Digitale thuiscursus VB1(KVB1)

Vergelijkbare documenten
Digitale thuiscursus VB1(KVB1)

Extra informatie. Borden op het water ( Boegschroef op stuurboord

Klein vaarbewijs. 6 e bijeenkomst

Reglementen. Ivar ONRUST

BPR, geluidseinen, lichten 28 februari 2017

Vaarbewijs 1. Verlichting

BPR. Algemene Bepalingen. Instructie CWO 3 BPR

Proefexamen 6. 2 Welk vaarreglement is van kracht op de Waddenzee?

Begrippen en Definities. Ivar ONRUST

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 13 maart 2010

Examen Maart De vrije zijde van een beperkt manoeuvreerbaar schip wordt overdag aangeduid met (CEVNI):

lichten en bruggen/sluizen 28 februari 2017

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 17 MEI 2008

Examen Maart 1999 BEPERKT STUURBREVET

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 19 november 2011

Kielboot zeilen - Basistheorie BPR in het kort. Inleiding

BPR. Betonning. Kardinale Betonning. Laterale Betonning. Splitsingen. Hoe herken je de betonning? Betonning. Om aan te geven waar je kan varen

Examen Beperkt stuurbrevet

Les 5: Voorrangsregels Watersportvereniging Monnickendam

Veilig varen. Welkom KBC Utrecht.

Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Elk vaartuig dat geschikt is als vervoersmiddel op het water. Een boot die door spierkracht wordt voortbewogen.

Opmerking: Tenzij anders vermeld hebben de vragen betrekking op het APSB.

Geachte belangstellende, U ziet hier een voorbeeld (proefexamen) van een examen Klein Vaarbewijs 1.

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 16 november 2013

VAARREGELS DE BELANGRIJKSTE

Basis gedragsregels & veiligheid sloeproeien

DEEL 1 - VRAGEN 1-20

A. Verbodstekens A.1 In-, uit- of doorvaren verboden (algemeen teken)

Examen CWO buitenboordmotor III

Vaarbewijsopleidingen (VBO) PROEFEXAMEN WATERSPORT CERTIFICAAT

Samenvatting BPR KZV 2005/2006

Hoofdstuk 13. Bijzondere bepalingen voor de scheepvaart van, naar en in de haven van Den Helder

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 14 maart 2009

Examen November 2005

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 6 juni 2009

BPR. Dagtekens. Instructie ZI BPR

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 21 november 2009

U ziet hier een voorbeeld (proefexamen) van een examen Klein Vaarbewijs 1.

Lichten & Seinen. Antwoord. Antwoord. Verkeerstekens. Verkeerstekens. In-, uit of doorvaren verboden (Bordnr. A.1)

Examen November 2007

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 8 MAART 2008

1. Als een schip wordt opgelopen door een ander schip, waar moet je dan rekening mee houden?

BPR. Betonning. Instructie ZI BPR

VAMEX - VOORBEELDEXAMEN KLEIN VAARBEWIJS 1

Examen Maart Twee schepen naderen elkaar met tegengestelde koersen bij een engte. Bij gevaar voor aanvaring moet (CEVNI):

1 In de figuur moet je aangeven welke termen/namen er bij de verschillende nummers horen. Welke combinatie is goed?

Opzet van de theoriecursus

Veilig het water op! Vaarregels recreatie- en beroepsvaart. Algemeen. hoofdvaargeul varen.

hebt tussen de 25 en 40 meter lengte. Je moet dan een Beperkt Groot Vaarbewijs of een Groot Pleziervaartbewijs hebben.

Dit examen bestaat uit 35 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 25 van de 35 vragen goed hebt

Examen November 1999

Opzet van de theoriecursus

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 22 november 2008

1. Hieronder is een verkeerssituatie afgebeeld. Geen van beide schepen volgt stuurboordwal. Geef aan welk vaartuig voorrang heeft.

BINNENVAART POLITIE REGELEMENT (BPR)

Veilig varen doen we samen

2012 examen 3 Beperkt Stuurbrevet

3. In onderstaande tekening is een verkeerssituatie afgebeeld. Geef aan welk vaartuig voorrang heeft.

DEEL 1 - VRAGEN 1-20

Houd plezier in de vaart!

Lijst van voorkomende begrippen in Klein Vaarbewijs 1 examens

VAMEX - VOORBEELDEXAMEN KLEIN VAARBEWIJS 1. Geachte belangstellende, U ziet hier een voorbeeld van een officieel examen Klein Vaarbewijs 1.

Erratum Studiewijzer Klein Vaarbewijs 7e druk 2015

R W B Gl Gr. Dit examen bestaat uit 40 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 28 van de 40 vragen goed hebt

Examen November 2003

GELDIG VANAF 1 oktober 2015 KVB1

Deel 1 BPR volledige wetsteksten

Een aantal bepalingen uit het Binnenvaart Politie Reglement * welke voor roeiers van belang kunnen zijn.

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 5 mei 2012

Hoofdstuk 9. Bijzondere bepalingen voor de scheepvaart op de in beheer bij het Rijk zijnde vaarwegen en op andere met name genoemde vaarwegen

Opmerking Deze tekens kunnen worden aangevuld of verduidelijkt met bijkomende tekens, vermeld onder F

Het examen voor Klein Vaarbewijs 1 bevat 40 vragen. Het zijn allemaal "meerkeuzevragen". Er zijn maximaal 80 punten te behalen.

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 17 mei 2014

borden en diversen 13 maart 2017

Dit boekje is van: ...

H4 Lichten, seinen & termen

GELDIG VANAF 1 AUGUSTUS 2014 (gewijzigde versie 1 oktober 2014) KVB1

GELDIG VANAF MEDIO APRIL 2016 KVB1. Categorie en Subcategorie

2. In onderstaande tekening is een verkeerssituatie afgebeeld.

KVB1 KVBB / KVBS KVBZ. De wettelijke bepalingen voor zover die van belang zijn voor de

Examen Juni Welke van de onderstaande beweringen is voor de getekende situatie juist? Er bestaat gevaar voor aanvaring (CEVNI).

Rechten en plichten van de kanoër op het Wad

Zeil insigne kielboot 1. Termen Zeil standen Overstag Gijpen Stormrondje... 5 BPR Regels Goed zeemanschap...

Commando's & Manoeuvres

1. Schroef en roerwerking. 2

Naam: Geboorte datum: Adres: Postcode: Datum: Instructeur/trise:

Admiraliteit No. 14 Zuidhollandse Stromen

Instructieboekje Roei-insigne

Het ROEIEN en de vaarregels

Buiten gebruik gestelde gedeelten van de vaarweg; vaarverbod, niet geldend voor een klein schip dat geen motorschip is

512 Politie- en scheepvaartreglement voor de Belgische territoriale zee, de havens en de stranden van de Belgische kust

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 2 maart 2013

1. Bij welk type behoren de afmetingen van 67 meter lang en 8.20 meter breed?

Hieronder vind je een voorbeeld (proefexamen) van een examen Klein Vaarbewijs 1.

Commando's & Manoeuvres

VAMEX - Voorbeeldexamen februari 2015, CWO-GMS deel A pag. 1

Examen CWO kielboot III

Theorieavond. URV Viking - 1 -

R W B Gl Gr. Dit examen bestaat uit 40 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 28 van de 40 vragen goed hebt

Transcriptie:

Digitale thuiscursus VB1(KVB1) Vaarschool Albatros Westerdijk 5c 1621 LC Hoorn www.vaarschoolalbatros.nl Coen Cromjongh 0229 268990 Zondag 09.00-12.00... Woensdag 09.00-12.00 Of via: info@vaarschoolalbatros.nl Uw docent Coen Cromjongh 0229 268990 Zondag 09.00-12.00... Woensdag 09.00-12.00 Of via: info@vaarschoolalbatros.nl De reglementen in Nederland Binnenvaart politie reglement (BPR) Geldig in heel Nederland, dus óók IJsselmeer Waddenzee Oosterschelde Westerschelde NIET (daar geldt een ander reglement) Alles over vaarregels, etiquette aan boord, varen in Nederland Varen in Europa, aanschaf boot et cetera. www.vaarbewijzen.nl 1

Met uitzondering van: Pannerdensch kanaal Boven-rijn Neder-rijn Waal Lek Rijnvaart politie reglement (RPR) Scheepvaartreglement Kanaal van Gent naar Terneuzen (SRKGT) Duwstel Gekoppeld samenstel Duwbakken Duwboot Vissersschip - schip dat vist Varend schip - ligt niet geankerd of gemeerd vaarweg Stilliggend schip - ligt geankerd of gemeerd 2

Zeilschip - Schip dat uitsluitend d.m.v. zijn zeilen wordt voortbewogen Klein schip - Schip kleiner dan 20 meter Groot schip - Schip groter dan 20 meter Hieronder vallen ook: Schip dat een groot schip sleept, duwt of assisteert Veerpont Vissersschip, mits vissend Passagiersschip Snelle motorboot- Schip dat sneller kan varen dan 20 km/uur Waterscooter - Snelle motorboot die gebouwd of ingericht is om door een of meer personen skiënd door of over het water te worden voortbewogen Snel schip - Groot motorschip dat sneller kan varen dan 40 km/uur (b.v. draagvleugelboot) 3

Passagiersschip Schip dat meer dan 12 passagiers mag vervoeren Albatros Art 1.04/1.05 Afwijking van het reglement Beide schippers moeten er alles aan doen om een aanvaring te voorkomen De schipper is de baas Sturen van het schip (art 1.09) Minimum leeftijd 16 jaar Uitzonderingen Snelle motorboot Een klein open motorschip korter dan 7 meter met een maximale snelheid van 13 km/uur 18 jaar 12 jaar Klein zeilschip korter dan 7 meter Geen min. leeftijd 4

Navigatie verlichting Bakboord Stuurboord Bakboord licht 112 ½ Stuurboord licht 112 ½ Toplicht 225 Heklicht 135 5

Albatros Een groot schip mag 2 toplichten voeren Let op: voor het laagste licht, achter het hoogste licht Sleepboot met 1 sleep, twee toplichten boven elkaar. Meerdere sleepboten in de vaart, drie toplichten boven elkaar. Dagmerk 6

Duwstellen Toplichten boord- en heklichten Toplichten in gelijkzijdige driehoek Heklichten Kleine motorschepen (tot 20 meter) Toplicht, boordlichten en heklicht Het toplicht moet: Ten minste 1 meter boven de boordlichten zijn; Of op gelijke hoogte zijn als de boordlichten,maar ten minste 1 meter ervoor 7

Kleine zeilschepen (tot 20 meter) Boordlichten + heklicht Let op: Een zeilschip heeft nooit een toplicht Een zeilschip met de motor bij is een MOTORSCHIP Overdag: een zwarte kegel met de punt naar beneden s Nachts: Voert dit schip de verlichting van een motorschip 8

Uitzondering: Kleine schepen, korter dan 7 meter Rondomschijnend wit licht zeilschepen < 7 meter motorschepen < 7 meter die max. 13 km. per uur kunnen varen (alleen in het BPR!!) Brandbare stoffen 1 blauwe kegel /licht Voor de gezondheid gevaarlijke stoffen 2 blauwe kegels /lichten Ontplofbare stoffen 3 blauwe kegels /lichten 10 meter 50 meter 100 meter Nacht Dag 9

Ten anker Nacht Nacht Dag Kabelpont Een pont heeft voorrang op kleine schepen. Een pont mag medewerking verlangen van grote schepen. Gierpont 10

In bedrijf zijnde werktuigen 1 2 Nacht Dag 3 4 Nacht Dag Geen hinderlijke waterbeweging Nacht 1 2 Dag 3 Vaarbewijsexamens oefenen? Google; vaarbewijs proefexamens En klik op: Interactieve proefexamens Vaarschool Albatros 11

Beperkt manoeuvreerbaar schip Nacht Dag Nacht visserschip Dag Albatros Albatros Gekoppeld samenstel Grote zeilschepen (groter dan 20 meter) Boordlichten Heklicht Rood en een Groen rondomschijnend licht Let op: een zeilschip heeft nooit een toplicht 12

Toezichthoudende ambtenaren en brandweerboten Tonen zowel overdag als s nachts een blauw rondomschijnend flikkerlicht. Schepen die werkzaamheden in of nabij het vaarwater uitoefenen Die tonen een geel rondomschijnend flikkerlicht. Sportduiker(s) 1 2 fluitlicht Albatros Attentie 3 4 SB BB Ik kan niet manoeuvreren etc. Noodsein Ik sla achteruit Blijf weg sein etc. Medische hulp gewenst 13

Marifoon VHF VHF 18 Verkeersbord A Verkeersbord B Marifoonplicht geldt voor alle grote schepen Bij slecht zicht op drukke vaarwegen geldt marifoonplicht voor alle schepen Verplicht een bedieningscertificaat (examen) Geen certificaat? Marifoon moet van boord Marifoon aan boord? Uitluister- en communicatieplicht bij passeren bord B. Radar Ideaal bij varen s nachts of tijdens slecht zicht. Heb je radar, dan is marifoon aan boord verplicht. Om op radar te varen met slecht zicht, moet je in het bezit zijn van een radardiploma (examen) Geen diploma? Radar moet bij slecht zicht uit. loef lij 14

Over BB zeilen 1 2 Over SB zeilen Bezeild B 3 4 Niet bezeilde sector A Oplopen 1 3 2 Oploper Koerskruiser (van stuurboord) 15

Kleine zeilschepen onderling 1 2 Kleine zeilschepen onderling 1. Kleine zeilschepen 2. Spierkracht voortbewogen 3. Kleine motorschepen Tip! Vragen over de voorrang 4 stuks zijn 3 punten per vraag waard. Bekijk de animatie in de mini-onlinecursus 1 2 3 Vaar je aan de rechterkant (stuurboordswal), dan heb je het recht van de weg. 16

Vaar je binnen de betonde vaargeul (hoofdweg) dan wacht het kleine schip dat van buiten de vaargeul komt. Samenkomst van hoofd- en nevenvaarwater Tip! Vragen over voorrang verlenen of medewerking verlangen zijn 3 punten waard. Bekijk de animatie in de mini-onlinecursus 17

Zoek de verschillen... 1 2 3 4 18

Volgorde in voorrang 1. Grote schepen (geen verschil tussen motor- en zeilboot) 1e. Kleine zeilschepen 2. Kleine schepen 2e Door spierkracht voortbewogen schepen 3e. Kleine motorschepen 3. Snel schip, draagvleugelboot, hoovercraft enz. die sneller varen dan 40 km/uur Schip gaat naar SB Schip gaat naar SB Schip gaat naar BB Schip gaat naar BB Het opvarende schip moet voor het afvarende schip een geschikte weg vrijhouden. De opvaart bepaalt de koers 19

Engte BPR Engte 1 2 3 4 20

Stroom gaat voor 1 2 Aan lij kom je er niet voorbij SB 3 4 BB Keren over SB Keren over BB Invaren of oversteken van een hoofdvaarwater. 21

Sluizen en bruggen (open) (de) (brug) * Beroepsvaart gaat voor * Tijdens het schutten in de sluis geen gebruik maken van de motor * Sliptrossen * Drempel Algemene bepalingen Op Drukke vaarwegen Ten minste 6 km per uur kunnen varen (ten opzichte van het water) Zeilboten motor stand by Verboden voor surfers Zoveel mogelijk rechts varen Op Drukke vaarwegen met slecht zicht Marifoon en radarplicht Altijd een radarreflector, ten minste 4 meter hoog Zowel varend als geankerd 22

Aanvullende bepalingen Verboden te Kite surfen Voor de snelle motorboot Registratie bewijs Registratie teken We mogen geen hinder of gevaar veroorzaken Het schip moet voorzien zijn van een dodemansknop Als u de boot staande bestuurt - zonder dak boven u hoofd - reddingsvest om Waterskiën doet u met minimaal 3 personen De eigenaar is verantwoordelijk voor naleving van de inrichtingsvoorschriften Rijnvaart politie reglement (RPR) Het Pannerdensch kanaal Boven-rijn De Neder-rijn De Waal De Lek 23

Een klein open motorschip korter dan 7 meter met een maximale snelheid van 13 km/uur. Sturen van het schip BPR - 12 jaar RPR - 16 jaar Navigatieverlichting BPR - Rondomschijnend licht RPR - Toplicht, heklicht en boordlichten Een klein zeilschip, korter dan 7 meter Rondomschijnend wit licht BPR - Bij gevaar voor aanvaring 2e witte licht tonen RPR - Bij naderen een 2e witte licht tonen 24

Maximaal 0,5 promille alcohol BPR RPR Kleine schepen wijken ALTIJD Scheepvaartreglement Kanaal van Gent naar Terneuzen (SRKGT) Incl.de Oostbuitenhaven van Terneuzen 25

Binnenvaartwet Doel: bevorderen van veiligheid aan boord en op de binnenwateren Vaarbewijs is geldig zolang u leeft Vaarbewijs 1 geldig op alle binnenwateren (niet IJsselmeer, Ooster-Wester Schelde Waddenzee) Examen KVB1 Alleen KVB2 Examen KVB1 + KVB2 = VBI = geen vaarbewijs = VBII Klein vaarbewijs Schepen die harder kunnen varen dan 20 km/uur (op de motor) Schepen tussen 15 meter en 25 meter Groter dan 25 meter groot pleziervaartbewijs ( = aanvulling op het kleine vaarbewijs) Schepen groter dan 20 meter Certificaat van onderzoek (CvO) (Of indien de volume maat lengte x breedte x diepte meer dan 100 is.) 26

Extra informatie Verkeersborden op het water (aanrader) Nieuwe examen onderwerpen (aanrader) Google Borden op het water (www.vaarbewijzen.nl) Google Nieuwe onderwerpen vaarbewijs (www.vaarbewijzen.nl) Termen tijdens het examen (aanrader) BPR reglement (achtergrond informatie) Google Bakboord en stuurboord (4e plaats van boven) Google Bpr reglement (2e plaats van boven) Boegschroef Boegschroef op stuurboord Boegschroef op bakboord Roer aan BB Roer aan SB Tip! 3 punten waard. Bekijk de instructie film in de mini-onlinecursus Hekdrive / buitenboordmotor je hebt geen roer, je stuurt met de schroef Geen last van het wieleffect 27

Linkse schroef Rechtse schroef vooruit achteruit vooruit achteruit Linkse schroef rechtse schroef vooruit achteruit vooruit achteruit Breed vaarwater Keren in breed vaarwater met een LS. Je keert over SB, je ligt aan BB-zijde van het vaarwater. 28

Linkse schroef rechtse schroef vooruit achteruit vooruit achteruit Breed vaarwater Keren in breed vaarwater met een RS. Je keert over BB, je ligt aan SB-zijde van het vaarwater. Linkse schroef rechtse schroef vooruit achteruit vooruit achteruit Smal vaarwater Keren in smal vaarwater met een LS. Je keert over BB, je ligt aan SB-zijde van het vaarwater. 29

Linkse schroef rechtse schroef vooruit achteruit vooruit achteruit Smal vaarwater Keren in smal vaarwater met een RS. Je keert over SB, je ligt aan BB-zijde van het vaarwater. Achteruitvaren Onmogelijk Dit gaat heel goed 30

Begripsomschrijvingen Hogerwal Lagerwal Lagerwal Hogerwal Langswal met de wind van voren Langswal met de wind van achteren Voortros Voorspring Achterspring Achtertros de wind of stroom van voren Volgorde van losgooien 1/2. Voorspring 2/1. Achtertros 3. Voortros 4. Achterspring de wind of stroom van achter Afvaren van lagerwal met Harde wind Volgorde van losgooien 1/2. Achterspring 2/1. Voortros 3. Achtertros 4. Voorspring 31

Linkse schroef Standaard manier van aankomen Rechtse schroef vooruit achteruit vooruit achteruit Een aan een aanlegplaats gemeerd schip moet toestaan dat een ander schip Aan hem afmeert en de opvarenden via het (voor)dek aan wal kunnen komen Aankomen op stromend water Aankomen aan hoger wal 32

Bron Rechter oever Linker oever Rode tonnen Groene tonnen Stomp Even 4 3 Spits Oneven 2 1 Zee Racon boei (Radar antwoord boei) Tonnen/boeien sparboeien Kribbakens steekbakens 33

Scheidingstonnen Rechter oever Linker oever Rechter oever Linker oever Het schip heeft een BB en SB-zijde HV NV NV HV 34

Quick Very Quick Flash Long Flash Iso Occulting Vast Lichtkarakters Langer uit dan aan / schitterlicht (het schijnsel is korter dan de verduistering) Even lang aan als uit (de verduistering is even lang als het schijnsel) Langer aan dan uit (de verduistering is korter dan het schijnsel) Q VQ N Q 3 VQ 3 W O Q 9 VQ 9 Z Q 6 LFL VQ 6 LFL 35

Bijzondere markering Markering veilig vaarwater ( geen topteken) Geleidelichten 36

Ankertouw 5x de diepte Ankerketting 3x de diepte Ankeren tijdens het achteruitvaren ten opzichte van de bodem - deinzen - Ankerpeiling Krabbend anker M.O.B MOB knop indrukken GPS Bovenwinds naderen, verlijeren naar de drenkeling toe tot max. windkracht 3 a 4 Benedenwinds naderen let op de schroef Zeereling over de borst aan boord Op ruim golvend water gebruiken we een lange sleep tros Buitenbocht Wilt u slepen in een haven gekoppeld samenstel U kunt ook slepen op kruisdraden 37

voor midden achter Albatros 38

Som 1. Bij een vaste brug in de waterkaart staat: H 30. De doorvaarthoogte geldt ten opzichte van kanaalpeil, waarvan gegeven is KP = NAP 5 dm. Op de peilschaal bij de brug leest u af waterniveau is NAP + 1 dm. Als de maximum hoogte van uw schip 22 dm boven water bedraagt, hoeveel Dm speling heeft u bij onderdoorvaart? + 5 + 4 + 3 + 2 + 1 0-1 - 2-3 - 4-5 Som 2. Bij een vaste brug in de waterkaart staat : H 30. De doorvaarthoogte geldt ten opzichte van kanaalpeil, waarvan gegeven is KP = NAP + 2 dm. Op de peilschaal bij de brug leest u af waterniveau is NAP - 2 dm. Als de maximum hoogte van uw schip 2,80 meter boven water bedraagt, hoeveel dm speling heeft u bij onderdoorvaart? + 5 + 4 + 3 + 2 + 1 0-1 - 2-3 - 4-5 39

Som 3. U nadert een sluis die de verbinding vormt tussen twee kanalen met verschillend peil. Aan uw zijde is het kanaalpeil NAP +1 dm. Aan de andere zijde NAP +3 dm. Bij de sluis is een peilschaal aangebracht waarop u afleest NAP 1 dm. Veronderstel dat aan de andere kant van de sluis het water gelijk is aan kanaalpeil, hoeveel dm zal uw schip stijgen? Onze kant v.d. sluis + 5 + 4 + 3 + 2 + 1 0-1 - 2-3 - 4-5 Andere kant v.d. sluis Som 4. U nadert een vaste brug. U wilt graag met staande mast (hoogte 7,20 m) onder de brug door. De op de kaart aangegeven brughoogte is H = 75dm. Het KP is NAP +8 dm. Verder is vermeld dat de waterhoogte kan variëren tussen NAP + 6 en + 12. Bij passeren van de brug wilt u een minimale veiligheidsmarge hebben van 1 dm. Welke maximale waterstand mag u hebben voor onderdoorvaart? 40

80 90 1 meter 10 20 20 10 1 meter 90 80 Het actuele waterpeil is? NAP + 1, 20 meter NAP + 0,80 meter NAP - 1, 20 meter NAP - 0,80 meter NAP + 0, 80 meter NAP + 1,80 meter NAP - 1, 80 meter NAP - 0,80 meter Behandeling van de motor en de aandrijving Schip met een ingebouwde benzinemotor, eerst ventileren met een vonkvrije afzuiginstallatie Controleer het oliepeil in de motor en in de keerkoppeling Controleer het wierfilter V-snaar minimaal 1 cm maximaal 2 cm kunnen indrukken 41

Serie geschakeld 24-volt Dunnere stroomkabels Motor Parallel geschakeld 12-volt Dikkere stroomkabels Water gesmeerde schroefaskoker bestaat uit kunststof lagers Pakkingdrukker 1 2 De uitlaatgassen moeten kleurloos zijn Een vet gesmeerde schroefaskoker moeren gelijkmatig aandraaien 1liter 2 takt olie 50 liter benzine 3 4 Als we van boord gaan, sluiten we alle buitenboordafsluiters Mengverhouding 1:50 In een bun geplaatste buitenboordmotor moet voldoende verse lucht krijgen 5 Benzinemotor heeft een vonk nodig Dieselmotor stopknop 42

Tanken van benzine Gaslekverklikker Brandstofleidingen Jerrycans Accu s Droge uitlaten Brand beveiliging 1 2 Temperatuur A- branden Branden in vaste stoffen B- branden Vloeistof Branden C- branden Gas Branden D- branden F- branden Metaal Branden Vet Branden 1 2 Water is allen geschikt voor A-branden B- branden blussen met schuim- of poederblusser F- branden blussen met passende deksel of een brandwerende deken 3 4 Schuimblusser ---let op vorst--- Minimaal 2 kg blusser aan boord Rijkskeurmerk en typegoedkeuring Iedere 2 jaar laten keuren Slang zo kort mogelijk Tip! Gas en brandpreventie 3 punten per vraag. Bekijk de animatie s in de mini-onlinecursus 43

Veiligheid Voor iedere opvarende een goed passend reddingsvest Drijfvermogen op de borst en in de kraag Zwemvest geen reddingsvest Voor beschut binnenwater Makkelijk naar de drenkeling toewerpen Voor open water en kustwater Makkelijk in- en uit klimmen Voor extreme omstandigheden Veiligheid Joon (dobber) Rondspantschip Voetreling 2,5 cm Vluchtluik 50 x 50 cm Multi knikspantschip Knikspantschip 44

De wind verandert met de wijzers van de klok mee Ruimende wind Kans op weersverbetering Hoger dan 1013 mb = hogedruk De wind verandert tegen de wijzers van de klok in. Krimpende wind Kans op weersverslechtering Lager dan 1013 mb = lagedruk Schaal van Beaufort 5 Vrij krachtige wind 6 Krachtige wind 7 Harde wind 8 Stormachtige wind 9 storm Isobaren zijn lijnen waar op hetzelfde tijdstip dezelfde luchtdruk heerst. Hoe dichter de isobaren bij elkaar liggen, hoe harder het waait. Laatste nieuwtjes, snelheid controles op het water, volg Vaarschool Albatros op Twitter of facebook Zicht tussen 500m - 1km 1km - 4 km mist slecht zicht 45

Verplichting niet het hoofdvaarwater op te varen of over te steken, indien daardoor schepen op het hoofdvaarwater zouden worden genoodzaakt hun koers of snelheid te wijzigen ( stop en geef voorrang) Het gevolgde vaarwater geldt als hoofdvaarwater ten opzichte van het vaarwater dat daarin uitmondt Buiten gebruik gesteld gedeelte van de vaarweg: vaarverbod, niet geldend voor een klein schip zonder motor. Beperkte waterdiepte Beperkte doorvaarthoogte of of of In-, uit- of doorvaren verboden Verboden hinderlijke waterbeweging te veroorzaken Voorbijlopen verboden Verboden buiten de aangegeven begrenzing te varen 20 Verboden ligplaats te nemen (ankeren en meren) Binnen de in meters aangegeven breedte te rekenen Vanaf het bord Verboden voor motorschepen 46

sport 7 Verboden voor kleine schepen Verplichting de vaarsnelheid te beperken, zoals is aangegeven (in km/h) VHF 18 VHF Verboden te waterskiën Verplichting gebruik te maken van marifoon, dan wel zich te melden Op het aangegeven marifoonkanaal Meer borden? Ga naar: www.vaarbewijzen.nl/borden_scheepvaart.html Verplichting te varen in de richting aangegeven door de pijl VHF 18 Marifoonkanaal voor nautische informatie.bijvoorbeeld: kanaal 18 Ligplaats bestemd voor schepen die tot de duwvaart behoren. Ligplaats bestemd voor schepen die niet tot de duwvaart behoren. Ligplaats bestemd voor schepen die zoel tot de duwvaart behoren als schepen die niet tot de duwvaart behoren 47

Verplichte vaarrichting, geldend voor motorschepen Aanbevolen doorvaartopening,voor tegenliggende vaart verboden Verboden doorvaartopening Doorvaart gesloten brug toegestaan, Tegenliggende vaart mogelijk Aanbevolen doorvaartopening tegenliggende vaart mogelijk Doorvaart verboden,wordt aanstonds toegestaan Examen Deel 1 (KVB1) bestaat uit 40 vragen u kan maximaal 80 punten halen, heeft u 56 punten of meer dan bent u geslaagd. U heeft maximaal 1 uur de tijd. Examen deel 2 (KVB2) bestaat uit 25 vragen u kan maximaal 50 punten halen, heeft u 35 punten of meer dan bent u ook weer geslaagd. U heeft maximaal 1 ½ de tijd. Doet u 1 en 2 tegelijk heeft u 2 ½ uur de tijd. Deel 1 en deel 2 hebben geen invloed op elkaar. Als u voor deel 1 slaagt en deel 2 zakt krijgt u alleen 1. Zakt u voor deel 1 en slaagt u voor deel 2 krijgt u een certificaat en moet u later nog een keer Deel 1 doen. Wilt u na het examen een reactie geven op www.vaarschoolalbatros.nl Veel succes het Vaarschool Albatros team 48