Plan van aanpak Een parallelle aanpak voor statushouders in Harderwijk Oktober 2016
Aanleiding De toestroom van asielzoekers is van alle tijden. In de jaren 90 kwamen er net als nu ook substantiële aantallen asielzoekers naar Nederland, vooral uit Joegoslavië en Afghanistan. De aantallen schommelden meestal rond de 40.000 verzoeken per jaar. Daarna was er een periode van relatieve rust, maar sinds 2014 is het aantal asielverzoeken flink gestegen. In 2015 waren er ruim 43.000 asielverzoeken, een verdubbeling van het aantal in 2014 1. Het betreft hier merendeel mensen uit Syrië en Eritrea. Tot nu toe lijkt het aantal asielverzoeken in het eerste half jaar van 2016 af te nemen ten opzichte van dezelfde periode in 2015. Daarnaast is er ook een toename van het aantal Albanezen dat een asielverzoek in dient en een (kleine) afname van mensen uit Syrië. Veel van de vluchtelingen uit Syrië en Eritrea die een asielverzoek indienen komen in aanmerking voor een status op basis van de a-grond 2, waardoor een groot deel zich zal vestigen in Nederland. Tijdens de aanvraagprocedure in een AZC wordt dan een status verkregen. Deze zogenoemde statushouders worden op dat moment de verantwoordelijkheid van de gemeente waar zij aan worden toegewezen door het COA. Vanuit het COA krijgt de gemeente halfjaarlijks een taakstelling huisvesting statushouders. Deze taakstelling is voor de gemeente Harderwijk ten opzichte van een aantal jaar geleden ruim verdubbeld 3. Duidelijk is dat door de hoge instroom van asielverzoeken en hiermee het groot aantal mensen dat een status verkrijgt er een grote druk ontstaat op de gemeente voor wat betreft huisvesting. Daarnaast is de gemeente, naast primair de statushouder zelf, verantwoordelijk voor de integratie en participatie. Het behouden van maatschappelijk draagvlak is hierbij een belangrijk aandachtspunt. Dit plan van aanpak stelt zich ten doel om de processen rondom een statushouder inzichtelijk te maken en binnen bestaande (algemene) visie en beleidskaders noodzakelijke verbindingen te leggen en te monitoren. Met als uiteindelijke doelstelling om een succesvolle integratie van de individuele statushouder te bevorderen. De minister van SZW heeft eind november 2015 een brief naar de Tweede Kamer gestuurd, waarin voorstellen worden gedaan die moeten bijdragen aan een snelle integratie en actieve participatie van statushouders. Daarnaast heeft de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in december 2015 een policy brief uitgebracht genaamd Geen tijd verliezen: van opvang naar integratie van asielmigranten. Vanuit deze documenten komen onderstaande onderwerpen nadrukkelijk naar voren: 1. Huisvesting (als essentieel element voor een spoedige integratie); 2. Integratie én participatie 1 Bron: CBS https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2016/04/in-2015-twee-keer-zo-veel-asielzoekers-en-nareizigersals-in-2014 2 Voor de a-grond komen mensen in aanmerkingen die een gegronde vrees hebben voor vervolging wegens ras, godsdienst, nationaliteit het behoren tot een bepaalde sociale groep (of seksuele geaardheid) of politieke overtuiging. Ook wel verdragsvluchtelingen genoemd. 3 De taakstelling voor geheel 2016 is 116
Naast deze inhoudelijke documenten heeft de VNG namens de gemeenten eind 2015 een akkoord gesloten met het Rijk: het Bestuursakkoord Verhoogde Asielinstroom. Hier zijn afspraken gemaakt op de terreinen opvang, huisvesting, participatie en maatschappelijke begeleiding. Dit akkoord is op verschillende terreinen nog nader uitgewerkt in het Uitwerkingsakkoord Verhoogde Asielinstroom (april 2016). De gemeente Harderwijk onderschrijft de visie van de WRR waarin er een centrale (regie)rol is weggelegd voor de gemeente en heeft op basis hiervan, binnen bestaande beleidskaders, onderstaande eigen visie geformuleerd: Visie De gemeente voert een integrale aanpak uit op het gebied van huisvesting en integratie voor statushouders met als doel de statushouder zo snel mogelijk zo goed mogelijk te laten participeren in de Nederlandse samenleving. Aspecten die hierin slim en efficiënt geregeld zijn, zijn de overgang van AZC naar gemeente, de parallelle aanpak van het leren van de taal en integratie, het stimuleren van de eigen verantwoordelijkheid en de samenwerking met regiogemeenten en andere relevante partijen, zoals Vluchtelingenwerk en welzijnsorganisaties. 1. Huisvesting Door de hoge asielinstroom is er sprake van grote druk op de huisvesting van statushouders. Dit stelt ons voor een steeds grotere uitdaging, waarbij het veel moeite kost om op tijd passende woonruimte beschikbaar te krijgen. Zoals ook door de WRR wordt benadrukt, is een snelle doorstroom van statushouders uit AZC s naar woningen van groot belang om een succesvolle integratie te bespoedigen. Op die manier kunnen statushouders zo snel mogelijk actief deelnemen aan de Nederlandse samenleving en kan het COA zich richten op haar kerntaak: de opvang van asielzoekers. De meeste statushouders worden via de reguliere woningmarkt (woningcorporaties) gehuisvest. De mogelijkheden daartoe worden in Harderwijk steeds beperkter, er is sprake van een gespannen woningmarkt. Hierbij moet vermeld worden dat Harderwijk de afgelopen jaren heeft kunnen voldoen aan de opgelegde taakstelling. Huisvesting van statushouders mag daarnaast niet leiden tot verdringing van de reguliere woningzoekenden in de sociale huursector in Harderwijk. Eveneens is er een tekort aan geschikte woningen voor met name alleenstaanden. De huisvestingsproblematiek speelt dan ook breed binnen het sociaal domein (o.a. maatschappelijke zorg / kwetsbare doelgroepen). Huisvesting is van cruciaal belang om statushouders en andere kwetsbare doelgroepen mee te kunnen laten doen in de Harderwijkse samenleving. Het blijft dan ook een uitdaging om samen met woningcorporaties, en waar nodig andere vastgoedpartners, (gestructureerd) te zoeken naar een goede balans. Op dit moment zijn er vanuit het beleidsveld Maatschappelijke Zorg initiatieven om de huisvestingsmogelijkheden voor met name alleenstaanden te verbreden. Ook statushouders zijn een doelgroep die hierbij nadrukkelijk in beeld is. Waar mogelijk worden verbindingen tot stand gebracht. Duidelijk is dat de gemeente hier naast een wettelijke verantwoordelijkheid een regierol heeft. Voorgesteld wordt om onderzoek te doen naar de noodzaak om een gemeentelijk huisvestingsplan
vergunninghouders en kwetsbare doelgroepen op te stellen 4. Waar mogelijk trekken we hier in EHZ verband en/of regionaal op. Samenwerking van onderop is het uitgangspunt. Hier moet nadrukkelijk aandacht zijn voor monitoring en output van interventies. 2. Uitgangspunten huisvesting - Er is een goede verstandhouding met de woningcorporaties: gemeenten hebben de wettelijke taak om te huisvesten, maar de woningcorporaties hebben dit als kerntaak. Op basis van de Woningwet worden gemeenten geacht prestatieafspraken te maken met woningcorporaties. De verhoogde taakstelling geeft aanleiding om opnieuw met elkaar afspraken te maken. Hierbij kunnen ook andere (particuliere) verhuurders / vastgoedeigenaren worden betrokken. - Versterk initiatieven vanuit de woningcorporaties: de verhoogde taakstelling vraagt meer en meer om creatieve oplossingen. Sluit daarom aan bij initiatieven van de woningcorporaties (bijv. kamerbewoning). - Benutten van stimuleringsregelingen: in het Bestuursakkoord Verhoogde Asielinstroom wordt de subsidieregeling huisvesting vergunninghouders en het Gemeentelijk Versnellingsarrangement (GVA) als mogelijkheden benoemd. - Strategieën voor huisvesting: de ondersteuning van het platform Opnieuw Thuis en het Ondersteuningsteam Asielzoekers en Vergunninghouders (OTAV) benutten. - Differentiatie in woonwijken en buurten: zorg er, waar mogelijk, voor dat de wijk/buurt een afspiegeling is van de samenleving. - Benut voorzieningen die er zijn: alleenstaande jongeren met een rugzakje kunnen bijv. wonen in één van de huizen van Kansrijk Wonen. - Sluit aan bij initiatieven op andere beleidsterreinen 3. Integratie én participatie De gemeente heeft naast primair de statushouder zelf, een centrale rol bij de integratie en participatie van de statushouders. Van alle inwoners van Nederland wordt verwacht dat zij meedoen aan de Nederlandse maatschappij. Hoe eerder statushouders de taal spreken, werken en/of leren, hoe meer zij mee kunnen doen met onze samenleving. In de policy brief 'Geen tijd verliezen: van opvang naar integratie van asielmigranten' van de Wetenschappelijke Raad van het Regeringsbeleid (WRR), het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) in samenwerking met Regioplan wordt een aantal zinvolle conclusies en aanbevelingen gedaan om dit proces te bespoedigen. De kernboodschap is met name om als gemeente de regierol op te pakken en gelijktijdig op meerdere terreinen actief te zijn. Dit bespaart kostbare tijd en versterkt de (lange termijn) positie van de statushouder op de arbeidsmarkt. Uit het verleden blijkt dat het grootste gedeelte van de statushouders in Nederland blijft en in veel gevallen moeizaam deelneemt aan het arbeidsproces. 4 De WRR adviseert gemeenten om een visie op huisvesting op te stellen, met ondersteuning door het Ondersteuningsteam Asielzoekers en Vergunninghouders (OTAV).
Inburgering Statushouders moeten aan regels voldoen om in Nederland te kunnen wonen en werken. Het verplichte inburgeringstraject is hier een essentieel onderdeel van 5. Doel van het inburgeringstraject is dat zij de Nederlandse taal leren spreken/begrijpen en de Nederlandse samenleving leren kennen. Dit traject wordt afgesloten met een inburgeringsexamen of een staatsexamen Nederlands. In het verleden viel de inburgering onder verantwoordelijkheid van de gemeente. Vanaf 1-1-2013 is de inburgeraar zelf verantwoordelijk voor zijn of haar inburgeringstraject. De inburgeraar kan een lening bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) aanvragen en koopt zelf het inburgeringstraject in bij een gecertificeerde aanbieder. Dit betekent dat gemeenten de formele regierol op dit onderwerp niet meer hebben en er hiermee ook minder zicht is op de voortgang van de inburgering van de individuele statushouder. Maatschappelijke begeleiding en de Participatieverklaring Naast de verplichte inburgering krijgt elke gemeente via het COA financiële middelen om maatschappelijke begeleiding te bieden aan de statushouder. In de gemeente Harderwijk krijgt elke statushouder 8 maanden maatschappelijke begeleiding via Stichting Vluchtelingenwerk. Een vrijwilliger coacht de statushouder bij de vestiging en zelfredzaamheid in deze eerste periode. Bij ongeveer 20% is er de noodzaak om de maatschappelijke begeleiding langer voort te zetten. Naast de maatschappelijke begeleiding is er in het Bestuursakkoord Verhoogde Asielinstroom van eind 2015 ook afgesproken dat de Participatieverklaring landelijk ingevoerd gaat worden voor alle inburgeringsplichtige nieuwkomers. Doelstelling is om vroegtijdig het belang van integratie in de Nederlandse samenleving aan te geven. Begrippen als vrijheid, gelijkwaardigheid en solidariteit staan hier centraal. Door ondertekening van de Participatieverklaring toont de nieuwkomer zijn/haar betrokkenheid bij onze samenleving. Aan de Participatieverklaring én maatschappelijke begeleiding zijn door het Rijk en VNG nadere ambities en condities verbonden. De maatschappelijke begeleiding moet in elk geval de volgende elementen bevatten: 1. Ondersteuning en praktische hulp; 2. Hulp bij start inburgering; 3. Het stimuleren van de participatie en integratie; 4. Het participatieverklaringstraject moet worden uitgevoerd. Met de invoering van de Participatieverklaring worden ook (structureel) de middelen verhoogd voor de uitvoering van de maatschappelijke begeleiding. Om in aanmerking te komen voor de middelen moet er voor 1-9-2016 een plan van aanpak zijn ingediend bij het COA. Het plan van aanpak richt zich op een doorlopende lijn van participatie. Door ook Stichting Vluchtelingenwerk nadrukkelijk te betrekken bij de eerste fase haakt de stap vestiging in op het participatieverklaringstraject. Doel is om de statushouder zo snel mogelijk richting opleiding en/of (vrijwilligers)werk te begeleiden en volwaardig mee te kunnen doen in de Harderwijkse samenleving. Het plan van aanpak, geschreven door de Sociale Dienst Veluwerand, is bijgevoegd als bijlage. Informatie & Advies en gezinsherenigingsprocedures Naast maatschappelijke begeleiding kunnen statushouders ook ondersteuning krijgen bij informatie, (juridisch) advies en begeleiding bij gezinsherenigingsprocedures. De gemeente Harderwijk subsidieert, net als vele andere gemeenten, Stichting Vluchtelingenwerk voor de uitvoering van deze 5 Alleen statushouders die van buiten de EU komen moeten verplicht inburgeren
taken. Het informatie & adviespunt van Vluchtelingenwerk is een belangrijke signaleringsplek van mogelijke problemen, maar ook kansen rondom de integratie. Participatie door de Sociale Dienst Veluwerand Een groot deel van de taken rondom de statushouder zijn gedelegeerd aan de Sociale Dienst Veluwerand. Zij zijn uitvoeringsregisseur op de gebieden inkomen, bijzondere bijstand én participatie. Daarnaast voeren zij ook de koppeling van statushouders aan de beschikbare huizen uit, onderhouden zij (naast de gemeente) contacten met de woningcorporaties en tot slot onderhouden zij contacten met het COA over de maatschappelijke begeleiding. De Sociale Dienst Veluwerand voert geen apart beleid voor statushouders. Zij worden via de reguliere kanalen begeleid richting opleiding en/of vrijwilligerswerk. De ervaring leert wel dat een substantiële groep statushouders er in eerste instantie niet in slaagt om aan het werk te komen. De afstand tot de Nederlandse arbeidsmarkt lijkt te groot. Dit wordt met name veroorzaakt door onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal. Doordat statushouders veelal eerst inburgeren is er sprake van stapeling van activiteiten, waardoor er kostbare tijd verloren gaat in de begeleiding richting participatie. Een parallele aanpak is dan ook noodzakelijk! 4. Uitgangspunten integratie én participatie - De Wmo nota Samen voor elkaar en de notitie Niemand op de reservebank zijn leidend bij de ontwikkeling van activiteiten / initiatieven in het kader van integratie en participatie. - Participatieverklaring als middel voor commitment en wederkerigheid én gericht op de lokale Harderwijkse situatie; - Inburgering als onderdeel van de parallelle aanpak rondom participatie en integratie; - Koppeling van onderwijs en (lokale / regionale) arbeidsmarkt (Noord-Veluwse Werkkamer); - Optimaliseer (interne) processen; - Bundel kennis en ervaring van ketenpartners om een doorlopende lijn te creëren i.p.v. een plan van aanpak ; - Benutten van de landelijke teams OndersteuningsTeam Asielzoekers en Vergunninghouders (OTAV) en de Taskforce Werk en Integratie Vluchtelingen; - Sport en cultuur zijn van essentieel belang bij integratie én participatie; - Stimuleer initiatieven vanuit de leefomgeving en/of het maatschappelijk middenveld (bijv. Platform Welkom Vluchtelingen Harderwijk); 5. Een parallelle aanpak: iedereen doet mee! Door activiteiten niet te stapelen, maar tegelijkertijd te laten plaatsvinden wordt de kans op succesvol integreren vergroot. In deze notitie is een globaal beeld geschetst. In bijgevoegd plan: Geen tijd verliezen: van opvang naar integratie en asielmigranten, Een lokale vertaling worden de conclusies en aanbevelingen van de WRR nader uitgewerkt en vertaald naar de Harderwijkse situatie. Dit levert een inzicht op in de kansen en knelpunten op de gebieden huisvesting én integratie/participatie. Het document dient als basis voor de uitwerking en monitoring van de inzet rondom de parallelle aanpak voor statushouders.