Schaken op de basisschool Werkboek 1, les 1: de beginstelling, de Toren en de Loper

Vergelijkbare documenten
Schaken op de basisschool Werkboek 1, les 1: De beginstelling, de Toren en de Loper

Introductieles schaken voor beginners Voor groepen 3 en 4 op de basisschool

Schaken op de basisschool Werkboek 1, les 2: De Dame, Koning en het Paard

Schaken op de basisschool Werkboek 1, les 2: De Dame, Koning en het Paard

Schaken op de basisschool Werkboek 1, les 4: Veilig (1) zet je eigen stukken veilig

Schaken op de basisschool Werkboek 1, les P1: Loop van de stukken en de beginstelling

KAART EN SPELAVOND Club 250 Ouderraad Sint-Lodewijkscollege. Initiatie Schaken

Schaken op de basisschool Werkboek 1, les 15: Schaakmat (1)

SWKGroep schaaktoernooi 2019

Schaken op de basisschool Werkboek 1, Les P2: Extra oefenen veilige zetten, aanvallen, schaak

Beginnerscursus schaken


1 e druk. Uitgever: vzw Schaakschool. Tekeningen: Jo Goigne. Website: Copyright 2014: Peter D hondt

Wedstrijden Dinsdag 17 januari Poule A Twan - Jona Jonas - Laura Poule B Levi - Thijs Jasper - Iris

LEREN DAMMEN DAMWERKBOEK. De Eerste Zet. Naam. Regiowerking Noord Palmans, Z. Versie: 2018 DAMWERKBOEK VOOR KINDEREN

Workshop Handleiding. Dammen doe je zo! wat is jouw talent?

Ik leer schaken. KVDC Karel van Delft

Spelregels schaken. Doel van het spel

Jijbent.nl: spelregels schaken. Jan Willem Schoonhoven Copyright 2009 Jijbent.nl

Schaaklessen Dr. Plesmanschool. Diagram 2. de beginstand

Je kan dit ook spelen wanneer de paarden elkaar wél kunnen slaan. Pas op dat je stukken niet worden geslagen!

blok 11 groep 4 Malmberg s-hertogenbosch

Chess Tutor Stap : Het bord en de stukken 1. 2: De loop van de stukken 7. 3: Aanval en slaan 10. 4: De pion 15.

TAFELTASJE. Tafeltasje is een rugzak met daarin allemaal leuke spelletjes om de maal- en deeltafels in te oefenen. juf Tessa

Schaken op de basisschool Werkboek 1: voor beginners in groepen 3, 4 en 5. Antwoorden. (1 e druk, januari 2018) Coördinaten 5x5 schaakbord

vraag a1 vraag a2 vraag a3 vraag a4

7: Mat in één (1) Chess Tutor Stap Mat

Chess Tutor Stap

Op vakantie les 9. Doelen: zich snel te verplaatsen. handen. punt. (open ruimte opzoeken)

Oefenen met breuken. Circuitles voor groep 6

LEREN DAMMEN DAMWERKBOEK. De Tweede Zet. Naam. Regiowerking Noord Palmans, Z. Versie: 2018 DAMWERKBOEK VOOR SCHOOLKINDEREN

Voor jezelf? Les 1 Welkom!

Het Paco Ŝako spel

... Dag 1... MentorMix Elke dag beter. Maak de wereld iedere dag een beetje mooier. Help mee!

Creatief en flexibel toepassen van Triplep. Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus

De Drakendokter: Gideon

Werkblad: Vind me dan

PLEINGEIN SPELENDERWIJS IN GESPREK OVER HET SCHOOLPLEIN

Leren Dammen EEN SLIMME ZET

Aan alle trainers van SV Venray afdeling F - E jeugd

Als de spelsituatie zodanig is dat schaakmat of ( mat ) niet meer mogelijk is, dan eindigt de partij op een gelijkspel ( pat of remise ).

Prinsen en prinsessen les 7. Doelen:

Handleiding. UNICEF Handleiding lessuggestie Schoolplein groep 3-4. Schoolplein

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Aankleding: speelgoed zwaarden, kroontjes, prinsen- en prinsessenkleding

Schoolbrede start (15 min) Zie hoofdstuk Schoolbrede start.

Lesbrief Assenstelsels. Versie 1

Prinsen en prinsessen les 4. Doelen:

Startpakket senioren: Inhoud: De notatie De Spelregels Snel leren dammen Centrumspel DE NOTATIE

VORMEN VAN KOLDERSCHAAK

Op vakantie les 2. Doelen:

Waarom ga je schrijven: om iets leuks te leren voor thuis

Warming up. Shuttle tikkertje. Hoe lang? Doel van het spel Wat heb ik nodig? Organisatie. Start. Speelregels Hoe maak ik het makkelijker?

5 VWO SPELEN OP EEN SLIMME MANIER

Leren als een expert!

Tip. In de herfst en winter is de maan vroeg in de ochtend goed te zien.

Werkblad. LES 9: Ouders. GROEP 1-2. Bijlage 1. Rood actief inspannen/ sporten. Oranje middelmatig inspannen.

Uitleg bij de spellingskaartjes.

Inhoud. Voorwoord. Het materiaal Doel van het spel Verloop van het spel Slaan en atari Zelfmoord Ko Oog Twee ogen Einde van het spel Puzzels

Werkblad. LES 9: Ouders. GROEP 7-8. Bijlage 1. Rood actief inspannen/ sporten. Oranje middelmatig inspannen.

Aankleding: koffers, zwembadje (bij mooi weer), strandballen, opblaas materiaal, parasol

Circus les 5. Doelen:

Lesbrief: Sporten met een doelgroep Thema: Waar ga ik heen?

Inhoud Voor de leerling Voor de leraar Algemeen

NIVEAU 2 DAMWERKBOEK. Niveau 2 Damdiploma s: WIT & ZWART. Naam. Versie: 2017 DAMWERKBOEK VOOR DE JEUGDDAMMER

Pietengymles. Kun jij een echte hulppiet worden? Doe de oefeningen en verdien een pietendiploma!

Kijk naar de prenten van de bekende kunstenaar Andy Warhol. Kan je bij elke afbeelding het juiste product en de keersom geven?

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

Prinsen en prinsessen les 1. Doelen:

Benodigdheden: Filmpje brein uitleg: overtuigingen en het effect op leren Kaartjes helpende en remmende gedachten, zie bijlage 1

Lesvoorbereidingen lessen Toptalent schaken op school

Workshop Handleiding. Schaken doe je zo! wat is jouw talent?

leer-actief werkboek Naam: 1

4 Vind me dan. Achtergrondinfo Planten en dieren hebben allerlei manieren om niet op te vallen. Deze kunnen onderverdeeld worden in:

Prinsen en prinsessen les 8. Doelen:

Leeftijd: 9-12 Thema: God, heilige Geest, identiteit, Normen en waarden, Pinksteren Tijdsduur: 60+ min.

Leerlingboekje les 11 en 12. Schrijfopdracht 6 Echte vrienden. Groep 7

Spelregels voor de kaarten Beroepskwaliteiten en Leerpunten. Het Beroepskwaliteitenspel

Wie ben jij? HANDLEIDING

In dit thema staat het creëren van een goede groepssfeer centraal. Les 2 Samenwerken Deze les gaat over helpen, geholpen worden en samenwerken.

LES 38 GROEP: 3 t/m 8 Handstand, mikken, over de kop gaan

Circus les 8. Doelen:

Speklappen en rookworsten

GO spelregels. Wim Berkelmans

Jeugd Verkeerskrant 5 Zoveel borden en tekens?!

Het schaakspel wordt beschouwd als het moeilijkste bordspel. Het stereotiepe beeld is bij iedereen bekend.

Museumles Tureluurtje. Docentenhandleiding

Les 13a Zoek de verschillen

Het houden van een spreekbeurt

LESSUGGESTIES BIJ DE BOEKENKIST COMING OF AGE - praktijkonderwijs

lesprogramma PO activerende lessen over respect voor het primair onderwijs

Handleiding Les 1. Nieuwsbegriponderwerp. Schrijftaak. Voorbereiding. week november 2013 Handleiding niveau A, les 1 en 2

voorwoord VOORBEELDPAGINA S Bestelnr De ander en ik

Waarom dit boek? 7. 1 De ik-fabriek, wat is dat? Lichaamsseintjes Je lichaam is net een fabriek 17

Deze les levert een bijdrage aan kerndoel 3 voor rekenen: De leerlingen leren omgaan met tijd in alledaagse situaties.

Aankleding: ballonnen, slingers, rode neuzen, jongleerspullen,

Les 1 Probleem verkennen, ideeën verzinnen en kiezen

Transcriptie:

Schaken op de basisschool Werkboek 1, les 1: de beginstelling, de Toren en de Loper Extra spullen - Stickers met de namen van de kinderen. - Voldoende kopieën van het uitdeelvel Loop van de stukken ; 1 kopie per kind. Een pdf staat op de website Schakenopdebasischool.nl onder Hulpmiddelen / Downloads. Voor de trainer In deze les maken we nog geen gebruik van het werkboek. Deel het werkboek daarom pas uit in les 2. Naast de kennismaking en de eerste instructie willen we de kinderen in deze les vooral met de schaakstukken laten spelen. Voor de opdrachten in het werkboek die bij deze eerste les horen, is voldoende tijd in lessen 2 en 3. 0-15 Kennismaken, afspraken maken Dit is de eerste les. Alles is nieuw. De kinderen kennen jou niet en vaak ook elkaar nog niet allemaal. Jij kent de kinderen nog niet. We besteden daarom extra tijd aan de kennismaking en de groepsvorming. Zorg dat je de kinderen op hun gemak stelt. - Begin met een voorstelronde. Vraag iedereen zijn naam te noemen en een (schaak)vraag te beantwoorden. Bv: Schaak je thuis al? Tegen wie? Van wie heb je het spel geleerd? Wat weet je al van schaken? Wie kan de beginstelling al opzetten? - Probeer zo snel mogelijk de namen te leren. Daartoe is het handig om de eerste les een naamsticker op de kleding van de kinderen te plakken. Spreek kinderen zo veel mogelijk met hun naam aan. Afspraken maken Als onderdeel van de kennismaking gaan we afspraken maken. Die afspraken maken de kinderen zelf: met elkaar en met jou. Je maakt de kinderen daarmee eigenaar van de afspraken. Dat werkt beter dan wanneer jij jouw regels aan de kinderen oplegt. Ook helpt het bij de groepsvorming. Soms zullen kinderen elkaar gaan aanspreken op het niet nakomen van de afspraken. - Intro: We zijn met een groep. Als groep maak je afspraken over hoe je met elkaar omgaat. - Vraag de kinderen wat zij goede afspraken vinden. Schrijf ze op. - Check of wat de kinderen goede afspraken vinden, aansluit bij wat jij belangrijk vindt. Probeer de kinderen in ieder geval deze afspraken zelf te laten bedenken. o We luisteren naar elkaar. o Heb je een vraag, dan steek je je vinger op. o We komen niet aan de spullen van de klas. o We ruimen na afloop samen op. - Vraag om instemming met de afspraken. Deze afspraken zet je na de les op een A4 (geplastificeerd) en hang je vanaf les 2 op. - Sluit af met deze algemene afspraak: We houden elkaar aan de afspraken. Geef elkaar een compliment als het goed gaat!

15-25 Instructie: Wat is schaken?, de schaakstukken en de beginstelling Dit kan summier als alle kinderen eerder een introductieles hebben gevolgd of als ze zeggen dat ze thuis al hebben leren schaken. Loop wel alle onderwerpen langs. Het lijkt een lang verhaal, maar het kan heel goed in 10 minuten. Probeer er een spannend verhaal van te maken. Onderstaande uitleg gebruik ik meestal. Maar verzin ook vooral je eigen verhaal. Je kunt de kinderen ook vragen stellen. Wat weten jullie al van het schaken? Bevestig wat ze goed vertellen en vul aan wat nog ontbreekt. Wat is schaken? Schaken is een spel tussen 2 legers. Die legers worden geleid door Koningen. Het leger dat de Koning van de andere partij verovert, wint. Natuurlijk ga je niet echt vechten met zwaarden, pistolen of kanonnen. De legers strijden op een bord met schaakstukken. Je speelt het met zijn tweeën. Dat bord leg je op tafel tussen jullie in. V: Met welk deel van je lichaam schaak je? A: Met je hoofd. Schaken doe je met je hersenen. Het is een denksport. Je probeert slimme plannetjes te maken en daarmee de tegenstander te slim af te zijn. De schaakstukken en de beginstelling Laat de kinderen kennis maken met alle stukken (maar nog niet hoe ze bewegen) en zet ze in de beginstelling. Alleen de witte stukken is voldoende. Vertel bij elke schaakstuk een kort verhaaltje. Het verhaaltje helpt de kinderen om de beginstelling te onthouden. Het is niet nodig en nuttig om uitgebreid bij het schaakbord stil te staan. Ook hoef je niet uit te leggen wat de letters en cijfers betekenen. De kinderen krijgen deze les al meer dan genoeg nieuwe informatie. V: Wie weet welk stuk dit is? A: Heel goed, dat is het <stuk>. - De Koning Dit is Willem Alexander. Het belangrijkste stuk. Goed te herkennen door het kruis op zijn hoofd. Hij is zo belangrijk dat hij in het midden staat. - De Koningin of Dame En natuurlijk doet Maxima ook mee. Ze staat naast Willem Alexander. V: Wie weet hoe de K en D moeten staan? Zo (e1 en d1) of zo (d1 en e1)? Laat de beide opties zien; noem niet de coördinaten van de velden. V: En hoe kun je dat onthouden? A: De witte Dame heeft een witte jurk en die past het beste op het witte veld. De zwarte Dame heeft een zwarte jurk en die past het beste op het zwarte veld. Het ezelsbruggetje van de Dame op de d-lijn vanwege de D van Dame, is niet handig. Bij sommige borden staan de letters er niet op. En wat doe je als het bord omgedraaid staat? - De Loper Ik zal jullie een geheimpje vertellen. Willem-Alexander kan niet zo goed schaken. Hij heeft hulp nodig om goede plannetjes te verzinnen. Daarom heeft hij 2 Lopers. Vroeger noemden we ze raadsheren. Dat zijn belangrijke mensen die de Koning goede raad geven. Daarom staan ze op het bord ook dicht bij de Koning. Als ze ver van de Koning zouden staan (bijvoorbeeld in de hoek), dan moeten ze schreeuwen. En dat is niet zo handig want dan kan de tegenstander ze horen. Als ze dichtbij staan kunnen ze in het oor van Willem Alexander fluisteren. Er staat er 1 naast Willem Alexander en 1 naast Maxima.

- Toren Deze staan in de beginopstelling op de hoeken van het bord. Net als in een kasteel. Ze zien er ook uit als een kasteeltoren. - Paard Deze kan niet ontbreken bij een veldslag. Een paard kan springen. Veel kinderen vinden het Paard het leukste stuk. Ze staan op de 2 velden die nog open zijn. - Pionnen Soms ook wel de soldaten of boeren genoemd. Ze zijn niet heel groot. Maar je hebt er wel 8 van. Samen zijn ze wel heel sterk. Ze staan voor de andere stukken opgesteld. 25-35 Spel met de beginstelling De kinderen hebben nu lang genoeg stil gezeten. Tijd om even te rennen! Spel: Beginstellingestafette Database: spel 1 Zet 3 tafels op enige afstand van elkaar. Op de middelste tafel zet je een leeg bord. Op beide andere tafels staan de witte, respectievelijk de zwarte stukken. Zorg dat de tafels met stukken op enige afstand van de tafel met het bord staan. Dan moeten de kinderen rennen. Op de achtergrond hangt het demobord met de beginstelling, dan kunnen de kinderen spieken. Verdeel de kinderen in 2 teams. Deze teams spelen tegen elkaar. Maak een team niet groter dan 5 kinderen. Het ene team moet de witte stukken in de beginstelling zetten. Het andere team de zwarte stukken. Wie dat als eerste correct doet, wint. Na het startsignaal, rennen de kinderen een voor een naar de tafel met stukken. Ze pakken 1 stuk en rennen terug naar het schaakbord. Daarna mag het volgende kind gaan rennen. Het meegenomen stuk zetten ze op het bord in de beginstelling. De kinderen in een team overleggen samen of de stukken goed staan. Je mag maar 1 stuk per keer meenemen. Als de teams klaar zijn, dan controleer je samen of de stukken goed staan. Het team dat het eerst alle stukken heeft opgezet én de beginstelling helemaal goed heeft, wint. Bij grotere groepen maak je 4 teams. Je speelt het spel dan 2 keer. Op sommige scholen hebben ze een buitenschaakspel met grote stukken. Dan wordt het spel nog veel leuker. 35-40 Instructie van de loop van de Toren en de Loper Stel vragen aan de kinderen. Vraag ze ook om zetten voor te doen op het demobord. Je kunt de kinderen ook magneten geven en vragen die op het demobord te zetten op een plek waar het stuk naartoe kan. Als de kinderen een eigen schaakbord hebben (of in tweetallen), kunnen ze de zetten ook op het eigen bord uitvoeren. Na de instructie deel je het uitdeelvel Loop van de stukken uit. De loop van de Toren V: Weet iemand hoe de Toren beweegt? A: Helemaal goed. Deze mag alleen recht. Zowel van boven naar beneden, als van links naar rechts. En de Toren mag zo ver als hij wil. Als de Toren er niet zoveel zin in heeft, gaat hij misschien maar 1 veld vooruit. Dat is een luie Toren. Maar een snelle Toren kan zelfs in een keer naar de overkant. O ja: de Toren mag niet over andere stukken heen mag springen. Hij mag wel vooruit en dan de volgende zet weer terug.

Zet een witte en een zwarte Toren op het bord. Zorg dat wit de zwarte Toren kan slaan. Slaan is voor veel kinderen vanzelfsprekend. Het komt in heel veel spelletjes voor. Daarom nemen we slaan meteen mee in de uitleg van de loop van de stukken. V: Wat is nu een hele goede zet voor wit? A: Juist. Wit kan de zwarte Toren slaan. Dat doe je door op de plek van die Toren te gaan staan en het stuk van het bord te pakken. V: Waarom is slaan heel goed? A: Als de tegenstander minder stukken heeft, wordt zijn leger zwakker. Dan heb je meer kans om te winnen. Vergelijk het met een rode kaart bij voetbal. Met minder spelers heb je minder kans om een doelpunt te maken. Leg ook uit dat je telkens maar 1 zet mag doen. Wit en zwart zetten om de beurt en wit mag beginnen. De loop van de Loper V: Weet iemand hoe de loper loopt? A: Deze gaat inderdaad alleen maar schuin. Net als de Toren mag de Loper zo ver als hij wil. Bij de Loper moet je altijd goed mikken. Kijk ik zet deze Loper (van b1) helemaal naar de andere kant (h7). Als je niet goed schuin gaat, komt de Loper misschien wel hier (h8) terecht. Wat handig is om te weten, is dat de Loper de hele partij op dezelfde kleur velden blijft. Dat maakt het mikken veel makkelijker. Laat dit zien. Ook de loper mag niet over andere stukken heen springen. En net als de Toren mag de Loper ook slaan. Laat dit zien. 40-55 Spelletjes met de Toren en de Loper Laat de kinderen 1 tegen 1 minstens een van de volgende spelletjes spelen. Spel: De Toren en de Loper hebben honger Database: spel 3 Leg eerst het spel uit. Pas als alles duidelijk is, krijgen de kinderen bord, stukken en fiches. Zet de stelling op het demobord, met magneten in 2 kleuren op de aangegeven velden. Het maakt niet zoveel uit waar de magneten staan. Zorg er in ieder geval voor dat magneten op beide kleuren liggen. De Toren en Loper hebben honger. Ze hebben zin in snoepjes. Wie met zijn Toren en Loper als eerste alle snoepjes van zijn eigen kleur opeet (slaat), wint. Spelregels - Wit begint. Je doet om de beurt een zet. - Wit moet de groene fiches slaan, zwart de blauwe fiches.

- Je kunt de Toren (recht) en de Loper (schuin) gebruiken. - Je mag niet over fiches springen. Laat zien dat Ta1xa8 dus niet mag. - De stukken mogen elkaar niet slaan. Kinderen voor wie dit te makkelijk lijkt, kun je daarna de moeilijke versie laten spelen. Je mag elkaar dan wel slaan (oefening van veilig, zie les 4). Zijn kinderen snel klaar met het spel: laat ze het spel nog een keer spelen met verwisselende kleuren. Spel: Rondje om het meer Database: spel 5 Leg een vierkant stuk papier (of fiches ) op de velden e4, d4, d5, e5. Meer velden bedekken mag ook. Wie als eerste met zijn Loper en Toren om het meer loopt en beide stukken weer in de beginstelling krijgt wint. De stukken mogen elkaar niet slaan en niet in het meer belanden. Dan krijgen ze natte voeten en daar houden ze niet van. Je kunt dit spel spelen met allerlei combinaties van stukken. Door het meer groter te maken, vergroot je de moeilijkheidsgraad. Maar maak het meer niet te groot. De stukken moeten er wel langs kunnen. Zijn kinderen snel klaar met het spel: laat ze het spel nog een keer spelen met verwisselende kleuren. Spel: Pak me als je kan Database: spel 6 Op een klein bord (5x5). De 2 spelers krijgen allebei een Toren of een Loper, van verschillende kleur. Wie als eerste het stuk van de andere speler slaat, wint. Spel: Stuivertje wisselen Database: spel 4 Speel het speel met de Toren en de Loper. Zie de Database Schaakspelletjes voor de uitleg. 55-60 Opruimen, samenvatting, opdrachten voor thuis en afsluiten

Laat de kinderen eerst alles opruimen. Maak hier een gewoonte van. Dat scheelt elke week een hoop werk voor de trainer. Oefeningen voor thuis (optioneel). Vraag de kinderen om thuis de spelletjes uit de les te spelen. De kinderen en de ouders kunnen de spelregels bekijken in de Database Schaakspelletjes.