Het einde van het convivenciamodel in Spanje

Vergelijkbare documenten
Tijd van monniken en ridders ( n. Chr.) 3.4 De islam in Europa. Allah. Het ontstaan en de verspreiding van de islam.

Moors Spanje. mei/juni HOVO Groningen. Saskia van Lier

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen

3. Door de kruistochten werden de wegen naar het Oosten weer bekend en werd

TIJDLIJN VAN DE MIDDELEEUWEN TIJDLIJN

Onderzoeksvraag; welke motieven leidden in de middeleeuwen tot de kruistochten?

Fly & drive Andalusië

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen

Samenvatting Geschiedenis 3.3 het christendom in Europa de islam in Europa + antwoorden Leerdoelen

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders.

Zafer Aydogdu Hoogeveen, 31 januari 2012

Griekenland 336 v. Chr (bij de dood van Philippos van Macedonië ) Alexander de Grote opvolger Philippos van Macedonië.

Toetsvragen Geschiedenis Toelatingstoets Pabo. Tijdvak 3 Toetsvragen

Onderzoeksvraag: Welke motieven hadden de Europeanen om in Afrika en Zuidoost-Azië een groot koloniaal imperium op te bouwen?

Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus

Samenvatting Geschiedenis Tijd van Grieken en Romeinen: kern, perspectief en kenmerkende aspecten

TIJDVAK 7 Bepoederde pruiken, bruisende ideeën

Tijdlijn van het oude Israël v.chr. tot 400 v. Chr.

Tijd van burgers en stoommachines Het moderne imperialisme

En nu jij! : leer de argumenten zelf

HC Stedelijke Dynamiek in de Lage Landen ( )

Een nieuwe geschiedenis van de islamitische wereld

Samenvatting. De Japanners en het christendom: een complexe relatie

Mut a huwelijken ofwel contracthuwelijken binnen de islamitische wereld. Famke Kalkman

Samenvatting Geschiedenis H1 (-1.5)

GODSDIENSTWETENSCHAPPEN

Griekenland 336 v. Chr (bij de dood van Philippos van Macedonië ) Alexander de Grote opvolger Philippos van Macedonië. Tijd van Grieken en Romeinen

BRIEVEN AAN K. EPICURISTISCHE VERKENNINGEN DOOR CLEMENS JANZING

Ontstaan islam vmbo12

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Ontstaan islam vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 tijd van grieken en romeinen, paragraaf 3 Imperium Romanum

NEDERLAND IN DE 16e EEUW

Tijd van pruiken en revoluties

De val van Toledo. revisie: Abo Abdillah Kantoor voor da'wa Rabwah (Riyad)

Andere boeken in deze serie:

11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets

Noord-Nederlandse gewesten. Smeekschift

Geschiedenis groep 6 Junior Einstein

Descartes schreef dat er geen ander land was "où l'on puisse jouir d'une liberté si entière" (waar men een zo volledige vrijheid kan genieten)

Werkboek klas 2 Hoofdstuk 3

Werkstuk Geschiedenis Kruistochten

Moren. Moorse veroveringen

Karel de Grote en het buitenland - Nederlaag en mythe: Roncesvalles en Roeland

De kruistochten. God wil het! Steden en Staten

Journal of Nobility Studies

Verspreiding christendom vmbo12

Marrakesh. nemen je nu op rondreis door de stad Marrakesh, met haar mooie gebouwen en rijke cultuur. Al je zintuigen

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten

Religie in Waterland. Naam:. Klas:. Mentor:

De klassieke tijdlijn

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

Tijd van monniken en ridders ( ) 3.1 Leenheren en leenmannen ( ) ( ) Plundering Rome door Alarik in 410, tekening uit de 20 e eeuw

Werkstuk Geschiedenis Islam

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme

Karel de Grote en het feodale stelsel. Rilana Kuiters. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Het land op de kaart

Landenspel. Duur: 30 minuten. Wat doet u?

Projectrapportage noodhulp Syrie

OPNIEUW GEKRUISIGD. door RAYMOND IBRAHIM

Hoofdstuk 2: De Nederlandse Opstand ( )

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 10: tijd van televisie en computer

Verspreiding christendom vmbo12

Inleiding geschiedenis Griekenland

Inleiding geschiedenis Griekenland

Al-Salaadjiqah (de Seltsjoeken) Hun oorsprong, en hun koningen - deel 2

- Waarom contacten met de Arabische wereld belangrijk waren voor nieuwe kennis (6.1.2)

Geloven - Ontstaan en verspreiding Islam

Paragraaf 4: De Germaanse cultuur - TL 1

De Tien Tijdvakken. Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c.

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

De val van Al-Andalus

Examentraining - Geschiedenis

godsdienst in 589 vervangen door het De bekering van Reccared tot het katholicisme,

Waar of niet waar? Mensen met honger eten geven is een werk van barmhartigheid. Waar of niet waar? Nigeria is een land in het zuiden van Afrika.

Even herhalen. democratie. militaire dril. slimme list. Gwijde van Dampierre. Leliaerts Guldensporenslag


Resultaten en conclusies Israël onderzoek (uitgebreid)

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1-4

Brandaan. Geschiedenis WERKBOEK

Het begin van staatsvorming en centralisatie. Onderzoeksvraag; Hoe vond de staatsvorming van Engeland, Frankrijk en het hertogdom Bourgondië plaats?

Tijdvakken en kenmerkende aspecten.

FACULTEIT LETTEREN ONDERZOEKSGROEP ARABISTIEK & ISLAMKUNDE. Master. Arabistiek en Islamkunde. Promotoren en onderwerpen masterproeven

Waar of niet waar? Zuid-Korea is een eiland. Wat is de hoofdstad van Zuid-Korea? a. Seoul b. Pyongyang c. Peking. Niet waar.

Verslag Geschiedenis Hoofdstuk 3 - vragen en antwoorden

Tijd van monniken en ridders ( ) 3.1 Leenheren en leenmannen ( ) ( ) Plundering Rome door Alarik in 410, tekening uit de 20 e eeuw

Opstel Aardrijkskunde Conflicten in Syrie

Archeologen vinden bijzondere geldschat bij zuidelijke muur in Jeruzalem

Naam: FLORIS DE VIJFDE

Tijd van Grieken en Romeinen. 2.4 De late oudheid. Romeinen. Romeinen. 1. Invallen door Germaanse stammen

Kerk en staat hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Tijd van ontdekkers en hervormers ( ) / Renaissance

Geloven - Ontstaan en verspreiding Islam

Staatsvorming hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Transcriptie:

Het einde van het convivenciamodel in Spanje de uitzetting van de Joden (1492) en de Moriscos (1609) Masterthese Departement Religiewetenschappen en Theologie Universiteit Utrecht Master Religies in Hedendaagse Samenlevingen, Islam Tracé Alice Diemel 8240116 30 augustus 2012 Eerste begeleider Prof. Dr. Martha Frederiks Tweede begeleider Dr. Lucien van Liere

Inhoud Algemene Inleiding DEEL 1 Al-Andalus en het convivenciamodel in historisch perspectief en theoretisch kader 1 Het ontstaan van Al-Andalus en enkele ontwikkelingen in het kort 1.1 Inleiding 10 1.2 De mosliminvasie op het Iberisch schiereiland in 711 11 1.3 Politieke en bestuurlijke ontwikkelingen in Al-Andalus en de Reconquista kort weergegeven 13 1.4 Culturele en wetenschappelijke ontwikkelingen in Al-Andalus in het kort 16 1.5 Van dhimma naar convivencia 19 1.6 Conclusie 21 2 Het convivenciamodel: een theoretische verkenning 2.1 Inleiding 23 2.2 Etymologie van het begrip Spanjaarden 24 2.3 Het kastesysteem: het gezamenlijk leven van Joden, moslims en christenen 25 2.4 Een definitie van het begrip convivenciamodel 28 2.5 Groeiende religieuze intolerantie jegens de Joodse gemeenschap 30 2.6 De converso-kwestie 33 2.7 Limpieza de sangre en de Spaanse Inquisitie 35 2.8 Het einde van de Morisco-gemeenschappen in Spanje 38 2.9 Samenvatting en conclusie 39 DEEL 2 The Last Jew en De Hand van Fatima 3 The Last Jew, een roman van Noah Gordon (2000) 3.1 Inleiding 42 3.2 De auteur van de The last Jew in kort bestek 42 3.3 The Last Jew in het kort 42 3.4 De opbouw van The Last Jew 44 3.5 Beknopte navertelling van The Last Jew 44 3.6 Tot slot 52 4 De Hand van Fatima, een roman van Ildefonso Falcones de Sierra (2009) 4.1 Inleiding 53 4.2 Over de auteur van De Hand van Fatima 53 4.3 De Hand van Fatima in kort bestek 53 4.4 De opbouw van De Hand van Fatima 55 4.5 Beknopte navertelling van De Hand van Fatima 55 4.6 Tot slot 74 2

DEEL 3 Een analyse van de romans The Last Jew en De Hand van Fatima 5 De verschillende thematieken uit The Last Jew nader belicht aan de hand van de wetenschappelijke literatuur 5.1 Inleiding 76 5.2 De roman The Last Jew: beeld en thema s 5.2.1 Het door Gordon geschetste beeld in The Last Jew 76 5.2.2 De belangrijkste thema s die het beeld in de roman vormen 79 5.3 Een analyse van The Last Jew 5.3.1 De Joodse gemeenschap: antisemitisme, Jodenvervolgingen en bekeringen 80 5.3.2 De conversos, converso-fobie en de Spaanse Inquisitie 83 5.3.3 Limpieza de sangre 85 5.3.4 De relikwieënhandel 86 5.3.5 Een aantal historische onnauwkeurigheden in de roman The Last Jew 87 5.4 Conclusie 88 6 De verschillende thematieken uit De Hand van Fatima nader belicht aan de hand van de wetenschappelijke literatuur 6.1 Inleiding 90 6.2 De roman De Hand van Fatima: beeld en thema s 6.2.1 Het door Falcones geschetste beeld in De Hand van Fatima 90 6.2.2 De thematiek in de roman 92 6.3 Een analyse van De Hand van Fatima 6.3.1 De Moriscos: van repressieve maatregelen tot gedwongen assimilatie 93 6.3.2 Crypto-moslims 94 6.3.3 De opstand in de Alpujarras en de uitzetting van de Moriscos 95 6.3.4 De Loden Boeken van de Sacro Monte en het Evangelie van Barnabas 97 6.4 Conclusie 101 7 Conclusie 7.1 Inleiding 103 7.2 De moslims 103 7.3 De Joden 104 7.4 De christenen 105 7.5 De conversos 106 7.6 De Inquisitie 107 7.7 Het convivenciamodel 107 7.8 De centrale vraagstelling 108 Begrippenlijst Bibliografie en websites 3

4

Algemene inleiding Aanleiding en vraagstelling Religieuze intolerantie heeft door de eeuwen heen voor een dynamisch, zij het weinig positief, gekleurd palet gezorgd. Opstanden, kruistochten, gedwongen bekeringen, vervolgingen, uitzettingen en genocides maken allemaal deel uit van de keer- en schaduwzijde van religie. De interreligieuze en interculturele dynamiek van de huidige West-Europese multiculturele samenlevingen maakt culturele en religieuze tolerantie opnieuw actueel. Tijdens mijn studie Religion in Contemporary Societies, waarbinnen ik het islam-tracé volgde aan de Universiteit van Utrecht en de Universiteit van Amsterdam, is mijn interesse gewekt in het islamitische rijk Al-Andalus op het Iberisch schiereiland (711-1492) en het fenomeen van het vreedzaam samenleven van Joden, moslims en christenen, gedurende de Reconquista, dat ook wel aangeduid wordt met de term convivencia en meer in het bijzonder in de omstandigheden rondom de beëindiging ervan. Bijna acht eeuwen lang, hebben moslimbeschavingen - Arabieren, Syriërs en Berbers - de scepter gezwaaid over een groot deel van het Iberisch Schiereiland. Dit resulteerde in een bloeiende en hoogstaande cultuur waarvan Europa tot op de dag van vandaag haar vruchten plukt. Niet het hele Iberische schiereiland werd ingenomen door de moslims. In het noorden bleven een aantal christelijke koninkrijken onafhankelijk. Van daaruit is langzaam maar zeker de strijd om de gebiedsherovering op gang gekomen, die bekend staat als de Reconquista. De verovering van Granada in 1492 door Los Reyes Católicos, de katholieke koningen Ferdinand II van Aragon (1452-1516) en Isabella I van Castilië (1451-1504) luidde het einde in van acht eeuwen moslimaanwezigheid op het Iberisch schiereiland. Met de val van de Nasridendynastie, het laatste moslimrijk, kwam er niet alleen een einde aan de Reconquista, maar ook aan de religieuze pluraliteit, die kenmerkend was voor de Andalusische samenleving. Het christendom groeide uit tot een totalitaire staatsreligie en Joden en moslims moesten zich bekeren of het land verlaten. Aan het vreedzaam samenleven tussen de drie bevolkingsgroepen was echter al veel eerder een einde gekomen. Antisemitisme is een belangrijke oorzaak voor het uiteenvallen van het convivenciamodel. Een ander belangrijk onderdeel van het uiteenvallen van het convivenciamodel wordt gevormd door de converso-kwestie. Door het ontstaan van een grote groep conversos, (gedwongen) bekeerlingen van Joodse origine, binnen de christelijke kaste vervaagden de etnisch-religieuze grenzen tussen de Joodse en de christelijke kasten. De preoccupatie met het hebben van een zuivere genealogische lijn, die duidde 5

op een nobele christelijke afstamming, begon vanaf dat moment een steeds groter rol te spelen en leidde uiteindelijke tot een ongekende etnische zuiveringspolitiek waarbij de limpieza de sangre, de bloedzuiverheid, een belangrijke rol speelde. In het onderwijs en in de literatuur is er relatief weinig aandacht voor de fase in de geschiedenis van Spanje, die wordt gekenmerkt door christelijk exclusivisme, razernij om bloedzuiverheid en de deportatie van vele tienduizenden Joden en moslims. Integendeel, vaak is deze geschiedenis weggeschreven om antisemitische en anti-islamredenen. We kennen het jaar 1492 voornamelijk als het jaar waarin Columbus Amerika ontdekte. Ook over Al-Andalus bestaat niet veel algemene kennis, noch van de positieve invloeden die deze Andalusische cultuur op de intellectuele, muzikale, literaire, architectonische en wetenschappelijke ontwikkelingen van Europa heeft gehad. De laatste jaren zijn er een aantal romans verschenen die de repressie en uiteindelijke verdrijving van de Joden en de moslims uit Spanje tussen 1492 en 1614 hebben gethematiseerd. In de historische romans The Last Jew van Noah Gordon uit 2000 en De Hand van Fatima, van Ildefonso Falcones de Sierra uit 2009, wordt op indrukwekkende wijze vorm gegeven aan dit thema. Beide romans hebben respectievelijk een Joods en een islamitisch personage als hoofdpersoon. The Last Jew speelt zich af in de periode na het uitdrijvingsedict van 1492, waarbij de Joden uit Granada en later uit heel Spanje verdreven worden. De Hand van Fatima speelt zich af in de periode van 1568 tot 1614, ten tijde van de opstand van de Moriscos in de Alpujarras tegen de christenen (1568-1571) en de afkondigingen van de uitdrijvingsedicten. Ik heb deze romans als uitgangspunt genomen voor de bespreking van het einde van het convivenciamodel op het Iberisch schiereiland als gevolg van de etnische zuiveringspolitiek die in 1492 leidde tot de definitieve uitzetting van de Joodse gemeenschap uit Spanje en in 1609 tot de uitzetting van de Iberische moslims. In hoeverre de in de romans gepresenteerde thema s overeenkomen met de historische werkelijkheid is het onderwerp van deze masterthese. De vraag die ik centraal stel is de volgende: Welk beeld schetsen de romans The Last Jew en De Hand van Fatima van de onderdrukking van de Joodse en islamitische religie en cultuur door de katholieke autoriteiten in Spanje van 1492 tot 1614 en in hoeverre komt dat beeld overeen met de historische feiten zoals die naar voren komen in wetenschappelijk onderzoek? 6

Opbouw van de These en Werkwijze Om een antwoord te formuleren op bovenstaande vraag heb ik deze these als volgt opgebouwd. De these bestaat uit drie delen. Deel één bevat een inleiding op het ontstaan van Al-Andalus en een aantal van de meest in het oog springende ontwikkelingen op politiek, bestuurlijk, cultureel, religieus en intellectueel gebied. Het tweede hoofdstuk gaat dieper in op een aantal begrippen die van belang zijn voor de analyse van de beide romans. Ik bespreek onder andere het convivenciamodel, de converso- en Morisco-problematiek. In deel twee zijn de hoofdstukken drie en vier achtereenvolgens gewijd aan de romans die centraal staan in deze these: The Last Jew van de auteur Noah Gordon en De Hand van Fatima van de auteur Ildefonso Falcones. Ik leid de roman kort in en maak daarbij beperkt gebruik van een aantal begrippen uit de narratologie, die ik als handvatten gebruik om tot een inleidende en basale verhaalanalyse te komen: wat wordt er gethematiseerd en op welke wijze wordt het thema vormgegeven; hoe kunnen we de titel verklaren en wat vormt de rode draad van de roman? Daarna geef ik een samenvatting van de roman waarbij ik zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke verhaallijn blijf. Tot slot licht ik het plot toe aan de hand van de belangrijkste motieven, zodat er een opmaat ontstaat voor verdieping in en analyse van de thematiek. In deel drie van de these reconstrueer ik in het vijfde en zesde hoofdstuk de beelden die in de romans worden geschetst. Hieruit destilleer ik een aantal thema s aan de hand waarvan ik met behulp van de wetenschappelijke literatuur tot een vergelijking kom met het door de auteurs geschetste beeld en de historische werkelijkheid. Ten slotte kom ik in het laatste hoofdstuk terug op de centrale onderzoeksvraag die ik beantwoord aan de hand van enkele concluderende opmerkingen. 7

8

DEEL 1 Al-Andalus en het convivenciamodel: in historisch perspectief en theoretisch kader 9

1 Het ontstaan van Al-Andalus en enkele ontwikkelingen in het kort 1.1 Inleiding De romans The Last Jew en de Hand van Fatima zijn beide gesitueerd in de vijftiende en de zestiende eeuw van Spanje en Portugal ten tijde van de afronding van de Reconquista en de sterk toegenomen macht van de christelijke koninkrijken en de Katholieke Kerk in deze periode. Van vreedzaam samenleven tussen Joden, moslims en christenen is geen sprake meer. De katholieke koningen willen Spanje unificeren tot één geografisch gebied, met één taal, onder één monarch en met één religie: het christendom. Dit heeft verregaande gevolgen voor de aanwezige joden en moslims in het Spanje van 1492. 1 Voordat de christelijke koninkrijken zo machtig werden, was er sprake van een zeker evenwicht tussen de drie religieuze bevolkingsgroepen. In dit hoofdstuk schets ik hoe de verhoudingen tussen de drie religieuze bevolkingsgroepen in Al-Andalus geleidelijk aan onder toenemende christelijke superioriteit veranderden. Ik beschrijf in 1.2 de invasie van het Iberisch schiereiland door Arabieren, Berbers en Syriërs in 711, die leidde tot het ontstaan van Al-Andalus, en de redenen waarom de invasie in het relatieve korte tijdsbestek van enkele jaren tot stand kon komen. Daarnaast schets ik op hoofdlijnen de relevante politieke en bestuurlijke ontwikkelingen van Al-Andalus en de Reconquista (1.3) alsmede de culturele en intellectuele ontwikkelingen in het islamitische rijk (1.4). In 1.5 bespreek ik de positie van de Joden en de christenen op het Iberisch schiereiland ten tijde van het moslimbewind. Ten slotte sta ik stil bij de overgang van een periode van relatieve religieuze tolerantie onder de dhimma naar een intermezzo van moslimintolerantie jegens de christenen en de Mozaraben, de gearabiseerde christenen onder de Almoraviden, naar de periode waarin het samenlevingsmodel tussen christenen, Joden en moslims een verschuiving laat zien in de onderlinge machtsverhoudingen die leidde tot het convivenciamodel. 1 Américo Castro, The Spaniards, An Introduction to Their History, University of California Press, Berkeley, Los Angeles & London, 1971, pag. 129. 10

1.2 De mosliminvasie op het Iberisch schiereiland in 711 Vanaf de zevende eeuw CE was er sprake van een snelle expansie van het Arabische Umayyaden Rijk. Al snel strekte het Arabisch imperium zich uit van het Arabisch schiereiland naar Centraal Azië tot aan Punjab en tot aan de Atlantische kust van Marokko. 2 Geruchten over de rijkdom van het Iberisch schiereiland deden Arabieren en de tot de islam bekeerde Berbers besluiten de overtocht te maken van Marokko naar het Iberisch schiereiland. 3 Bij de verovering van het Iberisch schiereiland waren zowel Arabieren als Berbers betrokken; dat is voor Montgomery Watt een reden om liever te spreken van een mosliminvasie dan van een Arabische invasie. Américo Castro spreekt in dit verband van drie bevolkingsgroepen: Arabieren, Berbers en Syriërs. 4 De verovering van het Iberisch schiereiland van Gibraltar tot aan Zuid-Frankrijk nam slechts enkele jaren in beslag (711-716) en maakte het ontstaan van Al-Andalus mogelijk. 5 De herovering of Reconquista van het grondgebied door de christenen duurde daarentegen vele eeuwen. Dat het tot een dergelijke snelle inname van dit deel van Europa kon komen, heeft een aantal oorzaken die volgens Herman de Ley gezocht moeten worden in religieuze conflicten en economische regressie onder de Visigoten. 6 Sinds 414 heersten de Visigoten - die van oorsprong uit het huidige Oost-Europa komen - over het Iberisch schiereiland. De Visigoten hingen een Ariaanse vorm van het christendom aan, terwijl het merendeel van de inheemse bevolking katholiek was. Nadat de Visigotische koning Recared (586-601) en zijn directe volgelingen zich in 589 bekeerden tot het katholicisme ontstonden er dynastieke conflicten en regionale opstanden tegen de katholieke heersers. 7 Ariaanse gemeenschappen zochten hulp bij geloofsgenoten én bij moslims in Noord- Afrika. Niet alleen de Arianen zochten de hulp van de Noord-Afrikanen, de Joden deden hetzelfde. De Joodse geloofsgemeenschappen hadden in het katholieke koninkrijk te lijden onder zware repressies. In 613 werden Joden verplicht zich te bekeren tot het christendom en wie zich niet bekeerde moest 2 Montgomery Watt en Pierre Cachia, A History of Islamic Spain, W. Aldine Transaction, New Brunswick (U.S.A.) and London (U.K.), 2008, pag. 12. 3 Watt en Cachia, A History of Islamic Spain, pag. 5. 4 Castro, The Spaniards, An Introduction to Their History, pag. 54. 5 Herman de Ley, Van Al-Andalus tot Katholiek Spanje, http://www.flw.ugent.be/cie/rug/deley21_1.htm (12 mei 2012), oorspronkelijk gepubliceerd in H. de Ley, "Van Cordoba tot Mostar, Islam in Europa: de Voorgeschiedenis. CI.E Cahier, Nr. 2, Gent 1998. Overigens spreken Montgomery Watt en Pierre Cachia niet van een invasie-periode van 711-714, maar van 711-716. De Ley legt de grens bij het moment dat de veldheren Tariq ibn-ziyad en Musa ibn-nusayr naar Damascus worden geroepen. Watt en Cachia zien het einde van de veroveringen met de dood van de zoon van Musa ibn-nusayr, Abd-al Aziz in 716, zie: Watt en Cachia, A History of Islamic Spain, pag. 8. 6 De Ley, Van Al-Andalus tot Katholiek Spanje, 1.2. Verovering of revolutie. 7 Joseph O Callaghan, A History of Medieval Spain, Cornell University Press, Ithaca and London, 1975, pag. 46. 11

het land verlaten of werd tot slavernij gedwongen. 8 De vervolgingen volgden elkaar in de zevende eeuw in snel tempo op waarbij de katholieke Kerk een vooraanstaande rol speelde. Er was sprake van verregaande restrictieve maatregelen tegen de Joodse gemeenschap, die door het 17 e Concilie van Toledo en de koning werden getroffen rond 694. Herman de Ley spreekt in dit verband zelfs van een soort van Endlösung. 9 De Joodse gemeenschappen op het Iberisch schiereiland probeerden zich samen met hun geloofsgenoten in Noord-Afrika te bevrijden van het Visigotische juk en de moslims werden in 711 dan ook met open armen ontvangen. 10 Het is om deze reden dat Herman de Ley spreekt van een door velen als een (binnenlandse) revolutie of bevrijding door de moslims ervaren gebeurtenis en niet zozeer van een vreemde militaire agressie en verovering van het Iberisch schiereiland. 11 Stonden Joden en Arianen om religieuze redenen open voor de komst van de moslims, andere bevolkingsgroepen, zoals boeren, stedelingen en lijfeigenen waren ontevreden vanwege een algemene economische regressie onder de heerschappij van de Visigoten. Ook zij begroetten de moslims als bevrijders en verleenden hen assistentie bij de inname van het Iberisch schiereiland. 12 Er is volgens Hugh Kennedy nog een andere reden waarom het Iberisch schiereiland in minder dan vijf jaar na de eerste invasie bijna in zijn geheel onder controle van de islamitische legers kon worden gebracht. Diverse bronnen suggereren dat veel door de moslims veroverde gebieden, waaronder het Iberisch schiereiland, te kampen hadden met een bevolkingsafname ten gevolge van de builenpest in 8 Herman de Ley ziet in deze politiek de grondslag voor de latere problematiek van conversos en cryptojudaïsme. Zo werden eerdere verbodsbepalingen inzake het bekleden van officiële functies door Joden reeds in 633 uitgebreid tot bekeerlingen. Zie: Herman de Ley, Van Al-Andalus tot Katholiek Spanje, 1.2. 9 De Ley zegt hierover: De verklaring voor het opvallende antisemitisme van het visigothische rijk, in deze periode, dient mogelijk niet louter in het intolerante katholicisme te worden gezocht, maar althans voor een deel gezocht ook in de sterke, apocalyptisch-messianistische beweging die de gehele mediterrane Joodse wereld in de 7de eeuw kende. De vernietigende oorlogen tussen het Byzantijnse en Perzische rijk, met de tweevoudige val van Jeruzalem, in de eerste decaden van de 7de eeuw (eerst aan de Perzen en dan weerom aan de Byzantijnen, onder Heraclius - die een pogrom organiseerde tegen de joden van Jeruzalem, kort voor zijn nederlaag tegen kalief Omar), hadden het geloof versterkt dat de komst van de Messias niet veraf was (NB de oudste niet-islamitische bronnen over het ontstaan van de islam plaatsen ook het verschijnen, rond 730, van de moslimlegers in Palestina/Syrië binnen dergelijke Joodse, messianistische context). In deze atmosfeer poogden klaarblijkelijk ook de joden in Hispania zich, met behulp van geloofsgenoten in Noord-Afrika, te bevrijden van het visigothische juk. De "dreiging" die aldus van hen uitging, verklaart mogelijk mede de verregaande maatregelen - een soort van Endlösung - die rond 694 door het 17de Concilie van Toledo en de koning werden getroffen: alle joden - ook de bekeerlingen, vermoedelijk - moesten onteigend worden van al hun bezittingen, hun families moesten uiteengerukt worden, zijzelf werden veroordeeld tot eeuwige slavernij en ze moesten onder dwang verspreid worden; hun kinderen werden hen ontnomen om groot te worden gebracht als christenen. Zie Sáenz, o.c., pp. 16-17, met verwijzing naar een artikel van Juan Gil van 1977; L. Gubbay, 1999:74. Zie: Herman de Ley, Van Al-Andalus tot Katholiek Spanje, 1.2. 10 Zie voor een uitgebreider verslag over de Joodse gemeenschap na de overgang van Visigotisch Arianisme naar Visigotisch Katholicisme en de restricties waaronder de Joden moesten leven teneinde geen macht uit te kunnen oefenen over enig christen: Roger Collins, Medieval Spain, Unity in Diversity 400-1000, St. Martin s Press New York, 1983, vanaf pag. 129. 11 De Ley. Van Al-Andalus tot Katholiek Spanje, 1.2. Verovering of Revolutie. 12 Watt en Cachia, A History of Islamic Spain, pag. 6. 12

de mediterrane wereld in 540. Dientengevolge ondervonden de Arabische legers weinig tegenstand van de overgebleven inwoners en waren ze in staat om in hoog tempo grote gebiedsdelen en steden aan zich te onderwerpen. 13 Naast de economische onvrede, de religieuze conflicten en de Jodenvervolgingen, waren er ook interne bestuursconflicten en intriges rondom opvolging in het Visigotische rijk. Het bestuurlijk, politiek en economisch zwakke Visigotische rijk had daarbij ook een zwak leger dat nauwelijks weerstand kon bieden aan de moslimlegers. 14 1.3 Politieke en bestuurlijke ontwikkelingen in Al-Andalus en de Reconquista kort weergegeven Het overwonnen land werd door de moslims Al-Andalus genoemd, waarschijnlijk een verbastering van Vandalicia, Het land der Vandalen. 15 16 Aanvankelijk probeerden de moslims noordelijker te komen, aangetrokken door de Franse rijkdommen, maar deze pogingen strandden definitief in 732 bij de slag van Poitiers. 17 Ook in de hooggelegen valleien van de Pyreneeën, in de Picos de Europa en in het westelijker gelegen Asturië kregen de moslims geen voet aan de grond. Hier vestigden zich groepjes vluchtelingen die hun krachten bundelden met de autochtone bevolking. De legendarische slag bij Covadonga (717) waarbij onder leiding van de Visigotische edelman Don Pelayo gestreden werd tegen de Moren, werd voor de christenen in het koninkrijk Asturië de stichtingsmythe van hun rijk. Vanuit Asturië en andere kleine rijkjes in het noorden van het Iberisch schiereiland zou de latere Reconquista beginnen; de herovering van het grondgebied op de moslims dat eens toebehoorde aan de Visigotische christelijke koningen van Toledo. 18 Van 711 tot 756 was Al-Andalus een provincie van het kalifaat van Damascus. Met de komst van de Umayyaden-prins Abd-al-Rahman I, die tijdens de machtswisseling in het Arabische rijk in 750 aan de bloedige staatsgreep van de Abbasieden was ontkomen, werd Al-Andalus tot een onafhankelijk Umayyaden emiraat uitgeroepen. Deze Umayyaden-dynastie op het Iberisch schiereiland was politiek 13 Hugh Kennedy, The Great Arab Conquest, How the spread of Islam changed the world we live in, Weidenfeld & Nicholson, London, 2007, pag. 366. 14 Watt en Cachia, A History of Islamic Spain, pp. 6 en 7. 15 Michiel Leezenberg, Islamitische filosofie, een geschiedenis, Uitgeverij Bulaaq, Amsterdam, 2008, pag. 215. 16 Met de term Al-Andalus wordt in deze these het grondgebied op het Iberisch schiereiland aangeduid onder moslimheerschappij in de periode van 711-1492. De op de moslims heroverde gebieden werden ingelijfd in de desbetreffende christelijke koninkrijken. 17 Leezenberg, Islamitische filosofie, pag. 215. 18 In de Kroniek van Alfons III (Anon., Conquerors and Chroniclers, pag. 164-168) die waarschijnlijk kort na 900 tot stand kwam, is de legende van Pelayo opgetekend: Kennedy, The Great Arab Conquests pag. 317 en 318. Zie voor een studie naar de stichtingsmythe van Spanje: Patricia E. Grieve, The Eve of Spain, Myths of Origins in the History of Christian, Muslim and Jewish Conflict, The John Hopkins University Press, Baltimore, 2009, bijvoorbeeld: Act One: Fall and Redemption (711-1492), vanaf pag. 21. 13

onafhankelijk van Bagdad en riep in 929 een eigen kalifaat uit. 19 Dit Iberisch kalifaat werd echter vanwege interne strijd en burgeroorlog, ruim honderd jaar later, in 1031 afgeschaft. Alle grote steden kennen dan inmiddels een eigen onafhankelijke machthebber. Vanwege het ontbreken van een centraal gezag is deze periode van Al-Andalus de geschiedenis ingegaan als de periode van de Reyes de Taifas, ofwel de Partijkoningen. De bestuurlijke chaos had tot gevolg dat koning Alfonso VI van Leon en Castilië in 1085 het belangrijke culturele en politieke centrum, Toledo, in kon nemen. Omdat Toledo daarna niet meer in handen is geweest van de moslims wordt deze gebeurtenis als een van de belangrijkste veroveringen in de Reconquista beschouwd. 20 Vanaf de elfde eeuw werd de cultuur van Al-Andalus en haar politieke structuur zowel gesteund als bedreigd door invasies vanuit Afrika. 21 Zo had de inname van Al-Andalus door een Maliki geïnspireerde religieuze beweging uit Noord-Afrika, de Murabitun - ook wel bekend onder de naam Almoraviden - in 1090 de desintegratie van het centrale gezag van Al-Andalus tot gevolg. 22 De Almoraviden stichtten het eerste van de twee Berberrijken die Al-Andalus gekend heeft. Vanwege de enorme rijkdom en welvaart van Al-Andalus raakte de motivatie om een bestuurlijke eenheid te bewaren al snel ondergeschikt aan eigenbelang en kwam er met gebiedsoverwinningen van de christelijke koningen uit het noorden en diverse bevolkingsopstanden een einde aan het Almoravidenrijk in 1145. 23 Het rijk kwam in handen van de Muwahhidun ( eenheidsverkondigers ), of Almohaden, een religieuze Berberse beweging die de Tawhid, de eenheid van God, benadrukte en zich tussen 1145 en 1170 vestigden als de nieuwe heersende macht in Al-Andalus. 24 De Almohaden ondervonden echter felle tegenstand van een lokale islamitische vorst die met behulp van christelijke huurlingen herhaaldelijk strijd voerde. Door deze tegenstand konden de Almohaden zich pas definitief als heersers op het Iberisch schiereiland vestigen vanaf 1165. 25 Volgens Castro is de reden dat de herovering van Spanje bijna acht eeuwen in beslag nam de aanvankelijke onderlinge verdeeldheid van de noordelijke koninkrijken. Deze onderlinge verdeeldheid mondde geregeld uit in strijd en verraad tussen christenen onderling en ook tot samenwerking tussen christenen en moslims. 26 Watt ziet als belangrijkste reden voor dit 19 Leezenberg, Islamitische filosofie, pag. 215. 20 Watt en Cachia, A History of Islamic Spain, pp. 70-81. 21 Castro, The Spaniards, An Introduction to Their History, pag. 233. 22 Binnen de soennitische wereld ontwikkelen zich tussen 800 en 900 vier rechtsscholen, waarvan de Malikieten in Noord- en West Afrika er één was. De moslims in Spanje volgden eerst de leerstellingen van de Syrische jurist al-awza i en veranderden in 800 officieel naar de school van Malik ibn Anas (gest. 795). Zie bijvoorbeeld: A History of Islamic Spain, Montgomery Watt en Pierre Cachia, pag. 53 e.v.. 23 Leezenberg, Islamitische filosofie, pag. 217 en Watt en Cachia, A History of Islamic Spain, pag. 86. 24 Leezenberg, Islamitische filosofie, pag. 217. 25 Leezenberg, Islamitische filosofie, pag. 218. 26 Castro, The Spaniards, pag. 231. Een voorbeeld van samenwerking tussen moslims en christenen is de geschiedenis van El Cid. El Cid - sayyid of sid wat Heer betekent - was de bijnaam van Rodrigo Diaz de Vivar (1040-1099), een Castiliaans edelman die zich in ongeveer 1081 na een ruzie met Alfonso VI aansloot bij de 14

aanhoudende strijdtoneel gebiedsuitbreiding. Van een religieuze strijd tussen het christendom en de islam was volgens hem geen sprake. 27 Naarmate de christelijke koninkrijken - voornamelijk Leon, Castilië en Aragon - meer gebied heroverden op de moslims en de Reconquista voortschreed, werden de christelijke koningen machtiger. De christelijke identiteit groeide echter ook en werd onder andere door de invloed die uitging van de cultus van Santiago de Compostela, 28 de Kruistochten en het zendingswerk van dominicaner en franciscaner monniken. 29 In juli 1212 trokken de strijdmachten van de koningen van Navarra, Leon, Castilië en Aragon op tegen de Almohaden in de slag die bekend is komen te staan als de slag bij Las Navas de Tolosa. Daar werd aan de Almohaden zo n klap uitgedeeld dat hun macht op het Iberisch schiereiland feitelijk gebroken was. 30 In 1230 verenigden de koninkrijken Castilië en Leon zich en veroverde Ferdinand III in 1236 Córdoba en in 1248 Sevilla. 31 Alleen in het uiterste zuiden slaagde ibn Yusuf ibn Nasr erin de Nasridendynastie te stichten met als hoofdstad Granada, die nog bijna tweehonderdvijftig jaar (1248-1492) standhield tegen de Castiliaanse koningen. In 1492 ten slotte veroverden Ferdinand en Isabella, Los Reyes Católicos, Granada. In het katholieke Spanje was geen plaats voor andersdenkenden. Na de verovering van Granada was het zaak de religieuze verschillen tussen de bevolkingsgroepen officieel te laten verdwijnen. Dit opheffen van religieuze verschillen droeg bij aan het unificeren van het totale gebied dat nu in handen was van Isabella en Ferdinand. Dit was wat volgens Castro de koninklijke onderneming inhield in de zestiende eeuw. 32 De verdraagzaamheid tussen de drie religieuze bevolkingsgroepen, zoals die had bestaan tijdens de moslimsuprematie, kwam meer en meer onder druk te staan onder de repressieve maatregelen die de christelijke autoriteiten oplegden aan de Joodse gemeenschap en later aan de islamitische gemeenschap. Dit had het uiteenvallen van het convivenciamodel tot gevolg en leidde tot de uiteindelijke uitzetting van de Joden en later van de moslims. moslimkoning van Zaragoza en uiteindelijk een onafhankelijk heerser werd van Valencia. De Spanjaarden hebben hem geadopteerd als een voorbeeld van mannelijke dapperheid. Het verhaal van El Cid is verfilmd in 1961 met in de hoofdrollen Sophia Loren en Charlton (Ben Hur) Heston. 27 Watt en Cachia, A History of Islamic Spain, pp. 80-81. 28 Castro, The Spaniards, pag. 419. 29 Norman Roth, The Jews of Spain and the expulsion of 1492, The Historian, Vol. 55, Issue 1 (september 1992), pp. 17-30, pag. 20. 30 Watt en Cachia, A History of Islamic Spain, pp. 92-93. 31 Watt en Cachia, A History of Islamic Spain, pp. 95-96. 32 Castro, The Spaniards, pag. 234. 15

1.4 Culturele en wetenschappelijke ontwikkelingen in Al-Andalus in het kort Al-Andalus kende een grote culturele bloei, die in de tiende eeuw een hoogtepunt bereikte. Kunst, architectuur, literatuur en wetenschap werden op hoog niveau beoefend. Maar ook de ontwikkeling van omgangsvormen en persoonlijke verzorging nam een hoge vlucht. Herman de Ley noemt ter illustratie Ali ibn Nafi (789-857) alias Ziryab, poëet, muzikant, zanger, cosmeticus, modeontwerper en botanicus die algemeen als cultuurheld wordt beschouwd. Ziryab richtte onder ander het eerste muziekconservatorium ter wereld op en legde daarmee de grondslag voor de Andalusische muziekcultuur; maar hij vernieuwde ook de tafelkunsten door het menu in gangen te verdelen. Daarnaast introduceerde hij het gebruik van tandpasta en opende een schoonheidssalon. 33 De aankomst van deze grote musicus en zijn gevolg in Córdoba in 820, moet volgens Jessica A. Coope evenveel impact gehad hebben in die dagen als in onze tijd de aankomst van de Beatles in Amerika. Nadat hij in Kairouan en Bagdad had gewoond, zat Ziryab nu aan de zijde van Abd-al-Rahman II, die hem behandelde als een gelijke: Rulers and great people took him for a pattern of manners and education. 34 Naast dit type culturele schoonheid van Al-Andalus, waren ook de wetenschappelijke en intellectuele aspecten aantrekkelijk voor christelijk West-Europa. Córdoba, met een bibliotheek van meer dan vierhonderdduizend boeken en Toledo en Sevilla werden bezocht door leken en clerici uit heel christelijk Europa. Zij kwamen colleges volgen aan de moslimuniversiteiten en studeerden er onder anderen wiskunde, geneeskunde, chirurgie, astronomie en filosofie. 35 De bloeiperiode van de wetenschap in Al-Andalus had bovendien grote invloed op de intellectuele ontwikkeling van Europa. Het waren de Arabische vertalingen van het werk van Aristoteles en andere Griekse denkers - maar ook de nieuwe werken van moslims - die, nadat Toledo in 1085 in christelijke handen was gekomen, in het Latijn werden vertaald, die de filosofische en wetenschappelijke opbloei in het Europa van de Hoge Middeleeuwen mede tot gevolg hadden. Deze intellectuele bloei in Europa wordt ook wel de Renaissance van de twaalfde eeuw genoemd. Lapidus zegt hierover: From Spain, Islamic scientific and philosophical thought was transmitted to Europe. With the conquest of Toledo in 1085 and Saragossa in 1118, Hispano-Islamic culture had a strong and immediate influence upon Christian style. ( ) The works of Ptolemy were 33 De Ley, Van Al-Andalus tot Katholiek Spanje, 1.2, De naam Ziryab betekent Merel en werd gebruikt voor de musicus vanwege zijn welluidende stem en zijn donkere uiterlijk. Zie voor een artikel over Ziryab, bijvoorbeeld: http://muslimheritage.com, Ziryab, Musician, Astronomer, Fashion Designer and Gastronome, laatst geraadpleegd op 4 juni 2012. 34 Jessica A. Coope, The Martyrs of Córdoba, community and family conflict in an age of mass conversion, University of Nebraska Press, Lincoln, 1995, pag. 7. 35 De Ley, Van Al-Andalus tot Katholiek Spanje, 1.2. 16

translated. The Muslim philosophers al-kindi, al-farab and Avicenna were also translated into Latin, making the thought of Aristotle available to Europeans. 36 Pierre Cachia beschouwt de periode tot 976 als de tijd waarin de Moorse kunst en architectuur haar bijzondere en karakteristieke kenmerken ontwikkelden. De bouw van de Grote Moskee van Córdoba liet het ontstaan zien van een nieuwe architectonische traditie. Met de verdubbeling van de hoefijzervormige Visigotische bogen in de Grote Moskee, die mogelijk waren gebaseerd op vormen van het Romeinse aquaduct, ontstond een architectonisch novum. 37 De paleisstad Madinat al-zahra, even buiten Córdoba, was een ander noemenswaardige architectonische prestatie en een voorbeeld van een samensmelting van Byzantijnse en Romeinse bouwstijlen en decoratietechnieken uit die tijd. 38 De Moorse kunst lijkt volgens Cachia in vele opzichten een samengaan van oriëntaalse en occidentaalse elementen. Zowel Visigotische, Byzantijnse, Romeinse, Arabisch-Syrische als Hellenistische materialen, bouwstijlen en kunstvormen zijn met elkaar vermengd. 39 Niet alleen de verschillende kunstvormen vermengden met elkaar maar ook de verschillende bevolkingsgroepen. De Umayyaden gingen verbintenissen aan met de christelijke vrouwen uit de noordelijke koninkrijken en met christelijke slavenvrouwen. De laatsten zorgden overigens in veruit de meeste gevallen voor een troonopvolger, volgens D. Fairchild Ruggles. 40 Deze verbintenissen zijn in de loop van de tijd volgens Ibn Hazm van Córdoba (994-1064), minister, geestelijke en filosoof, van invloed geweest op de uiterlijke kenmerken van het nageslacht. Hij schrijft in de elfde eeuw dat alle Umayyaden-kaliefen en hun kinderen blond haar en overwegend blauwe ogen hebben. 41 Ruggles zegt hierover: One cannot know if Ibn Hazm means yellow blond or perhaps light brown hair, but he clearly meant to emphasize the sharp distinction between blond and black hair. 42 Christelijke vrouwen die in het huwelijk traden met een moslimman hoefden zich niet te bekeren tot de islam. De kinderen die voortkwamen uit deze verbintenissen werden echter wel als moslims opgevoed. 43 Christendom en islam vermengden niet alleen in Al-Andalus met elkaar maar ook in de christelijke gebieden. In het koninkrijk Navarra bestonden er rondom Pamplona familiebanden door huwelijken tussen christenen en moslims. De Arabo-Andalusische aristocratie en de christelijke aristocratie 36 Ira M. Lapidus, A History of Islamic Societies, second edition, Cambridge: University Press, 2002 pp. 315 en 316. 37 Watt en Cachia, A History of Islamic Spain, pp. 65-67. 38 María Rosa Menocal, The Ornament of the World, How Muslims, Jews and Christians Created a Culture of Tolerance in Medieval Spain, Little, Brown and Company, Boston, New York, London, 2002, pp. 91-100. 39 Watt en Cachia, A History of Islamic Spain, pp. 65-67. 40 D.Fairchild Ruggles, Mothers of a Hybrid Dynasty: Race, Genealogy, and Acculturation in al-andalus, Journal of Medieval and Early Modern Studies, Vol. 34, Number 1, (Winter 2004), pag. 72. 41 Ruggles, Mothers of a Hybrid Dynasty, pag. 69. 42 Ruggles, Mothers of a Hybrid Dynasty, pag. 90. 43 Ruggles, Mothers of a Hybrid Dynasty, pag. 75. 17

maakten lange tijd deel uit van eenzelfde cultuur. 44 Vermenging tussen christelijke en Joodse families kwam gedurende de middeleeuwen eveneens veelvuldig voor. Volgens Castro was er in die tijd niemand die daar een probleem van maakte. Als de Spaanse geschiedenis zich in een kalm en harmonieus tempo had kunnen ontwikkelen, dan zou de vermenging van christenen en Joden niet tot conflicten hebben hoeven leiden, is zijn mening. 45 De Mozaraben, gearabiseerde christenen, die temidden van de moslims leefden en hun taal, gebruiken en gewoonten overnamen, vestigden zich vanaf de tiende eeuw ook aan de grenzen van Al-Andalus met de christelijke koninkrijken, Leon, Castilië en Aragon. In deze grensgebieden vond volgens Watt en Cachia een langzame integratie plaats van Mozaraben met niet-gearabiseerde christenen. De mozarabische cultuur werd een integraal onderdeel van de christelijke cultuur. In een latere fase zien we deze assimilatie opnieuw: wanneer grote groepen moslims onderdeel uitmaken van de christelijke gebieden. Na de veroveringen van Toledo (1085), Córdoba (1236) en Sevilla (1248) bleven moslim-handwerkslieden en -wetenschappers er wonen en werken. In Castilië, Aragon en Valencia waren de christenen zelfs in de minderheid en namen zij alle aspecten van het culturele moslimleven over behalve de religieuze. 46 De moslims die in de door christenen veroverde gebieden woonden, werden Mudejares genoemd van het Arabische Mudajjan, wat betekent hen die mogen blijven. 47 Herman de Ley zegt hierover: Zij slaagden erin een eigen vorm van cultuur te ontwikkelen en in het koninkrijk Valencia - waar met de (definitieve) val van de stad, in 1238, de meest omvangrijke groep moslims in één keer de christelijke overheersing aanvaard had - behielden de Mudéjares zelfs hun Arabische taal tot op het einde (d.w.z. tot circa 1525). 48 De samenwerking tussen Joden, moslims en christenen en de vermenging van de Arabische, de christelijke en de Joodse cultuur heeft volgens sommige auteurs geleid tot het ontstaan van een verregaande gemeenschappelijke Andalusische cultuur en een Andalusische way of life. Mede dankzij de multiculturele en multi-etnische basis fungeerde Al-Andalus ook als een brug tussen Azië, Afrika en Europa. 49 Vanwege een zekere genetische vermenging van rassen en een bepaalde mate van culturele assimilatie ontstond er een cultuur die we de Andalusische cultuur zijn gaan noemen. Tot op zekere hoogte kunnen we daarom niet alleen spreken van een multiculturele maar ook van een hybride samenleving. Ondanks een verregaande culturele en genetische vermenging op het Iberisch schiereiland bleven de drie Abrahamitische religies onvermengd. De vermenging die plaatsvond had 44 Watt en Cachia, A History of Islamic Spain, pag. 30. 45 Castro, The Spaniards, pp. 72-73. 46 Watt en Cachia, A History of Islamic Spain, pag. 148. 47 Watt en Cachia, A History of Islamic Spain, pag. 130. 48 De Ley, Van Al-Andalus tot Katholiek Spanje, Hoofdstuk 3 Moslims in Katholiek Spanje, 3.1. 49 De Ley, Van Al-Andalus tot Katholiek Spanje, 1.2. 18

niet tot gevolg dat er een hybride religie ontstond. Op het Iberisch schiereiland bleven Jodendom, christendom en islam als onderscheiden religies naast elkaar bestaan, met elk hun eigen leer, gewoonten en gebruiken. De maatschappij die zo ontstond was in hoge mate gebaseerd op het samenleven van deze drie religieuze groepen. Onder moslimheerschappij in Al-Andalus spreken we van een samenlevingsmodel gebaseerd op een convenant dat de dhimma wordt genoemd; onder christelijke heerschappij spreken we van een samenlevingsovereenkomst die we convivencia noemen. In de volgende paragraaf komen beide samenlevingsvormen nader aan de orde. 1.5 Van dhimma naar convivencia De islamitische bevelhebbers lieten de oorspronkelijke bewoners van de overwonnen gebieden het land cultiveren en - naast de afdracht van schattingen en pacht - de belofte afleggen geen hulp te bieden aan vijanden van de moslims. In ruil voor loyaliteit werden het leven en de eigendommen van de onderworpenen beschermd met inbegrip van het recht om in hun heiligdommen hun godsdienst te blijven uitoefenen. Er werd weinig tot geen druk uitgeoefend op de bevolking om zich tot de islam te bekeren. 50 Vanaf het begin van het ontstaan van Al-Andalus waren er christenen die zich vrijwillig bekeerden tot de islam, de Muladíes. 51 Volgens Kennedy vertoonde de islam veel overeenkomsten met het christendom en een zekere gemeenschappelijke traditie moet hebben bijgedragen aan de vrijwillige bekering van velen. 52 Daarnaast onderscheidden we christenen die onder de indruk van de Arabische cultuur raakten en er al snel door beïnvloed werden. Zo ontstond de tweetalige bevolkingsgroep, de Mozaraben, zoals we in 1.4 zagen. Met enige regelmaat emigreerden er ook christenen naar de christelijke gebieden in het noorden. 53 De christenen en de Joden die bleven wonen temidden van de moslims vielen onder de bijzondere voorwaarden van de dhimma, een convenant van de moslims met de Joden en de christenen. In de Koran worden de Joden en de christenen als deel van de spirituele gemeenschap de Volkeren van het Boek, Ahl al-kitab, erkend. 54 Deze dhimmi s genoten vrijheid van godsdienst en werden niet gedwongen zich tot de islam te bekeren. In ruil voor deze gewetensvrijheid moesten de Volkeren van het Boek een speciale belasting betalen en een aantal beperkende voorschriften in acht nemen: 50 Hierin lag de sleutelfactor van het succes van de Arabische veroveringen volgens Kennedy, The Great Arab Conquests, pp. 372 en 373. 51 Castro, The Spaniards, pag. 228. 52 Kennedy, The Great Arab Conquests, pag. 376. 53 Castro, The Spaniards, pag. 228. 54 Menocal, The Ornament of the World, pag. 72. 19

het was niet toegestaan moslims te bekeren; nieuwe gebedshuizen te bouwen of in het openbaar kruisen te tonen en klokken te luiden. 55 De moslimse meerderheid groeide vooral dankzij het grote aantal bekeringen. Toch had de Arabisering van het Iberisch schiereiland ook verzet tot gevolg. Zo was er kritiek op de Arabische invloed bij de Mozaraben en beklaagde Alvarus van Córdoba (gest. 861), theoloog en dichter, zich in 854 aldus hierover: Onze christelijke jongemannen, met hun elegante manieren en vloeiend taalgebruik, scheppen op met hun kledij en rijtuigen, en verwerven roem dankzij de geleerdheid van de heidenen; bedwelmd door de Arabische welsprekendheid hanteren, verslinden en bespreken ze met gretigheid de boeken van de Chaldeeërs [d.w.z. de oosterse machthebbers], en maken die bekend door ze met alle verfraaiingen van de retorica aan te prijzen, terwijl ze niets weten van de schoonheid van de kerkelijke literatuur, en vol verachting neerkijken op de stromen van de Kerk die uit het Paradijs komen vloeien. 56 Alvarus mag dan misschien wat pathetisch schrijven maar hij wijst op een belangrijk feit: dat de christenen in Al-Andalus de Arabische hoge cultuur als het ware absorbeerden, terwijl de moslims dat niet deden met de Latijnse hoge cultuur, aldus Jessica Coope. 57 Eén van de bekendste voorbeelden van actief verzet is misschien wel die van de Martelaren van Córdoba. In het jaar 855 was er een kleine groep christenen die zich openlijk verzette tegen de bekering tot de islam van medechristenen en de Arabisering van hun christelijk-latijnse wereld. Zij moesten hun acties echter met de dood bekopen omdat zij de Profeet Mohammed hekelden en de islam van bedrog beschuldigden. 58 De uitoefening van het christendom werd geduld, maar het enige onduldbare vergrijp was dat van blasfemie. Dit blijkt ook uit een citaat van Roswita (Hrotsvit) van Gandersheim, een erudiete Saksische non uit de tiende eeuw, die schrijft dat de moslim heerser: ( ) issued a pronouncement/to such a new effect/that whoever so desired/to serve the eternal King/ and desire to honor/ the customs of his sires,/ Might do so without fear/ of any retribution./ Only a single condition,/he set to be observed,/ Namely that no dweller/ 55 Menocal, The Ornament of the World, pp. 72-73. 56 Leezenberg, Islamitische filosofie, pag. 216 en Jessica E. Coope, The Martyrs of Córdoba, pp. 7 en 8. 57 Jessica A. Coope, The Martyrs of Córdoba, community and family conflict in an age of mass conversion, University of Nebraska Press, 1995, pag. 8. 58 Menocal, The Ornament of the World, pag. 70. 20

of the aforesaid city/ should presume to blaspheme/ the golden idol s name/ whom this prince adored/ or whoever else was king. 59 De periode van relatieve religieuze tolerantie in Al-Andalus kwam een eind door de komst van de Almoraviden in 1090, zoals we al eerder zagen in 1.3, een Maliki geïnspireerde religieuze bevolkingsgroep uit Noord-Afrika. Onder de Almoraviden vonden er voor het eerst vervolgingen plaats van Mozarabische christenen, die in de ogen van de Almoraviden als een vijfde kolonne van de christelijke koninkrijken werden gezien. 60 Een belangrijke reden voor de afname van religieuze tolerantie onder de Almoraviden moet volgens Watt gezocht worden in de bewustwording van de islam als geloof. In plaats van a way of life en een meer formele en officiële religie zagen de Almoraviden de islam als een geloof van intense innerlijke overtuiging. 61 Deze houding bracht religieuze intolerantie met zich mee. Ook voor de Joden verslechterde de situatie. Zij werden eveneens tot bekering gedwongen. Velen waaronder de grote geleerde Rabbi Mosjé ben Maimon, beter bekend als Maimonides (1135-1204), vluchtten uit Al-Andalus. 62 Vanaf het begin van de dertiende eeuw (de slag bij Las Navas de Tolosa in 1212) vond er een verschuiving van de macht plaats van de moslimoverheersers naar de nieuwe christelijke Spaanse vorsten. 63 Van de moslimoverheersing op het Iberisch schiereiland met een relatieve tolerantie voor de religieuze christelijke en een Joodse minderheidsgroepen in de dhimmi s was het zwaartepunt verschoven naar een christelijke overheersing met een islamitische en een Joodse minderheidsgroep. Deze nieuwe verhouding tussen de drie religieuze groepen in het prille Spanje noemen we het convivenciamodel. 1.6 Conclusie De islamitische suprematie op het Iberisch schiereiland heeft een hoge beschaving gekend, die ook voor de ontwikkeling van Europa als geheel van belang is geweest. De inname van dit deel van het Europese continent verliep om politieke, economische, religieuze, demografische en geografische 59 Katherine Wilson, Hrotsvit of Gandersheim, a florelegium of her Works, D.S. Brewer, Cambridge, 1998, p. 30. Vert. [De moslimse heerser] vaardigde een bevelschrift uit./dat al wie verlangde/de eeuwige Koning te dienen/ En de gebruiken van zijn voorvaderen wenste na te leven/ Dat doen mocht zonder vrees/voor enige vergelding./slechts een enkele voorwaarde/stelde hij ter naleving, /Namelijk dat geen inwoner/van voornoemde stad/ zich waagde aan belediging van/ de naam van de gouden afgod/ Die deze vorst aanbad. 60 Leezenberg, Islamitische filosofie, pag. 217. 61 Watt en Cachia, A History of Islamic Spain, p. 87. 62 Roth, The Jews of Spain and the expulsion of 1492, pp. 17-18. 63 Leezenberg, Islamitische filosofie, pag. 219. 21

redenen zeer vlot, de Reconquista nam echter vele eeuwen in beslag. Dat de herovering van het Iberisch schiereiland zolang duurde heeft te maken met het aanvankelijk ontbreken van een collectieve (christelijke) identiteit. De multiculturele en multi-etnische aspecten van Al-Andalus, die aan de basis lagen van één gemeenschappelijke Andalusische cultuur en waarin drie religies beleden konden worden, hebben hierbij ook een rol gespeeld. Een deel van de christenen in Al-Andalus bekeerde zich vrijwillig tot de islam; anderen kozen ervoor om te leven als christenen temidden van de moslims; weer anderen emigreerden naar de noordelijke christelijke koninkrijken. Daarnaast was er op kleine schaal verzet tegen de islam en de Arabische cultuur. Met een sterker besef van de eigen religieuze identiteit lijkt een verhoogde intolerantie jegens andere geloofsgroepen samen te hangen. De Joodse gemeenschap heeft zwaar te lijden gehad onder de vervolgingen van een aantal van de voormalige Ariaanse Visigotische katholieke koningen in de zesde en zevende eeuw die zich bekeerd hadden tot het katholicisme. Onder de Murabitun, in de elfde eeuw, werd de islam een sterke innerlijke overtuiging in plaats van a way of life met directe gevolgen voor de religieuze tolerantie: voor het eerst in Al-Andalus vonden er vervolgingen plaats van christenen en Joden. De beslissende slag die een machtsverschuiving in het voordeel van de christelijke koninkrijken tot gevolg had, was de slag bij Las Navas de Tolosa in 1212. Vanaf dit moment nam de macht van de christelijke koninkrijken toe en breidde het gebied onder christelijk gezag zich langzaam maar zeker uit. Met name de koninkrijken Castilië en Leon verwierven grote gebiedsdelen. De christelijke identiteit groeide en de onderlinge machtsverhoudingen tussen Joden, christenen en moslims veranderden langzaam maar zeker van een situatie van dhimma tot een samenlevingsmodel dat we het convivenciamodel noemen. In het volgende hoofdstuk bespreek ik dit convivenciamodel. 22

2 Het convivenciamodel: een theoretisch verkenning 2.1 Inleiding Het jaar 1492 is in vele opzichten een kanteljaar. Velen kennen 1492 als het jaar waarin Columbus Amerika ontdekte, maar 1492 is ook het jaar waarin de Joodse gemeenschap definitief uit Spanje uitgewezen wordt. In datzelfde jaar werd het einde van acht eeuwen islamitische aanwezigheid op het Iberisch schiereiland ingeluid en kwam er een einde aan de Reconquista. Met de inname van het koninkrijk Granada door de katholieke koningen Ferdinand en Isabella kwam er niet alleen definitief een einde aan het moslimrijk Al-Andalus maar ook aan de religieuze pluraliteit en de sociale cohesie tussen de drie religieuze bevolkingsgroepen van Al-Andalus: Joden, moslims en christenen. Het focuspunt van dit hoofdstuk ligt bij het convivenciamodel (2.5). Met dit samenlevingsmodel, dat zo typerend is voor het Spanje uit een bepaalde periode - de Reconquista - hangt een aantal begrippen samen, die ik eveneens in dit hoofdstuk bespreek. Deze begrippen vormen tevens een deel van het theoretisch kader van de analyse van de romans The Last Jew en De Hand van Fatima, die in deel drie van deze scriptie aan de orde komt. Ik bespreek achtereenvolgens de etymologie van het begrip Spanjaarden volgens Américo Castro en zijn kritiek op de historiografische weergave van de geschiedenis van Spanje door sommige hedendaagse wetenschappers (2.2). In 2.3 sta ik stil bij het kastesysteem. In 2.4 bespreek ik het convivenciamodel en aansluitend het einde van dit samenlevingsmodel als gevolg van toenemende religieuze intolerantie (2.5) met als gevolg de massale bekeringen van Joden tot het christendom die leidden tot wat ook wel de converso-kwestie wordt genoemd (2.6). De obsessie die bezit nam van de christenen in het Spaanse Rijk die bekend staat onder de naam limpieza de sangre, de bloedzuiverheid, of de zuiverheid van de christelijke kaste komt in 2.7 aan de orde. Om deze zuiverheid te bewaken stelden de autoriteiten twee instanties in, de Spaanse Inquisitie en de zuiverheidsstatuten, die ik beiden ook in deze paragraaf bespreek. In 2.8 komt de situatie van de moslims in het Spaanse Rijk aan bod; hun positie, de restrictieve maatregelen en de uiteindelijke uitzetting van de Moriscos tussen 1609 en 1614. Ten slotte vat ik in 2.9 het hoofdstuk samen en maak enkele concluderende opmerkingen over het convivenciamodel. 23