Onderwerp Maatwerkvoorschrift op grond van artikel 2.1, vierde lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer voor Evides N.V., Dolfijnweg 21 te Rotterdam, voor het lozen van ketelspuiwater waaraan chemicaliën zijn toegevoegd op het Hartelkanaal. Zaaknummer RWSZ2017-00009631 Inhoudsopgave 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschriften 4. Overwegingen 5. Conclusie 6. Ondertekening 7. Mededelingen 8. Bijlage 1. Aanhef De minister van Infrastructuur en Milieu heeft op 21 juni 2017 een aanvraag ontvangen van Evides N.V., gelegen aan de Dolfijnweg 21 te Rotterdam. De aanvraag betreft een verzoek om op grond van artikel 2.1, vierde lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer een maatwerkvoorschrift te verlenen voor het lozen van ketelspuiwater waaraan chemicaliën zijn toegevoegd op het Hartelkanaal. De aanvraag is geregistreerd onder zaaknummer RWSZ2017-00009631. De aanvrager is op 6 juli 2017 schriftelijk op de hoogte gebracht van het feit dat de aanvraag op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) nog onvoldoende gegevens of bescheiden bevatte om deze in behandeling te kunnen nemen en is in de gelegenheid gesteld om de ontbrekende gegevens of bescheiden aan te leveren. De ontbrekende gegevens zijn op 20 juli 2017 ontvangen en geregistreerd onder hetzelfde zaaknummer. Daarmee is de proceduretermijn met 13 dagen opgeschort. Pagina 1 van 8
2. Besluit Gelet op de Wet milieubeheer, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Waterwet, het Activiteitenbesluit milieubeheer en de Activiteitenregeling milieubeheer, besluit de minister van Infrastructuur en Milieu als volgt: I. Aan Evides N.V., gelegen aan de Dolfijnweg 21 te Rotterdam, een maatwerkvoorschrift te verlenen op grond van artikel 2.1, vierde lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer voor het lozen van ketelspuiwater waaraan chemicaliën zijn toegevoegd op het Hartelkanaal. De volgende voorschriften gelden naast de overige voorschriften van het Activiteitenbesluit milieubeheer. 3. Voorschriften Voorschrift 1 Spuiwaterchemicaliën 1. Aan het ketelspuiwater mag het additief ACN RedLine 445 worden toegevoegd. 2. Het ketelspuiwater waaraan het additief is toegevoegd, mag via meetpunt 2 en lozingspunt B op het oppervlaktewater van het Hartelkanaal worden geloosd. 4. Overwegingen 4.1 Activiteitenbesluit milieubeheer Op 1 januari 2008 is het Activiteitenbesluit milieubeheer in werking getreden, verder aangehaald als het "Activiteitenbesluit". In het Activiteitenbesluit zijn voor verschillende activiteiten, die binnen inrichtingen plaats kunnen vinden, algemene voorschriften opgenomen. Met het Activiteitenbesluit wordt de vergunningplicht op grond van de Wet algemene bepaling omgevingsrecht en de Waterwet voor een groot aantal lozingen opgeheven. 4.2 Bedrijfsactiviteiten Evides N.V. heeft bij besluit van 10 mei 2016, nummer RWS-2016/20158 I een vergunning gekregen voor het brengen van stoffen, afkomstig van de Demiwaterplant-2, gelegen aan de Dolfijnweg 21 te Rotterdam, in het oppervlaktewater van het Hartelkanaal. De hoofdactiviteit van Evides N.V. in Demiwaterplant-2 bestaat uit het produceren van demiwater voor het demiwaternet in de regio Rijnmond. Het Activiteitenbesluit onderscheidt drie typen inrichtingen, type A, B en C. De inrichting van Evides N.V. valt onder type C. Voor die inrichting is op grond van artikel 1.6 van het Activiteitenbesluit geen vergunning ingevolge de Waterwet noodzakelijk, voor zover het lozen betrekking heeft op de activiteiten genoemd in hoofdstuk 3. Pagina 2 van 8
4.3 Toelichting maatwerkwerkvoorschriften aan de hand van zorgplicht Ingevolge artikel 2.1 van het Activiteitenbesluit dient degene die een inrichting drijft, nadelige gevolgen voor het milieu te beperken of te voorkomen tot wat redelijkerwijs kan worden gevergd. Ter aanvulling van deze zorgplicht kan het bevoegd gezag ingevolge artikel 2.1, vierde lid, maatwerkvoorschriften stellen voor zover het aspect niet uitputtend is geregeld in het Activiteitenbesluit en voor zover de betreffende bepaling niet zelf een expliciete mogelijkheid biedt om maatwerk voor te schrijven. Mocht in het afvalwater van de desbetreffende activiteiten een verontreinigde stof aanwezig zijn waarvoor geen doelvoorschrift is opgenomen, dan kan voor die stof wel bij maatwerkvoorschrift een grenswaarde worden gesteld, indien dat met het oog op de bescherming van het milieu noodzakelijk is. In deze situatie ziet Rijkswaterstaat als waterbeheerder namens de minister de noodzaak een maatwerkvoorschrift voor te schrijven. Met het maatwerkvoorschrift wordt voorkomen, dat aanzienlijke schade aan het milieu wordt toegebracht door het lozen van ACN Redline 445, vanwege de realisatie van een stoomketel en de daarbij horende lozing van het ketelspuiwater. Dit voorschrift geldt naast de voorschriften uit het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling. 4.4 Omschrijving lozing Evides N.V. is van plan om als wijziging op het oorspronkelijke ontwerp van de Demiwaterplant-2 een stoomketel te realiseren. Aan het ketelspuiwater zal een additief toegevoegd worden: ACN Redline 445. Deze stof wordt toegevoegd als conditioneringsmiddel om vervuiling, corrosie en erosie in de ketel te beperken. Deze stof zal dan ook aanwezig zijn in de spuistroom die verder wordt geloosd. Evides N.V. is van plan om de spui van het ketelwater te gaan lozen op lozingspunt B, dit is een continue afvalwaterstroom van ca. 155 m 3 /uur. De lozing van ketelwaterspui zal ongeveer 240 liter/uur bedragen. De hoeveelheid actieve component in het ketelwateradditief die via deze spuistroom geloosd zal worden, bedraagt maximaal 7 gram/uur. 4.5 Reden maatwerkbesluit Dit maatwerkbesluit is van toepassing op de lozing van ketelspuiwater waaraan een additief is toegevoegd. In hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit zijn voorschriften gesteld ten aanzien van het lozen van ketelspuiwater. Dit houdt in dat - voor zover betrekking op de genoemde lozingsactiviteit - moet worden voldaan aan de voorschriften uit het Activiteitenbesluit en de bijbehorende ministeriële regeling: 1. hoofdstuk 3, paragraaf 3.2.1 van het Activiteitenbesluit (ketelspuiwater). 2. hoofdstuk 2, afdeling 2.1 van het Activiteitenbesluit, voor zover die betrekking heeft op de onder 1 genoemde activiteiten (zorgplicht). Pagina 3 van 8
Op grond van artikel 3.10k lid 2 van het Activiteitenbesluit milieubeheer is het lozen van spuiwater van een stoomketel op of in de bodem of in een oppervlaktewaterlichaam toegestaan, indien niet in een vuilwaterriool kan worden geloosd. Het toevoegen van het additief aan het ketelspuiwater is echter niet geregeld in het Activiteitenbesluit. Voor het toevoegen van het additief en het vervolgens lozen van dit additief wordt derhalve een maatwerkvoorschrift op grond van de zorgplicht (artikel 2.1, vierde lid Activiteitenbesluit) opgesteld. 4.6 Beleid ten aanzien van stoffen en preparaten Voor een goede uitvoering van het waterkwaliteitsbeleid is het noodzakelijk om inzicht te hebben in de mate waarin de in het oppervlaktewater te brengen gronden hulpstoffen, tussen- en eindproducten een potentieel gevaar vormen voor het aquatisch milieu. Hiervoor is de Algemene Beoordelingsmethodiek (ABM) 2016 vastgesteld en in de Regeling omgevingsrecht aangewezen als BBT-informatiedocument waarmee het bevoegd gezag rekening dient te houden bij het verlenen van vergunningen. De ABM kent voor alle bedrijfstakken op een transparante en eenduidige wijze aan de in het oppervlaktewater te brengen stoffen en mengsels een bepaalde waterbezwaarlijkheidscategorie toe, op grond van de eigenschappen van die stoffen en mengsels. Daarbij geeft de methodiek aan welke saneringsinspanning (emissiebeperkende maatregel) bij een bepaalde waterbezwaarlijkheid hoort. Voor zeer zorgwekkende stoffen (ABM-categorie Z ) hoort bij deze saneringsinspanning ook een vijfjaarlijkse rapportageplicht om de mogelijkheden van verdergaande emissiereductie inzichtelijk te maken. De ABM is een hulpmiddel bij het vaststellen van de gewenste saneringsinspanning en gaat niet in op het beoordelen van de restlozing. 4.7 Beoordeling lozing Voor ACN Redline 445 is een ABM-indeling van B(4) vastgesteld. Dit houdt in dat deze hulpstof weinig schadelijk is voor in het water levende organismen. Voor stoffen met een waterbezwaarlijkheid die gekoppeld is aan een saneringsinspanning B geldt dat de lozing van deze stoffen zoveel mogelijk moet worden voorkomen. Evides N.V. geeft hier invulling aan door de dosering gecontroleerd plaats te laten vinden en nauwkeurig af te stemmen op de behoefte. Daarmee voldoet Evides N.V. aan de gewenste saneringsinspanning. 4.8 Procedure Het maatwerkvoorschrift betreft een lozing die geen aanzienlijke gevolgen voor het milieu heeft. Op grond van artikel 1.9 van het Activiteitenbesluit milieubeheer heeft de voorbereiding van deze beschikking volgens het gestelde in afdeling 4.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht plaatsgevonden. Pagina 4 van 8
5. Conclusie Het in het besluit opgenomen voorschrift waarborgt dat de doelstellingen van het waterbeheer voldoende worden beschermd. Op grond van de overwegingen lijkt er vanuit milieuhygiënisch oogpunt geen probleem te zijn om het ketelspuiwater waaraan chemicaliën zijn toegevoegd, samen met de reeds vergunde afvalwaterstroom, op het Hartelkanaal te lozen. 6. Ondertekening DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, namens deze, hoofd Vergunningverlening Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid N.C. Knaap Pagina 5 van 8
7. Mededelingen Voor meer informatie over dit besluit kunt u terecht bij de in dit besluit genoemde contactpersoon. De contactgegevens staan in de begeleidende brief bij dit besluit. De contactpersoon kan uw vragen beantwoorden en het besluit met u doornemen. Om te bepalen of u meer informatie wilt, kunnen de volgende vragen en aandachtspunten u helpen: - Is de inhoud van het besluit duidelijk en is helder wat het concreet voor u betekent? - Kunt u beoordelen of het besluit inhoudelijk juist is of niet? Of heeft u behoefte aan een toelichting? - Kloppen de gegevens over u in het besluit en heeft u alle gegevens verstrekt? Ook wanneer u andere vragen heeft over het besluit of de procedure, of wanneer u zich op een of andere manier heeft gestoord aan de wijze waarop bij de besluitvorming met u of uw belangen is omgegaan, kunt u contact opnemen. Bent u het niet eens met dit besluit? Dan kunt u op grond van de Algemene wet bestuursrecht bezwaar maken. U moet hiervoor wel belanghebbende bij het besluit zijn. De volgende vragen en aandachtspunten kunnen u helpen bij het maken van bezwaar: - Wat zijn de redenen dat u het met het besluit niet eens bent? - Welk doel wilt u met uw bezwaar tegen het besluit bereiken? Wat verwacht u van Rijkswaterstaat? - Is het u voldoende duidelijk wat een bezwaarprocedure inhoudt en weet u of u met een bezwaar uw doel kunt bereiken? Kunt u uw doel op een andere, wellicht eenvoudigere wijze bereiken? Wanneer u vragen heeft of wanneer u zich afvraagt of het indienen van een bezwaarschrift voor u de geschikte aanpak is, kunt u ook hiervoor contact opnemen met de bij het besluit vermelde contactpersoon. De contactpersoon kan met u overleggen over de te volgen procedure en u informeren over andere mogelijkheden die Rijkswaterstaat u eventueel biedt om tot een oplossing te komen. Hoe maakt u bezwaar? Om bezwaar te maken moet u, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt, een bezwaarschrift indienen. U kunt uw bezwaarschrift sturen naar de minister van Infrastructuur en Milieu, ter attentie van Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, afdeling Werkenpakket, Postbus 556, 3000 AN Rotterdam. Pagina 6 van 8
In het bezwaarschrift moet in ieder geval het volgende staan: - uw naam en adres, en liefst ook uw telefoonnummer; - een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt (bijvoorbeeld door de datum en het kenmerk van het besluit te vermelden of door een kopie mee te sturen); - de reden waarom u bezwaar maakt; - de datum en uw handtekening. Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Dat betekent dat het besluit blijft gelden in de tijd dat uw bezwaarschrift in behandeling is. Als u dit niet wilt, bijvoorbeeld omdat het besluit onherstelbare gevolgen heeft voor u, dan kunt u een verzoek om voorlopige voorziening indienen. Dit doet u door de Voorzieningenrechter van de rechtbank in het gebied waar u woont te vragen een voorlopige voorziening te treffen. Indien u niet zelf, maar namens een bedrijf of organisatie een voorlopige voorziening aanvraagt kunt u een voorlopige voorziening aanvragen bij de rechtbank in het gebied waar het bedrijf of de organisatie is ingeschreven. De rechtbank zal daarvoor griffierecht in rekening brengen. 8. Bijlage Bijlage 1: Begripsbepalingen Pagina 7 van 8
Bijlage 1: Begripsbepalingen Behorende bij de beschikking van de minister van Infrastructuur en Milieu van heden, nummer In deze beschikking wordt verstaan onder: 1. Aanvraag : de aan dit maatwerkbesluit ten grondslag liggende aanvraag is op 21 juni 2017 binnengekomen bij Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid en geregistreerd onder nummer RWSZ2017-00009631. 2. Lozingspunt : een punt van waaruit afvalwater in het oppervlaktewaterlichaam wordt geloosd/gebracht. 3. Meetpunt : een intern controlepunt. 4. Waterbeheerder : de minister van Infrastructuur en Milieu, per adres de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid. Pagina 8 van 8