Wageningen University pilot avondonderwijs. Samenvatting van het monitoring- en evaluatieonderzoek

Vergelijkbare documenten
MKB-index april 2017

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Fryslân

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zeeland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Gelderland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Drenthe

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zuid-Holland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Limburg

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Flevoland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Noord-Holland

Van goede naar betere dienstverlening. Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds

Zoetermeer, 28 februari 2018

Tevredenheidsonderzoek Heliomare

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT

Tevredenheidsonderzoek Heliomare

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv

Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage

Tevredenheidsonderzoek Fox AOB

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen

BNA Conjunctuurmeting

Aanscherpingen glijdende schaal. Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen. Samenvatting

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Hogeschool van Amsterdam

Cliëntenaudit Bureau ABC

Bouwers en hun gemeente

Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016

De stand van Mediation in Nederland

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Fontys Hogescholen - Talencentrum

Tevredenheidsonderzoek Jobcoach organisatie Trace Daelzicht

Tevredenheidsonderzoek ROC De Leijgraaf

Tevredenheidsonderzoek. ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok

Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid

Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12

Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL

Tevredenheidsonderzoek Twintaal Trainingen

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V.

Tevredenheidsonderzoek STE Languages

Cliëntenaudit Stichting SEIN

Tevredenheidsonderzoek totaal inburgering bv

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland

Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2015

Tevredenheidsonderzoek 2015 / TAMA TalentCentrum

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Fontys Hogescholen - Talencentrum

Tevredenheidsonderzoek ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Piblw-Reïntegratie BV.

Tevredenheidsonderzoek ROC Alfa-college, unit Educatie

Tevredenheidsonderzoek Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie

Tevredenheidsonderzoek Nieuwland Opleidingen B.V.

Tevredenheidsonderzoek Rijn IJssel, Educatie & Integratie

Tevredenheidsonderzoek Jobcoach Company

Uitgevoerd in opdracht van. Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Landstede

Tevredenheidsonderzoek 2014 / De Nieuwe Werkgever

Tevredenheidsonderzoek 2012 / A&P Partners

Tevredenheidsonderzoek AM Werk Reïntegratie BV

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Mondriaan

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Midden Nederland Participatieopleidingen

Tevredenheidsonderzoek Lest Best

Tevredenheidsonderzoek 2010 / Olympia uitzendbureau

Tevredenheidsonderzoek Stap.nu Reïntegratie & Counseling

De Watersector Exportindex (WEX)

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Pappenheim Re-integratie en Outplacement

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V.

De Watersector Exportindex (WEX)

Evaluatie campagne Doe meer met Afval. mening betrokken gemeenten

De oudere starter in Nederland Quick Service

Tevredenheidsonderzoek Coaching en Advisering

Conjunctuurpeiling BNA. Voorjaar René Vogels

Effecten BTW-verandering op het. gedrag van consumenten in de. Schilders- en stukadoorsbranche. drs. K.L. Bangma drs. D. Snel

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Profunda Loopbaancoaching

VBO Woonindex. Tweede kwartaal drs. P. Rosenboom

Tevredenheidsonderzoek Stichting ActiefTalent

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Plan B Loopbaanbegeleiding en re-integratie

Tevredenheidsonderzoek BHP Groep Loopbaanadvisering

Tevredenheidsonderzoek

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Bijstand naar Werk

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid

Tevredenheidsonderzoek Gezamenlijke ID Stichting (GIDS)

Tevredenheidsonderzoek Solvid Ondernemen BV

Tevredenheidsonderzoek Arbo Coaching B.V.

Tevredenheidsonderzoek Replooy re-integratie & coaching vof

Tevredenheidsonderzoek Voorzet Arbeid B.V.

Tevredenheidsonderzoek Nieuwe Koers BV

Tevredenheidsonderzoek. Thatcher & Aalderink meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek. Re-integratie Zeeland meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek 2015 / P&M arbeidsreintegratie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Marian Ruisch Coaching en Re-integratie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Replooy re-integratie & coaching vof

Tevredenheidsonderzoek FITh bv

Tevredenheidsonderzoek Voorzet Arbeid B.V.

Tevredenheidsonderzoek. Succes2gether.B.V meetperiode: 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek Weustink&Partners BV

Tevredenheidsonderzoek Marian Ruisch Coaching en Re-integratie

Tevredenheidsonderzoek BrinQer Verzuim- en Re-integratiemanagement

Tevredenheidsonderzoek Staatvandienst B.V.

Tevredenheidsonderzoek Ben Pranger Personeelsadvies

Effectmeting campagne 'praten over jouw keuze'

Tevredenheidsonderzoek Work Solutions Nederland BV

Transcriptie:

Wageningen University pilot avondonderwijs Samenvatting van het monitoring- en evaluatieonderzoek

Inge van den Ende en Roxanne de Vreede Zoetermeer, 17 februari 2017 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van Panteia. Panteia aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden. The responsibility for the contents of this report lies with Panteia. Quoting numbers or text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of Panteia. Panteia does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.

Samenvatting Achtergrond en doel van het onderzoek De belangstelling onder studenten voor opleidingen aan Wageningen University blijft toenemen, wat resulteert in een groeiend aantal studenten. Aangezien de universiteit het kleinschalige en intensieve onderwijs wil behouden, en omdat de groei in de toekomst anders kan lopen dan voorspeld, bekijkt de universiteit mogelijkheden om de bestaande ruimtes efficiënter te benutten. Dit betekent dat naast het inzetten van vernieuwende onderwijsvormen (o.a. online en blended learning) en het verhogen van de bezetting overdag de universiteit wil experimenteren met avondonderwijs. In de eerste twee periodes van het studiejaar 2016-2017 is Wageningen University gestart met de pilot avondonderwijs. Een variatie aan vakken (hoorcolleges, werkcolleges en werkgroepen) voor studenten van verschillende leerjaren en opleidingen is hiervoor geselecteerd. Wageningen University heeft Panteia gevraagd ondersteuning te bieden bij het monitoren en evalueren van de gevolgen die de pilot heeft voor zowel het onderwijs, de ondersteuning als de tijdsbesteding van docenten en studenten. Ook het perspectief vanuit de facilitaire ondersteuners en de studie- en studentenverenigingen is hierbij van belang en meegenomen. Om uitvoering te geven aan deze onderzoeksvraag heeft Panteia de volgende onderzoeksactiviteiten uitgevoerd: Advisering over de vragenlijsten voor studenten, docenten, facilitaire ondersteuners, studie en studentenverenigingen; Afnemen en analyseren van de vier vragenlijsten; 30 telefonische interviews gevoerd, waarvan 10 met docenten en 20 met studenten; Integrale analyse uitgevoerd en rapportage opgesteld. Studenten De gevolgen voor studenten, volgens studenten zelf, tijdens de pilot avondonderwijs zijn negatief voor hun concentratie, ritme en avondbesteding. Bijna 79% van de studenten geeft aan zich (enigszins) slechter te kunnen concentreren tijdens avondcolleges in vergelijking tot overdag. Dit blijkt niet te liggen aan de kwaliteit van de lessen want die is volgens de meeste studenten wel gelijk. Ook heeft de lage concentratie nog geen aantoonbare effecten op de studentenprestaties 1 gehad. Studenten geven aan dat de pilot avondonderwijs hun ritme en planning verstoorde, voor extra stress zorgde door de lange dagen, de studiebelasting verhoogde en zij hierdoor andere activiteiten niet meer konden doen. Ook bleken studenten onvoldoende tijd te hebben voor hun avondeten wanneer zij een avondcollege hadden en zijn ze ontevreden over het tijdstip waarop het avondonderwijs plaatsvindt. Het avondonderwijs heeft geen gevolgen voor de reistijd of de manier waarop studenten reizen. Ook voelen de meeste studenten zich niet onveilig in de avond als zij over de campus lopen. Driekwart van de studenten staat negatief tegenover het avondonderwijs zoals het tijdens de pilot is aangeboden. Het merendeel heeft deze mening ook niet veranderd 1 Met studentenprestaties wordt hier bedoeld: de gemiddelde examenresultaten van de studenten op de deelnemende vakken in 2017 en de drie voorgaande jaren (2013-2014, 2014-2015, 2015-2016 en 2016-2017). 3

na deelname aan de pilot. Als Wageningen University besluit om avondonderwijs in te voeren dan zouden studenten graag zien dat: rekening gehouden wordt met de geschiktheid van het type college (d.w.z. alleen hoorcolleges die worden opgenomen); de planning verbetert (d.w.z. alleen avondcolleges als het rooster technisch noodzakelijk is, betere aansluiting tussen avondcolleges met colleges diezelfde dag, voldoende tijd voor het avondeten, geen ochtendcollege na een avondcollege, maximaal 2 dagdelen onderwijs per dag, avondcolleges korter dan 3 uur, bijvoorbeeld door roosters in hun totaliteit aan te passen met andere tijdsblokken en gespreide pauzes); zij maximaal één avond per week avondcollege krijgen, bij voorkeur op de maandag of dinsdag. Avondonderwijs (in de tijdspanne 18:15-21:00) heeft ten opzichte van mogelijke andere alternatieve maatregelen onder studenten niet de voorkeur. Veel studenten vragen zich ook af in hoeverre er daadwerkelijk een capaciteitsprobleem is (m.n. vanwege de vele lege lokalen die zij overdag zien). De alternatieve maatregelen die studenten aandragen zijn met name hierop gericht, namelijk: klaslokalen beter inroosteren (o.a. toezicht op daadwerkelijk gebruik van gereserveerde zalen) en beter gebruik maken van alle beschikbare gebouwen. Daarnaast noemen zij een studentenstop, meer gebruik maken van online onderwijs en het neerzetten van een nieuw gebouw als alternatieve oplossing. Docenten Avondonderwijs heeft volgens docenten hoofdzakelijk gevolgen voor de opkomst en concentratie van studenten tijdens de colleges en voor hun eigen tijdsbesteding. Gedurende de pilot was de opkomst van studenten, volgens ruim de helft van de docenten, lager dan zij gewend zijn overdag. Door de vermoeidheid bij studenten was hun concentratie tijdens colleges lager. Dit gold het sterkst volgens docenten tijdens werkcolleges. De helft van de docenten geeft zelf aan (enigszins) meer moeite te hebben gehad om kwalitatief goed onderwijs in de avond te geven in vergelijking met colleges overdag. Ook dat gold sterker voor werkcolleges dan voor hoorcolleges. Docenten zelf ervaarden tijdens de pilot extra stress, onvoldoende tijd voor het avondeten, dat zij andere activiteiten niet meer konden ondernemen en dat zij niet in ruil voor het avondcollege een ochtend of middag vrij konden nemen. Het avondonderwijs heeft geen invloed gehad op de reistijd en manier waarop docenten naar huis reden. Ook hebben docenten zich in de avond op de campus niet onveilig gevoeld. Docenten blijken het lastig te vinden om de kwaliteit van de receptie, conciërge en itservicedesk in de avond te beoordelen. Degene die dat wel kunnen geven aan dat de kwaliteit hetzelfde is als overdag. Over het avondeten zijn docenten niet uitgesproken negatief of positief. Wel zijn docenten kritisch over de variatie en de hoeveelheid van het aanbod voor avondeten. Tweederde van de docenten staat negatief ten opzichte van het avondonderwijs zoals het tijdens de pilot is aangeboden. Ruim een kwart van de docenten is negatiever geworden na deelname aan de pilot. Docenten van hoorcolleges zijn het vaakst tevreden en vinden het hoorcollege als onderwijsvorm ook geschikt voor avondonderwijs. Naast hoorcolleges beschouwen docenten die werkcolleges geven deze werkcolleges vaak ook als een geschikte vorm voor avondonderwijs. Mocht de 4

universiteit doorgaan met avondonderwijs dan willen docenten bij voorkeur maximaal één keer in de week avondcollege geven en alleen op dinsdag of woensdag. Bijna geen enkele docent heeft een verbetersuggestie voor het concept avondonderwijs. Docenten vragen zich veelal af in hoeverre er daadwerkelijk een capaciteitsprobleem is omdat zij overdag meerdere lege collegezalen aantreffen. Ten opzichte van andere alternatieve maatregelen voor het capaciteitsprobleem va n de universiteit is onder docenten het avondonderwijs in de vorm zoals het in de pilot is getest, het minst populair. Docenten geven liever de voorkeur aan het werken met grotere groepen studenten overdag, op een andere weekdag starten met het vak met eventuele uitloop naar een onderwijsvrije week en een andere volgorde van onderdelen (hoorcollege, werkcollege en werkgroep) binnen het vak die beter past bij de beschikbaarheid van de zalen. Docenten voegden zelf de maatregel toe dat de universiteit de roostering van collegezalen moet verbeteren. Facilitaire ondersteuners De pilot avondonderwijs heeft voor de facilitaire ondersteuners weinig invloed gehad, omdat: Net als voor de docenten en studenten de reistijd, de manier van reizen en het veiligheidsgevoel in de avond niet anders is in de avond; Ze hadden voldoende tijd voor het avondeten; In vergelijking met studenten en docenten voor een relatief klein deel (37%) geldt dat hun ritme en planning is verstoord; Verschuiven van activiteiten voor het avondwerk was meestal geen probleem. Wel is driekwart van de ondersteuners (enigszins) ontevreden over het avondeten. Ondersteuners zijn zowel kritisch over de kwaliteit (variatie en hoeveelheid) als de prijs-kwaliteit verhouding. Daarnaast vinden zij de sfeer in de avond wel minder dan overdag. Het merendeel van de ondersteuners is positief over het werken in de avonduren. Deze mening is ook niet veranderd door de pilot. Als de universiteit door wil gaan met avondonderwijs willen ondersteuners graag een onkostenvergoeding voor het avondeten, een verbeterde planning voor de inzet van ondersteuners en voornamelijk ict-ers vragen om mogelijkheden om thuis te werken. Verder zouden zij maximaal één keer per week in de avond willen werken en dan op een dinsdag of woensdag. Opvallend genoeg, is avondonderwijs ten opzichte van andere alternatieve maatregelen het minst favoriet. Ondersteuners hebben liever een verlengd dagrooster of dat de onderdelen van een vak in een andere volgorde worden aangeboden die beter past bij de beschikbaarheid van collegezalen. Studie- en studentenverenigingen Het voornaamste gevolg voor en volgens studie- en studentenverenigingen van de pilot avondonderwijs is een lagere opkomst tijdens hun activiteiten. De lagere opkomst merkten zij zowel tijdens georganiseerde (bijv. sportwedstrijden of lezingen) als niet-georganiseerde (bijv. kroegentocht) activiteiten. Verder leidde de pilot tot minder actieve leden en het annuleren van vergaderingen doordat leden naar avondcollege moesten. Studie- en studentenverenigingen zijn nog steeds negatief (53%) of negatiever geworden (25%) over de pilot avondonderwijs. Dat zij negatiever zijn geworden, komt 5

doordat de opkomst lager uitviel dan zij hadden verwacht. Slechts een paar verenigingen dragen verbetersuggesties voor het concept avondonderwijs aan zoals opname van alle colleges, het beperken tot één avond of vaste momenten. De meeste verenigingen willen gewoon geen avondonderwijs. Voor de alternatieve maatregel waarin een andere volgorde wordt gehanteerd van onderdelen van een vak die beter past bij de beschikbaarheid van de zalen, wordt massaal (94%) gekozen. Suggesties van de verenigingen zelf zijn het gebruik maken van de oude campus de Dreijen en verbeterd toezicht op gereserveerde zalen omdat zij constateren dat er overdag zoveel lokalen leeg zijn. Conclusies Op basis van dit onderzoek concluderen wij dat, volgens de vier onderzochte doelgroepen, het avondonderwijs in de vorm zoals tijdens de pilot is aangeboden in negatieve zin gevolgen heeft voor zowel het onderwijs als de tijdsbesteding van docenten en studenten. Voor het onderwijs betekent dit een lagere opkomst en concentratie van studenten tijdens avondcolleges. Docenten hebben meer moeite om kwalitatief goed onderwijs te geven, ondanks dat de kwaliteit van de colleges over het algemeen in de avond gelijk is aan overdag. Ook ervaren docenten, net als de studenten, extra stress en zien docenten geen mogelijkheid om tijd voor tijd te ruilen. Avondonderwijs gaat verder ten koste van andere activiteiten die docenten en studenten hierdoor niet meer kunnen doen. Voor de facilitaire dienstverlening zijn er nauwelijks gevolgen, alleen zijn zowel docenten, studenten als ondersteuners kritisch over met name de variatie van het aanbod van avondeten op de campus. Ondanks dat het merendeel van de respondenten negatief staat ten opzichte van het avondonderwijs zoals aangeboden tijdens de pilot en de voorkeur geeft aan andere maatregelen, kan worden geconcludeerd dat als de universiteit door wil gaan met avondonderwijs met zo min mogelijk negatieve effecten, er een aantal belangrijke randvoorwaarden zijn waar de universiteit rekening mee kan houden. Het gaat om de volgende randvoorwaarden: Alleen hoorcolleges die maximaal één avond per week op dinsdag worden gegeven; Alleen avondcolleges die worden opgenomen; Geen ochtendcolleges na een avondcollege; Colleges die aansluiten op een middagcollege; Er voldoende tijd in het rooster is opgenomen voor avondeten; Maximaal 2 dagdelen colleges per dag; Avondcolleges korter dan 3 uur; Aanpassen van het dagrooster met andere tijdsblokken, kortere en/of gespreide pauzes en beperken lengte tot de vroege avond; Alleen avondcolleges als het rooster technisch noodzakelijk is. 6