Onderwerp 1. Opening en vaststelling agenda Advies / conclusie Aanwezig: de heer P.M. Terpstra (W@I) de heer J.P. Verweij (ChristenUnie) de heer W. van der Zaag (AWP) mevrouw W.A. Bodewitz (PVDD) de heer N.J.M. Ypma (Bedrijven) de heer H. Schalkwijk (Agrariërs) mevrouw G.H. van der Nat (PvdA) de heer J.G.M. Reerink (PvdA) mevrouw A.J. de Kruijf (Bos- en Natuureigenaren) de heer G.J.P. Jansen (WN) de heer B. de Jong (CDA) de heer J.J.H.G.D. Karelse (WN) mevrouw T. van der Stroom (VVD) de heer R.D. Woittiez, voorzitter (VVD) de heer P.J.M. Poelmann (dijkgraaf) mevrouw E. van der Vorm, de heren J.G.M. Kromwijk, H.A.P. van der Maat en G.P. Beugelink (hoogheemraden) de heer J. Miedema (secretaris a.i.) mevrouw K. Verhoef (notulist, Notuleerservice Nederland) Afwezig: De heer G. van Leeuwen (SGP) Opening De voorzitter, de heer Woittiez, opent de vergadering om 19.30 uur en heet iedereen welkom. Hij is verheugd dat hij wederom voorzitter van deze commissie mag zijn. Hij deelt mee dat hij de vergadering om 22.30 uur zal verlaten, omdat hij morgen met de bonden mag onderhandelen over het sociaal akkoord. Er is een bericht van verhindering ontvangen van de heer Van Leeuwen (SGP). Agenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 2. Adviezen/ conclusies en actiepuntenlijst a) Adviezen en conclusies vergadering 19 maart 2013 Redactioneel Pagina 8, vierde bullet, bij cultuurhistorische oevers: de zin wijzigen in ook om het veiligheidsprobleem aan te pakken. Het verslag wordt met inbegrip van bovengenoemde aanvulling vastgesteld. Naar aanleiding van Pagina 7, agendapunt 3, 200.000 euro pensioenpremies: mevrouw Van der Stroom (VVD) vraagt of het college hier al naar gekeken heeft. Pagina 3, financiële kader voorjaarsnota: de heer Ypma (Bedrijven) vraagt hoe de bezuinigingskaarten kunnen worden ingebracht. De heer Kromwijk antwoordt dat de 200.000 euro voor de pensioenpremies als bezuinigingskaart worden opgevoerd. Dit komt bij de behandeling van de voorjaarsnota terug. Op 12 mei wordt de laatste hand gelegd aan de voorjaarsnota, die daarna aan het algemeen bestuur wordt voorgelegd. Daarbij komt tevens een procedurevoorstel aan de orde hoe het algemeen bestuur zelf bezuinigingskaarten kan aanmaken. b) Actiepuntenlijst Ad 200: mevrouw Bodewitz (PVDD) verzoekt om de uitgangspunten, zodra deze bekend zijn, aan de commissie voor te leggen. De heer Poelmann zegt dit toe. Ad 204, kaderstelling rond kredieten: de heer Verweij (CU) vraagt waarom dit punt niet in Bestuurszaken / DM 637421 Pagina 1 van 11
de commissie BMZ behandeld wordt. Hij doet de suggestie om de kaderstelling door het algemeen bestuur te laten vaststellen. Waarom wordt dit actiepunt doorgeschoven naar het derde kwartaal? De heer Kromwijk antwoordt dat dit onderwerp inderdaad in de commissie BMZ thuishoort. Er komt een complete beleidsnota rond kredieten in de tweede helft van dit jaar, waarin alle punten van de afgelopen tijd worden meegenomen. Het lukt helaas niet om dit in het tweede kwartaal af te ronden. Informerend deel 3. Mededelingen/ ingekomen stukken 4. Voortgang veranderagenda Mededelingen Er zijn geen mededelingen. Ingekomen stukken/ter kennisneming toegestuurd Er zijn geen opmerkingen naar aanleiding van de ingekomen stukken. De commissie is van start gegaan. Er moet nu veel werk worden verricht, hetgeen gebeurt onder leiding van de heer Miedema. De heer Miedema: Het lukt aardig om de gang erin te houden. Mensen zijn enthousiast en proberen echt te veranderen. Afspraak is afspraak is al geregeld te horen binnen de organisatie. De bestuurlijke werkgroep heeft op 14 mei de tweede vergadering. Dit gaat voortvarend. Er worden actiepunten opgepakt, waarvan een deel voor en een deel na de zomer zal worden afgerond. Bij de voortgang worden drie sporen gevolgd: 1. de veranderagenda zelf. 2. de organisatie moet beter in control komen, met name financieel. Dit gebeurt voorlopig centraal, maar zal zo snel mogelijk weer decentraal gebeuren. De werkplannen zijn niet altijd scherp op elkaar afgestemd. 3. de interne communicatie. Het is belangrijk om iedereen zo goed mogelijk te informeren over alle ontwikkelingen. Er komt een weblog. De heer Miedema luncht elke week met enkele medewerkers uit de organisatie. De normale communicatie verloopt via het Lopend Vuur. 5. Notitie wijze van toezicht Gemeenschappelijke Regelingen Geagendeerd op verzoek van de heer De Beaufort. Mevrouw De Kruijf (Bos- en Natuureigenaren): In dit geval past de inhoud niet zo goed bij de kop. Het is weliswaar een interessante notitie, maar deze voldoet niet helemaal aan de vraagstelling. Deze luidt namelijk: wat is het beleid ten aanzien van gemeenschappelijke regelingen? Op pagina 3 wordt een aantal vragen gesteld en spreekster had graag het antwoord op deze vragen willen zien. Welke afwegingen worden er gemaakt als De Stichtse Rijnlanden gaat deelnemen aan een gemeenschappelijke regeling? Wanneer worden de alternatieven bewandeld? De kop van het stuk gaat over wijze van toezicht bij deelname aan een gemeenschappelijke regeling. Hier staat heel weinig over in het stuk, behalve wat er in wettelijke zin mogelijk is. Daarmee wordt nog geen materieel antwoord gegeven op de wijze waarop De Stichtse Rijnlanden toezicht wil houden op de gemeenschappelijke regelingen vanuit haar rol. De voorzitter: Spreker stelt voor om eerst de verwarring weg te nemen. Pas daarna kan de discussie gevoerd worden. Het college heeft actiepunt 131 opgevat als: hoe kan het algemeen bestuur greep krijgen op wat er in gemeenschappelijke regelingen gebeurt? In dit stuk staat daarom hoe het toezicht geregeld is. Het is niet bedoeld als beleidstuk met criteria voor deelname aan een gemeenschappelijke regeling. Bestuurszaken / DM 637421 Pagina 2 van 11
De bijlage is overbodig en slaat niet op de vraag. Op pagina 1 van het stuk staan eigenlijk de antwoorden. Deze zijn onbevredigend, maar dat komt omdat de rol van het algemeen bestuur onbevredigend is t.a.v. de invloed op gemeenschappelijke regelingen. Spreker stelt voor om in het algemeen bestuur te bespreken wat de gewenste wijze van invloed uitoefenen is op wat er in een gemeenschappelijke regeling gebeurt. Vanuit het algemeen bestuur kan men de vertegenwoordiger in een gemeenschappelijke regeling een bepaald kader meegeven. De voorzitter: Is er behoefte aan meer informatie? Spreker stelt voor om stukken van enige importantie vooraf in de commissie te bespreken. Zo is er voor het Waterschapshuis bijvoorbeeld ook een modus gevonden. In de notitie wordt vooral het juridische kader genoemd. Misschien kan er daarnaast een positieve werkwijze worden afgesproken, zodat de interactie tussen het algemeen bestuur en de afgevaardigde soepel verloopt. Heeft het dagelijks bestuur hiervoor een suggestie? De voorzitter: Spreker vraagt of mevrouw De Kruijf voldoende informatie heeft. Mevrouw De Kruijf (Bos- en Natuureigenaren): Het gaat bij gemeenschappelijke regelingen ook om de doelstelling/strategie. Door middel van gemeenschappelijke regelingen geeft het waterschap zeggenschap aan een ander democratisch instrument. Dit wordt in deze notitie slechts beperkt uitgewerkt. Op dit moment heeft het algemeen bestuur geen kader ten aanzien van gemeenschappelijke regelingen. Bij het aangaan van een gemeenschappelijke regeling, moeten er vooraf bewuste keuzes worden gemaakt, niet als er al een gemeenschappelijke regeling voorligt. De voorzitter: Spreker constateert dat er enerzijds wordt gevraagd naar een afwegingskader en anderzijds of er in een gemeenschappelijke regeling, naast de wettelijke instrumenten, nog andere instrumenten bruikbaar zijn. De Stichtse Rijnlanden gaat niet vaak een gemeenschappelijke regeling aan. Een vast kader zal dan nauwelijks werken. Het is beter om van geval tot geval te bekijken wat de beste samenwerkingsvorm is om een doel te bereiken. Het college zal dit steeds in goed overleg met het algemeen bestuur doen. Naast de wettelijke mogelijkheden is het goed om te kijken naar een positieve werkwijze. Het college zal bekijken hoe het algemeen bestuur tijdig bij zaken betrokken kan worden. Spreker is er geen voorstander van om vertegenwoordigers te instrueren. Adviseren is prima, maar vertegenwoordigers moeten wel onderhandelingsruimte krijgen. De voorzitter sluit de discussie. 6. Derde rekenkameronderzoek De Keur gekeurd In aanwezigheid van de heer De Vries, voorzitter van de RKC, en mevrouw Schuil, lid RKC. De heer De Vries verzorgt de presentatie. De heer Karelse (WN): Het is een goed en scherp gesteld rapport. In hoeverre sluiten de conclusies en bevindingen in voldoende mate aan op de vraagstelling? Het functioneren van de keur wordt besproken, maar tegelijkertijd legt Bestuurszaken / DM 637421 Pagina 3 van 11
de commissie sterk de nadruk op de wijze van totstandkoming van de keur. Wat is de reden hiervan? Moet de toepassing van de keur niet een eerste aandachtspunt zijn, voordat men een nieuwe keur zou willen? Waarom is er zo veel haast bij? De oude keur is uit 2009. Ligt de nadruk niet te veel op een nieuwe keur? Er is grote betrokkenheid van de medewerkers, maar er zijn ook verschillen van mening binnen de organisatie. Spreker is benieuwd naar een nadere toelichting. In het nawoord wordt gesteld dat het niet kan blijven bij een procesmatige reactie. Kan de RKC hier een toelichting op geven? De heer Van der Zaag (AWP): Het rapport wekt de indruk dat er veel mis is, maar spreker kan zich dit nauwelijks voorstellen. Op pagina 6 wordt gesproken over gebiedspecifieke kenmerken, waarbij o.a. waterschap Rivierenland als referentie geldt. Spreker vindt dat Het Groene Hart qua kenmerken beter aansluit bij De Stichtse Rijnlanden. De keur van 2009 is onder enorme tijdsdruk vastgesteld. Spreker adviseert om voor de nieuwe keur 2013 voldoende tijd te nemen. Mevrouw Bodewitz (PVDD): Als eerste stap wordt de beleidsvisie genoemd en bij het derde punt wordt de huidige keur geëvalueerd. Dit lijkt geen logische volgorde. Op pagina 4 staat dat de keerzijde van het gedoogbeleid is dat het zich onttrekt aan de democratie. Kunnen er voorbeelden gegeven worden van dit lokale beleid? Wat zijn de afwijkingen van het beleid? Vanwege de tijdsdruk heeft er geen uitvoerbaarheidstoets plaatsgevonden. Zijn zaken achteraf niet uitvoerbaar gebleken? Op basis van welke systematiek wordt bepaald wie gecontroleerd zal worden? Is het in sommige gevallen terecht dat bepaalde keurregels niet geaccepteerd worden? Spreker is voorstander van een doelgerichte aanpak. De keur moet daarom niet alleen gericht zijn op het juridische kader, maar ook op de praktijk. Het Meten met twee maten ziet spreker niet terug in een aanbeveling. Dit punt moet meer handen en voeten krijgen. Mevrouw Van der Stroom (VVD): Acht de Rekenkamercommissie het reëel dat er in 2013 nog een nieuwe keur komt? Er zijn immers veel aanbevelingen gedaan, waarbij de nadruk ligt op dingen die nog niet goed geregeld zijn. Er moeten meer randvoorwaarden komen om informatiegestuurd te kunnen handhaven. Dit klinkt vrij algemeen. Wordt hiermee ook risicogestuurd handhaven bedoeld? De heer Terpstra (W@I): Het is een helder rapport met duidelijke aanbevelingen. Spreker kan zich hier volledig in vinden. De heer De Vries (Rekenkamercommissie): De vraag was hoe staat het met de keur?. De RKC kwam gaandeweg tot de conclusie dat er informatie ontbrak om hier een helder antwoord op te geven. Het is immers lastig te toetsen op beleid dat niet is vastgesteld. Vandaar dat er een verschuiving heeft plaatsgevonden van de hoofdvraag naar de deelvragen. Verschillen van mening in de organisatie is niet de kern van het probleem. Het is vooral ernstig dat er geen beleid is vastgesteld. Er is begrip voor de reactie van het dagelijks bestuur, gezien de wisseling van de wacht. Toch heeft de RKC in het nawoord aangegeven dat het niet kan blijven bij een procesmatig antwoord. Er zit namelijk ook een bepaalde urgentie in. Het is belangrijk om tijdig te beginnen met beleidsformulering. Bestuurszaken / DM 637421 Pagina 4 van 11
Er is ter vergelijking gekozen voor o.m. Rivierenland omdat dit waterschappen al veel stappen heeft gezet die aansluiten bij de aanbevelingen (zie pagina 33 en bijlage 5). Een onderdeel van de beleidsvisie is het evalueren van de huidige keur. De genoemde volgorde is inderdaad niet juist. Uit gesprekken met ingelanden kwam naar voren dat degenen die melden ook streng gekeurd worden, bijvoorbeeld voor het aanleggen van een steiger. De buurman die niet meldt, wordt ook niet gekeurd. Het lijkt er dus op dat iemand die niet meldt, minder last heeft en dit kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. Er lijkt geen systematiek achter te zitten, zodat dit een gevoel van willekeur oproept. Lokaal beleid heeft vooral te maken met specifieke situaties. Van geval tot geval wordt bekeken wat er op bepaalde plaatsen mogelijk is, maar voor gelijke gevallen gelden wel gelijke regels. Het Meten met twee maten kan onderdeel zijn van een beleidsvisie. Voor ingelanden lijkt het vaak dat er met twee maten wordt gemeten, omdat de gemeente een informatievoorsprong heeft. Informatiegestuurd handhaven betekent inderdaad grotendeels risicogestuurd handhaven. Dit kan iets breder uitgelegd worden, omdat er soms informatie nodig is om te kijken of de uitvoering lukt. Mevrouw Schuil (Rekenkamercommissie): De termijn van 2013 heeft de RKC niet zelf bedacht. Een en ander heeft ook te maken met een landelijk traject en een uniform model voor de keur (zie pagina 21). Ook moet er binnen een bepaalde termijn weer een nieuwe keur komen en dat vergt voorbereidingstijd. Uitgangspunt is dat er in 2013 wordt gestart met de voorbereidingen. Of het reëel is dat er in 2013 een nieuwe keur komt, moet het dagelijks bestuur beantwoorden. Mevrouw Van der Vorm: Een nieuwe keur in 2013 kan niet verwacht worden. De voorzitter bedankt de leden van de RKC voor hun toelichting. Hij concludeert dat de commissie het rapport rijp acht voor behandeling in het algemeen bestuur. Stukken ter advisering 7a. Bijstelling realisatie 1 ste fase Energiefabriek Nieuwegein Mevrouw Van der Stroom (VVD): Het is een wijs voorstel. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. De VVD heeft steeds benadrukt dat energie opwekken voor eigen gebruik prima is, maar dat het geen kerntaak is. Men wacht het voorstel voor een nader onderzoek af. Spreekster geeft een compliment voor de compacte notitie, waarin ook een korte terugblik gegeven wordt. Is het eens met de stelling Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Daarnaast is het belangrijk om te kijken welke lessen hieruit getrokken kunnen worden. Zijn er al voldoende criteria in beeld voor een uitwerking van een nieuw voorstel? Spreker noemt hierbij de terugverdientijd, risico s en duurzaamheid. De heer De Jong (CDA): Ook het CDA vindt het een verstandig voorstel. Is deze conclusie op het juiste moment getrokken, of had dit al eerder gekund? De heer Jansen (WN): Het is goed dat het algemeen bestuur een energievisie heeft vastgesteld, die nu als kader dient. De geloofwaardigheid is ver te zoeken. De terugverdientijd is telkens langer geworden. De Stichtse Rijnlanden moet eerst een helder plaatje krijgen hoe men zelfdekkend Bestuurszaken / DM 637421 Pagina 5 van 11
kan worden in de elektriciteitsvoorziening met een nieuwe technologie. Er moet een heldere visie ontwikkeld worden voor het verdere gebruik van biogas. Spreker ziet hiervoor wel mogelijkheden. Spreker heeft nadrukkelijk gevraagd hoe de TDH kan worden ingepast in het totale proces. Hij heeft hier geen antwoord op gehad. De heer Schalkwijk (Agrariërs): Spreker is altijd positief geweest over de Energiefabriek. Hij heeft er grote moeite mee dat er nu met getallen gegoocheld wordt. Zijn de huidige berekeningen wel op de juiste basis genomen? Wanneer is het inzicht ontstaan dat het uit de pas ging lopen? De PvdA vindt het spijtig dat het zo gelopen is, maar kan zich vinden in het voorstel. Dit is immers de enige juiste conclusie. Is er inzicht in hoe het bij andere installaties gaat? Waarom kan het daar wel en bij ons niet? Mevrouw Van der Vorm: Het college kan zich vinden in de stelling beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald, maar was zelf ook onaangenaam verrast door de verhoging van de kosten. Tijdens de concurrentiegerichte dialoog bleek dat het allemaal te duur zou worden en dat de afschrijvingstermijn zou oplopen. Zonder de aansluitingen op de zuivering dus alleen nog maar voor de TDH zelf was de afschrijvingstermijn al dertien jaar. Bij het voorstel voor het vervolg zullen de gemaakte opmerkingen van de heer Verweij worden meegenomen. Het kwam goed uit dat de energievisie is vastgesteld, maar dit was toen nog niet bekend. Bij het nader onderzoek wordt ook gekeken naar het optimaliseren van het eigen gebruik. Dit komt terug in het voorstel. Het inpassen van de TDH in de bestaande installatie is niet meer aan de orde en wordt daarom niet meer onderzocht. De gehanteerde bedragen zijn juist. Het project is immers in de markt gezet. Hoe het elders ligt, is niet bekend. Tweede termijn Mevrouw De Kruijf (Bos- en Natuureigenaren): Wat is er niet goed gegaan bij het opstellen van de kredietaanvraag? Blijkbaar is er een ander proces nodig om tot een goede kredietaanvraag te komen. Mevrouw Van der Vorm: De aansluitingen en een aantal andere posten waren aanvankelijk niet begroot. In een tweede fase is dit wel gebeurd. Vervolgens bleek uit de marktbevraging dat de raming nog steeds te laag was. De les die hieruit getrokken kan worden, is dat men eerder de markt op moet gaan met dergelijke nieuwe technieken. Hierdoor zal men eerder een realistisch bedrag voor de raming krijgen. De voorzitter concludeert dat de commissie aandacht heeft gevraagd voor de criteria, voor energieverbruik binnen het waterschap, voor een benchmark en voor de lessen die hieruit getrokken kunnen worden. De notitie wordt rijp geacht voor doorgeleiding naar het algemeen bestuur. 7b. Verhoging krediet bouw nabezinktank RWZI Wijk bij Duurstede De heer Jansen (WN): Wordt de problematiek die hier speelt ook meegenomen bij het actiepunt ten aanzien van de procedure hoe om te gaan met kredieten? De heer De Jong (CDA): Bestuurszaken / DM 637421 Pagina 6 van 11
Blijkbaar zijn dergelijke kredieten kritisch beschouwd. Zijn alle projecten op dit criterium goed beoordeeld? Het zou een goede zaak zijn om alle investeringskredieten op deze manier na te gaan. Het is spijtig, maar de slagvaardige acties zijn wel een compliment waard. Mevrouw Van der Stroom (VVD): Het algemeen bestuur is in november 2012 op de hoogte gesteld van de overschrijding. Hoe is er daarna gehandeld en waarom komt dit voorstel nu pas in april? Is dit de categorie oud zeer? Komen dergelijke zaken na de veranderagenda niet meer voor? Mevrouw De Kruijf (Bos- en Natuureigenaren): Er zit veel tijd tussen augustus 2012 en april 2013. Hoe kan dit? Er wordt genoemd dat de financiële situatie na gunning van de opdracht lange tijd te optimistisch is beoordeeld. Als het goed is, ligt er een duidelijk inkoopcontract aan een dergelijk project ten grondslag met prijsafspraken. Kan het college dit verklaren? Was het tekort eerst nog veel groter? Het is eigenlijk een schande dat er bij dergelijke bedragen wordt gesproken over een onzorgvuldige berekening. Wat houdt de onzorgvuldige berekening precies in? Is De Stichtse Rijnlanden voldoende bekwaam en zijn er voldoende referenties voor dergelijke projecten? Mevrouw Van der Vorm: Het college zegt toe dat dit punt wordt meegenomen in het voorstel aan het algemeen bestuur. Spreekster heeft nog niet alle investeringsprojecten in beeld. Zij wil dit graag neerleggen bij de secretaris-directeur om hier een overzicht van te maken. De heer Kromwijk vult aan dat het college nu bezig is met Burap 1 over de eerste drie maanden. Hierin zal meer aandacht worden besteed aan kredieten voor projecten. In het algemeen bestuur van 17 april jl. is de gang van zaken toegelicht. De veronderstelling was dat het college dit besluit mocht nemen vanwege een verschuiving binnen het programma. Dit is de reden dat het zo lang geduurd heeft. Het tekort was eerst niet veel groter, maar wel iets groter. De berekening is onterecht gebaseerd op een eerder gebouwde, kleinere nabezinktank. Er is onvoldoende geëxtrapoleerd naar een grotere tank. Tweede termijn De heer Schalkwijk (Agrariërs): Het is jammer dat er een Burap nodig is om inzicht te krijgen in de projecten. De organisatie moet à la minute de stand van zaken kunnen geven. De heer Kromwijk antwoordt dat er een andere cyclus van financiën en controle komt, waarin zaken geclusterd worden. De Burap krijgt dus een andere invulling. Op het moment dat er zaken gesignaleerd worden, komt dit gelijk naar de commissie. De voorzitter sluit de discussie. Met de toezeggingen die gedaan zijn, kan de notitie worden doorgeleid naar het algemeen bestuur als hamerstuk. 8. Groot onderhoudsplan primaire waterkering 2013-2023 De heer Karelse (WN): Zijn de bedragen geïndexeerd? Mevrouw Van der Stroom (VVD): Het is een duidelijk en logisch verhaal. Wanneer wordt de afweging gemaakt qua prioritering, bij de voorjaarsnota of bij de begroting? Mevrouw De Kruijf (Bos- en Natuureigenaren): Bestuurszaken / DM 637421 Pagina 7 van 11
Het zou zeer onverstandig zijn om niet te indexeren. Er wordt gesproken over vroegtijdig cyclisch plannen. De detailinformatie bij de planning laat zien dat er maar een gedeelte cyclisch wordt gepland. Wat is de cyclus voor het overige? Zitten de kosten van t Klaphek erbij in of niet? Er wordt niet ingegaan op hoe te handelen als derden de oorzaak zijn voor de uitvoering. Parallel aan het GOP moet aangegeven worden wat de oorzaak is van het te plegen onderhoud en de financiële consequenties daarvan. Dit element ontbreekt in het plan. Het lijkt erop dat er een basisbedrag voor het onderhoudselement geldt en dat de komende drie jaar een aantal zaken versneld wordt rechtgetrokken. Hoe wordt er gepland? Zijn er aanpassingen voor het basisbedrag te verwachten na de drie jaar? Het gaat hier om een inhaalslag. Er is kritisch gekeken naar de stand van zaken en daaruit is een aantal bevindingen gekomen dat aanpak behoeft. De genoemde bedragen hebben een investeringskarakter en worden daarom geactiveerd. Na 2023 zal men weer terugkeren naar de normale cyclus met een begroot onderhoudsbedrag van 200.000 euro per jaar. Afwegingen worden ieder jaar gemaakt in de begroting. Nu commitment om voor dit bedrag te gaan. Bij iedere begrotingsbehandeling kunnen punten aan de orde worden gesteld. Dit is een zo goed mogelijke raming. t Klaphek zit er niet in. Er is een verschil van mening over of dit een zaak is van Rijkswaterstaat. Rijkswaterstaat-Oost vindt van niet, maar het staat wel op de B-lijst van het nhwbp. Technisch zijn partijen het wel altijd eens, maar het is altijd de vraag wie dat moet betalen. Het waterschap is verantwoordelijk voor de veiligheid van de dijken. De geldkwestie is een ander verhaal. De heer Kromwijk: In de begroting is een aparte post voor indexering opgenomen. Deze wordt opgevoerd voor langlopende projecten. Deze investering valt hier ook onder. Bij de kredietnotitie wordt ook de indexeringskwestie meegenomen. Spreker is niet direct een voorstander van deze aparte post op de begroting. Het zou beter zijn om de indexering gelijk bij de kredietverlening van projecten op te voeren. De voorzitter concludeert dat de notitie kan worden doorgeleid naar het algemeen bestuur. Het zou een hamerstuk kunnen worden, mits de twee punten van de heer Ypma (het ontbrekende element en de indexering) worden meegenomen. 9. Notitie effecten tariefsdifferentiatie wegen op de kostentoedeling Het algemeen bestuur heeft al eerder aangegeven hier geen voorstander van te zijn. Het geeft heel veel administratieve rompslomp. De onderliggende vraag is eigenlijk: betalen onze agrariërs te veel waterschapslasten? Als dat zo is, moet daar een oplossing voor gevonden worden. Spreker zelf opteert voor keuze 2c. De aanleiding voor dit stuk is de motie. In de motie wordt gevraagd of de differentiatie een element is waarbij de helft van de inkomsten ten goede kan komen aan de ingezetenen. Het antwoord daarop is nee en daarmee is de vraag al beantwoord. De heer Schalkwijk (Agrariërs): De motie is ingediend om ongelijkheid in de tariefstelling weg te nemen. Waarom is het juridisch niet mogelijk? Spreker blijft bij het standpunt om tariefsdifferentiatie te realiseren. Bestuurszaken / DM 637421 Pagina 8 van 11
Stukken ter consultering 10. Standpuntbepaling rond invulling reserve RWZI Utrecht De heer Van der Zaag (AWP): Spreker neigt naar optie 2b. In 2016 komt er een algehele herziening van de kostentoedelingsverordening. Is het zo moeilijk om dit in samenhang mee te nemen? De heer Kromwijk: De uitvoeringskosten zijn 15.000 euro per jaar. Tariefsdifferentiatie zit in het kostenaandeel ongebouwd. Strikt juridisch kan dit niet worden overgeheveld naar ingezetenen. Eventueel kan via een omweg de motie worden uitgevoerd. Tweede termijn De heer De Jong (CDA): Het CDA neigt naar optie 2b. De PvdA sluit zich hierbij aan. De voorzitter concludeert dat het stuk voor behandeling kan worden doorgeleid naar het algemeen bestuur. Het college geeft hiermee invulling aan de vraag hoe om te gaan met het instellen van een reserve. Dit is een goede zaak. Er wordt genoemd dat het dagelijks bestuur een aantal zaken heeft besloten. Spreker adviseert om het algemeen bestuur voldoende en tijdig bij zaken te betrekken. Van de onder 1 tot en met 4 genoemde stappen moeten stap 1 en 2 worden omgedraaid. Een van de aanbevelingen gaat over het in goede banen leiden van de reserves. Spreker adviseert om hiervoor nog met nadere voorstellen te komen. Spreker vindt dat het geld niet op een correcte manier naar de bestemmingsreserve gaat, omdat het potje ongebouwd ongemoeid wordt gelaten. De heer Van der Zaag (AWP): Spreker kan zich volledig vinden in het voorstel. Het voorstel is op zich correct, maar dit was niet het uitgangspunt in de relatie met AGV. De Stichtse Rijnlanden vond dat er betaald moest worden voor het geleverde water. AGV wilde dit beslist niet als een basis zien. De heer Kromwijk: Dit wordt onderdeel van de jaarrekening 2012. In de commissie van juni zal dit ter advisering worden voorgelegd, als onderdeel van de jaarrekening. De besluitvorming vindt dan vervolgens plaats op 10 juli, bij de vaststelling van de jaarrekening. 11. Deltaprogramma; reactie op ontwerp van het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma (nhwbp) De heer Karelse (WN): Spreker kan zich vinden in de eerste reactie van het college. Hij adviseert om het onderwerp verkenning piping ook mee te nemen. De heer Reerink (PvdA): Ten aanzien van de meerlaagse veiligheid is preventie een belangrijk aandachtspunt. In de memo van 17 april wordt preventie vooropgesteld. Is t Klaphek een kwestie van financiering of voorfinanciering? Bestuurszaken / DM 637421 Pagina 9 van 11
Op pagina 16 staat dat het keerbesluit met zich meebrengt dat de Haringvlietsluizen niet permanent open kunnen zijn. Spreker wil hierop graag een toelichting. Er wordt gesproken over meerlaagse veiligheid, maar is de keuze voor compartimentering dan al gemaakt? Spreker vindt het een illusie dat uitsluitend sterke dijken de oplossing zijn. Bij calamiteiten is het ook belangrijk dat mensen precies weten wat ze moeten doen, bijvoorbeeld noodrantsoenen op de eerste verdieping. Spreker constateert dat er voldoende draagvlak is. Omdat dit niet in het algemeen bestuur terugkomt, gaat hij in op de vragen/opmerkingen. Spreker is het eens met de heer Ypma dat alleen aandacht voor sterke dijken niet voldoende is. Er wordt bijvoorbeeld ook aandacht besteed aan het hoger situeren van nutsvoorzieningen. Investeren in verdere compartimentering is niet meer aan de orde. Dit is al behoorlijk goed geregeld. t Klaphek staat op de B-lijst en wordt hopelijk gedekt uit dit programma. Als dat gebeurt, is er nu dus sprake van een voorfinanciering. Spreker heeft geen antwoord op de vraag over de sluizen. Hij laat dit uitzoeken. Preventie is zeker belangrijk, maar wat er daarna gebeurt, is ook van belang. 12. Begroting 2014 Gemeenschappelijke Regeling Het Waterschapshuis Spreekster kan zich in de zienswijze vinden. Ten aanzien van de herijking van de doelen schijnt er een visie afgegeven te zijn. Is het algemeen bestuur hiervan op de hoogte? De heer Terpstra (W@I): Doen! De heer Van der Zaag (AWP): Spreker gaat akkoord, maar adviseert om een vinger aan de pols te houden. Spreker wil graag een toelichting op de diverse programma s, met name ten aanzien van de effectiviteit. De heer Jansen (WN): Het zou goed zijn om aandacht te schenken aan de beveiliging van automatiseringssystemen, met het oog op computercriminaliteit. Nu de heer Beugelink zitting gaat nemen in het dagelijks bestuur van Het Waterschapshuis, is het belangrijk dat het belang van De Stichtse Rijnlanden voldoende geborgd blijft. De invloed van De Stichtse Rijnlanden mag niet minder worden. De heer Beugelink: Het is goed om een overzicht te maken van aan welke programma s De Stichtse Rijnlanden meedoet. Dit gebeurt altijd weloverwogen, maar kwantificeren is altijd lastig. Het is goed om aandacht te besteden aan de beveiliging van automatiseringssystemen. Spreker verwacht geen problemen met het borgen van de belangen van De Stichtse Rijnlanden in Het Waterschapshuis. Iedereen respecteert het als een lid van het dagelijks bestuur de standpunten van zijn/haar achterban naar voren brengt. Bestuurszaken / DM 637421 Pagina 10 van 11
13. Rondvraag Van de rondvraag wordt geen gebruik gemaakt. 14. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om 22.26 uur. Voor akkoord, Vergadering commissie BMZ 11 juni 2013 De secretaris, drs. J. Miedema (a.i.) Bestuurszaken / DM 637421 Pagina 11 van 11