HET GEHEUGEN Bettie Maat-Oostindie Albertha (Bettie) Maat-Oostindie werd op 7 oktober 1939 te Nijensleek geboren. Tijdens haar jeugd woonde zij op de boerderij Nijensleek, Hoofdweg 64, nu is haar adres Giethoorn, Cornelisgracht 44. Zij is in 1963 gehuwd met Jan Maat. Ze hebben drie getrouwde zonen Olaf, Edwin en Erik 1 en hebben drie kleinkinderen. Met haar zus Abie vormt zij een eeneiige tweeling. Als kleine kinderen leken ze zo op elkaar dat vader soms tot zijn wanhoop hen niet uit elkaar kon houden. Een klein litteken aan het oor van haar zus gaf dan de oplossing. Haar hobby s zijn schaatsen, schilderen en het ontwerpen en maken van (mooie) kleren. Gedurende de periode 1959 tot 1972 was zij onderwijzeres aan de o.l.s. in Giethoorn met onderbreking van de periode toen de kinderen klein waren. Daarnaast hielp zij na hun huwelijk haar man in het veehoudersbedrijf en later in het museum HISTO-MOBIL. 2 Toen en nu: op de rechterfoto zit Abie links en Bettie rechts. 1941 2016
Het ouderlijk huis zoals dat er nu uitziet. Wat is je oudste herinnering aan het dorp? Ik beschouw het nog steeds als een voorrecht op een boerderij te zijn geboren en daar mijn jeugd te hebben doorgebracht. Al op jonge leeftijd kwamen wij in aanraking met (jonge) dieren en het harde werken op een boerderij. Mijn ouders hebben 11 kinderen 3 gehad, in de oorlog twee inwonende knechten en een vrij groot veehouderijbedrijf, dus het was altijd druk en er viel veel te beleven. Desondanks genoten wij veel vrijheid maar ook verantwoordelijkheid. Mijn oudste herinneringen liggen dus in en om de boerderij. Van een van onze knechten uit de omgeving van Jubbega, weet ik dat hij na de oorlog solliciteerde hij bij de Nederlandse Spoorwegen. Hij, een flinke man, werd afgewezen omdat zijn vader een overtuigd communist was. Een tijdsbeeld. Een paar herinneringen uit de oorlogstijd wil ik ook noemen. Mijn vader werd eens op brute wijze door gewapende Duitsers opgehaald om te helpen bij het ophalen van een neergestort vliegtuig. De schrik zat er toen flink in. Ook herinner ik mij heel goed het geluid van overvliegende vliegtuigen van de geallieerden richting Duitsland. En het neerdwarrelen van zilverpapier dat uit die vliegtuigen werd gedropt, dit om de Duitse radar te ontregelen.
In 1945 met de heer en mevrouw Cavaljé op de bank voor het ouderlijk huis. Bij navraag bleek dat zelfs de beide zussen elkaar op deze foto niet weten te onderscheiden. Als bijzonder heb ik ervaren dat aan het einde van de oorlog een echtpaar, de familie Cavaljé uit Stuifzand, gedurende een paar maanden bij ons in kwam wonen. Dit echtpaar, hij was hoofd van de school in Stuifzand, moest dat dorp in 1922 verlaten omdat hun dochter een verhouding had met een getrouwde man. Dit werd in dat dorp niet geaccepteerd. Een volksgericht volgde. Over de belevenissen van dit echtpaar, dat oorspronkelijk uit Zwolle kwam, is door Egbert Brink een boek geschreven, met als titel De zaak Cavaljé. Het waren lieve mensen, een opa en oma voor ons. Welk voorval heeft de meeste indruk op je gemaakt? Wat ik altijd heel leuk vond was de jaarlijkse sportdag van alle lagere scholen in de gemeente Vledder in het Sterrebos in Frederiksoord. In mijn beleving was het altijd mooi weer. Je moest hardlopen, ver- en hoogspringen en kastiebalwerpen. Je kon dan diploma s halen: A t/m E. Hoe groter de prestatie hoe hoger de letter. De sfeer vond ik altijd geweldig. Meester Blaauboer, het hoofd van de openbare lagere school in Nijensleek, 4 had ons een lied geleerd dat ver van te voren werd ingestudeerd. Dat lied is afzonderlijk geplaatst.
Veel plezier beleefden we ook op het jaarlijkse Floraliafeest in Frederiksoord. De sfeer daar, het bezoeken van de tuinbouwschool, de kermis en het dansen met livemuziek in de grote tent achter hotel Wolters waren voor ons een geweldige belevenis. Met weinig zakgeld was het altijd moeilijk keuzes maken. Wat ook indruk op mij maakte was dat al in klas 4 van de lagere school Frans werd gegeven. Meester Blaauboer was een moderne man. In klas 5 en 6 kregen wij altijd een weektaak, Meester Jochem Blaauboer op A-, B- en C-niveau. 5 Had je de taak al op (bron: fledderkerspel.nl). woensdag af dan mocht je bijvoorbeeld je herbarium bijwerken, je eigen schooltuintje onderhouden, of een toneelstukje schrijven. Vond meester het toneelstukje acceptabel dan liet hij het opvoeren voor de klas. Daarbij werd veel gelachen. Ook was hij vooruitstrevend door zoveel mogelijk kinderen naar de HBS in Steenwijk te sturen, daarin voor Abie en mij gesteund door mijn moeder. Haar standpunt was toen al dat meisjes zich later zelfstandig moesten kunnen redden, niet afhankelijk van een man, want je weet maar nooit. Mijn zus en ik hebben op de HBS in Steenwijk een heel mooie tijd gehad. Met schoolvriendinnen van deze school (o.a. Rensje Duiven uit Vledder) maakten we in de zomervakantie trektochten langs jeugdherbergen. Op de fiets door Nederland, België, Luxemburg en Duitsland, met veel spannende avonturen voor puberende meisjes. De tweeling, links Abie, rechts Bettie met tussen hun in Rensje Duiven op stap in 1957.
Welke persoon heb je als het meest kleurrijke ervaren en waarom? Kleurrijk is niet het goede woord, maar voor mij is de meest inspirerende man in Nijensleek toch het hoofd van der school, meester Blaauboer. Kon gemakkelijk lesgeven en orde houden. Hij hield van kinderen en kon boeiend vertellen. Van de meest vervelende vakken wist hij nog wel iets moois te maken. Zoals ik al eerder zei, hij was een moderne vooruitstrevende man, maar daar kwam ik pas veel later achter. Toen had ik geen idee wat modern onderwijs was, ik ging altijd met veel plezier naar school en vond het helemaal niet erg als de lange zomervakantie weer voorbij was. Twee vrouwen beschouw ik als kleurrijk. Eerst noem ik Stien Eelsingh, een kunstenares uit Staphorst, 6 die in de vijftiger jaren van de vorige eeuw op de zolder van het gemeentehuis in Vledder schilderles aan kinderen gaf. Een ontzettend leuke vrouw, die ons veel heeft geleerd. Eens maakten we met een groot aantal leerlingen samen een groot schilderij met een circus als opdracht. Het resultaat was in mijn ogen geweldig. Maar waar is dat schilderij gebleven? Waar, oh, waar? Een andere vrouw is Hendrikje ter Haar, onze overbuurvrouw uit Nijensleek, die naast boerin ook petroleumboer was. Het was een vriendelijke en erg goedgeefse vrouw. Mijn moeder zei altijd: Wat zij verdient geeft zij onmiddellijk weer weg aan mensen die dat nodig hebben. Het sportdaglied
Welke verandering aan het dorp, als je daar nu op terugkijkt, is het meest positieve en welke het meest negatieve? Negatief vind ik dat uit Nijensleek de openbare school, het Dorpshuis en het café 7 zijn verdwenen. Kinderen uit Nijensleek gaan nu naar de o.b.s. in Wilhelminaoord en zo vertelde men mij een aantal openbare kinderen gaat nu ook naar de bijzondere school in Nijensleek. Voor culturele activiteiten is er in Nijensleek nauwelijks ruimte en dat vind ik een grote verarming. Ik woon nu in de gemeente Steenwijkerland en wat mij opvalt is dat deze gemeente zich heel wat meer inzet voor het behoud van culturele accommodaties dan de gemeente Westerveld. Positief vind ik dat het dorp er veel mooier uitziet dan vroeger, de huizen zijn mooier en groter geworden, de tuinen zien er veel verzorgder uit en de wegen en bermen zijn veel beter onderhouden. Jammer dat de rails van de trambaan zijn verdwenen, maar ik heb er wel begrip voor dat er geen tram meer door Nijensleek rijdt. Deze tram paste in het tijdsbeeld van toen. In mijn fantasie zie ik de tram nog vaak voorbij rijden. Positief vind ik ook dat de begraafplaats in Vledder, mijn ouders en grootouders liggen daar begraven, er altijd zo verzorgd uitziet. Ik vind het één van de mooiste begraafplaatsen in Drenthe. Tiemen Stuiver (t.w.stuiver@upcmail.nl) 1 Zoon Olaf is in 1989 een melkveehouderij in Portugal begonnen, niet ver daar vandaan volgde zoon Edwin in 1996 ook met Woning in Portugal een melkveehouderij. Het echtpaar Maat-Oostindie heeft een tweede woning in Portugal, dicht bij hun zonen. 2 In 1986 is in het boerderij-gedeelte aan de Cornelisgracht in Giethoorn begonnen met het museum HISTO-MOBIL. Het museum is gespecialiseerd in mobiliteit, zoals oude auto s, motoren, scooters, fietsen, schaatsen en landbouwwerktuigen. In 1997 is het museum overgedaan aan zoon Erik. Een jaar eerder is de melkveehouderij (met zoon Edwin) verhuisd naar Portugal. De grond is verkocht voor een natuurontwikkelingsplan in N.W. Overijssel. 3 Waarvan twee na de geboorte zijn overleden. 4 Meester Jochem Blaauboer was hoofd van de openbare school in Nijensleek gedurende de periode 1932-1963. 5 C was het hoogste niveau. 6 Zij woonde afwisselend in Staphorst en Amsterdam. Ze werd op 1 september 1903 in Zwolle geboren, ze overleed op 18 juni 1964 in Meppel. 7 In mijn jeugd: Café Hoekman.