1 van 7 W GEMEENTE " l Q Q J * J J Zaaknummer : 1016464 nr. : M. Pijl Programmabegroting^g Sociale Voorzieninaen en MaatschaDDeliike Dienstverlenina :M. el Feddali Telefoonnummer ; 0229-252200 : Stadsontwikkeling - JOS Email : Onderwerp: Beleidskader 'Zorg voor Jeugd' 2014-2018 I Agendering: Ter besluitvorming Actie: Vaststellen van Beleidskader 'Zorg voor Jeugd' 2014-2018 Stukken ter inzage: Beleidskader Zorg voor Jeugd 2014-2018 West-Friesland Visiedocument Zorg voor Jeugd West-Friesland Regionale Transitie Arrangement Jeugdzorg West-Friesland en Regio Alkmaar Startfoto Jeugdzorg West-Friesland door l&o Research (ter informatie) Gevraagd besluit: 1. Het Beleidskader 'Zorg voor Jeugd' 2014-2018 vast te stellen waarvan de kernpunten zijn: a. De beleidsuitgangspunten voor het vormgeven van de organisatie van het gehele jeugdzorgstelsel op regionaal niveau; b. Instemmen met de volgende keuzes voor de vormgeving van de organisatie van het gehele jeugdzorgstelsel op regionaal niveau: i. Gedwongen kader en specialistische zorg: bovenregionaal organiseren (C) ii. Toegang en toeleiding: gedifferentieerd per thema beoordelen op basis van het uitgangspunt 'lokaal wat kan, (boven)regionaal wat moet' (D) iii. Sturing en inkoop: gedifferentieerd per thema beoordelen op basis van het uitgangspunt 'lokaal wat kan, (boven)regionaal wat moet' (D) c. Vastleggen afspraken uit het Regionaal Transitie Arrangement (RTA) i. de garantie op continuïteit van bestaande zorg aan jeugdigen per 201 5; ii. deze garantie betreft ook een korting van minimaal 15% richting zorgaanbieders, waarvan een deel opnieuw inzetbaar is voor innovatie en transformatie. d. Het volgen van de landelijk tussen het Rijk en de VNG vastgestelde agenda, die moet leiden tot de transitie van de jeugdzorg naar de gemeenten per 1 januari 2015. e. Vaststellen van het document Visie Zorg voor jeugd West-Friesland waarmee het gezamenlijk regionaal vertrekpunt voor de uitvoering van de zorg voor jeugd wordt vormgegeven. f. Instemmen met de doelstelling om te komen tot een kostenreductie van het specialistisch aanbod in 2017 met tenminste 15% ten opzichte van 2012. Samenvatting De gemeenten worden met de decentralisaties Jeugdzorg, Participatiewet en AWBZ verantwoordelijk voor het gehele sociale domein. Om overlap en inefficiëntie tegen te gaan worden de transities integraal benaderd, zoals bij de aanpak van meervoudige problematiek en de inzet van gebiedsgericht werken. De gemeente Hoorn zoekt daarbij evenwicht tussen voortzetting van de huidige zorg- en dienstverlening aan (kwetsbare) burgers en nieuwe sociale arrangementen. Het Beleidskader 'Zorg voor Jeugd' 2014-2018 heeft betrekking op de decentralisatie van de Jeugdzorg. Het vaststellen van een beleidskader is een belangrijke stap binnen de landelijk tussen Rijk en VNG vastgestelde agenda, die moet leiden tot de transitie van de Jeugdzorg naar de gemeenten per 201 5. Dit regionale beleidskader bouwt voort op de visie Zorg voor Jeugd West-Friesland en sluit aan op het Regionaal Transitie Arrangement (RTA). De inhoud van de RTA wordt u ter vaststelling aangeboden. De lokale uitwerking van de regionale visie en het beleidskader vindt plaats in het functioneel ontwerp, wat apart aan de raad wordt voorgelegd.
1016464 Stadsontwikkeling - JOS M. Pijl nr. : In te vullen door Griffie 2 van 7 1. Inleiding: reden van het voorstel Aanleiding Per 1 januari 201 5 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de gehele jeugdzorg. Op basis van dit beleidskader worden alle noodzakelijke voorbereidingen getroffen om als gemeente de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg per 1 januari 2015 daadwerkelijk op verantwoorde wijze te kunnen overnemen. Om effectief en efficient jeugdzorgtaken uit te voeren is een regionale aanpak zeer wenselijk en voor een deel zelfs verplicht door het ministerie. Dit regionale beleidskader bouwt voort op de visie Zorg voor Jeugd West-Friesland en sluit aan op het Regionaal Transitie Arrangement (RTA). In deze beleidsnota stellen de samenwerkende gemeenten in de regio West-Friesland voor de periode 2014-2018 de kaders vast voor de wijze waarop uitvoering zal worden gegeven aan de Jeugdwet die vanaf 1 januari 2015 in werking treedt. Belang In dit beleidskader zijn de visie, ambities en gewenste resultaten neergelegd. Zonder dit beleidskader kan de gemeente Hoorn geen verdere acties inzetten ter voorbereiding op de decentralisatie van Jeugdzorg van het Rijk naar de gemeenten. Het vaststellen van een beleidskader is dus een belangrijke stap binnen de landelijk tussen het Rijk en de VNG vastgestelde agenda, die moet leiden tot de transitie van de Jeugdzorg naar de gemeenten per 2015. Centrale vraag Hoe organiseren we de jeugdzorg zo efficient en effectief mogelijk binnen de inhoudelijke en financiële kaders van het Rijk en van de gemeente Hoorn? 2. Beoogd maatschappelijk resultaat Het voorgestelde beleidskader moet leiden tot een gezamenlijke en klantgerichte aanpak van de zorg voor jeugd. Daarnaast moet de zorg toegankelijker, efficiënter en goedkoper worden. 3. Kaders Jeugdwet Dit regionale beleidskader is geschreven onder voorbehoud van het vaststellen van de Jeugdwet door de Eerste Kamer, naar waarschijnlijkheid in januari 2014. Het wetsvoorstel is reeds door de Tweede Kamer goedgekeurd in november 2013. Kadernota jeugd Kind- en Gezinsvriendelijk Hoorn 2013-2017 In september 2013 heeft de gemeenteraad de nieuwe kadernota jeugdbeleid vastgesteld. Hierin zijn de visie op jeugdbeleid en de rollen en taken van de gemeente vastgelegd. Het beleidskader Zorg voor Jeugd sluit hierop aan. Rijksbezuiniging De decentralisatie Jeugdzorg gaat gepaard met een rijksbezuiniging op het totale, landelijke budget van Jeugdzorg van 4% in 2015, oplopend tot 10% in 2016 en 15% in 2017. De vraag naar de jeugdzorg is de afgelopen tijd toegenomen. De uitdaging voor de gemeenten is om binnen het beschikbare budget een stelsel te bouwen waarbinnen jeugdigen en gezinnen van goede zorg worden voorzien. Transitie sociaal domein Het beleidskader Zorg voor Jeugd is een onderdeel van de totale transitie van het gemeentelijk sociaal domein, waarbij ook de decentralisatie in het kader van de AWBZ en de Participatiewet een rol spelen alsmede de invoering van Passend Onderwijs. Zowel de Jeugdwet als de andere wetten treden naar verwachting vanaf 1 januari 2015 in werking (zie ook pagina 3 van het Beleidskader voor een overzicht van taken die naar de gemeente worden overgeheveld). Uw gemeenteraad heeft al in het programmaplan decentralisaties vastgesteld. 4. Argumenten De stelselherziening In het huidige stelsel is er veel geld en aandacht voor de gespecialiseerde jeugdzorg (de tweede lijn), en weinig voor de kwaliteit van de algemene jeugdvoorzieningen, de preventie en de eerste lijn. Daarnaast zijn procedures weinig transparant, lang en ingewikkeld. Om tot een nieuw stelsel te komen, vindt er zowel een transitie als een transformatie plaats. De transitie betreft een wijziging in
: 1016464 : Stadsontwikkeling - JOS : M. Pijl nr. : In le vullen door Griffie 3 van 7 de structuur van de jeugdhulp en transformatie in de wijze hoe deze zorg wordt aangeboden (cultuurverandering). Hierop inspelen willen we met de bijgevoegde visienotitie en het beleidskader de zorg voor jeugd in Hoorn en de regio West-Friesland beter organiseren. De uitgangspunten daarbij zijn als volgt: Eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht Wij vertrouwen erop dat ouders/opvoeders dagelijks voorzien in de zorg en veiligheid die jeugdigen nodig hebben om zich adequaat te ontwikkelen en kunnen rekenen op een sterke pedagogische infrastructuur (gebiedsgerichte voorzieningen, kinderopvang, school, etc). Gezinnen voeren zelf regie op de zorg die zij ontvangen of laten de regie voeren door iemand die ze vertrouwen (liefst uit de eigen sociale omgeving). Professioneel handelen van de hulpverleners is uitgangspunt Kleine problemen blijven klein De behoefte van jeugdigen en hun opvoeders staat centraal Bij de organisatie van de zorg voor jeugd is het zaak het "gewone leven" leidend te laten zijn Sociaal huisarts: generalist, vertrouwenspersoon en kostenbewust Snel en duurzaam effectieve hulp dichtbij Er moet sprake zijn van vertrouwen tussen de professional, jeugdigen en ouders. Voor de jeugdige, opvoeders en professionals is het stelsel en het daarbij horende aanbod overzichtelijk De specialist schuift aan of krijgt effectief doorverwezen Er worden passende onderwijs- zorgarrangementen geboden We gaan uit van een gezin, een plan een hulpverlener De tevredenheid van ouders en jeugdigen en opvoeders met de geboden hulp is hoog... en goedkoper! minder schakels en coördinatie niet langer op voorhand inkopen van zorgaanbod voorkomen dat problemen erger worden Wat willen we bereiken? We willen dat de hulp overzichtelijker wordt voor ouders en kinderen We willen hulp waar mensen tevreden over zijn en welke duurzaam effect heeft. Uitgangspunten Voor het vormgeven van de organisatie van het gehele jeugdzorgstelsel op regionaal niveau worden de volgende principes gehanteerd: Organisatieprincipes Op basis van het visiedocument Zorg voor Jeugd West-Friesland wordt de zorg voor jeugd binnen de volgende, in zwaarte oplopende, compartimenten georganiseerd: 1. Versterken en benutten van eigen kracht, waarbij het gewone leven centraal staat; 2. Sterk algemeen toegankelijk preventief aanbod dicht bij leefwereld van jeugdigen, bijvoorbeeld via peuterspeelzalen en scholen; 3. Deskundige hulp snel, op maat en flexibel in de buurt bereikbaar, via de gebiedsgerichte teams; 4. Specialistische hulp op aanvraag van het gebiedsteam (daarnaast kunnen ook de huisarts en de gezinsvoogd specialistische hulp inschakelen). Bij de uitwerking van deze principes werken alle gemeenten binnen een overeenkomstig inhoudelijk kader en realiseren ze een onderling afgestemde en vergelijkbare werkpraktijk. De (juridische) organisatievorm die per gemeente uiteindelijk wordt gekozen hangt uiteraard mede af van de lokale situatie, maar komt tot stand op basis van onderlinge discussie en afstemming, waarbij ook naar de regionale werkbaarheid wordt gekeken.
: 1016464 : Stadsontwikkeling - JOS : M. Pijl nr. : In te vullen door Griffie 4 van 7 Toetsingscriteria De gemeenteraad heeft een kaderstellende en controlerende taak. Daarom is het belangrijk te formuleren 'wanneer zijn wij als gemeenteraad tevreden over de jeugdzorg in onze gemeente'. We benoemen de volgende 4 toetsingscriteria: 1. gezinnen in een zo vroeg mogelijk stadium effectieve steun of hulp krijgen bij beginnende problemen, die een belemmerende invloed (kunnen) hebben op gezondheid, ontwikkeling, opvoeden en opgroeien. 2. gezinnen ervaren dat het systeem overzichtelijker is, met minder schotten, sneller. Het gezin en de sociale omgeving zijn tevreden over het resultaat van de hulp. 3. de geboden hulp duurzaam is en dat de doelen die vooraf - door het gezin gesteld of opgelegd door de rechter - zijn daadwerkelijk zijn gerealiseerd. 4. daarbij wordt aangesloten op de natuurlijke en vanzelfsprekende leefroutes van kinderen, ouders en opvoeders. 5. uitgangspunt is det nieuwe stelsel - door innovatie en vernieuwing - zo is ingericht dat de kosten passen binnen de toekomstige aan de gemeente beschikbaar gestelde budgetten. Voor de exacte formulering van deze indicatoren en het bepalen van de wijze van het meten van de resultaten sluiten we aan bij landelijke ontwikkelingen (VNG/NJI) alsmede bij de door het Rijk vereiste beleidsinformatie. Deze criteria zullen in de komende periode vertaald worden naar (kwaliteits) prestatieindicatoren die in februari 2014 in de nota Inkoop aan de raad worden voorgelegd ter vaststelling. Continuïteit van zorg in het overgangsjaar (2015) De Rijksoverheid, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO) houden een vinger aan de pols of de overgang goed verloopt. Zij hebben samen afgesproken dat gemeenten vóór 31 oktober 2013 een Regionaal Transitie Arrangement (RTA) moeten indienen. Aan de hand van het RTA wordt getoetst of daarin gemaakte afspraken ervoor zorgen dat in 201 5 de jeugdzorg volgens wettelijke voorschriften geregeld is. Het RTA diende voor de Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd (TSJ) als een peilstok voor de verdere voorbereiding van het transitieproces. Aangezien de gemeenten in de regio West-Friesland in een fase beland zijn waarin de inhoud van de opgestelde RTA meegenomen wordt in de verdere vormgeving van de transitie, leggen wij deze ter vaststelling aan u voor. De samenwerkende gemeenten in de regio's West-Friesland en Alkmaar staan voor de continuïteit en het waarborgen van de jeugdzorg in 2015. Zij hebben daarover afspraken gemaakt met de huidige financiers (provincie Noord-Holland en zorgverzekeraars) en de elf grootste zorgaanbieders in de regio's. Deze aanbieders zijn samen goed voor 80 procent van het aanbod. In het RTA zijn deze afspraken vastgelegd. In november organiseren de samenwerkende gemeenten een informatiebijeenkomst voor de andere zorgaanbieders. De commissie TSJ heeft in een eerder stadium overwegend positief gereageerd op de conceptversie van het RTA. De regio West-Friesland heeft voor 2015 onder anderen de volgende afspraken vastgelegd in het RTA: De bezuinigingstaakstelling is vastgesteld op minimaal 1 5 procent. Deze ruimte is nodig om uitvoeringskosten op te kunnen vangen en een begin te maken met innovatie in de organisatie van de jeugdzorg; Innovatie start op een zo vroeg mogelijk moment, waarbij gezamenlijk wordt bepaald wat redelijk is. Een innovatieagenda maakt inzichtelijk op welke terreinen de innovatie de komende jaren gaat plaatsvinden; Instellingen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor 0 procent frictiekosten. De verdere uitwerking van deze afspraken en de bijbehorende processtappen vindt u in de bijgaande RTA. Regionale samenwerking Om de jeugdzorgopgaven effectief en efficiënt uit te voeren, is gemeentelijke samenwerking en uitvoeringskracht nodig, zodat schaalvoordelen behaald kunnen worden, risico's gedragen kunnen worden en opgetreden kan worden als krachtige partner voor professionele en maatschappelijke partijen. Tevens zijn er landelijke verplichtingen om ten aanzien van de volgende zaken (boven)regionaal samen te werken, dat zijn gedwongen kader en specialistische zorg. Daarnaast zijn er een aantal taken waar geen verplichting tot samenwerking op ligt, maar voor de efficiënte uitvoering
1016464 Stadsontwikkeling - JOS M. Pijl nr. :ln te vullen door Grilfie 5 van 7 kan regionale samenwerking handig zijn. Het gaat om toegang en toeleiding, sturing en inkoop. Voor de beoordeling of (boven)regionale samenwerking of lokale uitvoering op deze thema's gewenst is hanteren wij onderstaande tabel: Keuze Voordelen Nadelen a) Alles lokaal, zelf De gemeente heeft een grote mate van invloed op de inhoud en het proces, maatwerk is optimaal, democratisch gehalte is groot, budgetverantwoordelijkheid van de gemeente blijft in zicht en de gemeenteraad heeft direct zeggenschap op het stelsel Financiële risico's zijn groot en de schaal is niet voldoende om zaken efficient te organiseren, landelijke verplichting om aantal taken gezamenlijk uit te voeren coördinatiekosten zijn daardoor hoog b) Alles regionaal, gezamenlijk c) Bovenregionaal (Noord-Holland Noord) d) Gedifferentieerd per thema beoordelen op basis van het uitgangspunt 'lokaal wat kan, (boven)regionaal wat moet' Kosten en risico's worden verdeeld, met één mond richting de partners en voldoende schaal om te onderhandelen De taken uit het gedwongen kader hebben voldoende schaal om optimaal uitgevoerd te kunnen worden, de schaal kan voordelen opleveren in het inkoopproces Per thema wordt de optimale aanpak bepaald, risico's redelijk goed te beheersen De uitvoering komt op afstand te staan, minimale mogelijkheden tot maatwerk, meer afstemming vereist, coördinatiekosten zijn hoog, overzicht op lokale verantwoordelijkheid voor eigen jeugdzorgbudget is ondoorzichtig/ of kostenverhogend In aanvulling op de nadelen uit keuze B vraagt dit om goede bovenregionale samenwerking, taakafbakening en coördinatie Vraagt om goede regionale samenwerking, taakafbakening en coördinatie Voor het maken van de keuze moet rekening gehouden worden met de volgende verantwoordelijkheidsniveaus zoals deze in de regio West-Friesland zijn besproken: 1. Per gemeente is men verantwoordelijk voor het eigen jeugdzorgbudget. 2. Lokale verantwoordelijkheid voor basisvoorzieningen en gebiedsgerichte teams. 3. Regionale samenwerking m.b.t. facilitering van onder meer deskundigheidsbevordering, registratie en inzet van aanvullende expertise ten behoeve van de lokale uitvoering. 4. (Boven) regionale samenwerking m.b.t. de inkoop van specialistische zorg. 5. Landelijke afspraken over de beschikbaarheid van landelijke voorzieningen. Gedwongen kader en specialistische zorg: Voor kinderen die bedreigd worden in de veiligheid en ontwikkeling neemt de overheid maatregelen. De kinderrechter kan kinderen onder toezicht stellen of ouders/opvoeders tijdelijk uit hun ouderlijke macht zetten (Jeugdbescherming). Sommige jongeren gaan over de grens van het toelaatbare. Zij plegen strafbare feiten zoals stelen en vechten of spijbelen van school. Als jongeren worden betrapt op strafbare feiten worden zij voorgeleid aan de rechter. De rechter kan de jongere bijvoorbeeld een boete of taakstraf geven. Tijdens de rechtszaak en daarna krijgen jongeren verplicht begeleiding van een medewerker van bureau Jeugdzorg (Jeugdreclassering). Het kabinet schrijft voor dat gemeenten de jeugdbescherming en jeugdreclassering (gedwongen kader) (boven)regionaal organiseren. De regio kiest ervoor deze twee taken dichtbij de vrijwillige hulpverlening/ondersteuning te organiseren. Dit voorkomt dat kinderen en jongeren te laat passende zorg en ondersteuning krijgen, wanneer ouders zorg vrijwillige hulp weigeren. Daarnaast spreekt de regio uit dat er zo weinig mogelijk jeugdigen uit hun leefomgeving worden gehaald. Daarnaast moeten de gemeenten ervoor zorgen dat passende hoog-specialistische zorg tijdig wordt ingezet en dat de juiste expertise beschikbaar is. Bij complexe hulpvragen moet er zo snel mogelijk specialistische hulp ingeschakeld kunnen worden. De West-Friese colleges van B&W hebben de wens printdatum; 28-11-2013
1016464 Stadsontwikkeling - JOS M. Pijl nr. : In te vullen door Griffie 6 van 7 uitgesproken om deze hoog-specialistische zorg bovenregionaal te organiseren om kosten te besparen en de benodigde expertise te kunnen waarborgen. Gelet op het uitgangspunt dat zorg zo dicht mogelijk bij het kind georganiseerd moet worden en rekening gehouden wordt met efficiëntie en landelijke verplichting wordt geadviseerd om aangaande deze taak voor optie C te kiezen. Toegang en toeleiding: In de concept Jeugdwet is opgenomen dat gemeenten zelf bepalen welke vormen van jeugdhulp vrij toegankelijk zijn. Aangezien het volledig vrijlaten van de toegang tot jeugdhulp in financieel opzicht een risicovolle beleidskeuze is, is het gewenst om de toegang tot jeugdhulp te reguleren. Afstemming tussen gemeenten over de toeleiding naar (boven)regionale zorg is noodzakelijk in verband met de uiteindelijke bekostiging/ verrekening van bovenlokaal ingekochte zorg. Qua keuzemogelijkheden en de bijbehorende voor- en nadelen wordt verwezen naar de tabel hierboven. Gelet op het uitgangspunt dat zorg zo dicht mogelijk bij het kind georganiseerd moet worden en rekening gehouden wordt met efficiëntie wordt geadviseerd om aangaande deze taak voor optie D te kiezen. Sturing en inkoop: Gemeenten moeten de verschillende nieuwe jeugdzorgtaken inkopen. Om een efficiënte en goedkoop aanbod te verkrijgen kan (boven)regionaal samengewerkt worden. Dan worden namelijk de keuzemogelijkheden vergroot (meer aanbieders contracteren) en er kunnen betere contracten bedongen worden. Op regionaal niveau is een samenwerkings- en inkoopstructuur wenselijk om de trends en gevolgen van de transformatie te monitoren en zo risico's beheersbaar te houden. Gelet op de wens om het benodigde maatwerk op lokaal niveau te kunnen garanderen maar ook zo efficient mogelijk in te kopen wordt geadviseerd om aangaande deze taken voor optie D te kiezen. Vorm van samenwerking: De vorm die bovengenoemde (boven)regionale samenwerking krijgt maakt onderdeel uit van de uitvoeringsagenda van het regionale arrangement jeugdzorg. Hierover worden de komende weken afspraken gemaakt. De keuzes die daarin gemaakt moeten worden zullen te zijner tijd aan uw raad ter vaststelling voorgelegd worden. 5. Maatschappelijk draagvlak Het beleidskader is een onderdeel van de totale transitie van het gemeentelijk sociaal domein, waarbij ook de decentralisatie in het kader van de AWBZ en de Participatiewet een rol spelen alsmede de invoering van Passend Onderwijs. Over het beleidskader is overleg (op instemming gericht) geweest in de onderwijs samenwerkingsverbanden en het portefeuillehoudersoverleg Madivosa. Een aantal maatschappelijke partners hebben een advies opgesteld, voornamelijk betreffende de rol van het gebiedsgerichte team. Waar mogelijk is dit advies meegenomen in deze beleidsnota. In de gemeente Hoorn is het regionale beleidskader en het Hoornse functioneel ontwerp met het Participatie Platform besproken. 6. Financiële consequenties Het vaststellen van dit beleidskader heeft geen financiële consequenties. Onderstaand echter een korte toelichting op de financiële otwikkelingen. Het Rijk heeft in de meicirculaire 2013 bekend gemaakt welk budget voor de jeugdzorg in 2015 beschikbaar worden gesteld. Dit budget wordt vanaf 2015 aan het gemeentefonds toegevoegd in 1 brede doeluitkering voor alle decentralisaties. Op basis van historische gegevens uit 2012 is er in mei 2013 een indicatief bedrag bekend gemaakt van 17,3 miljoen euro. De definitieve cijfers zullen mogelijk afwijken. In de implementatienota zullen we de begroting aanpassen aan de dan bekend gemaakte bedragen. De middelen die onderhevig zijn aan de transities gaan gepaard met een financiële korting van 5% in 2015 oplopend tot 15% in 2017. Op het moment dat dit beleidskader zal worden vastgesteld is nog geen helderheid over de verdelingssystematiek die zal uitmonden in een definitieve hoogte van de rijksbijdrage die Hoorn ontvangt. Deze zal in mei 2014 bekend gemaakt worden. Na de vaststelling van het beleidskader Zorg voor Jeugd door de raad worden op basis van de hierboven genoemde uitgangspunten budgetten beschikbaar gesteld voor de uitgaven voor gezamenlijke regionale en bovenregionale verplichtingen of inkopen. Het gaat hierbij om de
7 van 7 Registratienummer 1016464 Stadsontwikkeling - JOS M. Pijl nr. : In te vullen door Griffie ; M. el Feddali zorgcontinuïteit voor alle cliënten die in december 2014 al in zorg zijn of een indicatie hebben voor zorg, alsmede voor de continuering van het aanbod jeugdzorg voor nieuwe cliënten. Ook maken de West-Friese gemeenten voor de inkoop van zorg afspraken met de bestaande aanbieders. De huidige inkoop- en bekostigingssystemen blijven bestaan in het overgangsjaar 2015. Tot slot worden op basis van de afspraken uit de RTA de ontstane frictiekosten bij de zorgaanbieders in principe niet voor rekening van de regiogemeenten gebracht. Wel zullen de gemeenten gezamenlijk met de provincie, de zorgverzekeraar en de zorgaanbieders zoeken naar creatieve oplossingen om de frictiekosten te beperken. 7. Communicatie De uiteindelijk vastgestelde visie wordt aan de organisaties aangeboden. Daarbij wordt aangegeven dat dit beleidskader verder wordt vertaald in een nieuwe verordening Wmo en Zorg voor jeugd en nieuwe beleidsregels. 8. Realisatie Dit beleidskader vormt het vertrekpunt voor de West-Friese uitvoering van de nieuwe Jeugdwet per 1 januari 2015 en het opstellen van de bij 7 genoemde documenten. In de komende periode wordt gewerkt aan een verdere uitwerking van het beleidskader in concrete beleidsstukken, zoals de nota Inkoop, het afwegingskader regionale samenwerking, risico-analyse en de verordening Jeugdzorg. Deze stukken zullen aan uw raad van februari 2014 voorgelegd worden. Hoorn, 26 nnv. zm het college van burgemeester en wethouders van Hoorn, de burgemeester
Organisatie Jeugdzorg in Hoorn: laagdrempelig en dicht bij het gezin Hoorn, datum De gemeente Hoorn heeft - samen met de regio West Friesland - haar visie uitgewerkt op de toekomstige organisatie van de jeugdzorg. Aanleiding is dat het hele stelsel van jeugdzorg in Nederland gedecentraliseerd wordt. Vanaf 2015 is het geen zaak meer van het rijk, maar van de gemeenten. In de nieuwe situatie wil de gemeente Hoorn de jeugdzorg op vier manieren organiseren: met een digitaal platform, de instelling van gebiedsteams, lokale diensten rond zorg & welzijn en het verwijzen naar gespecialiseerde jeugdzorgoplossingen. Bij de nieuwe opzet gaat de gemeente uit van de vragen en behoeftes van kinderen, ouders en gezinnen en zal er veel meer aandacht zijn voor het voorkómen van problemen en het versterken van de eigen kracht en zelfredzaamheid van gezinnen. We zorgen er voor dat het systeem overzichtelijker, eenvoudiger en toegankelijker is voor klanten. En dat er beter door alle partijen wordt samengewerkt. Zo kunnen eventuele problemen in gezinnen sneller worden opgemerkt en kan sneller de noodzakelijke hulp geboden worden. Uiteindelijk zal dat er ook toe leiden dat de kosten flink omlaag kunnen. In januari 2014 start een proef met de nieuwe opzet. In de zomer van 2014 zal deze worden geëvalueerd. Gebiedsteams centraal De vier vormen waarin jeugdzorg wordt aangeboden sluiten nauw op elkaar aan. Op het interactieve digitale platform kunnen jongeren en ouders informatie vinden en in contact kunnen komen met elkaar en met zorgprofessionals. In de toekomst kunnen via het digitale platform digitale dossiers gemaakt worden die kinderen en ouders helpen om zelf de regie te houden. De gebiedsteams vervullen een centrale rol in de nieuwe opzet van de jeugdzorg. De teams zorgen voor de uitvoering van de gemeentelijk gezondheidszorgtaken en bieden advies en ondersteuning in hun eigen gebied, dicht bij de bewoners. Ook hebben zij een belangrijke signalerende taak. Op zichzelf is het werken met gebieden niet nieuw. De gebiedsindeling volgt die van het huidige Centrum voor jeugd en Gezin (CJG), die uitgaat van 3 gebieden in Hoom. Wel nieuw is de instelling van twee typen teams per gebied: jeugdgebiedsteams (voor jongeren tot 18) en sociale gebiedsteams (gericht op volwassenen vanaf 23). Voor jong volwassenen tussen 18 en 23 zal per geval bepaald worden welk team het beste aansluit bij de vraag.. Lokale diensten op het gebied van zorg en welzijn bestaan bijvoorbeeld uit cursussen, gesprekken met maatschappelijk werkers, 'maatjes' projecten, maar ook behandeling en begeleiding. De diensten kunnen via de gebiedsteams ingezet worden, maar ouders hebben ook zelf de mogelijkheid om rechtstreeks van deze diensten gebruik te maken. Hiermee behouden de ouders maximale keuzevrijheid. De lokale diensten zijn soms gratis maar er kunnen voor de gebruikers ook kosten aan verbonden zijn. Soms kunnen problemen escaleren of kan er behoefte zijn aan specialistische hulp. Dan verwijzen de gebiedsteams naar gespecialiseerde stedelijke en regionale voorzieningen zoals het Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (AMHK), instellingen voor jeugdbescherming en jeugdreclassering en andere intensieve vormen van jeugdhulp in combinatie met verblijf. Hierbij is het uitgangspunt dat de jongeren zo weinig en zo kort mogelijk uit hun eigen omgeving gehaald worden. Liever voorkomen dan genezen Eén van de belangrijkste uitgangspunten bij de nieuwe opzet van de jeugdzorg is preventie. Vanuit de overtuiging dat kinderen het beste thuis kunnen functioneren, in een normaal gezinsleven, moeten problemen snel boven tafel komen. Voor de oplossing wordt vooral gebruik gemaakt van de eigen kracht en talenten van kinderen, ouders en opvoeders. Daarbij is het belangrijk dat niemand op hulp hoeft te wachten en dat er altijd een veilig vangnet is voor de kinderen. Groter geheel De nieuwe organisatie van de jeugdzorg past in een groter geheel van decentralisatie van sociale taken van de overheid. Voor de gemeente Hoorn is de uitdaging om de nieuwe taken effectief, efficiënt en betaalbaar te organiseren. Bij de ontwikkeling van het nieuwe jeugdzorgmodel is dan ook nauw samengewerkt met instellingen in de jeugdzorg en onderwijs. In de komende wordt nog bekeken hoe de nieuwe gebiedsteams kunnen samenwerken met het onderwijs. Bijvoorbeeld door het bieden van ondersteuning bij het organiseren van passend onderwijs voor kinderen die dat nodig hebben.