De beleidsopgave vanaf 1990

Vergelijkbare documenten
Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

2. De nota Natuur voor mensen, mensen voor natuur

Visie op Zuid-Holland. Verordening Ruimte. Wijzigingsbesluit behorende bij ontwerpherziening Herijking EHS

Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg

2 BELEIDSKADER EN WETGEVING

Oostende - Middenkust

Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76)

Referentienummer Datum Kenmerk GM februari

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

NATUUR- & LANDSCHAPSBELEID op Texel. Bijlage beleidsinventarisatie

Aanbeveling 6: Stimuleer behoud en herstel biodiversiteit in eigen land

Nationale Natuurverkenning 2

Begrenzing van het Natuurnetwerk en de Natura 2000-gebieden

Realisatie Natuurnetwerk - verwerving en inrichting,

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 en 2

Het Brabantse natuurbeleid onder de loep Bijstelling noodzakelijk?

Bestemmingsplan Enkelbestemming Beoordeling

Gooi en Vechtstreek: Meer ruimte voor bedrijventerreinen, overleg met ondernemersverenigingen

Natuur van het kastje naar de muur: falende natuurbescherming- en compensatie

ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN. Gemeente Someren. Project 3: Beekdal van de Aa ten oosten van de Zuid Willemsvaart

SALDOBENADERING EHS PAMPUSHOUT. Auteur: Evert Stellingwerf en Eric van der Aa Datum: 6 maart 2013

Referentienummer Datum Kenmerk ehv.341.N001 3 februari 2012 RVS

STAD & LAND in de ruimtelijke ordening

Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst


Plan van aanpak Natuurvisie Gelderland

Oudenaarde. 1. Vallei of brongebieden (KB 24/02/77)

Lijst van gebruikte afkortingen

PLANOLOGIE VAN STAD & LAND

Provincie Vlaams Brabant

Hoofdstuk 7 Het Rijksbeleid en de EHS. 7.1 De Relatienota 1975

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

Onderzoek flora en fauna

Ministerie van VROM PoR/NRO - IPC 350 o.v.v. Kernteam AMvB Ruimte Postbus GX DEN HAAG. Geachte heer/mevrouw,

Bijlage 1. Onderbouwing Zuidrand De Mortel, fase 1 volgens de Verordening Ruimte

Alles van waarde is weerloos over landschap, herijking EHS groen blauwe diensten

Fietspad in het Voorsterbos, voorbeeld van een toegankelijk, divers bos

Analyse landschappelijke inpassing Recreatiecentrum Zandpol

Landschap in de Omgevingsvisie Gelderland (dec 2015)

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

Bijlage B Provincie Fryslân Toepassing Bro, art , onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

ECLI:NL:RVS:2009:BK0125

17. Het Duinendecreet: onze kustduinen beschermd...113

percelen cultuurgrond

Initiatiefvoorstel (Groene) Ruimte voor verbetering

Eindrapport TOETSING NATUURONTWIKKELING TEN NOORDEN VAN DE N201 AAN HET PROVINCIAAL NATUURBELEID

Bijlage 5: Kernkwaliteiten (en omgevingscondities) van de Gelderse ecologische hoofdstructuur en de waardevolle landschappen

Bijlage: beoordeling duurzame locatie

Midden-Delfland. advies m.b.t. aanvraag status Provinciaal Landschap. provinciaal adviseur ruimtelijke kwaliteit in zuid-holland

Sint-Truiden - Tongeren

Onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

Notitie gevolgen inrichting natuur en landschap voor agrarische bedrijfsvoering

TE KOOP Bosperceel Hoogerheide (Gemeente Woensdrecht)

PLANOLOGIE VAN STAD & LAND

Regels. Provinciaal blad van Noord-Brabant. Hoofdstuk 1 Inleidende regels. Wijziging Verordening ruimte 2012 ivm plan Herperduin 2013 Oss

Koppel kuifeenden. Kuifeenden

NATIONALE NATUURVERKENNING Beleidsgerichte Samenvatting

Buitengebied 2002 Wehl 22e wijziging (Broekstraat 1)

Motivatie wijzigingsplan

DEEL 3. Naverwerking. Provincie West-Vlaanderen DE BERGEN 159

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree

Vergelijking in de tijd (Soortenrijkdom) Akkers Moerassen

Het Bosschap voor bos en natuur

Stichting Landschapszorg Wieringen

Vraag en antwoord Ecologische Hoofdstructuur

Perspectieven nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening Als bestuurders willen kan er veel

Natuurbeleid in Zuid-Holland

GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK Plan van wijziging Buitengebied 2000, herziening 2002 Locatie Marmelhorstweg 2a

Nieuwe bedrijfslocaties

Omgevingsvisie Westvoorne 2030 #WVN2030. Jeugdraad Westvoorne - 27 mei 2015 team Gebiedsontwikkeling, Henk Jan Solle

Ruimtelijke kwaliteit in cultuurhistorisch perspectief. Masterclass Schipborg 21 juni 2011

Actuele ontwikkelingen in het provinciale natuurbeleid. Heine van Maar Provincie Noord-Brabant 21 maart 2013

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verzoek wijziging bestemmingsplan

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid

Het Natura 2000 beheerplan Drentsche Aa-gebied: wat houdt het in, wat gaat er gebeuren? Programma

Bosuitbreiding in Nederland ligt niet op schema

Levende Beerze. Informatieavond Esche Stroom 9 juni 2009

Bestemmingsplan Buitengebied Grubbenvorst

Grondverwerving, inrichting en beheerregelingen: taakstellingen en voortgang; achtergrondinformatie

Wat is de Ecologische Hoofdstructuur?

Hulst Visie Grote Kreekweg gemeente Hulst. nummer: datum: 21 mei 2014

Amersfoort. Zeist Woudenberg UTRECHT. Woerden. Nieuwegein Houten. Veenendaal DUURZAME ENERGIE. Abcoude windenergielocatie

Begrippenkader Groen-Blauwe Dooradering

in het buitengebied van Winterswijk

BIJLAGE 3: Toetsingskader

1. Streekplan Brabant in balans

Landschap en ruimtegebruik

Omgevingsvisie Westvoorne 2030 #WVN2030. Commissie Grondgebied - 12 mei 2015 team Gebiedsontwikkeling, Henk Jan Solle

Ontwerp-BESLUIT. Besluit van Provinciale Staten van de Provincie Noord-Brabant van ( ), met kenmerk ( )

Wijziging Verordening ruimte in verband met bestemmingsplan "Stiphout - 2'' ontsluiting"

Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Deze documenten treft u aan als bijlage bij de Statenbrief. Wij lichten de Bestuursovereenkomst grond toe in een separate toelichting.

RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN. Proefschrift

Congres Ruimte voor Biodiversiteit

wijzigingsplan Boerderijsplitsing Bemmerstraat 7, Beek en Donk gemeente Laarbeek

Transcriptie:

1 De beleidsopgave vanaf 1990

Kustzone Slufter in de duinenrij bij Bergen, bij (hoge) vloed kan zeewater in de eerste duinvallei binnenstromen. Dit biedt een geschikt milieu voor veel zeldzame (planten)soorten. De Nederlandse kust is een levende kust. Het nieuwe beleid staat een meer dynamische, bredere duinkust toe; er komen binnenkort meer slufters en stuivende duinrijen (zie fig. 5.7). De binnenduinrand bestaat uit oudere vastgelegde duinen. Verder landinwaarts liggen oude strandwallen en vlaktes. Deze waren al in de Romeinse tijd bewoond en zijn nu intensief in gebruik of bewoond. 64

DE BELEIDSOPGAVE VANAF 1990 1 1 DE BELEIDSOPGAVE VANAF 1990 In 1990 is in het natuurbeleid het concept van de bruto ecologische hoofdstructuur (EHS) geïntroduceerd. Deze structuur dient als zoekgebied voor of begrenzingszone van natuur in Nederland, om die natuur te beschermen. Ook dient deze bruto structuur als milieubuffer rond de (netto) EHS. Het landschapsbeleid heeft zich tot nu toe gericht op de duurzame bescherming van de esthetische en ecologische waardevolle gebieden in Nederland. Daarbij moet het landschap een goede en duurzame economisch-functionele basis vormen voor multifunctioneel grondgebruik. De overheid streeft naar duurzame instandhouding en uitbreiding van het bosareaaal, zo veel mogelijk gericht op multifunctioneel gebruik. In dit hoofdstuk worden de beleidsnota s voor natuur, landschap en bos uit de begin jaren 90 en het bijbehorende Structuurschema Groene Ruimte besproken. Deze nota s zijn uitgebreider besproken en geëvalueerd in de eerste Natuurverkenning (NVK, 1997). In de afgelopen tien jaar is het natuurbeleid erop gericht geweest de doelen te realiseren die zijn beschreven in het Natuurbeleidsplan dat het kabinet in 1990 heeft uitgebracht. De hoofddoelstelling van dit Natuurbeleidsplan is sindsdien richtinggevend geweest voor het overige natuur- en landschapsbeleid. Deze hoofddoelstelling luidde als volgt: Rekening houdend met de uiteenlopende motieven en opvattingen ten aanzien van het natuur- en landschapsbeleid [.]: duurzame instandhouding, herstel en ontwikkeling van natuurlijke en landschappelijke waarden. (Natuurbeleidsplan, p. 33) Ecologische Hoofdstructuur In het Natuurbeleidsplan (1990) is het concept van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) geïntroduceerd. Hiermee wordt bedoeld een samenhangend netwerk van kwalitatief hoogwaardige natuurgebieden van in totaal circa 695.000 ha op het land. Dit netwerk omvat bestaande natuur, nieuw te ontwikkelen natuur en landbouwgebied waar agrarisch natuurbeheer plaatsvindt. Ook de grote zoete wateren en de Noordzee en Waddenzee zijn aangewezen als onderdeel van de EHS (6,3 mln. ha) (figuur 1.1). In het natuurbeleid is de bescherming van de bestaande natuurgebieden en de ontwikkeling van nieuwe natuur en verbindingszones centraal gesteld. Er is een tijdelijk ruimere gebiedsbegrenzing de bruto EHS aangegeven. Binnen deze ruimte wordt gezocht naar de optimale locatie voor de kerngebieden, natuurontwikkelingsgebieden en verbindingzones, bij elkaar de netto EHS. In het Natuurbeleidsplan staat hierover het volgende: 65

1 DE BELEIDSOPGAVE VANAF 1990 Begrenzing bruto EHS Bruto EHS Bestaande natuur (t/m 1990) Zoekruimte nieuwe natuur (vanaf 1990) Het gehele Nederlands Continentale Plat behoort tot het kerngebied EHS Figuur 1.1 De bruto EHS. Deze tijdelijk ruimere omvang wordt gehanteerd om de nodige ruimte te hebben voor de ecologische en bestuurlijke vertaling in concrete beheersplannen (ex RBO 1988) en de uitwerking in het kader van de ruimtelijke ordening. (Natuurbeleidsplan p. 223) Landschapsbeleid Ten aanzien van de landschappelijke waarden streeft het Natuurbeleidsplan naar (duurzame) instandhouding, herstel en ontwikkeling van specifieke aardkundige en cultuurhistorische waarden en belevingswaarde. Een belangrijk deel van gebieden met zulke 66

DE BELEIDSOPGAVE VANAF 1990 1 waarden vertoonde een overlap met de EHS. Wel richtte het Natuurbeleidsplan zich op: het voorkomen van dissonerende ingrepen in de kenmerkende verkaveling en percelering en het kenmerkende patroon van wegen en waterlopen ( ), het instandhouden van structurerende elementen in het landschap, met name die elementen die functioneel dan wel ruimtelijk samenhangen met het omringende cultuurlandschap (terp met terpdorpenlandschap, tiendwegen in het laag-nederlandse veenontginningenlandschap, etc), en het bij (uit)bouw van woonwijken en (ver)plaatsing van boerderijen zo veel mogelijk aansluiten bij het nederzettingenpatroon van het cultuurlandschap. (Natuurbeleidsplan, p. 72) In de nota Landschap (1992), die bovenstaande doelen verder uitwerkt, staan de termen identiteit en duurzaamheid centraal. Deze termen zijn uitgewerkt in drie criteria: 1. het landschap moet esthetisch waardevol zijn (en de ontstaansgeschiedenis moet ervaren kunnen worden); 2. het landschap moet ecologisch waardevol zijn (ecologische mogelijkheden moeten worden benut en ecosystemen moeten de kans krijgen zich duurzaam te ontwikkelen); 3. het landschap moet een goede en duurzame economisch-functionele basis vormen voor een multifunctioneel grondgebruik (landbouw, wonen, verkeer en recreatie). Om deze doelen te realiseren heeft de overheid het Nationaal Landschapspatroon en Landschapverbeteringsgebieden aangewezen waarbinnen de bijzondere landschapskwaliteiten behouden moeten blijven of hersteld moeten worden (zoals de Gelderse Vallei en de Peel). De landschapsverbeteringsgebieden staan onder druk van met name verstedelijking en hebben met grote milieuproblemen te maken. Om de landschaps-kwaliteit te verbeteren stelt zij zich onder andere tot taak jaarlijks 150 ha lijnvormige landschapelementen aan te planten. Het Nationaal Landschapspatroon is een selectie van patronen en elementen die op nationale schaal de identiteit van een landschap bepalen. Bosbeleid Het Bosbeleidsplan (1993) is een bijstelling van het Meerjarenplan Bosbouw uit 1986. Het bosbeleid richt zich op een minder centrale sturing van de overheid, meer verantwoordelijkheid voor de bosbouwsector, en een meer ecologische georiënteerd bosbeheer In het Bosbeleidsplan wordt daarbij gestreefd naar: 1. Duurzame instandhouding van het bosareaal en van voor Nederland kenmerkende bosecosystemen. Dit vereist maatregelen om de kwaliteit van bodem, water en lucht te verbeteren en om verdroging tegen te gaan. Daarnaast vereist duurzame instandhouding op duurzaamheid gerichte beheersvormen, en indien bos moet wijken, compensatie naar kwaliteit en kwantiteit. 2. Optimaal vervullen van multifunctioneel gebruik van het bos, voor recreatie, houtproductie, landschap en natuur. Van het bestaande bos krijgt 60.000 tot 80.000 ha het accent natuur, evenals ruim 20% van het nieuw aan te leggen bos in de Randstadgroenstructuur. Verder wil de overheid de zelfvoorzieningsgraad voor hout ver- 67

1 DE BELEIDSOPGAVE VANAF 1990 hogen van circa 7% naar 17% in het begin van de 21e eeuw, en naar 25% halverwege de 21e eeuw. 3. Uitbreiding van het bosareaal, van 335.000 ha in 1993 naar 410.000 ha in 2018. Daarvan dient dan 15.000 ha in de Randstad en het overige stedelijk gebied te liggen, 30.000 ha op landbouwbedrijven, 15.000 ha in bestaande en nieuwe natuurgebieden en 15.000 ha elders in het landelijk gebied. Planologische aspecten van beleid De planologische (en financiële) aspecten van het natuurbeleid, het landschapsbeleid en het bosbeleid worden geregeld in het Structuurschema Groene Ruimte 1 (SGR1, 1995). In dit schema wordt ook de ruimtelijke bescherming benadrukt voor de gebieden om de EHS, maar dan voor onbepaalde duur. In het SGR1 staat hierover het volgende: Het rijksbeleid staat geen ingrepen en ontwikkeling toe in en in de onmiddellijke nabijheid van de kerngebieden als deze de wezenlijke kenmerken of waarden van het kerngebied aantasten. Alleen bij zwaarwegend maatschappelijk belang kan hiervan afgeweken worden. (SGR1 p. 98; geldt ook voor natuurontwikkelingsgebieden.) Bovendien is in het SGR1 aangegeven dat het beleid streeft naar voldoende bufferzone om de netto EHS vanwege mogelijke schadelijke hydrologische en atmosferische invloeden van buitenaf (zoals verdroging en vermesting). Het beleid is gericht op het, door samenhangende structurele maatregelen in de rand van de ecologische hoofdstructuur en indien noodzakelijk daarbuiten (buffergebieden), creëren van zodanige duurzame condities dat de gewenste natuurwaarden in de ecologische hoofdstructuur kunnen worden gerealiseerd dan wel duurzaam in stand gehouden kunnen worden. (SGR1, p. 31, 32) Dit betekent dus dat binnen de bruto EHS een tijdelijke planologische reservering gold zolang de ruimtelijke optimalisatie en grondverwerving voor natuur gaande was. Deze planologische reservering gold echter ook voor de lange duur als tenminste wezenlijke waarden aangetast zouden worden. Bovendien gold nog een milieubufferzonering langs de EHS. Het beleid is gericht op het, door samenhangende structurele maatregelen in de rand van de waarden aangetast zouden worden. Bovendien gold nog een milieubufferzonering langs de EHS. 68