Geacht college, De besturen van gemeenten, Interne postcode 637 van provincies en van gemeentelijke samenwerkingsverbanden



Vergelijkbare documenten
Urgente sanering LPGtankstations

Sanering LPG-tankstations

BUREAUSTUDIE EXTERNE VEILIGHEID BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD

Veiligheidsrisico s tankstation met lpg. 1. Besluit externe veiligheid inrichtingen

Doel van dit schrijven is u nader te informeren over het op 22 juni jl. ondertekende convenant LPGautogas.

Externe Veiligheid BEVI / REVI / LPG

Gewijzigde afstanden LPG-autogastankstations (voor bestaande situaties)

2. Situering. Notitie : Externe veiligheid Van der Valk Hotel Vianen (overflow-parkeerterrein) Berg en Terblijt, 14 november 2016

zaaknummer /1 datum van uitspraak woensdag 13 februari 2008 Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding

1 Locatiebeleid voor benzinestations

Advies externe veiligheid

Besluit van. Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I. Het Registratiebesluit externe veiligheid wordt als volgt gewijzigd:

Externe veiligheidstoets LPG-tankstation Obers Gemert B.V. Boekelseweg 3, Gemert-Bakel

Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor. DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam

Bestemmingsplan Kern Roosteren. Teksten t.b.v. verantwoording groepsrisico

Essentie uitspraak: Zie omtrent dit besluit ook: Casus: Noot van de commissie:

Dorpsweg 24 e.o. Zijderveld EXTERNE VEILIGHEID Van den Heuvel ontwikkeling & beheer BV definitief

LPG-tankstation Gildetrom 2 Veenendaal

Gelet op de artikelen 4, vijfde lid, 5, derde lid, en 18, tweede lid, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Overschrijdingen grenswaarden geluid Schiphol Gebruiksjaar 2007

Het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen

t^fövineiaal Bestuur van Zuid-HoHand -9 FEB Aan de provincies en gemeenten Datum 4 februari 2009 Betreft Schadevergoedingen Bevi

Nazorg Bevi-sanering Industrie 2014

Regeling formulieren verpakkingen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

circulaire tzl FEB Gemeente Ii aan e mmcm let Colleges van B&W Colleges van Gedeputeerde Staten

Quickscan externe veiligheid bestemmingsplan IJsselzone (Loswal) te Wijhe

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID BOSSCHEBAAN 37 TE HEESCH GEMEENTE BERNHEZE

GR-tabel voor LPG-tankstations die voldoen aan het LPG-convenant

Ontwerp-besluit vaststelling milieukwaliteitseisen voor externe veiligheid van inrichtingen

Advies omgevingsveiligheid over gebruik van Ruimte-voor-Ruimte kavels

Essentie uitspraak: Casus: Noot

** [ /1/M1.], [10 november 2010]: [afstandseis tussen een lpg tankstation en een scholengemeenschap ], [Harlingen]

Planlocatie Nuland Oost te Nuland

Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Toelichting. I. Algemeen. 1. Inleiding

Informatieblad Implementatie Convenant LPG-autogas 2005 : veel gestelde vragen en antwoorden

Informatieblad Implementatie Convenant LPG-autogas 2005 : veel gestelde vragen en antwoorden

Bestemmingsplan Woningbouw Hoeksekade Noord, deellocatie A te Bergschenhoek

Besluit van. tot intrekking Asbestbesluit milieubeheer

Plan: Hoogstraat Eersel

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

ZOMERDIJK ZWARTSLUIS EXTERNE VEILIGHEID

LPG groepsrisico berekeningsmodule. Disclaimer. Project: Bestemmingsplan Gebied Oudedijk, Odiliapeel

Onderzoek externe veiligheid. DOEK Ommen. Gemeente Ommen. Datum: 18 augustus 2009 Projectnummer: 90378

1 Artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Groepsrisico LPG-tankstation Roermondsweg 112, Weert

Besluit van Provinciale Staten

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 11 november 2014

Essentie uitspraak: Uit deze uitspraak blijkt dat bij een saneringssituatie met een lpg tankstation het vigerende bestemmingsplan leidend is.

Tranche 3: Inrichtingen met gevaarlijke stoffen in emballage in een opslag > 10 ton. Inrichtingen met vervoersgebonden activiteiten (stuwadoors).

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

B.R01. IJsselstein Clinckhoeff - onderzoek externe veiligheid Bunnik Projekten in IJsselstein. datum: 10 oktober 2013

Toets externe Veiligheid

Reactie Provincie Zuid-Holland: Het voorontwerpbestemmingsplan is op enkele punten niet conform provinciaal beleid:

Regeling externe veiligheid inrichtingen

Groepsrisico LPG-tankstation Venrayseweg Horst aan de Maas

Wijzigingsplan. Stedelijke bedrijventerreinen Vlissingen, 2 e planwijziging. President Rooseveltlaan 768 / 768a

Aan Burgemeester en Wethouders van de gemeente: Naam drijver van de inrichting Adres en telefoonnummer Postcode en plaats

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Notitie. Onderzoek externe veiligheid Lelystad bestemmingsplan Oostrandhout

LPG groepsrisico berekeningsmodule. Disclaimer. Project: LPG tankstation Schuurhuis

Rijnstraat 8 Postbus GX Den Haag Technische Universiteit Delft Interne postcode 645 (Rector Instituut Delft) Postbus 5

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Wijziging Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte en het Besluit beheer sociale-huursector

Sanering LPG tankstations. Eindsituatie externe veiligheid Datum 12 mei 2011 Status Definitief

Groepsrisico LPG-tankstation Venrayseweg Horst aan de Maas

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen

Externe Veiligheid: de Basis Beginselen. Ir. D.J. de Boer

CONCEPT. Besluit: 1 Stcrt. 2003, 249; gewijzigd bij ministeriële regeling van 27 januari 2005 (Stcrt. 25). 2 Stcrt. 2004, 126.

Voorbeeld EV-paragraaf in bestemmingsplan (gemeente Eindhoven)

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu, van nr. IenM/BSK-2012/ Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

BELEIDSVISIE EXTERNE VEILIGHEID

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Bedrijventerrein Buitenvaart II,

De Raad van State gehoord (advies van, nr. ); HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN:

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan De Geer. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen

Intern memo. Projectgroep bestemmingsplan Youri Egorovweg. Archief afdeling Ruimte en Wonen. Gert-Jan van de Bovenkamp


Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie

Beschikking Wet milieubeheer

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

gemeente Eindhoven Raadsbijlage Voorstel inzake eenmalige bijdrage aan particulieren in

Saneringsprogramma externe veiligheid inrichtingen. januari 2008 Provincie Zuid-Holland

BIJLAGE 1 Ligging plangebied

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

: Politiewet 1993, artikel 44; Besluit financiën regionale politiekorpsen Relatie met andere circulaires EA96/U331

Antwoordnota Voorontwerp-bestemmingsplan Business Park Friesland

Externe veiligheid gemeente Landgraaf. spoortraject Roermond- Herzogenrath

4.7 Externe veiligheid

DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Externe veiligheid. in bestemmingsplannen. Door: Hans Boerhof & André Gijsendorffer Hengelo,

Gelet op de artikelen 120, derde lid, en 121, van de Wet op het primair onderwijs;

Externe Veiligheid Anthony Fokker Business Park. Fokkerweg vervoer gevaarlijke stoffen

Financiële consequenties Naar wij verwachten zal uit de voorgestelde wijzigingen geen meer- of minderopbrengst voortvloeien.

Transcriptie:

Ministerie van VROM Directie Externe Veiligheid Rijnstraat 8 Postbus 30945 2500 GX Den Haag De besturen van gemeenten, Interne postcode 637 van provincies en van gemeentelijke samenwerkingsverbanden Robbert Plarina Telefoon 070-3394844 Fax 070-3391084 www.vrom.nl Toepassing van de circulaire schadevergoeding Wet milieubeheer in verband met sanering van LPG-tankstations Datum Kenmerk Bijlage(n) EV/2003.036534 Categorieen objecten Model schadevergoeding Geacht college, Doel van dit schrijven is u nader te informeren over de sanering van de LPG-tankstations. Dit in aansluiting op de brief van 18 april 2002 (EV2002.022608) van mijn ambtsvoorganger, waarin hij u heeft geadviseerd om, vooruitlopend op de inwerkingtreding van het Besluit kwaliteitseisen externe veiligheid inrichtingen milieubeheer, bij de verlening van milieuvergunningen voor LPG-tankstations en bij de vaststelling van besluiten in het kader van de ruimtelijke ordening nu reeds rekening te houden met de eisen uit dit besluit. Daarbij is aan u geadviseerd om voor LPG-tankstations, die voor urgente sanering in aanmerking komen, de procedure voor de intrekking van de milieuvergunning reeds in gang te zetten. Hiermee wordt gedoeld op een zodanige administratieve voorbereiding van de intrekkingsprocedure, dat u spoedig na de inwerkingtreding van het Besluit kwaliteitseisen externe veiligheid inrichtingen milieubeheer, daadwerkelijk tot intrekking van deze vergunning kunt overgaan. In de brief van 18 april 2002 is een circulaire aangekondigd waarin de criteria voor de sanering van LPGtankstations nader zijn uitgewerkt. Ook is door mijn ambtsvoorganger aangegeven dat er spelregels komen voor de toekenning door het bevoegd gezag van schadevergoeding in verband met de intrekking van de milieuvergunning. Met dit schrijven voldoe ik aan deze toezeggingen. Tot slot informeer ik u over de wijze waarop het Rijk zal deelnemen aan de saneringsoperatie van LPG-tankstations. 1. Inleiding In 1985 is een werkprogramma voor bestaande LPG-tankstations voor het wegverkeer opgesteld. Dit werkprogramma, dat destijds in overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de brancheorganisaties tot stand is gekomen, was gebaseerd op de Integrale Nota LPG die in 1984 door het Rijk is uitgebracht (Kamerstukken II 1983/84, 18233, nrs. 1-2). In het kader van dit werkprogramma is bij een groot aantal tankstations voorzieningen aangebracht volgens voorschriften die later zijn opgenomen in het Besluit LPG- tankstations (thans: Besluit LPG-tankstations milieubeheer). Onder andere is bij een aantal tankstations het opslagreservoir ingeterpt of ondergronds gebracht. Daarnaast is een aantal LPGtankstations indertijd geamoveerd door intrekking van de vergunning. In het Vierde Nationaal Milieubeleidsplan (NMP 4, Kamerstukken II 2000/01, 27801, nr.1) is een vernieuwing van het externe veiligheidsbeleid aangekondigd. Dit heeft onder meer geresulteerd in het bovengenoemde ontwerp-besluit kwaliteitseisen externe veiligheid inrichtingen (hierna te noemen:

ontwerp-besluit). Op 22 februari 2002 is dit ontwerp-besluit voorgepubliceerd in de Staatscourant. Naar verwachting zal het besluit in januari 2004 in werking treden. Het ontwerp-besluit is ook van toepassing op LPG-tankstations. Met name is het van belang voor die bestaande LPG-tankstations waarbij het door deze inrichtingen veroorzaakte plaatsgebonden risico voor fysiek aanwezige kwetsbare objecten hoger is dan 10-5 per jaar. Een overzichtslijst van deze objecten uit het ontwerp-besluit zoals die luidt na het verwerken van de inspraakreacties treft u in bijlage 1 aan. Binnen drie jaar na de inwerkingtreding van het besluit moeten de bestaande situaties, dat wil zeggen de fysiek aanwezige kwetsbare objecten in de nabijheid van het LPG-tankstation aan de grenswaarde van 10-5 voldoen (zg. urgente gevallen). Zo snel mogelijk, doch uiterlijk op 1 januari 2010, moeten volgens het ontwerpbesluit de risico s voor kwetsbare objecten, die veroorzaakt worden door op het tijdstip van inwerkingtreden van het ontwerpbesluit in werking zijnde LPG-tankstations teruggebracht zijn tot de grenswaarde voor nieuwe situaties (10-6 per jaar). De sanering van de urgente gevallen maakt onderdeel uit van een programmatische aanpak voor de sanering van LPG-tankstations, waarbij de overheden en het bedrijfsleven samenwerken. De sanering van de urgente gevallen beschouw ik als een eerste fase van het werkprogramma. In het kader van dit werkprogramma is in opdracht van mijn ministerie door KPMG en Op den Kamp Adviesgroep (OAG) een inventarisatie uitgevoerd van de kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten in de omgeving van alle LPGtankstations. Onder meer zijn de omgevingen in kaart gebracht bij die LPG-tankstations die eventueel voor de urgente sanering in aanmerking komen. De resultaten van dit onderzoek worden binnen twee maanden door mijn ministerie aan u bekend gemaakt. De verdere uitvoering (tweede fase) van het werkprogramma is afhankelijk van de uitkomst van een integrale ketenstudie naar het gebruik van LPG in ons land. Deze ketenstudie is april 2002 van start gegaan. In deze studie worden diverse oplossingsrichtingen voor veiligheidsknelpunten die verband houden met het gebruik van LPG in ogenschouw genomen, van technisch-organisatorische maatregelen tot structurele ingrepen in de LPG-keten. Eind 2003 verwacht ik de resultaten van deze studie bekend te maken. Hieronder wordt aangegeven welke criteria bij de sanering van deze urgente gevallen moeten worden gehanteerd. Tevens wordt ingegaan op de toepassing van de Circulaire schadevergoedingen in relatie tot het intrekken van de milieuvergunning van de LPG-tankstations. 2. Criteria voor sanering van urgente gevallen De toepassing van de hierboven aangegeven normstelling uit het ontwerp-besluit in concrete situaties zal er in een aantal urgente gevallen toe leiden dat de amovering van LPG-tankstations onvermijdelijk is. Het instrument voor de amovering is intrekking van de milieuvergunning voor het LPG-tankstation conform artikel 8.25, eerste lid, van de Wet milieubeheer (Wm). Bij de toepassing van dit instrument acht ik het van belang dat rekening wordt gehouden met het onderstaande. Door TNO (Rapport R 2001/435, september 2001) is in opdracht van VROM een onderzoek uitgevoerd naar de risico s rond LPG-tankstations en rond deze tankstations te hanteren minimum veiligheidsafstanden. Uit dit onderzoek is onder meer gebleken dat de huidige minimum afstand van 15 meter van kwetsbare objecten ten opzichte van het vulpunt van het ondergrondse reservoir niet voldoet aan de grenswaarde van 10-5 per jaar. Het TNO-onderzoek geeft aan dat voor tanks in de bebouwde kom een afstand van 25-30 meter benodigd is. Op basis van de huidige inzichten is door mij een minimum veiligheidsafstand ten opzichte van het vulpunt vastgesteld van tenminste 25 meter. Hierbij is mede bepalend geweest dat uit het inventarisatieonderzoek blijkt dat er bij meer dan 80% van de saneringsgevallen sprake is van een jaarlijkse doorzet kleiner dan 500 m³. Voor deze stations ligt de 10-5 contour op 25 meter. De definitieve afstand zal met de andere afstanden in een door mij vast te stellen ministeriële regeling op grond van het Besluit kwaliteitseisen externe veiligheid inrichtingen milieubeheer worden opgenomen. Dit zijn de afstanden als bedoeld in artikel 14 van het Besluit kwaliteitseisen externe veiligheid inrichtingen milieubeheer. Deze ministeriële regeling zal tegelijkertijd met het besluit in werking treden. Ministerie van VROM EV/2003.036534 Pagina 2/2

Bij deze vastgestelde afstand wordt aan de eerdergenoemde grenswaarde van 10-5 per jaar voor het plaatsgebonden risico voldaan (behalve mogelijk bij LPG-tankstations met een aanzienlijk grotere doorzet dan 500 m 3 per jaar; deze komen echter in stedelijk gebied slechts beperkt voor en zullen zonodig afzonderlijk worden behandeld). De minimum afstand van kwetsbare objecten ten opzichte van het ondergrondse reservoir is 15 meter. Tabel 1 Afstanden in meters voor bestaande situaties (kwetsbare objecten). inrichting/installatie vulpunt ondergronds reservoir LPG-tankstation 25 meter 15 meter Wanneer de afstand van een reservoir of vulpunt tot kwetsbare objecten minder bedraagt dan de bovengenoemde afstanden komt het LPG-tankstation in aanmerking om te worden geamoveerd. Het initiatief voor de amovering ligt bij het bevoegd gezag. Het bedrijf kan in overleg met het bevoegd gezag zoeken naar een alternatieve locatie. Vanzelfsprekend moet daarbij worden voldaan aan de eisen voor nieuwe situaties. Deze eisen zijn op basis van in 2001 door TNO verricht onderzoek vertaald in (voorlopige) afstandsnormen die in de eerdergenoemde voorpublicatie van het ontwerp-besluit in de Staatscourant zijn vermeld. Uit de voorlopige uitkomsten van de inventarisatie blijkt dat er ca. 200 LPG-tankstations op basis van de 25 meter veiligheidsafstand urgent gesaneerd moeten worden. Eerder werd rekening gehouden met 50 tot 100 saneringssituaties. Hiervoor is een budget van maximaal 15 miljoen Euro gereserveerd. Op basis van dit nieuwe inzicht zou het bedrag uitgebreid moeten worden tot een totaal van ongeveer 30 miljoen Euro. Gelet op de huidige budgettaire ruimte en de omvang van de saneringsopgave, ben ik vooralsnog genoodzaakt om binnen het totaal van urgente gevallen prioriteiten te stellen. LPG-tankstations die in eerste aanleg gesaneerd moeten worden, zijn die stations waarbij de grenswaarde van 10-5 per jaar wordt overschreden en die tevens aandacht behoeven tegen de achtergrond van de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico. Dit aanvullende saneringscriterium is als volgt geoperationaliseerd. Er is sprake van een knelpunt tegen de achtergrond van de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico wanneer er thans binnen een straal van 80 meter vanaf het vulpunt 10 of meer woonhuizen zijn gelegen. Daarnaast kunnen er situaties zijn die om andere redenen prioriteit verdienen, bijvoorbeeld wanneer er behalve een kwetsbaar object binnen 25 meter tevens een school, een bejaardentehuis of een ziekenhuis is gelegen binnen een straal van 80 meter van het station. Deze stations zullen van geval tot geval moeten worden beoordeeld. Het aantal gevallen dat ook aan dit aanvullende prioriteitscriterium voldoet bedraagt ca. 100. Voor de overige urgente gevallen worden oplossingen primair gezocht in het kader van de ketenstudie LPG. Begin volgend jaar zal ik u nader berichten over de te volgen aanpak van de overige urgente gevallen, waarbij aangesloten wordt bij de vastgestelde systematiek in het kabinetsbeleid Externe Veiligheid 1 ten aanzien van het financieringsprogramma voor Externe Veiligheid. 3. Hoogte van de schadevergoeding Indien de milieuvergunning van een LPG-tankstation geheel of gedeeltelijk, voor zover het de LPGactiviteiten betreft, wordt ingetrokken dan kan de exploitant in aanmerking komen voor een schadevergoeding conform artikel 15.20 van de Wm. Deze schadevergoeding kan door uw college worden toegekend. In december 1997 is aan u bij schrijven DGM/B/EFI mbb 97570171 de circulaire over de toepassing van de schadevergoedingsartikelen in de Wm toegezonden. Deze circulaire is per 1 januari 1998 in werking getreden en geeft de criteria aan die de minister van VROM hanteert bij een verzoek om instemming als bedoeld in artikel 15.22 van de Wm in het kader van het toekennen van schadevergoeding. Indien de minister van VROM kan instemmen met de toekenning van schadevergoeding door uw college kunnen de kosten daarvan ten laste van het Rijk worden gebracht. Het kan gaan om incidentele 1 Kabinetsbeleid inzake Externe Veiligheid, 7 november 2002, documentnummer vrom 021002 Ministerie van VROM EV/2003.036534 Pagina 3/3

bedrijfsschade en vermogenschade bij vergunningintrekking. Hierbij wijs ik u op paragraaf 5.2 van de genoemde schadevergoedingscirculaire. Deze schadevergoedingscirculaire wordt tevens op de VROM website beschikbaar gesteld. Voor de informatie die nodig is over de hoogte van de schadevergoeding, dient door u een deskundigenadvies bij de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ) te worden ingewonnen. De SAOZ zal zich bij de advisering richten naar de Circulaire schadevergoedingen en de onderhavige circulaire en zal adviseren over de onderdelen die de basis vormen van een toe te kennen vergoeding. De kosten voor het inschakelen van het SAOZ komen ten laste van het Rijk. In de schadevergoedingscirculaire zijn bij het geheel of gedeeltelijk intrekken van de vergunning twee situaties voorzien: de activiteiten worden gelijktijdig met het intrekken van de vergunning gestaakt dan wel de activiteiten worden naar elders verplaatst. Daarbij is het volgende van belang. Hierboven is aangegeven dat binnen drie jaar na de inwerkingtreding van het Besluit kwaliteitseisen externe veiligheid inrichtingen milieubeheer de bestaande situaties, dat wil zeggen de fysiek aanwezige kwetsbare objecten in de nabijheid van het LPG-tankstation, aan de grenswaarde van 10-5 moeten voldoen (zg. urgente situaties). Bovengenoemde termijn van drie jaar heeft tot gevolg dat in overleg met het betrokken bedrijf het moment van stoppen kan worden bepaald. Ik acht het daarom redelijk de hoogte van de vergoedingsfactor, die is gekoppeld aan de jaarwinst, afhankelijk te stellen van het moment van daadwerkelijk stoppen met de opslag en verkoop van LPG. Wanneer feitelijk wordt gestopt - ook wanneer de formele procedures nog niet zijn afgerond - binnen een jaar na het in werking treden van het Besluit kwaliteitseisen externe veiligheid inrichtingen milieubeheer acht ik een vergoedingsfactor van 5 maal de jaarwinst verband houdend met de verkoop van LPG op zijn plaats. Wordt daarentegen daadwerkelijk gestopt later dan een jaar na inwerkingtreding van het besluit dan zal ik ten hoogste instemmen met een vergoedingsfactor van 4,75 aflopend met 0,25 per kwartaal. Vanaf het tweede jaar wordt de vergoedingsfactor 3,25 aflopend met 0,75 per kwartaal tot factor 1. In die gevallen waar de activiteiten na 3 jaar na inwerkingtreding van het besluit worden gestaakt, bijvoorbeeld als gevolg van bezwaar- en beroepsprocedures, zal ik ten hoogste instemmen met de toepassing van een vergoedingsfactor van 1. Conform de schadevergoedingscirculaire wordt 80% van het vastgestelde schadebedrag als schadevergoeding toegekend. Wanneer op een later tijdstip duidelijk wordt op welke wijze de tweede groep urgente gevallen (die nu niet voldoen aan het aanvullende prioriteitscriterium) gesaneerd kunnen worden, zal worden bezien of de vergoedingsfactoren aangepast moeten worden om te voorkomen dat er rechtsongelijkheid ontstaat. Als bijlage 2 bij onderhavig schrijven is een rekenmodel bijgevoegd voor de bepaling van de hoogte van de schadevergoeding bij het intrekken van de milieuvergunning, wanneer het bedrijf zijn LPG-activiteiten beëindigt. Dit rekenmodel moet worden gebruikt in combinatie met de Circulaire schadevergoedingen en de hierboven beschreven vergoedingensystematiek. Het model zal ook als Excel rekensheet beschikbaar worden gesteld via de website van VROM. Tot slot wil ik benadrukken dat LPG verkoop bij een onbemand LPG-tankstation op grond van het Besluit LPG- tankstations niet is toegestaan. Hiertegen moet handhavend worden opgetreden. Een eventuele schadevergoeding is in die gevallen niet aan de orde. Ministerie van VROM EV/2003.036534 Pagina 4/4

4. Betrokkenheid van het Rijk Ik acht het van groot belang dat de sanering van de urgente gevallen voortvarend wordt aangepakt. Daarom zal de uitvoering van de sanering van deze bedrijven in financiële en procedurele zin vanuit het Rijk worden ondersteund. Ter ondersteuning van de saneringsoperatie zal een uitvoeringsorganisatie worden opgericht die: 1. gemeenten op de hoogte brengt van de resultaten van de landelijke inventarisatie van de omgeving van LPG-tankstations. Gemeenten ontvangen een overzicht van de LPG-tankstations die binnen de eigen gemeentegrenzen gelegen zijn; 2. namens de minister aanspreekpunt is voor het bevoegd gezag en zorg draagt voor eventuele instemming- en toekenningbesluiten; 3. aan de minister van VROM de noodzakelijke informatie verschaft opdat deze aan de Tweede Kamer over het verloop van de saneringsoperatie kan rapporteren. In het kader van een programmatische aanpak wordt nog bezien of een zg. vooraanmelding als bedoeld in paragraaf 7.4 van de schadevergoedingscirculaire noodzakelijk is. In overleg met de VNG, de VROM- Inspectie en de branche wordt de programmatische aanpak en de uitvoeringsorganisatie verder ingevuld. Binnen twee maanden zal ik u hierover nader informeren, gelijktijdig met de resultaten van de inventarisatie. 5. Slot Voor vragen over deze circulaire kunt u zich richten tot VROM, directie Externe Veiligheid, bereikbaar onder telefoonnummer 070 339 1996. De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer P.L.B.A. van Geel Ministerie van VROM EV/2003.036534 Pagina 5/5

Bijlage 1 Categorieën objecten I II Kwetsbare objecten: a. woningen, met uitzondering van: 1 o. verspreid liggende woningen van derden met een dichtheid van maximaal twee woningen per hectare; 2 o. dienst- en bedrijfswoningen van derden; b. woonketen of standplaatsen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Woningwet; c. ligplaatsen als bedoeld in de Huisvestingswet; d. gebouwen waar dagopvang van minderjarigen plaatsvindt; e. gebouwen die uitsluitend of in hoofdzaak gebruikt worden door een onderwijsinstelling; f. ziekenhuizen, verpleeginrichtingen en zorginstellingen; g. andere gebouwen die bestemd zijn voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten. Beperkt kwetsbare objecten: a. woningen, voor zover zij niet tot categorie I behoren; b. hotels, penitentiaire inrichtingen en asielzoekerscentra; c. kantoren; d. winkels, restaurants en cafés; e. sporthallen, zwembaden en andere overdekte sport- en recreatiegelegenheden; f. kampeer- en open lucht recreatieterreinen; g. andere inrichtingen dan de onder b tot en met f genoemde; h. gebouwen ten behoeve van het belijden van godsdienst of levensovertuiging; i. andere objecten en terreinen die met de onder a tot en met h genoemde gelijkgesteld kunnen worden uit hoofde van de aard van hun functie of de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, voor zover die objecten en terreinen niet tot categorie I behoren; j. objecten met een hoge infrastructurele waarde, voor zover die objecten wegens de aard van de gevaarlijke stoffen die bij een ongeval kunnen vrijkomen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval. Ministerie van VROM EV/2003.036534 Pagina 6/6

Bijlage 2 Model voor berekening schadevergoeding bij sanering LPG tankstation Station kenmerken Shop aanwezig? Ja /nee Reparatiewerkplaats aanwezig? Ja /nee Wasinrichting aanwezig? Ja /nee LPG installatie eigendom van exploitant? Ja /nee M3/jaar factor/m³ LPG Subtotaal Bruto Winst Verkoop LPG behaalde marge Indien aanwezig: Verkoop benzine per m3 LPG/jaar 15% van LPG verkoop behaalde marge Indien aanwezig: Verkoop shop per m3 LPG/jaar behaalde marge Indien aanwezig: Reparaties/quickservice per m3 LPG/jaar 12,50 Indien aanwezig: Wassingen per m3 LPG/jaar behaalde marge Totale winstbijdrage per m3 LPG/jaar bedrag 1 Verminderde exploitatiekosten gerelateerd aan verkoop LPG Indien eigenaar: Afschrijving LPG installatie t/m jaar 12 inclusief contant gemaakte onderhoudskosten Maximaal 6000 Energie 0,24 Renteverlies voorraden en debiteuren 0,50 Bijkomende bankkosten 2,23 Totale kosten bedrag 2 Jaarlijkse inkomstenderving : Bedrag 3 = bedrag 1 - bedrag 2 bedrag 3 Afhankelijk van stopmoment Factor maal bedrag 3 bedrag 4 Vergoedingswaarde installatie Maximaal 90.000 bedrag 5 Opruimingskosten Maximaal 10.000 bedrag 6 Totale bruto schadebedrag Bedrag 7 = bedrag 4 + bedrag 5 + bedrag 6 bedrag 7 Netto schadevergoeding Bedrag 8 = 80% van bedrag 7 bedrag 8 Toelichting bij model LPG-saneringsberekening 2 Marge LPG De werkelijk gerealiseerde marge aan de pomp, eventueel gecorrigeerd voor inkomsten samenhangend met de verkoop van LPG, anders dan reeds binnen dit model benoemd. Marge benzine De werkelijk gerealiseerde marge aan de pomp Percentage benzine verkoop Ervaringscijfer van VVG en leasebranche: Benzine verkoop [M³/jaar] gerelateerd aan LPG verkoop = 15% van LPG verkoop [M³/jaar] Shopverkoop Behaalde marge = (winst shopverkoop) / (verkoop brandstoffen [M³]) Wassingen Behaalde marge = (winst op wassingen) / (verkoop brandstoffen [M³]) Opruimingskosten Verwijderen tank, vulpunt en afleverzuil en bestraten lege plaats. Bron VVG Restwaarde LPG-installatie Tot een leeftijd van 12 jaar: Aanschafwaarde vermindert met afschrijving (90.000 6.000 * leeftijd installatie). Vanaf 12 jaar wordt de restwaarde gesteld op nihil. Bron:BOVAG: Tank, appendage, afleverzuil, koppeling kassasysteem VVG/VNPI bij nieuwbouwlocatie 2 gegevens bron: BOVAG tenzij anders vermeld Ministerie van VROM EV/2003.036534 Pagina 7/7

Energie Gebaseerd op 40 liter/minuut met een pomp van 2,5 kw met een rendement van 70% en een energieprijs van 12 eurocent per kilowattuur vermeerderd met 25% voor bijkomende diverse energiekosten Renteverlies en debiteuren gemiddelde voorraad is 7.000 liter van 35 eurocent per liter excl. BTW en een rente van 6% Bijkomende bankkosten 33% klanten betaald per pin. 1 pintransactie kost 8 eurocent en per tankbeurt wordt er gemiddeld circa 45 liter LPG getankt. Nog eens 33% van de klanten betaalt met een tankpas welke 0,5 eurocent per liter kost Factor Stopmoment LPG activiteit na in werkingtreden Besluit kwaliteitseisen EV Factor jaarwinst Maand 1 t/m 12 5 Maand 13 t/m 15 4,75 Maand 16 t/m 18 4,5 Maand 19 t/m 21 4,25 Maand 22 t/m 24 4 Maand 25 t/m 27 3,25 Maand 28 t/m 30 2,5 Maand 31 t/m 33 1,75 Vanaf maand 34 1 Ministerie van VROM EV/2003.036534 Pagina 8/8