Veiligheidsregio 2015-2018



Vergelijkbare documenten
AGP 13 REGIONAAL CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO BRABANT-NOORD

Crisisorganisatie uitgelegd

Voor de inhoud van het Regionaal Crisisplan en de aanpassingen, wordt u verwezen naar de bijlage.

Regionaal Crisisplan 2012

Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland

GRIP-teams en kernbezetting

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Zaaknummer: BVJL11. Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Brabant-Noord

5. Beschrijving per organisatie en

Regionaal Crisisplan VRMWB. Regionaal Crisisplan

Crisismodel GHOR. Landelijk model voor de invulling van het geneeskundige deel van het regionaal crisisplan. Versie 1.0 Datum 4 juni 2013

Rapport. Crisisbeheersing. Datum 29 maart Status Definitief REGIONAAL CRISISPLAN. Versie 1.0. Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen

in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure

Regionaal Crisisplan

De Veiligheidsregio NHN in vogelvlucht Commissie Bestuur en middelen

Regionaal crisisplan. Regionaal crisisplan Gelderland-Zuid 1

Regionaal Crisisplan. Deel 1

Regionaal crisisplan. Regionaal crisisplan Gelderland-Zuid 1

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure (GRIP)

Referentiekader GRIP en eisen Wet veiligheidsregio s

Beschrijving toets Basisscholing crisisbeheersing. Inhoud 1. Inleiding 2. Eindtermen 3. Leerboom 4. Leerstof 5. Toetsmatrijs

Colofon. Opdrachtgever Veiligheidsbureau Brabant-Zuidoost

De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is gebaseerd op verlengd lokaal bestuur en is een samenwerkingsverband tussen 26 gemeenten.

Voorstel aan de raad. Nummer: B Punt 10 van de agenda voor de vergadering van 10 april Onderwerp Voorstel inzake Kadernota Veiligheid.

Regionaal Crisisplan We werken vanuit de behoefte. Zorg voor veiligheid

Veiligheidsregio

Over dit document Hoofdstuk 1 Inleiding... 6 Landelijke en regionale uitgangspunten... 8

Operationele Regeling VRU

GRIP-regeling 1 t/m 5 en GRIP Rijk

Over dit document 4. Hoofdstuk 1 6 Aanleiding 6 Relatie met andere plannen 6 Uitgangspunten en prestatie-eisen 6 Monitoren en evalueren 7

VRHM REGIONAAL CRISISPLAN

Operationele Regeling VRU

Beschrijving GRIP 0 t/m 4

Factsheet Regionaal Crisisplan Zaanstreek-Waterland Deel I

Versie nummer datum Opmerking november 2011 Vastgesteld door Algemeen Bestuur november 2012 Vastgesteld door Algemeen Bestuur

Regionaal crisisplan Regio Zuidoost-Brabant. Deel 2: Deelplan Bevolkingszorg

Introductie GRIP GRIP1 GRIP2 GRIP3 GRIP4 GRIP5 + GRIP RIJK

Regionaal Crisisplan Werken vanuit de behoefte

CRISISPLAN VEILIGHEIDSREGIO X Deel I

1 De coördinatie van de inzet

Regionaal crisisplan Regionaal beleidsplan. Regionaal risicoprofiel. Regionaal crisisplan

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure GRIP) bijlage van het Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Twente

Kaders voor de GRIP in Groningen, Friesland en Drenthe

Erratum Regionaal Crisisplan Uitwerking calamiteitencoördinator (CaCo)

B2 - Hoofdproces Coördinatie en Commandovoering: GRIP Noord-Holland Noord

Rol van de veiligheidsregio bij terrorismegevolgbestrijding. Paul Verlaan, Directeur Veiligheidsregio Brabant-Noord/ Brandweer Brabant-Noord

Regionaal Crisisplan. Veiligheidsregio Haaglanden

GR Pop crisissituaties

Crisis besluit vorming / GRIP

Regionaal Crisisplan Haaglanden. Vastgesteld 30 januari 2019

Project herzien en bijwerken van het Regionaal Crisisplan

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen

GR Pop crisissituaties

Regionaal Crisisplan Haaglanden

Colofon: Dit document is tot stand gekomen in opdracht van Het bestuur van Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid

Aan Regiegroep Aan Veiligheidsdirectie Goedkeuring Dagelijks bestuur Vaststelling Algemeen Bestuur

Regionaal Crisisplan Utrecht

Regionaal Crisisplan Haaglanden. Regionaal

GRIP 5 en GRIP Rijk. Opsteller. Multidisciplinaire projectgroep o.l.v. team Kennis VrZW Versie 1.0 Ingangsdatum 1 juli 2014 Status

REGIONAAL CRISISPLAN

AGENDAPUNT /09

Regionaal Crisisplan Utrecht

Regionaal Crisisplan VRZHZ

Regionaal Crisisplan Utrecht

Regionaal Crisisplan VRZHZ

Over dit document Hoofdstuk 1 Inleiding... 6 Landelijke en regionale uitgangspunten... 8

GRIP en de flexibele toepassing ervan

Zeeuwse GRIP 2011 Gecoördineerde Regionale IncidentenbestrijdingsProcedure Veiligheidsregio Zeeland

Regionaal Crisisplan. Veiligheidsregio. Zuid-Limburg

Regionaal Zeeuws Crisisplan Veiligheidsregio Zeeland

Crisismanagement Groningen. Basismodule

Doorontwikkeling Bevolkingszorg Zaanstreek- Waterland 2016

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES

REGIONAAL CRISISPLAN GELDERLAND-MIDDEN. Deel I

Addendum Beleidsplan Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland

REGIONAAL CRISISPLAN GELDERLAND-MIDDEN Deel I

AGENDAPUNT VOOR HET AB

Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid

Crisisplan VRZL. Vastgesteld door het algemeen bestuur van de veiligheidsregio Zuid-Limburg (VRZL)

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland

Omgevingszorg. Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg

Regionaal Crisisplan Twente

Beschrijving van de organisatie, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing.

BIJLAGE 1: GRIP. Gecoördineerde Regionale IncidentbestrijdingsProcedure versie: definitief

Ondersteuning. Proces: Preparatie nafase. Positionering van proces in structuur

STIP OP DE HORIZON: CRISISCAPACITEIT ALS STABIELE EN PROFESSIONELE BASIS IN DE ORGANISATIE VOOR RAMPENBESTRIJDING EN CRISISBEHEERSING

DE NIEUWE GHOR. 24 NOVEMBER 2011 Jan Woldman

GRIP regeling VRMWB. Grip-regeling

Regionaal Crisisplan VRD

Opleiding Liaison CoPI voor zorginstellingen

Bijlage E: Observatievragen

Operationele prestaties van veiligheidsregio s. Plan van aanpak

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Ondersteuning. Regionaal Crisisplan - Bevolkingszorg

CRISISPLAN Veiligheidsregio Kennemerland 2015

Regionaal Risicoprofiel. Regionaal Beleidsplan. Regionaal Crisisplan

Multidisciplinair Opleiden en Oefenen

Ontwikkelingen Er zijn wat ontwikkelingen van invloed geweest op het RCP zoals het nu voor ligt:

Regionaal crisisplan Noord-Holland Noord Vastgesteld door Algemeen Bestuur 30 juni 2011

Kwalificatiedossier Hoofd Publieke Gezondheidszorg

Transcriptie:

1 Kop Regionaal Crisisplan 1.1 Kop 1.1 Kop m redenen van de gerichte profilering eiligheidsregio van rzw-medewerkers m redenen van de gerichte profilering van rzw-medewerkers en hun werk in brandweercontext is besloten juist te kiezen voor en hun werk in brandweercontext is besloten juist te kiezen voor profilering met de rode brandweerhuisstijl zij het met een duidelijke verwijzing naar de moederorganisatie profilering met de rode brandweerhuisstijl zij het met een duidelijke verwijzing naar de moederorganisatie rzw. De afspraken Zaanstreek-Waterland rzw. De afspraken hierover staan in hoofdstuk rzw en huisstijl Brandweer Zaanstad stad. hierover staan in hoofdstuk rzw en huisstijl Brandweer Zaan- 2015-2018 Tussenkop Tussenkop De coördinatie en bewaking van de huisstijl is in handen van de De coördinatie en bewaking van de huisstijl is in handen van de huisstijlcoördinator van rzw. Bij twijfel over de juiste invulling van huisstijlcoördinator van rzw. Bij twijfel over de juiste invulling van de basisregels kunt u bij deze persoon nadere informatie verkrijgen. de basisregels kunt u bij deze persoon nadere informatie verkrijgen. Brandweer Zaanstreek-Waterland, GHR-bureau Zaanstreek-Waterland, Politie district Zaanstreek-Waterland, Gemeenten Beemster, Edam-olendam, Landsmeer, ostzaan, Purmerend, Waterland, Wormerland, Zaanstad, Zeevang

psteller Multidisciplinaire projectgroep o.l.v. Team Kennis rzw ersie 1.0 Ingangsdatum 1 januari 2015 Status Definitief aststelling door/ datum Algemeen Bestuur eiligheidsregio Zaanstreek-Waterland / 10 oktober 2014

Inhoudsopgave Samenvatting Regionaal Crisisplan rzw 2015-2018 6 1. Inleiding 9 1.1 Doel van het regionaal crisisplan rzw 9 1.2 Context RCP rzw 9 1.3 oor wie? 10 1.4 aststelling en inwerkingtreding RCP rzw 10 1.5 Gehanteerde uitgangspunten 10 1.5.1 Multidisciplinair knoppenmodel en GRIP 10 1.5.2 De focus op sturen 11 1.6 Leeswijzer 11 2. De hoofdstructuur bij rampenbestrijding en crisisbeheersing 12 2.1 De inrichting van de hoofdstructuur 12 2.2 Uitwerking van de hoofdstructuur 13 2.3 Crisisteams in de hoofdstructuur 13 2.3.1 Meldkamers 13 2.3.2 Commando plaats incident 13 2.3.3 Regionaal operationeel team 15 2.3.4 Gemeentelijk beleidsteam 16 2.3.5 Regionaal Beleidsteam 17 3. De monodisciplinaire en ondersteunende structuur bij rampenbestrijding en crisisbeheersing op hoofdlijnen 19 3.1 Stafsectie 19 3.2 Stafsectie Brandweerzorg 20 3.3 Stafsectie Geneeskundige zorg 21 3.4 Stafsectie 22 3.5 Stafsectie Informatiemanagement 23 3.6 Resourcemanagement 24 4. Multidisciplinaire processen bij rampenbestrijding en crisisbeheersing 26 4.1 Multidisciplinaire processen 26 4.1.1 Proces Multidisciplinaire sturing 27 4.1.2 Proces Informatiemanagement 31 4.1.3 Proces Resourcemanagement 33 5. Monodisciplinaire processen bij rampenbestrijding en crisisbeheersing 35 5.1 Processen 35 5.1.1 perationeel sturingsproces stafsectie 37 5.2 Uitwerking processen 38 5.2.1 Proces Communicatie 38 5.2.2 Proces Publieke zorg 39 5.2.3 Proces mgevingszorg 41 5.2.4 Proces Informatiemanagement 43 5.2.5 Proces ndersteuning 45

5 5.3 Processen Brandweerzorg 46 5.3.1 perationeel sturingsproces stafsectie Brandweerzorg 48 5.4 Processen Geneeskundige zorg 50 5.4.1 perationeel sturingsproces stafsectie Geneeskundige zorg 51 5.5 Processen 52 5.5.1 perationeel sturingsproces stafsectie 56 6. Afspraken met crisispartners 57 6.1 Kolompartners 57 6.1.1 57 6.1.2 Brandweerzorg 57 6.1.3 Geneeskundige zorg 58 6.1.4 58 6.2 Ketenpartners 59 6.2.1 mliggende regio s 59 6.2.2 penbaar Ministerie (M) 59 6.2.3 Water- en scheepvaartzorg 59 6.2.4 Defensie 59 6.2.5 Sector itale Infrastructuur 59 6.3 Bestuurlijk netwerk 60 6.3.1 Rijksheren 60 6.3.2 Provinciaal bestuurlijk netwerk 60 6.3.3 Provincie Noord-Holland 60 7. Nationale Crisisbeheersing 61 7.1 Rollen Rijk 61 7.2 Nationaal crisisbeheersingsstelsel 61 7.3 Terrorisme 63 Bijlagen 65 Bijlage 1: Geraadpleegde bronnen 65 Bijlage 2: Afkortingen en begrippen 66 Bijlage 3: Hoofdstructuur verdeeld in secties, stafsecties, taakorganisaties en processen 68 Bijlage 4: Bereikbaarheid- en beschikbaarheidregelingen 69 Bijlage 5: Samenhang monodisciplinaire processen 72 Bijlage 6: verzicht afspraken met crisispartners 75

6 Samenvatting Regionaal Crisisplan rzw 2015-2018 Algemeen Het regionaal crisisplan (RCP) beschrijft de inrichting van de regionale multidisciplinaire crisisorganisatie. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de organisatie in het kader van rampenbestrijding en crisisbeheersing zijn vastgelegd. De organisatie is generiek en past zich aan de aard en omvang van het incident aan. perationele eenheden worden flexibel naar behoefte ingezet door middel van het multidisciplinair knoppenmodel. p basis van het aantal uitvoerende eenheden bouwt zich een sturende (leidinggevende) en een ondersteunende (informatie en logistiek) structuur op. Bij het ontwerpen van het RCP voor rzw heeft het referentiekader Regionaal Crisisplan (rrcp) 2009 als uitgangspunt gediend. Het referentiekader geeft de landelijke ontwikkeling van inzichten op het terrein van de rampenbestrijding en crisisbeheersing weer. Inhoud In 2011 heeft het algemeen bestuur (AB) van rzw ingestemd met Deel I van het regionaal crisisplan met daarin de wettelijk verplichte inhoud. Het voorliggende document omvat naast het geactualiseerde Deel I ook de procesbeschrijvingen van de multien monodisciplinaire crisisbeheersingsprocessen en de Nationale crisisbeheersingsstructuur. Hieronder volgt per hoofdstuk een korte beschrijving van de inhoud. Hoofdstuk 1. Inleiding Het eerste hoofdstuk is een inleidend hoofdstuk waarin doel en context van het RCP uiteengezet zijn. Daarnaast is een beschrijving van de belangrijkste gehanteerde uitgangspunten van het RCP opgenomen: 1. het multidisciplinair knoppenmodel: de essentie van het knoppenmodel is dat het een relatie legt tussen de aard van het incident en de daarop af te stemmen capaciteit. Het is mogelijk om met dit model de juiste operationele processen te activeren en de aansturing en ondersteuning daarop af te stemmen. Het knoppenmodel is bij uitstek geschikt bij te voorziene crises en evenementen, ontluikende crises met een (relatief) lage tijdsdruk, het afschalen van een incident en in de herstelfase. GRIP en het knoppenmodel kunnen gelijktijdig worden gebruikt. 2. de focus op sturen: het RCP gaat ervan uit dat crisisfunctionarissen handelen op basis van vakmanschap. akmanschap ontstaat door het aanstellen en inwerken van medewerkers die voldoen aan de kwalificatieprofielen en wordt in stand gehouden door opleiden, trainen en oefenen. Bij een grootschalig of bijzonder incident is op uitvoerend niveau feitelijk sprake van meer van hetzelfde, de kritische succesfactor is de aansturing daarvan. Hoofdstuk 2. De hoofdstructuur bij rampenbestrijding en crisisbeheersing Dit hoofdstuk geeft een beschrijving van de samenstelling en taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de crisisteams binnen de hoofdstructuur van rzw (van meldkamer tot en met regionaal beleidsteam). Hierbij is ook opgenomen welke functionarissen, op basis van eerdere bestuurlijke besluitvorming, rzw heeft toegevoegd aan de samenstelling zoals het Besluit veiligheidsregio heeft voorgeschreven. Daarnaast zijn de opkomstlocaties en tijden van de verschillende teams vermeld. Tevens wordt de uitwerking van de hoofdstructuur in stafsecties en taakorganisaties uitgelegd. Een stafsectie wordt gevormd door de algemeen commandant en een aantal hoofden taakorganisaties. Een taakorganisatie is verantwoordelijk voor de uitvoering van een deelproces.

7 Hoofdstuk 3. De monodisciplinaire en ondersteunende structuur bij rampenbestrijding en crisisbeheersing op hoofdlijnen Dit hoofdstuk beschrijft de samenstelling en taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de monodisciplinaire teams binnen de crisisbeheersingsorganisatie. Naast de beschrijving van deze teams, die binnen het RCP met stafsecties worden aangeduid, worden ook de stafsecties Informatiemanagement en Resourcemanagement toegelicht. Binnen elke stafsectie worden (afhankelijk van de opschaling) bepaalde taakorganisaties onderscheiden, waarbinnen de (deel)processen worden uitgevoerd. Processen kunnen in elke fase van een incident worden geactiveerd (dus ook zonder GRIP-opschaling). Hoofdstuk 4. Multidisciplinaire processen bij rampenbestrijding en crisisbeheersing De inhoud van het vierde hoofdstuk is nieuw en geeft een beschrijving van de multidisciplinaire processen Sturing, Informatiemanagement en Resourcemanagement. Het proces Resourcemanagement is een nieuw proces binnen de hoofdstructuur en moet (ook landelijk) nog verder worden uitgewerkt. Hoofdstuk 5. Monodisciplinaire processen bij rampenbestrijding en crisisbeheersing De processen uit de gemeentelijke rampenplannen zijn geclusterd en opnieuw ingedeeld volgens het referentiekader Regionaal Crisisplan 2009. Daarmee is tevens de vertaling gemaakt van de doorontwikkeling gemeentelijke crisisbeheersing conform op orde. Hoofdstuk 6. Afspraken met crisispartners In dit hoofdstuk zijn de belangrijkste afspraken tussen rzw en haar crisispartners beschreven. Met welke partijen moet worden samengewerkt, hangt samen met de aard en omvang van het incident. Naast het regionale samenwerkingsverband van de veiligheidsregio zijn er private en publieke partijen en andere organisaties die door hun expertise en/of capaciteiten een (ondersteunende) taak of een (mede)verantwoordelijkheid hebben in de voorbereiding op en bij de daadwerkelijke bestrijding van rampen en crises in de veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland. Het Bestuurlijk netwerk heeft hierbij ook een plaats gekregen. Hoofdstuk 7. Nationaal crisisbeheersingsstelsel Dit is een nieuw hoofdstuk en behandelt op hoofdlijnen het generieke crisisbeheersingsbeleid (inclusief GRIP Rijk) en het stelsel met betrekking tot de crisisorganisatie van de overheid op Rijksniveau. Tevens is een paragraaf over terrorisme en de bevoegdheden op dit terrein opgenomen. Bijlagen Als bijlagen zijn opgenomen: Geraadpleegde bronnen, Afkortingen en begrippen, Indeling van de hoofdstructuur in secties, stafsecties en taakorganisaties en processen, Bereikbaarheids- en beschikbaarheidsregelingen, Samenhang monodisciplinaire processen en Afspraken met crisispartners (incl. vaststellingsdatum en looptijd).

8 Belangrijkste wijzigingen RCP rzw 2015-2018 t.o.v. RCP rzw Deel 1 RCP rzw Deel I, vastgesteld in 2011, is geïntegreerd in het totale RCP en de inhoud is geactualiseerd. Recente ontwikkelingen zoals de vorming Nationale Politie, wijzigingen binnen de processen, de regionalisering Brandweer en GRIP 5/GRIP Rijk zijn hierin meegenomen. Tevens zijn nieuw afgesloten convenanten met crisispartners opgenomen; Het multidisciplinaire knoppenmodel is meer verweven in alle hoofdstukken van het RCP; Multidisciplinaire processen als Sturing, Informatiemanagement en Resourcemanagement zijn toegevoegd aan het RCP; Proces is nader uitgewerkt; Nationale Crisisbeheersing is toegelicht. Afstemming buurregio s Het RCP rzw is op hoofdlijnen afgestemd met de buurregio s Noord-Holland Noord, Kennemerland en Amsterdam-Amstelland, met als doel het nastreven van een uniforme beschrijving en inrichting van de regionale crisisplannen. Hierdoor wordt het opleiden en oefenen op basis van landelijke opleiding- en oefenstof, het gezamenlijk evalueren en de uitwisselbaarheid van functionarissen en teams mogelijk gemaakt. Implementatie Het projectteam RCP acht het haalbaar het RCP rzw 2015-2018 op 1 januari 2015 inwerking te laten treden. Hiertoe zal het najaar gebruikt worden om: Het RCP in de huisstijl van rzw te laten opmaken en te verspreiden; Het RCP toe te lichten bij multi- en monodisciplinaire opleidingen, trainingen en/of oefeningen (met uitloop in 2015); De randvoorwaarden in te vullen die de uitvoering mogelijk maken (o.a. de uitwerking van de processen in een organisatiestructuur (bemensing) met taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden). Hierbij wordt opgemerkt dat de verwachting is dat de brandweer per 1 januari 2015 nog niet de volledige invulling van een aantal brandweerrollen heeft gerealiseerd, maar aangeeft dat dit de inwerkingtreding van het RCP niet in de weg staat. aststelling en inwerkingtreding Het AB van rzw stelt minimaal één keer per vier jaar opnieuw een crisisplan vast. De Commissaris der Koning van de Provincie Noord-Holland ontvangt dit plan ter kennisname. Na vaststelling en inwerkingtreding van het RCP per 1 januari 2015 komen de huidige gemeentelijke rampenplannen te vervallen.

9 Inleiding eiligheidsregio Zaanstreek-Waterland (rzw) vervult een actieve en coördinerende rol bij de bestrijding van rampen en de beheersing van crises. olgens de Strategie Nationale eiligheid (SN) 1 is het instellen van de veiligheidsregio bedoeld om: de brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening, de rampenbestrijding en de crisisbeheersing, met behoud van lokale verankering, bestuurlijk en operationeel op regionaal niveau te integreren, teneinde een doelmatige en slagvaardige hulpverlening te verzekeren, mede op basis van een gecoördineerde voorbereiding. Gelet op de in de SN gedefinieerde doelen, heeft de werkwijze van de veiligheidsregio betrekking op de volgende vragen: Wat bedreigt veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland en hoe erg is dat? Wat moet rzw dan kunnen en wat hebben we daarvoor nodig? Wie doet wat en wie informeert wie binnen rzw? Het bestuur van rzw heeft voor het beantwoorden van de eerste twee vragen een risicoprofiel en een beleidsplan vastgesteld. Het risicoprofiel geeft een overzicht van risicovolle situaties in deze regio die tot een brand, ramp of crisis kunnen leiden. Het beleidsplan beschrijft -op basis van het risicoprofiel- de te nemen beleidsmaatregelen in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. oor het beantwoorden van de derde vraag is een beschrijving nodig van de bijbehorende organisatie, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taken. Dit regionaal crisisplan (RCP) voorziet daarin. ok bevat het RCP afspraken die gemaakt zijn met andere, direct betrokken partijen in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. De verplichting om een crisisplan te maken, komt voort uit de Wet veiligheidsregio s (Wvr). kunnen leveren. Mede daarom is het RCP gericht op de verdere professionalisering van de crisisbeheersing waarbij de betrokken organisaties op regionale schaal eenduidig worden ingericht. Dit verheldert wie waarvoor verantwoordelijk is en waarborgt dat men binnen de veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland op dezelfde manier met de rampenbestrijding en crisisbeheersing omgaat. Het regionaal crisisplan wordt zo veel mogelijk afgestemd op de (operationele) plannen en procedures van de omliggende regio s. 1.2 Context RCP rzw Bij het ontwerpen van het RCP voor rzw heeft het referentiekader Regionaal Crisisplan (rrcp) 2009 als uitgangspunt gediend. Het referentiekader geeft de landelijke ontwikkeling van inzichten op het terrein van de rampenbestrijding en crisisbeheersing weer. Daarmee bouwt het verder op de gedachten zoals die in wetgeving zijn vastgelegd. Naast het referentiekader zijn voor dit crisisplan nog vele andere documenten geraadpleegd, waaronder relevante wetten en besluiten, de GRIP-regeling en landelijke informatie uit themagerichte werkplaatsen (zie voor een specificatie bijlage 1). Het RCP is een plan op hoofdlijnen en verwijst naar multi- en monodisciplinaire plannen. Hieronder is de samenhang van de verschillende planfiguren in een schema verwerkt. De groengemarkeerde vlakken staan voor de multidisciplinaire plannen van rzw. De donkerblauw gemarkeerde vlakken zijn van belang voor rzw, maar hebben met name betrekking op een monodisciplinaire kolom of een externe partij. 1.1 Doel van het regionaal crisisplan rzw rzw wil een stevige en flexibele crisisbeheersingsorganisatie neerzetten op basis van dit RCP. Het RCP heeft als doel om te komen tot een uniforme organisatie van de regionale en multidisciplinaire crisisbeheersing binnen veiligheidsregio Zaanstreek- Waterland. Het plan is toepasbaar op alle mogelijke rampen en crisissituaties. De regionale samenwerking moet maatwerk 1) Met de strategie nationale veiligheid legt de overheid de verschillende typen rampen of crises langs dezelfde meetlat. Zij kijkt daarbij naar de waarschijnlijkheid dat een bepaalde crisis zich zal voordoen, hoe groot de impact van de crisis is als deze zich voordoet en wat daaraan te doen is. Zie www. rijksoverheid.nl

10 Figuur 1. Schematisch overzicht plannen eiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Risicoprofiel eiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Wat bedreigt de regio en hoe erg is dat? Beleidsplan eiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Wat moeten we dan kunnen en wat hebben we daarvoor nodig? Regionaal Crisisplan eiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Wie doet wat en wie informeert wie en met welke kwaliteit? - Beschrijving van de multidisciplinaire crisisorganisatie - Beschrijving van de sturende, uitvoerende en ondersteunende processen - Beschrijving van de samenwerking met de ketenpartners Inrichting Monodisciplinaire crisisorganisatie Plannen Plannen Brandweerzorg Plannen Geneeskundige Zorg Plannen Multidisciplinaire handboeken Handboek CoPI Handboek RT Handboek RBT Blauwdruk Informatiemanagement Samenwerking ketenpartners Bestuurlijke netwerkkaarten Convenanten/ afspraken ketenpartners RCP s omliggende regio s perationele plannen Rampbestrijdingsplannen Incidentbestrijdingsplannen Coördinatieplannen Procedures en protocollen pleiden en oefenen Multidisciplinair oefenbeleid Multidisciplinair oefenjaarplan Monodisciplinair oefenjaarplan 1.3 oor wie? Het RCP rzw is voornamelijk bestemd voor de crisisfunctionarissen in de veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland, zoals benoemd in het Besluit veiligheidsregio s (Bvr). ok de partners die door afspraken, convenanten en wettelijke bepalingen betrokken zijn bij de crisisorganisatie, zijn een doelgroep van dit RCP. Daarnaast is het algemeen bestuur van rzw aangemerkt als doelgroep. Zij stelt het crisisplan vast, waarna het (digitaal) beschikbaar wordt gesteld voor crisisfunctionarissen en partners. ok medewerkers die betrokken zijn bij het multidisciplinaire opleiden, trainen en oefenen of bij beleidsontwikkeling, behoren tot de doelgroep van het regionale crisisplan. 1.4 aststelling en inwerkingtreding RCP rzw De Wet veiligheidsregio s bepaalt dat het algemeen bestuur van de veiligheidsregio minimaal één keer per vier jaar opnieuw een crisisplan vaststelt. De Commissaris der Koning van de Provincie Noord-Holland ontvangt dit plan ter kennisname. In 2011 heeft het AB van rzw ingestemd met Deel I met daarin de wettelijk verplichte inhoud (o.a. de hoofdstructuur bij crisisbeheersing en rampenbestrijding en de afspraken met crisispartners). Het voorliggende document omvat naast het geactualiseerde Deel I de procesbeschrijvingen van de multi- en monodisciplinaire crisisbeheersingsprocessen en de Nationale crisisbeheersingsstructuur. Na vaststelling van dit totale RCP zal het per 1 januari 2015 van kracht zijn en komen de huidige gemeentelijke rampenplannen te vervallen. 1.5 Gehanteerde uitgangspunten 1.5.1 Multidisciplinair knoppenmodel en GRIP Het RCP is voor een belangrijk deel gebaseerd op het zogenaamde multidisciplinaire knoppenmodel, dat is afgeleid van de werkwijze van de Nederlandse politie bij grootschalig en bijzonder optreden (GB). De essentie van het knoppenmodel is dat het een relatie legt tussen de aard van het incident en de daarop af te stemmen capaciteit. Het is mogelijk om met dit model de juiste operationele processen te activeren en de aansturing en ondersteuning daarop af te stemmen. Hierdoor hoeven niet per definitie alle processen (en functionarissen) automatisch te worden ingezet. Binnen het multidisciplinaire knoppenmodel heeft elke kolom de verantwoor-

11 delijkheid voor de uitvoering van de eigen processen en bepaalt iedere kolom zelf welke monodisciplinaire processen worden geactiveerd of met andere woorden welke knoppen binnen de eigen organisatie moeten worden ingedrukt. De Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure (GRIP) en het multidisciplinaire knoppenmodel worden gelijktijdig gebruikt. GRIP is de multidisciplinaire opschalingsprocedure, die in de kern draait om de multidisciplinaire coördinatie- en afstem- mingsbehoefte. Hiertoe kent elke GRIP-fase eenhoofdige leiding op operationeel en bestuurlijke niveau. GRIP geeft duiding aan het incident, waarbij een GRIP-fase ervoor zorgt dat de betrokkenen een beeld hebben van de omvang en complexiteit van een incident. GRIP kan gezien worden als een inzetvoorstel, waarbij bepaalde knoppen (processen en functionarissen) al zijn ingedrukt. In onderstaande tabel zijn de kenmerken van GRIP en het multidisciplinair knoppenmodel weergegeven. GRIP rganieke benadering (organisatievorm en -eenheden) Multidisciplinair knoppenmodel Functionele of procesgerichte benadering Gedefinieerde invulling GRIP-teams (wettelijk bepaald) Maatwerk in samenstelling of in te zetten teams Te hanteren als snelle opschaling van de vier klassieke kolommen (brandweer, GHR, politie en gemeenten) is vereist (zgn. flits -incidenten) Te hanteren bij: Te voorziene crises (o.a. ruiming bom) ntluikende crises met een (relatief) lage tijdsdruk (bijvoorbeeld overstroming) Het afschalen van een incident en de herstelfase Uniformiteit in (naamgeving van) functionarissen Uniformiteit in (naamgeving van) processen en functionarissen 1.5.2 De focus op sturen Het RCP gaat ervan uit dat politieagenten, brandweermensen, geneeskundige hulpverleners en gemeenteambtenaren hun werk tijdens en na de rampenbestrijding goed en professioneel uitvoeren. Zij handelen met andere woorden op basis van vakmanschap. akmanschap ontstaat door het aanstellen en inwerken van medewerkers die voldoen aan de kwalificatieprofielen en wordt in stand gehouden door opleiden, trainen en oefenen. Bij een grootschalig of bijzonder incident is op uitvoerend niveau feitelijk sprake van meer van hetzelfde, de kritische succesfactor is de aansturing daarvan. Het crisisplan focust zich daarom op het sturen en faciliteren van professionals en niet op het uitvoeren van taken. Dit geldt ook voor Informatiemanagement en Resourcemanagement. De sturing vanuit de crisisorganisatie richt zich op uiteenlopende uitvoerende en ondersteunende processen op drie niveaus: strategisch, tactisch en operationeel. Deze sturingsprocessen zijn uitgewerkt in hoofdstuk 4 en 5 van dit RCP. 1.6 Leeswijzer Dit regionaal crisisplan bestaat uit zeven hoofdstukken. anuit de wetgeving zijn eisen aan het RCP gesteld (Wvr, artikel 16) en deze eisen betreffen vooral de opbouw en samenstelling van een functiestructuur en richt zich daarmee vooral op de vraag wie doet wat. Dit is beschreven in de hoofdstukken 2 en 3. De daaropvolgende twee hoofdstukken beschrijven de organisatie van de rampenbestrijding en crisisbeheersing op basis van de uit te voeren werkzaamheden (processen). In hoofdstuk 6 zijn de afspraken met crisispartners opgenomen. Hoofdstuk 7 is gewijd aan de Nationale crisisbeheersing en de structuur die het Rijk daarbij hanteert. Een overzicht van de in het RCP rzw gehanteerde begrippen en afkortingen is te vinden in bijlage 2. Tevens wordt op diverse plaatsen verwezen naar bijlagen met toelichtende informatie.

12 2. De hoofdstructuur bij rampenbestrijding en crisisbeheersing In dit hoofdstuk is de hoofd- (of organisatie)structuur bij grote rampen en crises uitgewerkt tot en met de maximaal opgeschaalde situatie. Meestal is deze mate van opschaling niet noodzakelijk omdat de feitelijk benodigde structuur gerealiseerd wordt met het knoppenmodel. 2.1 De inrichting van de hoofdstructuur In de hoofdstructuur van de crisisbeheersingsorganisatie zijn drie niveaus te onderscheiden: uitvoerend, tactisch en strategisch. Elk niveau kent één of meerdere crisisteams. De hoofdstructuur bestaat uit de volgende onderdelen 2 : De meldkamers van de brandweer, politie en ambulancezorg; Een commando plaats incident (CoPI); Een regionaal operationeel team (RT); Een regionaal beleidsteam (RBT) of een gemeentelijk beleidsteam (GBT). 2.2 Uitwerking van de hoofdstructuur In het landelijke rrcp 2009 is de hoofdstructuur nader uitgewerkt in stafsecties en taakorganisaties. Binnen het RT zijn de algemeen commandanten (AC s) verantwoordelijk voor de processen, Brandweerzorg, Geneeskundige zorg of. Hiervoor beschikken zij over een stafsectie die bestaat uit een hoofd Informatie (Hin), een hoofd ndersteuning (Hon) en de hoofden van de taakorganisaties. Een taakorganisatie bestaat uit een hoofd, teamleiders en uitvoerenden van de deelprocessen. Binnen het RT heeft een AC daarnaast een of enkele sectiemedewerkers die hem ondersteunen. AC en sectiemedewerkers vormen samen een sectie. In bijlage 3 is in schema de samenhang tussen secties, stafsecties, taakorganisaties en processen binnen de hoofdstructuur opgenomen. In de volgende paragrafen zijn per organisatieonderdeel (meldkamers, CoPI, RT, GBT, RBT) de verantwoordelijkheden, bevoegdhedenkernactiviteiten en opkomsttijden uitgeschreven (zie voor bereikbaar- en beschikbaarheidsregelingen ook bijlage 4). Figuur 2: De hoofdstructuur bij rampenbestrijding en crisisbeheersing Regionaal/ Gemeentelijk beleidsteam Regionaal operationeel team Sectie Informatiemanagement Sectie Sectie Brandweerzorg Sectie Geneeskundige Zorg Sectie Sectie verige partners Sectie Resourcemanagement Taakorganisaties Taakorganisaties Brandweerzorg Taakorganisaties Geneeskundige Zorg Taakorganisaties Taakorganisaties overige partners (Coördinerend) Commandoplaats incident Meldkamers Brandweer, Politie, Ambulancezorg Brandweerzorg Geneeskundige Zorg Ketenpartners Incidentbestrijding Calamiteitencoördinatie Brandweerzorg Geneeskundige Zorg Ketenpartners Incidentbestrijding Calamiteitencoördinatie 2) In het Besluit veiligheidsregio s wordt ook het Team (TBz) genoemd. Dit team is echter monodisciplinair team voor en is daarmee van een andere orde dan de multidisciplinaire teams CoPI, RT, GBT en RBT. Hoofdstuk 3.1 bespreekt het TBz.

13 Taakbeschrijvingen van functionarissen zijn gedeeltelijk vastgelegd in de Ministeriële regeling personeel veiligheidsregio s (2010). Wat niet in deze regeling is opgenomen, is vastgelegd in (monodisciplinaire) handboeken, piketregelingen, monodisciplinaire organisatiestructuren en functiebeschrijvingen. Tevens wordt ingegaan op de samenstelling van de benoemde organisatieonderdelen. Deze komt overeen met relevante bepalingen in de Wet en het Besluit eiligheidsregio s (2010). Bij toepassing van het multidisciplinaire knoppenmodel is het mogelijk om hiervan af te wijken, waardoor de bezetting naar behoefte is te bepalen. Elke paragraaf sluit af met de functies per organisatieonderdeel en de relatie met de GRIP. 2.3 Crisisteams in de hoofdstructuur 2.3.1 Meldkamers Regionaal/ Gemeentelijk beleidsteam Regionaal operationeel team Sectie Sectie Sectie Sectie Sectie Sectie Informatiemanagemenzorzorkundige Bevolkings- Brandweer- Genees- Sectie verige Resourcemanagement partners Zorg (Coördinerend) Meldkamers Taakorganisaties Taakorganisaties Taakorganisaties Taakorganisaties Taakorganisaties Commandoplaats Brandweer, Politie, Brandweerzorg Geneeskundige overige partners Zorg incident Ambulancezorg Brandweerzorg Calamiteitencoördinatie Geneeskundige Zorg Ketenpartners Incidentbestrijding Brandweerzorg Geneeskundige Zorg Ketenpartners Incidentbestrijding Calamiteitencoördinatie De Wvr gaat uit van één gemeenschappelijke meldkamer (GMK) die zorg draagt voor de alarmering van de benodigde eenheden voor rampenbestrijding en crisisbeheersing. rzw beschikt over een GMK die bestaat uit twee onderdelen: de meldkamer Politie Zaanstreek-Waterland (MK-P) en de meldkamer Brandweer Zaanstreek-Waterland (MK-B). De MK-P en de MK-B zijn gevestigd op één locatie. oor ambulancezorg wordt samengewerkt met de meldkamer Ambulancezorg (MK-A) van veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland. De meldkamers zijn verantwoordelijk voor en bevoegd tot: Het alarmeren van de benodigde onderdelen van de crisisorganisatie binnen twee minuten nadat is vastgesteld dat is voldaan aan de criteria voor grootschalige alarmering, (zie Bvr 2.2.3) 3 ; Het binnen vijf minuten, nadat is vastgesteld dat is voldaan aan de criteria voor grootschalige alarmering, op grond van de beschikbare gegevens een zo volledig mogelijke beschrijving van het incident geven aan de onderdelen van de crisisorganisatie en aan andere functionarissen en eenheden (Bvr, artikel 2.2.4); De activering van het Waarschuwings- en Alarmeringsstelsel (WAS) en NL-Alert (MK-B), bij acute situaties in opdracht van de hiervoor gemandateerde (H)vD-brandweerzorg, bij niet-acute situaties in opdracht van de desbetreffende burgemeester 4. Samenstelling meldkamers Naast centralisten, kennen meldkamers formeel ook de opschalingsfunctie calamiteitencoördinator (CaCo). In 2012 is door het algemeen bestuur van rzw besloten om deze functie niet in te vullen binnen rzw 5, waardoor wordt afgeweken van de Wvr. Belangrijke redenen hiervoor waren de onevenredig hoge kosten om een eigen MK-A te realiseren, wat eenhoofdige leiding mogelijk maakt, de ontwikkelingen rond interregionale samenwerking en de integratie van meldkamers. rzw heeft geen eenhoofdige leiding (calamiteitencoördinator) voor de meldkamers. De monodisciplinaire aansturing en het afstemmen van informatie is een verantwoordelijkheid van de afzonderlijke meldkamers. Er is geen multidisciplinaire aansturing tijdens een grootschalig incident. Afspraken over samenwerking tussen de Alarmcentrale(AC)-piketofficier van de MK-B en de coördinator MK-P staan beschreven in een werkinstructie. Bij MK-A komt bij GRIP een extra informatiefunctionaris op genaamd de GHR-centralist. Deze functionaris heeft o.a. als taak informatie uit te wisselen met de andere meldkamers over de processen van de MKA. Locatie Meldkamers Meldkamer Politie Zaanstreek-Waterland Meldkamer Brandweer Zaanstreek-Waterland Meldkamer Ambulancezorg Amsterdam-Amstelland Prins Bernhardplein 112, Zaandam Prins Bernhardplein 112, Zaandam Elandsgracht 117, Amsterdam 3) Waarbij opgemerkt dat vanwege het ontbreken van een calamiteitencoördinator, rzw de criteria nog niet heeft vastgesteld (zie het besluit van de eiligheidsdirectie van 14 augustus 2014). 4) Zie het besluit van het bestuur van rzw over de regeling operationele leiding (RL) van rzw van 23 maart 2012. 5) Zie het besluit van het bestuur van rzw van 22 februari 2012 over de Calamiteiten Coördinator (CaCo).

14 2.3.2 Commando plaats incident Regionaal/ Gemeentelijk beleidsteam Regionaal operationeel team Sectie Sectie Sectie Sectie Sectie Sectie Informatiemanagemenzorzorkundige Bevolkings- Brandweer- Genees- Sectie verige Resourcemanagement partners Zorg (Coördinerend) Meldkamers Taakorganisaties Taakorganisaties Taakorganisaties Taakorganisaties Taakorganisaties Commandoplaats Brandweer, Politie, Brandweerzorg Geneeskundige overige partners Zorg incident Ambulancezorg Brandweerzorg Calamiteitencoördinatie Geneeskundige Zorg Ketenpartners Incidentbestrijding Brandweerzorg Geneeskundige Zorg Ketenpartners Incidentbestrijding Calamiteitencoördinatie Een commando plaats incident (CoPI) is een operationele entiteit die belast is met de operationele leiding ter plaatse, de afstemming met andere betrokken partijen en het adviseren van het regionaal operationeel team bij opschaling. Een CoPI kan zowel voor het brongebied, als voor het effectgebied worden ingesteld. Bij meerdere CoPI s op de plaats van het incident, is de coördinatie belegd bij één CoPI. p operationeel niveau gaat het over de volgende kernactiviteiten: Het selecteren, doorgeleiden en afhandelen van verzoeken voor uitvoerend en ondersteunend werk; Het verdelen en monitoren van het uitvoerend werk: - Brandweerzorg op de plaats van het incident of het inzetvak; - Geneeskundige Zorg op de plaats van het incident of het inzetvak; - op de plaats van het incident of het inzetvak; - op de plaats van het incident of het inzetvak. d werk overige sectoren op de plaats van het incident of het inzetvak: - erdelen en monitoren van ondersteunend werk; - Resourcemanagement: - Personele voorzieningen (sturen), incidentbestrijding ter plaatse; - Facilitaire voorzieningen (sturen), incidentbestrijding ter plaatse; Informatiemanagement: - Zorg dragen voor het informatieproces in het CoPI; - Informatievoorzieningen (sturen), incidentbestrijding ter plaatse. Het CoPI is verantwoordelijk voor en bevoegd tot: De kernactiviteiten binnen het (coördinerend) CoPI hebben betrekking op het tactisch en operationeel sturen van de incidentbestrijding ter plaatse en het scenariodenken op de korte termijn (< 4 uur). p tactisch niveau zijn de kernactiviteiten van het CoPI: Het samen met ketenpartners verzamelen en verwerken van veiligheidsinformatie (het sturen op het verwerven, verwerken, veredelen en verstrekken van informatie op het terrein van incidentbestrijding); Het signaleren, adviseren en samen met ketenpartners bepalen van de aanpak (het maken van afspraken over ieders bijdrage in het behalen van bepaalde operationele prestaties op de plaats van het incident of het inzetvak, binnen een bepaalde tijd en het continueren daarvan over een bepaalde periode. Daaronder wordt ook begrepen het adviseren van ketenpartners); Het samen met ketenpartners kiezen en monitoren van het uitvoerend en ondersteunend werk (bepalen welke uitvoerende en ondersteunende werkzaamheden dienen te worden verricht op de plaats van het incident of het inzetvak. ok de monitoring daarvan maakt hier deel van uit). Samenstelling CoPI (o.b.v. Bvr) De samenstelling van het CoPI wordt bepaald door de leider CoPI en bestaat ten minste uit de volgende functionarissen: Leider CoPI (voorzitter); fficier van dienst (vd)-brandweerzorg; vd-geneeskundige zorg; vd-; vd- 6 ; oorlichter CoPI 7 ; Informatiemanager CoPI. Het CoPI kan afhankelijk van een incident worden uitgebreid met: (Gezondheidskundig) Adviseur Gevaarlijke Stoffen ((G)AGS); Andere vd s (o.a. Rijkswaterstaat, ProRail); verigen (bijvoorbeeld externe deskundigen). Het CoPI wordt ondersteund door: Plotter CoPI; Resourcemanager CoPI (niet ingevuld binnen rzw). 6) p 12 mei 2010 heeft het Bestuur van rzw ingestemd met het toevoegen van de D-Bz aan de wettelijke samenstelling van het CoPI. Net als de andere vd s kan de vd-bz naar eigen inzicht opschalen naar GRIP 1. Dit zal veelal na (telefonisch) overleg met één van de andere vd s zijn. 7) p 28 maart 2014 heeft het bestuur van rzw besloten om de CoPI-voorlichting in te richten met een zacht piket ingevuld vanuit de disciplines gemeenten, politie, GHR en rzw. Deze poule op vrije instroom gaat aanvullend op de huidige regeling van woordvoering door de operationeel leidinggevende(n) van de brandweer functioneren. Dit betekent dat vanaf GRIP 1 een (zachte) poule van voorlichters CoPI gealarmeerd wordt om de woordvoering in brede zin op het plaats incident in te vullen. Tot het moment dat deze voorlichter CoPI ter plaatse is én bij incidenten zonder GRIP neemt de operationeel leidinggevende ter plaatse of een gealarmeerde leidinggevende één tree hoger in rang de woordvoering voor zijn rekening.

15 pkomsttijd CoPI (o.b.v. Bvr) CoPI-leden oorlichter CoPI 30 minuten 60 minuten 8 Relatie GRIP Het CoPI is het organisatieonderdeel dat in actie komt bij GRIP 1; Bij GRIP 2 is naast het CoPI sprake van een RT; Bij GRIP 3 is naast het CoPI sprake van een RT en GBT; Bij GRIP 4, 5 of Rijk is naast het CoPI sprake van een RT en RBT; Bij GRIP 2, 3, 4, 5 of Rijk hoeft niet per definitie sprake te zijn van een CoPI. Locatie CoPI Een mobiele container nabij het incident. De leider CoPI is verantwoordelijk voor het bepalen van een geschikte (veilige) locatie. 2.3.3 Regionaal operationeel team Regionaal/ Gemeentelijk beleidsteam Regionaal operationeel team Sectie Sectie Sectie Sectie Sectie Sectie Informatiemanagemenzorzorkundige Bevolkings- Brandweer- Genees- Sectie verige Resourcemanagement partners Zorg (Coördinerend) Meldkamers Taakorganisaties Taakorganisaties Taakorganisaties Taakorganisaties Taakorganisaties Commandoplaats Brandweer, Politie, Brandweerzorg Geneeskundige overige partners Zorg incident Ambulancezorg Brandweerzorg Calamiteitencoördinatie Geneeskundige Zorg Ketenpartners Incidentbestrijding Brandweerzorg Geneeskundige Zorg Ketenpartners Incidentbestrijding Calamiteitencoördinatie Het regionaal operationeel team (RT) is een operationele entiteit en wordt ingesteld wanneer een incident een duidelijk effecten buiten de plaats incident heeft. Binnen het RT is sprake van de secties, Brandweerzorg, Geneeskundige Zorg, en eventueel van andere, bij de rampenbestrijding of crisisbeheersing betrokken sectoren. Daarnaast zijn nog twee ondersteunende secties te onderscheiden: Informatiemanagement en Resourcemanagement. Het signaleren, adviseren en samen met kolom- en ketenpartners bepalen van de aanpak (het maken van afspraken over ieders bijdrage in het behalen van bepaalde operationele prestaties binnen een bepaalde omgeving, binnen een bepaalde tijd en het continueren daarvan over een bepaalde periode. Daaronder wordt ook begrepen het adviseren van kolom- en ketenpartners op basis van gesignaleerde problemen); Het samen met kolom- en ketenpartners kiezen en monitoren van het uitvoerend en ondersteunend werk (bepalen welke uitvoerende en ondersteunende werkzaamheden dienen te worden verricht op het terrein van effectbestrijding en welke personele en facilitaire voorzieningen daaraan worden toegekend. ok de monitoring maakt hier deel vanuit). Het RT geeft leiding aan de beheersing van het incident en heeft als kernactiviteiten: Het inzetten, coördineren en aansturen van de totale operationele inzet; Het bewaken van de continuïteit van de multidisciplinaire, operationele inzet; Het beslissen over de verdeling van schaarse operationele middelen; Regie voeren op het totaalbeeld; Het scenariodenken op de middellange termijn (4-12 uur); De advisering van het Gemeentelijke of Regionale Beleidsteam; Het voorbereiden van de bestuurlijke besluitvorming voor bijstandsaanvraag; Het optreden als coördinerend interregionaal RT bij GRIP 5 of GRIP Rijk (deze rol wordt in principe belegd bij het RT van de bronregio). Het RT is verantwoordelijk voor en bevoegd tot: Het samen met kolom- en ketenpartners verzamelen en verwerken van veiligheidsinformatie (het sturen op het verwerven, verwerken, veredelen en verstrekken van informatie op het terrein van effectbestrijding); 8) De wettelijke opkomsttijd voor de voorlichter CoPI is 30 minuten. rzw heeft een poule van voorlichters CoPI op basis van vrije instroom. Dit is mogelijk, omdat de eerste woordvoering plaatsvindt door de (H)vD-Brandweerzorg.

16 pkomsttijden RT (o.b.v. Bvr) Informatiemanager RT en Communicatieadviseur RT Sectiemedewerkers Informatiemanagement RL, AC s en RCC-ondersteuners verige sectiemedewerkers 30 minuten 40 minuten 45 minuten 60 minuten Samenstelling RT (o.b.v. Bvr) De samenstelling van het RT wordt bepaald door de regionaal operationeel leider (RL) en bestaat ten minste uit de volgende functionarissen: Regionaal operationeel leider (voorzitter); Algemeen commandant (AC) Brandweerzorg; Algemeen commandant Geneeskundige zorg; Algemeen commandant (lid basisteamleiding of lid Regionaal Management Team); Algemeen commandant ; Communicatieadviseur RT; Informatiemanager RT. Uitbreiding van het RT kan bijvoorbeeld met: Liaisons van Defensie, Provincie, penbaar Ministerie, Waterschap, Rijkswaterstaat, publiek/private organisaties of crisispartners. Het RT wordt ondersteund door: Journaalschrijver RT; ndersteuner RT; Resourcemanager RT (niet ingevuld binnen rzw). Secties RT Het RT is opgebouwd uit secties per kolom met één of meer medewerkers. De sectiemedewerkers ondersteunen de AC s en de informatiemanager. Tot de sectie behoren ook de communicatieadviseur en de sectiemedewerker communicatie. Relatie GRIP Het RT is het organisatieonderdeel dat in actie komt vanaf GRIP 2 en hoger. Locatie RT Het RT is gehuisvest op de derde etage in het RCC (kamer 3.01), Prins Bernhardplein 112, Zaandam. 2.3.4 Gemeentelijk beleidsteam Regionaal/ Gemeentelijk beleidsteam Regionaal operationeel team Sectie Sectie Sectie Sectie Sectie Sectie Informatiemanagemenzorzorkundige Bevolkings- Brandweer- Genees- Sectie verige Resourcemanagement partners Zorg (Coördinerend) Meldkamers Taakorganisaties Taakorganisaties Taakorganisaties Taakorganisaties Taakorganisaties Commandoplaats Brandweer, Politie, Brandweerzorg Geneeskundige overige partners Zorg incident Ambulancezorg Brandweerzorg Calamiteitencoördinatie Geneeskundige Zorg Ketenpartners Incidentbestrijding Brandweerzorg Geneeskundige Zorg Ketenpartners Incidentbestrijding Calamiteitencoördinatie Het gemeentelijk beleidsteam (GBT) is een bestuurlijke entiteit. pschaling naar een gemeentelijk beleidsteam vindt plaats bij een lokale ramp of crisis, waarbij de burgemeester optreedt als voorzitter. Het GBT is verantwoordelijk voor en bevoegd tot: Het samen met kolom- en ketenpartners kiezen en vaststellen van veiligheidsrisico s; Het samen met kolom- en ketenpartners kiezen en vaststellen van te behalen prestaties; Het integraal plannen en monitoren van de voorbereiding, uitvoering en ondersteuning van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Het GBT heeft als kernactiviteiten: De burgemeester neemt de beslissingen, de GBT-leden adviseren de burgemeester (of diens vervanger) hierbij door hem of haar te voorzien van strategisch advies; Het benoemen en afwegen van de bestuurlijke en maatschappelijke impact van het incident; Het invulling geven aan de eigen verantwoordelijkheid voor de bestuurlijke en maatschappelijke aspecten van het incident, waaronder: - het bepalen van voorlichtingsstrategie en handelingsperspectieven voor de bevolking en media; - het beslissen over het waarschuwen van de bevolking; - het uitvaardigen van noodbevelen of noodverordeningen; - het besluiten tot evacuatie; - het bepalen van bestuurlijke kaders voor de bevolkingszorg;

17 - het besluit nemen over een plan van aanpak voor de nafase; - het formeel aanvragen van bijstand door de burgemeester bij de voorzitter veiligheidsregio voor aanvullende capaciteit Brandweer, GHR en Defensie. Aanvullende capaciteit Politie vraagt de burgemeester bij de Korpschef aan; het scenariodenken op de lange termijn (> 12 uur); het geven van bestuurlijke kaders aan de RL; afhankelijk van het incident, vervult de hoofdofficier van justitie naast zijn functie als bevoegd gezag ook een rol als adviseur. Samenstelling GBT(o.b.v. Bvr) 9 De samenstelling van het GBT wordt bepaald door de voorzitter van het GBT. Het team bestaat ten minste uit de volgende functionarissen (of plaatsvervangers): Burgemeester van de betrokken gemeente; Hoofdofficier van justitie; Strategisch adviseur Brandweerzorg (ingevuld door de commandant van dienst (CvD)); Strategisch adviseur Geneeskundige zorg (ingevuld door de directeur Publieke gezondheidszorg); Strategisch adviseur (ingevuld door lid districtsleiding 10 ); Strategisch adviseur (ingevuld door een gemeentesecretaris); Strategisch Communicatieadviseur. Uitbreiding van het GBT kan bijvoorbeeld met: Rijksheren; verige adviseurs. Het GBT wordt ondersteund door: Informatiecoördinator BT; Journaalschrijver BT; ndersteuner BT. Relatie GRIP Het GBT is als organisatieonderdeel actief bij GRIP 3, naast het RT en (eventueel) het CoPI. 2.3.5 Regionaal Beleidsteam Regionaal/ Gemeentelijk beleidsteam Regionaal operationeel team Sectie Sectie Sectie Sectie Sectie Sectie Informatiemanagemenzorzorkundige Bevolkings- Brandweer- Genees- Sectie verige Resourcemanagement partners Zorg (Coördinerend) Meldkamers Taakorganisaties Taakorganisaties Taakorganisaties Taakorganisaties Taakorganisaties Commandoplaats Brandweer, Politie, Brandweerzorg Geneeskundige overige partners Zorg incident Ambulancezorg Brandweerzorg Calamiteitencoördinatie Geneeskundige Zorg Ketenpartners Incidentbestrijding Brandweerzorg Geneeskundige Zorg Ketenpartners Incidentbestrijding Calamiteitencoördinatie Het regionaal beleidsteam (RBT) is een bestuurlijke entiteit. pschaling naar een RBT vindt plaats bij een bovenlokale ramp of crisis, onder voorzitterschap van de voorzitter van het bestuur van de veiligheidsregio. Het RBT is verantwoordelijk voor en bevoegd tot: Het samen met kolom- en ketenpartners kiezen en vaststellen van veiligheidsrisico s; Het samen met kolom- en ketenpartners kiezen en vaststellen van te behalen prestaties; Het integraal plannen en monitoren van de voorbereiding, uitvoering en ondersteuning van de rampenbestrijding en crisisbeheersing; Het optreden als coördinerend interregionaal RBT bij GRIP 5 of GRIP Rijk (deze rol wordt in principe belegd bij het RBT van de bronregio). pkomsttijd GBT (o.b.v. Bvr) GBT-leden 60 minuten Locatie GBT s GBT Landsmeer, ostzaan, Wormerland en Zaanstad GBT Beemster en Purmerend GBT Edam-olendam en Zeevang GBT Waterland RCC, Prins Bernhardplein 112, Zaandam, 4 e etage (kamer 4.01) Purmersteenweg 42, Purmerend W. van der Knoopdreef 1, olendam Pierebaan 3, Monnickendam 9) Door bestuurlijke besluitvorming (op 12 mei 2010 en 12 november 2010) is de samenstelling van het GBT (zie Bvr, artikel 2.1.5) aangevuld met de officier van justitie en de strategisch communicatieadviseur. ok is bepaald (d.d. 1 oktober 2010) dat het woord leidinggevende uit het Bvr wordt vervangen door strategisch adviseur. 10) In de geval van een GRIP 3 waarbij sprake is van een grote sociale/nationale impact zal een lid van de eenheidsleiding na overleg met de districtsleiding in het GBT plaatsnemen.

18 Het RBT kent dezelfde kernactiviteiten als het GBT: De voorzitter veiligheidsregio neemt de beslissingen, de RBT-leden adviseren de burgemeester (of diens vervanger) hierbij door hem of haar te voorzien van strategisch advies; Het benoemen en afwegen van de bestuurlijke en maatschappelijke impact van het incident; Het invulling geven aan de eigen verantwoordelijkheid voor de bestuurlijke en maatschappelijke aspecten van het incident, waaronder: - het bepalen van voorlichtingsstrategie en handelingsperspectieven voor de bevolking en media; - het beslissen over het waarschuwen van de bevolking; - het uitvaardigen van noodbevelen of noodverordeningen; - het besluiten tot evacuatie; - het bepalen van bestuurlijke kaders voor de bevolkingszorg; - het besluit nemen over een plan van aanpak voor de nafase; - het formeel aanvragen van bijstand door de voorzitter bij de minister van eiligheid en Justitie (enj), lees: het Landelijk perationeel Coördinatie Centrum (LCC); Het scenariodenken op de lange termijn (> 12 uur); Het geven van bestuurlijke kaders aan de RL; Afhankelijk van het incident, vervult de hoofdofficier van justitie naast zijn functie als bevoegd gezag ook een rol als adviseur. Hoofdofficier van justitie; oorzitter Waterschap (dijkgraaf); Strategisch adviseur Brandweerzorg (ingevuld door de CvD); Strategisch adviseur Geneeskundige zorg (ingevuld door de directeur Publieke gezondheidszorg); Strategisch adviseur (ingevuld door de eenheidsleiding); Strategisch adviseur (ingevuld door een gemeentesecretaris); Strategisch Communicatieadviseur. De regionaal operationeel leider neemt deel aan de vergaderingen van het RBT. Uitbreiding van het RBT kan (op basis van artikel 39 van de Wvr) met: Rijksheren; verige functionarissen. Het RBT wordt ondersteund door: Informatiecoördinator BT; Journaalschrijver BT; ndersteuner BT. Samenstelling RBT (o.b.v. Wvr) 11 De samenstelling van het RBT wordt bepaald door de voorzitter van de veiligheidsregio en bestaat ten minste uit de volgende functionarissen: oorzitter veiligheidregio (of zijn vervanger); Burgemeesters van gemeenten die bij de ramp of crisis betrokken zijn of dreigen te worden; Relatie GRIP Het RBT is als organisatieonderdeel actief vanaf GRIP 4, naast het RT en (eventueel) het CoPI. Bij opschaling naar een RBT is niet langer sprake van een GBT. Locatie RBT Het RBT is gehuisvest op de vierde etage in het RCC (kamer 4.01), Prins Bernhardplein 112, Zaandam. pkomsttijd RBT RBT-leden Geen wettelijk verplichte opkomsttijd 11) p grond van het besluit van het bestuur van rzw van 1 oktober 2010 is de wettelijke samenstelling van het RBT (zie Wvr, artikel 39) aangevuld met strategisch adviseurs.

19 3. De monodisciplinaire en ondersteunende structuur bij rampenbestrijding en crisisbeheersing op hoofdlijnen Naast de multidisciplinaire teams van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing kunnen ook monodisciplinaire onderdelen geactiveerd worden. Standaard onderscheiden we onderstaande vier stafsecties: ; Brandweerzorg; Geneeskundige zorg;. Informatiemanagement en Resourcemanagement zijn hierbij twee belangrijke, ondersteunende stafsecties. Daarnaast is het mogelijk om stafsecties in te richten voor andere betrokken sectoren zoals Water- en Scheepvaartzorg of Defensie. Binnen elke stafsectie worden (afhankelijk van de opschaling) bepaalde taakorganisaties onderscheiden, waarbinnen de (deel) processen uitgevoerd. De onderliggende activiteiten binnen de stafsectie hebben betrekking op tactische en operationele sturing bij incidenten, rampen of crises. Processen kunnen in elke fase van een incident worden geactiveerd (dus ook zonder GRIP-opschaling, zoals bijvoorbeeld het bevolkingszorgproces Communicatie bij een grootschalig zedendelict of politiezorgprocessen in het kader van ontvoering of gijzeling). In dit hoofdstuk volgt een toelichting op de kernactiviteiten en de samenstelling van de stafsecties. ok de relatie met GRIP wordt aangegeven. In bijlage 3 is een overzicht opgenomen die de samenhang tussen secties, stafsecties, taakorganisaties en processen binnen de hoofdstructuur verduidelijkt. Bijlage 5 toont aan wie de procesverantwoordelijken zijn en bij welke processen een andere kolom ook een rol speelt. 3.1 Stafsectie Regionaal/ Gemeentelijk beleidsteam Regionaal operationeel team Sectie Sectie Sectie Sectie Sectie Sectie Informatiemanagemenzorzorkundige Bevolkings- Brandweer- Genees- Sectie verige Resourcemanagement partners Zorg (Coördinerend) Meldkamers Taakorganisaties Taakorganisaties Taakorganisaties Taakorganisaties Taakorganisaties Commandoplaats Brandweer, Politie, Brandweerzorg Geneeskundige overige partners Zorg incident Ambulancezorg Brandweerzorg Calamiteitencoördinatie Geneeskundige Zorg Ketenpartners Incidentbestrijding Brandweerzorg Geneeskundige Zorg Ketenpartners Incidentbestrijding Calamiteitencoördinatie De stafsectie wordt in het Besluit veiligheidsregio s Team (TBz) genoemd 12. Monodisciplinair wordt de naam TBz gehanteerd. p tactisch niveau zijn de kernactiviteiten: Het samen met ketenpartners verzamelen en verwerken van veiligheidsinformatie (het sturen op het verwerven, verwerken, veredelen en verstrekken van informatie op het terrein van de bevolkingszorg in de regio); Het signaleren, adviseren en samen met ketenpartners bepalen van de aanpak (het maken van afspraken over ieders bijdrage in het behalen van bepaalde operationele prestaties in de regio binnen een bepaalde tijd, en het continueren daarvan over een bepaalde periode. Daaronder wordt ook begrepen het adviseren van ketenpartners); Het samen met ketenpartners kiezen en monitoren van het uitvoerend en ondersteunend werk (bepalen welke uitvoerende en ondersteunende werkzaamheden dienen te worden verricht op het terrein van de bevolkingszorg in de regio en welke personele en facilitaire voorzieningen daaraan worden toegekend. ok monitoring hoort daarbij). p operationeel niveau is sprake van de volgende kernactiviteiten: Het selecteren, doorgeleiden en afhandelen van verzoeken voor uitvoerend en ondersteunend werk; Het verdelen en monitoren van het uitvoerend werk: - Communicatie; - Publieke zorg; - mgevingszorg; Het verdelen en monitoren van ondersteunend werk: - Informatiemanagement; - Resourcemanagement. Samenstelling stafsectie De samenstelling van de stafsectie wordt bepaald door de algemeen commandant en bestaat ten minste uit de functionarissen: Algemeen commandant ; Hoofd stafsectie (hoofd TBz); Hoofd taakorganisatie Communicatie 13 ; Hoofd Publieke zorg; Hoofd Informatie & ndersteuning (HI); Informatiecoördinator TBz. 12) Het rrcp 2009 kent een uniforme benaming van processen en functionarissen bij de kolommen. rzw heeft ervoor gekozen niet de naamgeving uit het Besluit veiligheidsregio s aan te houden, maar het rrcp te volgen. In multidisciplinair verband wordt daarom voor alle kolommen de term stafsectie gebruikt (in plaats van bijvoorbeeld TBz of sgb). 13) Deze rol wordt in het Besluit veiligheidsregio s Coördinerend oorlichter Team genoemd. De functionaris die deze rol vervuld, maakt wel in organieke zin deel uit van de stafsectie, maar is niet fysiek gepositioneerd in deze stafsectie. Hij voert zijn taken uit in het team oorlichting/taakorganisatie communicatie.

20 pkomsttijden stafsectie (o.b.v. Bvr) Hoofd taakorganisatie Communicatie AC-Bz verige leden 30 minuten 14 45 minuten 60 minuten 15 De stafsectie kan eventueel worden uitgebreid met: Hoofd Informatie & ndersteuning (HI); Hoofd mgevingszorg; Hoofd Evacuatie; Diverse adviseurs stafsectie. De stafsectie wordt ondersteund door: Journaalschrijver TBz. De sectie in het RT ondersteunt de algemeen commandant en bestaat uit: Sectiemedewerker ; Communicatieadviseur RT; Sectiemedewerker Communicatie. Relatie GRIP Bij opschaling naar GRIP 2, 3, 4, 5 of Rijk wordt de stafsectie vertegenwoordigd door de algemeen commandant binnen het RT. Locatie stafsectie De stafsectie is gehuisvest op de zevende etage in het RCC (kamer 7.03), Prins Bernhardplein 112, Zaandam. 3.2 Stafsectie Brandweerzorg Regionaal/ Gemeentelijk beleidsteam Regionaal operationeel team Sectie Sectie Sectie Sectie Sectie Sectie Informatiemanagemenzorzorkundige Bevolkings- Brandweer- Genees- Sectie verige Resourcemanagement partners Zorg (Coördinerend) Meldkamers Taakorganisaties Taakorganisaties Taakorganisaties Taakorganisaties Taakorganisaties Commandoplaats Brandweer, Politie, Brandweerzorg Geneeskundige overige partners Zorg incident Ambulancezorg Brandweerzorg Calamiteitencoördinatie Geneeskundige Zorg Ketenpartners Incidentbestrijding Brandweerzorg Geneeskundige Zorg Ketenpartners Incidentbestrijding Calamiteitencoördinatie Met ingang van 1 januari 2014 is de brandweer binnen de regio Zaanstreek-Waterland geregionaliseerd en is rzw verantwoordelijk voor (de uitvoering van) de processen brandweerzorg. p tactisch niveau zijn de kernactiviteiten: Het samen met ketenpartners verzamelen en verwerken van veiligheidsinformatie (het sturen op het verwerven, verwerken, veredelen en verstrekken van informatie op het terrein van de brandweerzorg in de regio); Het signaleren, adviseren en samen met ketenpartners bepalen van de aanpak (het maken van afspraken over ieders bijdrage in het behalen van bepaalde operationele prestaties in de regio, binnen een bepaalde tijd, en het continueren daarvan over een bepaalde periode. Daaronder wordt ook begrepen het adviseren van ketenpartners); Het samen met ketenpartners kiezen en monitoren van het uitvoerend en ondersteunend werk (bepalen welke uitvoerende en ondersteunende werkzaamheden dienen te worden verricht op het terrein van de brandweerzorg in de regio en welke personele en facilitaire voorzieningen daaraan worden toegekend. ok monitoring hoort daarbij). p operationeel niveau is sprake van de volgende kernactiviteiten: Het selecteren, doorgeleiden en afhandelen van verzoeken voor uitvoerend en ondersteunend werk; Het verdelen en monitoren van uitvoerend werk: - Bron- en emissiebestrijding; Het verdelen en monitoren van ondersteunend werk: - Informatiemanagement; - Resourcemanagement. Samenstelling stafsectie Brandweerzorg 16 De samenstelling van de stafsectie Brandweerzorg wordt bepaald door de algemeen commandant Brandweerzorg en bestaat ten minste uit de functionarissen: Algemeen commandant Brandweerzorg; Hoofd Bron- en emissiebestrijding; Hoofd ndersteuning (Hon); Hoofd Informatie (Hin). 14) Hiermee wordt ook het starten van de werkzaamheden op een andere locatie bedoeld. 15) Het Besluit veiligheidsregio s schrijft een opkomsttijd van 90 minuten voor, echter het bestuur van rzw heeft op 12 mei 2010 ingestemd met een opkomsttijd van 60 minuten. 16) De brandweer gebruikt 2015 om de stafsectie Brandweerzorg in te richten conform het RCP. Tot die tijd wijkt de invulling af van hetgeen hier is beschreven.