BOEREN IN DE ANDES. Een studie naar het lokale kennissysteem van de Boliviaanse Aymara met betrekking tot de landbouw



Vergelijkbare documenten
Interactief - augustus 2014

Mede mogelijk gemaakt door de Iona Stichting en Vos/Abb

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie

Bevolkingsgroepen DOE KAART 1. Naam van het project. Als je voor deze opdracht kiest leer je meer over een bepaalde bevolkingsgroep.

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

Uitzicht op de heuvels 10 km van Kabaya Uitzicht op de heuvels ten noorden van Kabaya. Ongeveer 7 km van het dorp.

Stellingen over de uitdagingen voor de boeren in de Cordillera

NUCHTER, EEN HELDERE KIJK EN NO-NONSENSE

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8

Verhaal: Jozef en Maria

PowerPoint 2: Paar bekende voorbeelden van symbolen; kruis pictogram geweld OM teken- peace- Live strong armband- red ribbon- toilet pictogrammen

Bevolkingsspreiding. Waar zit iedereen? Juist of onjuist: China is het grootste land ter wereld. A. Juist. B. Onjuist

Er was eens een Kleine Ziel die tegen God zei: Ik weet wie ik ben, ik ben het licht net als alle andere zielen.

HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN

De Budget Ster: omgaan met je schulden

Op de foto is een bord te zien van een doner kebab tent bij het station van hoofddorp. Op dit bord hebben ze geprobeerd te communiceren met de

Johannes 20, april Pasen 2014 Wehl. (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente,

Bijzondere vakantie op Cyprus Ans van den Helm

Willemien Terpstra Vice President, Fuels and Styrene. Chemie is overal

Eerste nummer. Op kamers Eerst durfde ik de woonkamer niet naar binnen. Eetfobie. Het was moeilijk om te zien dat mijn nichtje van 5 meer at dan ik.

Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp!

Mijn werkstuk gaat over MEXICO

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

SLACHTOFFERSCHAP, TRAUMA EN GEWELD - EEN ONONTWARBARE KLUWEN? 25 mei 2016, Antropia, Driebergen - 25 mei 2016, gedichten Ingmar Heytze

Nigeria. 1. Bevolking en welvaart in Nigeria 2. Voedselvoorziening in Nigeria 3. Nigeria in de wereldeconomie 4. Gezond in Nigeria

Evaluatie project webshop 2.0

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 5-6. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door

Ik besloot te verder te gaan en de zeven stappen naar het geluk eerst helemaal af te maken. We hadden al:

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, les 1,2,3

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 7-8. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren

Duurzaam leiderschap Over de wereld, de mens en onderwijs

Ten slotte wens ik je veel plezier bij het lezen. Hopelijk geeft het de kennis en de inspiratie om ook zelf met je kinderen aan de slag te gaan!

Als je je richt op resultaten, dan zul je niet veranderen. Als je je richt op verandering, dan zul je resultaten behalen.

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Maatschappelijke waardering van Nederlandse landbouw en visserij 2017

OP ZOEK NAAR DE VERBINDING TUSSEN PRAKTIJK, ONDERZOEK EN ONDERWIJS

De aanhouder wint! Zij die in tranen zaaien, zullen oogsten met gejuich. Psalm 126:5

Water Egypte. In elk land hebben mensen hun eigen gewoontes. Dat merk je als je veel reist. Ik zal een voorbeeld geven.

9,4. Werkstuk door Robbin 1688 woorden 14 juni keer beoordeeld. Nederlands. Moldavië INHOUDSOPGAVE. inleiding blz 2

Gijsje zonder staart geschreven door Henk de Vos (in iets gewijzigde vorm) Er was eens een klein lief konijntje, dat Gijs heette. Althans, zo noemden

VIER EENVOUDIGE TAKTIEKEN OM LASTIGE COLLEGA S VOOR JE TE WINNEN

Hoe voorkom je diefstal op reis.

Noot 12 Voorbeeldselectie van thema s en vragen voor zeven groepsgesprekken

IN EEN HUIS IN GEMENGDE HOEVESTIJL

Inhoudsopgave. Inleiding 3. Mijn artfiact 3. Proces 4. Mijn beoordelingsblad en presentatie 5. Autotic Selfie eindproduct (ware grootte) 6

HC zd. 6 nr. 32. dia 1


Voorwoord. Daarna ging ik praten met Chitra, een Tamilvrouw uit Sri Lanka. Zij zette zich in voor de Tamilstrijd.

1 Ben of word jij weleens gepest?

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

Chapter 4 Understanding Families. In this chapter, you will learn

Presentatie Tranzo Zorgsalon 29 november 2012 Christine Kliphuis

Academisch schrijven Inleiding

Maart Geerte, Annewil en Corrie zijn druk bezig geweest met de grote schoonmaak buiten. Na de schoonmaak was het even tijd voor andere energie.

Het hindoeïsme heeft geen stichter. Voor het ontstaan van het hindoeïsme moeten we naar India gaan: een groot land in Azië.

Ik wilde een opdracht ontwikkelen voor leerlingen die voldoet aan de uitgangspunten van competentiegericht leren.

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Openingsgebeden INHOUD

Wandeling n 12 : Al basse Hé : Durbuy Bewegwijzering :

WAAROM DIT BOEKJE? RESPECT

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Vragenlijst Depressie

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Paradoxaal genoeg hebben juist veel landarbeiders geen toegang tot betaalbaar groenten en fruit

Inhoud. Het leven van Escher. Weiland wordt vogel. Kringloop metamorfose. De wereld op z n kop.

Welke plaag moesten zij aankondigen; wanneer zou de vijfde plaag een feit worden en had Gods volk last van deze plaag?

Arm en Rijk. Hoofdstuk 2: Arm en rijk in de Verenigde Staten

Waar gaan we het over hebben?

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij

1. In welk deel van de wereld ligt Nederland? 2. Wat betekent Nederland?

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie

Mosterd uit Almen, kaas van boerderij Pas Op, verse asperges om

Gelukkig scheiden is een keuze!

Communication about Animal Welfare in Danish Agricultural Education

Inleiding Transmigratie (HAVO stof Indonesië)

PLANTAGELANDBOUW IN LATIJNS-AMERIKA

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

UIT de arbeidsmarkt

Understanding and being understood begins with speaking Dutch

Gal. 5, preek NGKO

Trots op Groningen. Voelen Groningers zich verbonden met de provincie?

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Er zijn drie manieren waarop men de toekomst probeert te voorspellen.

Werkstuk Aardrijkskunde Binnenlandse migratie in de VS

U in het middelpunt Die migraine hè Levenservaring verzilveren

Hoe maak ik een Spreekbeurt?

Maatschappelijke Zorgboerderij. Amatheon. Nikki van Berlo. Jasmijn Borms. Joy Willems T4B

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Johannes 6, We danken God, want Jezus zorgt voor ons

Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen?

U schrijft ook dat wij Belgen bang zijn voor elkaar. Hoezo?

Evaluatieverslag / Evaluation Report Human Library Bergen

Spel: Wat heb ik geleerd dit jaar?

Nigeria L U U K & T H I J S

Wees niet jaloers! Intro. Wat is jaloersheid? blok E - nivo 1 - avond 6

Transcriptie:

BOEREN IN DE ANDES Een studie naar het lokale kennissysteem van de Boliviaanse Aymara met betrekking tot de landbouw Begeleiders: dr. W. Shadid dr. P. Silva Onderzoeksverslag in het kader van het individueel buitenlands leeronderzoek aan de faculteit Culturele Antropologie en Sociologie der Niet-Westerse Samenlevingen, Rijksuniversiteit Leiden Jeroen Windmeijer april 1994

"All, all of the things are under the dominion of the Godess and without her beneficient mercy none of us could draw a living breath, but all things would be barren and die". uit: The mists of Avalon van Marion Bradley

Voorwoord In dit geval betekent het voorwoord de afsluiting van een proces dat anderhalf jaar geduurd heeft -vanaf het eerste moment dat contact opgenomen werd met Hilleke in La Paz in november 1992 tot aan de definitieve afronding van het verslag in met 1994. Dit verslag vormt de weerslag van het veldwerk dat ik in het kader van het individuele leeronderzoek gedaan heb op het hooggelegen platteland van de Boliviaanse Andes. Een project als dit kan alléén niet volbracht worden. Het zou te ver voeren om al de mensen op te noemen die me er op de een of andere manier bij geholpen hebben, maar een aantal wil ik toch wel speciaal bedanken. Het spreekt overigens voor zich dat de genoemde mensen niet verantwoordelijk zijn voor de inhoud van het stuk. In de eerste plaats gaat mijn dank uit naar de mensen van 'mijn' dorpje Yanari in wier gemeenschap in enkele maanden mocht verblijven. Speciale dank aan mijn compadre Lucas en zijn gezin waar ik gastvrij opgenomen ben. Lucas heeft me zeer geholpen bij het onderzoek en vele avonden brachten we- al coca kauwend- door met gesprekken over de gemeenschap, de landbouw, de Aymara en met spelletjes yathzee. Dank ook aan Santiago, de 'loco'-burgemeester, die me vaak uitvoerig en geduldig allerlei zaken uitlegde, en aan de dorpsonderwijzer met wie ik vaak sprak in de schoolpauzes. Verder wil ik Henk en Hilleke in het bijzonder bedanken voor het feit dat ze me zo goed opgevangen hebben en dat ze een waar tweede thuis voor me waren in den vreemde. Hilleke wil ik bedanken voor de begeleiding en alle goede tips die ze me gegeven heeft van het begin van het onderzoek af aan. Ik wil de onvermoeibare dr. P. Silva bedanken voor de goede en stimulerende begeleiding. Dr. W. Shadid bedank ik voor het doorlezen van de Methoden-en-Technieken-bijlagen en het geven van nuttige adviezen om hier verbeteringen in aan te brengen. Ten slotte bedank ik mijn ouders die me altijd steunen in mijn ondernemingen. Jeroen Windmeijer Leiden, mei 1994

Hoofdstukindeling Deel 1 I Het onderzoek...1 1.1 Introductie en motivatie...1 1.2 Het onderzoek...2 II Lokale kennis...4 2.1 Duurzame ontwikkeling...4 2.2 Inheemse en lokale kennis...5 2.3 Beperkingen en tekortkomingen...6 III Sociografie van Bolivia en Yanari...8 3.1 Bolivia...8 3.1.1 Ligging, bevolking en bestuurlijke indeling...8 3.1.2 Sociaal-economische situatie en beleid...9 3.2 Yanari...10 3.2.1 Dorpskeuze...10 3.2.2 Ligging van Yanari...11 3.2.3 Bevolking...13 3.3 Politieke structuur...13 3.4 Bestaansbronnen...14 3.5 De leegloop van het platteland...15 IV De Aarde als Moeder: Pachamama...17 4.1 Een levende versus een dode wereld...17 4.2 Pachamama...18 4.3 Rituelen...21 4.4 Pachamama als aanknopingspunt?...22 V Het grondbezit...24 5.1 Landhervormingen in Latijns-Amerika...24 5.2 "Men telt ze niet"...25 5.3 Overerving van de grond...26 5.4 De grond in Yanari...26 5.5 Risicospreiding...28 VI De arbeid...30 6.1 "We werken als dieren"...30 6.2 Het landbouwseizoen...31 6.2.1 Augustus: het prepareren van de velden...31 6.2.2 September, oktober en november: het zaaien...32 6.2.3 December en januari: het aanaarden en onkruid wieden...33 6.2.4 Maart, april en mei: het oogsten...33 6.2.5 Juni, juli en augustus: het verwerken van de oogst...34 6.3 Regelingen m.b.t. arbeid...34 6.3.1 Mannen en vrouwen...34 6.3.2 Gemeenschappelijke arbeid...36 6.3.3 Reciprociteit...36

VII De landbouw in Yanari...38 7.1 Inleiding: landbouw op de Altiplano...38 7.1.1 De almanak...39 7.2 De soorten gewassen...39 7.3 De grond...44 7.4 De watervoorziening en de bemesting...46 7.4.1 Het water voor de gewassen...46 7.4.2 De bemesting...46 7.4.3 De rotatiecyclus en de geassocieerde gewassen...48 VIII Ziekten in de gewassen en wat ertegen te doen...51 8.1 Inleiding...51 8.2 De ziekten in de gewassen...51 8.3 Bestrijdingsmiddelen...53 8.4 Voorzorgsmaatregelen...54 8.5 "We hebben hulp nodig"...55 IX De elementen: vorst, hagel, droogte en wind...56 9.1 "Niets kan men doen"...56 9.2 Vorst, hagel, droogte, erosie en wat ertegen te doen...57 9.2.1 Vorst...57 9.2.2 Hagel...58 9.2.3 Droogte...59 9.2.4 Erosie als gevolg van regen en wind...60 9.3 Aanwijzingen in de natuur...61 9.3.1 Dieren...62 9.3.2 Bloemen en planten...63 9.3.3 De sterren en de planeten...63 9.4 Ten slotte...64 X Innovaties...65 10.1 Inleiding...65 10.2 Nieuw poot- en zaaigoed...65 10.2.1 Experimenteren in Yanari...66 10.3 Enkele voorbeelden van verandering...67 10.3.1 Kunstmest...67 10.3.2 Tractor...68 10.3.3 De kas...68 10.4 Samenvatting...69 XI Lokale kennis en wetenschap...70 11.1 Het lokale kennissysteem onder druk...70 11.2 Op zoek naar oplossingen...71 11.3 Een aanzet tot een strategie...73 SLOTBESCHOUWING...76

Deel 2: Bijlagen Bijlage 1 Figuren...2 Bijlage 2 Foto's...9 Bijlage 3 Methoden en technieken van onderzoek...19 Bijlage 4 Ervaringen in het veld...24 Bijlage 5 De brieven...31 Bijlage 6 Gegevens respondenten...52 Bijlage 7 Vragenlijst...53 Bijlage 8 Geraadpleegde literatuur...54

I Het onderzoek 1.1 Introductie en motivatie Van tijd tot tijd en van plaats tot plaats verschillen de oplossingen die mensen gevonden hebben om te overleven in de situatie waarin zij zich bevinden. Overal ter wereld wordt men met dezelfde problemen geconfronteerd waarop een antwoord gevonden moet worden zoals: hoe genoeg voedsel te produceren om te overleven?, hoe de groep te organiseren?, hoe vragen naar zin-geving te beantwoorden? Aangezien de omstandigheden per geval kunnen verschillen, zullen ook de gevonden oplossingen van elkaar verschillen. In de loop van de tijd ontwikkelt men zo op basis van de eigen ervaringen een heel scala aan technieken en praktijken om te kunnen blijven voortbestaan. Dit geheel nu wordt ook wel het Lokale Kennissysteem genoemd, ofwel: het geheel aan ervaringen, praktijken, technieken e.d. die een bepaalde lokale groep mensen rijk is. In hoofdstuk 2 wordt dit begrip nader uitgelegd. Het onderzoek dat ik heb verricht in het kader van mijn studie Sociologie der Niet-Westerse Samenlevingen aan de Rijksuniversiteit Leiden heeft zich gericht op het Lokale Kennissysteem van een groep Aymara-indianen m.b.t. de landbouw. Hiervoor heb ik van mei tot oktober 1993 in een boerengemeenschap aan het Titicacameer op de hoogvlakte van het Boliviaanse Andesgebergte gewoond. In hoofdstuk 3 wordt een beschrijving van Bolivia en van het dorp waar het onderzoek plaatsgevonden heeft. Ik ben naar Bolivia gegaan, omdat de agrarische problematiek van dit land zeer relevant is voor het begrijpen van de problemen van de boerenbevolking in de Andes. Verder heb ik gedurende mijn gehele studie een regionale belangstelling gehad voor Latijns-Amerika. Via dr. P. Silva ben ik contact gebracht met drs. H. Linthorst, die al jaren in Bolivia werkzaam is. Zij had zich bereid verklaard mij te begeleiden en in contact te brengen met mensen die voor mijn onderzoek van belang konden zijn. Door middel van mijn onderzoek in een Boliviaans agrarisch dorp heb ik geprobeerd het relatief nieuwe concept Lokaal Kennis Systeem meer empirische inhoud te geven. De literatuur over dit onderwerp gaat voor het overgrote deel over Sub-Sahara Afrika en ik heb hier voorbeelden uit een ander continent aan toe willen voegen. Ten slotte hoop ik een bijdrage te kunnen leveren aan de methoden en technieken van onderzoek m.b.t. lokale kennis-systemen, omdat daar in de literatuur over het algemeen opvallend weinig aandacht wordt besteed. In hoofdstuk 2 zullen we zien, dat het gebruik van inheemse kennis een belangrijke bijdrage zou kunnen leveren aan de ontwikkeling van duurzame landbouw. Men kan gebruik maken van technieken die in de loop van een lange tijd door mensen in een bepaald gebied voortgebracht zijn. Ontwikkeling kan dan plaatsvinden binnen de mogelijkheden die een bepaalde omgeving biedt. Deze technieken kunnen dan nog aangevuld worden met de inzichten die wetenschappelijk landbouwkundig onderzoek opgeleverd heeft. Een toename in de voedselproductie die als gevolg van een groeiende bevolking nodig is, kan dan op een duurzame wijze plaatsvinden. Verder kunnen toename aan zelfrespect en grotere waardering voor de eigen cultuur belangrijke 'bij-effecten' zijn van het gebruik van inheemse kennis. Aandacht van buitenstaanders voor inheemse technieken kan mensen het idee geven dat ze ook over waardevolle kennis beschikken en dat ze geenszins 'primitief' bezig zijn. 1

1.2 Het onderzoek In het onderzoek is gekeken naar hoe men in een dorp in de Andes manieren heeft gevonden om te overleven in de omstandigheden waarin men zich bevindt. Ik richtte mij op de vraag: hoe kan men voldoende voedsel produceren? Mijn onderzoek had vier hoofddoelen. In de eerste plaats was dat het beschrijven van het lokale kennissysteem m.b.t. landbouw van een Aymara-gemeenschap in de Boliviaanse Andes. In de tweede plaats wilde ik processen van innovatie weergeven, met andere woorden: hoe verandert het systeem als gevolg van het hanteren van nieuwe methoden en technieken, die ofwel door de boeren zelf ontwikkeld zijn ofwel van buiten de gemeenschap komen? In de derde plaats wilde ik een overzicht geven van de verschillende groepen die bij het veranderingsproces betrokken zijn. Welke groepen, organisaties, instanties e.d. spelen naast de boer een rol? In de vierde plaats ten slotte wilde ik mogelijke verschillen in belangen en visies m.b.t. de landbouw tussen de betrokken groepen aangeven. Al snel bleek het oorspronkelijke onderzoeksontwerp te omvangrijk. Het was niet mogelijk het lokale kennissysteem te bestuderen, de veranderingen hierin na te gaan, verschillende groepen die bij de landbouw betrokken zijn te identificeren en hun belangen en visies vast te stellen. Het ontbrak me eenvoudig aan tijd om al deze aspecten goed te bestuderen. De laatste twee vragen vielen al direct uit. Bij de derde vraag had ik willen kijken naar twee dingen. Ten eerste of individuele boeren in het dorp zich op de een of andere manier georganiseerd hadden in een coöperatie of in een andere organisatie om hun belangen te behartigen. Ten tweede of er organisaties, evt. NGO's, regeringsinstanties, boerenvakbonden, handelsondernemingen (zaden, kunstmest, pesticiden e.d.) m.a.w. groepen van buiten de gemeenschap actief waren in het dorp. Van dit al bleek geen sprake te zijn en automatisch kwam daardoor ook de vierde vraag te vervallen. Het onderzoek heeft zich uiteindelijk voor het grootste deel gericht op het eerste onderzoeksdoel: het geven van een beschrijving van het Lokale Kennis Systeem van een Aymara-gemeenschap in de Boliviaanse Andes m.b.t. de landbouw. Deze vraag viel uiteen in drie delen: hoe ziet men de natuur om zich heen, hoe handelt men daarin en hoe organiseert men dit handelen? Hoe ziet men de natuur om zich heen? Inheemse kennis is meer dan wordt weergegeven in technische methoden. Het omvat vaak ook allerlei inzichten, percepties en intuïties m.b.t. de omgeving, vaak inclusief maan- en zonnecycli, astrologie en meteorologische en geologische omstandigheden. Hier gaat het om de perceptie van de natuur. Ook heb ik willen kijken naar riten en rituelen die met de landbouw in verband staan. In hoofdstuk 4 wordt op deze zaken ingegaan. Hoe is de arbeid geregeld? In hoofdstuk 5 wordt het grondbezit in het onderzoeksdorp behandeld en in hoofdstuk 6 wordt beschreven hoe een typisch landbouwseizoen eruit ziet in het dorpje waar mijn onderzoek plaatsvond. Verder heb ik gekeken naar de arbeid op het niveau van het huishouden en naar het systeem van wederzijdse hulp dat er bestaat. Ten slotte wordt de arbeid op het niveau van de gemeenschap behandeld en de regelingen die er op dat gebied zijn. 2

Hoe handelt men in die natuur? In hoofdstuk 7 worden de soorten gewassen behandeld die in het dorp verbouwd worden, de soorten grond die men onderscheidt en de manieren waarop men de planten voedt en water geeft. In hoofdstuk 8 wordt gekeken naar de ziekten in de gewassen. Welke preventieve maatregelen worden genomen en wat wordt gedaan in geval van ziekte? Hoofdstuk 9 gaat over de effecten tegen van vorst, hagel, regen en wind op de planten en de wijze waarop men de gewassen probeert te beschermen tegen elementen. In hoofdstuk 10 staan de innovaties centraal. Deze tweede onderzoeksvraag leverde problemen op. Het proces van innovatie is een enorm complex proces en ik was te kort in het dorp om het in al zijn aspecten te bestuderen. Het innovatieproces moet men over een langere tijd kunnen volgen. Het was moeilijk informatie te krijgen over innovaties en met name over het experimenteren door de boeren zelf. In hoofdstuk 11 vindt een recapitulatie van het voorgaande plaats en wordt een aanzet gegeven tot een strategie voor onderzoek naar lokale kennis en het gebruik ervan in ontwikkelingsprojecten. In de slotbeschouwing wordt kort ingegaan op de centrale hoofdthema's van het verslag. 3

II Lokale kennis 2.1 Duurzame ontwikkeling De crisis die zich de laatste jaren het meest duidelijk manifesteert en ook het meest bedreigend lijkt, is zonder twijfel de ecologische. Degenen die de degradatie van het milieu als eersten bemerken zijn zij die voor hun voortbestaan direct afhankelijk zijn van wat de omgeving hen biedt: de boeren op het platteland van de Derde Wereld, de zgn. subsistence-farmers. Onder subsistence agriculture wordt verstaan: "farming systems in which a high proportion of the final production is consumed by the producers" (McCracken, 1988: 13). De laatste jaren is steeds vaker gebleken dat conventionele ontwikkelingsstrategieën, waarin economische groei en technologische ontwikkeling centraal staan, in veel gevallen niet altijd goed hebben gewerkt. Zo heeft de Groene Revolutie, die tot doel had de produktiviteit van land te verhogen d.m.v. de introductie van verbeterd zaaigoed, niet overal de verwachte hogere gewasopbrengsten gebracht. In sommige gevallen is het niveau van de produktie zelfs gedaald tot onder het niveau van vóór de introductie van de Groene Revolutie. In andere gevallen heeft het gebruik van kunstmest en pesticiden geleid tot ernstige milieu- en gezondheidsproblemen. Om de beste resultaten te verkrijgen met de nieuwe zaden waren machines, kunstmest, pesticiden e.d. nodig en dus ook geld om deze middelen aan te schaffen. Alleen degenen die zich dit konden veroorloven, konden er dus van profiteren. Mensen die zich in de schulden staken om deze nieuwe dingen aan te schaffen, zagen zichzelf bij een slechte oogst veelal genoodzaakt om hun grond te verkopen om hun schulden af te kunnen lossen. Op deze manier werden de al bestaande verschillen tussen armen en rijken scherper. En verder, zo schrijft Cubitt, werd de afhankelijkheid van voedsel ingeruild voor technologische afhankelijkheid (1988: 129). Een andere benadering lijkt dringend gewenst: een benadering die het zelfstandig overleven van de mensen garandeert en die ecologisch verantwoord is. De World Commission on Environment and Development (WCED) van de Verenigde Naties heeft in 1987 het rapport Our common future uitgebracht over de milieu-problematiek op wereldschaal (ook wel bekend als het Brundlandt-rapport). In het rapport is onder andere te lezen: "There has been a growing realization in national governments and multilateral organizations that it is impossible to separate economic development issues from environment issues; many forms of development erode the environmental resources upon which they must be based, and environmental degredation can undermine economic development. Poverty is a major cause and effect of global environmental problems" (WCED, 1987: 3). In dit rapport wordt het concept duurzame ontwikkeling (sustainable development) uitgewerkt, dat inmiddels alom gebruikt wordt ondanks kritiek op bepaalde aspecten ervan. In het rapport wordt duurzame ontwikkeling als volgt omschreven: "to ensure that development meets the needs of the present without compromizing the ability of future generations to meet their own needs" (WCED, 1987: 8). Men wil de hulpbronnen zó aanwenden dat die ook in de toekomst nog gebruikt kunnen worden door anderen. "It has always been basic to rural people's struggle for survival to produce enough food for the family and to maintain the prouctive capacity of the land, so they can continue to produce food for the family and for future generations" (Reijntjes e.a., 1992: 36). Hier zien we het duurzaamheidsconcept op duidelijke wijze verwoord. Men probeert op zó'n manier om te gaan met de grond, dat niet alleen de mensen nu, maar ook de generaties na hen genoeg voedsel kunnen produceren om te overleven. 4

Met name in de Derde Wereld bedreigt de huidige milieuproblematiek het dagelijkse leven van miljoenen mensen. Deze beïnvloedt immers de agrarische produktie -waar zij direct van afhankelijk zijn- op een negatieve manier. Veel pogingen om de problemen van de landbouw in de Derde Wereld op te lossen en de voedseltekorten te verminderen zijn niet gelukt bijvoorbeeld omdat ze ecologisch niet duurzaam bleken te zijn. Of, zoals Chambers stelt: "The thesis is that for the new priorities in agriculture, normal agricultural professionalism is part of the problem" (1989: xvii). Een nieuw paradigma, een nieuwe manier om tegen ontwikkeling aan te kijken lijkt nodig. Warren schrijft: "Many technological solutions that have been proposed to address problems in rural communities have failed in the field because they do not take into account the local culture, particularly society's preferences, skills and knowledge" (1988: 4). Allerlei soorten technologische ontwikkelingen zijn voorbij gegaan aan de meerderheid van de rurale bevolking, omdat ze te duur zijn, te ingewikkeld, alleen bruikbaar op grote schaal enz. Francis stelt dan ook: "The alternative is to concentrate research and development efforts on technologies that are low-cost, appropriate in scale and application, safe and affordable" (1988: 3). Het concept 'lokale kennis' is mijns inziens van groot belang in dit verband. In de volgende paragraaf zal hierop ingegaan worden. 2.2 Inheemse en lokale kennis Titilola stelt, dat rurale bewoners in grote mate op de hoogte zijn van lokale omstandigheden en hij ziet hun kennis als even cruciaal voor goed onderbouwde en succesvolle projecten als wetenschappelijke kennis. "Good agricultural development must first recognize the relationship between human societies and their environment (...) The farmers developed skills to rationally exploit this environment and are very active and creative in ways they use the environment to reach their objectives" (1990: 7). Systemen die beheerd worden door mensen die er ook wonen en werken, zullen o.h.a. duurzamer zijn dan wanneer dit niet het geval is. Men heeft er immers het grootste belang bij dat de omgeving niet aangetast wordt (Francis 1988: 6). Warren definieert lokale kennis als: "the sum of experience and knowledge of a given ethnic group that forms the basis for decision-making in the face of familiar and unfamiliar problems and challenges" (1988: 3). In de literatuur worden de termen local knowledge en indigenous knowledge veelal door elkaar heen gebruikt. Dit is erg verwarrend, omdat ze mijns inziens op twee verschillende zaken duiden. Onder inheemse kennis versta ik kennis die van een lokale groep zelf is en die zij zelf ontwikkeld heeft. Chambers schrijft "Indigenous implies originating from and naturally produced in an area" (1983: 83). Met lokale kennis bedoel ik het totale kennissysteem d.w.z. de eigen inheemse kennis én de kennis die van buiten gekomen is en opgenomen is door de groep. "Local (...) refers to (...) the knowledge of people as a system of concepts, beliefs and ways of learning" (Chambers 1983: 83). Dit onderscheid is van cruciaal belang. Het laat zien dat het inheemse kennissysteem niet geheel op zichzelf staat, maar interacteert met andere kennissystemen waaruit bepaalde elementen overgenomen worden. Het is erg belangrijk op dit punt te benadrukken dat men er met de studie van inheemse kennis op geen manier op uit is om een benadering te ontwikkelen die de formeel-wetenschappelijke methoden en technieken aan de kant wil zetten. "This is not to argue that 'peasant agriculture' needs no input or assistance from the formal research sector, but (...) scientific research and the development agencies are to complement and augment local trends and interests" (Richards, 1985: 14). Men is op zoek naar manieren om deze twee verschillende wegen van ontwikkeling met elkaar te integreren. "(...) the two types of knowledge complement each other; and together 5

they may achieve advances which neither could do alone" (Chambers, 1983: 101). Op deze manier kan gebruik gemaakt worden van de beste inzichten van de twee werelden, die zo gecombineerd kunnen worden dat er een meer effectief en duurzaam gebruik van de beschikbare hulpbronnen mogelijk is. "Profesional outsiders' knowledge has already gained much by trying to fit together what small farmers want and know and what formal scientific agricultural research can do" (Chambers 1983: 95). Het is vreemd, dat er zo'n lange tijd door de meeste organisaties, beleidsmakers, onderzoekers e.d. aan de kennis van boeren in de Derde Wereld voorbij is gegaan. In Nederland bijvoorbeeld hebben de boeren een beslissende rol hebben gespeeld in de ontwikkeling van de landbouw en is er altijd wél veel aandacht geschonken aan hun kennis, ervaringen en experimenten (Van der Ploeg 1989: 290-1). Waarom is inheemse kennis belangrijk? Warren noemt een aantal redenen waarom het gebruik van lokale kennis belangrijk kan zijn voor landbouwontwikkeling en -onderzoek (1989: 1). (a) Projecten kunnen mislukken omdat ze niet goed aansluiten op de omstandigheden ter plaatse. Binnen het lokale kennissysteem kunnen misschien alternatieven gevonden worden. (b) Oplossingen die ergens gevonden worden voor een bepaald probleem kunnen misschien ook elders van nut zijn. (c) Lokale kennis-systemen laten succesvolle manieren zien waarop mensen met hun omgeving omgaan. De kennis van lokale groepen is het sterkst m.b.t. wat zichtbaar is en "its local what, where, and when" (Chambers 1983: 95). (d) Het succes van een project hangt af van de participatie en coöperatie van de lokale bevolking. Meer inzicht in de lokale kennis van een groep vergemakkelijkt de communicatie tussen de groep en de leiding van het project. Het kan zijn dat de buitenstaander een verkeerd zicht heeft op wat het probleem nu eigenlijk is. De oplossing zal dan ook automatisch verkeerd zijn. "(...) projects failed, because the solution offered did not answer the local definition of the problem" (Bergh en van den Breemer 1992: 6). Verder zal de medewerking van mensen groter zijn als ze merken dat er ook aan hun kennis waarde wordt gehecht en er respect is voor hun levenswijze. Francis maakt een onderscheid tussen interne - en externe hulpbronnen (figuur 1). Externe hulpbronnen gaan op een gegeven moment op, kunnen gezondheidsproblemen veroorzaken en vergroten de afhankelijkheid van mensen van externe factoren. Interne hulpbronnen zijn vernieuwbaar en vormen een onderdeel van de natuurlijke omgeving. Efficiënt gebruik ervan kan een ecologisch goed gefundeerde landbouwmethode bevorderen. Groter inzicht in het gebruik van de lokaal aanwezige hulpbronnen kan een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van duurzame landbouw (Francis 1988: 4-6). Mamani schrijft: "De complexe landbouw van de Andes is een systeem dat in de loop van de eeuwen opgebouwd is door ervaring en experimenten, past is in het milieu, aangepast is aan de klimatologische risico's en aan de kwaliteit van de zaden en geschikt is voor de verschillende soorten grond en de topografische ligging" (1988: 126). 2.3 Beperkingen en tekortkomingen Lokale kennis kent echter ook zijn beperkingen. Chambers noemt er een aantal waaronder: de ongelijke verdeling ervan binnen en tussen gemeenschappen, het feit dat de overdracht en het 6

gebruik ervan soms erg onderhevig zijn aan fouten omdat het mondeling overgeleverd wordt en, misschien wel de belangrijkste in dit verband, een lokaal kennissysteem kan afbrokkelen omdat het te maken krijgt met een sterke bevolkingsgroei en ecologische degradatie (1989: 37; zie ook Reijntjes e.a., 1992: 51). Het is belangrijk dit te beseffen, zodat men niet een romantisch beeld krijgt of verwachtingen misschien te hoog gespannen raken. Verder zou men misschien het verkeerde idee kunnen krijgen van de zgn. edele wilde die in perfecte harmonie zou leven met zijn omgeving. Niet alle lokale kennis en praktijken zijn immers per se duurzaam en ecologisch verantwoord (Chambers 1983: 85). Traditionele landbouwsystemen als shifting cultivation en mixed cropping misschien dan wel bodemvruchtbaarheid behouden bij een lage bevolkingsdichtheid, maar "current evidence tends to indicate that they may be incapable to cope with increasing population pressure unless modified" (Titilola 1990: 1). Dit probleem zullen we verderop nog tegenkomen. Ten slotte kunnen mensen milieu-vriendelijke ideeën hebben, maar daar niet naar handelen. 7

III Sociografie van Bolivia en Yanari Na bespreking van de ligging, bevolking en bestuurlijke indeling van Bolivia wordt kort ingegaan op de sociaal-economische situatie en het landbouwbeleid van de regering. In het tweede deel wordt het dorpje waar ik mijn onderzoek verricht heb beschreven in zijn verschillende aspecten. Ten slotte zal ik kijken naar de grootscheepse migratie van het platteland naar de stad. Dit heeft gevolgen immers voor het centrale thema van dit onderzoek, het lokale kennissysteem. 3.1 Bolivia 3.1.1 Ligging, bevolking en bestuurlijke indeling Ligging en natuurlijke regio's Bolivia is in grootte het vijfde land van Zuid-Amerika, met een oppervlakte van 1.098, 000 km 2 (30 maal Nederland). Het land strekt zich van noord naar zuid uit over een afstand van 1.500 km, tussen 10 o en 23 o ZB. De maximale oost-west afstand bedraagt 1.300 km, tussen 58 o en 69 o WL. In het noorden en oosten grenst Bolivia aan Brazilië; in het zuiden aan Paraguay en Argentinië en in het westen aan Chili en Peru. Op de grens met Peru ligt het 8.800 km 2 grote Titicaca-meer, waarvan de zuid-oostelijke helft toebehoort aan Bolivia. Bolivia is landschappelijk in te delen in drie hoofdgebieden (zie figuren 2 en 3), die in grote lijnen de geologische kaart volgen: (1) Ongeveer 2/3 van het Boliviaanse territorium bestaat uit de Llanos Orientales (Oostelijke Laagvlaktes) (2) Ten westen hiervan liggen de Valles en de Yungas, een sterk geplooid gebied. Het geheel wordt de Cordillera Oriental (Oostelijke Keten) genoemd. (3) In het westen strekt zich vanaf de westelijke Cordillera de Altiplano (Hoogvlakte) uit. De gemiddelde hoogte van de vlakte is 3.800 m. Binnen deze drie regio's zijn tien ecologische zones te onderscheiden. Het leeronderzoek heeft plaatsgevonden in een Aymara-dorpje op de Altiplano. De Hoogvlakte is de meest dichtbevolkte regio van Bolivia, al is het er niet overbevolkt. Het plateau loopt van de Peruaanse grens ten noorden van het Titicaca-meer zuidwaarts naar de Argentijnse grens en loopt over in het naburige Peru, Chili en Argentinië. De Altiplano heeft in Bolivia een lengte van 800 km en een maximale breedte van 100 km. Ondanks de naam is de Altiplano alles behalve vlak: de hoogten variëren van 3.500 tot 4.000 m. De hoogste piek is de Nevado Sajama: 6.542 m (Swaney en Strauss, 1992: 21). In de zuidelijke richting neemt de hoogte langzaam af. In die richting stroomt de Desaguadero, de enige afvoer van het Titicaca-meer. De rivier mondt 325 km zuidelijker uit in het Poopo-meer dat erg zout is. Dit meer ligt op een hoogte van 3.690 m, zo'n 120 m lager dan het Titicaca-meer (Beetstra, 1980: 9, 11). Bevolking De bevolking van Bolivia wordt geschat op 7,3 mln. (zie figuur 4). De bevolkingsgroei bedraagt 2,8% per jaar. Het land zou dunbevolkt zijn als de verdeling van de bevolking niet zo onevenwichtig was: zo'n 50% woont op de Altiplano. Vanwege de moeilijke leefomstandigheden hier en de lage opbrengst van de grond trekken veel mensen er weg. Hierdoor groeit de bevolking van het platteland langzaam (1,2% per jaar) en die van de steden snel (4,4% per jaar). In 1990 woonde 51% van de mensen in steden. Van de bevolking is 53% is jonger dan 19 jaar en 63% jonger dan 25. Vrouwen maken 50,7% van de bevolking uit. De levensverwachting van vrouwen is 56 jaar en die van mannen 52 jaar (DGIS, 1992: 14). 8

Bolivia heeft het hoogste percentage Indianen van Zuid-Amerika, ca. 50-60% van het totale inwonertal. De Indianen zijn verdeeld over 41 etnische groepen, waarvan de Hooglandindianen het grootste deel vormen. De blanken (criollos) zijn voornamelijk van Spaanse komaf en maken 10% van de bevolking uit. De rest van de bevolking heeft gemengd bloed (mestizo of cholo). Een groot deel van de bevolking is tweetalig. Toch wordt het Spaans maar in ongeveer de helft van de gevallen thuis gesproken (Beetstra, 1980: 30). De Aymara zijn Hoogland-indianen die leven op de Altiplano. De meerderheid woont rond het Titicameer, zowel in Bolivia als in Peru. Hun woongebied strekt zich ook verder uit naar het zuiden, op de Boliviaanse Altiplano, tot in het noorden van Chili (Pauwels, 1983: 1, 4). Bestuurlijke indeling Bolivia is een presidentiële republiek met een tweekamerparlement (Congreso), die bestaat uit de Senaat (Senado) en de Kamer van afgevaardigden (Cámara de Diputados). De Senaat wordt voor vier jaar gekozen en bestaat uit 27 leden (drie voor elk departement). De Kamer van Afgevaardigden wordt voor vier jaar gekozen en heeft 157 leden. De president wordt rechtstreeks voor vier jaar gekozen. Er is algemeen kiesrecht. Bolivia is verdeeld in 9 departementen en 98 provincies. De provincies (provincias) zijn verdeeld in stedelijke gemeenten (municipalidades) en landelijke gemeentes (cantones) (Beetstra, 1980: 27). 3.1.2 Sociaal-economische situatie en beleid Mensen met voornamelijk Europese dan wel gemengde achtergrond beheersen het politieke en economische leven. De Aymara- en Quechua-sprekende Indiaanse meerderheid is voor een belangrijk deel van sociaal-economische vooruitgang verstoken en is achtergesteld wat betreft voorzieningen op het gebied van de gezondheidszorg, het onderwijs en de werkgelegenheid. De huidige regering besteedt in het sociaal-economisch beleid meer aandacht aan de verbetering van de positie van achtergestelde groepen (DGIS, 1992: 8). Het BNP bedraagt US$ 570 per hoofd van de bevolking en daarmee is Bolivia zo ongeveer het armste land van Latijns-Amerika. Eind 1990 bedroeg de buitenlandse schuld US$ 3,75 mld. (zie figuur 4). Hier zijn zowel interne- als externe oorzaken voor aan te wijzen. Een interne oorzaak is het zwakke economische en financiële beleid van de jaren '70 en begin jaren '80. De nadruk werd te veel gelegd op de mijnbouw, terwijl er weinig aandacht bestond voor de rest van de economie. Er werd nauwelijks geïnvesteerd in de landbouw, behalve dan een paar heel grote investeringen in een beperkt aantal exportgewassen. Bijna niets werd geïnvesteerd in de kleinschalige voedsellandbouw. Dit is vreemd als men zich bedenkt, dat juist van deze vorm van landbouw de overgrote meerderheid van de bevolking direct afhankelijk is. Een externe oorzaak is de daling op de wereldmarkt van de prijzen van de exportproducten als gas en tin. Er kwam een stop op de buitenlandse kredieten en investeringen en de rente op de aangegane leningen bleef stijgen. In 1988 bedroeg de totale buitenlandse schuld US$ 4,6 mld. oftewel 97% van het BNP. De jaarlijkse schuldenlast bedroeg in dat jaar 51% van de opbrengsten uit de export, waarvan Bolivia maar 23% betaalde. Uiteindelijk was de buitenlandse schuld in maart 1991 gedaald tot US$ 3,65 mld. Het BNP steeg in de jaren '87-'90 jaarlijks met een percentage tussen de 2,6 en 3% en voor 1991 werd een groei van het BNP van 3,5% voorzien (DGIS, 1992: 11-2). Hoewel de Boliviaanse regering tegenwoordig meer aandacht heeft voor de landbouw is er in deze sector niet of nauwelijks van ontwikkeling sprake. Sterker nog: het aandeel van de landbouw aan het BNP is in 1988 gedaald met 1,1%. Hier is een aantal redenen voor aan te 9

wijzen. Er heerst een ernstige droogte in het oosten van het land waar met name commerciële landbouw en veeteelt worden bedreven. Verder zijn de rentes hoog en is er sprake van toegenomen concurrentie van goedkope importen (waaronder voedseldonaties). Verder zijn de transportkosten hoger vanwege het loslaten van de brandstofprijzen. Ten slotte zijn er structurele problemen waaronder een gebrekkige infrastructuur en een tekort aan geschikte technische assistentie. In 1988 maakte de landbouw voor 22,6% deel uit van het BNP. De landbouw is zeer intensief en voorziet voor 56% in de werkgelegenheid. Hiervan is weer 62% werkzaam in de zgn. 'subsistence-farming', en dan met name in de hooglanden. Hoewel er relatief weinig mensen in Bolivia wonen, is men toch afhankelijk van voedselhulp. In het DGIS-beleidsplan voor de Andes-regio (periode '92-'95) wordt gesteld, dat dit voor een belangrijk deel is terug te voeren op het toelaten door de regering van voedselgiften, waardoor de nationale voedselproductie niet gestimuleerd wordt. De nadruk van het regeringsbeleid m.b.t. de landbouw ligt op het verhogen van de voedselproductie, zodat men niet afhankelijk zal zijn van voedselimporten. Verder wil men de export van (met name niet-traditionele) landbouwprodukten verhogen. Dit probeert men te bereiken d.m.v. kredietverlening en verbetering van de afzet. De begroting voor de landbouw is drie keer zo hoog als die van het voorgaande jaar. Verder is het Fondo de Desarollo Campesino (FDC) opgericht, dat zorg moet dragen voor de rurale kredietverlening (DGIS, 1992: 12-3). 3.2 Yanari 3.2.1 Dorpskeuze Het toeval wilde dat Victor, de tuinman van de familie Linthorst, afkomstig was uit een boerengemeenschap die in een aantal opzichten goed voldeed aan voor mijn onderzoek belangrijke voorwaarden. Er werd nog op traditionele wijze landbouw bedreven en de meeste mensen spraken er Spaans. De broer van de tuinman woonde in het dorp, waar ik zou kunnen logeren. La Paz lag op 3 1/2 uur rijden met de bus, zodat het gemakkelijk heen en weer reizen was. Ten slotte zou het misschien vertrouwen wekken als ik via een bekende binnen zou komen. Met Victor ben ik naar het dorp gegaan om mezelf voor te stellen aan de gemeenschap en toestemming te vragen voor mijn verblijf. Een vergadering werd bijeen geroepen waarin ik moest uitleggen wat de redenen waren van mijn komst en waarom ik enkele maanden in hun midden wilde leven. Voor de zekerheid vertaalde de loco-burgemeester alles wat ik zei in het Aymará. Ik had de indruk dat alles wel soepel verliep, hetgeen Victor me ook verzekerde. De sfeer leek ontspannen en er werden allerlei grapjes gemaakt. Een week later zou ik terugkeren om voor langere tijd te blijven. Alles leek zo sneller geregeld te zijn dan ik had verwacht. Toen ik een week later terug kwam, bleek het toch anders uit te pakken. Een groot deel van het dorp verzette zich tegen mijn komst en niemand wilde mij huisvesten. Later begreep ik dat er veel mensen bang waren geweest dat ik de landbouw in hun dorp zou komen veranderen. Enkele moeders vreesden dat ik er met een van hun ongetrouwde dochters vandoor zou gaan en weer anderen zagen het gewoon niet zitten dat er een blanke in hun midden kwam wonen. 1 Dit kwam allemaal nogal onverwacht, omdat ik dacht dat alles zo mooi geregeld was. Ik had er niet op 1 Nóg later vernam ik dat velen in de veronderstelling verkeerden dat ik een zgn. kharisiri was. Een kharisiri is een persoon die over bepaalde magische krachten beschikt: hij kan andere mensen in slaap brengen en opereert ze vervolgens om vet van de lever weg te nemen. Het slachtoffer zal zich later niets van deze onvrijwillige operatie kunnen herinneren, maar wordt ziek en sterft onherroepelijk een korte tijd later. Toen ik vroeg of dit ook nu nog gebeurde, verzekerde men mij dat het een jaar geleden een schoolmeester uit het dorp overkomen was. 10

gerekend dat er achter die vriendelijk glimlachende gezichten zo'n groot wantrouwen jegens mij schuil zou gaan. Na twee dagen zou er een vergadering belegd worden die echter voor enkele dagen uitgesteld werd. Ik had sterk het idee aan het lijntje gehouden te worden en wist niet goed wat te doen. Het leek weinig zin te hebben nog een paar dagen werkloos te wachten en dan misschien weer te horen dat de vergadering uitgesteld was. Ik besloot terug te keren naar La Paz om te overleggen met Hilleke en eerlijk gezegd vond ik het wel prettig weg te kunnen vluchten van die vervelende situatie. De meerderheid van het dorp was immers tegen mijn komst, ik had geen onderdak en er was geen zicht op een snelle oplossing. Dit alles bij elkaar had me een beetje in verwarring gebracht. En het is een tamelijk frustrerende ervaring te moeten ontdekken dat er na 3 1/2 jaar studie en een lange voorbereiding blijkt dat er niemand op je zit te wachten als je daar enthousiast en vol goede bedoelingen aankomt. Een erg goede antropoloog voelde ik me niet toen ik na 2 dagen al in de bus naar La Paz zat en ik was behoorlijk teleurgesteld in mezelf dat ik me -letterlijk- zo snel 'uit het veld' had laten slaan. Na een aantal dagen keerde ik terug en tot de gemeenschap een definitieve beslissing had genomen mocht ik logeren bij Lucas, de broer van Victor. Aangezien er tot mijn vertrek nooit een vergadering heeft plaats gevonden, werd mijn voorlopige verblijf vanzelf permanent. De eerste drie weken heb ik niets aan het onderzoek kunnen doen en alleen voorzichtig wat door het dorp gelopen, hier en daar een praatje makend of helpend met bepaald werk. Zo konden de mensen langzaam een beetje aan me wennen en ik aan hen en aan het leven in het dorp. Ook kon ik mijn goede bedoelingen laten zien door mee te helpen, bij ze te zitten en te praten, cocablaadjes en sigaretten uit te delen. Belangrijk voor mijn acceptatie door de dorpsbewoners is het feest van Sint Johannes de Doper geweest. Na twee dagen van voorbereidingen was er zo'n 4-5 dagen groot feest in het dorp waarbij veel gedanst en muziek gemaakt werd en er nòg meer gegeten en vooral veel gedronken werd. Ik heb actief meegedaan, op alle fronten zogezegd. Ik denk dat toen de mensen zagen dat ook ik danste, dronk, cocablaadjes kauwde en met ze at en praatte en lachte, velen gedacht hebben "goh, het lijkt wel gewoon een mens". Dat ik die eerste dag nogal aangeschoten raakte, lijkt me in de ogen van velen menselijker gemaakt te hebben. Gedurende de dag -en ze beginnen al om 8 uur 's ochtends- krijg je zó ontzettend veel drankjes aangeboden, waarvan bier nog het meest onschuldige is. En aangezien het erg onbeleefd is iets wat je aangeboden krijgt niet te accepteren -je weigert immers impliciet daarmee ook de aangeboden vriendschap- kom je er niet onderuit op zo'n dag veel te consumeren. Veel zelfgemaakte drankjes die ze eenvoudig 'alcohol' noemen en die in sommige gevallen wat betreft smaak en sterkte veel weg hebben van spiritus, zodat je wangen naar binnen klappen en je tong en lippen branden. Gelukkig hebben ze de gewoonte telkens een deel van de inhoud van het glas uit te schenken op de grond ter ere van Moeder Aarde. Dit gebruik greep ik dankbaar aan om vaak eerst de ene helft van het glas en na een miniem nipje vervolgens de andere helft aan de alcoholische moeder te schenken. Deze tactiek bleek dan wel niet helemaal waterdicht, maar heeft me waarschijnlijk voor een delirium behoed. Het belangrijkste van het feest voor mij was dat de meeste mensen nu mijn aanwezigheid leken te accepteren en veel mensen gaven er ook blijk van dat ze het wel leuk vinden dat ik voor een tijdje bij hen kwam wonen (en dan waren ze niet eens altijd dronken als ze dat zeiden). Na het feest ben ik een paar dagen naar La Paz gegaan om vervolgens voor een maand naar Yanari terug te keren en echt met het onderzoek te beginnen. 3.2.2 Ligging van Yanari Op zo'n 3 uur rijden met de bus van La Paz ligt Yanari (zie foto 1 en 2). De weg die langs het dorpje loopt, leidt naar het Peruviaanse grensplaatsje Desaguadero (zo'n 20 km van Yanari). Het 11

is een buitengewoon slechte en zeer stoffige weg. De tocht naar Yanari voert door uitgestrekte en grotendeels volledig verlaten vlakten, begroeid met stugge grassoorten en struikjes. Het eerste wat opvalt als je het gebied binnenkomt waarin Yanari ligt, is dat er geen ruimte onbenut gelaten wordt. Elk stukje grond wordt op de een of andere manier gebruikt: het is er één lappendeken van kleine veldjes. Ook de grond rond de huizen wordt zoveel mogelijk verbouwd. Bij mijn aankomst in mei waren de velden helemaal leeg, omdat de oogst net achter de rug was. Het geheel maakte daarom een nogal desolate indruk. In januari-februari schijnt het gebied een ware metamorfose te ondergaan als alle gewassen in bloei staan en de velden groen, geel, rood en oranje gekleurd zijn. De gemeenschap van Yanari is deels gebouwd tegen de bergen die uitlopen in het Titacacameer. De La Paz-Desaguadero weg loopt langs het dorp heen en tussen de weg en het meer zit nog zo'n 450-500 m waar de zgn. pampas liggen, de vlaktes. Yanari is een langgerekt dorp dat de vorm van een kruis heeft. De bebouwing concentreert zich in de rincón, letterlijk de (uit)hoek. Uit die hoek van het dorp komt een klein stroompje dat zich wat door het dorp slingert en zich een weg baant naar het meer toe. Het stroompje heeft in de loop van de tijd de rotsachtige bodem uitgesleten zodat het, met name in de rincón, letterlijk door het dorp snijdt. Aan de voet van de berg ligt de bedding maar weinig dieper dan de rest. In de rincón is het aan weerszijden van het water erg groen en heeft het soms iets weg van een kleine oase. De rest van het dorp is erg droog en maakt dan ook een tamelijk trieste indruk. Alleen rond enkele huizen staan wat bomen en op de westelijke helling van het dorp heeft de 'loco-burgemeester' op eigen grond enkele duizenden bomen geplant. Tegen de bergen op zijn terrassen geconstrueerd, die niet vlak zijn maar de loop van de helling volgen. De meeste velden bevinden zich echter in de wat vlakkere uitlopers van de bergen en in de pampas, waar de bodem minder rotsachtig is en waar meer gewassen willen groeien. In de bergen groeien voornamelijk de stugge th'olla-plant, de stekelige ch'iappi-struik en het ch'iliwagras. De pampas zijn erg kaal (als er geen gewassen op staan) met hier en daar een strook begroeiing van de zojuist genoemde vegetatie, die de verschillende velden van elkaar afbakent. Vaker echter zijn stukjes grond alleen van elkaar te onderscheiden door kleurverschillen. En veel veldjes lopen ongemerkt in elkaar over en een buitenstaander zou niet kunnen zeggen waar het ene veld begint en het andere ophoudt. De bergen waar de gemeenschappen tegenop gebouwd liggen houden veel van de gure koude tegen die uit het zuiden komt gewaaid. Verder heeft het meer een verzachtende invloed doordat het 's winters warmte vrij geeft dat het 's zomers opgenomen heeft. Aan de andere kant van de bergen is de situatie heel wat ongunstiger, omdat daar beschutting ontbreekt en er geen meer is. Daar wil dan ook nauwelijks iets groeien en wijdt men zich hoofdzakelijk aan het houden van vee (m.n. schapen). Mensen uit Yanari wezen mij herhaaldelijk op de moeilijke situatie aan de andere kant. Hoewel de eigen situatie dus verre van optimaal was, was men zich er van bewust dat het altijd nòg erger kon. Yanari ligt in het departement La Paz, in de provincie Ingavi en in het kanton Desaguadero (zie figuur 5). Op weg naar Desaguadero passeert men achtereenvolgens de gemeenschappen Huillacollo 2, Yanari, Sepana Jayuma, Huancollo, Chuat'a, Asafrenal en Titiguani. De eerste vijf dorpen vormden vroeger een ayllu 3, maar werden in 1953 opgedeeld in 5 zones. De middelste zone behield de oorspronkelijke naam van de ayllu nl. Sepana Jayuma. Elke zone 2 Huillacollo hoort nog bij het kanton Guaqui, de overige plaatsen vallen onder Desaguadero. De twee andere kantons van de provicie Ingavi zijn Tihuanacu en Viachi. 12

kreeg een eigen dorpsraad en een eigen school. Verder werd alle grond die voorheen nog communaal was opgedeeld onder de bewoners van de verschillende gemeenschappen. Een systeem van landrechten werd ingevoerd: iedere familie kreeg een bepaald stuk grond toegewezen en een schriftelijk (=wettelijk) bewijs van eigendom. De Aymara-namen van de gemeenschappen 4 zijn over het algemeen afgeleid van bepaalde karakteristieken van de omgeving. Huilacollo is genoemd naar de rode (huila) berg (collo) waar het dorp tegenaan ligt. Yanari is waarschijnlijk een verbastering van het Spaanse ganar (winnen, overwinnen). Het betekent zoiets als 'de mensen die (over)winnen'. Sepana Jayuma is afgeleid van Jaya'uma hetgeen betekent zout water. Er is daar namelijk een plaats waar zout water uit de grond sijpelt. Huancollo betekent konijnen (huanco) berg (collo), omdat er vroeger veel konijnen leefden. Chuat'a is waarschijnlijk een verbastering van uta hetgeen 'huis' betekent. 3.2.3 Bevolking Officieel wonen er zo'n 110 families in Yanari, maar meer dan de helft hiervan resideert in La Paz. Ongeveer 65-70 families doen mee aan gemeenschappelijke projecten (ook al zijn ze er vaak niet) en staan op de lijst in het schrift van de secretario de actas. In totaal wonen zo'n 40-50 families permanent in Yanari en bedraagt het totale inwoneraantal ongeveer 150-160 mensen. 3.3 Politieke structuur Elke gemeenschap kent haar eigen dorpsraad, die in het geval van Yanari 4 personen kende 5. De grootte ervan heeft te maken met de grootte van het dorp: hoe meer mensen er wonen, des te meer personen de dorpsraad telt. De leden van de raad worden gekozen en dienen één jaar. Binnen het dorp bestaat een soort carrière die men als man doorlopen kan: om de zoveel jaar kan men in functie stijgen tot tenslotte het hoogste ambt eenmaal bekleed is. Als men alle cargos 6 gedragen heeft, is men een zeer gerespecteerd lid van de gemeenschap. In Yanari waren er vier dirigentes principales, hoofdbestuurders, en nog twee andere dirigentes, die ieder hun eigen taak hebben: (1) Secretario general- Ook wel jilakata 7 of mallcu genoemd. Hij staat aan het hoofd van de comunidad en laat zich het best vergelijken met een president of met onze burgemeester. Het is dat jaar de belangrijkste persoon van het dorp die alles regelt en via wie alles loopt. Hij roept de dorpsvergaderingen bijeen en zit deze voor, zorgt ervoor dat het gemeenschappelijke werk in goede banen verloopt. (2) Secretario de relaciones- Dit is de directe hulp van de mallcu, die zijn taak overneemt mocht dat nodig zijn. Deze functie is te vergelijken met die van vice-president of met die van onze loco-burgemeester. Verder verzorgt hij de 'public relations' van het dorp. Hij onderhoudt de 3 Een ayllu is "(...) a kinship and territorial unit of social organization, originally Inca, in the Andean region" (Keen and Wasserman 1988: 583). 4 Ik heb me beperkt tot de 5 dorpen die vroeger een geheel waren) 5 Op foto 3 staan de dorpsraden van Yanari en Sepana Jayuma bij elkaar ter gelegenheid van het feest van San Juan. 6 functie; ook: last 7 Men gebruikte dit woord echter liever niet, omdat het een negatieve bijklank had. Ten tijde van de Spanjaarden werden deze personen gebruikt om de eigen mensen er onder te houden. Dit gebeurde met geweld als het nodig was en de zweep die de mallcu bij zich draagt, nu een teken van autoriteit, herinnert nog aan die periode. 13

contacten met de 'buitenwereld', overlegt met overheidsinstanties, organisaties e.d. en verzorgt de trámites 8. (3) Secretario de Hacienda- Dit is de penningmeester van de gemeenschap. Als er voor een bepaald gemeenschappelijk doel geld bijeengebracht moet worden, zorgt hij ervoor dat dit gebeurt. Hij regelt verder alle geldzaken van de gemeenschap bijvoorbeeld als er gemeenschappelijk aangekochte spullen betaald moeten worden. (4) Secretario de actas- Dit is de secretaris van de gemeenschap. Hij maakt de actes op van afspraken die door de gemeenschap gemaakt zijn en die iedereen ondertekend worden. Hij stelt de brieven op die namens de gemeenschap naar bepaalde instanties gestuurd worden en eventuele inkomende post komt bij hem. In een schrift werkt hij de lijsten bij met hoeveel families er in het dorp wonen, de overlijdensgevallen en geboorten. Verder houdt hij bij wie er wel en wie er niet aanwezig is tijdens dagen van gemeenschappelijke arbeid. De twee andere dirigentes ten slotte zijn: (1) Secretario de la agricultura- Hij draagt zorg voor alles wat met de landbouw en het vee te maken heeft. Als er problemen zijn als gevolg van hagel, vorst of ziekten wordt dat bij hem gemeld. (2) 'Secretario de educación- Is verantwoordelijk voor de gang van zaken op school: hij schrijft de kinderen in, kijkt of iedereen naar de lessen toekomt, of de onderwijzers goed les geven e.d. 3.4 Bestaansbronnen Men leeft in Yanari over het algemeen voornamelijk van wat het land oplevert. Vaak is de opbrengst van de oogst maar net genoeg om van te leven en blijft er slechts weinig over om te verkopen dan wel tegen andere produkten te ruilen op de markt. Hoeveel oogst het land voortbracht en welk deel daarvan men verkocht of ruilde, is iets wat ik niet heb kunnen ontdekken. Mensen zeiden niet precies te weten wat de opbrengst van het afgelopen jaar was of wisten het misschien wel maar wilden me dat niet zeggen. Je kreeg antwoorden als dat het seizoen 'regulier' was geweest en dat men 'wel eens' naar de markt ging om 'wat' te verkopen of te ruilen. Zo af en toe komen er eens mensen in het dorp om varkens, schapen, wol of de hele vachten van schapen te kopen. Men zal alleen dieren verkopen als men echt omhoog zit en dringend geld nodig heeft. Aangezien men het eigen voedsel verbouwt, hoeft men niet veel erbij te kopen. De belangrijkste aanvullingen op het dieet zijn: fideos (pasta), witte rijst, suiker, vlees. De eigen dieren worden slechts bij hoge uitzondering geslacht bijvoorbeeld ter gelegenheid van een groot feest. Verder heeft men geld nodig voor transport, kleding, schoolgeld voor de kinderen, nieuwe gereedschappen, nieuw zaai- of pootgoed, nieuw vee. Na de lagere school gaan de meeste kinderen naar La Paz om daar naar school te gaan of eventueel naar een dichterbij gelegen college. Zij werken dan in de stad om de eigen opleiding te kunnen bekostigen. Veel mensen die gepensioneerd zijn keren uit La Paz terug naar het dorp, omdat het leven er minder hectisch en stukken goedkoper is. "In La Paz is het leven heel erg duur. Hier helpen de mensen elkaar. Hier komt men nooit om van de honger", zei een vroegere agent tegen me. Vaak geniet men een pensioen dat geen vetpot is, maar voldoende is om op het platteland mee rond te komen. Onder deze gepensioneerden bevindt zich een opvallend aantal ex-politieagenten: 8 formaliteit; stap; officiële behandeling; ambtelijke weg, procedure 14