Kansen voor natuurvriendelijke oevers in de boezems van HHNK KRW onderzoeksproject Natuurvriendelijke Boezem Auteurs S. Janssen, S. Zierfuss Registratienummer 12.55095 17-12-12 Versie Status definitief Afdeling Afdeling Watersysteem
Kansen voor natuurvriendelijke oevers in het boezemsysteem
Kansen voor natuurvriendelijke oevers in het boezemsysteem Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 2 Aanleiding 6 3 Doel Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4 Aanpak project 8 5 Literatuurstudie 9 6 Zoekkaart boezemsysteem 10 7 Ontwikkeling tool 11 8 Resultaten 12 9 Conclusie en aanbevelingen 13 9.1 Conclusies 13 9.2 Aanbevelingen 13 10 Bijlagen 14 11 Bronvermelding 14
Kansen voor natuurvriendelijke oevers in het boezemsysteem
5 1 Inleiding In deze rapportage wordt beschreven hoe de Kaderrichtlijn Water onderzoeksmaatregel Natuurvriendelijke oever in de Boezem van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier is vorm gegeven en wat de verkregen resultaten zijn. De resultaten worden gebruikt om invulling te geven aan de KRW investeringsvraag en vormen daarnaast input voor het KRW-maatregelenpakket 2015. De KRW De Kaderrichtlijn water (KRW) geeft als resultaatsverplichting dat in 2015 of 2027 het watersysteem van een goede ecologische kwaliteit moet zijn. De aanleg van natuurvriendelijke oevers (nvo s) is in veel gevallen een geschikt middel om de ecologische kwaliteit te verbeteren. De oever beïnvloed namelijk onder andere het voorkomen van waterflora, macrofauna en vis, welke allen afzonderlijk worden meegewogen in de KRW maatlat-score. Deze maatlatten bestaan uit vier ecologische hoofdparameters: fytoplankton (algen), macrofauna (kleine ongewervelde waterdieren), macrofyten (waterplanten) en vissen, waar een aantal niveau s aan worden toegekend zoals slecht, ontoereikend, matig en goed. De ecologische doelstelling (norm) van een water wordt uitgedrukt in een GEP. Het GEP staat voor goed ecologisch potentieel en beschrijft een gezonde situatie van een kunstmatig water. De Schermerboezem is een kunstmatig water (sloten en kanalen met het watertype M7a M7b) en scoort slecht tot ontoereikend op de KRW maatlatten. De onderzoeksmaatregel richt zich op alle boezemsystemen, de Amstelmeerboezem, de VRNK-boezem en de Schermerboezem. Speciaal is gekeken naar het noordelijk deel van de Schermerboezem, aangezien dat deel erg krap is gedimensioneerd.
6 2 Aanleiding en doel De KRW kent een inspanning- en een resultaatsverplichting. Door een grote achtergrond belasting is het verkrijgen van een verbeterde chemische kwaliteit in het boezemsysteem op korte termijn niet haalbaar. De focus wordt daarom eerst gelegd op het verbeteren van de ecologische kwaliteit. Dat houdt in dat HHNK inspanningen moet verrichten om een verbetering op de ecologische maatlatten te verkrijgen. Het aanleggen van natuurvriendelijk ingerichte oevers en omvorming van beheer & onderhoud kan daar aan bijdragen. Onderzoeksvragen die daarbij naar voren komen zijn: - Is er naast het huidige investeringenpakket nog voldoende ruimte in het noordelijk deel van het boezemsysteem wat krap gedimensioneerd is, om invulling te geven aan het KRW maatregelenpakket 2015-2021? - Waar zijn voldoende brede rietlanden die door omvorming van beheer en onderhoud als natuurvriendelijke oever kunnen gaan functioneren? - Wat is de waterkwaliteit van het boezemsysteem en staat deze kwaliteit de ontwikkeling van natuurvriendelijke oevers niet in de weg? - Welk type natuurvriendelijke oever levert een wezenlijke bijdrage aan verbetering op de KRW maatlat? - Wat is de minimale omvang van het aantal natuurvriendelijke oevers, zodat er ook daadwerkelijk een verbetering optreedt op de KRW maatlat. Met andere woorden staat de inspanning in verhouding tot het gewenste resultaat? - En wat zijn eventuele aanbevelingen om het gewenste resultaat, verbetering van de score op de KRW maatlat, te bereiken en te behouden?
7 Huidige situatie op de maatlat voor sloten en kanalen voor watertype M7a ( grote diepe kanalen zonder intensieve scheepvaart op minerale bodem ) Het chlorofylgehalte voor watertype M7 is redelijk goed en geeft daarmee vrijwel geen negatief effect op het voorkomen van onderwaterplanten. Niet alleen de onderwaterplanten scoren ontoereikend/slecht, ook de emerse en drijfbladplanten. Deze soorten zijn meer afhankelijk van het onderhoud en de inrichting van het watersysteem. De macrofauna heeft een relatie met de planten. De macrofauna scoort iets beter dan de planten maar wel nog te laag. Maatregelen ter verbetering van het aantal planten heeft een gunstig effect op het voorkomen van de macrofauna en daarnaast ook op de vissen. De toestand van de vissen wisselt per monsterpunt sterk. Het aandeel met plantminnende vissen is echter zeer slecht. Met het fosfor zijn problemen om het GEP te halen. Dit geldt niet voor het stikstof. Ook de rest van de parameters geven geen echte problemen. Het doorzicht scoort wel matig, dit heeft o.a. met het chlorofyl (algen) en opwervelend slib te maken. Huidige situatie op de maatlat voor sloten en kanalen voor watertype M7b ( grote diepe kanalen met intensieve scheepvaart op minerale bodem ) Scheepvaart heeft vooral effect op de hydrodynamiek en de daarbij behorende beïnvloeding van het lichtklimaat. Bij elke schippassage vindt een sterke waterbeweging plaats die uitspoeling van grond in de oeverzone tot gevolg kan hebben en opwerveling van slib van de bodem tot gevolg heeft. Door turbulentie en de daardoor veroorzaakte troebele omstandigheden kunnen zich weinig of geen ondergedoken waterplanten ontwikkelen, hetgeen weer bepalend is voor de samenstelling van de vis en macrofauna. Waar relevant is in de maatlatten onderscheid gemaakt in kanalen met en kanalen zonder scheepvaart. Het chlorofyl scoort goed voor M7. De macrofyten (planten) daarentegen zijn ontoereikend en de macrofauna geeft een matig beeld. Het aandeel brasem en karper scoort op de maatlat goed maar er zijn ontoereikend plantminnende vissen aanwezig. De fysisch-chemische kwaliteitsparameters scoren voor M7b bijna allemaal goed. Een uitzondering hierop is het doorzicht en het totaal-fosfaatgehalte, daar zijn te grote hoeveelheden van aanwezig. Het doel van dit project is het beantwoorden van de volgende onderzoeksvragen: 1. Is het mogelijk om in het boezemsysteem, gezien de huidige waterkwaliteit en de heersende dynamiek en dimensionering, functionele natuurvriendelijke oevers aan te leggen die qua omvang een relevante bijdrage zullen leveren aan het verbeteren van de ecologische toestand, zodanig dat het resulteert in een hogere score op de KRW maatlat? 2. Hoeveel natuurvriendelijke oevers kunnen we nog realiseren naast het maatregelenpakket van 2009 2015? Om dit doel te bereiken wordt op basis van gebiedskenmerken, expert judgement, dimensionering, dynamiek en waterkwaliteitsgegevens een overzicht samengesteld van kansrijke locaties in het boezemsysteem (Handreiking natuurvriendelijke oevers, een standplaatsbenadering, STOWA). Genoemde parameters worden in een te ontwikkelen NVO Tool gewogen waarmee een eenduidige uitspraak is te maken over de kansrijkdom om natuurvriendelijke oevers aan te leggen of het beheer en onderhoud aan te passen. Het verkregen overzicht dient als vertrekpunt voor het KRW maatregelenpakket 2015-2021. Dit onderzoeksproject wordt ook gebruikt voor het KRW maatregelenpakket 2009-2015.
8 3 Aanpak project Het project heeft vorm gekregen door een literatuurverkenning, het bepalen van mogelijke locaties door middel van raadplegen van kaartmateriaal en veldkennis/expert judgement en het ontwikkelen van een NVO Tool, waarmee ook een uitspraak gemaakt kan worden over passende oeverprofielen. Om tot een geschikte locatie te komen is op een groot aantal ruwe gegevens een steeds verdere verfijning toegepast. Door deze trechtermethodiek blijven uiteindelijk de locaties met de beste potenties over.
9 4 Literatuurstudie Middels literatuurstudie is een verkenning gedaan van landelijke ontwikkelingen en inzichten op het gebied van de mogelijkheden om effecten van natuurvriendelijk ingerichte oevers te kwantificeren en een visie te ontwikkelen op de mogelijkheden of beperkingen in de boezemsystemen van HHNK. Hieruit is gebleken dat op landelijk niveau ook nog geen duidelijke inzichten zijn om uitspraak te kunnen doen over de kwantificeerbaarheid van natuurvriendelijke oevers. Wel heeft de STOWA een handreiking opgesteld, waarin verschillende factoren zijn beschreven, met een soort wegingsmethode. Dit rapport heet Handreiking natuurvriendelijke oevers, een standplaatsbenadering. Aan de hand daarvan is in dit project de NVO Tool ontwikkeld (zie hoofdstuk 7). Met deze NVO Tool kan dit inzicht zo dicht mogelijk worden benaderd.
10 5 Zoekkaart boezemsysteem Met behulp van luchtfoto s, veldkennis/expert judgement en rietoever kaarten is een eerste uitspraak gedaan over mogelijke locaties voor de ontwikkeling van natuurvriendelijk ingerichte oevers. Daarbij zijn criteria zoals breedte van de waterloop, breedte van de rietoever, beschoeiing, gebruik van de waterloop (recreatief/intensieve vaarbewegingen) en dynamiek (doorstroomsnelheid), afwegingen geweest om tot geschikte locaties te komen. De afwegingen zijn gemaakt op basis van: - Aanwezigheid brede rietoevers ( 7.5 m): geschikt voor omvorming beheer en onderhoud of voor het graven van nevengeulen; - Smalle rietoevers (2 tot 4 meter breedte): geschikt voor onderwatertalud. - Visuele beoordeling op basis van luchtfoto s; - Doorstroomsnelheid kleiner dan 0,25 m/s; - Globale check op aanwezige overdimensionering - Aanwezigheid beschoeiing; - Waar zijn locaties zonder oevers en kunnen daarin een toegevoegde waarde bezitten; Bovenstaande afwegingen hebben geleid tot een zoekkaart met potentiële locaties voor de aanleg van natuurvriendelijke oevers. Deze locaties hebben vervolgens een verfijnende toetsing gekregen, door aan de beschikbare ruimte een doelstelling toe te kennen, zoals: omvormen beheer en onderhoud, graven van nevengeulen, aanleggen van een onderwatertalud of voldoende ruimte op de kant om een natuurvriendelijke oever te realiseren. Het eindproduct van deze verkenning is een overzicht dat een verdere verfijning van geschiktheid krijgt met behulp van de NVO Tool. Zie kaartbijlagen 1 en 2 onder respectievelijke corsanummers 12.55098 en 12.55099.
11 6 Ontwikkeling NVO Tool Zoals eerder beschreven heeft de STOWA een handreiking voor natuurvriendelijke oevers opgesteld. Hiermee kan met behulp van een aantal standplaatsfactoren en logische aannames, in enkele stappen de kansrijkdom van een locatie, om in te richten als natuurvriendelijke oever, worden bepaald. Factoren zoals standplaatsvariabelen en locatie zijn daarin bepalend voor het succes van de natuurvriendelijk ingerichte oever. De projectgroep heeft de sleutels vertaald in een spreadsheet, waarmee eenduidig en overzichtelijk de kansrijkdom van natuurvriendelijk ingerichte oevers bepaald kan worden. Deze zogenaamde NVO Tool maakt daarnaast inzichtelijk wat het best passende profiel is, de lengte en de aanlegkosten van de aan te leggen natuurvriendelijke oever. In deze tool zijn naast standplaatsfactoren zoals, positie van de oever, baggerlaag, vaarbewegingen, aanwezigheid natuurgebied in de directe omgeving ook waterkwaliteitsgegevens meegewogen, zoals: stikstof, fosfaat, saliniteit, fosfor en doorzicht. Per mogelijk geschikte locatie zijn de aanwezige gegevens met behulp van de tool geanalyseerd waardoor tot een uitspraak gekomen kan worden of de locatie kansrijk of niet kansrijk is. De tool geeft naast de kansrijkdom, per oeverdeel aan wat een best passende inrichting (profielkeuze) is. De natuurvriendelijke oever wordt beschouwd als een samenhang van drie onderdelen met elk hun specifieke kenmerken en voorwaarden, namelijk: de aquatische-, amfibische- en terrestrische zone. Voor de KRW doelstelling ligt de focus op het aquatische (ondergedoken waterplanten) en het amfibische deel (overgang nat naar droog, omzetting van nutriënten). Een laatste controle slag vindt plaats in het veld, waar de eindresultaten verkregen met de tool, in de praktijk worden beschouwd.
12 7 Resultaten Het eindresultaat bestaat uit de spreadsheet met de NVO Tool, bijbehorend kaartmateriaal en dit document als toelichting. Een kaart met de kansrijkheid van de locaties en een kaart met de beoogde profielen die uit de NVO Tool gekomen zijn, zijn opgenomen in respectievelijk bijlage 1 en 2. De NVO Tool is een hulpmiddel (in de vorm van een Excel document) dat ingezet kan worden om de kansrijkdom van toekomstige locaties te bepalen. De NVO Tool is voorzien van een gebruiksaanwijzing (lees mij document) en is beveiligd. De voor dit project ingevulde NVO Tool is in te zien via corsanummer 12.55103. En voorlopig ook op de sharepointsite van het project Natuurvriendelijke Boezem.
13 8 Conclusie en aanbevelingen 8.1 Conclusies - Uit dit onderzoek volgt dat ongeveer ruim 50 km kansrijk is om opgenomen te worden in het KRW maatregelenpakket 2015-2021. Het gaat hierbij om oevers in eigendom bij HHNK; - Optimaliseren van beheer en onderhoud draagt bij aan het behalen van de KRW-doelen. Het gaat hierbij om gefaseerd onderhoud waarbij watervegetatie deels gehandhaafd blijft; - Rekening moet gehouden worden met de hydraulische capaciteit van het boezemsysteem in verband met de aanleg van natuurvriendelijke oevers; - Bypasses realiseren (nevengeulen) in brede boezemlanden is een mogelijke KRW-maatregel; - Verbeterde afstemming en zoeken naar mogelijkheden werk met werk (VBK-NVO s); - Gebruik maken van innovatieve ontwikkelingen (zie o.a. de projecten van Watermozaiek) naast de aanleg van natuurvriendelijke oevers zijn: o Droogvalmethodiek o Terugdringen invloed effluent o Beperken gebiedsvreemd water (lastig in boezemsysteem) 8.2 Aanbevelingen Voor de komende periode is het aan te bevelen dat er focus blijft op de een mogelijke kwantificeerbaarheid van natuurvriendelijke oevers, monitoring van nieuwe oevers en het volgen van landelijke ontwikkelingen; De NVO Tool blijft beschikbaar in de toekomst als leeg document waarin nieuwe locaties kunnen worden ingevoerd. De tool is leeggemaakt, beveiligd en gereed voor gebruik. Het is op Sharepoint geplaatst onder Werkprocessen. Aanbevolen wordt om deze NVO Tool te gebruiken als eerste indicatie. De link naar de lege NVO Tool is http://werkprocessen.hhnk.nl/nvotool. Let op: Het is en blijft een bureaustudie. Naast gebruik van de NVO Tool is het onmisbaar om de locatie in het veld te verkennen. In de tool is bijvoorbeeld niet meegenomen of er een waterkering in de buurt staat waarvan een bepaalde afstand moet worden gehouden.
14 9 Bijlagen Bijlage 1 Kaart kansrijkheid Bijlage 2 Kaart beoogd profiel 10 Bronvermelding - Handreiking natuurvriendelijke oevers, een standplaatsbenadering, STOWA rapport, 2011-19 - Diverse websites, waaronder www.stowa.nl en www.watermozaiek.nl.