M41B SOORTENKENNIS PRESENTATIES LEERLINGEN PERIODE 3. Klas: MO41B

Vergelijkbare documenten
RESTANT PRESENTATIES LEERLINGEN SOORTENKENNIS

Presentaties Soortenkennis. Deel 2 periode 2. Yay leuk!

De Groenzoom Struweelvogels

Boterbloem (Ranunculus)

Examenlijst onkruiden open teelten. Beeldenbank

Basterdwederik (Epilobium)

Rupsklaver (Medicago)

Toorts (Verbascum) LPW-Florasleutel samengesteld door Johan Geusens

d. (insnijdingen) Hoef je niet te kennen.

SOORTENKENNIS APRIL 2016 PRESENTATIES DEEL 2

SOORTENKENNIS APRIL 2016 PRESENTATIES DEEL 1

LPW-Florasleutel samengesteld door Bert Berten. Klokje (Campanula)

Oefenbestand Soortenkennis O41. April 2016

Boerenwormkruid (Tanacetum vulgare)

Soortenkennis periode 2. Samenvatting alle presentaties TB43B

Determineren van planten

Vergeet-mij-nietje (Myosotis)

Boterbloemen in het gras

Dovenetel (Lamium) ALGEMENE SLEUTEL

SOORTENKENNIS M41B 2 E DEEL PRESENTATIES LEERLINGEN

Alsemambrosia Ambrozijn Ambrosia artemisiifolia

Dagpauwoog Hoe ziet hij eruit? Wanneer vliegt hij? Waar kun je hem vinden? Waar leven de rupsen? Atalanta

[Konijn] Beschrijving: Vindplaats: Algemene Naam: konijn. Wetenschappelijke Naam: Oryctolagus cuniculus Levenscyclus. Voeding:

Plantenfamilies leren herkennen

Cercis canadensis. rond tot afgeplat bolvormig

Bosbroedende vogelsoorten

Van Hallstraat. Prunus avium Plena

RESTANT SOORTEN PRESENTATIES SOORTENKENNIS

Nachtschade (Solanum)

Warkruid (Cuscuta) LPW-Florasleutel samengesteld door Bert Berten

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 3 en donderdag 5 maart 2015

WORD EEN ECHTE bomenkenner!

Watervogels het ganse jaar waar te nemen.

SOORTENKENNIS GROTENDEELS SPORENPLANTEN

LPW-Florasleutel samengesteld door Liliane Dedroog. Vetkruid (Sedum)

Smeerwortel (Symphytum)

Tandzaad (Bidens) Veerdelig tandzaad (B. tripartita) Smal tandzaad (B. connata) 3-5 tallig met gesteelde blaadjes. 3-5 tallig, donkergroen

Les 3 (werkcollege) Determineren van planten / maken van een determinatietabel

Plantenkennis. Bladverliezende heesters. lijst 1 G41-G31-GB1+2

LANGENHOLTE: TOPNATUUR

Plantenkennis. Bomen. lijst 1. Deel 2 G41-G31-GB1+2

SOORTENKENNIS VERZAMELLIJST

Wespenorchis (Epipactis)

[Meidoorn] Beschrijving: Vindplaats: Algemene Naam: Meidoorn Wetenschappelijke Naam: Crataegus monogyna. Levenscyclus

Ganzenvoeten? Amarentenfamilie Amaranthaceae

Soortenkennis O43. Bloemplanten

Levenscyclus. Raten zijn 6hoekige kamers waar stuifmeel en honing wordt opgeslagen.

Soortenlijst Flora faunawet. Bestendig beheer gemeentelijke groenvoorziening

W O O R D E N B O E K V A N D E V L A A M S E D I A L E C T E N

GROEP 1 GROEP 2 GROEP 3 GROEP 4 GROEP 5 GROEP 6

Witjes in Waasland Noord

Ooievaarsbek (Geranium)

Ekster Herkennen Voedsel Nest Leuke ekster weetjes

Plantenkennis. Bomen. lijst 1. Deel 1 G41-G31-GB1+2

Bosmuseum Gerhagen Zavelberg Tessenderlo

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 14 en woensdag 15 april 2015 vervolg. Dit is het vervolg op het eerste deel van mijn verslag.

Struweelbroedende soorten. Braamsluiper Sylvia curruca

Vrouwenmantel (Alchemilla)

SOORTENKENNIS VERZAMELLIJST

De Heikikker De Heikikker

Klaproos (Papaver) Grote klaproos (P. rhoeas ) afstaand of. aangedrukt behaard bleek rood, soms donkerrood, soms aan de voet zwart gevlekt

Bosmuseum Gerhagen Zavelberg Tessenderlo

Plantenkennis. Bladverliezende heesters. lijst 1. Deel 3 G41-G31-GB1+2

Boombroedende vogelsoorten. Europese kanarie Serinus serinus

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 21 augustus 2018

Struweel aanplant. Struweel voor akkervogels. Voedsel (besjes), dekking en nestgelegenheid.

Plantenkennis. Bol en knolgewassen. lijst 1 G41-G31-GB1+2

Bijlage VMBO-GL en TL-COMPEX 2006

Plantenkennis. Coniferen. lijst 1 G41-G31-GB1+2

Welke uilen en roofvogels zijn dat?

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 15 december Beste natuurliefhebber/-ster,

de talrijkste tuinvogels herkennen

Dagvlinders vouwen in rust hun vleugels verticaal, recht boven hun lijf samen (met één uitzondering: de dikkopjes).

Plantekennis. Naam: Teun Laureijs. Klas: G42. Vak: Plantenkennis.

KRAAIACHTIGEN DE ZWARTE KRAAI

Inventarisatiegids Natuurboeren

Gentiana bavarica var. subacaulis. Centrale Alpen Oostenrijk, Zwitserland m

Handboek Boomteelt, Druk 3. Handboek Tuinplanten. Bomen & Struiken > 4,5 m

Vogels van riet en ruigte. Baardman Panurus biarmicus

Inleiding over de vogels Maak kennis met algemene tuinvogels

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 11 februari 2014

Plantenkennis. Een en tweejarigen. lijst 1. Deel 1 G41-G31-GB1+2

Anatomie en Morfologie. Wortel. Plantencel. Stengel. Delen van een zaadplant

Plantenkennis. Ericaceae. lijst 1 G41-G31-GB1+2

INHOUD. 1. Zwammen 02 - Vliegenzwam 03 - Eekhoorntjesbrood 03 - Aardappelbovist 04 - Stinkzwam Beuk Eik 06

Plantenkennis. Bladhoudende heesters. lijst 1 G41-G31-GB1+2

SOORTENKENNIS M41A PERIODE 3 PRESENTATIES LEERLINGEN 1

Bladhoudende Heesters

MET DE VLINDERWERKGROEP NAAR DE HEEMTUIN RUCPHEN

7-stippelig lieveheersbeestje

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 3 april Beste natuurliefhebber/-ster,

Waterlepeltje (Ludwigia)

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 8 mei Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 21 april Beste natuurliefhebber/- ster,

Thema 3 Dieren en planten

Introductieles. Vogels in de klas. groep 7/8. Leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Lang bloeiende inheemse vaste planten voor bijen en vlinders

Paardenstaart (Equisetum)

VERZAMELPOWERPOINT PERIODE 3 SOORTENKENNIS

Wolfsmelk (Euphorbia)

Transcriptie:

M41B SOORTENKENNIS PRESENTATIES LEERLINGEN PERIODE 3 Klas: MO41B

KONINGSKAARS (VERBASCUM THAPSUS)

Familie Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Helmkruidfamilie Duingebieden De bloemen van deze plant bevat 5 kelk bladeren en 5 gele vergroeide kroonbladeren met daar in het midden 5 meeldraden. De doorsnede van de bloemetjes zijn ongeveer 1,5 3 cm. Tenslotte draagt deze plant doosvruchtjes die kleine zaadjes bevatten. De bloeitijd is van Juli t/m Oktober. Extra foto s

ZWARTE TOORTS (VERBASCUM NIGRUM)

Familie Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Helmkruidfamilie Wegbermen, onkruidruigten en kapvlaktes De bloemen van de zwarte toorts bevatten vijf gele aan elkaar vergroeide kroonbladeren met wollige paarse meeldraden. De bloeiwijze in net als de koningskaars aarvormig. De paarse wol aan de meeldraden maken de bloemen extra aantrekkelijk voor insecten. De steel bevat veer nervige rozetten bladeren. De plant kan 60 tot 150 cm lang worden. De bloeitijd is van Juni tot eind september. Extra foto s

MUSKUSKAASJESKRUID (MALVA MOSCHATA)

Familie Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Kaasjeskruidfamilie Voedselrijke zonnige open plaatsen Deze kruidige plant bevat vijf lila, paarse, roze of witte kroonbladeren. Ze zijn tweeslachtig en ruiken naar een muskusachtige geur. De vruchtjes lijken een beetje op kaarsjes. De bladeren onder de bloem zijn rondachtig en zevendelig handvormig. De bloeitijd is van Juli t/m September. Extra foto s

ZANDBLAUWTJE (JASIONE MONTANA)

Familie Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Klokjesfamilie Pioniervegetatie en grazige, voedselarme gronden. De tweeslachtige bloemen zijn blauw en bolvormig. De helmdraden zijn priemvormig. Aan de voet van het hoofdje zit een groen omwindsel. De blaadjes daarvan zijn korter dan de bloemblaadjes. De stengels zijn vertakt en behaard. Deze plant is een waardplant voor motten. De bloeimaanden zijn Juni, Juli en Augustus. Extra foto s

BONT ZANDOOGJE (PARARGE AEGERIA)

Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Insecten Loofbossen, gemengde bossen, bosranden en open plekken De vleugels van deze vlinder zijn bruin van kleur. Beide voorvleugels hebben één oog vlek. De achter vleugels bevatten 3 of 4 oogvlekken. De spanwijde is ongeveer 32 tot 42 mm. Dat verschilt qua geslacht, want de mannetjes zijn kleiner dan de vrouwtjes. De rups van deze vlinder leeft van verschillende grassen. Na het popstadium leven deze dagvlinders nog 3 weken. Van deze soort zijn er 2 tot 3 generaties per jaar. Extra foto s

BRUIN ZANDOOGJE (MANIOLA JURTINA)

Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Insecten Ruige graslanden, hagen, bermen en stedelijk groen. De voorvleugels zijn van de buitenkant bruinig. In het midden van de vleugels is het oranje, waar aan de uiteindes een oog vlek zit. De achter vleugels zijn bruin, waar aan de onderkant kleine oogvlekjes kunnen zitten. Verder zit er rondom de vleugels een witachtige rand. Het vrouwtjes zijn iets groter dan de mannetjes. De rups is heldergroen met donkere vakjes en is fijn behaard. Extra foto s

AKKERVIOOLTJE

KENMERKEN AKKERVIOOLTJE Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Extra foto s Zaadplanten, viooltjesfamilie Akkers, bouwterreinen, wegbermen, stortplaatsen Tot 40 cm hoog Alleenstaande, geelwitte bloemen van ongeveer 1 cm Soms een beetje paars 5 kroonbladeren Rechte stengel, spatelvormige bladeren Akkeronkruid Bloeit van april t/m oktober

MAARTS VIOOLTJE

KENMERKEN MAARTS VIOOLTJE Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Extra foto s Zaadplanten, viooltjesfamilie Bosbodem 5 tot 15 cm hoog Violette bloemen van ongeveer 1,5 cm 5 kroonbladeren Wortelstok met uitlopers Hartvormige, gekartelde bladeren Bloeit als eerste in Nederland, maart t/m mei Sterke geur

ZINKVIOOLTJE

KENMERKEN ZINKVIOOLTJE Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Extra foto s Zaadplanten, viooltjesfamilie Vochtig, zinkhoudend grasland 10 tot 40 cm hoog Gele bloemen (soms paars) van ongeveer 2 cm 5 kroonbladeren Wortelstok met uitlopers Smalle bladeren Ernstig bedreigde soort, wordt beschermd Bloeit van april t/m juli

KOOLMEES

KENMERKEN KOOLMEES Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Extra foto s Zangvogels, echte mezen Bossen, parken en tuinen 13,5 15 cm groot (grootste soort mees) Zwarte kruin, witte wangvlekken Gele borst met zwarte middenstreep Mosgroene bovenzijde, blauwgrijze vleugels Eten o.a. insecten, zaden, bessen, noten, pinda s, vetbollen Nestelen in boomholtes en nestkastjes Niet monogaam

PIMPELMEES

KENMERKEN PIMPELMEES Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Extra foto s Zangvogels, echte mezen Bossen, parken en tuinen 10,5 12 cm groot Lichtblauwe kruin, witte wangvlekken Zwarte oogstreep en zwarte kinvlek Gele borst, mosgroene bovenzijde, blauwe vleugels Eten o.a. insecten, zaden, bessen, noten, pinda s, vetbollen Nestelen in boomholtes en nestkastjes Niet monogaam

STAARTMEES

KENMERKEN STAARTMEES Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Extra foto s Zangvogels, staartmezen Bossen en struikgewas 13 15 cm groot Zwart, wit en roodbruine bovenzijde, witte onderzijde Lange staart met witte streep erover Witte kop met zwarte strepen (of helemaal wit) Eten vooral insecten Leven in groepen van 3 tot 60 Monogaam

GELUIDEN http://www.vogelgeluid.nl/koolmees/ http://www.vogelgeluid.nl/pimpelmees/ http://www.vogelgeluid.nl/staartmees/

HOOFDFOTO ECHTE KOEKOEKSBLOEM SILENCE FLOS-CUCULI

KENMERKEN ECHTE KOEKOEKSBLOEM Anjerfamilie Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken De plant komt in heel Europa voor, van Noorwegen tot in de Kaukasus. Haar standplaats bestaat uit natte graslanden, veengebieden en vochtige bossen. Hoewel het in België en Nederland een van nature voorkomende plant is en ze plaatselijk vaak in flinke groepen kan bloeien, houdt ze zich in tuinen vaak moeilijk in stand. De ruwbehaarde stengel draagt smalle, lancetvormige bladeren. De meestal paarse, een enkele maal witte bloem heeft vijf kroonbladen, die elk onregelmatig vierspletig zijn. De bloeiperiode loopt van mei tot augustus en wordt weinig beïnvloed door klimaatschommelingen. De plant heeft slechts weinig stengelbladen, waardoor de bloemen meer opvallen

DAGKOEKOEKSBLOEM SILENE DIOICA

KENMERKEN DAGKOEKKOEKSBLOEM Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Anjerfamilie De plant groeit op vochtige plaatsen met een ph waarde tussen 6,1 en 7,8, op voedselrijke laagveen of zandgrond. Enige schaduw is gewenst, maar volle zon is geen probleem wanneer de bodem voldoende vochtig is en blijft. De tot bijna een meter hoge plant heeft van mei tot september roze, tweehuizige bloemen met vijf diep ingesneden kroonbladen. De kelkbladen zijn buisvormig vergroeid tot een kelkbuis. De hoofdbloeiperiode valt in mei tot juni, maar in de herfst kan een tweede bloeiperiode plaatsvinden.

AVONDKOEKOEKSBLOEM SILENCE LATIFOLIA

KENMERKEN AVONDKOEKOEKSBLOEM Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Anjerfamilie De plant staat op beschaduwde, grassige plaatsen, en op voedselrijke ruigten. Het verspreidingsgebied bereikt in Europa zijn noordgrens in Scandinavië, de zuidgrens loopt in Noord-Afrika, naar het oosten toe komt ze voor tot het Baikalmeer. De behaarde stengels zijn meestal recht opgericht en vertakt. De bladeren staan paarsgewijs aan de stengel. De bloemen hebben vijf witte, diep ingesneden kroonbladen. De bloemen verspreiden 's avonds een zwakke geur. De bloeiperiode is van mei tot oktober. Ze gaan strikt genomen al eerder open dan in de avond: in de loop van de middag.

BLAASSILENE SILENCE VULGARIS

BLAASSILENE Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Anjerfamilie Het is een in België en Nederland vrij zeldzaam voorkomende, 30-60 cm hoge plant die kan worden aangetroffen op matig voedselrijke, iets droge zand-, kleien leemgrond, in bermen en tegen hellingen, in de duinen en op grazige grond. De verticale stengels zijn onbehaard en komen op uit een gebogen, diep in de grond vertakte wortelstok. Op de knopen van de stengels zitten smalle, tegenoverstaande bladeren. De aan elke stengel hangende bloemen zijn dag en nacht geopend. 's Avonds verspreiden de bloemen een aangename klavergeur, en trekken dan bijen en nachtvlinders aan.

SCHUIMCICADE PHILAEANUS SPUMARIUS

SCHUIMCICADE Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Insecten Het spuugbeestje komt voor op verschillende planten, een geliefde tuinplant is lavendel. Ook op grassen en houtige struiken kan de cicade gevonden worden. De lichaamslengte is ongeveer 5 tot 7 millimeter, de kleur is bruin tot bruingrijs met soms lichtere vlekken. De larven zijn bleekgroen tot -geel en leven in een schuimnest dat bij het grote publiek wel bekend is als koekoeksspuug.

HOOFDFOTO WIJNGAARDSLAK HELIX POMATIA

WIJNGAARDSLAK Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken De wijngaardslak is een bewoner van warme streken en komt voor in kalkrijke gebieden die voorzien zijn van vegetatie maar niet te dicht begroeid zijn. De wijngaardslak is op het eerste gezicht te herkennen aan de grootte en de kleuren. De slak heeft een brede voet, dit is de gespierde onderzijde van het dier die voor de voortbeweging zorgt. De voorzijde is typisch slak-achtig, aan de bovenzijde zijn twee lange tentakels aanwezig die de ogen bevatten.

Zompvergeetmenietje Familie: Ruwbladigenfamilie. Wortels: Worteldiepte tot 20 cm. Bloeimaanden: Mei, juni, juli, augustus en september. Afmeting: 15 tot 100 cm. Stengels: De rechtopstaande stengels zijn vanaf de voet vertakt. Ze zijn rond, iets behaard en staan niet af. Bladeren: De langwerpige bladeren zijn stomp. Bloemen: Tweeslachtig. 5 kroon bladjes. Groeiplaatsen: zee-duinen, waterkanten), overstroomde delen van uiterwaarden en moerassen.

Familie: Ruwbladigenfamilie, Moerasvergeetmenietje Bloeimaanden: Mei, juni, juli en augustus. Afmeting: 15-100 cm. Wortels: Een kruipende wortelstok. Stengels: De rechtop staande stengels zijn rond tot scherpkantig. Ze zijn kaal of met stevig aangedrukte haren. De stengelvoet is meestal afstaand behaard. vormt bovengrondse uitlopers. Bladeren: De bladeren zijn langwerpig. Bloemen: Tweeslachtig. De vlakke bloemen zijn hemelsblauw, maar soms roze of wit. De bloemgrootte varieert. Ze zijn tussen de 0,4-1 cm groot Groeiplaatsen: Nat grasland, moerassen waterkanten bossen, grazige ruigten, zoetwatergetijdengebied en zee-duinen

Familie: Ruwbladigenfamilie Akkervergeetmenietje Bloeimaanden: Mei, juni, juli, augustus, september en oktober. Afmeting: 10-60 cm. Stengels: De vrij dicht tot bijna wollig behaarde stengels zijn aan de voet vertakt. Bladeren: Vaak is het blad wat gewelfd en aan de rand omgerold, met name op zonnige plaatsen. Bloemen: Tweeslachtig. De helder grijsblauwe bloemkroon is 2-5 mm in doorsnede. Groeiplaatsen: Bermen, zandige dijken, steile hellingen, omgewerkte grond, waterkanten..

Ereprijs

Bever Familie: Beverachtige De bever is een aquatisch knaagdier dat voorkomt in Europa en Noord-Azië. Het is het grootste knaagdier van Europa en een van de grootste knaagdieren ter wereld. De bever heeft een brede, geschubde, horizontaal afgeplatte staart. De poten zijn vrij kort. De achterpoten hebben zwemvliezen. De kop is stomp en de oren en ogen zijn klein. De neus en oren kunnen worden afgesloten bij het zwemmen

otter Familie: Marterachtigen De otter, ook Europese otter of visotter genoemd heeft zwempoten en een donkere, dichte, bruine vacht. Deze soort heeft het grootste verspreidingsgebied van de otters en komt voor in een groot gedeelte van Europa en Azië.

BLEKE KLAPROOS

KENMERKEN BLEKE KLAPROOS Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Extra foto s Papaverfamilie (kruid) Zonnige, open plaatsen met neutrale tot vrij kalkarme, matig tot zeer voedselrijke gronden - 20-60 cm hoog - Bloeitijd mei t/m augustus - Bloemen 3-7 cm groot - Kroonbladeren licht oranjerood, overlappend - Bladeren grijsgroen, langwerpig tot eirond - Stengel behaard, bevatten wit melksap Zie volgende dia

GROTE KLAPROOS

EXTRA FOTO S

KENMERKEN GROTE KLAPROOS Soortgroep Hoofd-biotoop Papaverfamilie (kruid) Zonnige, open plaatsen met matig voedselrijke tot zeer voedselrijke, vaak kalkhoudende gronden Uiterlijke kenmerken - 20-60 cm hoog - Bloeitijd mei t/m juli - Kroonbladeren 2-4 cm groot - Meestal vuurrood met een zwarte vlek aan de voet, soms lichter van kleur tot bijna wit - Bladeren langwerpig, veerdelig - Stengel ruig behaard, meestal vertakt aan de voet Extra foto s Zie volgende dia

EXTRA FOTO S

AKKERWINDE

KENMERKEN AKKERWINDE Soortgroep Hoofd-biotoop Windefamilie (kruid) Zonnige, open tot grazige plaatsen op matig droge tot matig vochtige, voedselrijke gronden. Uiterlijke kenmerken - 20-100 cm hoog - Bloeitijd juni t/m september - Bloemen 2-3 cm groot, wijd trechtervormig, bloemkroon wit met roze of roze banden. Soms heel donker roze of eenkleurig wit - Bladeren 3-4 cm lang, spiesvormig-eirond tot spiesvormig-langwerpig - Stengel kaal of weinig behaard Extra foto s Zie volgende dia

EXTRA FOTO S

HAAGWINDE

KENMERKEN HAAGWINDE Soortgroep Hoofd-biotoop Windefamilie (kruid) Zonnige tot half beschaduwde plaatsen op natte tot vochtige, voedselrijke grond Uiterlijke kenmerken - 1,5 3 meter hoog - Bloeitijd juni t/m september - Bloem 3-5 cm groot, trechtervormig, wit of zelden roze - Bladeren 8-15 cm groot, driehoekig-eirond - Stengels winden om andere planten en voorwerpen, niet of weinig vertakt Extra foto s Zie volgende dia

EXTRA FOTO S

EKSTER

KENMERKEN EXTER Soortgroep Hoofd-biotoop Kraaiachtigen Overal in open en halfopen landschap met dicht struweel of hoge bomen Uiterlijke kenmerken - 40-51 cm lang - Staart 20-30 cm lang - Kop, nek en borst zijn glanzend zwart met vaak een metaalgroene of -blauwe glans; de buik en schouders zijn zuiver wit; de vleugels hebben een groene weerschijn. - Snavel en poten zwart - Voedsel; Voornamelijk insecten, maar tijdens het grootbrengen van zijn jongen eet hij ook wel jonge vogels, eieren en kleine zoogdieren; ook eikels, okkernootjes en graan Extra foto s Zie volgende dia

EXTRA FOTO S

GAAI

KENMERKEN GAAI Soortgroep Hoofd-biotoop Kraaiachtige Bossen, kleinschalig boerenland, parken en tuinen in de stad Uiterlijke kenmerken - 32-35 cm lang - Beigebruin, met een licht gestreepte kruin, een lichte keel en onderkant, en een blauw vleugelveld met een fijne zwarte bandering. Verder een brede zwarte baardstreep, een zwarte staart en een witte stuit. - Voedsel; insecten en ongewervelden, beukennootjes, hazelnoten en andere zaden en noten. Ook vruchten als bramen en kersen. Verder kleine of jonge zangvogels, eieren en kleine knaagdieren Extra foto s Zie volgende dia

EXTRA FOTO S

Geel walstro

Kenmerkend geel walsto hoofdbiotoop Grasland, berm, zandigge dijken, zee duinen, langs rivieren en op kalkhellingen Uiterlijke kenmerken een rechtopstaande of bodembedekkende plant die 15-100 cm hoog kan worden. De plant vormt kransen van acht tot twaalf bladeren. Deze zijn lijnvormig. De bladranden zijn omgerold. De bovenzijde is donkergroen en glanzend; de onderzijde is bleker. Extra foto

Glad walsto

Kenmerken glad walstro hoofdbiotoop Uiterlijke kenmerken Dijken bermen en bij kreupelhout De plant heeft een vierkante stengel met enkelvoudige, kruiswijze bladen. Hij heeft witte tot roomkleurige trechtervormige bloemen met minstens vier punten. Glad walstro heeft een tweedelige splitvrucht. Extra foto

kleefkruid

Uiterlijke kenmerken kleefkruid hoofdbiotoop Uiterlijke kenmerken Het komt zowat overal voor. En kan groeien in de zon en schaduw De bladeren zijn boven het midden het breedst en eennervig. Ze staan in kransen van zeven bijeen. De stengel is verdikt aan de toppen. De kleine bloemetjes hebben witte kronen en staan in bijschermen in de oksels van de bladkransen. En er zijn overal op de plant stekelharen in de vorm van haakjes. Extra foto

Zomertortel

Kenmerken zomertortel hoofdbiotoop De zomertortel broedt in onze contreien voornamelijk in bosschages en boomopslag aan de randen van lichte, structuurrijke bossen, houtwallen, boerenerven en fruitboomgaarden, die vaak in de nabijheid liggen van landbouwgebieden Uiterlijke kenmerken witte buik en de donkere ondervleugels oranjekleurige veren met zwarte vlekken De staart is zowel van boven als van onderen zwart met een witte eindrand. De borst is roze en in de nek heeft hij aan beide kanten een klein, zwart gestreept plekje. Heeft een opvallende rode ring rondom het oog. Extra foto

Turkse tortel

Kenmerken Turkse tortel hoofdbiotoop Uiterlijke kenmerken Ze leven bij bebouwing en het liefst bij graan opslag plaatsen Deze vogel heeft een licht beige grijs verenkleed, met een zwart-witte nek band en een contrasterende zwarte iris. De snavel is relatief kort en de poten leverkleurig. In de vlucht vallen de lichte vleugelpartijen en buitenste staartpennen op. De staart is van onderen voor de helft wit. Het verenkleed is bij beide geslachten gelijk. Extra foto

houtduif

Kenmerken houtduif hoofdbiotoop stedelijke gebieden, bosbodem. Favoriet zijn echter kleinschalige landbouwgebieden waar granen verbouwd worden, omgeven door bossen Uiterlijke kenmerken Deze vogels hebben een grijs paarse kop, grijze bovendelen en grijs roze borst. Ze hebben zwarte armpennen en een brede zwarte eindband op de staart. Deze vogels hebben een witte vlek in de nek en een witte band op de vleugels. Ze hebben een korte, gele snavel met een rode basis en korte roze poten. Het verenkleed bij beide geslachten is gelijk. Extra foto

Gewone Vlier BOSANEMOON

KENMERKEN BOSANEMOON Soortgroep Hoofd-biotoop Ranonkelfamilie voedselrijk bos Uiterlijke kenmerken - Tweeslachtige bloem - Witte bloem - Komt veel voor in eiken en beukenbos - -tweezaadlobbig - plant werd bedreigd door plukken Extra foto s

GEWOON SPEENKRUID

KENMERKEN Soortgroep Hoofd-biotoop Ranonkelfamilie vochtige gronden, langs natte bosranden en slootkanten Uiterlijke kenmerken - Hartvormige bladeren - gele bloemen - Wordt tot 30cm hoog - Twee zaadlobbig - Werd vroeger voor medische toepassingen gebruikt Extra foto s

ZWANENBLOEM

KENMERKEN ZWANENBLOEM Soortgroep Hoofd-biotoop Zwanenbloemfamilie voedselrijk water Uiterlijke kenmerken - Bloeimaanden: Juni, juli, augustus en september. - Afmeting: 30 tot 150 cm. - Stamper lijkt op meerdere kleine zwaantjes - Eenzaadlobbig - Enigste soort in deze familie - Beschermd Extra foto s

KAUW

KENMERKEN KAUW Soortgroep Hoofd-biotoop Kraaiachtigen Vrijwel elk biotoop Uiterlijke kenmerken - Kleinste soort van de kraaiachtigen - Lichtgroen/grijze Ogen - Glanzend verendek - Snavel iets slanker dan de zwarte kraai - Alleseter - deler Extra foto s

ZWARTE KRAAI

KENMERKEN ZWARTE KRAAI Soortgroep Hoofd-biotoop Kraaiachtigen Veel voorkomend in Nederland in bijna elk biotoop. Uiterlijke kenmerken - Zijn groter dan kauwen - Volledig zwart - Te onderscheiden van de roek door de snavel - Volwassen rond de 50 cm en weegt rond de 500 gram - Het geluid dat ze maken heet krassen - Ze passen hun dieet aan op de omgeving Extra foto s

ROEK

KENMERKEN ROEK Soortgroep Hoofd-biotoop Kraaiachtigen Vrijwel overal Uiterlijke kenmerken - Ongeveer even lang als de zwarte kraai - kale snavel - vleugelslag sneller dan de zwarte kraai - Luidruchtig - Alleseter Extra foto s

GEWONE BRAAM

KENMERKEN GEWONE BRAAM Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Rozenfamilie Bossen en Moerassen Lange boogvormige stengels met kleine stekels, gezaagde elliptische bladeren die 3 tot 7-tallig zijn. Tweeslachtige witte tot roze bloemen met grote kroonbladeren. Extra foto s

FRAMBOOS

KENMERKEN FRAMBOOS Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken rozenfamilie Bossen en duinen Lange rechte takken, priemvormige 3 tot 7-tallige bladeren. Tweeslachtige pluimvormige witte bloemen met langwerpige kroonbladeren en teruggebogen spitse kelkbladeren. Extra foto s

EGELANTIER

KENMERKEN EGELANTIER Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken rozenfamilie Bosranden en duinen Rechte takken met haakvormige stekels, 5 tot 7- talige gezaagde behaarde bladeren. Tweeslachtige roze bloemen met grote kroonbladeren. Extra foto s

HONDSROOS

KENMERKEN HONDSROOS Soortgroep Hoofd-biotoop rozenfamilie Bossen en duinen Uiterlijke kenmerken Rechte takken met brede haakvormige stekels, 5 tot 7- talige gezaagde behaarde bladeren. Tweeslachtige grote roze bloemen met grote kroonbladeren. Extra foto s

BRASEM

KENMERKEN BRASEM Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken leefwijze karperachtigen Rivieren en binnenwateren Smalle vorm met grijze schubben, schepvormige kop voor het wroeten in de waterbodem. Brasems leven in groepen, samen vinden brasems hun eten door in de rivier of waterbodem te graven naar organisch eetbaar materiaal, zogenaamd afval. Extra foto s

KARPER

KENMERKEN KARPER Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken leefwijze karperachtigen Rivieren en binnenwateren Groot, breed lichaam. Bruine schubben. Driehoekige kop met 4 baarddraden. In groepen levende vis die leeft van het eten van bodemvuil en plantenresten. Extra foto s

HOOFDFOTO GEWONE REIGERSBEK

KENMERKEN GEWONE REGERSBEK Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken ooievaarsbekfamilie Loofbossen en binnenduinen Roze bloempje met n eivormig nootje en n snavel van 2 tot 3,5 cm Extra foto s

ROBERTSKRUID

KENMERKEN ROBERTSKRUID Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken ooievaarsbekfamilie Moerassen en binnenwateren 6,5 cm grote driehoekige dubbelgeveerde bladen, rozen en soms witte bloemen Extra foto s

OOIEVAARSBEK, SPEC.

KENMERKEN OOIEVAARSBEK SPEC. Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Ooievaarsbek familie Gematigd warme streken Bij alle planten bevindt zich aan de bovenkant van de vrucht een smalle, snavelachtige vorm. Vandaar de Nederlandse namen Ooievaarsbek en Reigersbek Extra foto s

HOOFDFOTO KIEVIT

KENMERKEN KIEVIT Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Extra foto s vogels weide De rug is recht en in de zomer donkergroen met een paarse en koperen gloed, wat ook voor de bovenkant van de vleugels geldt tot aan het uiteinde met de witte toppen. In de winter is de rug groener met gelige randen aan de veren. De stuit is wit en heeft een zwarte vlek met een witte rand aan het uiteinde van de staart. En heeft een soort kuifje

HOOFDFOTO GRUTTO

KENMERKEN GRUTTO Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken vogels weide Lange snavel, gevlekt Extra foto s

HOOFDFOTO WULP

KENMERKEN WULP Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken vogels strand Lange poten, gevlekt, lange gekromde snavel Extra foto s

HOOFDFOTO SCHOLEKSTER

KENMERKEN SCHOLEKSTER Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken vogels strand Zwartwit, lange poten, rode ogen Extra foto s

RINGELWIKKE

RINGELWIKKE Soortgroep Hoofd-biotoop Behoort tot de vlinderbloemenfamilie Komt algemeen voor in Nederland en België (Akkers, bermen) Uiterlijke kenmerken Dit plantje bloeit van mei tot juli (15cm/30cm) Het blad bestaat uit 4 tot 10 deelblaadjes. Elk blad heeft een eigen steunblad die half pijlvormig is. De bloemen (2mm tot 4mm) kunnen alleen of in trossen van 2 tot 10 bloemen bij elkaar zitten. De peulvrucht is 7mm tot 10mm lang en is behaard. De plant zoekt door middel van ranken steun bij andere planten Extra foto s

VOGELWIKKE

VOGELWIKKE Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Behoort tot de vlinderbloemenfamilie Vrij algemene plant (bermen, dijken, akkers) Deze plant gebruikt ook ranken voor ondersteuning. Heeft peulvruchten (1mm tot 3mm), zacht behaarde stengels. Elk blad heeft 6 tot 20 paar deelblaadjes. Deze zijn licht behaart en lijnvormig. De plant bloeit in een dichte tros van 10 tot 30 bloempjes van juni tot augustus. Extra foto s

ATALANTA

ATALANTA Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Vossen, parelmoervlinders en weerschijnvlinders De vlinder is vrijwel overal te vinden De Atalanta ook wel de admiraalvlinder of nummervlinder genoemd is een trekvlinder met een spanwijdte van 5cm tot 6cm. Deze vlinders trekken rond weg van de koude gebieden, wanneer het in de koudere gebieden weer warmer word komen ze terug en planten zich voort. Ze zetten hun eitjes af op brandnetels. Extra foto s

ICARUSBLAUWTJE

ICARUSBLAUWTJE Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Kleine pages, vuurvlinders en blauwtjes Komt in heeft Europa voor (schrale graslanden) De blauwe vlinders zijn de mannetjes en de bruine de vrouwtjes. De rupsen van deze vlinder zijn meestal op klaver planten te vinden. De eitjes worden tussen de bovenste bladeren op de jonge nog niet bloeiende planten van gewone rolklaver afgezet. Extra foto s

RODE KLAVER

RODE KLAVER Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Vlinderbloemenfamilie Graslanden Een overblijvende plant met een samengesteld drietallig blad. De plant heeft een behaarde stengel en een op het blad een lichte vlek. Alleen de hommel kan de klaver bestuiven omdat hij een uitrolbare tong heeft kan stuifmeel de stempel bereiken. Extra foto s

WITTE KLAVER

WITTE KLAVER Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Vlinderbloemenfamilie Graslanden (zonnige plaatsen) De witte klaver is een overblijvende plant net als de rode klaver, maar is een stuk kleiner dan de rode klaver. Hij heeft een blad die bestaat uit 3 deelblaadjes soms uit 4 (dat brengt geluk zeggen ze) Extra foto s

EINDE

DASLOOK

KENMERKEN DASLOOK Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken De lookfamilie Vochtig tot vrij natte, matig tot voedselrijke, neutrale tot kalkrijke, humusrijke, lemig tot kleiige bodem Bloeit in april, mei en juni 20 tot 40 cm hoog Zes bloemdekbladen en zes meeldraden Doosvruchten, zaden zijn zwartbruin Wortelstandige bladeren, langwerpig en eirond Sterke uiengeur Extra foto s

LELIETJE VAN DALEN

KENMERKEN LELIETJE VAN DALEN Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Extra foto s De aspergefamilie Schaduwrijke, matig droog/vochtige, matig voedselrijke, zwakzure gronden Bloeit in mei en begin juni 15 tot 30 cm hoog Één tros bloemen naar één kant gekeerd, ~1 cm grote witte klokvormige bloemen Kleine rode besjes Meestal 2 bladeren, gesteeld, elliptisch tot Langwerpig en spits

GRASKLOKJE

KENMERKEN GRASKLOKJE Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken De klokjesfamilie Zonnige, grazige, matig droge, matig voedselrijke/arme gronden Bloeit in juni, juli augustus en september 15 tot 60 cm Grote hangende, blauwe klokvormige bloemen Bladeren onderin rondachtig, en gekartelde bladrand Bladeren bovenin smal, lijnvormig met gave rand Extra foto s

ECHTE VALERIAAN

KENMERKEN ECHTE VALERIAAN Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken De kamperfloeliefamilie Zonnige, vochtig tot natte, (matig) voedselrijke gronden Bloeit in juni, juli, augustus en september 60 tot 120 cm hoog Bloemen in ronde kluwen, roze tot wit, 2-5 mm groot Bladeren veerachtig, 9-21, langwerpige getande bladslippen, onderste slippen gesteeld bovenste zittend Extra foto s

ADDER

KENMERKEN ADDER Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken De viperidae-familie (adderfamilie) Heide en hoogveen, mogelijk open plekken in bossen Driehoekig zigzagtekening (kettingzaag), de streep is zwart De mannetjes zijn grijs en de vrouwtjes bruin Tussen de 50 en 70 cm groot Verticale pupillen Extra foto s

RINGSLANG

KENMERKEN RINGSLANG Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken De atricidae-familie (waterslangenfamilie) Water, mesthopen, open terreinen Ronde pupillen Gele en zwarte vlek achter de kop Tot 1,40 m lang Bruin tot grijs 20 tot 30 eieren in geprefereerd mesthopen Extra foto s

Slanke sleutelbloem (Primula elatior)

familie Hoofd biotoop Uiterlijke kenmerken extra foto`s Sleutelbloem familie Bossen in heuvelachtige gebieden, waterkanten, heuvelachtige graslanden 15 30 cm hoog Stengels zijn zacht behaard Bladeren zijn wortelstandig 10 tot 20 cm lang en eirond Bloemen zijn licht geel 1,5 tot 2,5 cm groot Ze zijn 2 slachtig staan in groepjes bij elkaar hebben een slank buisvormig kelkblad van 0,8 tot 1,3 cm lang

Gulden sleutelbloem (primula veris)

familie Hoofd biotoop Uiterlijke kenmerken Sleutelbloem familie Kalk graslanden en bossen Bloei periode: april- mei soms nog een keer in september tot oktober 15-30 cm hoog Licht behaarde stengels Ruwe bladeren zijn op het begin het breedst en lopen dan spits af Bloemen zijn 2 slachtig zijn geel en 0,9 tot 1,5 cm groot staan in groepen bij elkaar naar 1 kant gericht de kroon is klokvormig De kelk is wijd klokvormig met eironde stompe kort toegespitste tanden.

Extra foto`s

Poelruit (Thalictrum flavum)

familie Hoofd biotoop Uiterlijke kenmerken Extra foto s Ranonkel familie Vochtig rietland langs oevers en rivieren Hoogte: 40-100 cm Geen kroonbladen Veel kleine bloemen die dicht op elkaar groeien Kruipende wortels

Extra foto`s

Stinkende gouwe (Chelidonium majus)

familie Hoofd biotoop Uiterlijke kenmerken papaverfamilie Licht beschaduwde matig voedsel rijk stikstofrijke bossen, plantsoenen of heggen Bloei periode: mei tot oktober 30 tot 90 cm hoog Het blad is oneven geveerd of diep ingesneden en grof gekarteld. Hij heeft vijf of zeven deelblaadjes. De onderkant van het blad is blauwgroen. Bloem is helder geel 2 tot 2,5 cm breed heeft 4 kelkbladen en 4 kroon bladen 2 tot 6 bloemen vormen een los scherm

Extra foto`s

Rode eekhoorn (Sciurus vulgaris)

familie Hoofd biotoop Uiterlijke kenmerken Extra foto`s Eekhoorn familie Naald- loofbossen en gemengde bossen in parken en tuinen 20 tot 28 cm lang Staart 15 tot 20 cm lang Hij is zwart tot gelig met allerlei tinten rood en bruin met witte buikzijde in de winter en naarmate ze ouder worden worden ze wat meer grijs

gewone regenworm (Lumbricidae terrestris)

familie ringwormen Hoofd biotoop Alle gronden met een strooisel laag met ph van 4,5 tot 8 Uiterlijke kenmerken Extra foto`s 10 tot 30 cm groot Paars tot roze kleur Lichaam bestaat uit segmenten

Hondsdraf

Kenmerken Hondsdraf Soortgroep Hoofdbiotoop Lipbloemenfamilie Op voedselrijke bodems. In hooilanden, aan bosranden en onder heggen. Uiterlijke kenmerken - Blijft s winters groen - Pioniersplant - Bladen hartvormig, grof getand - De stengel is 4-kantig - De onderlip met donkere tekening Extra foto s

Moerasandoorn

Kenmerken Moerasandoorn Soortgroep Hoofdbiotoop Uiterlijke kenmerken Lipbloemenfamilie Vochtige omgeving. Langs rivieroevers, langs beken en sloten of in bouwland. - Geeft bij kneuzing een onaangename geur af - Verspreidt zich met wortelstokken, waarbij aan het eind witte knolletjes zitten - Behaarde, holle, vierkante stengel - Sterk behaarde, getande bladeren - De bladeren zijn langwerpig-ovaal - De onderlip van de bloem is vaak roodachtig gevlekt - -Bloeitijd is van juni tot oktober Extra foto s

Veldsalie

Kenmerken Veldsalie Soortgroep Hoofdbiotoop Lipbloemenfamilie Droge, kalkhoudende grond Uiterlijke kenmerken - Behaarde, licht aromatische plant - De bloem is donkerblauw - De bovenlip is sterk gebogen en heeft de vorm van een helm - De meeldraden en stijl steken uit - De bladeren vormen een bladrozet, dat rimpelig en langwerpig is Extra foto s

Watermunt

Kenmerken Watermunt Soortgroep Hoofdbiotoop Lipbloemfamilie Langs en in het water en in natte weilanden Uiterlijke kenmerken - De stengels zijn 30 tot 90 cm lang - Bladeren zijn langwerpig met gezaagde tot gekarteld randen - Bladeren ruiken sterk naar pepermunt - De plant heeft bovengrondse en ondergrondse uitlopers - De plant heeft roodachtige tot lila bloemen Extra foto s

Vink

Kenmerken Vink Soortgroep Hoofdbiotoop Zangvogel Halfopen landschap met middelhoge bomen in loof, gemengde en naaldbossen Uiterlijke kenmerken - Lengte is ong. 15 cm - De poten zijn bruin - Volwassen man: onderzijde wijnrood, buik wat lichter. De kruin en nek zijn leiblauw, voorhoofd is zwart. De rug is donkerroodbruin. De vleugel heeft 2 witte banden, groenachtige stuit en een staart met witte rand. - Volwassen vrouw: de vleugel en de staart zijn bruiner, onderzijde is lichtgrijsbruin. Extra foto s

Huismus

Kenmerken Huismus Soortgroep Hoofdbiotoop Zangvogel Gematigde en subtropische gebieden, woongebieden van mensen Uiterlijke kenmerken - Lengte is ong. 16 cm lang - Mannetje: heeft een grijze kruin en grijze wangen, een zwarte keel en borst, een zwart masker met witte stip achter het oog, een witte streep over de vleugels en in het broedseizoen een zwarte snavel. - Vrouwtje: heeft een minder contrastrijke tekening. Een lichte oogstreep, enige tekening op de rug en vleugels en een lichtgrijze/bruine borst. In de ruitijd lijkt hun verenkleed nauwelijks meer op die van een huismus. Extra foto s

Witte winterpostelein

Familie Hoofdbiotoop Uiterlijke kenmerken Postelein famillie Open voedselrijke grond 10-20 cm bloeitijd april-juni Extra foto s

Kropaar

Familie Hoofd biotoop Uiterlijke kenmerken Grassenfamilie Vochtige voedselrijke grond 30-90 cm bloeitijd mei-augustus Extra foto s

Zachte dravik

Familie Hoofdbiotoop Uiterlijke kenmerken Grassenfamilie Droge tot vrij vochtige voedselrijke grond 5 tot 100 cm Extra foto s

Reukgras

Familie Hoofdbiotoop Uiterlijke kenmerken Grassenfamilie Droge tot vochtige vrij voedselarme grond 2-8 cm hoog Extra foto s

Nachtegaal

Familie Hoofdbiotoop Uiterlijke kenmerken Vliegenvangers Duinstreek en Waddeneilanden Groot oog, bruine bovenzijde grijze onderzijde. Extra foto s

Tjiftjaf

Familie Hoofdbiotoop Uiterlijke kenmerken Boszangers Groten tuinen parken en bossen Dunne snavel, donkere poten Extra foto s

MUURPEPER SEDUM ACRE

KENMERKEN MUURPEPER Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Crassulaceae - vetplantenfamilie Zonnige plekken, droge zandige bodems, muren/stoepen Liggende, sterk vertakte kale stengeltjes; uiteinden omhoog. Bladeren lichtgroen, afgeplat-eirond, stomp, 3-6mm. Bladeren van niet-bloeiende zijstengels; opeengedrongen (bolletje), enigszins rood. Tweeslachtige bloemen (>1cm doorsnee); 5 kroonbladeren (5-7 mm), 5 kelkbladeren en 10 meeldraden. Doosvruchten (5 per bloem), zaden >5 jaar levend, tweezaadlobbig.

MUURPEPER

HEKSENMELK EUPHORBIA ESULA

KENMERKEN HEKSENMELK Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Euphorbiaceae - Wolfsmelkfamilie Langs rivieren, bermen, langs spoorwegen Stengels niet vertakt aan voet Langwerpige, blauwachtig groene, zwak glanzende stengelbladeren met bladsteel. Eenhuizige plant met eenslachtige bloemen. Driekluizige kluisvrucht met >5 jaar levende (geelbruine of witte) zaden, tweezaadlobbig.

HEKSENMELK

WILDE KRUISDISTEL ERYNGIUM CAMPESTRE

KENMERKEN WILDE KRUISDISTEL Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Apiaceae - schermbloemenfamilie Langs grote rivieren Rechtopstaande vertakte bleekgroene stengels. Onderste bladeren: eirond, 3 lobben. Verspreide bladstand, stekelig getand. Tweeslachtige bloemen, 5 kelkbladeren, 5 witte kroonbladeren, 5 meeldraden. Tweezaadlobbig (splitvrucht)

WILDE KRUISDISTEL

GEWONE ENGELWORTEL ANGELICA SYLVERSTRIS

KENMERKEN GEWONE ENGELWORTEL Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Apiaceae - schermbloemenfamilie Struweelranden van bossen op vochtige grond Ronde, holle, gegroefde stengels, roze- tot paarsbruin. (vrijwel kaal) Donkergroene rozetbladeren met diep gootvormige bladsteel. Bladeren twee- tot drievoudig geveerd met langwerpige, scherp gezaagde deelblaadjes. Tweeslachtige rozewitte tot vleeskleurige bloemen (2mm), bloemschermen 3-15cm breed. Stelen van schermpjes ruig behaard. Splitvrucht; eivormige vruchten (4-6 mm lang) met vliezige vleugels. Zaden leven <1 jaar. Tweezaadlobbig.

GEWONE ENGELWORTEL

MEREL TURDUS MERULA

MEREL Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Turdidae - lijsters Groene buitenwijken en vochtige bossen met veel ondergroei Mannetje geheel zwart met een dunne oranje-gele cirkel om het oog en oranje-geel gekleurde snavel. Vrouwtje bruiner van kleur en bruine snavel. Jonge merels lijken op volwassen vrouwtje, maar met lichtgekleurde veertoppen. Extra foto s

ZANGLIJSTER TURDUS PHILOMELOS

ZANGLIJSTER Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Turdidae - lijsters Parken en bossen Egaal bruine bovendelen en lichte boste met pijlpuntige vlekken. Eieren (3-6 per legsel) zijn lichtblauw met enkele zwarte vlekken. Aanwezigheid af te leiden van aanwezigheid van een smidse. Extra foto s

https://www.youtube.com/watch?v=tywpxvcieoo&t=7s Filmpje van Els met daarin Spreeuw Fazant Heggenrank Vingerhoedskruid Heidespurrie Zeepkruid

KORENBLOEM

KENMERKEN KORENBLOEM Soortgroep Hoofd-biotoop Composietenfamilie Bermen en braakliggende grond Uiterlijke kenmerken De korenbloem kan 3- tot 60 cm groot worden en leeft 1 jaar. Het heeft 5 blauwe bloembladeren aan elke bloem. Het aftreksel van de bloemen word gebruikt tegen bronchitis. Extra foto s

KONINGINNEKRUID

KENMERKEN KONINGINNEKRUID Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Composietenfamilie Moerassen en rietlanden Koninginnekruid kan tussen de 50 en 150 cm groot worden. Deze plant heeft rozewit tot rozerood achtige bloemen. De bloemen hebben 1 zwart nootje van 3 mm lang. Extra foto s

AKKERKOOL

KENMERKEN AKKERKOOL Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Composietenfamilie Bermen en bossen Akkerkool heeft een vertakte stengel van 90 cm hoog waarop gele bloemetjes groeien Extra foto s

HEGGENMUS

KENMERKEN HEGGENMUS Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Heggenmussen Stedelijk gebied en akkers De kop en borst zijn grijs en op zijn rug heeft het zwarte vlekken en strepen, ook heeft het een kleine snavel. Extra foto s

ROODBORST

KENMERKEN ROODBORST Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Vliegenvangers Bewoond gebied en bossen Bruinrode tot oranje rode keel, de rug en staart zijn bruin en de borst licht gekleurd Extra foto s

WINTERKONING

KENMERKEN WINTERKONING Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Winterkoningen Stedelijk gebied en bossen Klein gedrongen zandbruin vogeltje met een omhoogstaand staartje van bijna 10 cm lang. Extra foto s

ZANDZEGGE

KENMERKEN ZANDZEGGE Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Cypergrassenfamilie Duinen en heidevelden Heeft tot meters lange ondergrondse, horizontale wortelstokken De plant wordt 0,5 2 m hoog. Extra foto s De bovenste aartjes zijn geheel mannelijk en de onderste aartjes zijn geheel vrouwelijk.

RIET

KENMERKEN RIET Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Grassenfamilie Waterkanten Riet kan 1-3 m hoog worden. De stengel staat rechtop het blad is 1-3 cm breed deze zijn meestal grijsgroen. Extra foto s De plant bloeit van juli tot oktober in die tijd zit er een pluim op de plant die uit aartjes en bevatten twee tot zes bloempjes.

STRAATGRAS

KENMERKEN STRAATGRAS Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Grassenfamilie Open plaatsen, graslanden en platsoenen Als deze plant bloeit heeft het een pluim de takken van de pluim staan meestal horizontaal of wijzen naar beneden. Wanneer de plant overwintert vormt hij wortelstokken Extra foto s

WILDE KAARDENBOL

KENMERKEN WILDE KAARDENBOL Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Kamperfoeliefamilie Gematigde streken De lila bloempjes staan ongesteeld op het hoofdje van de bloem. De bloei begint vanuit het midden van de bloeiwijze en bloeit tegelijk naar boven en beneden. Hierdoor zijn twee bloeiende ringen te zien. Extra foto s

IJSVOGEL

KENMERKEN IJSVOGEL Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Scharrelaarvogels Stromend water wat helder is. De vogel heeft een dolkvormige snavel de overwegende kleur die ze hebben is blauw en op de vleugels blauwgroen. De veren aan de borst en buikzijde zijn warm oranje gekleurd. Extra foto s De lichaamslengte bedraagt ongeveer 16 cm.

WILDE EEND

KENMERKEN WILDE EEND Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken Eendvogels Vijvers, moerassen, meren en parken Het mannetje is kleurrijk met een glanzend groene kop met een witte halsband, een kastanjebruine borst en gekrulde zwarte veren aan de staart. De vrouwtjes hebben meer een schudkleur. Extra foto s