan en onderdelen daarvan actualiseren. In verband met de steeds nauwere samenwerking met onze buurregio s moeten er ook steeds meer plannen worden afgestemd met de andere Veiligheidsregio als opmaat naar de ontwikkeling van één meldkamer voor het gebied Oost Nederland. Daarnaast zal het RVB net als voorgaande jaren een bijdrage leveren aan de Gelderse Commissie Calamiteitenbestrijding Grote Rivieren. Ook zal het RVB een bijdrage leveren aan de doorontwikkeling van de verschillende risico s die in het Regionale Risicoprofiel zijn opgenomen. Overige activiteiten Het RVB heeft convenanten afgesloten met netwerkpartners. Deze bestaande convenanten dienen geactualiseerd te worden. Ook zullen nieuwe convenanten worden afgesloten met netwerkpartners. Het RVB verzorgt de voorbereidingen van de vergaderingen van de Veiligheidsdirectie en de gezamenlijke bestuursvergaderingen van de VNOG en de Politieorganisatie. Tevens levert het RVB een bijdrage aan de voorbereiding van grootschalige (risicovolle) evenementen (bijvoorbeeld Zwarte cross). Tenslotte steekt het RVB tijd in het Regionaal Operationeel Voorbereidend Team in het kader van bijvoorbeeld een grieppandemie of Q-koorts. Daarbij gaat het om eventuele dreigende crises en/of rampsituaties waarvoor al maatregelen moeten worden getroffen. Ook de komende jaren dient rekening te worden gehouden met de capaciteit die hiervoor ingezet wordt. Gevolgen Wet en Besluit veiligheidsregio s In het Besluit en de Wet veiligheidsregio s staan eisen waaraan de veiligheidsregio s moeten voldoen. De belangrijkste multidisciplinaire eisen betreffen: a. Beleidsplan, risicoprofiel, crisisplan (art. 14, 15, 16 Wvr) Het bestuur van de veiligheidsregio stelt een aantal beleidsdocumenten vast. Het risicoprofiel betreft een inventarisatie en analyse van in het eigen verzorgingsgebied aanwezige risico s, inclusief relevante risico s uit aangrenzende gebieden. Het risicoprofiel is de basis voor het beleidsplan, waarin het beleid staat voor de meerjarige uitvoering van de opgedragen taken. Het crisisplan is een operationeel plan dat de generieke aanpak van rampen en crises in de regio beschrijft. Deze beleidsdocumenten zijn in 2012 vastgesteld en het RVB is met name belast met het actualiseren van het Crisisplan. b. Kwaliteitseisen In het Besluit veiligheidsregio s is een basisniveau vastgesteld waaraan de organisatie van de rampenbestrijding en crisisbeheersing moet voldoen. Zo dienen de benoemde operationele sleutelfunctionarissen optimaal en effectief in de crisisteams te kunnen functioneren en dient te worden voldaan aan de opkomsttijden. Dit wordt door het RVB meegenomen in het programma opleiden, trainen en oefenen. c. Informatiemanagement Het bestuur van de veiligheidsregio dient te zorgen voor een totaalbeeld van beschikbare gegevens tijdens een ramp of crisis en voor de inrichting van een uniforme informatie- en communicatievoorziening (art. 22 Wvr). Het RVB speelt een centrale rol in het (verder) ontwikkelen en implementeren van netcentrisch werken in Noord- en Oost-Gelderland (zie ook intensivering bestaand beleid). Intensivering bestaand beleid De komende jaren zal verder worden ingezet op het intensiveren van de samenwerking tussen de verschillende veiligheidsregio s IJsselland, Twente, Gelderland Midden en Gelderland Zuid. Programmabegroting 2013 21

Het RVB ontvangt steeds meer verzoeken tot multidisciplinaire evaluaties. Er wordt een multidisciplinaire evaluatiemethodiek ontwikkeld waarmee op een pragmatische wijze invulling wordt gegeven aan de behoefte. Dit betekent echter wel dat capaciteit (ook afkomstig uit de verschillende kolommen) benodigd is voor het daadwerkelijk multidisciplinair evalueren. Een ontwikkeling hierbij is dat er steeds vaker gebruik gemaakt wordt van (onafhankelijke) evaluatoren van de buurregio s. Ook vanuit de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland zal hiervoor capaciteit beschikbaar moeten worden gesteld aan buurregio s. Sinds eind 2010 fungeert het RVB als frontoffice voor het aanwijzen van Special Coverage Locations in verband met binnenhuisdekking van C2000 communicatieapparatuur. In dat kader is er eind 2010 / begin 2011 een Quickscan gehouden om in kaart te brengen bij hoeveel objecten in het verzorgingsgebied de binnenhuisdekking van dien aard is dat dit een negatieve invloed heeft op een veilige taakuitvoering van de operationele diensten. Het RVB zal verder gaan met bewaken van de procedure om te komen tot het aanwijzen van objecten als Special Coverage Locations, waar binnenhuisdekking van C2000 moet worden gewaarborgd. Het principe van netcentrisch werken wordt doorontwikkeld en verder geïmplementeerd. Het RVB is hierbij kaderstellend. Het RVB zal de landelijke ontwikkelingen op het gebied van het Landelijke Crisismanagement Systeem (LCMS) op de voet volgen. De verdere uitvoering zal plaatsvinden in de kolommen. Ook wordt er op dit onderwerp voortdurend afgestemd met de Veiligheidsregio IJsselland, omdat we samen gebruikmaken van de Meldkamer Oost Nederland (MON). Nieuw beleid Bezuinigingen In verband met bezuinigingen zijn er geen financiële middelen beschikbaar om nieuw beleid te kunnen maken en uitvoeren. Het RVB wil zorgen dat de huidige basisactiviteiten op een voldoende manier worden uitgevoerd en zal daarom geen nieuw beleid maken en uitvoeren. Versterking gemeentelijke kolom De coördinatie van het voorbereiden en uitvoeren van de processen bevolkingszorg (gemeentelijke processen) bij de rampenbestrijding en crisisbeheersing vindt steeds meer plaats op regionaal niveau. De veiligheidsregio is verantwoordelijk voor het voorbereiden van deze processen. Hierbij is de inbreng van gemeenten onontbeerlijk. Om te zorgen voor een goede organisatie, werkwijze, taakverdeling en verantwoordelijkheids- en bevoegdheidsverdeling dient het bestuur van de veiligheidsregio conform de Wet veiligheidsregio s een coördinerende functionaris aan te wijzen (art. 36 Wvr). De gemeentesecretaris van de gemeente Apeldoorn heeft deze rol aanvaard, onder de voorwaarde dat hij voldoende beleidsmatige ondersteuning zou krijgen (naast de gemeentelijk medewerker die reeds is aangesteld). In 2011 en 2012 is deze ondersteuning incidenteel gefinancierd. Indien dit in het jaar 2013 en verder dient te worden gefinancierd vanuit de multidisciplinaire begroting, dan betekent dit dat andere multidisciplinaire activiteiten niet zullen worden uitgevoerd of dat extra financiële middelen nodig zijn. Wat mag het kosten? Programmabegroting 2013 22

Programma: Programmahouder: Budgethouder: GHOR dhr. J.A. Gerritsen dhr. A. Schoenmaker Wat willen we bereiken? De GHOR is de door het bestuur van de veiligheidsregio ingestelde organisatie die belast is met de coördinatie, aansturing en regie van de geneeskundige hulpverlening tijdens grootschalige ongevallen, rampen en crises. De GHOR adviseert andere overheden en organisaties op het gebied van de geneeskundige hulpverlening. De geneeskundige hulpverlening wordt ingezet als onderdeel van een gecoördineerde inzet van diensten en organisaties van verschillende disciplines, door tussenkomst van een meldkamer en bestaat sinds de invoering van het crisisplan uit twee processen: De Acute Gezondheidszorg; De Publieke Gezondheidszorg (PGZ); Binnen het proces PGZ wordt onderscheid gemaakt tussen de deelprocessen PSHOR, Medische Milieukunde en Infectieziektebestrijding, waaronder de continuïteit van de gezondheidszorg bij grootschalige infectieziekte-uitbraken. De visie van de GHOR: Het GHOR-bureau is bij grootschalige rampen en crises de spin in het web van de geneeskundige kolom. In de voorbereiding op incidenten en crises adviseert de GHOR haar veiligheidspartners op basis van tevoren vastgestelde afspraken. Voor de bestrijding van calamiteiten heeft de GHOR vakbekwaam personeel beschikbaar. Wat gaan we daarvoor doen? Pro-actie en Preventie GHOR: Versterken Risicobeheersing Risicobeheersing omvat alle activiteiten die structurele aandacht voor integrale veiligheid in een vroegtijdig stadium bevorderen. Zo kunnen onveilige situaties en omstandigheden zoveel mogelijk worden voorkomen. Ook het beperken en beheersen van de gevolgen van inbreuk op veiligheid is een belangrijk onderdeel van het beleidsveld risicobeheersing. Daarnaast draagt risicobeheersing zorg voor effectieve en efficiënte risico-informatievoorziening ten behoeve van professionele bestrijding van risico s en het veilig optreden van de hulpdiensten. Risicobeheersing rust op drie pijlers: het voorkómen (preventie) van risico s: minder slachtoffers en minder materiële en emotionele schade; het beperken en beheersen van risico s (slachtoffers en materiële en emotionele schade); het ondersteunen van professionele bestrijding en hulpverlening met behulp van expertise en informatie. In de praktijk betekent dit dat de activiteiten van de GHOR zoveel mogelijk geënt zijn op de risico s die benoemd zijn in het regionaal risicoprofiel. De GHOR adviseert het bevoegd gezag over fysieke- en evenementenveiligheid. Het streven is om de adviezen op voorgenoemde gebieden multidisciplinair te verstrekken, waarvoor een samenwerking is opgezet binnen de VNOG. Hiernaast neemt GHOR de rol op zich van ambassadeur veiligheid richting de keten- en zorgpartners. De inzet van de GHOR is erop gericht zorginstellingen bewust te maken van hun verantwoordelijkheid ten aanzien van risicovolle situaties en het leveren van continuïteit van zorg, ook onder bijzondere omstandigheden. Hiertoe wordt voorlichting en (on)gevraagd advies gegeven op basis van deskundigheid. In 2013 zal de GHOR gaan toetsen of zorginstellingen planvorming op het gebied van zorgcontinuïteit gereed hebben. Programmabegroting 2013 23