Bijdrageregeling overstromingschade 1995 LNV 3 maart 1995/Nr. J.953013 De Minister van Landbouw, Besluit: Artikel 1 In deze regeling wordt verstaan onder: a. minister: Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij; b. taxatieformulier: het formulier vastgestelde overstromingschade land- en tuinbouw waarvan het model als bijlage 1 bij de regeling is gevoegd; c. landbouwbedrijf: een geheel of gedeelte van produktie-eenheden, bestaande uit een of meer gebouwen of gedeelten daarvan en daarbij horende cultuurgrond, uitsluitend of ondermeer dienende tot de uitoefening van de landbouw, waaronder niet het verrichten van loonwerk wordt begrepen; d. loonwerk: het op het bedrijf van derden verrichten van werkzaamheden, met gebruikmaking van niet aan die derden toebehorende land- en tuinbouwwerktuigen, -machines of andere hulpmiddelen, welke werkzaamheden betrekking hebben op de bewerking van grond, de verzorging van gewassen, de oogst van landbouwprodukten en de bewerking daarvan; e. schadegebied: schadegebied, zoals omschreven in bijlage 2; f. bijdrage: tegemoetkoming in de schade of vergoeding van evacuatiekosten; g. landbouw: akkerbouw, tuinbouw, veehouderij en de teelt van vis voor menselijke consumptie; h. landbouworganisaties: LTO-Nederland en het Landbouwschap; i. rechtspersoon: rechtspersoon, anders dan een publiekrechtelijke rechtspersoon; j. schadetermijn: de periode, gerekend vanaf 6 februari 1995, tot het moment waarop het bedrijf redelijkerwijs in staat moet worden geacht op zijn normale produktie te werken, rekening houdend met de geteelde gewassen of de gehouden diersoorten, doch maximaal een periode van 52 weken; k. teeltplanschade: het financieel verlies, geleden door een mindere opbrengst dan redelijkerwijs mocht worden verwacht gedurende de schadetermijn als gevolg van verlies of beschadiging van gewassen, waardoor een vermindering in kwantiteit of kwaliteit is ontstaan of als gevolg van het niet of niet tijdig kunnen uitvoeren van de voorgenomen teelt van gewassen; l. bedrijfsschade: het financieel verlies, geleden door een mindere opbrengst dan redelijkerwijs mocht worden verwacht gedurende de schadetermijn als gevolg van verlies of fysieke beschadiging van dieren, waardoor een vermindering in kwantiteit of kwaliteit is ontstaan of als gevolg van het niet of niet tijdig kunnen uitvoeren van de voorgenomen produktiecyclus. Artikel 2 De minister verstrekt op aanvraag een bijdrage, bestaande uit a. een tegemoetkoming in de op, gelegen in het schadegebied, opgetreden schade die is veroorzaakt door de hoge water-standen of overstromingen van de grote rivieren in januari en februari 1995 of de daarmee in verband staande evacuatie; b. een vergoeding van gemaakte redelijke kosten ter zake van evacuatie van, gelegen in het schadegebied. Artikel 3 1. De bijdrage wordt verleend aan: a. de natuurlijke of rechtspersoon die voor eigen rekening en risico een landbouwbedrijf uitoefent; b. de verpachter van een landbouwbedrijf; c. de beperkt zakelijk gerechtigde tot een landbouwbedrijf; naar gelang de schade als bedoeld in artikel 4, eerste lid, of de in artikel 4, vijfde lid, genoemde evacuatiekosten voor hun rekening en risico komen. 2. Geen tegemoetkoming wordt verleend indien de schade, berekend overeenkomstig artikel 4, minder dan f 2000,- bedraagt. Artikel 4 1. Als schade wordt uitsluitend in aanmerking genomen het schadebedrag met betrekking tot: a. op, gelegen in het schadegebied, opgetreden en in Nederland niet-verzekerbare directe schade aan de navolgende activa: - kassen en substraatmatten in kassen; - bedrijfsgebouwen; - erfverhardingen en toegangswegen; - grond, anders dan structuurschade; - CV-installaties; - machines en werkmateriaal; - inventaris, apparatuur en voorraden; - levende have; - gewassen in kassen en te velde. b. op, gelegen in het schadegebied, opgetreden en in Nederland niet-verzekerbare teeltplanschade met betrekking tot gewassen of bedrijfsschade met betrekking tot dieren; c. op, gelegen in het schadegebied, ter voorkoming van schade, als bedoeld in onderdelen a en b, tussen 1 januari en 8 februari 1995 aantoonbare redelijke bereddingskos-ten, voor zo ver verschuldigd aan derden; d. op, gelegen in het schadegebied, aantoonbare redelijke opruimingskosten, voor zo ver verschuldigd aan derden; het één en ander verminderd met de terzake door de aanvrager ontvangen of aan de aanvrager toegezegde verzekeringspenningen. Uit: Staatscourant 1995, nr. 45 / pag. 1
2. Als schade wordt in geen geval aangemerkt gederfde omzet of tijdens de periode van overstroming of evacuatie gederfde opbrengst. 3. Schade komt niet voor een tegemoetkoming in aanmerking voor zo ver deze had kunnen worden voorkomen of beperkt, indien de aanvrager de maatregelen had getroffen die in redelijkheid van hem konden worden gevraagd om schade te voorkomen dan wel te beperken. 4. Bij de bepaling van het schadebedrag als bedoeld in het eerste lid wordt uitgegaan van het bedrag zoals dat in opdracht van de landbouworganisaties is berekend door een schade-expert op basis van in bijlage 3 vastgelegde schadeberekeningsgrondslagen. Dit bedrag wordt vermeld op het taxatieformulier. 5. Als evacuatiekosten worden uitsluitend in aanmerking genomen aantoonbare redelijke kosten, voor zover verschuldigd en betaald aan derden, die zijn gemaakt in verband met - transport vanuit het schadegebied, - opslag dan wel huisvesting van levende have, of - het terugbrengen naar het landbouwbedrijf van tot het landbouwbedrijf behorende roerende zaken, met inbegrip van levende have, zover deze kosten zijn gemaakt tussen 15 januari en 1 maart 1995, in voorkomend geval verminderd met terzake door de aanvrager ontvangen of aan de aanvrager toegezegde verzekeringspenningen en door de aanvrager als gevolg van de evacuatie uitgespaarde kosten. Artikel 5 Het in artikel 3, tweede lid, en artikel 4, eerste lid, genoemde schadebedrag is exclusief de terzake verschuldigde omzetbelasting, tenzij aanvrager verklaart gebruik te maken van de landbouwregeling zoals bedoeld in artikel 27 van de Wet op de omzetbelasting 1968. Artikel 6 1. De tegemoetkoming, bedoeld in artikel 2, onder a, bedraagt 65% van de in aanmerking te nemen schade. 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid bedraagt de tegemoetkoming voor een landbouwbedrijf waarvoor op basis van de Bijdrageregeling een bijdrage is verstrekt of waarvoor op basis van Besluit noodkredieten een borgstelling is verleend, 90% van de in aanmerking te nemen schade. 3. De vergoeding, bedoeld in artikel 2, onder b, bedraagt 100% van de evacuatiekosten, tot een nader door de minister te bepalen maximum. Artikel 7 Het recht op de bijdrage ontstaat op het moment van goedkeuring van de aanvraag. Artikel 8 1. Aanvragen worden op een daartoe door de directeur van de Dienst Uitvoering Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij vastgesteld aanvraagformulier ingediend. 2. De regiomanager van de Dienst Uitvoering Regelingen te Roermond is belast met het uitreiken en in ontvangst nemen van de aanvraagformulieren. 3. Het aanvraagformulier wordt volledig en naar waarheid ingevuld, ondertekend, gedagtekend en van alle bijlagen voorzien. 4. Door het indienen van het aanvraagformulier verklaart aanvrager zich accoord met de daarin gestelde voorwaarden en verplichtingen. 5. Zodra de aanvraag is ontvangen zendt de minister aan de aanvrager een schriftelijke bevestiging van de aanvraag, waarin de datum van ontvangst wordt vermeld. Artikel 9 1. De aanvraag wordt voor 15 mei 1995 ingediend en bevat ten minste de volgende gegevens: a. de naam en het adres van de aanvrager; b. de statuten, indien de aanvraag wordt ingediend door een rechtspersoon; c. de verklaring van de aanvrager of en in hoeverre hij terzake van de schade of evacuatiekosten verzekeringspenningen heeft dan wel zal ontvangen; d. de machtiging van de aanvrager aan de minister tot het inwinnen van inlichtingen bij de landbouworganisaties omtrent de taxatie van de schade. 2. Bij de aanvraag worden, naar gelang de inhoud van de aanvraag, de volgende stukken gevoegd: a. een door de aanvrager en de schade-expert voor accoord ondertekend taxatieformulier; b. afschriften van fiscaal erkende nota s en betalingsbewijzen ter zake van evacuatiekosten. 3. De aanvrager is voorts verplicht alle bescheiden en informatie te verstrekken die voor de behandeling van en de beslissing op de aanvraag noodzakelijk worden geacht. 4. Indien voor de in het eerste lid genoemde datum een aanvraag is ingediend, kan ter zake van schade aan bedrijfsgebouwen, kassen, fruitbomen, aan boomkwekerijgewassen, aan meerjarige groentegewassen of aan fokzeugen, waarvan de omvang niet voor deze datum is vast te stellen, voor 1 november 1995 een aanvullend taxatieformulier overeenkomstig een nog nader door de minister vast te stellen model, voor accoord ondertekend door de aanvrager en de schade-expert, worden ingediend. Artikel 10 Een beschikking op de aanvraag, inhoudende een toekenning van een bijdrage, bevat de vermelding van: a. de omvang van de schade als bedoeld in artikel 4, eerste lid; b. het bedrag van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 2, onderdeel a; c. het bedrag van de vergoeding, bedoeld in artikel 2, onderdeel b. Artikel 11 1. Het recht op de bijdrage vervalt indien blijkt dat de aanvrager onvolledige of onjuiste gegevens heeft verstrekt. 2. In het in het eerste lid genoemde geval wordt de bijdrage op eerste verzoek daartoe terugbetaald, vermeerderd met de wettelijke rente zoals deze geldt op de laatste Uit: Staatscourant 1995, nr. 45 / pag. 2
dag van de maand waarin de betaling van de bijdrage heeft plaatsgevonden, vanaf het moment van terugvordering tot aan het moment van algehele voldoening. Artikel 12 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde in deze regeling zijn de bij besluit van de minister aangewezen ambtenaren en andere personen belast. 2. Van een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant. Artikel 13 1. De toezichthouders als bedoeld in artikel 12 zijn bevoegd: a. elke plaats te betreden met uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijs nodig is; b. inlichtingen te verlangen, voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijs nodig is; c. inzage te verlangen van zakelijke gegevens en bescheiden voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijs nodig is; d. van de gegevens en bescheiden kopieën te maken; e. de gegevens en bescheiden voor het maken van kopieën voor korte tijd mee te nemen tegen een door hen af te geven schriftelijk bewijs, indien zulks niet ter plaatse kan geschieden. 2. Een ieder is verplicht de toezichthouders alle medewerking te verlenen die deze redelijkerwijs kunnnen verlangen ter uitoefening van hun bevoegdheden. Artikel 14 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. 2. Zij wordt aangehaald als: Bijdrageregeling overstromingschade 1995. Deze regeling zal met de toelichting en de bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst. s-gravenhage, 3 maart 1995. De Minister van Landbouw, J.J. van Aartsen. Toelichting De uitzonderlijke hoge waterstanden in de grote rivieren in januari en februari hebben grote schade berokkend op, onder meer, agrarische bedrijven. Schade is niet alleen geleden doordat bedrijven onder water zijn gelopen door overstroming of doorbraak van dijken of door kwelwater achter de dijken, maar ook doordat grote delen van Nederland zijn geëvacueerd. Het betreft schade waarvoor bedrijven in hun normale risico-afweging geen voorzieningen plegen te treffen. Teneinde de betrokken agrarische bedrijven tegemoet te komen, heeft de regering besloten een schadevergoedingsregeling in het leven te roepen, met inbegrip van een vergoeding voor evacuatiekosten. Daarnaast kunnen agrarische bedrijven, die in acute liquiditeitsproblemen zijn gekomen ten gevolge van de watersnood, sedert 6 februari 1995 een beroep doen op een noodfaciliteit van het Borgstellingsfonds voor de Landbouw. Het fonds staat garant voor leningen die strekken tot financiering van de voor hervatting van de bedrijfsvoering hoogst noodzakelijke investeringen, indien de betrokken ondernemer geen lening op gebruikelijke voorwaarden kan verkrijgen. De onderhavige regeling voorziet in een bijdrage die kan worden onderscheiden in een tweetal componenten: - een tegemoetkoming voor op geleden schade; - een vergoeding van evacuatiekosten. De bijdrage wordt verstrekt aan natuurlijke of rechtspersonen die voor eigen rekening en risico een landbouwbedrijf uitoefenen, verpachters van een landbouwbedrijf of beperkt zakelijk gerechtigden tot een landbouwbedrijf. Loonwerkbedrijven komen niet voor een bijdrage op grond van deze regeling in aanmerking; dit betekent voor bedrijven die zowel landbouw- als loonwerkactiviteiten verrichten dat de schade aan het loonwerkgedeelte niet voor een bijdrage in aanmerking komt. Loonwerkbedrijven vallen onder de werkingssfeer van de Subsidieregeling waterschade 1995 van de Minister van Economische Zaken. Het landbouwbedrijf dient te zijn gelegen in het schadegebied zoals omschreven in bijlage 2. De schade waarvoor een bijdrage wordt verleend dient door een deskundige te zijn getaxeerd. Uitgegaan wordt van de in opdracht van de betrokken landbouworganisaties verrichte taxaties. Een model van het taxatieformulier is als bijlage 1 bijgevoegd. In artikel 4, eerste lid, zijn de voor tegemoetkoming in aanmerking te nemen schadeposten vastgelegd. Deze vallen onder te verdelen in een viertal categorieën: 1. Directe schade aan activa, zoals kassen (teelttunnels daaronder begrepen), grond (exclusief structuurschade), gebouwen, machines en voorraden, levende have en gewassen. 2. Teeltplanschade en bedrijfsschade. In tegenstelling tot hetgeen in andere sectoren het geval is, is in de land- en tuinbouw sprake van natuurlijke groeiprocessen. Ten gevolge van de waters-nood is het produktieproces onomkeerbaar verstoord of zelfs afgebroken, zonder dat daarop later nog kan worden ingelopen. Met name in de plantaardige sector is het nauwelijks mogelijk verloren gegane gewassen te vervangen door gewassen in hetzelfde produktiestadium. De financiële gevolgen van de verstoring van het produktieproces in de land- en tuinbouw, waarvan de na-ijleffecten veel groter zijn dan in andere sectoren, worden gewoonlijk aangeduid met de termen teeltplanschade (gewassen) en bedrijfsschade (dieren). Ook deze schadeposten komen in aanmerking voor vergoeding. 3. Kosten, welke zijn gemaakt ter voorkoming of beperking van schade, als bedoeld onder 1 en 2, de zogenoemde bereddingskosten. Deze kosten komen slechts in aanmerking voor een tegemoetkoming, voor zover zij verschuldigd zijn aan derden en (door middel van facturen en Uit: Staatscourant 1995, nr. 45 / pag. 3
betaalbewijzen) aantoonbaar zijn gemaakt. Bij de tegemoetkoming van bereddingskosten heeft de minister een matigings-bevoegdheid: blijkens het woord redelijke worden kosten, die de gangbare terzake te maken kosten te boven gaan, niet in aanmerking genomen. 4. Ook opruimingskosten komen voor tegemoetkoming in aanmerking; hierbij gelden de zelfde randvoorwaarden als bij bereddingskosten. Vergoed worden slechts aan derden verschuldigde en aantoonbaar gemaakte kosten, waarbij (in vergelijking met gangbare tarieven/prijzen) onredelijk hoge claims door de minister kunnen worden gematigd. Bij de vaststelling van de geleden schade blijft gederfde omzet buiten beschouwing. De hierboven onder 3 en 4 genoemde schadeposten worden vergoed aan de hand van bewijsstukken ter zake van de gemaakte kosten; voor de activaen teeltplanschade is in bijlage 3 weergegeven op basis van welke schadeberekeningsgrondslagen de vaststelling van de omvang van de schade door de taxateurs dient te geschieden. De tegemoetkoming in de schade bedraagt 65% van de in het algemeen in Nederland niet-verzekerbare schade als bedoeld in artikel 4. Voor bedrijven, waarvoor ingevolge de Bijdrageregeling een bijdrage is verstrekt, of waarvoor het Borgstellingsfonds voor de Landbouw ingevolge het Besluit noodkredieten borgstelling heeft verleend, geldt een percentage van 90%. Indien het totaal van de schade, hierboven genoemd onder 1 tot en met 4, minder dan f 2000,- bedraagt wordt geen bijdrage verleend. Eventueel terzake ontvangen of toegezegde verzekeringspenningen dienen op het schadebedrag in mindering te worden gebracht; deze bepaling ziet op de situatie waarin de schade in het buitenland wel verzekerbaar en verzekerd is. Bij de bepaling van het schadebedrag dienen tenslotte ook buiten beschouwing te worden gelaten al die schadeposten, die door de aanvrager in redelijkheid hadden kunnen worden voorkomen of beperkt. Of sprake is van dergelijke vermijdbare schade zal in de eerste plaats dienen te worden beoordeeld door de taxateur. Aan de hand van het taxatieformulier en -rapport kan evenwel ook de minister nog besluiten om bepaalde schadeposten bij de berekening van het schadebedrag buiten beschouwing te laten. Voor gemaakte evacuatiekosten zal een volledige vergoeding worden verstrekt; over een eventuele maximum-vergoeding dient nog nadere besluitvorming plaats te vinden. Onder evacuatiekosten zijn te verstaan alle kosten die zijn gemaakt in verband met de evacuatie en revacuatie van levende have en goederen, opslag van goederen buiten het schadegebied en huisvesting van dieren. Uiteraard dient het te gaan om extra gemaakte kosten, die niet zouden zijn gemaakt als het bedrijf niet zou zijn ontruimd. Eventueel uitgespaarde kosten en ontvangen of toegezegde verzekeringspenningen worden in mindering gebracht. Ook voor evacuatiekosten geldt, dat zij slechts worden vergoed, voor zo ver kan worden aangetoond dat zij daadwerkelijk zijn gemaakt en aan derden zijn verschuldigd en betaald. Net zoals bij bereddings- en opruimingskosten worden posten die gelet op de gangbare prijzen of tarieven voor de betrokken activiteiten excessief hoog zijn, door de minister gematigd. Aanvragen kunnen tot 15 mei 1995 worden ingediend bij de regiomanager van de Dienst Uitvoering Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij te Roermond. Bij hem kunnen ook de aanvraagformulieren worden verkregen. Bij het aanvraagformulier dient het bij de landbouworganisaties te verkrijgen taxatieformulier te worden bijgevoegd. Om reden van efficiëncy zullen alle aanvragen door de regiomanager te Roermond worden behandeld. De onderhavige regeling is, gelet op het bepaalde in artikel 92, tweede lid, van het EG-verdrag, verenigbaar met de gemeenschappelijke markt en is derhalve niet onderworpen aan voorafgaande toestemming van de Europese Commissie. De regeling zal uiteraard wel aan de Commissie moeten worden toegezonden. De Minister van Landbouw, J.J. van Aartsen. Bijlage 2 Schadegebied Gelderland Ammerzoden Angerlo Arnhem Bemmel Beuningen Brakel Brummen Buren Culemborg Dodewaard Doesburg Druten Duiven Echteld Elst Epe Geldermalsen Gendt Gorssel Hattem Hedel Heerde Heerewaarden Heteren Heumen Huissen Kerkwijk Kesteren Lienden Lingewaal Maasdriel Maurik Millingen aan de Rijn Neerijnen Nijmegen Renkum Rheden Rijnwaarden Rossum Steenderen Tiel Ubbergen Valburg Voorst Wageningen Warnsveld West Maas en Waal Uit: Staatscourant 1995, nr. 45 / pag. 4
Westervoort Wijchen Zaltbommel Zutphen Limburg Arcen en Velden Beesel Belfeld Bergen Born Broekhuizen Echt Eijsden Gennep Grubbenvorst Haelen Heel Horst Kessel Maasbracht Maasbree Maastricht Meerlo-Wanssum Meerssen Mook en Middelaar Roermond Roggel en Neer Stein Susteren Swalmen Tegelen Thorn Venlo Overijssel Dalfsen Diepenveen Deventer Gramsbergen Hardenberg Kampen Olst Ommen Wijhe IJsselmuiden Zwolle Utrecht Amerongen Houten Lopik Nieuwegein Rhenen IJsselstein Wijk bij Duurstede Hardinxveld-Giessendam Leerdam Liesveld Nieuw-Lekkerland Papendrecht Sliedrecht Vianen Zederik Noord-Brabant Aalburg Asten Beek en Donk Berkel Enschot Boxmeer Boxtel Cuijk Den Dungen Dussen Eersel Eindhoven Esch Grave Haaren Helvoirt s-hertogenbosch Heusden Liempde Lith Nuenen, Gerwen en Nederwetten Oisterwijk Oosterhout Oss Ravenstein Reusel Riethoven Schijndel Sint-Anthonis Sint-Michielsgestel Sint-Oedenrode Someren Son en Breugel Tilburg Valkenswaard Veghel Veldhoven Vierlingsbeek Vught Waalre Werkendam Westerhoven Woudrichem Zuid-Holland Alblasserdam Bergambacht Dordrecht Giessenlanden Gorinchem Graafstroom Uit: Staatscourant 1995, nr. 45 / pag. 5