In dit boekje zijn alle regelingen en procedures rond de berekening van overgangscijfers en de procedures rond overgangsrapportvergaderingen

Vergelijkbare documenten
In dit boekje zijn alle regelingen en procedures rond de berekening van overgangscijfers en de procedures rond overgangsrapportvergaderingen

In dit boekje zijn alle regelingen en procedures rond de berekening van overgangscijfers en de procedures rond overgangsrapportvergaderingen

In dit boekje zijn alle regelingen en procedures rond de berekening van overgangscijfers en de procedures rond overgangsrapportvergaderingen

In dit boekje zijn alle regelingen en procedures rond de berekening van overgangscijfers en de procedures rond overgangsrapportvergaderingen

Wijzigingen in het PTA en examenreglement

Wijzigingen in het PTA en examenreglement

Bevorderingsnormen Locatie De Joost Leerdam Heerenlanden College

Bevorderingsnormen Locatie Joost de Jongestraat Leerdam Heerenlanden College

Bevorderingsnormen Locatie Joost de Jongestraat Leerdam Heerenlanden College

Bevorderingsnormen. Tweede Fase

Commissie Overgangsnormen augustus Overgangsnormen klas 1 t/m

Bevorderingsnormen. Havo 4

Inhoudsopgave 2. Inleiding de volgende onderwijsniveaus: Leerlingvolgsysteem 4

Koudum. Schooljaar 2014 / 2015 VMBO 3T. Programma van Toetsing en Afsluiting

HAVO 4 en 5 Atheneum 4, 5 en 6 cursus

Bevorderingsnormen. Atheneum 4 en 5

Bevorderingsreglement Locatie Joost de Jongestraat Leerdam Heerenlanden College

UITSLAG, HERKANSING EN DIPLOMERING. Artikel 23 Eindcijfer eindexamen

DALTON LYCEUM BARENDRECHT BEVORDERINGSNORMEN

OVERGANGSNORMEN

Overgangsnormen Groene Driehoek klas 1 en 2 ( )

2. bij vier of meer onvoldoendes op de hele lijst; 2. bij vier of meer onvoldoendes op de hele lijst;

Overgangsnormen bovenbouw

DALTON LYCEUM BARENDRECHT BEVORDERINGSNORMEN

Bevorderingsrichtlijnen Calvijn

Bevorderingsnormen. Tweede Fase

Overgangsnormen Mill-Hillcollege

Overgangsnormen Mill Hill College

Overgangsnormen Thorbecke SG

Overgangsnormen Mill-Hillcollege

REGELING OVERGANGSNORMEN KENNEMER LYCEUM Versie definitief

Bevorderingsnormen. Atheneum 4 en 5

ALGEMEEN DEEL VAN HET PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING. HAVO 4 en 5 Atheneum 4, 5 en 6 cursus

Bevorderingsreglement Vernieuwde Tweede Fase

Overgangsregelingen Sint Vituscollege

1 Rapporten en. bevorderingsnormen. Schooljaar Rapporten en bevorderingsnormen pag. 1

Schoolexamenreglement

Bevorderingsrichtlijnen Calvijn

Bevorderingsnormen

Bijlage 3 Overgangsnormen

Bevorderingsnormen Charlemagne College Eijkhagen

Overgangsnormen klas 1 t/m

Addenda Examenreglement Reviuslyceum leerjaar 5 en 6

1 Rapporten, bevorderingen zak-slaagregeling 1. De rapportcijfers gedurende het jaar (rapport 1, 2 en 3) worden bepaald door het voortschrijdend

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING (PTA), regeling Schoolexamen leerjaar 4 Vwo Het College WEERT versie 1 september 2016

Kader examenreglementen

OVERGANGSNORMEN

2. Hierbij wordt voor elke leerling afgewogen wat voor hem of haar het optimale vervolg van de leerloopbaan is.

OVERGANGSNORMEN

Reglement bevordering Het Stedelijk Lyceum, locatie Kottenpark

Overgangsnormen (bijlage bij schoolgids)

Bevorderingsnormen Charlemagne College Eijkhagen

in alle leerjaren, in alle gevallen

Regels voor bevordering

Bevorderingsnormen VMBO Wageningen

3. Reglementair bevorderd: een leerling wordt bevorderd naar het volgend leerjaar in hetzelfde onderwijsniveau.

Overgangsnormen Hilfertsheem-Beatrix

Overgangsnormen (m.i.v. schooljaar ) Voor alle leerjaren geldt:

Afspraken rapportcijfers en overgangscijfers per vak. Algemene uitgangspunten bij de overgangsnormen

Afspraken rapportcijfers en overgangscijfers per vak. Algemene uitgangspunten bij de overgangsnormen

Examenreglement

Bevorderingsnormen De Theaterhavo/vwo

Reglement bevordering Het Stedelijk Lyceum, locatie Kottenpark

Bevorderingsnormen PCC HET LYCEUM

HET EXAMENREGLEMENT. Artikel 1. Algemeen

OVERGANGSNORMEN GROENE DRIEHOEK

REGLEMENT BEOORDELING, BEVORDERING EN PLAATSING

docentenvergadering. Met leerjaar wordt hier bedoeld, de gezamenlijke parallelklassen van de afdelingen havo en vwo. (B.v. 3-vwo en 3-havo vormen

OVERGANGSNORMEN

bevorderingsbeleid De nieuwe Havo

Kader examenreglementen

Afspraken rapportcijfers en overgangscijfers per vak. Algemene uitgangspunten bij de overgangsnormen

Overgangsnormen Minkemalaan klas 2 en hoger. cursusjaar

Reglement rapportvergadering. en bevorderingsnormen. RSG Enkhuizen

Ckv* Maat Lo. Gymnasium: Klassieke taal. Profieldeel. (vakken variëren per profiel) Vrije deel Gd(-et) Mo Fi In Bsm WisD

Overgangsnormen bovenbouw

Overgangsregelingen Sint Vituscollege

Reglement rapportvergadering. bevorderingsnormen RSG ENKHUIZEN

I. Examencommissie pag. 2. II. Reglement : Begrippen pag Algemene bepalingen pag Overige bepalingen pag. 6

Overgangsnormen en uitslagregel

BEVORDERINGSNORMEN ALLE LEERJAREN

Bevorderingsnormen VMBO Wageningen

Overgangsnormen HC

rapport 1 R1, r1 * rapport 2 R1, R2, r2 * rapport 3 R1, R2, R3, r3 *

1 INHOUDSOPGAVE PTA TWEEDE FASE VWO VAN CHR. COLLEGE DE POPULIER 1. INLEIDING ALGEMENE BEPALINGEN... 3

Bevorderingsnormen Charlemagne College Eijkhagen

MAVO 3 en 4 cursus

REGELING EXAMEN H.A.V.O. TWEEDE FASE R.S.G. Tromp Meesters

Overgangsnormen 2018/2019. overgangsnormen docx Pagina 1 van 13

ALGEMEEN DEEL VAN HET PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING. MAVO 3 en 4 HAVO 4 en 5 VWO 4, 5 en 6 cursus

REGLEMENT BEOORDELING, BEVORDERING EN PLAATSING

1 Rapporten en. bevorderingsnormen. Schooljaar Rapporten en bevorderingsnormen pag. 1

OVERGANGSNORMEN

Rapportage Overgangsnormen Overgangsvergaderingen havo-vwo

Vrijstellingsregeling en Overgangsnormen

Rapportage Overgangsnormen rapportvergaderingen binnen havo-vwo

Bevorderingsnormen

REGELING EXAMEN H.A.V.O. TWEEDE FASE R.S.G. Tromp Meesters

Schooljaar BEVORDERINGSNORMEN EN SLAAGREGELING Tweede Fase havo en vwo

Iedere deelnemer aan het schoolexamen wordt geacht kennis te nemen van het programma van toetsing en afsluiting.

Transcriptie:

In dit boekje zijn alle regelingen en procedures rond de berekening van overgangscijfers en de procedures rond overgangsrapportvergaderingen samengebracht. Elke medewerker van onze school is gebonden aan deze regels.

1. Overgangsregels onderbouw... 4 1.1 Overgangsnormen leerjaar 1... 4 1.2 Overgangsnormen leerjaar 2... 5 1.3 Overgangsnormen leerjaar 3... 6 2. Regeling Bindend Studie Advies klas 1 en 2... 8 3. Overgangsregels Tweede Fase (uit het PTA 2015-2016)... 9 3.1 Overgangsregeling van leerjaar 4 naar leerjaar 5... 9 3.2 Overgangsregeling van leerjaar 5 naar leerjaar 6... 10 4. Regeling klas 6... 13 4.1 Beoordeling schoolexamen (paragraaf 5.6)... 13 4.2 Zak-slaagregeling (paragraaf 7)... 14 4.2.1 Eindcijfer eindexamen... 14 4.2.2 Vaststelling uitslag... 14 4.2.3 Uitslag... 15 5. Stemprocedure rapportvergaderingen... 17 6. Procedure bij afwijking van overgangsreglement... 19 7. Protocol Fraude bij toetsen door docenten of surveillanten... 20 8. Revisie en Beroep... 22 8.1 Inleiding... 22 8.2 Revisie... 23 8.3 Beroep... 24 Notities... 26 3

1.1 Overgangsnormen leerjaar 1 1. De overgang van leerjaar 1 naar leerjaar 2 wordt bepaald door de cijfers van de toetsen en schriftelijke overhoringen, volgens een van te voren vastgestelde weging. De cijfers voor de overgang worden uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks van 3 t/m 10. 2. Alle vakken die de leerling in leerjaar 1 heeft gevolgd, tellen bij de overgang mee. Cambridge Engels en Chinees vallen hier niet onder. 3. Het cijfer vijf telt als één tekort, het cijfer vier als twee tekorten, het cijfer drie als drie tekorten. Het totaal aantal tekorten wordt verkregen door alle tekorten bij elkaar op te tellen. 4. De leerling is bevorderd als: het aantal tekorten in de vakken Nederlands, Engels, wiskunde en Klassieke Vorming niet groter is dan 1, en het totaal aantal tekorten niet groter is dan 2. De leerling wordt besproken als: het aantal tekorten in de vakken Nederlands, Engels, Wiskunde en Klassieke Vorming gelijk is aan 2, en/of het totaal aantal tekorten gelijk is aan 3. De leerling is afgewezen als: het aantal tekorten in de vakken Nederlands, Engels, Wiskunde en Klassieke Vorming gelijk is aan 3 of het totaal aantal tekorten gelijk is aan 4 of meer. 5. De leerling, die op basis van zijn cijfers tot de bespreekzone behoort of wordt afgewezen, krijgt een studieadvies van de rapportvergadering. 6. De leerling is cum laude bevorderd als het rekenkundig gemiddelde van de in gehele getallen uitgedrukte eindcijfers van alle vakken die meetellen voor de overgang minimaal 8,0 bedraagt en er voor geen enkel afzonderlijk vak een niet-afgerond eindcijfer lager dan 7,0 is behaald. 4

7. Aan een leerling in de onderbouw worden in principe geen herexamens toegekend. 8. Een leerling mag niet twee keer in hetzelfde leerjaar doubleren. 9. Een leerling mag niet in twee opeenvolgende leerjaren doubleren. 1.2 Overgangsnormen leerjaar 2 1. De overgang van leerjaar 2 naar leerjaar 3 wordt bepaald door de cijfers van de toetsen en schriftelijke overhoringen, volgens een van te voren vastgestelde weging. De cijfers voor de overgang worden uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks van 3 t/m 10. 2. Alle vakken die de leerling in leerjaar 2 heeft gevolgd, tellen bij de overgang mee. Cambridge Engels en Chinees vallen hier niet onder. 3. Het cijfer vijf telt als één tekort, het cijfer vier als twee tekorten, het cijfer drie als drie tekorten. Het totaal aantal tekorten wordt verkregen door alle tekorten bij elkaar op te tellen. 4. De leerling is bevorderd als: het aantal tekorten in de vakken Nederlands, Engels, Wiskunde niet groter is dan 1, en het totaal aantal tekorten niet groter is dan 2. De leerling wordt besproken als: het aantal tekorten in de vakken Nederlands, Engels, Wiskunde gelijk is aan 2, en/of het totaal aantal tekorten gelijk is aan 3 of 4. De leerling is afgewezen als: het aantal tekorten in de vakken Nederlands, Engels, Wiskunde gelijk is aan 3, of het totaal aantal tekorten gelijk is aan 5 of meer. 5. De leerling, die op basis van zijn cijfers tot de bespreekzone behoort of wordt afgewezen, krijgt een studieadvies van de rapportvergadering. 5

6. De leerling is cum laude bevorderd als het rekenkundig gemiddelde van de in gehele getallen uitgedrukte eindcijfers van alle vakken die meetellen voor de overgang minimaal 8,0 bedraagt en er voor geen enkel afzonderlijk vak een niet-afgerond eindcijfer lager dan 7,0 is behaald. 7. Aan een leerling in de onderbouw worden in principe geen herexamens toegekend. 8. Een leerling mag niet twee keer in hetzelfde leerjaar doubleren. 9. Een leerling mag niet in twee opeenvolgende leerjaren doubleren. 1.3 Overgangsnormen leerjaar 3 1. De overgang van leerjaar 3 naar leerjaar 4 wordt bepaald door de cijfers van de toetsen en schriftelijke overhoringen, volgens een van te voren vastgestelde weging. De cijfers voor de overgang worden uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks van 3 t/m 10. 2. Alle vakken die de leerling in leerjaar 3 heeft gevolgd, tellen bij de overgang mee. Cambridge Engels en Chinees vallen hier niet onder. 3. Het cijfer vijf telt als één tekort, het cijfer vier als twee tekorten, het cijfer drie als drie tekorten. Het totaal aantal tekorten wordt verkregen door alle tekorten bij elkaar op te tellen. 4. De leerling is bevorderd als: het aantal tekorten in de vakken Nederlands, Engels, Wiskunde niet groter is dan 1, en het totaal aantal tekorten niet groter is dan 2. De leerling wordt besproken als: het aantal tekorten in de vakken Nederlands, Engels, wiskunde gelijk is aan 2, en/of het totaal aantal tekorten gelijk is aan 3 of 4. De leerling is afgewezen als: het aantal tekorten in de vakken Nederlands, Engels, wiskunde gelijk is aan 3, of het totaal aantal tekorten gelijk is aan 5 of meer 6

5. De leerling, die op basis van zijn cijfers tot de bespreekzone behoort of wordt afgewezen, krijgt een studieadvies van de rapportvergadering. 6. De leerling is cum laude bevorderd als het rekenkundig gemiddelde van de in gehele getallen uitgedrukte eindcijfers van alle vakken die meetellen voor de overgang minimaal 8,0 bedraagt en er voor geen enkel afzonderlijk vak een niet-afgerond eindcijfer lager dan 7,0 is behaald. 7. In het vierde leerjaar moet de leerling één vak in de vrije ruimte kiezen. Een tweede vak in de vrije ruimte mag zonder voorwaarden worden gekozen. Als voorwaarde voor het kiezen van drie vakken in de vrije ruimte geldt dat het rekenkundig gemiddelde van de in een geheel getal uitgedrukte eindcijfers van alle vakken minimaal 7,5 bedraagt. Daarbij tellen de cijfers voor Cambridge Engels en Chinees niet mee. Als voorwaarde voor het kiezen van vier of meer vakken in de vrije ruimte geldt dat het rekenkundig gemiddelde van de in een geheel getal uitgedrukte eindcijfers van alle vakken minimaal 8,0 bedraagt. Daarbij tellen de cijfers voor Cambridge Engels en Chinees niet mee. 8. Aan een leerling in de onderbouw worden in principe geen herexamens toegekend. 9. Een leerling mag niet twee keer in hetzelfde leerjaar doubleren. 10. Een leerling mag niet in twee opeenvolgende leerjaren doubleren. 7

1. De school kan in uitzonderlijke situaties gebruik maken van een bindend studieadvies in de klas 1 en klas 2. Een BSA wordt gegeven aan leerlingen die naar de overtuiging van docenten en schoolleiding niet over voldoende capaciteiten beschikken voor het behalen van een gymnasiumdiploma en voor wie instroom in een ander onderwijstype de door school geadviseerde route is. De regeling voorziet in de mogelijkheid tot een BSA bij de bevordering van leerjaar 1 naar leerjaar 2 en van leerjaar 2 naar leerjaar 3. 2. Een leerling kan alleen een bindend studieadvies krijgen als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden: De leerling is op basis van de normen niet bevorderbaar naar het volgende leerjaar van het gymnasium De leerling kan op basis van de behaalde cijfers bevorderd worden naar een volgend leerjaar van het atheneum of het havo 3. Tijdens de overgangsvergadering wordt in stemming één gestemd over bevorderen - niet bevorderen en in stemming twee over doubleren BSA 4. Stemming twee kan alleen plaatsvinden op initiatief van de conrector. Het initiatief wordt met gegronde redenen omkleed. 5. Het BSA kan alleen worden afgegeven als bij de stemming tenminste 2/3 deel van de aan de leerling lesgevende docenten aanwezig is. Bij een 2/3 meerderheid van de stemmen is het BSA aangenomen. Er mogen geen blanco stemmen worden uitgebracht. 6. Ouders kunnen tegen het BSA in beroep gaan bij de Commissie van Beroep van het Celeanum. Deze breed samengestelde commissie adviseert de rector. De rector neemt de commissie gehoord hebbende een besluit. Tegen het besluit van de rector kunnen de ouders beroep aantekenen bij het bestuur (OOZ). 8

(uit het PTA 2016-2017) 3.1 Overgangsregeling van leerjaar 4 naar leerjaar 5 1. De overgang van leerjaar 4 naar leerjaar 5 wordt bepaald door de cijfers van toetsen, praktische opdrachten en schriftelijke overhoringen, volgens een van tevoren in het desbetreffende vakinhoudelijke PTA opgegeven weging. De cijfers voor de overgang worden uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. Daarnaast worden bij de overgang de handelingsopdrachten, de opdrachten voor het vak lichamelijke opvoeding en de opdrachten bij de maatschappelijke stage betrokken. 2. Bij het bepalen van het cijfer voor de overgang geldt de volgende afrondingsregel: Indien het cijfer voor de overgang niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. Dus: 5,49 wordt 5 en 5,50 wordt 6. 3. Alle vakken die de leerling in leerjaar 4 gevolgd heeft met uitzondering van de onderdelen Cambridge Engels en Chinees tellen bij de overgang mee. 4. Het cijfer vijf telt als één tekort, het cijfer vier als twee tekorten, het cijfer drie en lager als drie tekorten. Het totaal aantal tekorten wordt verkregen door alle tekorten bij elkaar op te tellen. Bij het vaststellen van het aantal tekorten telt het combinatiecijfer wel mee, maar de cijfers waaruit het combinatiecijfer is opgebouwd tellen niet mee. 5. De leerling is bevorderd, als voldaan is aan alle van de volgende eisen: a. geen van de eindcijfers, daarbij inbegrepen de eindcijfers van de vakken uit het combinatiecijfer, is lager dan het cijfer vier; b. er zijn maximaal twee onvoldoende eindcijfers bij de profiel(keuze)vakken; c. er zijn maximaal twee tekorten bij de vakken Engelse taal en literatuur, Nederlandse taal en literatuur en wiskunde A of wiskunde B of wiskunde C; d. er zijn in totaal niet meer dan drie tekorten; 9

e. bij drie tekorten is er tenminste één vak met eindcijfer 8 of hoger of twee vakken met elk eindcijfer 7. Bij twee tekorten is er tenminste één vak met eindcijfer 7 of hoger.; f. alle handelingsopdrachten uit leerjaar 4 zijn naar behoren afgerond; g. alle opdrachten bij het vak lichamelijke opvoeding uit leerjaar 4 zijn beoordeeld met voldoende of goed ; h. de maatschappelijk stage is beoordeeld als voldoende of goed. 6. In klas 4 kennen we geen herexamen. 7. De leerling is cum laude bevorderd als het rekenkundig gemiddelde van de in gehele getallen uitgedrukte eindcijfers van alle vakken die hij volgt minimaal 8,0 bedraagt. Hierbij telt in de vrije ruimte alleen het vak mee waarvoor het hoogste eindcijfer is vastgesteld. Daarnaast tellen het vak lichamelijke opvoeding en de onderdelen Cambridge Engels en Chinees niet mee. Tenslotte is er voor geen enkel afzonderlijk vak een op een geheel getal afgerond eindcijfer lager dan 7 behaald. Op het overgangsrapport wordt in voorkomend geval een vermelding gemaakt van het feit dat de leerling cum laude is bevorderd. 8. Als een leerling in leerjaar 4 doubleert, volgt hij alle vakken uit leerjaar 4 opnieuw. 3.2 Overgangsregeling van leerjaar 5 naar leerjaar 6 1. De overgang van leerjaar 5 naar leerjaar 6 wordt bepaald door de cijfers van toetsen, praktische opdrachten en schriftelijke overhoringen van leerjaar 5, volgens een van tevoren in het desbetreffende vakinhoudelijke PTA opgegeven weging. De cijfers voor de overgang worden uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. Daarnaast worden bij de overgang de handelingsopdrachten en de opdrachten voor het vak lichamelijke opvoeding uit leerjaar 5 betrokken. 2. Bij het bepalen van het cijfer voor de overgang geldt de volgende afrondingsregel: Indien het cijfer voor de overgang niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. Dus: 5,49 wordt 5 en 5,50 wordt 6. 10

3. Alle vakken met uitzondering van de onderdelen Cambridge Engels en Chinees die de leerling in leerjaar 5 gevolgd heeft tellen bij de overgang mee. NB. Het vak maatschappijleer zal in leerjaar 6 onderdeel uitmaken van het combinatiecijfer. Aan het combinatiecijfer wordt ook nog het cijfer van het profielwerkstuk (PWS) toegevoegd. Het combinatiecijfer wordt bepaald als het rekenkundig gemiddelde van de in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10 uitgedrukte eindcijfers van bovengenoemde vakken. Indien de uitkomst van deze berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. 4. Het cijfer vijf telt als één tekort, het cijfer vier als twee tekorten, het cijfer drie en lager als drie tekorten. Het totaal aantal tekorten wordt verkregen door alle tekorten bij elkaar op te tellen. 5. De leerling is bevorderd, als voldaan is aan alle van de volgende eisen: a. geen van de eindcijfers is lager dan het cijfer vier; b. er zijn maximaal twee onvoldoende eindcijfers bij de profiel(keuze)- vakken; c. er zijn maximaal twee tekorten bij de vakken Engelse taal en literatuur, Nederlandse taal en literatuur en wiskunde A of wiskunde B of wiskunde C; d. er zijn in totaal niet meer dan drie tekorten; e. bij drie tekorten is er tenminste één vak met eindcijfer 8 of hoger, of twee vakken met elk eindcijfer 7; f. bij twee tekorten is er tenminste één vak met eindcijfer 7 of hoger; g. alle handelingsopdrachten uit leerjaar 5 zijn naar behoren afgerond; h. alle opdrachten bij het vak lichamelijke opvoeding uit leerjaar 5 zijn beoordeeld met voldoende of goed. 6. Als de leerling niet aan de in het vijfde lid genoemde bevorderingsnormen voldoet, heeft hij recht op een herexamen in één vak om alsnog aan de bovengenoemde bevorderingsnormen te voldoen. Hierbij gelden de volgende regels: het vak van het herexamen wordt aangewezen door de docentenvergadering; het herexamen kan alleen worden gekozen voor een vak met een onvoldoende eindcijfer. de leerstof voor het herexamen wordt door de vakdocent bepaald; 11

het cijfer voor het herexamen is tevens het nieuwe eindrapportcijfer; bij een herexamen in een vak met reeds afgenomen schoolexamentoetsen waarvan het schoolexamen niet in leerjaar 5 afsluit, blijven de oorspronkelijke schoolexamencijfers staan; 7. De leerling is cum laude bevorderd als het rekenkundig gemiddelde van de in gehele getallen uitgedrukte eindcijfers van alle vakken die hij volgt en de rekentoets minimaal 8,0 bedraagt. Hierbij telt in de vrije ruimte alleen het vak mee waarvoor het hoogste eindcijfer is vastgesteld. Daarnaast tellen het vak lichamelijke opvoeding en de onderdelen Cambridge Engels en Chinees niet mee. Tenslotte is er voor geenenkel afzonderlijk vak en de rekentoets een op een geheel getal afgerond eindcijfer lager dan 7 behaald. Op het overgangsrapport wordt in voorkomend geval een vermelding gemaakt van het feit dat de leerling cum laude is bevorderd. 8. Als een leerling in leerjaar 5 doubleert, volgt hij alle vakken uit leerjaar 5 opnieuw. Het profielwerkstuk dient echter wel te worden afgerond. In overleg met de desbetreffende conrector kan de leerling onder bepaalde voorwaarden vrijstelling krijgen voor vakken waarvan hij het schoolexamen in leerjaar 5 met een voldoende heeft afgesloten. Als de doublerende leerling deelneemt aan toetsen van vakken met een door hem in leerjaar 5 afgesloten schoolexamen, moet hij alle toetsen in leerjaar 5 voor het desbetreffende vak maken. Indien het eindcijfer voor het desbetreffende vak lager is dan het oorspronkelijke eindcijfer, blijft het oorspronkelijke eindcijfer staan. 12

(uit het examenreglement 2016-2017) 4.1 Beoordeling schoolexamen (paragraaf 5.6) 1. Het cijfer van het schoolexamen wordt bepaald door de cijfers van de schoolexamentoetsen en de tot het schoolexamen behorende praktische opdrachten, volgens een van tevoren in het desbetreffende vakinhoudelijke PTA opgegeven weging. Bij het profielwerkstuk wordt het eindcijfer bepaald volgens de normering die is opgenomen in de Profielwerkstuk handleiding voor het desbetreffende leerjaar. 2. Het cijfer van het schoolexamen wordt uitgedrukt in een cijfer uit een schaal van cijfers lopende van 1 tot en met 10. Indien het cijfer voor het schoolexamen niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. Dus: 5,49 wordt 5 en 5,50 wordt 6. 3. Indien in een vak tevens centraal examen wordt afgelegd, worden de in het tweede lid genoemde cijfers gebruikt met de daartussen liggende cijfers met één decimaal. Daarbij geldt de volgende afrondingsregel: Indien het cijfer voor het schoolexamen een getal met twee of meer decimalen is, wordt dat getal indien het tweede cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. Dus: 5,44 wordt 5,4 en 5,45 wordt 5,5. 4. Indien voor een vak in leerjaar 4 en/of 5 schoolexamentoetsen worden afgenomen, is het rapportcijfer voor dat vak in elke periode gelijk aan het schoolexamencijfer. Deze regeling geldt niet voor de vakken Griekse/Latijnse Taal en Cultuur. 5. In afwijking van het tweede lid, wordt het vak lichamelijke opvoeding uit het gemeenschappelijk deel van elk profiel en de maatschappelijke stage beoordeeld met "voldoende" of "goed". 6. Deze beoordeling gaat uit van de mogelijkheden van de leerling en geschiedt op de grondslag van het genoegzaam afsluiten van het desbetreffende vak, zoals blijkend uit het examendossier. 13

4.2 Uitslag, herkansing en diplomering (paragraaf 7) 4.2.1 Eindcijfer eindexamen 1. Het eindcijfer voor alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. 2. De rector bepaalt het eindcijfer op het rekenkundig gemiddelde van het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen. Indien de uitkomst van de berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. 3. Indien in een vak alleen een schoolexamen is gehouden, is het cijfer voor het schoolexamen tevens het eindcijfer. 4. Van de cijfers die zijn behaald bij de gelegenheden om de rekentoets af te leggen, bedoeld in artikel 7.5, geldt het hoogst behaalde cijfer als eindcijfer voor de rekentoets. 5. In afwijking van het vierde lid bepaalt de rector in overleg met de kandidaat die gebruik heeft gemaakt van de rekentoets ER of van meerdere gelegenheden om de rekentoets af te leggen en gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid, bedoeld in artikel 7.5, vierde of vijfde lid, welk van de voor de rekentoets behaalde cijfers geldt als eindcijfer. 4.2.2 Vaststelling uitslag 1. De rector en de secretaris van het eindexamen stellen in geval van een eindexamen de uitslag vast met inachtneming van artikel 7.3, en voor zover van toepassing artikel 7.6. 2. De uitslag luidt 'geslaagd' of 'afgewezen'. 3. Indien dat nodig is om de kandidaat te laten slagen betrekken de rector en de secretaris van het eindexamen een of meer eindcijfers van de vakken niet bij de bepaling van de definitieve uitslag. De overgebleven vakken dienen een eindexamen te vormen. 14

4. De rector vergewist zich ervan dat het eindexamen de in het Eindexamenbesluit VO voorgeschreven vakken en de rekentoets omvat. 4.2.3 Uitslag 1. De kandidaat die eindexamen heeft afgelegd, is geslaagd indien: a. het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste 5,5 is, b. hij voor: 1. één van de vakken Nederlandse taal en literatuur, Engelse taal en literatuur en voor zover van toepassing wiskunde A, wiskunde B of wiskunde C als eindcijfer 5 of meer heeft behaald en hij voor de rekentoets en het andere vak dan wel vakken, genoemd in dit subonderdeel als eindcijfer 6 of meer heeft behaald; of voor 2. De rekentoets als eindcijfer 5 heeft behaald en voor de vakken Nederlandse taal en literatuur, Engelse taal en literatuur en voor zover van toepassing wiskunde A, wiskunde B of wiskunde C als eindcijfer 6 of meer heeft behaald; c. hij onverminderd onderdeel b: 1. voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 of meer en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer is behaald; 2. voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 4 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6,0 bedraagt; 3. voor twee van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 heeft behaald en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6,0 bedraagt; of 4. voor één van de vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld als eindcijfer 4 en voor één van deze vakken als eindcijfer 5 heeft behaald en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6,0 bedraagt; d. hij voor geen van de onderdelen, genoemd in het tweede lid, lager dan het eindcijfer 4 heeft behaald; en e. hij voor het vak lichamelijke opvoeding van het gemeenschappelijk deel van elk profiel de kwalificatie voldoende of goed heeft behaald. 15

2. Bij de uitslagbepaling volgens het eerste lid, wordt het gemiddelde van de eindcijfers van de volgende onderdelen aangemerkt als het eindcijfer van één vak, voor zover voor deze onderdelen een eindcijfer is bepaald: maatschappijleer, algemene natuurwetenschappen en het profielwerkstuk. 3. De rector bepaalt het eindcijfer, bedoeld in het tweede lid, als het rekenkundig gemiddelde van de eindcijfers van de samenstellende onderdelen. Indien de uitkomst van deze berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. 4. Zodra de eindcijfers en indien mogelijk de uitslag zijn vastgesteld, maakt de rector deze schriftelijk aan iedere kandidaat bekend, onder mededeling van het in artikel 7.4 bepaalde. De uitslag is de definitieve uitslag indien artikel 7.4, eerste lid, geen toepassing vindt. 16

Stemprocedure bij rapportvergaderingen Voorwaarde Minimaal 2/3 deel van de docenten die lesgeven aan de desbetreffende leerling is aanwezig Is aan de voorwaarde voldaan? Nee Er wordt een revisievergadering uitgeschreven Mail naar alle betrokken de docenten met de verplichting te verschijnen Ja Stemming bij handopsteken 2 keuzes: voor of tegen. Elke docent telt voor één stem (ook al geeft docent meerdere vakken) Tutor en betreffende conrector moeten meestemmen Revisievergadering verder volgens dezelfde procedure afhandelen Meerderheid (helft +1) voor? Nee Stemmen staken? Nee ja Ja Betreffende conrector beslist ter plekke of schort de beslissing op om overleg met de rest van de schoolleiding te kunnen plegen. Betreffende docenten worden daarna zsm via mail geïnformeerd over de beslissing. Ja Betreffende conrector is voor? Nee Voorstel wordt aangenomen Voorstel wordt afgewezen Einde procedure Eventueel procedure bij afwijking van het overgangsreglement 17

Wie? Wanneer? Opmerkingen rector Rapport IV Als het quorum niet gehaald wordt, kan er niet gestemd worden. Er moet dan een revisievergadering worden uitgeschreven door de rector Iedereen stemt tegelijkertijd De eindbeslissing moet voor de laatste schooldag vallen om een aanvraag van een eventuele revisievergadering mogelijk te maken. 18

1. Het initiatief tot bevordering buiten de norm om ligt bij de conrector. 2. De conrector roept voor de overgangsvergadering een commissie afwijking overgangsreglement bijeen die naast de conrector van de betreffende jaarlaag (voorzitter) uit een conrector van een andere jaarlaag en de jaarlaagtutoren bestaat. De commissie formuleert een voorstel tot bevordering buiten de norm om (hierna te noemen: het voorstel ). 3. In de overgangsvergadering wordt het voorstel besproken. 4. De overgangsvergadering geeft een advies aan de commissie. Het advies kan enkel instemmend of afwijzend zijn. Iedere docent van de leerling heeft stemplicht. Iedere docent van de leerling heeft één stem in dit advies ongeacht het aantal vakken dat hij in de jaarlaag geeft. 5. Zo spoedig mogelijk na de overgangsvergadering neemt de commissie een besluit over het voorstel. Hierbij wordt het advies van de overgangsvergadering meegewogen. Ieder lid van de commissie heeft één stem en heeft stemplicht. Bij stakende stemmen heeft de voorzitter van de commissie afwijking overgangsreglement de beslissende stem. 6. Tegen het besluit van de commissie afwijking overgangsregelement kan beroep worden aangetekend, conform de beroeps- en geschillenregeling, bij de beroepencommissie van het Gymnasium Celeanum. 19

1. Er is sprake van fraude door werknemers indien: wijzigingen in PTA s worden aangebracht zonder toestemming van de schoolleiding; opzettelijk onrechtmatig punten worden toegekend of onthouden; wijzigingen aangebracht worden in toetsen of (school)examenwerk van kandidaten; kandidaten opzettelijk gehinderd of bevoordeeld worden bij toetsen en/of (school)examenonderdelen; kandidaten opzettelijk gehinderd of bevoordeeld worden bij het afnemen van toetsen of het (school)examen. 2. Indien een werknemer zich ten aanzien van een toets of (school)examentoets aan fraude schuldig maakt of heeft gemaakt, kan de rector maatregelen nemen. 3. Fraude wordt als plichtsverzuim aangemerkt en dien ten gevolge kunnen er disciplinaire maatregelen genomen worden zoals vermeld in de CAO art. 9.a.7 (citaat): 1. De werkgever kan ten aanzien van de werknemer die zich aan plichtsverzuim schuldig maakt, onder opgave van redenen één van de navolgende besluiten nemen. a. Schriftelijke berisping; b. Schorsing met behoud van salaris; c. Ontslag; d. Inhouding bezoldiging, voor ten hoogste 50% van het maandsalaris. Desgewenst wordt een inhoudingsregeling overeengekomen. 2. Onder plichtsverzuim wordt verstaan het overtreden van de voor de werknemer geldende voorschriften, het niet nakomen van hem opgelegde verplichtingen, alsmede het doen of nalaten van datgene dat de werknemer bij een goede uitoefening van zijn functie behoort na te laten of te doen. 4. Alvorens een beslissing te nemen hoort de rector de desbetreffende werknemer. De werknemer kan zich door een door hem/haar aan te wijzen persoon laten bijstaan. De rector deelt zijn beslissing mondeling en 20

schriftelijk mede aan de werknemer. Ook het schoolbestuur wordt schriftelijk van het voorval en de getroffen maatregelen op de hoogte gesteld. 5. Als de betrokken werknemer het niet eens is met de getroffen maatregel, kan hij/zij binnen één week in beroep gaan bij het college van bestuur. Deze komt binnen twee werkweken met een afgerond en met redenen omkleed oordeel. 6. Als de betrokken werknemer het ook met dit oordeel niet eens is, kan hij/zij in beroep gaan bij de landelijke klachtencommissie te Woerden. (In punt 5 en 6 wordt de Algemene Klachtenregeling van Openbaar Onderwijs Zwolle gevolgd). 21

8.1 Inleiding Aan het einde van elk schooljaar vergaderen de docenten over het behaalde resultaat van de leerlingen. Zij doen dat tijdens de rapportenvergadering. De docenten die de leerling lesgeven, beslissen in principe of een leerling al dan niet tot het volgende leerjaar van het gymnasium is toegelaten. Zij doen dat aan de hand van de normen die voor het betreffende leerjaar van kracht zijn. Deze normen staan beschreven in het normenboekje, de schoolgids en het PTA. Daar wordt ook het zogeheten bespreekgebied geldend voor de onderbouw aangegeven. Leerlingen met een cijferconstellatie die binnen het bespreekgebied valt, zijn wellicht wel kansrijk voor het volgende leerjaar en worden besproken tijdens de vergadering. De vergadering beslist vervolgens over de uitkomst. Leerlingen uit klas 5 die aan de voorwaarden voldoen, hebben recht op een herexamen. De voorwaarden voor een herexamen staan beschreven in de normen en het PTA. De docenten kan door ouders, schoolleiding, tutor gevraagd worden een advies uit te brengen over het vervolg van de schoolcarrière van de leerling. Dat advies kan ook op initiatief van de vergadering zelf worden gegeven. Het advies kan gegeven worden aan bevorderde leerlingen, maar zal vaker gegeven worden aan leerlingen die zijn afgewezen voor het volgende leerjaar. Leerlingen die de school moeten verlaten, omdat zij of twee maal in dezelfde klas doubleren of in twee opeenvolgende leerjaren, krijgen altijd een studieadvies voor het volgende schooljaar. De school waar de leerling wordt aangenomen, bepaalt de uiteindelijke plaatsing qua leerweg en leerjaar, maar zal in de meeste gevallen het advies van de docentenvergadering volgen. Alle leerlingen uit klas 3 ontvangen aan het einde van de tweede periode vakadviezen. Deze vakadviezen worden gegeven om de leerling goed te begeleiden bij de profielkeuze en de keuze van extra vakken. Het Gymnasium Celeanum kent geen afzonderlijke instroomeisen voor de verschillende profielen. Ongeacht de cijferconstellatie van het overgangsrapport in klas 3 en de gegeven vakadviezen kunnen de leerlingen in een profiel plaats nemen. 22

Sinds het schooljaar 2013-2014 bestaat de mogelijkheid een leerling in de onderbouw een bindend studieadvies te geven. Van deze mogelijkheid wordt slechts in hoge uitzondering gebruikgemaakt. De omstandigheden waaronder en de zorgvuldige procedure zijn beschreven in een afzonderlijke notitie. Het Gymnasium Celeanum kent geen herexamenregeling voor de onderbouw en voor klas 4, noch een voorwaardelijke bevordering. Ook het bevorderen met taak komt niet voor. Wel is een bevordering buiten de normen mogelijk in zowel onder- als bovenbouw. Omdat het ook hier over een uitzonderlijke situatie gaat, is ook deze procedure nauwkeurig beschreven in de procedure bij afwijking van het overgangsreglement. 8.2 Revisie Revisie is voornamelijk bedoeld als een interne kwaliteitscontrole. Het kan immers voorkomen dat de docentenvergadering van verschillende klassen in overeenkomende gevallen toch een verschillend besluit heeft genomen. Dit in weerwil van het feit dat de conrectoren hier bij de behandeling van de verschillende klassen van hetzelfde leerjaar scherp op toezien en de rapportenvergaderingen door het tutorenteam van het gehele leerjaar worden voorbereid. Daarnaast kan het voorkomen dat er alsnog een fout in de, aan een leerling gegeven, cijfers wordt ontdekt. Ten slotte kan het zijn dat er informatie bekend wordt bij de school over de leerling die niet meegewogen is tijdens de rapportenvergadering en toch van groot belang is voor het presteren van de leerling. Een leerling kan ter revisie worden ingebracht door de tutor en de conrector van het leerjaar. Ouders, leerling zelf of docenten kunnen zich wenden tot de tutor, respectievelijk conrector. De revisievergadering bestaat uit de docenten en tutoren van het gehele leerjaar en wordt geleid door de desbetreffende conrector. Alle docenten van het leerjaar zijn stemgerechtigd en stemplichtig. Blanco stemmen is niet 23

toegestaan. Een leerling die tijdens de rapportenvergadering bevorderd is, kan door de revisievergadering niet alsnog afgewezen worden. De revisievergadering wordt gepland voorafgaande aan de datum dat de beroepsvergadering plaats- vindt. Er kan pas beroep worden aangetekend, nadat er revisie heeft plaatsgevonden. 8.3 Beroep Ouder(s)/verzorger(s) kunnen bezwaar aantekenen tegen de uitkomst van de revisievergadering. Zij dienen daartoe een beroep in bij de rector, schriftelijk en met redenen omkleed. Het beroep dient uiterlijk te worden ingediend om 9.00 uur op de vrijdagochtend volgend op de revisievergadering. Dezelfde dag om 12.15 uur vindt dan de vergadering van de Commissie van Beroep plaats. De Commissie van Beroep is een commissie bestaande uit vijf leden: de examensecretaris, de decaan als permanente leden, aangevuld met een conrector en twee docenten, van wie een PMR-lid. De conrector geeft geen leiding aan de afdeling waaruit de betreffende leerling afkomstig is, de docenten geven geen les aan de betreffende leerling. De conrector zit de vergadering technisch voor. De Commissie van Beroep bekijkt of de rapportenvergadering en/of revisievergadering op de juiste gronden besluiten heeft genomen -met de juiste achtergrondinformatie- en of ze daarbij de juiste procedures heeft gevolgd. De Commissie van Beroep mag derhalve zowel procedureel als ook inhoudelijk oordelen. Als het tot een stemming komt, wordt bij meerderheid van stemmen beslist en hebben alle leden stemplicht. Blanco stemmen is niet toegestaan. Van de vergadering van de Commissie van Beroep wordt verslag gemaakt. De Commissie van Beroep brengt direct advies uit aan de rector. Er zijn drie mogelijke uitkomsten: 1. Het beroep is niet ontvankelijk verklaard (niet in behandeling genomen); 2. Het beroep is ontvankelijk verklaard en toegewezen, dat wil zeggen dat de Commissie de rector het advies geeft de leerling alsnog te bevorderen dan 24

wel de leerling het recht op het afleggen van een herexamen toe te kennen. In het laatste geval wordt eveneens het vak bepaald. 3. Het beroep is ontvankelijk verklaard maar afgewezen, dat wil zeggen dat de Commissie de rector het advies geeft de besluiten van de rapportvergadering/revisievergadering te bekrachtigen. De rector neemt uiteindelijk het besluit en wijst -bij een afwijzing- de ouders op de mogelijkheid van beroep bij het bestuur van OOZ. Het besluit wordt schriftelijk meegedeeld. 25

26