JUNIOREN AMATEURS: INTERVIEW TEKST & BEELD: TWAN EPE Alvin Veldhuizen, trainer/coach Jonathan C1 TECHNISCH ONDERSCHEIDEN Alvin Veldhuizen is razend enthousiast over de methode van René Meulensteen, omdat spelers zichzelf dankzij deze visie in iedere één-tegen-één-situatie kunnen redden. De hoofdtrainer van Jonathan C1 vindt dat zijn spelers technisch een inhaalslag moeten maken. De spelers kunnen een speelwijze goed uitvoeren, maar leiden te vaak balverlies als ze geen afspeelmogelijkheden zien. 34
Het voetbalhart van Veldhuizen gaat sneller kloppen van techniektraining en daarom is hij niet alleen verantwoordelijk voor de voetbalontwikkeling van Jonathan C1, maar is hij ook hoofdtrainer van de E1-selectie. Ik was zelf een technische voetballer en toen ik in de jeugdselecties en het eerste elftal speelde, had ik niet zoveel met de verschillende trainingsvormen. Ik keek iedere training uit naar het partijspel, omdat ik dan mijn energie kwijt kon in het maken van acties. Vanuit het jeugdbestuur werd mij gevraagd om trainingen te verzorgen aan lagere D-teams en dat vond ik zo leuk dat ik in de materie van Wiel Coerver gedoken ben. Niet veel later trainde ik de eerstejaars D-selectie en eerstejaars E-selectie om vervolgens hoofdtrainer te worden van de E1, vertelt Veldhuizen over het begin van zijn trainersloopbaan bij Jonathan te Zeist. Daarna stond ik voor de groep van de D1 en ik merkte dat de spelers technisch minder onderlegd waren. Om positiespel te spelen, moeten de spelers de bal wel naar elkaar kunnen overspelen, alleen het gebeurde vaak dat de bal onder de voet van de spelers doorschoot en dat ze moeite hadden om een man te passeren. Daarom ben ik weer teruggegaan naar de E1, omdat daar de basis van het voetbal wordt aangeleerd. Dit seizoen doe ik de C1 erbij om mijzelf ook bij een andere leeftijdsgroep te ontwikkelen. Keuzes aanreiken Net als destijds bij de D1 merk ik nu ook bij de C1 dat de spelers technisch gezien niet zo goed onderlegd zijn. Jonathan is een grote vereniging en kan dus ieder jaar een aardig selectieteam op de been brengen, maar deze lichting heeft het vooral gered met hard werken en vechtvoetbal. Van achteruit werd veelvuldig de lange bal gespeeld, maar ik wil dat we van achteruit verzorgd positiespel spelen. Aan het begin van het seizoen heb ik de beoogde speelwijze uitgelegd door spelpatronen in de ploeg te slijpen. Dit team leert dit seizoen voor het eerst om echt op te bouwen van achteruit. Ik merk dat de spelers daar veel plezier aan beleven, omdat ik niet alleen uitleg dat spelers bepaalde keuzes moeten maken, maar ik geef ze ook mee waarom ze die keuzes moeten maken. Wat voorheen veel gebeurde, was dat de trainer de buitenspelers coachte dat ze het veld groot moesten maken door tegen de zijlijn aan te kruipen. Dat is prima, alleen de buitenspelers werd niet uitgelegd waarom zij dat moesten doen. Daardoor voeren de buitenspelers die taak wisselvallig uit en dat wil ik voorkomen door duidelijk te maken wat het resultaat is van het breed maken. Ik leg onze rechtsbuiten bijvoorbeeld uit dat, als hij het veld groot maakt, er ruimte komt voor de inspeelpass naar de spits. Daarnaast kan het zo zijn dat de back van de tegenstander hem kort dekt. Dan komt er ruimte tussen de centrale verdediger en de back, waardoor er een steekpass kan volgen. Op het moment dat de back de ruimte voor de steekpass afschermt, is hij in de voeten aan te spelen. Door de speler hiermee te confronteren, krijgt de taak voor hem meer inhoud. René Meulensteen Wij spelen 1:4:3:3 met de punt naar voren op het middenveld, maar laten in de opbouw de linker- of rechter middenvelder in de bal stappen en de andere middenvelder de diepte in duiken, waardoor we in de opbouw eigenlijk met de punt naar achteren staan, zodat de passlijn naar de spits vrijkomt en een middenvelder na deze pass weer kan bijsluiten. Op het moment dat een centrale verdediger de bal in de opbouw niet kwijt kan, zakt een middenvelder in, zodat we weer een extra afspeelmogelijkheid hebben en extra ruimte creëren op het middenveld. Wij staan op dit moment bovenaan in de eerste klasse en ik vind ook dat wij de beste ploeg zijn. Dat komt doordat wij een goede speelwijze hebben en de visie goed kunnen uitvoeren. Ik ervaar echter dat de technische vaardigheden bij deze lichting niet goed zijn ontwikkeld, waardoor de spelers zichzelf niet kunnen redden als we worden vastgezet. Acht jaar geleden zijn mijn ogen open gegaan, doordat ik met de visie van René Meulensteen in aanraking kwam. Ik ben anders gaan kijken naar de ontwikkeling van jeugdspelers. Wij leiden vaak balverlies als we worden vastgezet of spelen de bal ver achteruit als er geen spelers vrij staan. De visie van Meulensteen gaat uit van domineren in één-tegen-één-duels en dat is de inhaalslag die ik met deze lichting wil maken. Spelers moeten namelijk niet alleen door positiespel een overtal kunnen creëren, maar op de momenten dat er geen afspeelmogelijkheden zijn ook een andere uitweg vinden om de bal in bezit te houden. De methode van Meulensteen bestaat uit vier één-tegen-één-situaties: een uitweg vinden met de tegenstander voor je, naast je, achter je en schuin van je. Door verschillende vaardigheden aan te leren binnen deze vier momenten geef je spelers een toolbox mee om zich in iedere situatie te redden. Als de spelers dat beheersen, kunnen zij zich onder druk altijd vrijspelen. Het spel wordt daardoor meer onvoorspelbaar, want de spelers hebben dankzij deze methode meerdere oplossingen om de bal in de ploeg te houden. Onderscheiden in duels Ik ben tot deze ontdekking gekomen, omdat ik de Meulensteen-methode eigen heb gemaakt door de eendaagse-, driedaagse- en tot slot de tweedaagse-elitecursus bij zijn academie te volgen. De cursussen werden door Meulensteen zelf gegeven en waren zeer leerzaam. De afgelopen drie seizoenen heb ik deze visie bij de E1 uitgerold door de spelers aan te leren om zichzelf in de vier één-tegen-één-situaties te redden met verschillende bewegingen. In de hoofdklasse negen-tegen-negen proberen de meeste ploegen mooi voetbal te spelen met verzorgd spel. Zodra DE VISIE VAN RENÉ MEULENSTEEN HEEFT MIJN OGEN GEOPEND 35
de ploegen echter vastgezet worden, zien de spelers geen oplossingen meer en gaan ze fouten maken of de lange bal spelen. De E1-spelers van mijn elftal kunnen zich wel onder de duels uitspelen als we worden vastgezet, dankzij de vaardigheden van Meulensteen. Ik merkte bij de E1 dus dat deze werkwijze resultaat oplevert en daarom wil ik deze visie nu ook bij de C1 in de ploeg slijpen, omdat de spelers technisch minder goed ontwikkeld zijn en daar hinder van ondervinden als ze geen afspeelmogelijkheid zien. Een voorbeeld is het indribbelen van een centrale verdediger. Doordat hij zijn techniek niet goed onder controle heeft, speelt hij de bal vaak te ver voor zichzelf uit en leidt onder druk te makkelijk balverlies. De E1-spelers proberen zichzelf wel onder deze situaties uit te spelen, omdat ik de spelers verschillende bewegingen in één-tegen-één-situaties heb aangeleerd. Als een back in balbezit komt en hij wordt vastgezet, kan hij zichzelf uit de situatie redden door te doen alsof hij de bal naar de keeper gaat spelen, maar zich vervolgens (bijvoorbeeld na een overstap) omdraait en de bal meeneemt, zodat hij de linksbuiten kwijt is en weer ruimte heeft om vooruit in te spelen. Een middenvelder heeft tijdens het opbouwen vaak een tegenstander schuin voor zich of in zijn rug en omdat het middenveld vaak één-op-één staat, kan een middenvelder zich onderscheiden door naar binnen of naar buiten af te draaien, zodat hij zijn directe tegenstander de verkeerde kant opstuurt. Door de toolbox van de spelers vol te stoppen met verschillende bewegingen binnen deze situaties, kunnen de spelers zich altijd onderscheiden van de tegenstander in één-op-één-duels. Resultaat zichtbaar Daar hebben de spelers van de huidige C1 moeite mee, omdat ze in de F, E en D niet op die manier getraind zijn. De spelers van de huidige E1 zullen daar in de C1 geen moeite mee hebben, omdat ze nu volgestopt worden met deze bewegingen. Ik wil deze bewegingen ook bij de C1 gaan aanleren, zodat we altijd een antwoord hebben op de tegenstander als ze ons vastzetten of met het hele team ver inzakken om de ruimtes klein te maken. In drie jaar tijd heb ik bij de E1 het resultaat gemerkt, omdat we een directe tegenstander altijd met vertrouwen durven uit te spelen en we onszelf ten opzichte van betaald voetbalteams onderscheiden. We hebben tegen de eerstejaars E van Feyenoord gespeeld (0-4 overwinning), de tweedejaars E van FC Utrecht (4-4 en 6-4 verlies) en Almere City E1 (2-6 gewonnen). Natuurlijk verliezen we ook weleens, maar dat is vooral vanwege de fysieke weerstand. Ik vroeg mijzelf altijd af hoe het kan dat de beste spelers van één club zo dicht bij het niveau van de beste spelers uit een regio komen. Dat komt in mijn ogen doordat de spelers van de betaald voetbalteams door positiespel de vrije man proberen te vinden, maar zichzelf niet altijd onder één-tegen-één-duels kunnen uitspelen. Doordat de spelers vaker positiespel gebruiken om tot een kans te komen, worden zij angstiger om fouten en een individuele actie te maken. Dus kiezen zij vaker voor zekerheid door de bal terug te spelen. Wij konden onszelf wel onder één-opéén-duels uitspelen door een actie te maken, waardoor we onszelf in de voetbalvisie onderscheiden van andere teams. Daarmee wil ik niet zeggen dat wij het beter voor elkaar hebben dan betaald voetbalteams, maar wel dat onze visie op opleiden resultaat heeft. Inmiddels heeft ook een aantal spelers vanuit onze jeugdopleiding de stap gemaakt naar FC Utrecht. Er trainen momenteel weer twee spelers mee bij de Utrechtse betaald voetbalclub en is één speler op proef bij zowel FC Utrecht als Ajax. Ik zie mijn spelers in een snel tempo stappen maken en daarom is voor mij het bewijs geleverd dat de methode van Meulensteen wel degelijk succes heeft. In de opleidingsvisie van de Duitse voetbalbond staat de visie van Meulensteen genoteerd en het Duitse voetbal maakt technisch, mede dankzij deze methode, een zeer goede ontwikkeling door. Bij de C1 is nog veel winst te boeken door deze visie er in te slijpen. Tijdens technische trainingsvormen lachen de spelers van de C1 elkaar soms uit, omdat een speler zijn tegenstander niet kan passeren. Dat vind ik eigenlijk niet kunnen, maar C-junioren moeten deze vaardigheden wel beheersen. In de F-, E- en D-pupillen moet de toolbox van de spelers gevuld worden met technische vaardigheden binnen de vier één-tegen-één-momenten van Meulensteen. Bij de D-pupillen komt daar het positiespel en de speelwijze bij. Vanaf de C-junioren kunnen deze vaardigheden binnen de posities worden geïntegreerd. Spelers worden per leeftijdscategorie slimmer en tegenstanders worden dat dus ook. Ik ben van mening dat deze manier van opleiden ervoor zorgt dat spelers zichzelf in de B- en A-junioren binnen een speelwijze kunnen onderscheiden door een speelwijze uit te voeren en zichzelf individueel kunnen redden in één-tegenéén-situaties door zichzelf vrij te spelen. Deze visie werpt bij Jonathan zijn vruchten af. 36
PASS- EN TRAPVORM Zet een y-vorm uit Speler 1 speelt speler 2 aan Speler 2 speelt speler 3 aan Speler 3 dribbelt met de bal Speler 3 sluit achteraan Oefening gaat nu via links Vooractie maken Strakke inspeelpass Inspelen op het verste been Goede aanname Juiste balsnelheid AANVALLEN OP HELFT TEGENPARTIJ Zet een veld uit van 70x50 meter Het veld heeft drie vakken (A, B en C) De hoeken van vak A afsnijden Coachpartij kan scoren op een groot doel Tegenpartij kan scoren op kleine doeltjes De trainer (T) speelt een middenvelder aan In vak A wordt drie tegen twee gespeeld Middenvelder zoekt aanvaller in vak B Een middenvelder mag bijsluiten in vak B Na een pass wordt er in vak C gespeeld Bal uit: de trainer brengt de bal in het spel Organisaties neerzetten en bewaken Veel bewegen vanuit de posities Moment herkennen om in te spelen Moment herkennen om bij te sluiten Moment herkennen voor dieptepass 37
PASS- EN TRAPVORM Zet een driehoek uit Speler 1 speelt speler 2 aan Speler 2 kaatst baar speler 1 Speler 1 speelt speler 3 aan Speler 3 kaatst naar speler 2 Speler 2 stuurt speler 3 weg Speler 3 dribbelt naar beginpunt Vooractie maken Strakke inspeelpass Inspelen op het verste been Goede aanname Juiste balsnelheid Reageer op loopacties Maak contact door coaching OPBOUWEN OP EIGEN HELFT Zet een speelveld uit van 70x50 meter De hoeken op helft tegenpartij afsnijden Beide teams kunnen scoren op een doel Keeper speelt een verdediger (3 of 4) in Coachpartij bouwt op, tegenpartij stoort Bal uit: keeper start de oefening opnieuw Het speelveld groot maken (uit elkaar) Zoek de ruimte in de opbouw Laat de tegenpartij continu kantelen Dieptespel via middenvelders of backs Als diepte niet kan, speel geduldig rond Als diepte niet kan, maak een actie 38