Voorstel voor een Tweeledige Wijkraad M.E. van der Tuuk Democratie-modellen lopen altijd aan tegen het probleem van representativiteit versus slagvaardigheid. Een raad samengesteld uit meer dan 350 bewoners is representatief, maar deliberatie is praktisch moeilijk realiseerbaar. Nadeel van een kleine groep is gebrek aan representatie, en daardoor ook aan legitimiteit en draagkracht. Het referendum is een manier om dit probleem te overkomen: een door een selecte groep uitgewerkt plan wordt dan aan de wijk voorgelegd. Nadeel van het referendum is dat de wijk niet betrokken is geweest bij het ontwikkelen van het plan, er geen deliberatie heeft plaats gevonden, waardoor het plan wellicht alsnog geen draagkracht heeft, en de kans op een 'nee'-stem toeneemt. Het referendum wordt dan een peiling van onvrede, en kan zelfs polarisatie versterken. Een tweeledige wijkraad, bestaande uit een Grote Raad en een Kernraad biedt een oplossing voor dit dilemma. Dit model is geïnspireerd op Terrill Bouricius 1 en onderzoek van de Werkgroep Nieuwe Democratie (Amersfoort). De Grote Raad bestaat uit 200 tot 400 leden (afhankelijk van de grootte van de wijk en wat werkbaar is). 2 In elke straat ontvangen 2 tot 8 (?) willekeurige huishoudens een uitnodiging voor zitting in de Grote Raad. Dit gebeurt op basis van loting / straatificatie: hoe meer huisnummers de straat telt, hoe meer uitnodigingen. 3 Elk geloot huishouden kan zelf bepalen of iemand, en wie (m/v), zich kandidaat stelt. Uit de mensen die zich aanmelden / kandideren wordt een representatieve raad van 200 tot 400 samengesteld; wederom op basis van straatificatie: uit elke straat, naar aantal huisnummers, een evenredig aantal. 4 Van leden van deze raad wordt relatief geringe investering (tijd, energie) geëist, dus deelname is laagdrempelig. Wel wordt verwacht dat men zich gedurende een langere periode (bijv. 4 jaar) wil inzetten. Zij krijgen geen vergoeding voor geleverde inspanning, omdat dit moeilijk te meten is. Wel krijgen zij (elk jaar, of na 4 jaar?) een blijk van erkenning (publiekelijk?). Leden van de Grote Raad bepalen zelf waarvoor zij zich hard willen maken (bijv: groen, parkeren, speeltuinen). Zij vormen met andere leden werkgroepen omtrent thema's, met wie zij delibereren om tot een plan te komen. Deze werkgroepen overleggen met de Kernraad over haalbaarheid, budget, juridische aspecten, etc. Elk jaar wordt, wederom door straatificatie, ¼ van de leden vervangen door (50 tot 100) nieuwe wijkbewoners. Taken van de Grote Raad: Deliberatie (onderling in werkgroepen, alsook met de Kernraad) staat centraal. 1 e fase: inventariseren / agenderen van problemen / doelen / thema's plenair (zie Bouricius, #1). 1 2 e fase: suggesties voor realisatie & uitwerking van plannen m.b.t. deze doelen, in werkgroepen (Bouricius, #2). 1 (voor inventariseren / uitwerken van plannen in werkgroepen biedt de G1000 wellicht inspiratie). Zonodig: anonieme stemming na presentatie (door de Kernraad) van het definitieve plan (zie Bouricius, #4). 1 Voordelen: Straatificatie = legitimiteit door representativiteit (stratificatie op leeftijd, etniciteit, inkomen is dan overbodig). Inclusiviteit: iedereen kan uitgenodigd worden en mag (!) meedenken, meepraten en meebeslissen. Emancipatie door participatie: als raadslid leer je en activeer je burgerschap bij jezelf en anderen. Meer betrokkenheid door zichtbaarheid: iedereen kent (via via) wel iemand in de wijkraad. Crowdsourcing: bewoners vanuit de hele wijk (alle straten) brengen ervaring en kennis over de wijk in. Mensen leren hun mede-wijkbewoners uit andere buurten kennen, en spreken over noden / wensen. Leden kunnen buiten de raad om ook in de eigen straat / buurt burgers betrekken bij de dialoog / thema's. Deliberatie: de werkgroepen werken de vastgestelde thema s uit tot min of meer concrete voorstellen. Loting: geen partij-politiek, referenda of verkiezingscircus (van Reybrouck: verkiezing = verzieking) 1
Nodig voor het functioneren van vooral de Grote Raad zijn: Een digitale omgeving waar gediscussieerd, informatie gedeeld en bijeenkomsten gepland kunnen worden. De hele wijk kan bijdragen inzien en discussiesvolgen, alleen leden van de Wijkraad kunnen bijdragen (inlog). Een fysieke omgeving om bijeen te komen, zowel plenair als voor de werkgroepen (bijv: buurthuis / school). Vooral in de 1 e fase (zie Bouricius, #1) 1 is daarbij belangrijk dat het proces gecoördineerd / begeleid wordt. Dit is een taak voor leden met (3 jaar?) ervaring, en voor de Onderzoeksraad (zie Bouricius, #5 & #6) 1 De Kernraad (10 leden? + 3 gemeenteraadsleden?): Deze wordt geloot (of eventueel gekozen?) uit leden van de Grote Raad die zich kandidaat stellen. 5 Van leden van deze Kernraad wordt meer investering (tijd, energie) en intensievere samenwerking verwacht. De financiele vergoeding moet hiermee evenredig zijn (het is een functie waaraan eisen verbonden zijn). Zitting in deze raad is van kortere duur dan in de Grote Raad, en thema-(cluster) of budget gebonden (1 jaar?). 6 Deze raad is in dialoog met de Grote Raad, vooral via de afzonderlijke werkgroepen (groen, parkeren, etc). Zonodig kunnen er hoorzittingen met de gehele Grote Raad georganiseerd worden. Belangrijk: geen belangenstrijd, maar deliberatie / oplossingsgerichtheid / streven naar consensus. 7 Taken van de Kernraad: Structureert input, werkt voorstellen concreter uit (en koppelt deze terug naar de werkgroepen). Schakelt waar nodig expertise in, doet onderzoek naar haalbaarheid, en eventuele juridische implicaties. Overlegt met de werkgroepen in de Grote Raad, organiseert zonodig hoorzittingen (Bouricius, #3). 1 Komt uiteindelijk tot overeenstemming (unaniem? of met bijv. 75% voor?). Presenteert het plan aan de Grote Raad (en brengt het, bij gebrek aan consensus in de Kernraad, in stemming). Voordeel: Een kleinere groep kan intensiever samenwerken, wat de werkbaarheid / efficientie ten goede komt. Van deze groep kan verwacht worden dat zij zich meer verdiepen in alle haken en ogen van de voorstellen. Onderzoek en inschakelen van expertise (waar nodig) zorgt voor een beter geinformeerde afweging. De Onderzoeksraad bestaat uit academici en professionals met interesse en expertise in lokale democratie. Taken van de Onderzoeksraad: In de 1 e fase (Bouricius, #1) 1 is het belangrijk dat het proces gecoördineerd / begeleid wordt (Bouricius, #5/6). 1 Daarna kunnen ze de rest van het proces monitoren (zonodig begeleiden; zie Bouricius, #5/6). 1 Na afronding van een jaar / thema-cluster evalueren ze het hele proces en komen met verbeterpunten. Ze delen hun ervaringen / inzichten met de wijkraad, de gemeenteraad en andere geinteresseerden. Kwaliteit / continuiteit enerzijds en roulatie / fluiditeit anderzijds gaan in dit model samen: Als een kwart van de leden (de langst zittenden + afhakers) van de Grote Raad bijv. elk jaar vervangen wordt. Als de leden van de Kernraad na het uitwerken van een (cluster van) plan(nen) vervangen wordt (na 1 jaar?). Doordat leden uit de gemeenteraad (met hun bestuurlijke expertise) deel uitmaken van de Kernraad. Als mensen uit de Onderzoeksraad het proces monitoren / begeleiden (zie Bouricius, #5/6). 1 Loting voorkomt cliëntelisme / ons-kent-ons-cultuur 2
VOORBEELD van de Tweeledige Raad in actie (eerste aanzet, niets ligt vast) 1] 2000 willekeurige wijkbewoners (straatificatie) ontvangen een uitnodiging met informatie over de wijkraad. De Grote Raad van 200 leden wordt samengesteld op basis van straatificatie (elk jaar wordt ¼ vervangen). Kandidaten horen of zij geloot zijn voor de Grote Raad en worden uitgenodigd voor een 1 e plenaire zitting. 2] 1 e fase: de Grote Raad + gemeenteraadsleden + leden van de Onderzoeksraad komen bijeen. Ter kennismaking met: elkaar, gemeenteraadsleden, doel van de wijkraad, en werkwijze / procedures. Bevoegdheden worden afgebakend, en er wordt gesproken over budgetten e.d. Er worden problemen / thema's / doelen geinventariseerd en geagendeerd (ook door gemeenteraadsleden). Zo ontstaat een cluster van problemen / thema's / doelen die aangepakt moeten worden. Op basis daarvan vormen zich werkgroepen omtrent de diverse thema's. Sommige thema's betreffen de hele wijk, andere gaan over een specifieke buurt / straat, etc. Leden mogen natuurlijk aan meer dan 1 werkgroep deelnemen (afhankelijk van hun betrokkenheid). 3] Binnen de werkgroepen worden bijeenkomsten georganiseerd om tot een plan / voorstel te komen. Stakeholders, experts, etc. kunnen uitgenodigd worden voor hun input. Tussentijds kunnen leden ook zaken bespreken met andere (niet gelote) wijkbewoners. 4] a) Leden van de Grote Raad met meer tijd en ambitie kunnen zich kandideren voor de Kernraad. Uit deze leden van de Grote Raad worden 10 tot 20 kandidaten geloot om zitting te nemen in de Kernraad. b) Na enig resultaat benoemt elke werkgroep een afgevaardigde om zitting te nemen in de Kernraad. 5 Deze persoon moet de tijd en de wil hebben om zich intensiever voor de wijk in te zetten. 5] De Kernraad komt geregeld bijeen om intensiever samen te werken aan het overall plaatje: technische expertise, juridische aspecten, budgettering, inpassing in gemeentebeleid, etc. Uitkomsten / bevindingen worden teruggekoppeld aan de werkgroepen van de Grote Raad. Zonodig kunnen er tussentijdse hoorzittingen georganiseerd worden met de voltallige Grote Raad. 6] De werkgroepen kunnen dan desgewenst met die informatie verder nadenken over bijv. alternatieven. Ze kunnen weer stakeholders, experts en/of andere wijkbewoners consulteren. De werkgroep / afgevaardigde communiceert de relevante informatie daaruit weer naar / binnen de Kernraad. 7] Het werk van de Kernraad en hun dialoog met de Grote Raad resulteert in een totaal-plan met budgettering. Hierover moet de Kernraad het unaniem (of voor 75%) eens zijn, anders wordt er door de Grote Raad gestemd. In een bijeenkomst van de Grote Raad met de Kernraad wordt dit plan sowieso gepresenteerd en toegelicht. Bij gebrek aan consensus in de Kernraad brengen alle leden de Grote Raad (inclusief Kernraad) hun stem uit. Als het plan wordt weggestemd gaat het proces terug naar 2]. Als het plan wordt aangenomen is het vakantie: werkgroepen worden opgeheven, en afgevaardigden van de Kernraad worden weer gewone leden van de Grote Raad. 8] de Onderzoeksraad, Grote Raad en Kernraad evalueren het hele proces en komen met verbeterpunten. 3
1 Bij alle mogelijke voorstellen zijn voors en tegens; tegengestelde opties hebben beide hun voor- en nadelen. Terrill Bouricius schetst vijf dilemma's: "Je wilt dat loting voor een grote, representatieve steekproef zorgt, maar je weet ook dat het in kleinere groepen makkelijker werken is. Je wilt een snelle rotatie om participatie te bevorderen, maar maar je weet ook dat langere mandaten degelijker werk opleveren. Je wilt iedereen die dat wil mee laten doen, maar je weet ook dat je dan een oververtegenwoordiging van hoogopgeleide, mondige burgers krijgt. Je wilt burgers met elkaar laten beraadslagen, maar je weet ook dat dan groepsdenken dreigt; de neiging om snel consensus te vinden. Je wilt zoveel mogelijk macht geven aan een geloot lichaam, maar je weet ook dat sommige individuen te zwaar op het groepsproces gaan drukken met arbitraire resultaten tot gevolg." (Terrill Bouricius, in David van Reybrouck: Tegen verkiezingen) Bouricius bepleit een systeem met 6 organen voor checks & balances (benut voordelen, mitigeert nadelen) 1) agenda council: geloot onder kandidaten, agendeert doelen / thema's 2) interest panels: 12 vrijwilligers (niet geloot, noch gekozen), ervaringsdeskundigen, experts, lobby's, etc 3) review panel: beoordeelt haalbaarheid van voorstellen, schakelt expertise in, organiseren hoorzittingen, etc 4) policy jury: grote groep gelote burgers, tegenwicht voor de review panel, stemt over voorstel / plan 5/6) rules council & oversight council: bewaken het proces (loting, deliberatie, stemming) samenvatting: http://decorrespondent.nl/538/ 2 Alle getallen in dit voorstel zijn provisioneel, en kunnen aangepast worden naar werkbaarheid / haalbaarheid e.d. 3 Straatificatie (met dubbel aa) is een vorm van loting waarbij zeker wordt gesteld dat elke straat gerepresenteerd wordt. Lange straten (met meer huisnummers) worden door meer bewoners gerepresenteerd dan kleine straten. Stel je wilt een Grote Raad van 200 leden, dan moet je misschien bij 2000 huishoudens een uitnodiging in de bus doen. Uit de bewoners die zich kandideren worden er dan 200 geloot, maar met inachtneming van de geografische spreiding ; dus het principe dat elke straat in de wijk vertegenwoordigd wordt, liefst naar gelang het aantal huisnummers. Op die manier loop je niet tegen een aantal problemen met loting aan: - Je hoeft geen aantal van minstens 384 te hebbenom representativiteit te waarborgen. - Stratificatie is dan ook overbodig (strikt genomen misschien alleen naar sexe). 4 Sommige buurten zullen een grotere drempel ervaren om te participeren, waardoor een scheve verhouding in de representatie dreigt. Dit moet gemitigeerd worden door straatificatie. 5 De Kernraad zou ook samengesteld kunnen worden uit door de werkgroepen afgevaardigde woordvoerders. 6 Ik ga hierbij uit van het idee dat er elk jaar een wijkbudget vastgesteld wordt waar de Raad over kan beschikken. Elk jaar zal dan vastgesteld moeten worden welke projecten er gerealiseerd zullen gaan worden. Op basis daarvan kan de Kernraad elk jaar, na afronding van een cluster projecten, vervangen worden. 7 Deze geheel andere benadering dan die van de representatieve democratie, waarbij partijen zich moeten profileren, en daardoor soms lijken op belangen-organisaties, maakt deel uit van het experimentele karakter van dit voorstel. 4
5