Donderdag 10 november 2011 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Uitreiking Unesco Certificaat voor Houtem Jaarmarkt Geachte burgemeester en schepenen, Geachte minister van Staat, beste Herman (De Croo), Geachte gedeputeerden, voorzitters van de adviesraden, Cher réprésentants de la région de la Champagne, soyez le bienvenus, Dames en heren, Het is mij een grote eer om u hier vanavond van harte geluk te mogen wensen met de opname van de Jaarmarkt Houtem op de Representatieve Lijst van de Unesco-Conventie 2003 voor immaterieel cultureel erfgoed. 1
En neem ik van deze gelegenheid gebruik om enkele zaken toe te lichten. In de eerste plaats, wat is immaterieel cultureel erfgoed? Erfgoed is of zijn verschillende cultuuruitingen die groepen of gemeenschappen benoemen als dingen uit het verleden die vandaag nog steeds waardevol zijn, betekenis hebben, kortom: het waard zijn om door te geven aan toekomstige generaties. Veel mensen denken dan spontaan aan een uitzonderlijk monument, zoals de Sint- Livinuskapel hier in Sint-Lievens-Houtem. Dat is een goed voorbeeld van onroerend erfgoed. Schilderijen zoals het Lam Gods maar ook andere kunstvoorwerpen, erfgoedobjecten, behoren tot ons roerend erfgoed. Immaterieel cultureel erfgoed is dan weer niet-tastbaar. Het zijn gewoonten, gebruiken, kennis, spelen, praktijken die een gemeenschap of groep overgeërfd heeft en die zodanig leven binnen die gemeenschap dat men ze wil doorgeven aan de komende generaties. 2
Immaterieel cultureel erfgoed is ook dynamisch. Het Carnaval van Aalst is niet meer hetzelfde als vijftig jaar geleden. Ook deze jaarmarkt was vroeger minder jaarmarkt maar meer een bedevaartstrek. En dan spreken we over de 16 e eeuw, zó lang houden jullie deze traditie al in stand. Door de tijd en door interactie met de omgeving krijgt het soms nieuwe betekenissen en verandert het gebruik of de functie. Het concreet maken en het benoemen van dit immateriële erfgoed houden die tradities, rituelen en gebruiken actueel. Daar hebben jullie knap op ingespeeld: de jongste vijftien à twintig jaar kent de Jaarmarkt van Houtem een serieuze heropleving met tienduizenden (50.000) bezoekers. Immaterieel cultureel erfgoed kan thematisch erg breed gaan. Hier gaat het over natuur, omgaan met dieren, handel, milieu, Andere voorbeelden zijn stoeten (het dragen van reuzen) en processies (H. Bloedprocessie in Brugge), feesten als bijv. de Krakelingenworp in Geraardsbergen, maar ook technieken en ambachten zoals het 3
kantklossen, vakwerkbouw of het gebruik van trekpaarden zoals bij het garnaalvissen. Wat is nu de Unesco Conventie van 2003? Unesco is - in erfgoedcontext - vooral bekend voor de Conventie van 1972 ter bescherming van het werelderfgoed. U kent beslist de daaraan gekoppelde Werelderfgoedlijst. Deze lijst bevat monumenten en natuurlijke sites met een universele waarde die Unesco wil bewaren voor de mensheid, nu én voor later. Bekende voorbeelden uit Vlaanderen zijn de stad Brugge, onze begijnhoven en onze belforten. Meer en meer landen vroegen terecht - ook om aandacht voor andere vormen van cultureel erfgoed die bijdragen tot de culturele ontwikkeling, tot de identiteit van een samenleving en het wederzijds respect, zoals het immaterieel erfgoed. De Unesco Conventie van 2003 was het orgelpunt van een lang traject. Vlaanderen was nauw betrokken bij de voorbereiding en 4
uitwerking van deze Conventie, in de persoon van Marc Jacobs, de directeur van FARO, het steunpunt voor cultureel erfgoed. De Conventie nodigt lidstaten uit om op maat van de eigen behoeften, kansen en mogelijkheden een erfgoedbeleid te voeren. Er zijn ook enkele hulpmechanismen en instrumenten van expertiseuitwisseling in het leven geroepen. Zo is er een fonds dat internationale reddingsacties en uitwisselingsprogramma s ondersteunt, hoofdzakelijk in ontwikkelingslanden. Men roept ook op om positieve ervaringen en goede voorbeeldpraktijken uit te wisselen (artikel 18). Voor de Jaarmarkt van Sint-Lievens-Houtem zijn twee andere artikels van belang. Het zijn de redenen waarom dit dossier geselecteerd is, zowel op Vlaams niveau als bij Unesco. Dat is artikel 15, dat de nadruk legt op de deelname van gemeenschappen, groepen en individuen. Dat lijkt mij geen probleem als ik naar deze grote groep mensen kijk. 5
En artikel 16 dat verwijst naar de Representatieve Lijst voor het Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid. Ik citeer: Om betere zichtbaarheid van het immaterieel cultureel erfgoed en het bewustzijn van het belang ervan te verzekeren en om de dialoog die culturele diversiteit respecteert aan te moedigen, stelt het Comité (van Unesco), op voorstel van de betrokken lidstaten, een Representatieve lijst op van het immaterieel cultureel erfgoed van de mensheid, houdt ze up-to-date en publiceert ze. Het gaat dus over: zichtbaarheid, bewustzijn en dialoog. Daarom worden fenomenen op deze lijst geplaatst. Daar ligt ook het verschil met de Werelderfgoedlijst voor monumenten en landschappen. Vlaanderen stemde op 10 februari 2006 als eerste gemeenschap in België in met de ratificatie van de Conventie van 2003. Op 24 maart 2006 diende België als 42ste land zijn toetredingsakte tot de Conventie 2003 in bij Unesco. 6
Wat doet Vlaanderen vandaag voor zijn immaterieel cultureel erfgoed? Met de ratificatie van de Unesco Conventie hebben we ons geëngageerd om te zorgen voor de safeguarding van het immaterieel erfgoed in Vlaanderen. Vrij vertaald, om het te borgen (te beschermen, beveiligen). Want, voor het niet-materiële erfgoed, hebben we enkel ons (levend) geheugen en de mensen die dagelijks die activiteiten uitoefenen of uitgeoefend hebben. Daarom moeten we die zeker bijhouden, koesteren en waarderen; vóór ze gesloopt worden door de tand des tijds. Safeguarding of borgen gaat over maatregelen die de leefbaarheid van het immaterieel cultureel erfgoed verzekeren. Het is dus meer dan louter beschermen, precies omdat tradities, gewoonten, vertellingen, praktijken evolueren met de tijd en dus geactualiseerd moeten worden. 7
De Vlaamse Gemeenschap koos ervoor om eerst de zichtbaarheid van immaterieel cultureel erfgoed te vergroten. Een eerste stap was de start in 2008 van een Inventaris Vlaanderen van het immaterieel cultureel erfgoed. Deze inventaris is tegelijk de springplank naar de Unesco - Representatieve Lijst van het immaterieel erfgoed van de Mensheid waarop de Jaarmarkt Houtem nu, met brio, prijkt. Er werd een reglement uitgevaardigd met een procedure en criteria waaraan een kandidaat-element wordt getoetst. Dat was ook het geval voor het dossier van deze Jaarmarkt. Eén van de belangrijkste criteria in de geest ook van de Unesco- Conventie is dat het zogenaamde element een voldoende draagvlak moet hebben. De vraag is: wordt het element gedragen door een duidelijk omschreven erfgoedgemeenschap en die de wil heeft om het voor te dragen voor de inventaris? Ja dus, als ik zie wie hier allemaal aanwezig is. 8
Een ander belangrijk criterium is de betrokkenheid van een binnen het Cultureel-erfgoeddecreet erkende professionele cultureelerfgoedorganisatie die het dossier moet voorbereiden maar ook waakt over de verdere evolutie en de ontwikkeling van het borgen van het element. Uiteraard wordt er aan kwaliteitscontrole gedaan om te zien wie op de Inventaris Vlaanderen van het immaterieel cultureel erfgoed terecht kan komen. Dat gebeurt door een commissie van binnenlandse en buitenlandse experts die mij, als minister, adviseert. De Jaarmarkt Houtem veroverde in 2008 zijn plaats op deze inventaris die in totaal nu al 26 elementen bevat. Op voorstel van Vlaanderen, in overleg met de Franse en Duitstalige Gemeenschap, stelt België, kandidaat-elementen voor aan Unesco. Op de Unesco Representatieve Lijst prijken op dit ogenblik 7 Belgische items, waaronder de Jaarmarkt Houtem. 9
Intussen bouwen we het Vlaamse beleid voor immaterieel cultureel erfgoed verder uit. In december 2010 stelde ik mijn Visienota voor een beleid voor immaterieel cultureel erfgoed in Vlaanderen voor. Deze visienota beantwoordt vragen als: wat is immaterieel cultureel erfgoed? Maar ook: Hoe kunnen we omgaan met het dynamische karakter van immaterieel cultureel erfgoed? Hoe kan de Vlaamse overheid bijdragen aan het borgen en verder ontwikkelen van het immaterieel cultureel erfgoed? Ik focus daarbij op mensen, op de erfgoedgemeenschappen, op hún kennis en vaardigheden, op de gewoontes en gebruiken, en op de wijze waarop dat alles wordt overgeleverd. De klemtoon ligt dus op het stimuleren van het doorgeven, actualiseren en een plaats geven binnen de maatschappij van vandaag. De Jaarmarkt Houtem drijft op dat elan en geeft zijn eeuwenoude deze traditie de jaarmarkt en de gekoppelde bedevaart leven, ook met het oog op de toekomst. 10
Het is daarom, aan de vooravond van de Jaarmarkt 2011, dat ik met trots het Unesco Certificaat mag overhandigen aan u mijnheer burgemeester en aan het voltallig Schepencollege. Van harte gefeliciteerd. Joke Schauvliege Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur & Cultuur 11