NIEUWSBRIEF MELKVEEHOUDERIJ Q4 2016

Vergelijkbare documenten
NIEUWSBRIEF MELKVEEHOUDERIJ Q1 2017

Ontwikkeling in de melkmarkt 21/04/2015

Technische efficiëntie is belangrijker dan lage kosten, zowel voor grote als kleine bedrijven.

LTO- minimelkmarktbericht 21 maart 2013, Klaas Johan Osinga

Bedrijfseconomisch verslag

Economie en melkproductie

Rabobank Food & Agri. Sectorupdate: Nederlandse zuivelkolom in internationaal perspectief

Studiedag melkvee Mag het een liter méér zijn?

In de periode januari- augustus is de gecumuleerde productie met 0.01 % gestegen.

OPMERKINGEN BIJ MELKPRIJSVERGELIJKING SEPTEMBER 2011

Voornemen tot Maatregelenpakket fosfaatreductie

Vragen en Antwoorden Fosfaatreductieplan door ZuivelNL versie 16 december 2016

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

MELKPRIJSVERGELIJKING juli 2018 bij levering kg per jaar

Voornemen tot Maatregelenpakket fosfaatreductie

OPMERKINGEN BIJ MELKPRIJSVERGELIJKING NOVEMBER 2010 MELKPRIJZEN

OPMERKINGEN BIJ MELKPRIJSVERGELIJKING JANUARI 2011 MELKPRIJZEN

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

OPMERKINGEN BIJ MELKPRIJSVERGELIJKING FEBRUARI 2011

Waarden van fosfaatrechten - achtergrondnotitie Natuur & Milieu 1 februari 2016

MELKPRIJSVERGELIJKING MEI 2010

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

Bedrijfseconomische analyse

Rabobank Cijfers & Trends

MELKPRIJSVERGELIJKING mei 2018

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

Zuivelupdate Q3 2018

MELKPRIJSVERGELIJKING MAART 2010

De cijfers zijn exclusief BTW en subsidie zoals toeslagrechten. De specialisatie van de melkveehouderij

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

OPMERKINGEN BIJ MELKPRIJSVERGELIJKING MAART 2011 MELKPRIJZEN

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

Schommelingen in de melkmarkt

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

MELKPRIJSVERGELIJKING JUNI 2014

MELKPRIJSVERGELIJKING AUGUSTUS 2010

Rabobank Food & Agri. Druk op varkensvleesmarkt blijft. Kwartaalbericht Varkens Q2 2015

MELKPRIJSVERGELIJKING DECEMBER 2009

MELKPRIJSVERGELIJKING september 2018 bij levering kg per jaar

MELKPRIJSVERGELIJKING JANUARI 2014

Market Outlook. Een perspectief op de middellange termijn voor de Nederlandse landbouw

MELKPRIJSVERGELIJKING mei 2017

Rabobank Food & Agri. Opslagregeling en kleiner aanbod ondersteunen langzaam herstel Europese varkensmarkt. Kwartaalbericht Varkens Q1 2016

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder. feb-13. jun-13.

Bedrijfsleiderskring: Voorbeeld Boekjaar: 01/10/17

Opmaak van een winnend Bedrijfsplan

MELKPRIJSVERGELIJKING Mei 2019 bij levering kg per jaar

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

MELKPRIJSVERGELIJKING APRIL 2012

MELKPRIJSVERGELIJKING december 2018 bij levering kg per jaar

MELKPRIJSVERGELIJKING november 2017

MELKPRIJSVERGELIJKING SEPTEMBER 2012

MELKPRIJSVERGELIJKING oktober 2018 bij levering kg per jaar

MELKPRIJSVERGELIJKING DECEMBER 2014

MELKPRIJSVERGELIJKING FEBRUARI 2010

DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

MELKPRIJSVERGELIJKING DECEMBER 2012

DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F

Melkmarktbericht 1 juli Minpunten

Oorzaken van melkprijsschommelingen in Nieuw Zeeland. Notitie in het kader van het onderzoek Melken in de Nieuwe Realiteit. 1.

MELKPRIJSVERGELIJKING NOVEMBER 2013

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

MELKPRIJSVERGELIJKING MAART 2012

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

MELKPRIJSVERGELIJKING juni 2018 bij levering kg per jaar

MELKPRIJSVERGELIJKING SEPTEMBER 2013

MELKPRIJSVERGELIJKING DECEMBER 2016

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

AMvB Grondgebonden groei melkveehouderij. 21 April 2015 Harry Kager LTO Nederland

Rabobank Food & Agri. Leidt de verwachte importgroei uit China tot herstel? Kwartaalbericht Varkens Q3 2015

OPMERKINGEN BIJ MELKPRIJSVERGELIJKING JUNI 2011 MELKPRIJZEN

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

PROGRAMMA VOERWINST VERGELIJKING ZEUGEN ONTWIKKELINGEN EN TRENDS is prognose bedragen exclusief btw

MELKPRIJSVERGELIJKING JULI 2009

MELKPRIJSVERGELIJKING november 2018 bij levering kg per jaar

DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F

Beheerscomité dierlijke producten: zuivel. Isabelle Magnus Departement Landbouw en Visserij Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid

////////////////////////////////////////// ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

MELKPRIJSVERGELIJKING APRIL 2014

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

Mineralenmanagement en economie. Jaap Gielen Specialist melkveehouderij

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

Inhoud. Jongerencongresdag. Niels Achten. Inhoud. Niels Achten. Melkvee management. Voorstellen Wat is management? Bedrijfsplan Kengetallen Conclusies

melkveesector: constant hoge prijzen en gestaag toenemende vraag en aanbod.

VAN DER MEER. Health check ten aanzien van melkquotum. Oosterwolde, 3 december 2008

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

2. ECONOMISCHE SITUATIE IN DE ZUIVEL IN 2018

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

5. Samenvatting sector Melkveehouderij

Verder verduurzamen melkveehouderij; Pro-actieve aanpak Route2020

Opbrengst van melk op basis van Nederlandse noteringen, respectievelijk wereldmarktprijzen voor boter en mager melkpoeder

MELKPRIJSVERGELIJKING APRIL 2009

Transcriptie:

NIEUWSBRIEF MELKVEEHOUDERIJ Q4 2016 INHOUD NIEUWSBRIEF Inhoudsopgave Samenvatting... 2 Rendement in de melkveehouderij... 3 Voersaldo op basis van Cowdashboard... 3 Melkprijs voerprijs evolutie... 4 Liquiditeitspositie melkveehouderij... 6 Melk- en voermarkt... 10 Melkmarkt :Tot welk niveau?!...10 Verwachting melkprijs...13 Voermarkt...18 Inkomensprognose 2016... 19 Nederlandse fosfaatproblematiek... 21 Met vriendelijke groeten Ir. Niels Achten en Ir. Johan Achten LIBA Dorpsstraat 21 3950 Bocholt Tel.: +32 (0) 89 46 46 06 Fax: +32 (0) 89 46 11 79 e-mail: liba@liba.be Onze adviezen dienen uitsluitend te worden beschouwd als richtinggevend en zijn niet bindend. Enkel documenten van ons bureau met een gehandtekende vermelding goed voor uitvoering kunnen als werkdocument worden gebruikt.

Samenvatting Het voersaldo bedraagt 5,25 euro per koe per dag. Het voersaldo stijgt op 3 maanden tijd met 2,1 euro per koe per dag. Dit door de stijgende melkprijs en stabiele voerprijs. Verschillen tussen melkveehouders is groot, dit is afhankelijk van hun kritieke opbengstprijs (KOP). Bedrijven met een lage KOP (<26 euro/100 l FPCM) hebben geen liquiditeitstekort opgebouwd en zullen gedurende 2017 terug de kans hebben om te investeren. Bedrijven met gemiddelde KOP (+/- 30 euro/100 l FPCM) zullen eerst de buffer terug aanvullen om daarna terug te investeren. Investeringen kunnen we hiervan pas half 2018 verwachten. Bedrijven met hoge KOP (>34 euro/100 l FPCM) draaien bij huidige melkprijs net rond. Deze hebben een structureel tekort opgebouwd in 14-15- 16. Hier zal men de bedrijfsvoering structureel moeten wijzigen, terug buffer vormen en zich trachten te wapenen tegen volatiliteit. Grote investeringen mag men van deze laatste groep bedrijven de komende jaren niet verwachten De melkprijs in stijgende lijn door het krappe aanbod van melk. Het Europese melkaanbod in oktober is terug vergelijkbaar met oktober 2014. Het overschot geproduceerd in 2015 is opgeslagen onder de vorm van magere melkpoeder. Momenteel zit er ongeveer 400 000 ton in voorraad. Dit is gelijk aan 8 maanden export hoeveelheid van de EU. Deze melkpoeder komt terug op de markt en zal de rem zijn op verder melkprijsherstel. Na de crisis van 2009 heeft de EU magere melkpoeder verkocht aan een ritme van 100 000 ton per jaar. Bij 400 000 ton betekent dit 3 à 4 jaar. De fosfaatproblematiek in Nederland kan het aanbod van melk verder drukken en de afbouw versnellen. Naar schatting zullen hier +/- 160 000 koeien verdwijnen of 1% van de Europese productie. Dit kan de afbouw van voorraad versnellen of de melkprijs versneld verhogen. Eveneens is de vraag wanneer de hogere melkprijs het aanbod terug zal verhogen. Melkveehouders hebben 6 maanden nodig om hun melkproductie te corrigeren. Tussen maart en juni komend jaar verwacht men een correctie door de melkveehouders. Analisten verwacht dat de melkprijs in 2017 zal uitkomen tussen de 30 en 35 euro per 100 l FPCM.

Rendement in de melkveehouderij Voersaldo op basis van Cowdashboard Voersaldo per koe per dag 8,00 7,00 6,00 5,00 2015 2014 2016 4,00 3,00 Het voersaldo is het melkgeld minus de voerkosten per koe (Cijfers zijn afkomstig van Cowdashboard ) Een melkveebedrijf heeft gemiddeld een voersaldo boven de 5 euro per koe per dag nodig om rendabel te zijn. Let op: dit is inclusief de bedrijfstoeslag die ongeveer 0,70 euro per koe per dag bedraagt. Dus in hun dagelijkse liquiditeit hebben bedrijven circa 5,70 euro per koe per dag nodig. Actueel (november 16) zit het voersaldo gemiddeld op 5,25 euro per koe per dag. De stijgende melkprijs zorgt voor een stijgend voersaldo bij de melkveehouders,+2,1 euro per koe per dag op 3 maanden tijd. 5,25 euro net niet voldoende om de dagelijkse uitgaven te dekken. Let wel op, in cowdashboard loopt de melkprijs één maand achter, gedurende november wordt de melkprijs van oktober ingevoerd. De gemiddelde melkprijs in Cowdashboard gedurende november bedraagt 29,73 euro/100 kg FPCM (melk bij 4%vet en 3,3% eiwit). Momenteel stijgt de melkprijs aan een snel tempo. De

melk die melkveehouders in december produceren is waarschijnlijk melk aan een gemiddelde melkprijs tussen de 32 35 euro/100 kg FPCM. Echter zien we momenteel verschillen van +/- 3 euro/100 kg FPCM tussen verschillende zuivelverwerkers. Dit verschil kan te wijten zijn aan strategie alsook de hoge spotmarktprijs (35 euro/100 kg). Door deze hoge spotmarktprijs kunnen zuivelverwerkers die een gedeelte van de melk op de spotmarkt aankopen minder marge maken en minder uitkeren aan hun melkveehouders in de vorm van melkgeld. Visa versa geld hetzelfde, melkverwerkers met overschot aan melk kunnen deze verkopen. Melkprijs voerprijs evolutie Melkprijs/voerprijsratio 2,25 2,00 1,75 1,50 2015 2014 2016 1,25 Geeft de verhouding aan tussen melkprijs en voerprijs (van een totaal rantsoen) Actueel zit de verhouding op 1,71. De ratio die aangeeft hoeveel voer er gekocht kan worden met één liter melk. De melkprijs/voerprijsratio is een graadmeter voor sentiment in de melkveehouderij. Op veel bedrijven is er ingeteerd op reserves of is extra kapitaal aangetrokken bij de bank of leveranciers. Dit financieel tekort zullen de melkveehouders naar alle waarschijnlijkheid eerst

aanzuiveren, voordat ze grote investeringen doen. Wel zullen uitgestelde vervanginvesteringen worden uitgevoerd zodra de melkprijs substantieel stijgt. (>30 euro/100 l FPCM) De stemming op Agriflanders zal terug gematigd positief zijn. In eerste plaats kijkt de melkprijs omhoog i.p.v. naar beneden. Wel zal u verschillen in sentiment tussen melkveehouders opmerken. Het verschil is voor een gedeelte te verklaren door het verschil in kritieke opbrengstprijs (KOP). Bedrijven met een lage KOP hebben een klein of geen financieel te kort gedraaid. Daartegenover draaien bedrijven met hoge KOP momenteel juist rond en is hier een liquiditeitstekort opgebouwd. De eerste bedrijfsleiders zullen positiever gestemd en sneller zin hebben om te investeren t.o.v. de tweede.

/100 l FPCM Liquiditeitspositie melkveehouderij 40,00 Liquiditeitspositie melkveehouderij dec '16 35,00 30,00 25,00 20,00 15,00 90% 10,00 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% KOP 2016 (prognose) Prognose melkprijs dec 16 BOP 2016 (prognose) Grafiek geeft individuele KOP (blauw) en BOP (groen) weer van 103 bedrijven in het boekjaar 2015 met een prognose naar 2016. De rode lijn is de huidige melkprijs. KOP = kritieke opbrengstprijs. Melkprijs nodig om aan alle betalingsverplichtingen te voldoen inclusief aflossingen bij de bank, exclusief vervanginvesteringen (vb: banden van een trekker) BOP = bodem opbrengstprijs. Melkprijs nodig om aan alle betalingsverplichtingen te voldoen exclusief aflossingen bij de bank, exclusief vervanginvesteringen (vb: banden van een trekker) KOP is de minimale liquiditeitsbehoefte BOP is de minimale liquiditeitsbehoefte wanneer: o Kapitaalsaflossingen worden stopgezet o Kapitaalsaflossingen geherfinancierd worden KOP is een maatmeter voor liquiditeit, BOP is een maatmeter voor kostenefficiëntie

Met de verwachte melkprijs in december kan 90% van de bedrijven voorzien in de eigen liquiditeitsbehoefte. De gemiddelde melkprijs in december wordt geschat op 33,5 euro/100 l FPCM. Met een variatie tussen zuivelverwerkers van 31 tot 35 euro/100 l FPCM Met deze melkprijs kan 90% van de bedrijven de dagelijkse uitgaven dekken. Dit percentage loopt snel op door de stijgende melkprijs. Maar de crisis 15-16 heeft afhankelijk van de KOP van bedrijven gezorgd voor grote verschillen tussen bedrijven - Bedrijven met een lage KOP (+/-26 euro/100 l FPCM) hebben enkele maanden een liquiditeitstekort gehad. Maar kunnen dit zelf opvangen. Deze bedrijven zullen gedurende 2017 sneller in staat zijn om te investeren - Bedrijven met gemiddelde KOP (+/- 30 euro/100 l FPCM) hebben vanaf januari 15 ingeteerd op reserve, de bank aangesproken of leveranciersschuld opgebouwd. Deze bedrijven zullen bij een melkprijs boven de 30 euro/100 l FPCM eerst het tekort weg werken en buffer vormen. Het gemiddelde bedrijf heeft in 2015 en 2016 respectievelijk een tekort gedraaid van 2 en 3 euro/100 l FPCM per jaar. In totaal 5 euro/100 l FPCM. De melkprijs zal gedurende 12 maanden minimum 35 euro/100 l FPCM moeten bedragen voordat de buffer van deze bedrijven terug is aangevuld. Investeren zal op deze bedrijven pas kunnen vanaf midden 2018 - Bedrijven met bovengemiddelde KOP (+/-34 euro/100 l FPCM) hebben gedurende 2,5 jaar een tekort gedraaid wat fors hoger ligt dan het gemiddeld bedrijf. Deze bedrijven draaien bij huidige melkprijs net rond. Men zal zich in deze groep moeten wapenen tegen volatiliteit door de bedrijfsvoering aan te passen om cash tekort op te vullen en buffer te vormen. Op deze bedrijven zal weinig tot niet geïnvesteerd worden de komende jaren

Conclusie: - Melkveehouderij wordt de komende jaren een sector met verschillende groeisnelheden door de nasleep van crisis 15-16 - Afhankelijk van de KOP zal er eerst leveranciersschuld moeten weggewerkt worden en buffer gevormd worden alvorens te kunnen investeren. o Lage KOP, kunnen direct investeren o Gem KOP, leveranciersschuld weg werken, buffer aanvullen, investeren waarschijnlijk vanaf midden 2018 o Hoge KOP, bedrijfsvoering structureel wijzigen, leveranciersschuld weg werken, buffer aanvullen, investeringen voor langere tijd tot het minimum beperken 45,0 Lage KOP en BOP 40,0 35,0 30,0 25,0 20,0 15,0 10,0 tekort overschot kapitaal aflossen kosten melkprijs

45,0 Gem. KOP en BOP 40,0 35,0 30,0 25,0 20,0 15,0 10,0 tekort overschot kapitaal aflossen kosten melkprijs 45,0 Hoge KOP en BOP 40,0 35,0 30,0 25,0 20,0 15,0 10,0 tekort overschot kapitaal aflossen kosten melkprijs

Melk- en voermarkt Melkmarkt :Tot welk niveau?! EU o Melkaanbod Melkveehouders hebben de rem gezet op hun productie In de meeste Europese lidstaten zien we een krimp in productie (figuur 1) Met Denemarken, Frankrijk en Verenigd Koninkrijk aan kop De EU produceerde over september in totaal 1,5% of 250 000 ton minder melk. (figuur 2) Maar, bij een stijgende melkprijs, zal het sentiment om te melken groter worden Melkveehouders reageren +/- 6 maanden na een melkprijsstijging met een productiestijging Indien dit het geval gaat zijn, mogen we productiestijging verwachten vanaf maart 2017 De huidige melkprijsstijging is niet gedreven vanuit extra vraag, maar vanuit een krimp in het aanbod. Dit betekent dus dat de prijsstijging kan gecounterd worden door een melkproductiestijging vanaf maart. De boter- en kaasprijs stuurt de melkprijs de hoogte in. (figuur 3) o Voorraad De Europese voorraad is momenteel +/- 400 000 ton magere melkpoeder (figuur 4) Momenteel wordt er geen magere melkpoeder meer aangeboden aan de publieke voorraadhuizen, omdat de prijs (+/-2000 euro/ton) juist boven interventieniveau ligt (+/-1800 euro/ton). Deze grote voorraad zal terug op de markt komen de komende jaren. Een Europese magere melkpoeder export van 8 maanden is gelijk aan deze 400 000 ton. Indien men de magere melkpoedervoorraad afbouwt aan hetzelfde tempo dan 2009 (+/- 100 000 ton/jaar) duurt het 3 à 4 jaar alvorens de voorraad opgegeten is.

Momenteel zijn er tenders uitgeschreven voor de eerste 26 000 ton magere melkpoeder uit voorraad te verkopen. Hier is echter nog weinig animo voor. Deze voorraad zal de komende jaren de mogelijke melkprijspiek wegvegen o Nederland De zuivelmarkt kijkt naar Nederland. Nederland hoort bij de top 8 exporteurs van melk in de wereld en wordt op de vingers getikt door de Europese Unie omwille van een te hoge fosfaatproductie. Men acht hiervoor de melkveehouderij verantwoordelijk door forse veegroei de afgelopen jaren Oplossing volgens de overheid is minder koeien in Nederland door invoer van een begrenzing van het aantal dieren of de te leveren hoeveelheid melk op bedrijfsniveau Wat momenteel vast staat is dat er minder vee komt in Nederland Eerst inschatting +/- 100 000 200 000 dieren Dit is +/- 1,5 miljard liter melk en +/- 1% van de EU-productie Deze 1% kan de afbouw van de magere melkpoedervoorraad versnellen en de melkprijs sneller de hoogte in duwen De juiste inkleuring door de Nederlandse overheid is op dit moment nog onzeker, maar gaat zeker zijn impact hebben op de melkprijs en slachtprijs. Lees meer over de regelgeving achteraan deze nieuwsbrief China o Importcijfers van China zijn hoger dan vorig jaar Volle melkpoeder koopt China in Nieuw-Zeeland Magere melkpoeder in Europa o Interne gegevens van China zijn onbekend. Zo kan niet worden ingeschat of er voorraad wordt opgebouwd of dat de melkproducten direct geconsumeerd worden. NZ-AU o De Global-Dairy-Trade (GDT) veiling plust al enkele veilingen voor magere melkpoeder, volle melkpoeder en boter. De laatste veiling heeft men wel de top bereikt. GDT is de enige veiling in de wereld waarin fysieke melk worden verhandeld GDT is een belangrijke maatmeter voor de teneur in de melkmarkt

o De melkaanvoer in Australië en Nieuw-Zeeland is respectievelijk 10,3 en 2,4% lager dan vorig seizoen o Magere melkpoederprijzen in NZ-AUS zijn hoger dan in de Europa. De grote Europese voorraad van magere melkpoeder zorgt voor de lagere prijs binnen de EU. o De hogere magere melkpoederprijzen in NZ en AUS vertalen zich tevens in een hogere melkprijs voor de NZ-AUS melkveehouders t.o.v. hun Europese collega s USA o USA is weg van de wereldmarkt o De consumptie blijft hier hoog. o USA vraagt sterk naar vethoudende producten Kaas en boter o Dit stuwt onze melkprijs nog steeds omhoog o Politieke instabiliteit zorgt voor onzekerheid in de wereldhandel OPEC o Olie producerende landen hebben een overeenkomst voor de beperking van het aanbod van olie. o Waarschijnlijk zal dit de prijs van de olie doen toenemen. o Hiermee gekoppeld neemt de export van melkproducten, vooral poeder, naar deze landen toe. Een voorbeeld zijn de Algerijnse tenders voor melkpoeder. Deze worden normaal tijdens de eerste maanden van het jaar uitgeschreven voor het vullen van Algerijnse pakhuizen

Verwachting melkprijs Bull-effecten = pro melkprijsherstel 1. Krimp van het aanbod binnen EU 2. Krimp van het aanbod in Nederland 3. Krimp van het aanbod in NZ en AUS 4. China is met mondjesmaat terug in de markt 5. Algemene stijging in vraag naar grondstoffen 6. Stijgende dollar Bear-effecten = contra melkprijsherstel 1. Grote voorraad van magere melkpoeder, zal de piek in melkprijs wegvegen 2. Productiestijging melkveehouders vanaf maart 17? Conclusie De huidige melkprijsstijging is vooral gedreven door een lager aanbod. Voor een duurzaam herstel zal de vraag verder moeten toenemen. Melkprijs kan verder oplopen/stabiliseren indien: - productie van de EU stagneert of verder afneemt - China melk blijft inkopen - de voorraad magere melkpoeder verkleint Tot maart mogen we rekenen met stijgende melkprijzen met een maximum tot 35 euro per 100 l FPCM. Indien de melkprijs verder stijgt zal er magere melkpoeder op de markt komen en zullen melkveehouders reageren met een hogere productie. Het marktevenwicht is momenteel heel fragiel!

Figuur 1: Melkproductie in Europese lidstaten Bron: MMO, 2016 De aanvoer van melk uit Nederland zal afhankelijk van de keuzes van de Nederlandse en Europese overheid dalen met 1 à 2%. Dit kan de melkprijs verder doen toenemen.

Figuur 2: Totale melkaanvoer EU Bron: MMO,2016 De melkproductie loopt terug in de Europese Unie. Het dalende aanbod zorgt samen met de toenemende vraag voor een onevenwichtige markt in het voordeel van de melkveehouders.

Figuur 3: Wereld zuivelprijzen Bron: MMO, 2016-12-21 De boterprijs(zwarte lijn) is sinds 2007 niet meer zo hoog geweest. Boter en kaas(groene lijn) stuwen onze melkprijs. Magere melkpoederprijs(oranje lijn) blijft op een laag niveau door de grote voorraad.

Figuur 4:Europese magere melkpoedervoorraad Bron: Clal.it, 2016 Magere melkpoederprijzen kunnen pas sterk stijgen, wanneer de voorraad volledig is verkocht. De melkprijs kan niet pieken zolang er (veel) magere melkpoeder in voorraad ligt.

Voermarkt Olieprijzen zijn in opwaartse tred. De OPEC landen hebben een afspraak bereikt over productiebeperking, hierdoor creëert men een prijsbodem en schaarste in de markt. Er is dus een grotere kans dat olie duurder zal worden. In het verleden liftten de granen mee op deze trend. Granen en olie zijn verbonden met elkaar langs de bio-ethanol productie. Het Trump-effect. De euro verzwakt t.o.v. de dollar. Momenteel bevindt zich de koers op 1,05 euro/dollar (09-12-16) voor Trump bedroeg deze koers 1,12 euro/dollar. Dit vertaalt zich in Europa in een hogere prijs voor producten geïmporteerd in dollars. Bijvoorbeeld sojaschroot. Momenteel aan een prijs van 339 euro/ton en voor Trump aan een prijs van 317 euro/ton, zonder een noemenswaardige prijsverandering op de Amerikaanse beurs Goede oogsten in het noordelijk halfrond zorgen voor een grote voorraad. Deze voorraad heeft een prijsstabiliserend effect. Momenteel bedraagt de wereldvoorraad van granen 38% t.o.v. de jaarlijkse consumptie. Volgens analisten blijven prijzen laag zolang deze voorraad niet kleiner wordt dan 20%. Eiwitgewassen Sojaschroot: een goede oogst in de VS en grote voorraad zorgen voor een stabiele prijs. Echter koopt China terug veel sojabonen aan. De oogstvoorspellingen voor het zuidelijk halfrond zijn goed. Hier start men met oogsten in februari. Een eenmalig weerseffect of politiekeffect kan de koers snel wijzigen. Koolzaadschroot: koolzaadschroot volgt de markt van de sojaschroot Energiegewassen (maïs en graan) Prijsdruk op granen is groot door super oogst in het Noordelijk halfrond en grote wereldvoorraad.

Inkomensprognose 2016 Op basis van de evolutie in de boekhoudresultaten en melk- en voerprijzen maakt Liba een inkomensprognose van boekjaar 2016. Figuur 5 geeft de evolutie grafisch weer. In figuur 5 zijn volgende zaken weergegeven: - Cashflow: geld beschikbaar uit de bedrijfsvoering om af te lossen, privé te leven, te sparen en te herinvesteren - Beschikbare middelen: geld beschikbaar uit de bedrijfsvoering om te sparen of te herinvesteren. 30,00 Evolutie van het de cashflow en de beschikbare middelen per 100 l FPCM 25,00 20,00 15,00 10,00 5,00 0,00-5,00 Cash flow Beschikbare middelen

De beschikbare middelen zullen voor het eerst sinds jaren negatief zijn voor het gemiddelde bedrijf. Dit betekent dat het gemiddeld bedrijf inteert op reserves of elders bedrijfskapitaal moet zoeken. Dit is een gevolg van: - Negatief: o Lage melkprijs: 26,5 euro/100 l FPCM gemiddeld over 2016 - Positief: o Verdunning van vaste lasten door extra liters. Meeste bedrijven zijn groeiende binnen de bestaande structuur. Hierdoor worden vaste kosten, financieringslasten en privélasten verdunt over meer liters o Quotumkosten zijn volledig afgeboekt o In 2015 superheffing betaald door het gemiddeld bedrijf o Volledige uitbetaling van bedrijfstoeslag gedurende 2016. De vergroeningspremie wordt een jaar nadien uitbetaald o Stabiele variabele kosten ondanks plaatselijke slechte ruwvoeropbrengsten

Nederlandse fosfaatproblematiek Nederland heeft tot en met 2017 derogatie gekregen van Europa. Derogatie is een gunstmaatregel voor lidstaten, derogatie maakt het mogelijk dat graasdierbedrijven met meer dan 80% grasland, een uitzondering krijgen op het gebruik van mest. Deze bedrijven mogen 230 of 250 kg dierlijke stikstof toedienen per hectare, dit is afhankelijk van de regio en grondsoort. Standaard is dit 170 kg dierlijke stikstof per ha. In praktijk is dat een verschil van 15 tot 20 ton dierlijke mest per hectare. De derogatie (ontheffing) loopt tot en met 2017. Momenteel zit Nederland aan de onderhandelingstafel voor 2018 tot 2023. In de vorige onderhandelingen is afgesproken dat alle dierlijke sectoren samen niet meer dan 172,9 miljoen kg fosfaat mogen produceren. Na het afschaffen van het melkquotum is men in Nederland meer koeien gaan houden en meer melk gaan produceren. Daardoor is in 2015 en 2016 het totale fosfaatplafond overschreden. Om in 2018 weer kans te maken op derogatie dient Nederland de fosfaatproductie te reduceren tot beneden het fosfaatplafond. Omdat de melkveehouderij verantwoordelijk is voor de groei in fosfaatproductie dient deze sector dit ook op te lossen. De planning was om dit te doen door de invoering van fosfaatrechten (een vergelijkbaar systeem als het NERS systeem) vanaf 1 januari 2017. Deze deadline is verschoven naar 2018 omdat de Europese mededingingsautoriteit de invoering zoals voorgesteld verboden heeft. Maar gedurende 2017 zou er dan geen zijn voor het leveren van melk en het houden van koeien. Met als gevolg een nog verdere overschrijding van het plafond en kleinere kans op het binnenhalen van de derogatie. Sectorpartijen zoals Rabobank, LTO en de Nederlandse zuivelorganisatie hebben een plan gemaakt om de productie van fosfaat in 2017 te verminderen met 8,2 miljoen kg fosfaat. Dit plan bestaat uit 3 onderdelen. - Fosfaatreductie door voer - Stoppersregeling - Melkreductieplan GVE-regeling De eerste wordt uitgevoerd door de mengvoerindustrie. Zij gaan fosfaatarm voer produceren door bijvoorbeeld raap te vervangen door soja. Dit moet leiden tot een reductie van 1,7 miljoen kg fosfaat. De tweede is een stoppersregeling. De laatste 3 jaar zijn er vrijwel geen melkveehouders gestopt door de onzekerheid op het gebied van fosfaatrechten. Normaal gesproken stoppen er ongeveer 3% van de melkveehouders per jaar. Dit resulteert in dat ongeveer 10% van de melkveehouders wil stoppen in

2017 aldus de Rabobank. Stoppen wordt gestimuleerd door een premie per afgevoerd dier voor stoppers. Daarnaast gaan ABN Amro en Rabobank een voorschot betalen op de fosfaatrechten die er mogelijk gaan komen in 2018. Hiermee moet de veestapel met circa 60.000 dieren krimpen. Dit moet een reductie van 2,5 miljoen kg fosfaat opleveren. Het laatste plan is een melkreductieplan. Dit wordt opgelegd vanuit de zuivelondernemingen. Men gaat melkveebedrijven verplichten om minder melk te produceren, dit moet 4 miljoen kg fosfaatreductie opleveren. Deze regeling houdt in dat melkveebedrijven in 2017 de hoeveelheid melk van 2016 mogen produceren minus 4%. Omdat melkreductie minder oplevert dan reductie van dieraantallen wordt melkveebedrijven de mogelijkheid gegeven om mee te doen aan de grootvee-eenhedenregeling (GVE) zo kunnen zij aan deze melkregeling ontsnappen. Dit houdt in dat melkveebedrijven in 2017 maximaal de hoeveelheid grootvee-eenheden mogen houden die ze hadden op 2 juli 2015 minus 4%. Om onder deze norm te komen, moet de veestapel gereduceerd worden. Door de melkproductie per dier te verhogen kunnen melkveehouders met minder dieren toch meer melk produceren. Wanneer de derogatie toegekend wordt, worden er in 2018 fosfaatrechten ingevoerd. De referentie is gebaseerd op het aantal melkkoeien en jongvee dat de melkveehouder had op 2 juli 2015. Dit wordt vervolgens met 8% gekort om onder het landelijke fosfaatplafond te komen. Fosfaatrechten zullen vanaf dan verhandelbaar worden waardoor bedrijven weer kunnen groeien. Mocht de derogatie niet doorgaan dan gaat de wet fosfaatrechten ook niet door. Deze tekst is onder voorbehoud van wijzigingen van wetgeving Met vriendelijke groeten Ir. Niels Achten en Ir. Johan Achten Onze adviezen dienen uitsluitend te worden beschouwd als richtinggevend en zijn niet bindend. Enkel documenten van ons bureau met een gehandtekende vermelding goed voor uitvoering kunnen als werkdocument worden gebruikt.