Digitale thuiscursus VB1(KVB1) Vaarschool Albatros Westerdijk 5c 1621 LC Hoorn www.vaarschoolalbatros.nl Coen Cromjongh 0229 268990 Zondag 09.00-12.00... Woensdag 09.00-12.00 Of via: info@vaarschoolalbatros.nl Uw docent Coen Cromjongh 0229 268990 Zondag 09.00-12.00... Woensdag 09.00-12.00 Of via: info@vaarschoolalbatros.nl De reglementen in Nederland Binnenvaart politie reglement (BPR) Geldig in heel Nederland, dus óók IJsselmeer Waddenzee Oosterschelde Westerschelde NIET (daar geldt een ander reglement) Alles over vaarregels, etiquette aan boord, varen in Nederland Varen in Europa, aanschaf boot et cetera. www.vaarbewijzen.nl 1
Met uitzondering van: Pannerdensch kanaal Boven-rijn Neder-rijn Waal Lek Rijnvaart politie reglement (RPR) Scheepvaartreglement Kanaal van Gent naar Terneuzen (SRKGT) Duwstel Gekoppeld samenstel Duwbakken Duwboot Vissersschip - schip dat vist Varend schip - ligt niet geankerd of gemeerd vaarweg Stilliggend schip - ligt geankerd of gemeerd 2
Zeilschip - Schip dat uitsluitend d.m.v. zijn zeilen wordt voortbewogen Klein schip - Schip kleiner dan 20 meter Groot schip - Schip groter dan 20 meter Hieronder vallen ook: Schip dat een groot schip sleept, duwt of assisteert Veerpont Vissersschip, mits vissend Passagiersschip Snelle motorboot- Schip dat sneller kan varen dan 20 km/uur Waterscooter - Snelle motorboot die gebouwd of ingericht is om door een of meer personen skiënd door of over het water te worden voortbewogen Snel schip - Groot motorschip dat sneller kan varen dan 40 km/uur (b.v. draagvleugelboot) 3
Passagiersschip Schip dat meer dan 12 passagiers mag vervoeren Albatros Art 1.04/1.05 Afwijking van het reglement Beide schippers moeten er alles aan doen om een aanvaring te voorkomen De schipper is de baas Sturen van het schip (art 1.09) Minimum leeftijd 16 jaar Uitzonderingen Snelle motorboot Een klein open motorschip korter dan 7 meter met een maximale snelheid van 13 km/uur 18 jaar 12 jaar Klein zeilschip korter dan 7 meter Geen min. leeftijd 4
Navigatie verlichting Bakboord Stuurboord Bakboord licht 112 ½ Stuurboord licht 112 ½ Toplicht 225 Heklicht 135 5
Albatros Een groot schip mag 2 toplichten voeren Let op: voor het laagste licht, achter het hoogste licht Sleepboot met 1 sleep, twee toplichten boven elkaar. Meerdere sleepboten in de vaart, drie toplichten boven elkaar. Dagmerk 6
Duwstellen Toplichten boord- en heklichten Toplichten in gelijkzijdige driehoek Heklichten Kleine motorschepen (tot 20 meter) Toplicht, boordlichten en heklicht Het toplicht moet: Ten minste 1 meter boven de boordlichten zijn; Of op gelijke hoogte zijn als de boordlichten,maar ten minste 1 meter ervoor 7
Kleine zeilschepen (tot 20 meter) Boordlichten + heklicht Let op: Een zeilschip heeft nooit een toplicht Een zeilschip met de motor bij is een MOTORSCHIP Overdag: een zwarte kegel met de punt naar beneden s Nachts: Voert dit schip de verlichting van een motorschip 8
Uitzondering: Kleine schepen, korter dan 7 meter Rondomschijnend wit licht zeilschepen < 7 meter motorschepen < 7 meter die max. 13 km. per uur kunnen varen (alleen in het BPR!!) Brandbare stoffen 1 blauwe kegel /licht Voor de gezondheid gevaarlijke stoffen 2 blauwe kegels /lichten Ontplofbare stoffen 3 blauwe kegels /lichten 10 meter 50 meter 100 meter Nacht Dag 9
Ten anker Nacht Nacht Dag Kabelpont Een pont heeft voorrang op kleine schepen. Een pont mag medewerking verlangen van grote schepen. Gierpont 10
In bedrijf zijnde werktuigen 1 2 Nacht Dag 3 4 Nacht Dag Geen hinderlijke waterbeweging Nacht 1 2 Dag 3 Vaarbewijsexamens oefenen? Google; vaarbewijs proefexamens En klik op: Interactieve proefexamens Vaarschool Albatros 11
Beperkt manoeuvreerbaar schip Nacht Dag Nacht visserschip Dag Albatros Albatros Gekoppeld samenstel Grote zeilschepen (groter dan 20 meter) Boordlichten Heklicht Rood en een Groen rondomschijnend licht Let op: een zeilschip heeft nooit een toplicht 12
Toezichthoudende ambtenaren en brandweerboten Tonen zowel overdag als s nachts een blauw rondomschijnend flikkerlicht. Schepen die werkzaamheden in of nabij het vaarwater uitoefenen Die tonen een geel rondomschijnend flikkerlicht. Sportduiker(s) 1 2 fluitlicht Albatros Attentie 3 4 SB BB Ik kan niet manoeuvreren etc. Noodsein Ik sla achteruit Blijf weg sein etc. Medische hulp gewenst 13
Marifoon VHF VHF 18 Verkeersbord A Verkeersbord B Marifoonplicht geldt voor alle grote schepen Bij slecht zicht op drukke vaarwegen geldt marifoonplicht voor alle schepen Verplicht een bedieningscertificaat (examen) Geen certificaat? Marifoon moet van boord Marifoon aan boord? Uitluister- en communicatieplicht bij passeren bord B. Radar Ideaal bij varen s nachts of tijdens slecht zicht. Heb je radar, dan is marifoon aan boord verplicht. Om op radar te varen met slecht zicht, moet je in het bezit zijn van een radardiploma (examen) Geen diploma? Radar moet bij slecht zicht uit. loef lij 14
Over BB zeilen 1 2 Over SB zeilen Bezeild B 3 4 Niet bezeilde sector A Oplopen 1 3 2 Oploper Koerskruiser (van stuurboord) 15
Kleine zeilschepen onderling 1 2 Kleine zeilschepen onderling 1. Kleine zeilschepen 2. Spierkracht voortbewogen 3. Kleine motorschepen Tip! Vragen over de voorrang 4 stuks zijn 3 punten per vraag waard. Bekijk de animatie in de mini-onlinecursus 1 2 3 Vaar je aan de rechterkant (stuurboordswal), dan heb je het recht van de weg. 16
Vaar je binnen de betonde vaargeul (hoofdweg) dan wacht het kleine schip dat van buiten de vaargeul komt. Samenkomst van hoofd- en nevenvaarwater Tip! Vragen over voorrang verlenen of medewerking verlangen zijn 3 punten waard. Bekijk de animatie in de mini-onlinecursus 17
Zoek de verschillen... 1 2 3 4 18
Volgorde in voorrang 1. Grote schepen (geen verschil tussen motor- en zeilboot) 1e. Kleine zeilschepen 2. Kleine schepen 2e Door spierkracht voortbewogen schepen 3e. Kleine motorschepen 3. Snel schip, draagvleugelboot, hoovercraft enz. die sneller varen dan 40 km/uur Schip gaat naar SB Schip gaat naar SB Schip gaat naar BB Schip gaat naar BB Het opvarende schip moet voor het afvarende schip een geschikte weg vrijhouden. De opvaart bepaalt de koers 19
Engte BPR Engte 1 2 3 4 20
Stroom gaat voor 1 2 Aan lij kom je er niet voorbij SB 3 4 BB Keren over SB Keren over BB Invaren of oversteken van een hoofdvaarwater. 21
Sluizen en bruggen (open) (de) (brug) * Beroepsvaart gaat voor * Tijdens het schutten in de sluis geen gebruik maken van de motor * Sliptrossen * Drempel Algemene bepalingen Op Drukke vaarwegen Ten minste 6 km per uur kunnen varen (ten opzichte van het water) Zeilboten motor stand by Verboden voor surfers Zoveel mogelijk rechts varen Op Drukke vaarwegen met slecht zicht Marifoon en radarplicht Altijd een radarreflector, ten minste 4 meter hoog Zowel varend als geankerd 22
Aanvullende bepalingen Verboden te Kite surfen Voor de snelle motorboot Registratie bewijs Registratie teken We mogen geen hinder of gevaar veroorzaken Het schip moet voorzien zijn van een dodemansknop Als u de boot staande bestuurt - zonder dak boven u hoofd - reddingsvest om Waterskiën doet u met minimaal 3 personen De eigenaar is verantwoordelijk voor naleving van de inrichtingsvoorschriften Rijnvaart politie reglement (RPR) Het Pannerdensch kanaal Boven-rijn De Neder-rijn De Waal De Lek 23
Een klein open motorschip korter dan 7 meter met een maximale snelheid van 13 km/uur. Sturen van het schip BPR - 12 jaar RPR - 16 jaar Navigatieverlichting BPR - Rondomschijnend licht RPR - Toplicht, heklicht en boordlichten Een klein zeilschip, korter dan 7 meter Rondomschijnend wit licht BPR - Bij gevaar voor aanvaring 2e witte licht tonen RPR - Bij naderen een 2e witte licht tonen 24
Maximaal 0,5 promille alcohol BPR RPR Kleine schepen wijken ALTIJD Scheepvaartreglement Kanaal van Gent naar Terneuzen (SRKGT) Incl.de Oostbuitenhaven van Terneuzen 25
Binnenvaartwet Doel: bevorderen van veiligheid aan boord en op de binnenwateren Vaarbewijs is geldig zolang u leeft Vaarbewijs 1 geldig op alle binnenwateren (niet IJsselmeer, Ooster-Wester Schelde Waddenzee) Examen KVB1 Alleen KVB2 Examen KVB1 + KVB2 = VBI = geen vaarbewijs = VBII Klein vaarbewijs Schepen die harder kunnen varen dan 20 km/uur (op de motor) Schepen tussen 15 meter en 25 meter Groter dan 25 meter groot pleziervaartbewijs ( = aanvulling op het kleine vaarbewijs) Schepen groter dan 20 meter Certificaat van onderzoek (CvO) (Of indien de volume maat lengte x breedte x diepte meer dan 100 is.) 26
Extra informatie Verkeersborden op het water (aanrader) Nieuwe examen onderwerpen (aanrader) Google Borden op het water (www.vaarbewijzen.nl) Google Nieuwe onderwerpen vaarbewijs (www.vaarbewijzen.nl) Termen tijdens het examen (aanrader) BPR reglement (achtergrond informatie) Google Bakboord en stuurboord (4e plaats van boven) Google Bpr reglement (2e plaats van boven) Boegschroef Boegschroef op stuurboord Boegschroef op bakboord Roer aan BB Roer aan SB Tip! 3 punten waard. Bekijk de instructie film in de mini-onlinecursus Hekdrive / buitenboordmotor je hebt geen roer, je stuurt met de schroef Geen last van het wieleffect 27
Linkse schroef Rechtse schroef vooruit achteruit vooruit achteruit Linkse schroef rechtse schroef vooruit achteruit vooruit achteruit Breed vaarwater Keren in breed vaarwater met een LS. Je keert over SB, je ligt aan BB-zijde van het vaarwater. 28
Linkse schroef rechtse schroef vooruit achteruit vooruit achteruit Breed vaarwater Keren in breed vaarwater met een RS. Je keert over BB, je ligt aan SB-zijde van het vaarwater. Linkse schroef rechtse schroef vooruit achteruit vooruit achteruit Smal vaarwater Keren in smal vaarwater met een LS. Je keert over BB, je ligt aan SB-zijde van het vaarwater. 29
Linkse schroef rechtse schroef vooruit achteruit vooruit achteruit Smal vaarwater Keren in smal vaarwater met een RS. Je keert over SB, je ligt aan BB-zijde van het vaarwater. Achteruitvaren Onmogelijk Dit gaat heel goed 30
Begripsomschrijvingen Hogerwal Lagerwal Lagerwal Hogerwal Langswal met de wind van voren Langswal met de wind van achteren Voortros Voorspring Achterspring Achtertros de wind of stroom van voren Volgorde van losgooien 1/2. Voorspring 2/1. Achtertros 3. Voortros 4. Achterspring de wind of stroom van achter Afvaren van lagerwal met Harde wind Volgorde van losgooien 1/2. Achterspring 2/1. Voortros 3. Achtertros 4. Voorspring 31
Linkse schroef Standaard manier van aankomen Rechtse schroef vooruit achteruit vooruit achteruit Een aan een aanlegplaats gemeerd schip moet toestaan dat een ander schip Aan hem afmeert en de opvarenden via het (voor)dek aan wal kunnen komen Aankomen op stromend water Aankomen aan hoger wal 32
Bron Rechter oever Linker oever Rode tonnen Groene tonnen Stomp Even 4 3 Spits Oneven 2 1 Zee Racon boei (Radar antwoord boei) Tonnen/boeien sparboeien Kribbakens steekbakens 33
Scheidingstonnen Rechter oever Linker oever Rechter oever Linker oever Het schip heeft een BB en SB-zijde HV NV NV HV 34
Quick Very Quick Flash Long Flash Iso Occulting Vast Lichtkarakters Langer uit dan aan / schitterlicht (het schijnsel is korter dan de verduistering) Even lang aan als uit (de verduistering is even lang als het schijnsel) Langer aan dan uit (de verduistering is korter dan het schijnsel) Q VQ N Q 3 VQ 3 W O Q 9 VQ 9 Z Q 6 LFL VQ 6 LFL 35
Bijzondere markering Markering veilig vaarwater ( geen topteken) Geleidelichten 36
Ankertouw 5x de diepte Ankerketting 3x de diepte Ankeren tijdens het achteruitvaren ten opzichte van de bodem - deinzen - Ankerpeiling Krabbend anker M.O.B MOB knop indrukken GPS Bovenwinds naderen, verlijeren naar de drenkeling toe tot max. windkracht 3 a 4 Benedenwinds naderen let op de schroef Zeereling over de borst aan boord Op ruim golvend water gebruiken we een lange sleep tros Buitenbocht Wilt u slepen in een haven gekoppeld samenstel U kunt ook slepen op kruisdraden 37
voor midden achter Albatros 38
Som 1. Bij een vaste brug in de waterkaart staat: H 30. De doorvaarthoogte geldt ten opzichte van kanaalpeil, waarvan gegeven is KP = NAP 5 dm. Op de peilschaal bij de brug leest u af waterniveau is NAP + 1 dm. Als de maximum hoogte van uw schip 22 dm boven water bedraagt, hoeveel Dm speling heeft u bij onderdoorvaart? + 5 + 4 + 3 + 2 + 1 0-1 - 2-3 - 4-5 Som 2. Bij een vaste brug in de waterkaart staat : H 30. De doorvaarthoogte geldt ten opzichte van kanaalpeil, waarvan gegeven is KP = NAP + 2 dm. Op de peilschaal bij de brug leest u af waterniveau is NAP - 2 dm. Als de maximum hoogte van uw schip 2,80 meter boven water bedraagt, hoeveel dm speling heeft u bij onderdoorvaart? + 5 + 4 + 3 + 2 + 1 0-1 - 2-3 - 4-5 39
Som 3. U nadert een sluis die de verbinding vormt tussen twee kanalen met verschillend peil. Aan uw zijde is het kanaalpeil NAP +1 dm. Aan de andere zijde NAP +3 dm. Bij de sluis is een peilschaal aangebracht waarop u afleest NAP 1 dm. Veronderstel dat aan de andere kant van de sluis het water gelijk is aan kanaalpeil, hoeveel dm zal uw schip stijgen? Onze kant v.d. sluis + 5 + 4 + 3 + 2 + 1 0-1 - 2-3 - 4-5 Andere kant v.d. sluis Som 4. U nadert een vaste brug. U wilt graag met staande mast (hoogte 7,20 m) onder de brug door. De op de kaart aangegeven brughoogte is H = 75dm. Het KP is NAP +8 dm. Verder is vermeld dat de waterhoogte kan variëren tussen NAP + 6 en + 12. Bij passeren van de brug wilt u een minimale veiligheidsmarge hebben van 1 dm. Welke maximale waterstand mag u hebben voor onderdoorvaart? 40
80 90 1 meter 10 20 20 10 1 meter 90 80 Het actuele waterpeil is? NAP + 1, 20 meter NAP + 0,80 meter NAP - 1, 20 meter NAP - 0,80 meter NAP + 0, 80 meter NAP + 1,80 meter NAP - 1, 80 meter NAP - 0,80 meter Behandeling van de motor en de aandrijving Schip met een ingebouwde benzinemotor, eerst ventileren met een vonkvrije afzuiginstallatie Controleer het oliepeil in de motor en in de keerkoppeling Controleer het wierfilter V-snaar minimaal 1 cm maximaal 2 cm kunnen indrukken 41
Serie geschakeld 24-volt Dunnere stroomkabels Motor Parallel geschakeld 12-volt Dikkere stroomkabels Water gesmeerde schroefaskoker bestaat uit kunststof lagers Pakkingdrukker 1 2 De uitlaatgassen moeten kleurloos zijn Een vet gesmeerde schroefaskoker moeren gelijkmatig aandraaien 1liter 2 takt olie 50 liter benzine 3 4 Als we van boord gaan, sluiten we alle buitenboordafsluiters Mengverhouding 1:50 In een bun geplaatste buitenboordmotor moet voldoende verse lucht krijgen 5 Benzinemotor heeft een vonk nodig Dieselmotor stopknop 42
Tanken van benzine Gaslekverklikker Brandstofleidingen Jerrycans Accu s Droge uitlaten Brand beveiliging 1 2 Temperatuur A- branden Branden in vaste stoffen B- branden Vloeistof Branden C- branden Gas Branden D- branden F- branden Metaal Branden Vet Branden 1 2 Water is allen geschikt voor A-branden B- branden blussen met schuim- of poederblusser F- branden blussen met passende deksel of een brandwerende deken 3 4 Schuimblusser ---let op vorst--- Minimaal 2 kg blusser aan boord Rijkskeurmerk en typegoedkeuring Iedere 2 jaar laten keuren Slang zo kort mogelijk Tip! Gas en brandpreventie 3 punten per vraag. Bekijk de animatie s in de mini-onlinecursus 43
Veiligheid Voor iedere opvarende een goed passend reddingsvest Drijfvermogen op de borst en in de kraag Zwemvest geen reddingsvest Voor beschut binnenwater Makkelijk naar de drenkeling toewerpen Voor open water en kustwater Makkelijk in- en uit klimmen Voor extreme omstandigheden Veiligheid Joon (dobber) Rondspantschip Voetreling 2,5 cm Vluchtluik 50 x 50 cm Multi knikspantschip Knikspantschip 44
De wind verandert met de wijzers van de klok mee Ruimende wind Kans op weersverbetering Hoger dan 1013 mb = hogedruk De wind verandert tegen de wijzers van de klok in. Krimpende wind Kans op weersverslechtering Lager dan 1013 mb = lagedruk Schaal van Beaufort 5 Vrij krachtige wind 6 Krachtige wind 7 Harde wind 8 Stormachtige wind 9 storm Isobaren zijn lijnen waar op hetzelfde tijdstip dezelfde luchtdruk heerst. Hoe dichter de isobaren bij elkaar liggen, hoe harder het waait. Laatste nieuwtjes, snelheid controles op het water, volg Vaarschool Albatros op Twitter of facebook Zicht tussen 500m - 1km 1km - 4 km mist slecht zicht 45
Verplichting niet het hoofdvaarwater op te varen of over te steken, indien daardoor schepen op het hoofdvaarwater zouden worden genoodzaakt hun koers of snelheid te wijzigen ( stop en geef voorrang) Het gevolgde vaarwater geldt als hoofdvaarwater ten opzichte van het vaarwater dat daarin uitmondt Buiten gebruik gesteld gedeelte van de vaarweg: vaarverbod, niet geldend voor een klein schip zonder motor. Beperkte waterdiepte Beperkte doorvaarthoogte of of of In-, uit- of doorvaren verboden Verboden hinderlijke waterbeweging te veroorzaken Voorbijlopen verboden Verboden buiten de aangegeven begrenzing te varen 20 Verboden ligplaats te nemen (ankeren en meren) Binnen de in meters aangegeven breedte te rekenen Vanaf het bord Verboden voor motorschepen 46
sport 7 Verboden voor kleine schepen Verplichting de vaarsnelheid te beperken, zoals is aangegeven (in km/h) VHF 18 VHF Verboden te waterskiën Verplichting gebruik te maken van marifoon, dan wel zich te melden Op het aangegeven marifoonkanaal Meer borden? Ga naar: www.vaarbewijzen.nl/borden_scheepvaart.html Verplichting te varen in de richting aangegeven door de pijl VHF 18 Marifoonkanaal voor nautische informatie.bijvoorbeeld: kanaal 18 Ligplaats bestemd voor schepen die tot de duwvaart behoren. Ligplaats bestemd voor schepen die niet tot de duwvaart behoren. Ligplaats bestemd voor schepen die zoel tot de duwvaart behoren als schepen die niet tot de duwvaart behoren 47
Verplichte vaarrichting, geldend voor motorschepen Aanbevolen doorvaartopening,voor tegenliggende vaart verboden Verboden doorvaartopening Doorvaart gesloten brug toegestaan, Tegenliggende vaart mogelijk Aanbevolen doorvaartopening tegenliggende vaart mogelijk Doorvaart verboden,wordt aanstonds toegestaan Examen Deel 1 (KVB1) bestaat uit 40 vragen u kan maximaal 80 punten halen, heeft u 56 punten of meer dan bent u geslaagd. U heeft maximaal 1 uur de tijd. Examen deel 2 (KVB2) bestaat uit 25 vragen u kan maximaal 50 punten halen, heeft u 35 punten of meer dan bent u ook weer geslaagd. U heeft maximaal 1 ½ de tijd. Doet u 1 en 2 tegelijk heeft u 2 ½ uur de tijd. Deel 1 en deel 2 hebben geen invloed op elkaar. Als u voor deel 1 slaagt en deel 2 zakt krijgt u alleen 1. Zakt u voor deel 1 en slaagt u voor deel 2 krijgt u een certificaat en moet u later nog een keer Deel 1 doen. Wilt u na het examen een reactie geven op www.vaarschoolalbatros.nl Veel succes het Vaarschool Albatros team 48