JONGE EN OUDE DIALECTWOORDEN Jn mijn opstel "Marktrayons en Taalrayons" in de eerste jaargang, blz. 27 v.v., van dit tijdschrift, heb ik op het interlocale handelsverkeer als isoglossenvormende factor gewezen. Ik kon mij beroepen op een t reffende overeenstemming tussen de dialectrayons van de namen van de schommel en de marktrayons. Er zijn echter in het toen besproken gebied ook woorden en woordvormen die zich aanmerkelijk verder uitstrekken dan een of meer marktrayons en die niet door het tegenwoordige marktverkeer heinvloed worden. Men behoeft slechts een blik te werpen op de hierbij gepubliceerde kaart van de namen voor het omheinen, om dit t e constateren. Het omheinen van een stuk land heet in het hele onderzochte gebied, zij het dan ook niet zonder concurrentie van andere termen, rikken of ofrikken. Dit woord is een afleiding van Middel- Nederlands ricke "staak, lange stok", waarvan het Mnl. Wb. o.a. een bewijsplaats uit Elburg geeft. Men kan dus ofrikken vertalen met afpalen "begrenzen". Het is een volkomen doorzichtig denominatief werkwoord, dat overal waar het woord riclce bekend was, ontstaan kon, zodra men palen voor het omheinen ging gebruiken. Ook ofrichelen (Noord-Oost-Drente en Hoenderloo), stekje (in Friesland) en ofglinten of glienden (in Twente) zijn denominatieven die "afpalen" betekenen. Zowel rikken als ofrikken is een betrekkelijk jong woord : het oudste mij bekende voorbeeld van het zelfstandig naamwoord rikken in verband met omheinen is : "dat niemant geen peerde of beeste op de marke zal driven voor en aleer de rikken opgemaakt zullen zijn", een bepaling, die voorkomt in een willekeur van Roswinkel uit 1787. Een ander, vrij verbreid woord voor omheinen is vreejen, vreden of vredigen, een afleiding van vrede, dat identiek is 11 7
l: Omheinen ) /... -.,1 't ' '... ---, ' ' V '";' -, t,... \ I "'~-."' '~'"/~ h h h "'...\ V ', vx 1::. :: vroc..hten d = d rollden A ::. vruchten K = ofstekken V = vreeën,vreden ): = stekje V = 'Yre d 13en = lof)rd<.ken 118 x = (0 f)r1 c hgien h s ó 9 = de H en = o mh e inin~e :: ofó linten J ::. s liend'n
2: Omheinen in vroeger eeuwen / -...! ( ' ', -, o'l ( ' -- ~r..tnli. lr..16f èeu.w :-.... -.J.J V= vreden /). = owroc.ht.en + :: vvru.chtinsen 4 - vvr... c h te n l1 = \N r<'>chi.en 4 = fràchtin _3 ~ vrech te n :: 11 9
met ()rede = Latijn pax. Een aaneensluitend gebied vindt men ten Zuiden van Harderwijk en in een strook Zwolle Meppel-Midden-Drente. aast (of)rikken komt het voor in Doornspijk, Heerde, Ommen, Ommerschans, Drogteropslagen; een eenzaam CJredm treft men aan in Radewijk, fredigje in Oranjewoud. Het werkwoord vrcden is in het Nederlandse taalgebied eenmaal algemeen bekend geweest en de op de kaart staande vormen ervan beslaan dus een relictgebied. Over de IJsel tot aan Olst en over de Achterhoek ligt een (Jrochtenf(Jruchtengebied dat aansluil bij het Westfaalse (Jrechtengebied (zie Woeste, Wörterbuch der Westfälischen Mundart). De afleiding van dit woord is niet bekend. Men zie daarover het Mnl. Wb. i.v. 1\'recl.te en J. Franck in het Tijdschrift v. ed. Taal en Letterkunde, dl. 22, blz. 289 v.v. Van geen der genoemde termen kan men zeggen, dat zijn verbreidingsgebied samenvalt met dat der tegenwoordige marktrayons. Daar de teksten van de Gelderse en Overijselse Stad-, Dijken Markerechten en de Drentse v.rilkeuren veel materiaal over het omheinen geven, heb ik dit in kaart gebracht. Bij ieder teken staat het jaartal van de tekst waarin het woord voorkomt. Dank zij dit materiaal kunnen we onze veronderstellingen naar aanleiding van de kaart van de huidige toestand aan de feiten toetsen. Uit dit tekstmateriaal blijkt allereerst, datofrikken en daarmee verwante termen inderdaad van jonge datum zijn, want zij komen in de teksten niet voor. In de tweede plaats ziet men dat de term Preden in vroeger eeuwen veel meer verbreid is geweest dan hij tegenwoordig is. Ik wijs op de ()reden-vormen in Westendorp, Loil, Doesburg, Empe, Gorsel en Olst. Als men de beide kaarten vergelijkt wordt het wel duidelijk, dat een eenmaal waarschijnlijk algemeen bekend w eden in latere tijd, tengevolge van het in zwang komen van een nieuwe wijze van afbakenen (rikken), uit verscheidene plaatsen verdrongen is. In de derde plaats blijkt uit de kaart van de oude toestand, dat er vroeger een compact wruchten-fwrochten-fwrachten-/ wrechten-gebied over de Achterhoek, Twente en de IJsel tot aan Olst heeft gelegen, waarvan talrijke relicten op 120
de kaart van de tegenwoordige toestand te vinden zijn. Daarbij komt tevens toch weer iets merkwaardigs aan het licht: voor zover het de Veluwe aangaat liggen die oude gevallen van <l'ruchten en verwanten juist in het oude weekmarktrayon van Deventer en Zutfen. Er is dus toch weer samenhang tussen het marktverkeer en het verloop van de isoglossen te constateren. Dat oude weekmarktrayon van Deventer en Zutfen is op het tweede kaartje met stippellijntjes aangegeven. Over de omvang van dat oude weekmarktrayon van Deventer, dat tot enige eeuwen voor de 19de eeuw terugreikt, heb ik in het tijdschrift "Taal en Tongval" van Januari 1949 op blz. 8, 9 en 10 geschreven. Ik kon toen al op de invloed die dit oude marktverkeer met Deventer op de vervoeging van het werkwoord in het Oostveluwse gebied uitgeoefend hebben kan, wijzen. Thans kan ik wijzen op een nieuw geval van merkwaardig samengaan van oud marktgebied en taalgebied op minder hypothetische grondslag, daar de teksten uit de tijd waarin dat marktgebied bestond, het gewenste bewijs leveren. Dat er werkelijk aanleiding is te spreken van een verdringen van een eenmaal algemeen bekend weden door wruchten en verwanten, bewijzen de op kaart 2 nog langs de IJsel voorkomende gevallen van vreden, dat daar, volgens kaart 1, thans niet meer voorkomt. Rotterdam B. VAN DEN BERG.Een dialects preker oori!.elpnde ocjer een dialectsprek er: DIALECTVERSCHILLEN,Tammer dat zo'n flink postuur van 'n man Op zo ne onwiozo mani üi'o praotrn kan. Ir. A. 121